Teilapparat UT 400 Manual

9. De krukpen eruit halen en de kruk draaien.
De stand van sectorbegrenzer 1 dient daarbij
als markering voor de oorspronkelijke
krukinstelling: Met behulp hiervan kunnen
zo de volledige omwentelingen afgeteld
worden.
10. Sectorbegrenzer 2 markeert de afstand die
overeenkomt met de vereiste extra gaten:
Deze zijn nu immers „ingesloten“ tussen de
beide sectorbegrenzers: Dus draaien wij via
de volledige omwentelingen (gemarkeerd
door sectorbegrenzer 1) de kruk tot de
aanslag op sectorbegrenzer 2 en zetten deze
daar vast. Zo hebben we met de kruk
het gewenste aantal volledige omwentelingen
plus de benodigde extra gaten gereserveerd.
11. Flens weer vastzetten en bewerking uit -
voeren.
12. Flens na bewerking losdraaien
13. De door de sectorbegrenzers gevormde
"schaar" draaien, zodat sectorbegrenzer 1
weer tegen de kruk aanloopt. Sectorbegrenzer
2 draait automatisch mee. Erop letten
dat de afstand van beide (d.w.z. de
hoek van de "schaar") tijdens het werken
niet gewijzigd wordt! Deze afstand wordt
tijdens het gehele werk "meegenomen".
14. Krukpen uit de vergrendeling trekken, twee
volledige omwentelingen uitvoeren (hierbij
oriënteert u zich op sectorbegrenzer 1) en
daarna verder draaien tot de aanslag op
sectorbegrenzer 2.
15. Flens weer vastzetten en bewerking uit -
voeren.
16. De beschreven stappen herhalen tot alle
gewenste bewerkingen uitgevoerd zijn.
Het verwisselen van verdeelschijven gaat
als volgt (zie fig. 12):
Gekartelde schroef 1 losdraaien en kruk 2 verwijderen.
Afstandhouder 3 afhalen.
De eenheid met de sectorbegrenzers wordt
ook verwijderd, zie fig. 13:
De verdeelschijven worden verwijderd door
losdraaien van de beide kruiskopschroeven
(1, fig. 14):
Nieuwe verdeelschijf opzetten, vastdraaien,
met schroeven opnieuw bevestigen en het
geheel in omgekeerde volgorde weer mon -
teren.
Verplaatsen van de kruk
Stelschroef volgens fig 15 losdraaien. De gehele
wormwieloverbrenging (met geleidebus,
verdeelschijf en kruk) eruit trekken.
Let op: Bekijk nu zorgvuldig de wormwieloverbrenging
met de geleidebus (Fig. 16). U kunt
vaststellen dat de bus excentrisch geboord is.
Het beste te herkennen aan de materiaaldikte
van de bus aan de kant van de wormschroef.
Als u nu de gehele eenheid in het gat van het
lichaam invoert, moet u er goed op letten dat
de dikke zijde van het materiaal zich aan de onderkant
bevindt (wormschroef is iets naar boven
gericht) Kan daardoor echter gemakkelijker
met het tandrad op de hoofdspil van de UT
400 "vertanden")
Voor netjes werken is het belangrijk dat er bijna
geen "speling" is tussen de kruk en de
hoofdspil. Een verbinding die bijna spelingvrij
is wordt verkregen als u nu na het invoeren
door draaien van de gehele eenheid de wormschroef
naar onder op het tandrad drukt. Draai
hem ca 45 tot 60 graden tot u weerstand
voelt. Draai nu het geheel weer 1 tot 2 graden
terug (om een "lichtlopende" kruk te verkrijgen)
daarna het geheel nog met de stelschroef
vastzetten.
– 29 –