01.12.2022 Views

Tijdschrift voor Orthopedagogiek nummer 5 - 2022

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

28

TvO TvO T

TvO TvO TvO T

onderzoeksgroep bleek dat 5 kinderen (10 procent)

een score onder 0,10 hadden.

Bij een afkapscore van 16 op de LSVG (waarbij de

gevoeligheid ,80 en specificiteit ,89 was met de

AQS als criterium) bleek dat kinderen die daadwerkelijk

een verstoorde gehechtheid hadden,

nauwkeurig werden geïdentificeerd. Kinderen die

geen verstoorde relatie hadden, bleken ook daadwerkelijk

lager te scoren dan 16 op de LSVG.

Discussie

Met deze studie beoogden we te onderzoeken of de

Lijst Signalen Verstoorde Gehechtheid jonge kinderen

met een verstoorde gehechtheidsrelatie nauwkeurig

kan identificeren. De resultaten, op basis

van samenhang tussen de LSVG en andere meetinstrumenten,

toonden aan dat de LSVG inderdaad

voldoende geschikt is om deze signalering te doen.

Ouderlijke sensitiviteit als een specifieke dimensie

van de kwaliteit van de ouder-kindinteractie

hing niet samen met verhoogde scores op de

LSVG. Dit komt overeen met resultaten uit eerdere

studies waaruit bekend is dat voornamelijk

afwijkende ouderlijke gedragingen (o.a. extreem

intrusief gedrag) tot verstoord gehechtheidsgedrag

bij kinderen kunnen leiden – en niet zozeer sensitiviteit

van ouders.

Tot slot vertoonden kinderen die hoog scoorden

op de LSVG ook meer gedragsproblemen zoals

gemeten met de SDQ/BITSEA-vragenlijsten (en

gerapporteerd door hun ouders). Dit is conform de

verwachting, omdat verstoringen in de gehechtheidsrelatie

voorspellend zijn voor de ontwikkeling

van psychopathologie bij het kind (Colonnesi

et al., 2011; Madigan et al., 2016; Spruit et al.,

2019). De relatie kan ook andersom zijn: kinderen

met meer probleemgedrag (zoals gerapporteerd

door hun ouders) vertonen ook meer tekenen van

verstoorde gehechtheid. Zij tonen bijvoorbeeld

minder genegenheid en gevoelens, ze gaan niet

of nauwelijks in op vragen of verzoeken van de

ouder, ze klampen zich vast aan de ouder of laten

geen enkele drang zien om de omgeving te verkennen.

De significante samenhang tussen de

LSVG en de SDQ/BITSEA zou er ook op kunnen

wijzen dat de LSVG niet alleen problemen in de

ouder-kindrelatie aangeeft, maar ook andere

gedragsproblemen of problemen in het algemeen.

Dit duidt op het nut van het gebruik van de LSVG

TvO TvO TvO T

als een screener. Bij hogere scores op de LSVG is

verder onderzoek naar de gehechtheidsrelatie en

de ontwikkeling van het kind gerechtvaardigd.

Kinderen die aangemeld werden door de consultatiebureaus

vertoonden significant minder tekenen

van verstoorde gehechtheid in vergelijking met

TvO TvO TvO Tv

kinderen die aangemeld werden bij de geestelijke

gezondheidszorg of jeugdzorginstellingen, maar

niet bij spraak-taalcentra. Dit kan verschillende

redenen hebben. Ten eerste ondervinden de families

van kinderen die hulp zochten bij – of doorverwezen

werden naar – de jeugdzorginstellingen

voor geestelijke gezondheidszorg meer problemen

vO TvO TvO TvO

met hun kind in het algemeen, en mogelijk dus

ook in de ouder-kindrelatie. Aangezien ongeveer

15 procent in de algemene kinderpopulatie een

gedesorganiseerde gehechtheidsrelatie heeft (Van

IJzendoorn et al., 1999) is dit niet verwonderlijk.

vO TvO TvO TvO

Ten tweede kan sprake zijn van bias door zelfselectie:

ouders van wie de kinderen meer (gehechtheids)problemen

hebben, hebben wellicht niet

deelgenomen aan het onderzoek. Ouders namen

geheel vrijwillig deel aan het onderzoek en de

vraag kan rijzen of juist ouders van kinderen met

meer gehechtheidsproblematiek minder bereid

O TvO TvO TvO

waren om deel te nemen aan de studie. Anderzijds,

alle kinderen die een score boven de cut-off

van 16 op de LSVG behaalden, behaalden ook een

zeer lage score op de AQS (<.10), wat wijst op een

verstoorde gehechtheidsrelatie en dus de validiteit

(sensitiviteit) van de lijst als screeningsinstrument

ondersteunt.

Een andere beperking van de studie was dat de

O TvO TvO TvO

TIJDSCHRIFT VOOR ORTHOPEDAGOGIEK

studie geen maat voor divergente validiteit bevatte.

Dat laat ruimte voor de vraag of de gedragssignalen

die werden waargenomen door professionals

louter gehechtheidsproblemen waren of

meer indicatief waren voor andere of algemene

gedragsproblematiek. Desalniettemin kan de LSVG

worden gebruikt als een screeningsinstrument

O TvO TvO TvO

voor verstoord gehechtheidsgedrag en zouden

professionals relationele problemen of het bestaan

O

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!