In 2011 zijn 32 deelnemers vanuit het actieve dienstverband en 18 deelnemers vanuit de slapers met ouderdomspensioen gegaan. In 2010 waren het er 15 minder. Zoals in de grafiek van de leeftijdsverdeling op de volgende pagina te zien is, beschikt <strong>PFP</strong> over een groot aantal deelnemers in de leeftijdscategorie 55-65 jaar. Deze deelnemers gaan allemaal de komende jaren met pensioen. Het is de verwachting dat het aantal pensioneringen de komende jaren verder zal toenemen. Historische ontwikkeling van de aantallen pensioengerechtigden. Pensioengerechtigden 2011 2010 2009 2008 2007 Ouderdomspensioen 512 500 507 506 532 Partnerpensioen 442 468 501 544 588 Wezenpensioen 10 10 10 8 8 Subtotaal 964 978 1.018 1.058 1.128 AO pensioen 55 61 68 72 80 Totaal 1.019 1.039 1.086 1.130 1.208 Het aantal pensioengerechtigden met een ouderdomspensioen neemt na een jarenlange afname naar verwachting weer toe, omdat er minder gepensioneerden overlijden dan er deelnemers en slapers pensioengerechtigd worden. Het aantal pensioengerechtigden met een nabestaandenpensioen neemt naar verwachting af, omdat er binnen deze groep door de leeftijdsopbouw relatief veel overlijdensgevallen zullen gaan plaatsvinden ten opzichte van de overlijdensgevallen uit de groepen deelnemers, gepensioneerden en slapers. De gemiddelde leeftijden laten het volgende verloop zien. Gemiddelde leeftijd 2011 2010 2009 2008 2007 Actieven 49,8 49,1 48,2 48,2 47,6 Slapers 48,3 47,9 46,7 46,2 45,6 Ouderdomspensioen 76,9 77,6 77,8 78,0 78,2 Partnerpensioen 84,9 84,4 84,0 83,8 83,9 Wezenpensioen 21,0 20,0 18,9 17,6 14,7 AO pensioen 54,8 55,4 54,5 54,5 54,0 Gemiddelde leeftijd 59,8 59,2 58,6 58,9 59,1 Na jaren van daling van de gemiddelde leeftijden neemt sinds 2010 de totale gemiddelde leeftijd toe. Bij de actieven is, met een steeds stijgende gemiddelde leeftijd, het geringe personeelsverloop in de sector duidelijk zichtbaar. Bij de slapers wordt er maar gering gebruik gemaakt van waardeoverdracht. De afname van de gemiddelde leeftijd bij de gepensioneerden met een ouderdomspensioen is al langer waarneembaar bij <strong>PFP</strong> maar komt niet overeen met de landelijke trend. Waarschijnlijk speelt het geringe aantal deelnemers hierbij een rol. De gestage toename bij de nabestaanden komt weer wel overeen met de landelijke gestegen levensverwachting. De wezen (10) zijn een te geringe groep om een uitspraak over te doen. Een gewijzigd overheidsbeleid en een wijziging van de CAO heeft al in 2006, geleid tot een aanpassing van het pensioenreglement met als gevolg dat de kans op een arbeidsongeschiktheidspensioen zeer gering tot nihil is geworden. De groep arbeidsongeschikten is hierdoor vrijwel gestabiliseerd met een toename van de gemiddelde leeftijd tot gevolg. Door pensionering neemt het aantal arbeidsongeschikten geleidelijk af. 28
Leeftijdsverdeling Alle deelnemers De volgende grafiek laat de verdeling zien van het aantal deelnemers naar leeftijdscategorie en de verhouding van de aantallen mannen en vrouwen in die leeftijdscategorie. 800 700 600 500 400 300 200 100 0 Uit de bovenstaande grafiek blijken grote verschillen in het aantal deelnemers in de leeftijdscategorieën 45-55 jaar, 55-65 jaar en de gepensioneerden tussen 65-75 jaar. Door pensionering zal het aantal gepensioneerden fors gaan toenemen. De leeftijdscategorie 85 en ouder zijn vrijwel allemaal vrouwen, waarvan een groot aantal nabestaanden. Door hun overlijden zal het aantal nabestaanden van 85 jaar en ouder in de nabije toekomst (snel) afnemen. 800 700 600 500 400 300 200 100 0 29 Man Vrouw AOP Wzp PP OP Slaper Aktief