Het is stil op het pleintje
Dag na het overlijden van mijn zoon
Dag na het overlijden van mijn zoon
- TAGS
- te-jong
- missen
- verdriet
- rouw
- overlijden
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
12-11-2008
14.57 uur. Ik ben op mijn werk, net bezig iets op te starten, telefoon gaat, ik zie dat Martine me belt,
normaal zeg ik altijd voor de gein tegen haar “wat moet je nu weer”, maar deze keer zei ik dat niet.
Ik denk dat ik voelde dat er iets mis was. “Romano is onwel geworden, ik ga naar school toe”. Ik
ben direct op mijn scooter gestapt en richting Ridderkerk gereden. Ik dacht nog “wat is onwel
geworden, flauw gevallen, epilepsie, suiker of iet dergelijks. Ik reed bij de nieuwe Luxor en kreeg opnieuw een
telefoontje, ben gestopt en kreeg te horen dat je vervoert was naar het Erasmus ziekenhuis. Je hebt
een reanimatie gehad, je hart heeft stilgestaan en volgens de deskundigen was je stabiel. Ik ben weer
omgedraaid en richting het ziekenhuis gereden, daar aangekomen kwam mama en oma met de
politieauto aan. Ik was heel rustig, waarom weet ik niet, want je bent toch mijn zoon. Misschien omdat
ik niet wist wat er precies aan de hand was. Die onzekerheid die aanwezig is maakt je op een of andere
manier rustig, omdat de hoop niet vervlogen is. We liepen het ziekenhuis in en werden opgevangen door een
medewerker van het ziekenhuis. We werden begeleid naar een kamer waar ons een beetje uitgelegd werd wat
er met je gebeurt was. Ze wisten het niet precies, maar volgens mij wisten ze al hoe erg het met je was.
Ik heb ondertussen oom Mario en oom Angelo gebeld. Tante Caroline kwam binnen een paar minuten naar
ons toe, want zoals je weet werkt ze in het Erasmus ziekenhuis.
Dat deed ons heel goed dat ze er was. Een tijdje later kwamen ze vertellen dat ze een scan van je
hersenen hadden gemaakt hadden en dat ze heel bezorgt waren. Daarna hebben ze je vervoert naar het
Sophia Kinderziekenhuis. Tijden het lopen om 15.44 uur heb ik Opa en Oma Loi gebeld om ze het zeer
slechte nieuws te vertellen. We werden begeleid naar het IC van het ziekenhuis op de derde verdieping.
We mochten niet bij je komen. Om ongeveer 20.00 uur kwam de neuroloog, die inmiddels nog een scan
had gemaakt, ons vertellen wat er precies gebeurt was. Je hebt een hersenbloeding gehad, mijn zoon.
“Hoe kan dit, waar komt dit vandaan?”. “Waarom bij iemand van 12 jaar”. De gedachten schoten door
mijn hoofd. De neuroloog was heel eerlijk, hij had, achteraf gezien, geen hoop meer dat je ooit weer zou
herstellen en als je wakker zou worden dat je eigenlijk nooit meer een normaal leven zou leiden.
3