tlSL^Ze*' ^ fl^m batons

C i5i )
ARIE OVERSCHIE.
We! die is immers over en vootoy — die is nu naar mynegedagteuniet
meer in kragt—-hetintermeaiairlpel is over.
WILLEM ZABELKJSAP.
Eilieve! dat zal dc bollen zuur opbreeken, die daarop
bouwen, — of fehoon bet tusfehenbeftuur, wat de daarftelling
der perfoonen betreft, by wien het zelve uitgemaakt
wierd, ophoud, en nu het vuik zelve die daarilelling volbragt
heeft volgens de dadelyice werking dttr Confticude,
Eouden daarom mede ophouden alle die kragtdaJige middelen,
weike intusfchen als noodzakelyke wetten daargelleld
hebben moeten worden, — dat zou eene regt ,averegtfche
Staatkunde zyn? — neen maat — laat geen brutaale gist
daarop zich ftrafvry rekenen, — naar myne gedagten zou
hy die zyne ligrgeloovighe.d en verkeerden waan te rasch
op den huid kunnen voelen. —-
ARIE OVERSCHIE.
Evenwel den 12 Juny is nog niet goedgekeurd?
W I L L E M ZABELK NA P.
ó Wat zyt gy fehoon opgewonden, — zo bedriegt men
de geenen, welke niet verder zien, als hun neus lang is,—
gy lieden verward voorzeker het goedkeuren van den 11 juny met
de perjoneele verantwoording der befliering van zaaken, zedert
die 12 Juny plaats gehad hebbende— en dit zyn twee'011 Jerïcheiden
zaaken, de 12 Juny ismet'erdaadreedsgoedgekeurd —
de noodzake'ykhfcid reeds algemeen genoeg erkend, —door
de daarftelling van dezelve is immers de wettige werking der
Conftitutie gewrogt— en door de herftelling van deOppermagt
des Volks, die zo gefchonden was, de volle uitocffenrag
van die magt gefchied, welke het wetrig gekooren Vertegenwoordigend
Ugchaam des Bataaffcben Volks heeft
doen beftaan, en door het zslveeen even zo ComHturioneel
Uitvoerend Bewind moogeti vestigen— en de goedkeuring
die voornaamlyk ie wagten is, is hoofd^akelyk over de uitvoering
der zaaken en het beftuur op en na den 12 futiy
en wie zou duiven iwyffelen aan die goedkeuring — dan
twyffelde men aan alles, wat eene goede orde van zaaken immer
geboderi heeft. — Ik ben hierop volkomen gerust. -
ARIE OVERSCHIE.
Ja! jy bent vry gerust — maar ....
WILLEM ZABELKNAP.
Geen maar! — de geheele rumoerzieke hoop is niets re
vreefen — en wagt U — of gy zult een van de eerfte zvti •
die de vermaning zal gevoelen. '
ARIE OVERSCHIE.
Ik zal 'er wel op pasfen.— Ik heb in 1748 — inr766 —
in 1787 —en in 1794 genoeg harde nooten gekraakt.— ik
heb