Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Afb. 11: Een cristaat (lengte circa 20 cm) van A, kotschoubeyanus elephantidens in de omgeving<br />
van Bella Vista del Rio<br />
Foto Coby Keizer<br />
In het algemeen zijn de planten op de meer<br />
zuidelijk gelegen locaties groter, en naar<br />
het noorden toe kleiner.<br />
De ‘zuidelijke vorm’, geconcentreerd rond<br />
Bella Vista del Rio (Querétaro), ten oosten<br />
van Cadereyta, is met een diameter tot wel<br />
10 cm (volgens de boeken), veel groter dan<br />
de ‘noordelijke vorm’. De tuberkels zijn langer<br />
dan bij de andere vormen en de bloem<br />
is dieppaars met geen of weinig wit in de<br />
buitenste bloemblaadjes (afb. voorplaat).<br />
Coby Keizer fotografeerde er ook een<br />
plant die 11 cm breed was. Deze zuidelijke<br />
vorm wordt ook wel eens aangeduid als A.<br />
kotschoubeyanus subsp. elephantidens (=<br />
olifantstand). De planten staan steeds in<br />
stenig terrein (afb. 7) en als je als zaadje<br />
in een rotsspleet terecht komt, dan wordt<br />
het wel lastig om je volop in de breedte te<br />
ontwikkelen (afb. 8).<br />
In de regel is de bloemkleur dus paars,<br />
maar er zijn ook populaties, bijvoorbeeld<br />
<strong>Succulenta</strong> jaargang 100 (5) <strong>2021</strong><br />
bij Tula (Tamaulipas) waar zowel zuiver wit<br />
als roze bloeiende planten en mengvormen<br />
naast elkaar voorkomen (afb. 9 en afb.<br />
10). In het verleden werd de witbloeiende<br />
vorm wel A. kotschoubeyanus var. albiflorus<br />
genoemd, maar dat is een ongeldige naam<br />
(evenals A. kotschoubeyanus subsp. tulensis<br />
voor dezelfde vorm).<br />
In de buurt van Tula overigens, zijn ook<br />
natuurhybriden van A. kotschoubeyanus met<br />
A. agavoides gevonden.<br />
De planten in de noordelijke groeigebieden<br />
blijven kleiner en de bloem is bleker.<br />
In veldnummerlijsten wordt deze vorm<br />
vaak A. kotschoubeyanus var. macdowellii<br />
genoemd. Deze naam komt van Backeberg,<br />
die dat in 1949 overnam uit de catalogus<br />
van de firma Haage & Schmidt van 1908<br />
(als Ariocarpus McDowellii). De groeiplaats<br />
kende Backeberg echter niet. Marshall en<br />
Bock schreven in 1941 al dat Ariocarpus<br />
Macdowellii nom.nud. in de handel aange-<br />
205