F 110 NT - RAPIDO Wärmetechnik GmbH
F 110 NT - RAPIDO Wärmetechnik GmbH
F 110 NT - RAPIDO Wärmetechnik GmbH
Sie wollen auch ein ePaper? Erhöhen Sie die Reichweite Ihrer Titel.
YUMPU macht aus Druck-PDFs automatisch weboptimierte ePaper, die Google liebt.
– Ketelvoelers aansluiten aan de gemerkte kabel<br />
– Voelers in de dompelbuis voeren<br />
– De bevestigingsveer inbrengen zodat de voelerelementen<br />
niet uit de dompelbuis kunnen loskomen<br />
Afb. 12<br />
– Electrische aansluiting volgens installatiehandleiding<br />
schakelpaneel SP 1.1 en SP 1.2 uitvoeren aan de<br />
bedrukte stekkers achteraan het schakelpaneel<br />
– De kabels in de kabelbeugels leggen<br />
– Afdekpaneel bovenaan vanachter weer aanbrengen, en<br />
vastdrukken in de kunststofbeugels (zij afbeelding 11,<br />
pos. 3)<br />
9.3 Regelen van de positie<br />
van de ketelmanteldeur<br />
(enkel F <strong>110</strong>/3 - 4.1 <strong>NT</strong>)<br />
Onderaan het frontpaneel bevinden zich links en rechts<br />
schroeven, waarmee de positite van de ketelmanteldeur na<br />
het installeren nog kan worden aangepast.<br />
9.4 Monteren van de geluid<br />
dempende branderkap<br />
De geluiddempende branderkap (toebehoren) wordt aan<br />
de ketelmanteldeur gemonteerd. Daartoe dient deze deur<br />
te worden geopend. De beide lichtgrijze kunststofstoppen<br />
moeten vervolgens worden verwijderd.<br />
Kunststofstoppen<br />
verwijderen<br />
Afb. 13 Kunststofstoppen in de ketelmanteldeur F <strong>110</strong> <strong>NT</strong><br />
De deur wordt nu terug gesloten. De geluiddempende kap<br />
wordt in de vrijgekomen openingen gehangen.<br />
24<br />
9.5 Vervangen van de recirculatiepijp<br />
De recirculatiebuis is vervaardigd van hittevast edelstaal<br />
en dient slecht na verloop van jaren te worden verwisseld.<br />
Hoofdschaakelaar uitschakelen. Branderdeut openen. Op de<br />
branderdeur is een aansluitflens voor de recirculatiebuis bevestigd.<br />
De recirculatiebuis wordt tot aan de aanslag naar<br />
links gedraaid en naar buiten getrokken. De montage geschiedt<br />
door de buis tot de aanslag naar rechts te draaien.<br />
Afb. 14<br />
10. Inbedrijfname<br />
F <strong>110</strong>/3 <strong>NT</strong><br />
A = 140 mm<br />
B = 130 mm Ø<br />
C = 20 mm<br />
A = 177 mm<br />
B = 140 mm Ø<br />
C = 20 mm<br />
F <strong>110</strong>/4-5.1 <strong>NT</strong><br />
De eerste indienstname van de installatie zowel als de<br />
opleiding van de gebruiker moet een vakman worden<br />
ondernomen.<br />
a) De verwarmingsinstallatie met water vullen tot aan de<br />
voorgeschreven druk en ontluchten.<br />
b) Ventiel van de gasleiding of de olieleiding openen.<br />
c) Hoofschakelaar inschakelen.<br />
d) Aquastaat instellen op de gewenste keteltemperatuur bij<br />
gebruik van een kamerthermostaat, of, ingeval een<br />
rapidomatic ® weersafhankelijke regeling of boilermodule<br />
is ingebouwd, op de maximale temperatuur.<br />
e) auto/man/TÜV schakelaar instellen op:<br />
auto: bij gebruik van een verwarmingsregeling<br />
rapidomatic S, 2 SM, 3 SM, Z 2.3 SM, Z 3.3 SM<br />
man: bij gebruik zonder rapidomatic regeling,<br />
bij een defecte regeling, en bij gebruik met<br />
een kamerthermostaat RTU zonder<br />
boilermodule<br />
TÜV: deze positie dient enkel om de goede<br />
werking van de veiligheidsthermostaat STB<br />
te kunnen controleren.<br />
f) Pompenschakelaar boilerlaadpomp (en verwarmingspomp<br />
van kring 2 bij de SP 1.2) instellen op:<br />
auto: bij gebruik van een verwarmingsregeling rapidomatic<br />
S, 2 SM, 3 SM, Z 2.3 SM, Z 3.3 SM<br />
man: bij bedrijf zonder verxwaermingsregeling rapidomatic,<br />
bij een defect van de regeling, en bij bedrijf<br />
met enkel een kamerthermostaat RTU (dus<br />
zonder boilermodule)