Passe-partout - Kritisch denken
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
EVALUATIE
PASSE-PARTOUT KRITISCH DENKEN
RICHTVRAGEN OM OVER NA TE DENKEN
- Hoe ga je na of leerlingen de beoogde denkvaardigheden/disposities beheersen?
- Voorzie je in je onderwijsleeractiviteit een reflectiemoment, feedback en/of feedforward voor
de denkvaardigheden/disposities die je beoogt?
- Hoe heb je expliciet aandacht voor de transfer van de denkvaardigheden/disposities die je beoogt?
ACHTERGRONDINFO OM TE WETEN
- Een leeromgeving die de ontwikkeling van kritisch denken ondersteunt, besteedt aandacht
aan het opvolgen van het leerproces van leerlingen. Het opvolgen van je leerlingen is
belangrijk want het verhoogt de kansen op blijvende actie. Maak duidelijk waar je leerlingen
staan d.m.v. reflectie, feedback en/of feedforward (CRITHINKEDU, 2019).
- Koppel tijdens dit moment expliciet terug naar de vooropgestelde kritische
denkvaardigheden/disposities opdat leerlingen zich bewust worden van deze deelaspecten
(Ligtendag en van der Pluijm, 2017).
- Heb bij deze feedback, feedforward en/of reflectie oog voor de transfer: laat leerlingen
abstraheren wat ze precies gedaan hebben zodat ze zien dat ze iets algemeen (generieke
vaardigheid) hebben toegepast in deze les afgestemd op een bepaalde context of concrete
inhoud. Vraag hen naar een andere context waarin ze die vaardigheid nog kunnen toepassen,
laat hen deze vaardigheid nadien nog eens toepassen (Van Gelder, 2005).
- Kritisch denken is een complexe vaardigheid. Vooral vormen van zelf- en peerevaluatie,
observatie-instrumenten of rubrics worden ingezet om kritische denkvaardigheden/
houdingen te evalueren (Greenstein, 2012; Buisman, Van Loon-Dikkers, Boogaard en Van
Schooten, 2017).
IMPULSEN OM MEE AAN DE SLAG TE GAAN
EXIT TICKET OF EXIT PASS AAN HET EIND
VAN JE LES
Een mogelijke vorm van zelfevaluatie is het werken met
een exit ticket of exit pass. De exit pass bestaat uit een
vraag, een aantal korte vragen of een opdracht aan het
eind van een les. De leerlingen benoemen wat ze geleerd
hebben, wat ze moeilijk vinden, welke vragen ze nog
hebben of wat ze nodig hebben om verder te leren. Je
kan de vraag of opdracht zo opstellen dat deze zich
expliciet richt op een denkvaardigheid/dispositie die in
de les aan bod kwam of die je zo nog eens laat toepassen.
Voorbeeld 1
Bedenk 3 volgens jou goede leervragen (wiewat-wanneer-waarom)
bij deze les.
Beantwoord je vragen ook.
Voorbeeld 2
Bedenk 1 quizvraag die de les samenvat.
Beantwoord de vraag ook.
BOUW SAMEN EEN MUURTJE
Leerlingen zichzelf en elkaar laten evalueren kan ook
d.m.v. het samen ‘bouwen’ van een muur van
vaardigheden als afsluiter van een partner- of
groepswerk waarbij de leerlingen samen overleggen
of ze bepaalde denkvaardigheden/disposities
voldoende ingezet hebben tijdens het samenwerken
(Stanley en Bowkett, 2004).
Voorbeeld
Ik vraag anderen om hun mening met argumenten
toe te lichten. Indien zo, mogen ze dit kaartje als
bouwsteen inzetten. Indien niet, leggen ze dit kaartje
aan de kant.