Doarpskompas_februari 2021

Feanwâldsters
om utens
In deze geheel nieuwe rubriek gaan we op zoek naar oud-Feanwâldsters. We vragen ze naar zijn of haar leven en de
herinneringen aan Feanwâlden. Deze keer ‘Feanwâldsters om utens’ Hanny Veenland en haar moeder Anna.
16
Wie is Hanny Veenland?
Ik ben de oudste dochter van Jaap en Anna Veenland,
met broer Hilke en zus Sibrich. Getrouwd met de
Zeeuwse Ko (mooie naam in Friesland) en moeder van
Matthijs, Anke (officieel Anna) en Jaap.
Waaraan denkt u als ik Feanwâlden zeg?
Vooral de skoalle, de bibliotheekbus bij het station, it
Diggelhús” elk jaar kocht ik daar een theekopje op de
verjaardagen met de tekst “Foar ús mem” of “foar ús
heit” Aan het lange stuk fietsen: Vier keer per dag. Al
vanaf de eerste klas.
Aan een prachtige tijd. Als kind kun je je niet beter
wensen, buiten, vrijheid, avontuur, vissen, vuurtjes
stoken. Het gevoel dat alles kon, als je anderen maar
niet tot last was.
Waar woonde u in het dorp?
Ik ben opgegroeid op de boerderij in Kuikhorne aan de
Zwemmer. Over de brug rechts, het pad langs het water.
Hoe lang bent u al uit Feanwâlden vertrokken?
We zijn in mei 1973 verhuisd met de hele boerderij naar
een nieuwe boerderij in Winsum Groningen.
Na wat omzwervingen door studie en banen woon ik
nu al 35 jaar in Teteringen (nabij Breda). Maar het is nog
steeds aan mij te horen dat ik een Fries ben. En dat is
prima daar ben ik ook trots op.
Wat zijn uw herinneringen aan de basisschool?
Aan juffrouw van de Meulen eerste klas, waar ik
regelmatig in de hoek moest staan, samen met Geert
van der Veen. Ik heb ook wel eens een tik met de
lineaal in de hand heb gehad. Echt braaf was ik dus niet.
Aan Juffer Couperus die mij breien leerde en master
Tuinenga die drie keer mee verhuisde naar een hogere
klas.
Die moest ook erg lachen toen hij op een reünie hoorde
dat ik in het onderwijs werkzaam was met de tekst: dan
krijg je een koekje van eigen deeg.
Ik herinner mij de klasgenoten die mij in het verre
Groningen allemaal een brief hebben gestuurd.
Aan Franke de Jong uit het Butenfjild die beloofde met
mij te trouwen. ik heb de brief nog als bewijs!
Waar speelde u vroeger als kind? Wat deed u
vooral?
In de eerste jaren op de buurt met Janny Veenstra (van
Jan en Henny) later met Tineke de Vries (van Anne en
Teatske) en klasgenoot Tiety Rozema van de Swette
(van Gosse en Tiet).
We speelden op de boerderij met de katten, hond,
konijnen, knutselen, buiten spelen, fikkie stoken, boom
klimmen, hinkelen en knikkeren.
In de zomer maakt heit van een vierkant stropakken
en landbouwplastic een zwembad. Dan kwamen alle
buurkinderen zwemmen. In de herfst werd in het land
de drainagepijpen dichtgemaakt zodat het land onder
liep en er bij vorst een ijsbaantje kon ontstaan.
En we speelden met elkaar. Hilke had als vriend Sije van
der Veen (van Sije en Lies) en later Roland
Verkerk. Sibrich speelde met Janny Postma (van Pieter
en Liesje).
Leuke jeugdherinneringen:
Dat ik met Hilke aan een tuigje aan een lange lijn aan
de regenpijp vast zat, zodat we wel in de zandbak en de
keuken konden komen, maar niet bij het kanaal. Dat de
groenteman en de bakker die toen nog met de kar aan
huis kwamen dat wel heel zielig vonden en ons daarom
van krentenbollen en mandarijnen voorzagen.
Dat we zodra het flink ging sneeuwen, naar huis
moesten komen. Mem belde dan naar Jufrouw
Tuinenga.