De Wilde Roos #3 - uitgave mei 2019
Waar klimaatverandering lange tijd een abstract vooruitzicht was, begint het nu concreet waarneembare vormen aan te nemen. Het ene na het andere temperatuurrecord wordt gebroken. Het afkalven van de ijskappen kan met het blote oog worden waargenomen. Natuurrampen die eens een zeldzaamheid waren, zijn alledaags nieuwsitems geworden. Deze tijd vraagt om een andere politiek. Niet de aloude polderpolitiek van rustig aan dan breek het lijntje niet. We leven immers in een wereld die niet in balans is. De laatste jaren doet een nieuwe internationale beweging van zich spreken. Het speerpunt van haar beleid is de Green New Deal, een ambitieus programma dat sociale en ecologische doelen met elkaar verbindt. De beweging rond de New Green Deal doet daarbij een beroep op ideeën die afkomstig zijn uit de traditie van het democratisch socialisme. Deze koppeling tussen groen en rood lijkt anachronistisch maar is het niet. Het klimaatbeleid zal sociaal zijn of niet zijn. ------------- Dit is de derde uitgave in de hernieuwde reeks van De Wilde Roos. Het is de volledige tekst van de Koos Vorrinklezing uitgesproken op 1 mei 2019 door Merijn Oudenampsen in het Koos Vorrinkhuis in Lage Vuursche, één van de dertien natuurvriendenhuizen van het Nivon. De Wilde Roos was een “bonte rij van kleine geschriften” onder redactie van Koos Vorrink. De serie werd uitgegeven voor het Instituut voor Arbeidersontwikkeling [IvAO]. De eerste Wilde Roos verscheen in 1927. De werkgroep Nivon Historie kreeg een paar exemplaren ervan in handen. Dat was voor ons de aanleiding De Wilde Roos een nieuw leven te geven. Niet omdat we kritiekloos staan tegenover Koos Vorrink, zeker niet, maar omdat het voor ons een goede vorm lijkt discussie binnen het Nivon te voeden.
Waar klimaatverandering lange tijd een abstract vooruitzicht was, begint het nu concreet waarneembare vormen aan te nemen. Het ene na het andere temperatuurrecord wordt gebroken. Het afkalven van de ijskappen kan met het blote oog worden waargenomen. Natuurrampen die eens een zeldzaamheid waren, zijn alledaags nieuwsitems geworden. Deze tijd vraagt om een andere politiek. Niet de aloude polderpolitiek van rustig aan dan breek het lijntje niet. We leven immers in een wereld die niet in balans is. De laatste jaren doet een nieuwe internationale beweging van zich spreken. Het speerpunt van haar beleid is de Green New Deal, een ambitieus programma dat sociale en ecologische doelen met elkaar verbindt. De beweging rond de New Green Deal doet daarbij een beroep op ideeën die afkomstig zijn uit de traditie van het democratisch socialisme. Deze koppeling tussen groen en rood lijkt anachronistisch maar is het niet. Het klimaatbeleid zal sociaal zijn of niet zijn.
-------------
Dit is de derde uitgave in de hernieuwde reeks van De Wilde Roos. Het is de volledige tekst van de Koos Vorrinklezing uitgesproken op 1 mei 2019 door Merijn Oudenampsen in het Koos Vorrinkhuis in Lage Vuursche, één van de dertien natuurvriendenhuizen van het Nivon.
De Wilde Roos was een “bonte rij van kleine geschriften” onder redactie van Koos Vorrink. De serie werd uitgegeven voor het Instituut voor Arbeidersontwikkeling [IvAO]. De eerste Wilde Roos verscheen in 1927. De werkgroep Nivon Historie kreeg een paar exemplaren ervan in handen. Dat was voor ons de aanleiding De Wilde Roos een nieuw leven te geven. Niet omdat we kritiekloos staan tegenover Koos Vorrink, zeker niet, maar omdat het voor ons een goede vorm lijkt discussie binnen het Nivon te voeden.
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
No. 3
Merijn Oudenampsen
GROEN IS HET
NIEUWE ROOD
EEN BONTE RIJ
KLEINE GESCHRIFTEN
UITGEGEVEN VOOR
NIVON - Nederlands Instituut voor Volksontwikkeling en Natuurvriendenwerk
Uitgever: Nivon Natuurvrienden Nederland
Plantage Middenlaan 2f, 1018 DD Amsterdam
info@nivon.nl I www.nivon.nl
© 2019 Merijn Oudenampsen I Nieuwe editie nr. 3, december 2019
Omslagontwerp: © Sabine Baumgarten naar het origineel van Fré Cohen
Auteursfoto: © Maarten Kools
Opmaak binnenwerk: Sabine Baumgarten, Arnhem
Geprint op chloorvrij biotop naturel papier (TCF)
Wij hebben ons best gedaan om alle rechthebbenden met betrekking tot (foto) materiaal
te achterhalen. Eenieder die meent dat zijn of haar materiaal zonder voorafgaande
toestemming hier is gebruikt, verzoeken wij om zich tot ons te wenden.
De volledige tekst van de derde Koos Vorrinklezing
Uitgesproken door Merijn Oudenampsen,
Socioloog en politicoloog
Op 1 mei 2019 in het Koos Vorrinkhuis
Vooraf
De Wilde Roos was een “bonte rij van kleine geschriften” onder
redactie van Koos Vorrink. De serie werd uitgegeven voor het
Instituut voor Arbeidersontwikkeling [IvAO]. De eerste Wilde
Roos verscheen in 1927. De werkgroep Nivon Historie kreeg
een paar exemplaren ervan in handen. Dat was voor ons de
aanleiding De Wilde Roos een nieuw leven te geven. Niet omdat
we kritiekloos staan tegenover Koos Vorrink, zeker niet, maar
omdat het voor ons een goede vorm lijkt discussie binnen het
Nivon te voeden.
Het IvAO is in 1924 opgericht door de Sociaal Democratische
Arbeiders Partij en het Nederlands Verbond van Vakverenigingen.
In 1960 is de naam veranderd in Nederlands Instituut voor
Volksontwikkeling en Natuurvriendenwerk, Nivon.
Koos Vorrink was in de eerste jaren van het Instituut bezoldigd
bestuurder. Via hem en anderen zouden de ideeën van het
cultuursocialisme, afkomstig van de Belg Hendrik de Man, ook
ingang vinden bij het Instituut.
Natuurlijk moesten de economische omstandigheden van
de arbeiders worden verbeterd. Maar dat niet alleen. Bij de
nieuwe maatschappij behoorde ook de gemeenschapszin en
een andere cultuur voor iedereen. De algemene ontplooiing
van alle menselijke kwaliteiten was deel van dat gedachtegoed.
Niet alleen door de verwerving van algemene kennis maar juist
ook het ontwikkelen van het vermogen tot moreel oordelen
en kritisch denken. Mede door de Arbeidersavondscholen werd
aan arbeiders de kans gegeven zich te ontwikkelen. Geschoolde
arbeiders zouden beter in staat zijn collectief de strijd aan te gaan
voor een socialere samenleving. Daarnaast was een doel van het
IvAO om die geschoolde arbeiders te vormen tot het kader van
de democratisch socialistische beweging.
Dit is de derde uitgave in de hernieuwde reeks van De Wilde
Roos. Het is de volledige tekst van de Koos Vorrinklezing uitgesproken
op 1 mei 2019 door Merijn Oudenampsen in het Koos
Vorrinkhuis in Lage Vuursche, één van de dertien natuurvriendenhuizen
van het Nivon.
Namens de redactie
Dannie Brus en Sjoerd Kemeling
Introductie:
Het einde van de geschiedenis
Laat ik beginnen met iets over mezelf en mijn generatie te zeggen.
Als kind van de jaren negentig groeide ik op ten tijde van ‘het einde
van de geschiedenis’. Toen ik negen was viel de Berlijnse Muur,
lang voordat ik begreep waarom mijn ouders dat zo mateloos
interessant vonden. Toen ik zestien was hield Wim Kok zijn lezing
over het uitplukken van de ideologische veren. Niet dat ik dat
bewust heb meegemaakt. Als tiener was ik natuurlijk met heel andere
dingen bezig. Maar wat ik bedoel te zeggen is dat ik de linkse
partijpolitiek nooit heb gekend als een gevederd wezen.
Wat er toen wel was, was een leegte, een soort fantoompijn.
Uit de krant kon ik opmaken dat er iets gemist werd dat ik zelf
nooit had gekend. In zijn boek Het socialisme op sterk water had
de PvdA-intellectueel Paul Kalma al eerder verklaard dat de samenleving
‘af’ was. De taak van de linkse politiek was geklaard.
De toekomst zou in het teken staan van het beheer van het bestaande.
Er was geen behoefte meer aan grote verhalen. Later
zou de politicoloog Jos de Beus dit ‘de leegte op links’ noemen, een
ideeënarmoede die hij contrasteerde met de ideologische reveille
op de rechterflank.
Inderdaad, de maatschappijkritiek was op rechts te vinden. Daar
kwam in de jaren negentig een nieuw groot verhaal op: de theo-
1
rie van de botsing der beschavingen. Het communisme was niet
langer de geopolitieke vijand van het westen. Die rol werd overgenomen
door de islam. Pim Fortuyn ontpopte zich als vertolker
van dat verhaal. Een week voor 9/11 schreef hij een column in
het weekblad Elsevier, waarin hij opriep tot een Koude Oorlog
tegen de Islam. Hij bekritiseerde de gevestigde politieke elites in
Nederland, die door hun cultuurrelativisme en consensusdrang
niet in staat waren om de confrontatie aan te gaan en pal te staan
voor westerse waarden.
De vormende politieke gebeurtenissen - voor mijn generatie -
waren de aanslagen van 9/11 en daaropvolgend politieke moorden
op Fortuyn en Van Gogh. Nederland werd plots gezien als
een front in de mondiale beschavingsstrijd. Deze gebeurtenissen
zijn voor een belangrijk deel de taal en agenda van de Nederlandse
politiek gaan bepalen. De Fortuyn-revolte van 2002 werpt nog
immer haar schaduw vooruit. Over deze ontwikkelingen heb ik
mijn proefschrift De conservatieve revolte geschreven. Ik breng
daarin de onderbelichte ideologische vernieuwing op rechts in
kaart. Niet de revolte van de onderbuik zogezegd, maar die van
de bovenkamer.
Hoe graag ik ook over mijn eigen onderzoek praat, ik ben vandaag
uitgenodigd om iets te vertellen over de linkse politiek. Een van
mijn kritieken op links is dat men de politieke agenda te veel laat
bepalen door de ontwikkelingen in het andere kamp. De linkse
politiek is vaak reactief en defensief; die neiging wil ik in deze lezing
niet herhalen. Ik wil vandaag dan ook iets anders doen dan terug-
2
kijken naar een voorbije periode. Ik wil met u vooruitkijken naar
de toekomst. We beleven in de recente jaren de politieke doorbraak
van een vraagstuk van een geheel andere orde: klimaatverandering.
Hier gaat het heel concreet om de bewoonbaarheid van
onze planeet. Ik moet bekennen dat het een thema is waar ik tot
voor kort weinig mee bezig was. Als student ben ik eens wezen
demonstreren bij een klimaatconferentie in Den Haag. Ik heb het
nog nagezocht, dat was het jaar 2000. Wat ik me nog herinner is
dat de situatie toen al bijzonder urgent was. Kort daarop kwam
de wereldpolitiek echter grotendeels in het teken van 9/11 te
staan. Klimaatverandering raakte nogal op de achtergrond, ook
bij mij.
Het lijdt echter geen twijfel dat klimaatverandering het belangrijkste
politieke vraagstuk zal worden van de komende decennia. En
in reactie op die veelomvattende uitdaging zien we tevens de opkomst
van een nieuw links verhaal. Dat verhaal is de Green New
Deal, zoals dat door het Democratische congreslid Alexandria
Ocasio-Cortez en de progressieve vleugel van de Amerikaanse
Democratische partij wordt uitgedragen. Een ambitieus investeringsprogramma
dat sociale met ecologische doelen met elkaar
verbindt, en daarbij teruggrijpt op de traditie van het democratisch
socialisme. Dit vanuit de overtuiging dat klimaatbeleid sociaal
zal zijn, of niet zal zijn. Gezien de geschiedenis van het NIVON,
dacht ik dat dit het verhaal is dat hier verteld moet worden.
3
Klimaatverandering als doos van Pandora
De oude Grieken kenden de mythe van Pandora. Nadat Prometheus
het vuur uit de hemel had gestolen en aan de mensheid
had gegeven, bedacht Zeus een gepaste straf. Hij schiep de vrouw
Pandora en stuurde haar om onheil over de mensheid te brengen.
Hij gaf haar tevens een vat - de doos van Pandora - waarin alle
ongelukken zaten opgesloten. Zolang het vat gesloten bleef was
de mensheid veilig. Nieuwsgierigheid won het echter al snel van
behoedzaamheid. Sindsdien wordt de mensheid door rampen,
ziekten en zorgen gekweld.
Ik heb mij de afgelopen maand ingelezen over het klimaat, en het
deed me soms denken aan de oude mythe.
Het algehele beeld dat uit de literatuur opdoemt is alarmerend.
Waar klimaatverandering lange tijd een abstract vooruitzicht was,
voer voor experts of iets voor volgende generaties, begint de
opwarming van onze planeet inmiddels concreet waarneembare
vormen aan te nemen. Het ene na het andere temperatuurrecord
wordt gebroken. De laatste vier jaar waren de warmste jaren
ooit gemeten. 1 Het afkalven van de ijskappen kan met het blote
oog worden waargenomen. Natuurrampen die eens een zeldzaamheid
waren, zijn alledaagse nieuwsitems geworden. Orkanen,
bosbranden, overstromingen, moessons, hittegolven, kolossale hagelbuien,
droogtes en andere extreme weeromstandigheden zijn
de afgelopen jaren met sprongen toegenomen. 2
4
Belangrijk is dat het klimaat geen rechtlijnig en eenvoudig systeem
is. Het is logisch om te denken dat een concrete hoeveelheid
CO2-uitstoot leidt tot een daarmee overeenkomstige hoeveelheid
temperatuurstijging, en dat leidt vervolgens weer tot een
zekere hoeveelheid zeespiegelstijging. De geologische geschiedenis
- bestudeerd aan de hand van aardlagen en ijsmonsters - wijst
echter uit dat een relatief kleine verandering een kettingreactie
op gang kan brengen. Anders gezegd, als de temperatuurstijging
boven een bepaald kantelpunt komt, kan dat enorme, abrupte
en onomkeerbare processen in gang zetten. We kunnen spreken
over een sneeuwbaleffect, ware het niet dat dit een rare metafoor
is voor de opwarming van de aarde.
Zoals een rapport van de Wereldbank laat weten, ligt het omslagpunt
voor het definitief wegsmelten van de ijskappen op Groenland
en West-Antarctica bij een temperatuurstijging van twee
graden. Het begin van het smeltproces zal een aantal terugkoppelingseffecten
in gang zetten, waardoor die ijskappen niet meer te
redden zijn. Ook al zouden we op dat moment in één klap onze
uitstoot verminderen tot nul, het ijs groeit niet meer terug. Komen
we voorbij dit omslagpunt, dan kunnen we de komende eeuwen
een zeespiegelstijging van minimaal tien meter verwachten. Het
beangstigende is dat sommige onderzoekers stellen dat we nu al
dit omslagpunt hebben genaderd. 3
Het is niet zo dat we van het ene stabiele klimaatsysteem naar het
andere stabiele systeem overstappen. We keren ook niet simpel-
5
weg terug naar een warmere periode, zoals de aarde die eerder
heeft gekend. Het huidige tempo van opwarming heeft namelijk
geen historische equivalenten. Klimaatverandering is als de doos
van Pandora. We gaan van een stabiel klimaatsysteem naar een
chaotisch en onberekenbaar klimaat.
Extreme weersomstandigheden, zo is de inschatting, dreigen delen
van de planeet onbewoonbaar of onvruchtbaar maken. De
wereldwijde voedselvoorziening zal door de hogere temperaturen
grote klappen oplopen. Er zijn schattingen van gerenommeerde
onderzoeksinstituten die stellen dat de voedselproductie met
tientallen procenten zal afnemen. 4 Weer andere rapporten wijzen
erop dat de visstand in veel gebieden zal inkrimpen, doordat bestaande
golfstromen en voedselketens verstoord raken en veranderen.
5 Klimaatverandering kan ook migratie doen toenemen.
Een veel aangehaalde schatting is dat er in 2050 wereldwijd al 200
miljoen klimaatvluchtelingen zullen zijn, al is dat cijfer nog met veel
onzekerheden omgeven.
Nu zult u denken, hoe zit het dan met de klimaatdoelen die in
Parijs zijn afgesproken? Zijn die er niet op gericht om een dergelijk
scenario te voorkomen? Het probleem met de afgesproken
reductie van CO2-uitstoot is dat deze bij lange na niet voldoende
is om onder die 2 graden temperatuurstijging te blijven. Sterker
nog, in het Emissions Gap Report uit 2018 van de VN staat dat
een snelle aanpak van de uitstoot en het onmiddellijk nakomen
van alle verplichtingen die zijn aangegaan in Parijs resulteren in
een temperatuurstijging van 3,2 graden. 6 Om op de cruciale 2
6
graden te blijven is er drie keer zoveel CO2-reductie nodig als in
Parijs is afgesproken.
Het beschamende is: we liggen niet eens op koers om de bestaande
afspraken te halen. Nederland is een van de hekkensluiters
in Europa, met de hoogste uitstoot per inwoner en de laagste
CO2-reductie vanaf 1990. 7
Met de huidige mondiale uitstoot koersen we af op 3 tot 5 graden
opwarming in 2100, met een uiteindelijke zeespiegelstijging
van 55 meter over de komende eeuwen. 8 Dat zal betekenen dat
de kuststroken van verschillende continenten vele kilometers landinwaarts
zullen opschuiven. Wereldsteden als New York, Jakarta,
Shanghai, Londen en ook Amsterdam, zullen onder water komen
te liggen. Bosbranden zullen vertienvoudigen. Rond de evenaar
zal het klimaat onleefbaar worden. Steden in India en het Midden-Oosten
zullen zo warm worden dat ze onbewoonbaar worden.
Dan hebben we het over de 22e eeuw. Wij zullen dat zelf
niet meer gaan meemaken.
Bijkomend probleem is dat de kosten van het omgaan met klimaatverandering
dan zo groot zullen zijn dat het onmogelijk
wordt om daarnaast nog een energietransitie door te voeren. Bij
vier graden opwarming wordt de wereldwijde schade door natuurrampen
geschat op zeshonderd duizend miljard dollar, meer
dan het huidige vermogen van de hele wereldbevolking samen. 9
Niet alle landen zijn even kwetsbaar. Over het algemeen geldt
dat rijke industrielanden die verantwoordelijk zijn voor het leeu-
7
wendeel van de uitstoot, minder kwetsbaar zijn dan ontwikkelingslanden.
Alhoewel niemand immuun zal zijn voor de gevolgen,
treft het de armen meer dan de rijken. Door haar lage ligging is
Nederland één van de uitzonderingen.
Mede door de snelle afkalving van de poolkappen, hebben wetenschappers
in de afgelopen tien jaar hun maximum-verwachting
over de snelheid en intensiteit van zeespiegelstijging met een factor
twee naar boven bijgesteld. Het heeft gek genoeg nauwelijks
voorpagina’s gehaald.
Het onderzoeksinstituut Deltares laat weten dat het in 2100 een
zeespiegelstijging verwacht van 0,3 tot 2 meter, als we ons houden
aan de doelstellingen van het Parijs-akkoord. 10 Lukt dat niet, dan
kan de stijging oplopen tot 2,0 m (middenwaarde) en maximaal
3,0 m (bovenwaarde) in 2100. Deze versnelde zeespiegelstijging
kan doorzetten tot 5 en mogelijk 8 m in 2200, zo is de verwachting.
De eeuwen daarna zal de stijging nog verder doorzetten,
vanwege een proces dat klimaatinertie wordt genoemd. Zoals
eerder gesteld, gaan de wetenschappelijke modellen uit van een
zeespiegelstijging van minimaal tien meter op de lange termijn.
In Vrij Nederland verscheen recent een artikel, waarin Nederlandse
wetenschappers de laatste stand van zaken schetsen. 11 Hoogleraar
fysische geografie Maarten Kleinhans stelt dat we een meter
of anderhalf nog net kunnen bolwerken. Daarboven zullen we
grote delen van het Nederlands grondgebied moeten prijsgeven.
Marjolein Haasnoot, auteur van de bijlage over zeespiegelstijging
8
van het rapport Deltaprogramma 2019 van het Ministerie van
Infrastructuur en Milieu, heeft vier toekomstscenario’s geschetst
voor Nederland in de volgende eeuw: 12
1) Gigantische dijken bouwen met enorme gemalen. Probleem is
dat de lagergelegen rivieren naar zee gepompt moeten worden.
Landbouwgebieden zullen verzilten; 2) Het water binnenlaten en
steden op palen bouwen in de ontstane moerasdelta; 3) De vlucht
naar voren: eilanden in zee bouwen; 4) De terugtocht aanvaarden.
Grove schattingen gaan dan uit van het midden van de 22e eeuw.
De meeste wetenschappers achten de laatste optie uiteindelijk
het waarschijnlijkst. Polair meteoroloog Michiel van den Broeke
stelt dat we op termijn een gecontroleerde terugtrekking moeten
gaan overwegen. Glacioloog Michiel Helsen roept op tot een
discussie over welke delen van Nederland we willen behouden
tegen welke prijs. Anderen stellen voor om het Duits verplicht te
gaan stellen en als deelstaat op te gaan in Duitsland. Om een idee
te geven van hoe dat eruitziet: Vrij Nederland vroeg fysisch geograaf
Kim Cohen een kaart te tekenen van Nederland anno 2300
(zie afbeelding pagina 10). Cohen gaat ervan uit dat tot midden
22ste eeuw het huidige Deltaprogramma wordt gehandhaafd en
opgehoogde duinen en dijken worden aangelegd rond de grote
steden. Ik moet erbij zeggen dat dit type onderzoek nog in de kinderschoenen
staat, het KNMI heeft maar 1,2 fte voor onderzoek
naar zeespiegelstijging.
Tot zover de stand van zaken van de klimaatwetenschap. Gegeven
9
10
Een schets van hoe Nederland eruit zou kunnen zien in 2300.
Bron: VN.nl / KMC UU; Feb 2019
deze uitkomsten is het niet verwonderlijk dat de historicus en
journalist David Wallace Wells alarm slaat in zijn baanbrekende
boek Onbewoonbare Aarde. 13 Ik las het vorige maand en zelden
ben ik zo geraakt door een boek. Wells draagt geen nieuwe informatie
aan, hij vat enkel de huidige stand van zaken van de klimaatwetenschap
samen en biedt een overzicht van de sterk gegroeide
hoeveelheid natuurrampen. Vandaaruit trekt hij zijn conclusies en
die zijn niet mals.
Wat volgens Wells concreet op het spel staat, is het voortbestaan
van de menselijke beschaving. Er zijn er die de toon van
Wells alarmistisch vinden. Ook in Nederland doen stemmen van
zich horen die afgeven op de klimaatdrammers, die klimaatwetenschappers
‘doemdenkers’ noemen en die klimaatverandering ‘een
hype’ noemen. De werkelijkheid is echter dat het onderliggende
klimaatonderzoek eerder de omgekeerde toonzetting heeft:
droog, technisch, complex, voorzichtig en bijzonder genuanceerd.
De vraag is eerder waarom het alarm tot nu toe uitblijft.
Meer dan de helft van het CO2 dat aan de atmosfeer is toegevoegd,
is uitgestoten in de afgelopen drie decennia. Bedenk dat in
1992 het klimaatverdrag van de Verenigde Naties is ondertekend.
Terwijl we ons bewust waren van wat we deden, hebben we dus
net zoveel schade toegebracht aan de planeet, als in alle eeuwen
en millennia daarvoor.
Het lot van de menselijke beschaving is door de opwarming van
de aarde in handen gelegd van twee generaties, zo stelt Wells:
11
één generatie die het klimaat uit balans heeft gebracht en één
generatie die nu voor de taak staat om het ergste te voorkomen.
Het roept de vraag op waaróm we decennialang werkloos toekeken.
Waarom we geen maatregelen hebben genomen, waarom
de alarmerende inhoud van de wetenschappelijke rapporten nauwelijks
voorpaginanieuws is geweest of het dagelijks gesprek aan
de keukentafel of koffiemachine heeft bepaald. Het is toch redelijk
absurd dat het nieuws dat half Nederland binnen afzienbare tijd
onder water dreigt te verdwijnen niet breder uitgemeten wordt.
In het publieke debat wordt nog steeds méér aandacht besteed
aan compleet fictieve bedreigingen als het cultuurmarxisme of
de omvolkingstheorie die stelt dat Europese elites en moslims
een geheim pact hebben gesloten om de Europese bevolking te
vervangen door moslimimmigranten.
Er zijn een aantal redenen te bedenken waarom klimaatverandering
zo gemakkelijk is weg te wuiven. Zoals al gezegd is de klimaatwetenschap
enerzijds complex en moeilijk toegankelijk. Anderzijds
is het idee dat wij met onze huidige uitstoot de ontwikkelingen
over zo’n honderd jaar bepalen abstract en moeilijk in te passen
in onze versnelde aandachteconomie.
Maar de meest prozaïsche reden is natuurlijk die van het economisch
belang. Er zitten nog vele duizenden miljarden aan fossiele
brandstoffen in de bodem. Als we de opwarming echt willen beperken
tot onder de 2 graden zou het leeuwendeel daarvan in de
grond moeten blijven. Ondertussen is de olie-industrie bezig met
12
een wedloop aan miljardeninvesteringen om deze veelal moeilijk
bereikbare bronnen te ontginnen. 14 Chevron heeft onlangs nog
een miljardeninvestering in Australië gedaan en verwacht daar
de komende dertig jaar nog gas te winnen. Shell heeft eveneens
nieuwe diepte-investeringen uitstaan in projecten die nog 25 jaar
doorlopen. En Exxons project in de Canadese teerzanden is gepland
om nog 35 jaar olie te leveren. Gezien de bedragen die op
het spel staan is het niet verwonderlijk dat de olie-industrie alles
op alles zet om klimaatwetgeving te blokkeren of af te zwakken.
Het gaat echter om meer dan het naakte economische belang.
De realiteit van klimaatverandering botst ook met diepgewortelde
overtuigingen waar allereerst het christendom en later de
kapitalistische moderniteit op gestoeld is. Volgens de oude natuurgeloven
waren wij onderdeel van de natuur en waren wij
ondergeschikt aan haar goddelijke grillen. Denk aan de doos van
Pandora.
De christelijke traditie introduceerde het idee dat God deze aarde
had geschapen opdat de mensheid haar kon gebruiken naar
believen. ‘Weest vruchtbaar, en vermenigvuldigt, en vervult de aarde,
en onderwerpt haar, en hebt heerschappij over de vissen der
zee, en over het gevogelte des hemels, en over al het gedierte,
dat op de aarde kruipt!’ Het is dit idee van heerschappij over de
natuur dat nu op losse schroeven komt te staan. Het moderne
kapitalisme heeft daar eigen normen en waarden aan toegevoegd.
De socioloog Max Weber zou het ‘de geest van het kapitalisme’
noemen: de normen en waarden die het kapitalisme hebben doen
13
ontstaan en die het als systeem ook aanmoedigt en voortbrengt.
Uit onderzoek blijkt dat mensen die belang hechten aan hiërarchie
en prioriteit geven aan de bloei van het bedrijfsleven een
veel grotere kans lopen om de klimaatveranderingen te ontkennen.
Mensen die veel waarde hechten aan doelen als succes, geld,
macht, status en aanzien blijken negatiever te staan tegenover het
milieu. Yale professor Dan Kahan stelt dat de hechte correlatie
tussen wereldbeeld en klimaatscepsis voortkomt uit ‘culturele
cognitie’. 15 In andere woorden: we filteren informatie zodanig dat
ons bestaande wereldbeeld blijft bevestigd. Als nieuwe informatie
een directe bedreiging vormt voor ons wereldbeeld begint ons
brein onmiddellijk allerlei uitwegen te bedenken om niet de logi-
The Green New Deal
sche conclusies te hoeven trekken.
Wat concreet aan ingrijpen nodig is om onze planeet bewoonbaar
te houden, is van een ongekende omvang. We leven immers
in een fossiele samenleving met een infrastructuur die gebouwd
is op de consumptie van fossiele brandstoffen. Het voorkomen
dat de opwarming zogezegd uit de bocht vliegt vereist een haast
revolutionaire verandering van onze maatschappelijke orde. Het
IPCC spreekt over ‘snelle, veelomvattende en ongekende veranderingen’.
16
Daarbij is de grootste opgave niet primair technologisch. Het ver-
14
eist voor alles een omslag in ons denken en daarmee omslag in
onze cultuur. We hebben de middelen om iets te doen. Het ontbreekt
echter aan politieke wil. We leven in een wereld van een
fossiele politiek die in het teken staat van krampachtig vasthouden
aan wat we hebben of zelfs het terugkeren naar een geïdealiseerd
verleden. (Toen de wereld nog heel was en de moderne architectuur
nog niet bestond). Gezien de gepolariseerde verhoudingen is
de verleiding groot om niet al te hard in te zetten. Om te koersen
op het redelijke midden tussen klimaatscepsis en klimaatactivisme
in. Dat is hoe onze huidige regering zich profileert. Maar hoe
redelijk is die middenkoers als dat een fundamentele bedreiging
betekent voor de levensvatbaarheid van de planeet?
Deze tijd vraagt om een andere politiek. Niet de aloude polderpolitiek
van rustig aan dan breek het lijntje niet. Niet de prudente
politiek die balans zoekt en niet voor de troepen wil uitlopen. We
leven immers in een wereld die niet meer in balans is. Wat nodig
is, is een bredere politieke beweging die actief een groot, mobiliserend
verhaal uitdraagt.
De laatste jaren doet een nieuwe internationale beweging van
zich spreken in een poging het tij te keren. Het speerpunt van
haar beleid is de Green New Deal, een ambitieus investeringsprogramma
dat sociale en ecologische doelen met elkaar verbindt. 17
Het Amerikaanse congreslid Alexandria Ocasio-Cortez (kort:
A.O.C.) is het belangrijkste boegbeeld van deze beweging. De
Green New Deal-resolutie die Ocasio-Cortez in februari dit jaar
indiende, roept op tot een nationale mobilisatie gedurende tien
15
jaar waarin volledig wordt overgeschakeld op duurzame energie.
Dat is wat concreet nodig is om de wereld op 1,5 graden te
houden.
Het gaat om een massaal investeringsprogramma van de overheid
teneinde de elektriciteitsvoorziening radicaal om te vormen,
gebouwen duurzaam te maken, de transportsector van de benzine
af te halen, hogesnelheidstreinen en openbaar vervoer uit
te breiden en om industrie en landbouw te verduurzamen. Dit
programma wordt gecombineerd met een reeks sociale ambities
die gericht zijn op werkzekerheid voor mensen en toegang voor
hen tot zorg, onderwijs en huisvesting. Het plan is in feite een oproep
tot een nieuw sociaal contract. Dit vanuit de overtuiging dat
klimaatbeleid sociaal zal zijn, of niet zal zijn.
De koppeling tussen groen en rood lijkt anachronistisch, maar is
het niet. Het milieu wordt door velen nog als een bijkomstigheid
gezien, een extraatje, de immateriële toevoeging aan een traditionele
sociaaleconomische agenda. Lange tijd waren groen en
rood, milieubeweging en vakbonden, gescheiden werelden. We
gaan echter toe naar een tijd waarin deze oude onderscheiden
steeds minder relevant zijn. De komende decennia zal klimaatverandering
noodgedwongen een dominant raamwerk worden, het
kader waarbinnen een groot deel van onze politiek zich zal gaan
afspelen. Dat vakbonden samen met milieuorganisaties in 2019
samen demonstreren op de 1 mei manifestatie in Amsterdam
is geen toeval. We zijn getuige van een langdurige, fundamentele
heroriëntatie van de politiek waardoor groene politiek en soci-
16
aaleconomische politiek steeds meer zullen overlappen. Praktisch
gezien zijn velen daar al mee bezig maar in ons denken over politiek
zijn we nog veel minder ver. Rood en groen worden door
velen nog als aparte domeinen gezien.
Klimaatverandering is een ernstige vorm van marktfalen. Het
draait specifiek om het onvermogen om milieuschade op te nemen
in de prijs van fossiele brandstoffen. Ervaringen uit de afgelopen
decennia laten zien dat het verduurzamen van de samenleving
niet iets is wat we aan het marktmechanisme kunnen
overlaten. Pogingen om de CO2-uitstoot te verminderen door
het oprichten van markten in emissierechten waren geen succes.
Het Europese Emissions Trading System (EU ETS) is het grootste
emissiehandelssysteem ter wereld. Maar door veel te ruimhartige
uitstootrechten en door allerlei mazen in de regelgeving heeft het
nauwelijks het beoogde effect opgeleverd. De prijs voor CO2
is simpelweg te laag om bedrijven aan te zetten tot schonere
productie. Het Clean Development Mechanism van de Verenigde
Naties bleek nog minder succesvol: het is de facto geïmplodeerd. 18
Nog steeds leeft het idee dat enkel de markt zelf het klimaatprobleem
kan oplossen. Als je CO2 maar de juiste prijs geeft, zal het
marktmechanisme vanzelf een duurzamere wereld opleveren. Zo
is de CO2-taks het alfa en omega van het Nederlands klimaatdebat.
Alhoewel een CO2-belasting een belangrijk onderdeel
is van een effectief klimaatbeleid, door klimaatwetenschappers
wordt het niet als afdoende gezien. Binnen veel sectoren vormt
de CO2-uitstoot slechts een beperkt deel van het totale kos-
17
tenplaatje. Die zullen veel minder prikkels voelen om snel over
te schakelen. Duurdere energiekosten zullen bovendien gecompenseerd
moeten worden voor mensen en ondernemingen met
minder financiële slagkracht.
Het vergroenen van het bedrijfsleven vergt een ambitieuze
overheid die waar nodig op grote schaal durft in te grijpen.
Ocasio-Cortez refereert daarbij niet alleen naar de New Deal
maar eveneens naar de Amerikaanse mobilisatie ten tijde van de
Tweede Wereldoorlog. Vandaar haar recente oproep tot een nationale
mobilisatie. Klimaatwetenschappers wijzen erop dat een
dergelijke mate van ingrijpen noodzakelijk is om de aarde onder
de 2 graden opwarming te houden. Enkel de overheid heeft de
capaciteit om een dergelijke grootschalige omslag op een sociale
en democratische wijze te initiëren en te coördineren.
Dergelijke ambitieuze publieke investeringen, met bijbehorende
sociale akkoorden tussen arbeid en kapitaal kennen we uit de
tijd van het keynesianisme en het democratisch socialisme in het
midden van de vorige eeuw. Toen waren de New Deal en de verzorgingsstaat
het antwoord op het marktfalen van de jaren dertig.
Het is zo bezien geen wonder dat dat op die traditie teruggegrepen
wordt nu het klimaat een zo mogelijk nog ernstiger vorm van
marktfalen blootlegt.
De beweging rond de New Green Deal doet daarbij een beroep
op ideeën die afkomstig zijn uit de traditie van het democratisch
socialisme. The rise of millenial socialism, kopte het Britse zaken-
18
blad The Economist onlangs nog, refererend aan de stormachtige
opkomst van Ocasio-Cortez. De term democratic socialism die
door toedoen van de campagne van Bernie Sanders nu overal in
de Verenigde Staten rondzingt, refereert aan de sociaaldemocratische
politiek in de naoorlogse periode.
In Nederland kennen we eveneens een lange traditie van democratisch
socialisme. Dit is terug te vinden in het werk van Joop
Den Uyl en Jan Tinbergen. In 1951 verscheen het PvdA-Plan De
Weg naar Vrijheid. Een in ambitie ongeëvenaarde schets voor
de bevrijding van de mens door invoering van een Nederlands
socialisme. De toen 33-jarige Den Uyl was als directeur van de
Wiarda Beckman Stichting een van de voornaamste auteurs. Het
socialisme als stroming, zo stelt de introductie, is ‘een beweging,
die de ganse maatschappij, zoals ze onder de inwerking van het
kapitalistische systeem is geworden, wil hervormen tot een gemeenschap
van vrije mensen.’
Kern van dit gedachtegoed is dat de economie ten dienste staat
van de mens en niet andersom. Het centrale belang van de term
vrijheid doet denken aan de Four Freedoms van Roosevelts New
Deal, waaronder freedom from want. Belangrijk is dat dit socialisme
vanaf begin af aan zich niet blindstaarde op economische groei.
Den Uyl schreef over ‘een perspectief dat iets meer inhoudt dan
de 40-urenweek, een behoorlijk ouderdomspensioen, een auto,
een televisietoestel en een ijskast voor elk gezin.’ Het uitgangspunt
van De Weg naar Vrijheid was volgens Den Uyl de ‘vrije ontplooiing
van de mens als norm voor socialistische politiek’.
19
In 1963 publiceerde de PvdA het rapport Om de kwaliteit van
het bestaan. 19 De inhoud was gebaseerd op het werk van de
Amerikaanse econoom en zelfverklaarde socialist John Kenneth
Galbraith en zijn boek The Affluent Society. Zoals Galbraith stelde
zou de groei van de productie niet de allesbepalende toetssteen
moeten zijn van maatschappelijke vooruitgang’. Galbraith observeerde
een dramatische groei van de private rijkdom in de naoorlogse
periode maar zag dat het publieke domein verwaarloosd
werd: ‘private opulence, public squalor’. Eenzelfde observatie deed
Den Uyl: ‘In de naoorlogse periode, lezen we in zijn rapport, ‘is de
private welvaart gegroeid, maar zijn de publieke voorzieningen
sterk achtergebleven. Juist deze konden een belangrijke bijdrage
leveren aan socialistische doelstellingen.’
‘In de geduldige cijfers van het nationale inkomen,’ schreef Den
Uyl in 1963, ‘telt de elektrische tandenborstel evenzeer als de
verpleeghulp, de reclame-uitgaven voor het definitieve kalmeringsmiddel
evenzeer als de entreeprijzen voor de schouwburg,
het commissarissentantième evenzeer als de blindenrente.’ 20 De
grootte van de economie was geen goede indicatie van de maatschappelijke
welvaart. ‘Groei van het nationale inkomen per hoofd
van de bevolking op zichzelf is geen waarborg voor het welzijn,
voor de verbetering van de kwaliteit van het bestaan.’
In de jaren zeventig richtte het socialisme zich op het vraagstuk
van een duurzame, rechtvaardige economische orde. In 1972
verscheen Grenzen aan de groei, het beroemde rapport van de
Club van Rome, een internationale organisatie van geëngageerde
20
wetenschappers. Het voorspelde dat de grondstoffenvoorraden
op termijn uitgeput zouden raken en dat daarmee de natuurlijke
grenzen voor steeds verdergaande economische groei in zicht
zouden komen. Op een eindige wereld kun je niet oneindig groeien.
Zonder verandering dreigde er over vijftig tot honderd jaar
een catastrofe, zo stelden de auteurs.
Het rapport sloeg in als een bom. In Nederland alleen al werden
er 300.000 exemplaren van verkocht. De beschikbare grondstoffen
bleken uiteindelijk te laag ingeschat. Echter de algemene vaststelling
dat er natuurlijke grenzen zijn aan groei, heeft weinig van
zijn relevantie verloren. Toentertijd had het rapport een enorme
politieke impact, ook onder de gevestigde partijen. De milieubeweging
kwam in deze jaren op (Greenpeace en Milieudefensie
ontstonden in 1971) en er werd - bovenal onder socialisten -
openlijk gediscussieerd over de voorwaarden voor een duurzame
inrichting van de economie,
PvdA’er en eurocommissaris Sicco Mansholt had in de zomer van
1971 een conceptversie van het rapport ingezien. Daarop schreef
hij de geruchtmakende rede ‘Modern socialisme’ die hij op 23
september van dat jaar presenteerde op een cultureel congres
in Brussel. Hij sprak over de milieuvervuiling, de uitputting van
de grondstoffen, de Noord-Zuid- tegenstelling en de tweede industriële
revolutie als gevolg van automatisering. Mansholt pleitte
voor radicale hervormingen van het kapitalisme en stelde dat er
behoefte was aan een tweede Marx. Er zou een Europees plan
van verduurzaming moeten komen, met een ecotax, milieucertificaten,
grondstoffendistributie en ‘kringloop’-research.
21
In Nederland was Mansholt actief in de zogenaamde Commissie
van Zes, een permanent progressief overlegorgaan van de partijen
PvdA, D’66 en PPR. In maart 1972 kwam de Commissie met
een discussiestuk waarin een politieke agenda werd voorgesteld,
in reactie op het rapport van de Club van Rome. Het stuk pleitte
voor een breed welvaartsbegrip, en relativering van economische
groei, en wilde meer kwaliteit van leven bieden in plaats van meer
consumptie en koopkracht.
In 1974 stelde de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties
vast dat de bestaande wereldorde er niet in geslaagd was de
gemeenschappelijke belangen van de mensheid te dienen. In een
resolutie riep zij op tot een nieuwe internationale economische
orde. Het vormde de aanleiding voor de voorzitter van de Club
van Rome om de Nederlandse econoom en socialist Jan Tinbergen
te vragen een rapport op te stellen, dat de mogelijkheden
voor een nieuwe internationale economische orde verkende. Het
onderzoek werd gefinancierd door de toenmalige Minister van
Ontwikkelingssamenwerking, Jan Pronk. Het rapport opende met
een citaat van de toenmalige premier Joop den Uyl:
“Het internationale economische systeem is niet zo vrij als vaak
beweerd wordt en onze keus is er niet een tussen een vrij systeem
gebaseerd op vrij ondernemerschap en een volledig centraal geleide
economie. De werkelijke keuze die we moeten maken is tussen
het vasthouden aan ons huidige systeem, dat grotendeels wordt
geleid en gemanipuleerd in het voordeel van de rijke landen of het
opteren voor een systeem, dat gericht is op een oplossing voor het
probleem van een rechtvaardige verdeling van inkomen en bezit,
22
van schaarste aan natuurlijke hulpbronnen en vernietiging van het
milieu.”
Het kabinet Den Uyl besloot naar aanleiding van de aanbevelingen
van de Club van Rome, om een beleid van ‘selectieve groei’
na te streven. De overheid poogde hierbij via grootschalige investeringen
economische sectoren te bevorderen die minder vervuilend
waren en minder grondstoffen verbruikten.
Het beleid van selectieve groei toentertijd was uiteindelijk niet
bijzonder succesvol, mede vanwege de economische crisis die aan
het einde van de jaren zeventig woedde. Maar is het niet intrigerend
dat we vandaag de dag veel meer informatie en middelen
ter beschikking hebben, terwijl het urgentiegevoel navenant minder
lijkt te zijn? Waar zijn vandaag de dag de ambitieuze plannen
voor een rechtvaardigere en duurzamere internationale orde? Zo
bezien is het geen wonder dat de voorstanders van een Green
New Deal teruggrijpen op het democratisch socialisme. Er zijn
veel elementen die dit politieke gedachtegoed relevant maken
voor onze tijd, mits aangepast aan de moderne werkelijkheid.
Ten eerste het idee dat een fundamentele hervorming van onze
maatschappelijke en economische orde noodzakelijk is. Te lang
draaide onze politiek simpelweg om het beheren van de winkel.
Wat vandaag de dag nodig is, is een hervormingsdrang vergelijkbaar
met die van de zeventiger jaren met eenzelfde ambitieniveau.
Daarbij is de relativering van economische groei en de focus op
de kwaliteit van het bestaan onverminderd actueel.
Vervolgens is de arbeidstijdverkorting, die toentertijd al werd
23
voorgestaan door de vakbonden, vandaag de dag weer actueel.
Volgens een rapport van het Tellus Institute kan een driedaagse
werkweek een belangrijke bijdrage leveren aan de CO2-reductie,
waarbij het onze levensstandaard verbetert. 21 De stelling private
wealth, public squalor is onverminderd actueel. Een verschuiving
van de focus naar een verbeterde kwaliteit van de publieke voorzieningen
in plaats van economische groei en extra consumptie is
gezien vanuit onze zorg voor het klimaat een logische keuze.
Een derde belangrijk punt is het internationalisme. Rechtse critici
van het klimaatbeleid hebben gelijk als ze zeggen dat Nederland
op zichzelf niet veel kan bijdragen aan een oplossing. Een realistische
aanpak van het klimaatprobleem kan enkel tot stand komen
door intensieve internationale samenwerking en herverdeling van
de grond. Het akkoord van Parijs vermeldt dat technologie-overdracht
van rijke naar arme landen noodzakelijk is om zo de onevenredige
impact van klimaatverandering enigszins te compenseren.
Hiervan is nog weinig van terecht gekomen.
Ten vierde is er het idee dat de overheid een belangrijke rol toekomt
door het doen van publieke investeringen en het bijsturen
van de economie. Deze sturende rol is een belangrijkere voorwaarde
voor de transitie naar duurzame energie en houdt meer
in dan enkel het subsidiëren van marktpartijen.
Het denken over een duurzame en rechtvaardige economische
orde verstomde aan het einde van de jaren zeventig door de
opkomst van het neoliberalisme. In haar boek This Changes Eve-
24
rything stelt Naomi Klein dat onze huidige klimaatproblematiek
voor een groot deel te danken is aan slechte timing. Het bewustzijn
dat de mens invloed uitoefent op het klimaat, kwam op in de
jaren zeventig. Het werd echter verdrongen door de opkomst van
het vrije marktdenken, waardoor de focus op groei en handelsliberalisatie
kwam te liggen. De eerste echte aanzet tot klimaatbeleid
in de jaren negentig werd ondergeschikt gemaakt aan de
nieuwe economische prioriteiten. Overheidsinvesteringen golden
als concurrentievervalsing, privatisering en deregulering waren het
devies.
In dezelfde periode raakte het democratisch socialisme in diskrediet.
Met het uitplukken van de ideologische veren werd in 1995
gebroken met het oude linkse denken. Sociaaldemocraten stelden
in de jaren negentig dat de samenleving ‘af’ was en de strijd
gestreden. De Derde Weg van Wim Kok en Wouter Bos presenteerde
zich als vernieuwing, maar was feitelijk een behoudende
politiek, waarin het oude socialistische streven naar fundamentele
hervormingen was opgegeven.
Het is tijd voor een nieuwe politiek. De samenleving is niet af: we
staan voor een grote opgave. Niets minder dan een bewoonbare
planeet door een rechtvaardig klimaatbeleid staat op de agenda.
Het socialisme dat zo lang op sterk water is gezet, is weer een
nieuw leven beschoren. Groen is het nieuwe rood.
***
25
Referenties
1 WMO, Provisional statement on the State of the Global Climate in
2018. (Geneva: World Meteorological Organization, 2019).
2 ESEAC, Extreme weather events in Europe: Preparing for climate
change adaptation: an update on EASAC’s 2013 study. (Brussels:
European Academies Science Advisory Council, 2018).
3 John Schwartz, ‘Greenland’s Melting Ice Nears a “Tipping Point”,
Scientists Say’, New York Times, 21 januari, 2019.
4 Agnieszka de Sousa en Hayley Warren, ‘Climate Change is messing
with your dinner’. Bloomberg, 13 april, 2018.
5 Kendra Pierre-Louis, ‘The World Is Losing Fish to Eat as Oceans
Warm, Study Finds’, New York Times, 8 februari, 2019.
6 UNEP, Emissions Gap Report 2018. (Nairobi: United Nations Environment
Programme, 2019).
7 Gerard Reijn, ‘Minder CO2, maar liever niet vandaag. Qua uitstoot
zijn we een land van smeerkezen’, De Volkskrant, 11 januari 2019.
8 WMO, Provisional Statement.
9 World Bank, Turn down the heat: why a 4°C warmer world must be
avoided. (Washington DC: World Bank, 2012).
10 Deltaprogramma, Verslag en bevindingen Signaalgroep DP2018.
(Den Haag: Ministerie van Infrastructuur en Milieu, 2017).
11 Rolf Schuttenheim, ‘De zeespiegelstijging is een groter probleem
dan we denken. En Nederland heeft geen plan B’, Vrij Nederland,
7 februari 2019.
12 Deltares, Mogelijke gevolgen van versnelde zeespiegelstijging voor het
Deltaprogramma. (Den Haag: Deltacomissaris, 2019).
26
13 Ben van Raaij, ‘Interview David Wallace-Wells’, De Volkskrant,
5 april 2019.
14 Alexander Kaufman en Chris D’Angelo, ‘Oil Giants Invest $110 Billion
In New Fossil Fuels After Spending $1 Billion On Green PR’,
Huffington Post, 21 maart 2019.
15 Dan Kahan, ‘What you „believe“ about climate change doesn‘t
reflect what you know; it expresses who you are’, http://www.
culturalcognition.net, 23 April 2014, Online beschikbaar op: http://
www.culturalcognition.net/blog/2014/4/23/what-you-believeabout-climate-change-doesnt-reflect-what-yo.html
16 Mauro Buonocore, ‘Dial T for Climate’, Foresight, 12 Oktober
2018. Online beschikbaar op: https://www.climateforesight.eu/
future-hearth/dial-t-for-climate/
17 Lisa Friedman, ‘What Is the Green New Deal? A Climate Proposal,
Explained’, New York Times, 21 februari 2019.
18 Paul Hatchwell, ‘DNV exits CDM validation as market implodes’,
Endsreport, 19 februari 2014. Online beschikbaar op: https://www.
endsreport.com/article/1534773/dnv-exits-cdm-validation-market-implodes
19 PvdA, Om de kwaliteit van het bestaan. (Amsterdam: Partij van de
Arbeid, 1962).
20 Paul de Beer, ‘Econoom uit Buitenveldert’, Socialisme & Democratie
76(2), april 2019, pp. 26-32.
21 John Stutz, Climate Change, Development, and the Three-Day
Week. (Cambridge MA.: Tellus Intitute, 2008).
27
Jacobus Jan (Koos) Vorrink
Vlaardingen, 7 juni 1891 – Amsterdam, 19 juli 1955
28
Fotocredit: Wim van der Ende
De Koos Vorrinklezing
De Koos Vorrinklezing wordt elk jaar op 1 mei uitgesproken in
het Koos Vorrinkhuis te Lage Vuursche, een van de 13 natuurvriendenhuizen
van het Nivon. Het thema van elke lezing is de
actuele stand van zaken in de linkse beweging. De spreker wordt
nadrukkelijk gevraagd in zijn of haar verhaal voorstellen te doen
voor de toekomstige agenda van de linkse beweging.
Op 1 mei 2017 is de eerste Koos Vorrinklezing uitgesproken
door Jan Pronk. De tweede lezing in deze reeks werd in 2018
uitgesproken door Dr. Kathlijne Buitenweg. De derde lezing werd
in 2019 uitgesproken door Merijn Oudenampsen.
De Koos Vorrinklezing wordt elk jaar in digitale en gedrukte
vorm uitgebracht onder de titel De Wilde Roos. De digitale
versie is te vinden via https://nivon.nl/de-wilde-roos/
Een programmacommissie bereidt de jaarlijkse Koos Vorrinklezing
inhoudelijk voor en organiseert in de loop van het jaar
meerdere bijeenkomsten rond het thema van de lezing. Heeft
u interesse en wilt u meewerken in deze programmacommissie
meldt u dan per email aan: vz.koosvorrink@nivon.nl
Op 1 mei 2020 zal de Koos Vorrinklezing uitgesproken worden
door Sadet Karabulut, lid van de Tweede Kamer voor de SP.
Kijk voor meer informatie op https://koosvorrinkhuis.nivon.nl.
29
Koos Vorrinklezing 2019
Uitgesproken door
Merijn Oudenampsen
Waar klimaatverandering lange tijd
een abstract vooruitzicht was, begint
het nu concreet waarneembare vormen
aan te nemen. Het ene na het andere
temperatuurrecord wordt gebroken. Het
afkalven van de ijskappen kan met het blote
oog worden waargenomen. Natuurrampen die eens
een zeldzaamheid waren, zijn alledaags nieuwsitems
geworden. Deze tijd vraagt om een andere politiek.
Niet de aloude polderpolitiek van rustig aan dan
breek het lijntje niet. We leven immers in een wereld
die niet in balans is. De laatste jaren doet een nieuwe
internationale beweging van zich spreken. Het
speerpunt van haar beleid is de Green New Deal,
een ambitieus programma dat sociale en ecologische
doelen met elkaar verbindt. De beweging rond de
New Green Deal doet daarbij een beroep op ideeën
die afkomstig zijn uit de traditie van het democratisch
socialisme. Deze koppeling tussen groen en rood lijkt
anachronistisch maar is het niet. Het klimaatbeleid zal
sociaal zijn of niet zijn.
NIVON NATUURVRIENDEN NEDERLAND I WWW.NIVON.NL