tlSL^Ze*' ^ fl^m batons

C 119 )
AFGELUISTERD GESPREK tusfchen een GRAANPIKKER,
een OUDEN CLUBIST en een VROUW.
DE CRAANPI K KER.
Zo ouwe! ben je daar, — G. d. d. me ! waar heb je
zo lang geftoken ? - het is wel drie uuren geleên, dat
ik jou niet gezien heb —ben je nog gezond in de leer?
of heb je de flym ook al door jou gedarmte — kyk !
het gaar thans de kreeftsgang - de 22de January is
na de blixem. Het geweld triumpheert — nog één
graan! kastelein! Ik heb by myn ziel nog éèn mafje —
(hy vertoont een Jesthalf) en die moet 'er aan — de
boel is toch aan de kamer!
p E VROUW.
Lieve man! bewaar die zesthalf— de kinderen zuchten
om brood te huis — my dunkt je hebt al rykelyk
jou portie ga liever naar het werk — de baas zegt,
dat jy ahyd zo een beste jongen was en zo goed
voor jou werk — en zedert dat jy zo aan het roezemoezen
zyt gekomen over zaaken, die jy niet verftaat,
en waartoe onze dolle buurman , jon verleid
heeft — dien zedenloozen knaap, wiens zaaken geheel
verloopen zyn, en die graag om defmorfioenen in het Beftuur
wil zyn, of een vet ambt had, offchoon hy tot
beiden net zo veel gefchiktheid heeft, als een os om
in de Bybel te Jeefen.
DE OUDE CLUBIST.
Wél gezegd vrouwtje! KEES doehaarzin! volgt haar
r a ad — en gy zult als een goed man handelen — en
een beste vader voor uwe kinderen zyn, en door
de verhitting van drank u niet buiten ftaat fteilen om door
Intriguanten tot fpoorloosheden verder misleid te worden
, daar zy niet om het welzyn ^an het Vaderland
ieveren , want dat kan niet dan door Orde, JVelberaadenheid,
Verftandigoverleg , Goed beleid en een ferm
en deugdzaam karakter der Burgers bevordert en volmaakt
worden, — maar daar zy eeniglyk werkzaam zyn
zich- zeiven, hun eigen beurs en ambthonger te voldoen
- en u en uwsgelyken als de ezels gebruiken,
die zy voortdry ven , en den last laaten tortfehen, ter-
Al a wyl