26.11.2015 Views

transfer

transfer-jaargang-23-nummer-2

transfer-jaargang-23-nummer-2

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>transfer</strong><br />

vakblad over internationalisering in het hoger onderwijs<br />

2<br />

Wat betekent<br />

Brussel voor<br />

ons?<br />

interview<br />

Fried Kramer (Neth-ER):<br />

“EU-voorzitterschap had<br />

meer potentie voor HO”<br />

innovatieve capaciteitsopbouw<br />

Hanzehogeschool<br />

experimenteert met<br />

crowdfunding<br />

vluchtelingstudent<br />

“De taal leren spreken is<br />

het allerbelangrijkste”<br />

november/december 2015


2<br />

inhoud<br />

Perfect storm<br />

annelieke<br />

zandvliet<br />

azandvliet@epnuffic.nl<br />

Misschien is er dit jaar wel meer<br />

aandacht voor de Europese<br />

Unie dan ooit tevoren in haar<br />

bestaan. Ging het voor de zomer<br />

vooral over Griekenland en geld,<br />

daarna was de blik eigenlijk nog<br />

steeds gericht op Griekenland.<br />

Maar dan in relatie tot de<br />

vluchtelingen die er voet aan<br />

wal zetten om daar vandaan<br />

verder Europa in trekken.<br />

Grenzen werden steeds beter<br />

zichtbaar, soms in de vorm<br />

van muren of hekken. Na de<br />

aanslagen in Parijs klonk een nieuwe roep om grenzen te<br />

sluiten. Nu ons continent in korte tijd te kampen heeft<br />

met zoveel tegenslagen, twijfelt zelfs Frans Timmermans<br />

of de Europese samenwerking nog wel toekomst heeft. De<br />

vicevoorzitter van de Europese Commissie dacht dat die<br />

zou kunnen stranden in de perfect storm, veroorzaakt door<br />

de snel opeenvolgende euro- en vluchtelingencrisis.<br />

Tegen deze achtergrond zal Nederland vanaf 1 januari het<br />

voorzitterschap van de EU gaan bekleden. In het kader van<br />

onderwijs komen skills centraal te staan. Vaardigheden,<br />

waar ook behoefte aan is bij vluchtelingen die hier een<br />

beter bestaan hopen op te bouwen. Voor langere tijd, of<br />

tot het moment waarop zij kunnen terugkeren naar hun<br />

vaderland.<br />

Een speciale taskforce buigt zich over de vraag welke<br />

ondersteuning vluchtelingen in ons land nodig hebben om<br />

toegang te krijgen tot het hoger onderwijs, succesvol hun<br />

studie af te ronden en daarna een baan te vinden. Het is<br />

hoopvol dat er ook in Europees verband goede voorbeelden<br />

worden uitgewisseld. Want juist als het over onderwijs<br />

gaat, kan Europa bogen op successen.<br />

20<br />

Reacties op strategische<br />

agenda EP-Nuffic<br />

‘Internationalisering, een wereld van verschil’. Zo heet de<br />

strategische agenda van EP-Nuffic voor 2016 tot 2020,<br />

gericht op internationalisering van basis- tot hoger<br />

onderwijs. Vijf belanghebbenden geven hun mening.<br />

22<br />

Innovatieve<br />

capaciteitsopbouw<br />

Capaciteitsopbouw die beter aansluit bij de<br />

internationaliseringsagenda van kennisinstellingen.<br />

Daar moet Innocap toe leiden. De Hanzehogeschool<br />

experimenteert al met crowdfunding om voort te<br />

bouwen op projecten vanuit bestaande programma’s.<br />

rubrieken<br />

6 — studentenpanel Studeren in Nederland, anders dan<br />

‘thuis’? 19 — in business HR-baas Shell 25 — sorry?<br />

pardon! ‘Engelsen bleken eigenlijk heel gesloten’<br />

31 — on the move Nieuwe functies, benoemingen en vertrek.<br />

Transfer, een onafhankelijk vakblad voor internationale samenwerking in het hoger onderwijs en onderzoek, is een uitgave van EP-Nuffic en verschijnt zes keer per jaar. Redactie — Annelieke<br />

Zandvliet (hoofdredacteur a.i.), Els Heuts en Dorien Vrieling Aan dit nummer werkten mee — Elleke Bal, Xander Bronkhorst, Peter van der Hijden en Martine Postma Redactieraad — Ries<br />

Agterberg (DUB), Tim Buiting (Neth-ER), Klaartje van Genugten (Zuyd Hogeschool), Roos Hogenkamp (Tilburg University), Leonard van der Hout (Hogeschool van Amsterdam) en Erwin Ploeger<br />

(Unesco-IHE). Vormgeving en lay-out — Sabrina Luthjens BNO en Christina Schürmann (www.makingwaves.nl) Druk — Drukkerij Verloop, Alblasserdam Abonnementen — aanmelden (gratis),<br />

opzeggen of wijzigen via www.nuffic.nl/<strong>transfer</strong>. Overname artikelen — het overnemen en vermenigvuldigen van artikelen uit Transfer is slechts geoorloofd na schriftelijke toestemming van de<br />

redactie. Contact met de redactie — via <strong>transfer</strong>@epnuffic.nl of www.nuffic.nl/<strong>transfer</strong>. Transfer 3, jaargang 23, verschijnt op 28 januari 2016.<br />

Foto omslag: Kim van Dam / Nationale Beeldbank


3<br />

focus<br />

Nederland en Europa<br />

Het aanstaande EU-voorzitterschap van Nederland is reden voor een blik op ‘Brussel’. Wat betekent Europa voor<br />

het Nederlandse hoger onderwijs?<br />

10 13 14<br />

16<br />

Neth-ER vertegenwoordigt<br />

het Nederlandse kennisveld<br />

in Brussel en is druk met<br />

het Nederlandse voorzitterschap.<br />

Daar was waarschijnlijk<br />

meer uit te halen<br />

geweest voor het hoger<br />

onderwijs, denkt directeur<br />

Fried Kramer.<br />

Peter van der Hijden ziet<br />

een mooi dossier waar het<br />

Nederlandse voorzitterschap<br />

de tanden in kan zetten:<br />

vooruitlopen op een integrale<br />

Europese migratiepolitiek,<br />

liefst met een grote rol<br />

voor onderwijs.<br />

Brussel staat bekend als<br />

lobbyparadijs. Transfer sprak<br />

vier vertegenwoordigers<br />

van het Nederlandse hoger<br />

onderwijs over hun werk<br />

daar: “Wat wij doen, is een<br />

soort intelligence”.<br />

Zeg je Europa, dan denkt het<br />

onderwijs aan Erasmus+.<br />

Nederland doet het goed<br />

bij de strategische partnerschappen,<br />

een relatief<br />

nieuw fenomeen van het<br />

programma. Hoe ziet zo’n<br />

project eruit?<br />

26<br />

28<br />

Van vluchteling tot<br />

rechtenstudent<br />

Een taskforce steunt vluchtelingen die hoger onderwijs<br />

willen volgen. Serkon Heno, gevlucht uit Syrië, vertelt hoe<br />

hij rechtenstudent werd. “De taal leren spreken is het<br />

allerbelangrijkste.”<br />

Een beker in Breda voor een<br />

Braziliaanse presentatie<br />

Binnenkort worden de Living Labs geëvalueerd, die<br />

praktijkgericht onderzoek zichtbaar moeten maken in<br />

het buitenland. Transfer was bij een battle van Living Lab<br />

Biobased Brazil.


4<br />

kort<br />

Foto: Guillaume de Laubier / Knesebeck Verlag<br />

academische grandeur<br />

Wie afstudeert aan de Ludwig-Maximilians-Universität in München, haalt zijn bul op onder de lichtkoepel van<br />

het hoofdgebouw uit 1840. De universiteit is een van de geportretteerde academies in het boek ‘Die schönsten<br />

Universitäten der Welt’ van Guillaume de Laubier.<br />

Aanbevelingen na één jaar Erasmus+<br />

Erasmus+ is een enorme stap vooruit. Dat concluderen<br />

de European University Foundation (EUF) en<br />

het Erasmus Student Network (ESN) in hun beoordeling<br />

van het programma dat vorig jaar van start ging.<br />

Maar volgens beide organisaties valt er meer uit te<br />

halen voor studentenmobiliteit in het hoger onderwijs.<br />

Positief zijn EUF en ESN over de mogelijkheid om<br />

met een Erasmusbeurs naar bestemmingen buiten de<br />

deelnemende landen te gaan. Ook de online taalcursussen<br />

ter voorbereiding op een buitenlandverblijf<br />

vinden ze een verbetering, al gaat er nu veel geld op<br />

aan software-licenties. De organisaties adviseren om<br />

open educational resources te gebruiken.<br />

Erasmus+ biedt substantieel meer studenten de<br />

mogelijkheid om buitenlandervaring op te doen.<br />

Toch hebben ESN en EUF suggesties om dat aantal<br />

nog te vergroten. Voor studenten die de inkomsten<br />

van een bijbaan niet kunnen missen, zou een combinatie<br />

van studie en stage in het buitenland mogelijk<br />

moeten zijn. En door meer differentiatie in de hoogte<br />

van beurzen kan ook rekening worden gehouden met<br />

verschil in kosten van levensonderhoud binnen een<br />

land. Om integratie te bevorderen stellen de organisaties<br />

studiepunten voor vrijwilligerswerk voor.<br />

Andere aanbevelingen betreffen de administratieve<br />

last. Er zou bijvoorbeeld genoeg geld moeten zijn<br />

voor het testen van tools om die te verminderen. (AZ)<br />

november/december 2015 | <strong>transfer</strong>


5<br />

45<br />

Woonsituatie van buitenlandse studenten*<br />

in Nederland, collegejaar ’14-’15<br />

Dat is het percentage buitenlandse<br />

eerstejaars bachelor- en masterstudenten<br />

in Maastricht dat een<br />

cursus Nederlands volgt.<br />

50%<br />

Onderwijsraad<br />

en SER pleiten<br />

voor meer internationalisering<br />

Internationalisering krijgt te weinig<br />

aandacht in de strategische agenda voor het<br />

hoger onderwijs en onderzoek. Dat is een<br />

van de belangrijkste kritiekpunten van de<br />

Onderwijsraad op de plannen van minister<br />

Bussemaker voor de komende tien jaar. De<br />

Sociaal-Economische Raad (SER) sluit zich<br />

bij die kritiek aan.<br />

De Onderwijsraad constateert dat de<br />

minister de regionale verankering van hogescholen<br />

en universiteiten benadrukt. Maar<br />

vooral die laatsten opereren daarnaast in een<br />

internationale context. Zo hebben de instellingen<br />

te maken met internationale benchmarks<br />

en standaarden en maken ze deel uit<br />

van internationale netwerken. Bovendien<br />

bewegen veel afgestudeerden zich op een<br />

internationale arbeidsmarkt.<br />

De internationale dimensie komt wel aan de<br />

orde in de strategische agenda, maar volgens<br />

de Onderwijsraad niet prominent genoeg.<br />

Verder vindt de raad de benadering van<br />

internationalisering ‘smal, weinig innovatief,<br />

instrumenteel en vooral vanuit klassieke<br />

aspecten’. Er zou meer aandacht kunnen<br />

worden besteed aan internationalisation<br />

at home en aan de mogelijkheden om een<br />

groter aantal studenten een internationale<br />

oriëntatie mee te geven via digitalisering.<br />

Daarnaast zou de minister bijvoorbeeld<br />

moeten ingaan op verschillen tussen<br />

bachelor- en masteropleidingen en tussen<br />

diverse disciplines bij internationalisering,<br />

aldus de Onderwijsraad.<br />

Op 18 december bespreekt de Tweede Kamer<br />

de strategische agenda. (AZ)<br />

binnen studiestad<br />

buiten studiestad<br />

50%<br />

* Het betreft buitenlandse studenten die hier voor een diploma studeren.<br />

bron: landelijke monitor studentenhuisvesting 2015<br />

november/december 2015 | <strong>transfer</strong>


studentenpanel<br />

6 kort<br />

Finland: collegegeld voor buitenlandse student<br />

De Finse regering wil collegegeld van minimaal 1500<br />

euro invoeren voor studenten van buiten de EER.<br />

Onderwijsinstellingen zijn vrij om hogere bedragen<br />

in rekening te brengen, meldt University World News.<br />

Als het Finse parlement de plannen goedkeurt, wordt<br />

het per 2016 mogelijk om collegegeld te vragen.<br />

Instellingen zouden daartoe pas op 1 januari 2017 toe<br />

verplicht zijn. Voor studenten die het collegegeld<br />

niet kunnen betalen, moeten ze een beurzensysteem<br />

ontwikkelen.<br />

Opvallend is dat een uitzondering wordt gemaakt<br />

voor studies in het Fins of in het Zweeds. Daarvoor<br />

hoeft niemand collegegeld te betalen. (DV)<br />

‘Ik word hier voorbereid op het werkende leven’<br />

Hoe vinden buitenlandse studenten het om in Nederland te studeren? In elke Transfer gaan drie studenten in op één<br />

aspect daarvan. Deze keer: is studeren in Nederland anders dan ‘thuis’?<br />

nadine holldorf (22)<br />

bachelor environmental<br />

science and sustainable<br />

energies and technologies<br />

avans hogeschool<br />

rita orozco (31)<br />

master creative industries<br />

radboud universiteit nijmegen<br />

zhu yourong (22)<br />

master food technology<br />

wageningen universiteit<br />

Foto’s (vlnr): Robert van den Berge/De Beeldredaktie; Piroschka van de Wouw; Guy Ackermans<br />

“Na elk trimester krijgen we als<br />

studenten de vraag hoe we de vakken<br />

vonden. Hebben we kritiek, dan<br />

wordt er iets veranderd. Dat was ik in<br />

Duitsland niet gewend. Misschien is<br />

het niet helemaal een eerlijke vergelijking,<br />

want ik heb in Duitsland alleen<br />

de middelbare school gedaan. Maar het<br />

valt me op dat je mening hier erg wordt<br />

gewaardeerd. Er is ook minder afstand<br />

tussen studenten en docenten. Als ik<br />

een docent wil spreken, kan ik hem<br />

gewoon opzoeken in zijn kantoor, en<br />

ik mag hem of haar bij de voornaam<br />

noemen – in Duitsland is dat niet<br />

gebruikelijk.”<br />

“De master die ik nu doe, is totaal<br />

anders dan mijn bachelor in Mexico<br />

City. Daar is het hoger onderwijs<br />

minder op onderzoek gericht. Ik was<br />

gewend dat de theorie die ik kreeg,<br />

altijd meteen in verband werd gebracht<br />

met de praktijk, maar mijn huidige<br />

studie is juist superwetenschappelijk.<br />

Vaak vraag ik me af: wat kan ik er<br />

straks in het werkveld mee? Gelukkig<br />

legde een van mijn docenten laatst<br />

wél de link met de praktijk. Terecht,<br />

want er zijn maar zo weinig studenten<br />

die verder gaan in het onderzoek.<br />

Ik wil weten hoe ik de theorie moet<br />

toepassen.”<br />

“De docenten vertellen hier alleen de<br />

essentie, in de rest van de stof moet je<br />

je zelf verdiepen. Ik studeer hier erg<br />

hard. Dat deed ik tijdens mijn bachelor<br />

in China ook wel, maar daar was het<br />

doel anders: het ging er alleen om dat<br />

we het tentamen haalden. De docenten<br />

schetsten geen duidelijk beeld van onze<br />

toekomst.<br />

In Wageningen wordt er juist van<br />

me verwacht dat ik alle kennis die ik<br />

opdoe, kan combineren en inzetten om<br />

problemen op te lossen. Ik word hier<br />

voorbereid op het werkende leven. Als<br />

ik straks afgestudeerd ben, is dat een<br />

voordeel.” (DV)<br />

november/december 2015 | <strong>transfer</strong>


7<br />

Actieplan vluchtelingen in HO<br />

‘work in progress’<br />

De taskforce die zich bezighoudt met<br />

hoger onderwijs voor vluchtelingen is<br />

er nog niet in geslaagd om een definitief<br />

actieplan vast te stellen. “Vooral<br />

op het gebied van taal is er nog veel<br />

uit te zoeken”, zei Freddy Weima van<br />

EP-Nuffic na afloop van de bijeenkomst<br />

waar besluiten zouden worden<br />

genomen over een actieplan.<br />

De taskforce is een initiatief van Susana<br />

Menéndez, lid van het college van<br />

bestuur van de Haagse Hogeschool en<br />

zelf ooit uit Argentinië gevlucht. Het<br />

ministerie van OCW, de Vereniging<br />

Hogescholen, de VSNU, stichting voor<br />

vluchteling-studenten UAF, EP-Nuffic<br />

en expertisecentrum ECHO voor<br />

diversiteit in onderwijs en arbeidsmarkt<br />

maken er onder meer deel van<br />

uit. In september kwam de taskforce<br />

voor het eerst bijeen.<br />

Er zijn vijf actielijnen. Ten eerste wordt<br />

in kaart gebracht wat de onderwijsvraag<br />

is van vluchtelingen, met name<br />

de groep die al over een verblijfsvergunning<br />

beschikt. ‘Taal is cruciaal’ is de<br />

tweede actielijn. Zowel voor het volgen<br />

van onderwijs als om te integreren en<br />

een baan te kunnen vinden acht de<br />

Taskforce het van<br />

belang dat er snel<br />

wordt gewerkt aan<br />

de taalvaardigheid<br />

van vluchtelingen,<br />

in het Nederlands<br />

en het Engels. Dat<br />

kan via taalcentra,<br />

MOOC’s, serious<br />

games en taalbuddy’s.<br />

Niet alleen voorafgaand<br />

aan de studie,<br />

Vluchtelingen kregen vorig jaar al les via de We Are Here Academy in<br />

Amsterdam.<br />

maar ook tijdens en na de opleiding tieve obstakels, studentenhuisvesting<br />

hebben vluchtelingen begeleiding<br />

en de regelgeving voor het behoud van<br />

nodig. Dat is een ander aandachtspunt uitkeringen.<br />

van de taskforce, net als de waardering In december is de volgende bijeenkomst<br />

van de taskforce. Weima: “Dat<br />

van diploma’s en de erkenning van<br />

competenties. Daartoe heeft EP-Nuffic niet alle problemen binnen twee<br />

een nieuwe landenmodule voor Syrië maanden zijn opgelost lijkt misschien<br />

beschikbaar en extra capaciteit voor teleurstellend, maar sommige zaken<br />

onderwijsvergelijking. De voorlichting zijn complex. Dat alle partijen op<br />

over diplomawaardering in opvangcentra<br />

kan nog beter, aldus Weima. OCW ook, helpt wel.” (AZ)<br />

bestuurlijk niveau aan tafel zitten en<br />

De talloze initiatieven die al bestaan,<br />

wil de taskforce ondersteunen door<br />

Op pagina 26 en 27 vertelt Serkon Heno, vluchteling<br />

uit Syrië en rechtenstudent, zijn verhaal.<br />

een centrale vraagbaak in te richten en<br />

kennis en ervaring te delen. Verder zijn<br />

er nog ‘losse eindjes’ zoals administra<br />

Foto: Mats van Soolingen / Hollandse Hoogte<br />

“ In a divided and unequal world – as<br />

we are witnessing today –, higher<br />

education can open up opportunities<br />

to develop each person’s full talents,<br />

equip graduates to contribute to<br />

economic development and innovation,<br />

and cultivate responsibility to a larger<br />

common good.”<br />

Susana Menéndez, lid van het CvB van de Haagse Hogeschool, tijdens een debat met EU-commissaris Navracsics van<br />

Onderwijs en minister Bussemaker.<br />

november/december 2015 | <strong>transfer</strong>


8<br />

kort<br />

Een op drie buitenlandse promovendi blijft<br />

Foto: Marc de Haan / Hollandse Hoogte<br />

Tien jaar na de<br />

promotie bevindt 32<br />

procent van de buitenlandse<br />

promovendi<br />

zich nog in Nederland.<br />

Dat blijkt uit onderzoek<br />

van het Centraal<br />

Planbureau (CPB). De<br />

blijfkans van promovendi<br />

is daarmee<br />

vergelijkbaar met die<br />

van masterstudenten,<br />

die het CPB eerder<br />

onderzocht. Op basis<br />

daarvan werd geschat dat buitenlandse studenten<br />

de schatkist misschien wel 740 miljoen euro per jaar<br />

opleveren.<br />

Uit het onderzoek naar promovendi komt naar<br />

voren dat vrouwen vaker blijven dan mannen.<br />

Wetenschappers die promoveren in technische<br />

wetenschappen vertrekken minder snel dan anderen.<br />

Dat geldt ook voor promovendi uit minder ontwikkelde<br />

landen. Duitsland, de Verenigde Staten en het<br />

Verenigd Koninkrijk zijn populaire bestemmingen<br />

voor buitenlandse promovendi die Nederland<br />

verlaten.<br />

Uit een analyse van de gegevens maakt het CPB<br />

ook op dat er een relatie is tussen de blijfkans na de<br />

promotie en de duur van het verblijf in Nederland<br />

voorafgaand daaraan. Als iemand hier al enkele jaren<br />

voor aanvang van het promotietraject aankwam, is<br />

het waarschijnlijker dat die voor langere tijd blijft<br />

dan een promovendus die minder dan een jaar van<br />

tevoren arriveerde.<br />

Bij het onderzoek zijn promovendi die niet in dienst<br />

waren bij een universiteit buiten beschouwing<br />

gebleven.<br />

EP-Nuffic brengt binnenkort nieuwe cijfers naar<br />

buiten over de blijfkans van buitenlandse masterstudenten.<br />

(AZ)<br />

Nederland stabiel in rankings 2015<br />

De Nederlandse universiteiten hebben dit jaar hun<br />

positie in de ranglijsten geconsolideerd. Wel zijn<br />

er veel gedaald in de QS-ranking, door een verandering<br />

van de methodiek. In de ranking van Times<br />

Higher Education (THE) staat Nederland op de vierde<br />

plaats, in de Academic Ranking of World Universities<br />

(ARWU, ook bekend als Shanghai-ranking) op de<br />

tiende.<br />

In de top 200 van de THE-ranking stonden in 2014 elf<br />

Nederlandse universiteiten. Dankzij een flinke stijging<br />

van de Universiteit Twente zijn dat er nu twaalf.<br />

Daarmee bezet Nederland weer de vierde plaats in de<br />

ranglijst van landen met de meeste universiteiten in<br />

de top 200, na de Verenigde Staten, Groot-Brittannië<br />

en Duitsland. Waar vorig jaar de Universiteit Leiden<br />

het hoogste scoorde, is dat nu Wageningen (op 47).<br />

De top 200 van de ARWU telt acht Nederlandse<br />

universiteiten, net als in 2014. De Universiteit<br />

Utrecht is nog steeds de best presterende Nederlandse<br />

universiteit in deze Shanghai-ranking. De<br />

Universiteit Leiden en de Rijksuniversiteit Groningen<br />

zijn de Nederlandse nummers 2 en 3. Vorig jaar was<br />

dat andersom.<br />

Dat de QS-ranking zijn methodiek aanpaste, is in<br />

het voordeel van de technische en meer gespecialiseerde<br />

universiteiten, zoals de TU Eindhoven en de<br />

Universiteit Twente. In de Nederlandse top 3 staan de<br />

UvA, de TU Delft en de Universiteit Utrecht. (DV)<br />

correctie<br />

In Transfer 1 (jaargang 23) wordt in het artikel ‘De<br />

donkere kanten van een jaar in Nederland’ gesproken<br />

over het strikte karakter van NFP. Instellingen hebben<br />

echter de vrije hand in het boeken van tickets en de<br />

datum van vertrek na het afronden van de studie.<br />

Ook zijn er inmiddels normbedragen en wordt er niet<br />

meer afgerekend op daadwerkelijk gemaakte kosten.<br />

november/december 2015 | <strong>transfer</strong>


9<br />

Kennisinstellingen willen prominente rol in<br />

ontwikkelingssamenwerking<br />

Ondersteun langdurige internationale<br />

samenwerking en maak kennis<br />

onderdeel van economische diplomatie.<br />

Die oproep doen de Vereniging<br />

Hogescholen en de VSNU in hun gezamenlijke<br />

visie op global development,<br />

getiteld ‘Knowledge for All’.<br />

De universiteiten en hogescholen<br />

blijven graag een bijdrage leveren aan<br />

de wereldwijde ontwikkelingsinspanningen<br />

van Nederland, zo schrijven zij.<br />

Om de opbouw van hoger onderwijs<br />

en onderzoek in arme landen te ondersteunen,<br />

en de economische ontwikkeling.<br />

Maar ook in hun eigen belang.<br />

Ze verwerven zo zelf nieuwe kennis en<br />

hun studenten, staf en onderzoekers<br />

worden betrokken bij mondiale problematiek.<br />

De hogescholen en universiteiten zien<br />

mogelijkheden voor internationale<br />

samenwerking in het kabinetsbeleid<br />

en de Sustainable Development Goals<br />

van de Verenigde Naties. In de visie<br />

noemen ze vier voorwaarden om die<br />

mogelijkheden optimaal te kunnen<br />

benutten.<br />

Om te beginnen willen de kennisinstellingen<br />

minder kennisoverdracht en<br />

meer co-creatie van kennis. Niet alleen<br />

met partnerinstellingen,<br />

maar ook<br />

met bedrijven en<br />

maatschappelijke<br />

organisaties. En<br />

op zo’n manier,<br />

dat de internationale<br />

samenwerking<br />

aansluit bij<br />

het internationaliseringsbeleid<br />

van<br />

de betreffende<br />

Handelsmissie in Noord-Afrika<br />

Nederlandse universiteit of hogeschool. voorwaarde, een toegankelijker kennissysteem,<br />

sluit hierbij aan. Het moet<br />

Daarbij is het van belang dat er gelegenheid<br />

is om voor een langere periode eenvoudiger worden om de juiste<br />

samen te werken. Dat kan nu niet<br />

partners te vinden en om ervaringen<br />

binnen NICHE, het door het ministerie te delen, bijvoorbeeld over nieuwe<br />

van Buitenlandse Zaken gefinancierde samenwerkingsvormen. In het visiestuk<br />

worden al enkele goede voor-<br />

programma waarbij Nederlandse kennis<br />

en expertise wordt ingezet om het<br />

beelden geschetst.<br />

beroeps- en hoger onderwijs in partnerlanden<br />

te ondersteunen. NICHE-<br />

van onderwerpen die aan de orde<br />

‘Knowledge for all’ bevat ook een lijst<br />

projecten zijn na twee tot vier jaar<br />

moeten komen om de gewenste rol in<br />

voorbij.<br />

ontwikkelingssamenwerking vorm te<br />

Het kabinet zet in op een combinatie geven. Een daarvan is de financiering<br />

van hulp en handel. Kennis mag daarbij van IO-instellingen, zoals Unesco-IHE<br />

niet buiten beschouwing blijven als en het International Institute of Social<br />

exportproduct, vinden de instellingen.<br />

Zij willen daarom graag mee ministerie van OCW en blijkt kwets-<br />

Studies (ISS). Het budget komt van het<br />

met handelsmissies. En de vierde<br />

baar bij bezuinigingen. (AZ)<br />

Foto: Ton Koene/HH<br />

agenda<br />

datum organisator evenement locatie meer informatie<br />

2–3 dec<br />

The Observatory on<br />

Borderless Higher<br />

Education<br />

The New Landscape of HE: Pathways,<br />

partnerships & performance<br />

Londen<br />

www.obhe.ac.uk/what_we_<br />

do/events/<br />

3 dec NVAO en ECA<br />

National Implementation of the<br />

European Approach for Quality<br />

Assurance of Joint Programmes<br />

Den Haag<br />

www.nvao.net/actueel/agenda<br />

10 dec ACA<br />

The international refugee crisis. What<br />

role for European higher education?<br />

Brussel<br />

www.aca-secretariat.be/<br />

26 jan PIE en EP-Nuffic<br />

Managing Capacity Development<br />

Projects: Learning from Practical Cases<br />

Den Haag<br />

www.pieonline.nl/pie-agenda<br />

november/december 2015 | <strong>transfer</strong>


10 nederland en europa<br />

fried kramer, directeur neth-er:<br />

‘EU-voorzitterschap lijkt gemiste<br />

kans te worden voor HO’<br />

Het vorige EU-voorzitterschap van Nederland vormde de aanleiding om<br />

Neth-ER op te richten. De organisatie die het Nederlandse kennisveld<br />

vertegenwoordigt in Brussel, bestaat nu bijna tien jaar. Sinds 2013 bereidt<br />

Neth-ER het aanstaande Nederlandse EU-voorzitterschap voor. Daar was meer<br />

uit te halen geweest voor het hoger onderwijs, denkt directeur Fried Kramer.<br />

november/december 2015 | <strong>transfer</strong>


11<br />

Foto: Philippe Pernet<br />

Een conferentie begin dit jaar, dát was het grootste<br />

succes uit het bestaan van Neth-ER, zegt Fried<br />

Kramer zonder enige aarzeling. Tijdens die bijeenkomst<br />

werd een position paper van Neth-ER overhandigd<br />

aan de Europees commissarissen van Onderwijs<br />

en van Onderzoek, en minister Bussemaker<br />

verzorgde de keynote speech. “Enkele maanden<br />

na hun aantreden was dat het ideale moment om<br />

voeding te geven aan de commissarissen”, legt<br />

Kramer uit. Maar meer nog dan de timing verklaart de<br />

inhoud waarom hij dit zo’n succes vond. “De leden<br />

van Neth-ER waren erin geslaagd om, vooruitlopend<br />

op het Nederlandse EU-voorzitterschap, aan te geven<br />

wat voor het brede Nederlandse kennisveld de prioriteiten<br />

zijn en hoe Nederlandse kennis kan bijdragen<br />

aan de Europese uitdagingen. En dat is heel lastig als<br />

je leden zó divers zijn, met een achterban variërend<br />

van het middelbaar beroepsonderwijs tot de wetenschap.”<br />

Het op één lijn krijgen van de leden [zie kader] is in<br />

eerste instantie de taak van het Neth-ER-bestuur,<br />

voegt Kramer meteen toe. Hij heeft daarin slechts een<br />

ondersteunende rol, maar het is wel van groot belang<br />

voor hem en zijn collega’s. “In de ontwikkeling van<br />

Neth-ER is dat best wel een zoektocht geweest”,<br />

vertelt de directeur in zijn kamer van waaruit hij –<br />

langs een blauwe vlag met gele sterren – zicht heeft<br />

op het gebouw van het Europees Parlement.<br />

Eén boodschap<br />

De organisatie probeert soms juist bloot te leggen<br />

waar de belangen botsen. “Wij hebben de afgelopen<br />

jaren, als wij zagen dat Europees<br />

beleid zich aan het ontwikkelen<br />

was, geprobeerd expliciet te<br />

benoemen waar het gaat wringen<br />

voor onze leden. En te bespreken<br />

hoe we daarmee omgaan, zodat<br />

het Nederlandse kennisveld min<br />

of meer één boodschap had richting<br />

het Europees Parlement en de<br />

Europese Commissie. En, vergis je niet, óók richting<br />

Den Haag. Want je kunt nog zo vaak lobbyen in<br />

Brussel – als de Nederlandse overheid niet weet welke<br />

belangen het kennisveld voor ogen heeft, dan kan<br />

Den Haag in de instructies voor de onderhandelingen<br />

in Brussel een heel ander signaal laten horen.”<br />

Bij de voorbereiding van Erasmus+, het Europese<br />

programma voor onderwijs, jeugd en sport, waren<br />

er zulke uiteenlopende belangen. Aanvankelijk<br />

“We krijgen steeds beter<br />

op het netvlies van de<br />

kennisinstellingen welke<br />

kansen er liggen in Europa”<br />

Netherlands house<br />

for Education and Research<br />

Neth-ER, wat staat voor ‘Netherlands house for<br />

Education and Research’, werd in 2006 opgericht,<br />

nadat OCW tijdens het vorige Nederlandse<br />

EU-voorzitterschap vaststelde niet voldoende aangesloten<br />

te zijn in Brussel. De vereniging heeft elf<br />

leden: EP-Nuffic, MBO-raad, Vereniging Hogescholen,<br />

VSNU, KNAW, NWO, TNO, NFU (universitair medische<br />

centra), ZonMw (gezondheidsonderzoek), LSVb en ISO.<br />

Deze organisaties zijn allemaal vertegenwoordigd in<br />

het bestuur. Het bureau bestaat inmiddels uit zeven<br />

medewerkers, aangevuld met enkele trainees en stagiairs.<br />

(AZ)<br />

werd er te weinig geld beschikbaar gesteld voor het<br />

middelbaar beroepsonderwijs, vertelt Kramer, en<br />

kon die sector niet meedoen in knowledge alliances<br />

(partnerschappen tussen onderwijsinstellingen en<br />

bedrijven). Via amendementen is daar verandering<br />

in gebracht. “De invloed van Neth-ER is aantoonbaar<br />

in Erasmus+, en bij het onderzoeksprogramma<br />

Horizon2020”, zegt de directeur. “Wij kunnen de<br />

passages aanwijzen waar de nieuwe tekst afwijkt van<br />

de oude tekst, mede dankzij onze lobby.”<br />

Wat de leden van Neth-ER voor ogen hadden met<br />

hun position paper, lijkt uit te komen. Tijdens het<br />

EU-voorzitterschap zal het ministerie van OCW<br />

een conferentie organiseren over<br />

skills, een van de vastgestelde<br />

prioriteiten. Maar Kramer is niet<br />

helemaal tevreden. “De conferentie<br />

zoomt vooral in op de vaardigheden<br />

in het middelbaar beroepsonderwijs.<br />

Terwijl zowel de VSNU als<br />

de Vereniging Hogescholen zegt:<br />

ook voor ons is dit een interessant<br />

thema. Neem een vaardigheid als ondernemerschap –<br />

die is ook bruikbaar in het hoger onderwijs.”<br />

Discussie<br />

Een gemiste kans, vindt Kramer, die ook in breder<br />

opzicht van mening is dat Nederland met wat meer<br />

brutaliteit waarschijnlijk meer uit het voorzitterschap<br />

zou kunnen halen voor het hoger onderwijs. Online<br />

onderwijs, onderdeel van Neth-ER’s prioriteit ‘digi-<br />

november/december 2015 | <strong>transfer</strong>


12<br />

talisering van kennis’, zou tijdens het Nederlandse<br />

voorzitterschap expliciet aan de orde komen op de<br />

hogeronderwijsagenda. Maar de omvang daarvan<br />

werd vorige maand duidelijk ingeperkt. “OCW had<br />

blijkbaar een ander standpunt dan Brussel”, concludeert<br />

Kramer.<br />

Nieuwe voorzitter:<br />

Sander van den Eijnden<br />

Sander van den Eijnden, voorzitter van het college<br />

van bestuur van de Open Universiteit, is vanaf 1 januari<br />

de nieuwe voorzitter van Neth-ER. Hij volgt Frans<br />

van Vught op. Van den Eijnden was van 2005 tot 2012<br />

algemeen directeur van de Nuffic. Voor die tijd werkte<br />

hij onder meer bij het ministerie van OCW. (AZ)<br />

Nederland zal tijdens het voorzitterschap ondersteunend<br />

zijn aan de moderniseringsagenda waaraan de<br />

Commissie werkt. Naast digitalisering is de rol van de<br />

kennisinstelling in de regio en burgerschap daarvan<br />

onderdeel. Verder verwacht Kramer dat het in de<br />

eerste helft van 2016 veel over open access zal gaan.<br />

“Hoe om te gaan met de toegang tot onderzoeksdata<br />

wordt nog een behoorlijke discussie; ik denk ook<br />

tijdens het voorzitterschap.”<br />

Tot volgend jaar zomer kunnen de medewerkers<br />

van Neth-ER niet langer dan een week aaneen verlof<br />

nemen. Ze zijn nu druk met inventariseren welke<br />

kennisinstelling wat wil organiseren en met welke<br />

Brusselse kopstukken erbij – waarbij rekening moet<br />

worden gehouden met de perioden dat het Europees<br />

Parlement in Straatsburg vergadert. Een kalender vol<br />

met showcases voor het Nederlandse kennisveld, zo<br />

zou Kramer de bijdrage van het kennisveld aan het<br />

EU-voorzitterschap graag zien. “Met dit pand als een<br />

soort duiventil, waar iedereen in- en uitloopt.”<br />

De achterban van de leden weet het kantoor steeds<br />

beter te vinden, merkt de directeur. In de beginjaren<br />

was dat anders. “Toen zaten we hier min of meer te<br />

wachten tot onze leden daadwerkelijk gebruik van<br />

ons zouden maken. Terwijl zij dachten: mooi, dat<br />

kantoor is er en gaat voor ons aan het werk, en wij<br />

gaan over tot de orde van de dag in Nederland.”<br />

Netvlies<br />

Kramer en zijn collega’s publiceerden tientallen<br />

berichten per week, over alles wat maar enigszins<br />

verband hield met onderzoek, innovatie en onderwijs.<br />

“We waren daar zo druk mee, dat we zelf niet<br />

eens meer konden aangeven aan onze leden wat voor<br />

hen de betekenis was van wat er in Europa gebeurde<br />

en hoe ze daarmee hun voordeel konden doen.”<br />

Zo’n vijf jaar geleden werd daarom besloten het<br />

aantal dossiers te beperken en zich te concentreren<br />

op wat voor de leden werkelijk van belang is. “Ik heb<br />

toen tegen mijn team gezegd: ‘wij gaan onszelf uitnodigen<br />

bij de instellingen in Nederland, om te horen<br />

wat daar speelt. Bel op of je kunt langskomen om bij<br />

te praten over Europa, uit te leggen welke ontwikkelingen<br />

wij zien en te onderzoeken wat de internationale<br />

strategie is van de instelling.’ En doordat wij<br />

veel in Nederland zijn, merken we dat we steeds beter<br />

op het netvlies van de kennisinstellingen krijgen hoe<br />

belangrijk Europa is en welke kansen er liggen.”<br />

Voor hogescholen is bijvoorbeeld nog veel winst te<br />

behalen, zegt Kramer. “De Vereniging Hogescholen<br />

heeft eens verzucht: ‘Help ons met vraagarticulatie.<br />

Wij weten niet welke vragen we moeten stellen om<br />

goed internationaal te werken’.” Sommige hogescholen<br />

kiezen speerpunten die op de regio zijn<br />

gericht en gebruiken ook de taal die in de regio wordt<br />

herkend, legt Kramer uit, maar waar ‘Brussel’ niets<br />

van begrijpt en daardoor ook niets mee kan. “Als een<br />

ambtenaar hier een mededeling moet opstellen over<br />

voedsel, zal hij snel aan deskundigen uit Wageningen<br />

denken. Want Wageningen is food. Ik probeer<br />

bestuurders van hogescholen ervan te overtuigen dat<br />

zij zich ook op zo’n manier moeten profileren, om<br />

eenvoudiger te kunnen aansluiten bij internationale<br />

consortia.”<br />

Ook de komende tien jaar is er nog genoeg werk aan<br />

de winkel voor Neth-ER, denkt de directeur. “Ons<br />

zendingswerk blijft doorgaan.”<br />

annelieke zandvliet<br />

november/december 2015 | <strong>transfer</strong>


13<br />

opinie<br />

‘Maak vluchteling<br />

ambassadeur<br />

van Nederland<br />

Kennisland’<br />

Vluchtelingen uit het Midden-<br />

Oosten zullen ons voor langere tijd<br />

gezelschap houden en daar gaan we<br />

het beste van maken. Peter van der<br />

Hijden is blij dat het Nederlandse<br />

onderwijs deze aanpak heeft<br />

gekozen. Hij wijst op de voordelen<br />

die de vluchtelingen Nederland en<br />

Europa kunnen bieden.<br />

Talloos zijn de initiatieven voor<br />

vluchte lingen,van vrijwilligers en<br />

instellingen in het hele land. Moties en<br />

Kamerbrieven gaan in dezelfde richting.<br />

Ze sluiten allemaal aan bij een<br />

onderliggende trend van pragmatisme<br />

die ook elders in Europa zichtbaar is.<br />

De Europese Commissie heeft een<br />

overzicht gepubliceerd van ideeën hoe<br />

Erasmus+ kan helpen om vluchtelingen<br />

te integreren in het onderwijs<br />

op verschillende niveaus.<br />

Dat zal inspanning vergen, maar ook<br />

vruchten afwerpen. Migranten dragen<br />

bij aan de economische, demografische<br />

en sociale ontwikkeling van een land.<br />

De Verenigde Staten zijn daarvan een<br />

extreem voorbeeld. China ook, met de<br />

grote trek naar de stad die al decennia<br />

aanhoudt.<br />

Bouwend Nederland is verheugd over<br />

de stimulans veroorzaakt door de<br />

vluchtelingenstroom. Universiteiten<br />

en hogescholen kunnen dat ook zijn.<br />

Zij hebben belang bij het goed integreren<br />

van deze studentenpopulatie.<br />

De vergelijking met ‘Nederland<br />

Transportland’ dringt zich op. Er zit<br />

winst in het toevoegen van waarde<br />

aan producten en diensten die via<br />

Nederland de wijde wereld ingaan.<br />

Dat geldt ook, oneerbiedig gezegd,<br />

voor mensen die – om wat voor reden<br />

dan ook – ons koninkrijk aandoen:<br />

Nederland als transitieland.<br />

“Mensen die hier vandaan de<br />

wijde wereld in gaan, leveren<br />

Nederland winst op”<br />

Het toevoegen van waarden/kennis/<br />

kunde/vaardigheden aan personen<br />

is de kern van het verdienmodel van<br />

Nederland transitieland. Over de status<br />

van personen beslissen verdragen. En<br />

dat mag best streng zijn, of leiden tot<br />

een tijdelijke verblijfsstatus. Hoe dan<br />

ook is het belangrijk om de proceduretijd<br />

te benutten om van de binnenkomer<br />

een ‘ambassadeur van Nederland<br />

Kennisland’ te maken.<br />

Ook een kortstondig verblijf leidt tot<br />

sociale, culturele en economische<br />

banden. We zien dat bijvoorbeeld bij<br />

Erasmusstudenten. Ook een vluchtelinge<br />

die ons land verlaat met een vers<br />

hbo-diploma op zak, zal de rest van haar<br />

leven deze band koesteren.<br />

Nu kunnen we eindelijk ook onze bejubelde<br />

erkenning van eerder verworven<br />

competenties toepassen op een substantiële<br />

groep mensen die zichzelf aandient.<br />

Enige relativering is daarbij op<br />

zijn plaats. Elke tien jaar wordt in<br />

Nederland een bekwaam chirurg<br />

ontmaskerd met enkel een propedeuse<br />

op zak. Hoeveel minuten zouden drie<br />

architecten eigenlijk nodig hebben om<br />

in een Skype-interview hun gesjeesde<br />

collega uit Homs te ontmaskeren?<br />

Vervolgens kunnen ze hem een stageplek<br />

aanbieden – crowd assessment op<br />

menselijke maat.<br />

Met dit alles kunnen we vooruitlopen<br />

op een integrale Europese migratiepolitiek,<br />

die een oplossing biedt voor noden<br />

elders in de wereld en goed is voor<br />

evenwicht alhier. Met liefst een grote<br />

rol voor onderwijs: ‘Europe, Graduate<br />

School Of The World’. Het Nederlandse<br />

EU-voorzitterschap heeft alvast een<br />

mooi dossier om de tanden in te zetten!<br />

peter van der hijden<br />

Peter van der Hijden is internationaal hogeronderwijsconsulent<br />

te Brussel. Hij bedacht, samen<br />

met Olga Wessels en Sebastiaan den Bak van<br />

Neth-ER, het idee van een virtuele ‘Lampedusa’-<br />

universiteit voor vluchtelingen.<br />

november/december 2015 | <strong>transfer</strong>


14<br />

nederland en europa<br />

ho-vertegenwoordigers in brussel over hun werk<br />

‘Iedereen kijkt naar de<br />

Brusselse geldpotten’<br />

Foto’s (vlnr): Studio Max Koot, Wilfried Scholtes/ Beeldveld, Guy Ackermans<br />

‘Wat wij doen, is een<br />

soort intelligence’<br />

marjolein van griethuysen<br />

erasmus universiteit rotterdam<br />

voormalig directeur European Affairs & Innovation<br />

“In 2007 ging ik voor de Erasmus Universiteit werken.<br />

Lobbyen vind ik een verkeerd woord, alsof ik stofzuigers<br />

verkoop. Het gaat erom de dialoog te verrijken<br />

tussen onderzoekers en de Europese Commissie, en<br />

om invloed te krijgen op beleid, zoals de wetteksten<br />

van programma’s als Erasmus+ en Horizon2020. Daar<br />

komen uiteindelijk zakken met geld aan te hangen.<br />

Het belangrijkste is dat je als universiteit niet geïsoleerd<br />

bent. Je moet zo snel mogelijk partners zoeken<br />

voor je eigen onderzoekers. Het is een soort intelligence.<br />

Als je op straat iemand tegen het lijf loopt, kun<br />

je in drie tellen veel nieuwe informatie uitwisselen.<br />

Ik zat fulltime in Brussel en was ongeveer vier keer<br />

per maand in Rotterdam. Daar organiseerde ik maandelijks<br />

een EU-lunchdebat waardoor ik ook actuele<br />

kennis mee terug kon nemen naar Brussel.<br />

Je kunt daar heus iets betekenen. In oktober 2014<br />

kwam commissievoorzitter Jean-Claude Juncker met<br />

een plan tegen werkloosheid. Daarvoor wilde hij geld<br />

uit onderzoeksprogramma’s gebruiken. Wij hebben<br />

toen tegen de Nederlandse permanente vertegenwoordiging<br />

gezegd: ‘Alsjeblieft, laat de onderzoeksfondsen<br />

ERC en Marie Sklodowska-Curie Actions<br />

intact, die zijn belangrijk voor de onderzoekers.’<br />

Dat heeft men meegenomen in gesprekken met de<br />

Commissie. Met resultaat. Dat kwam heus niet alleen<br />

door ons, maar toch.<br />

Sinds 1 augustus is de Erasmus Universiteit gestopt<br />

met de Brusselse vertegenwoordiging. Dat komt<br />

door een zware bezuiniging, en door herijking van<br />

het internationale beleid. Maar ik sluit niet uit dat we<br />

weer terugkomen.”<br />

‘Ik kijk of een<br />

voorstel aansluit<br />

bij het<br />

Brusselse jargon’<br />

annejet goede<br />

strategic board delta region, netwerkorganisatie<br />

in zuidwest-nederland<br />

EU-liaison Education, Research and Innovation<br />

“Je kunt als kennisinstelling nog zulke waardevolle<br />

expertise hebben; als de bewoording van je voorstel<br />

niet past bij wat Brussel zoekt, loop je die subsidie<br />

mis. Ik zie mezelf als adviseur, ik kijk onder meer of<br />

een subsidievoorstel aansluit bij het Brusselse jargon.<br />

Ik werk in onze regio voor het ROC West-Brabant en<br />

de hogescholen Avans en NHTV. Namens hen speur<br />

ik naar de beste netwerken en subsidieprogramma’s<br />

in Brussel. We werken samen met overheid en<br />

bedrijfsleven.<br />

Ik doe dit werk pas sinds driekwart jaar. Ik vind<br />

het belangrijk om eerst de onderwijsinstellingen<br />

en de regio goed te leren kennen, daar steek ik veel<br />

tijd in. Ik ben ongeveer tweederde van mijn tijd in<br />

Nederland, eenderde in Brussel. Daar hebben we een<br />

werkplekje bij Neth-ER.<br />

In de praktijk ben ik veel bezig met speerpunten van<br />

onze regio: logistiek, maintenance en de biobased<br />

economy. Een recent succes is dat we een subsidie<br />

hebben gekregen om applicatiecentra in onze regio<br />

te professionaliseren. Dat zijn centra waar het<br />

midden-en kleinbedrijf nieuwe ideeën kan testen,<br />

bijvoorbeeld een nieuwe manier om organische<br />

afvalstromen als bietenresten te recyclen. Die ideeën<br />

gaan we delen met andere EU-lidstaten. Wie weet<br />

waar dat weer toe leidt.”<br />

november/december 2015 | <strong>transfer</strong>


15<br />

Brussel staat bekend als lobbyparadijs. Ook de<br />

Nederlandse universiteiten en hogescholen zijn er volop<br />

aan het werk. Ze zoeken invloed op beleid en gaan op<br />

jacht naar subsidies. Vier vertegenwoordigers uit het<br />

Nederlandse hoger onderwijs vertellen.<br />

Wie & wat in Brussel<br />

Neth-ER: Het Netherlands house for Education<br />

and Research, de vertegenwoordiging van het<br />

Nederlandse kennisveld in Brussel.<br />

Horizon2020: Het programma van de<br />

Europese Commissie om Europees onderzoek<br />

en innovatie te stimuleren. Budget: 80<br />

miljard euro voor de periode 2014–2020.<br />

Erasmus+: het Europese subsidieprogramma<br />

voor onderwijs, jeugd en sport. Budget: 14,7<br />

miljard euro voor de periode 2014–2020. (EB)<br />

‘We hebben<br />

al zeventig<br />

Horizon2020-<br />

projecten<br />

binnengehaald’<br />

peter jongebloed<br />

wageningen ur<br />

Senior advisor and manager EU office<br />

“In Wageningen hebben we een EU office als onderdeel<br />

van Wageningen International. We werken er<br />

met z’n vijven, ikzelf fulltime, de anderen werken<br />

ook deels bij een van de onderdelen van Wageningen<br />

UR. Dat is verstandig, ik wil niet dat we in een<br />

ivoren toren zitten. Ik geloof er ook niet in om<br />

continu een lobbyist in Brussel te hebben; het is<br />

belangrijk om voeling te houden met de eigen organisatie.<br />

Zelf ben ik zo’n 70 procent van mijn tijd in<br />

Wageningen.<br />

In Wageningen ondersteunen we onderzoekers bij<br />

het schrijven van onderzoeksvoorstellen, en organiseren<br />

we cursussen over de Europese programma’s,<br />

met een focus op Horizon2020. We hebben tot nu<br />

toe zo’n zeventig Horizon2020-projecten binnengehaald,<br />

maar de concurrentie is gigantisch. Iedereen<br />

zit naar die Brusselse geldpotten te kijken.<br />

Een ander deel van mijn taak is de coördinatie van de<br />

Wageningen-lobby in Brussel. Het is van strategisch<br />

belang om het geluid van Wageningen UR in Brussel<br />

te laten horen, samen met nationale en internationale<br />

partners. We willen de Europese Commissie laten<br />

zien hoe wij kunnen bijdragen aan de implementatie<br />

van Europees beleid en het oplossen van grote maatschappelijke<br />

uitdagingen.”<br />

‘Op onze<br />

Brusselse campus<br />

heb je iedereen bij<br />

elkaar’<br />

vivianne heijnen<br />

maastricht university<br />

Head Campus Brussels<br />

“Wij zijn in Brussel op een unieke manier vertegenwoordigd,<br />

omdat we hier een eigen campus hebben.<br />

We bieden werkplaatsen, vergaderruimtes en conferentiezalen<br />

voor medewerkers, studenten en alumni.<br />

Het afgelopen jaar zijn hier meer dan honderd activiteiten<br />

georganiseerd, uiteenlopend van kleine vergaderingen<br />

tot grote conferenties.<br />

Voor onderzoekers zijn we een belangrijk platform,<br />

ze kunnen bijvoorbeeld bijeenkomsten voor<br />

consortia bij ons organiseren. Als onderzoekers een<br />

subsidievoorstel willen doen, moeten ze daarvoor<br />

partners uit verschillende landen en mensen van de<br />

Commissie bij elkaar hebben. Dat kan hier.<br />

Een ander doel van de campus is postacademisch<br />

onderwijs aanbieden. Er zijn in Brussel veel young<br />

professionals die daar behoefte aan hebben. We organiseren<br />

kortere cursussen en masterclasses, maar ook<br />

volledige PhD-programma’s voor mensen die naast<br />

hun baan in Brussel willen promoveren.<br />

Voor de universiteit hebben we een ambassadeursfunctie.<br />

We denken inhoudelijk mee met onderzoekers<br />

die hier iets willen organiseren, maar we<br />

kunnen met ons team van vier man ook helpen met<br />

praktische zaken en PR. En ik probeer als hoofd van<br />

de campus natuurlijk overal mijn ogen en oren open<br />

te houden voor de universiteit.”<br />

elleke bal<br />

november/december 2015 | <strong>transfer</strong>


16<br />

nederland en europa<br />

succesvol subsidie aanvragen voor een strategisch partnerschap<br />

Leren van feedback en foc<br />

Studenten voor het hoofdgebouw<br />

van University College Roosevelt<br />

Foto: University College Roosevelt<br />

Erasmus+ behelst niet alleen beurzen, maar ook subsidies voor strategische<br />

partnerschappen. Nederland doet het goed bij dit relatief nieuwe fenomeen.<br />

Herman Tak, coördinator van een van de partnerschappen die in 2015 zijn<br />

gehonoreerd, vertelt over de totstandkoming van zijn subsidieaanvraag.<br />

Eerlijk gezegd schrok hij een beetje, toen hij hoorde<br />

dat ‘zijn’ aanvraag was toegekend. Na twee eerdere<br />

afwijzingen hield Herman Tak er rekening mee dat<br />

het ook dit keer niet zou lukken. Bovendien: “Ik<br />

besefte dat er een hoop extra werk aan zat te komen”,<br />

zegt hij. “En dat blijkt ook te kloppen. Alle betrokken<br />

docenten hebben al een vol programma, want binnen<br />

de Liberal Arts & Sciences-programma’s wordt intensief<br />

onderwijs gegeven, en daar komt onderzoek nog<br />

bij. Maar het feit dat we de subsidie hebben gekregen,<br />

is een grote stimulans om een mooi project uit te<br />

voeren. En we hebben de taken goed verdeeld.”<br />

Tak is coördinator van het project dat dit jaar de<br />

hoogste ogen gooide van alle aanvragen voor strategische<br />

partnerschappen binnen Erasmus+. Het<br />

project heet The best Liberal Arts and Science Teaching<br />

Expanded and Reinforced, is een samenwerking van<br />

zes University Colleges en richt zich op de uitbreiding<br />

en versterking van Liberal Arts and Science<br />

(LAS)-programma’s. In het hoger onderwijs, vooral<br />

in de bachelorprogramma’s, wordt studenten onvoldoende<br />

creativiteit en te weinig innovatief vermogen<br />

bijgebracht, is het achterliggende idee. Het interdisciplinaire<br />

LAS-onderwijs kan dat veranderen,<br />

door academische vaardigheden te stimuleren en<br />

studenten out of the box te laten denken. Binnen het<br />

november/december 2015 | <strong>transfer</strong>


17<br />

ussen op concrete punten<br />

project worden drie pijlers ontwikkeld: richtlijnen<br />

voor het invullen van de LAS-programma’s, een<br />

praktische ‘Teaching Training Kit’ en tot slot richtlijnen<br />

voor undergraduate research met daarbij best<br />

practices in zulk onderzoek.<br />

Isolement<br />

Behalve het University College Roosevelt (UCR)<br />

in Middelburg, waaraan Tak zelf is verbonden als<br />

associate professor Europese antropologie, zijn bij<br />

Strategische partnerschappen<br />

en Knowledge Alliances<br />

Strategische partnerschappen zijn internationale samenwerkingsprojecten,<br />

gericht op innovatie. Ze maken deel uit van het zeven jaar<br />

durende Erasmus+-programma, dat op 1 januari 2014 van start ging.<br />

Elk project moet gericht zijn op het oplossen van vraagstukken die<br />

een rol spelen in een of meer onderwijssectoren, en de samenwerkingsverbanden<br />

moeten bestaan uit minimaal drie organisaties uit<br />

drie verschillende Erasmus+-programmalanden. De looptijd kan variëren<br />

van 24 tot 36 maanden. Elk partnerschap kan maximaal 150.000<br />

euro per jaar aanvragen, dus maximaal 450.000 voor een project.<br />

Voor de ronde van 2015 ontving het Nationaal Agentschap Erasmus+<br />

in Nederland 41 ontvankelijke aanvragen, waarvan er 29 voldoende<br />

punten scoorden om in aanmerking te komen voor subsidie.<br />

Uiteindelijk werden de zeven aanvragen met de meeste punten gehonoreerd,<br />

waarmee het budget van circa 2.500.000 volledig wordt<br />

benut.<br />

Behalve de strategische partnerschappen kent het Erasmus+programma<br />

ook Knowledge Alliances: sectoroverstijgende partnerschappen<br />

tussen instellingen voor hoger onderwijs en ondernemingen.<br />

Waar de strategische partnerschappen op nationaal niveau –<br />

dus: decentraal – worden aangevraagd, gebeurt dat bij de Knowledge<br />

Alliances centraal, in Brussel. Anders dan bij de strategische partnerschapen<br />

speelt het bedrijfsleven in deze tweede variant per definitie<br />

een rol. Het doel van de Alliances is om creativiteit, innovatie en<br />

ondernemerschap te bevorderen door middel van innovatieve, multidisciplinaire<br />

leerbenaderingen en kwalificaties. Van de tweehonderd<br />

aanvragen werden er acht toegekend. Daaronder zijn geen aanvragen<br />

uit Nederland. (DV)<br />

het partnerschap ook betrokken de Universiteit<br />

Leiden, onderwijsinstellingen in Slowakije, Groot-<br />

Brittannië en Letland, en Ecolas, het in Slowakije<br />

gevestigde netwerk van LAS-colleges. Het initiatief<br />

voor de samenwerking kwam van Ecolas en het UCR.<br />

Tak kende Ecolas al goed, omdat hij als antropoloog<br />

veel in Centraal-Europa komt. Maar ook met de<br />

andere partners was er al vrij intensief contact. “De<br />

LAS-colleges vormen een sterk netwerk. Iedereen die<br />

we spraken was enthousiast om mee te doen. Niet zo<br />

gek: de LAS-colleges zitten binnen de universitaire<br />

wereld in een isolement, omdat we zo anders, multidisciplinair,<br />

werken.”<br />

De subsidie die aan het project is toegekend – 275.448<br />

euro – wordt verdeeld over vier taakgroepen, waaronder<br />

degene die, vanuit het UCR, het project<br />

aanstuurt. Reiskosten (34.500 euro) maken een<br />

substantieel deel van het budget uit, al wordt er<br />

volgens Tak vooral gecommuniceerd via Skype en<br />

e-mail. “De meeste reiskosten zijn gerelateerd aan<br />

multiplier events.” De andere drie taakgroepen, die<br />

net als de hoogleraren zijn verdeeld over de onderwijsinstellingen,<br />

hebben te maken met de drie pijlers<br />

van het project. Hoogleraren van de verschillende<br />

onderwijsinstellingen ontwikkelen de richtlijnen<br />

voor het opzetten van een kwalitatief hoogwaardig<br />

LAS-college. Ze stellen een Teaching Training<br />

Kit samen, waarin staat wat nodig is om goed<br />

LAS-onderwijs te geven. “De manier van lesgeven<br />

aan LAS is bijvoorbeeld veel interactiever en kleinschaliger,<br />

en je wordt als docent geacht je cursus doorlopend<br />

verder te ontwikkelen en te actualiseren.”<br />

En dan is er nog de derde pijler: het onderzoek. “We<br />

willen studenten de mogelijkheid geven onderzoek<br />

te doen. In het vierde semester van hun studie zijn<br />

studenten vaak al heel goede onderzoekers, doordat ze<br />

zo’n brede basis hebben. Maar zoals je niet een beetje<br />

zwanger kunt zijn, kun je ook niet een beetje onderzoek<br />

doen: de bachelorthesis mag echt iets voorstellen.<br />

Daarom willen we de best practices op een rij zetten.”<br />

Veel minder kosten<br />

Dat ‘zijn’ partnerschap het goed deed bij de beoordelaars<br />

van de aanvragen, begrijpt Tak wel. “We<br />

focussen op drie concrete punten, die allemaal<br />

specifiek te maken hebben met LAS. Lesgeven krijgt<br />

november/december 2015 | <strong>transfer</strong>


18<br />

al in allerlei samenwerkingsprojecten aandacht,<br />

doceren in LAS niet. En laten we eerlijk zijn: LAS<br />

is een voorbeeld van goed universitair onderwijs,<br />

dat ook nog eens veel minder kost<br />

dan regulier onderwijs. Studenten<br />

betalen bovenop het collegegeld<br />

een International Fee, maar ze<br />

krijgen daarvoor meer contacturen,<br />

beter onderwijs en huisvesting.<br />

We hebben veel minder kosten<br />

voor personeel en gebouwen, er is<br />

bijvoorbeeld geen mensa. En daardoor<br />

kunnen we ons budget voor<br />

het overgrote deel daadwerkelijk aan onderwijs en<br />

onderzoek besteden.” Ook, zegt hij, zal het hebben<br />

“De eerste keren waren<br />

we niet precies genoeg<br />

geweest, en hadden het<br />

niet aansprekend genoeg<br />

opgeschreven”<br />

bijgedragen aan het succes dat er instellingen uit<br />

Centraal-Europa meedoen, terwijl het universitair<br />

onderwijs doorgaans ‘erg Amerikaans en Brits georiënteerd<br />

is’.<br />

Maar Tak geeft eerlijk toe dat de<br />

aanvragers ook hebben geleerd van<br />

hun ‘fouten’: dit was hun derde<br />

poging, de eerste twee aanvragen<br />

werden niet toegekend. “Bij die<br />

eerste twee maakte undergraduate<br />

research nog geen onderdeel uit van<br />

het plan. Ten tijde van de eerdere<br />

aanvragen was een website over<br />

LAS-onderwijs ook onderdeel van het plan, maar<br />

dat vonden we bij nader inzien van ondergeschikt<br />

belang.” De feedback van de eerdere keren was<br />

leerzaam, zegt Tak. “We waren niet precies genoeg<br />

geweest, en hadden de aanvraag niet aansprekend<br />

genoeg opgeschreven. De dean van het UCR, Barbara<br />

Oomen, heeft de tekst heel goed geredigeerd.”<br />

Afgestudeerden van het<br />

University College Roosevelt<br />

Foto: University College Roosevelt<br />

Grote stimulans<br />

Hoe belangrijk het project volgens Tak ook is – “Ik<br />

geloof dat goed LAS-onderwijs voor heel veel<br />

studenten geschikt is, want het geeft hun de gelegenheid<br />

onderzoek te doen tijdens de bachelor en het<br />

risico van een verkeerde studiekeuze is veel kleiner”-<br />

zonder de mogelijkheid van de strategische partnerschappen<br />

was het project waarschijnlijk niet van de<br />

grond gekomen, zegt hij. “De subsidie is een grote<br />

stimulans. Kleine instellingen kunnen er een contract<br />

van verlengen, of iemand van aannemen.”<br />

Voor wie overweegt ook een strategisch partnerschap<br />

te beginnen, heeft Tak enkele adviezen. Te<br />

beginnen met: neem er de tijd voor. “Het opstellen<br />

van een goede aanvraag doe je niet in een paar weken.<br />

Je moet niet alleen helder op een rijtje hebben wat je<br />

wilt gaan doen, je moet het ook weten te verkopen.”<br />

Lukt het niet in één keer, niet getreurd: “Leer ervan,<br />

je hebt veel aan de feedback die je krijgt. Alleen dat<br />

is al een goede reden om een aanvraag te doen.” Ook<br />

belangrijk: wees ervan doordrongen dat ieder land<br />

en ieder onderwijssysteem anders zijn. “In Italië<br />

werken de universiteiten enorm bureaucratisch en is<br />

een samenwerking moeilijk te realiseren. Het Poolse<br />

onderwijssysteem is juist erg toegankelijk, maar daar<br />

is het zaak mensen niet te direct te benaderen. Zorg<br />

dat je de universiteiten en culturen waarmee je wilt<br />

werken, écht kent.”<br />

dorien vrieling<br />

november/december 2015 | <strong>transfer</strong>


19<br />

in business<br />

Mensen uit het bedrijfsleven<br />

over de waarde van buitenlandse<br />

studie-ervaring<br />

marloes michon<br />

vice president hr bij<br />

shell benelux/france<br />

‘Waarom iemand bepaalde keuzes maakt, dát is boeiend’<br />

Foto Marloes Michon: Henriëtte Guest Foto: Shell<br />

Met buitenlandse studie-ervaring<br />

op je cv vind je sneller een baan.<br />

Hoe denkt het bedrijfsleven zelf<br />

over dat idee? Marloes Michon<br />

is vice president HR bij Shell<br />

Benelux/France.<br />

Wil je kunnen werken in een internationaal<br />

georiënteerd bedrijf, dan<br />

heb je volgens Marloes Michon maar<br />

één ding nodig. Nee, ze doelt niet op<br />

buitenlandervaring. “In een bedrijf<br />

als Shell, waar alleen al in Nederland<br />

mensen van 96 verschillende nationaliteiten<br />

werken, moet je open staan<br />

voor andere culturen. Je hebt een<br />

diverse mindset nodig.” Wie geïnteresseerd<br />

is in hoe mensen met een<br />

andere achtergrond denken, oordeelt<br />

namelijk minder snel, en is zich meer<br />

bewust van zijn éigen achtergrond. “Zo<br />

iemand weet dat hij, net als iedereen,<br />

beïnvloed is door zijn cultuur.”<br />

Zo’n instelling heb je, of die heb je<br />

niet, zegt Michon. En dat is precies de<br />

reden dat ze buitenlandervaring bij een<br />

sollicitatiegesprek niet het belangrijkste<br />

onderwerp vindt. “Een expat kan een<br />

behoorlijk gesloten manier van denken<br />

hebben, en iemand die nauwelijks heeft<br />

gereisd, kan enorm open staan voor<br />

andere culturen.” Sta je ervoor open,<br />

dan komen de ‘internationale competenties’<br />

die je tijdens een studie in het<br />

buitenland kunt opdoen, vanzelf. Neem<br />

haar eigen geschiedenis: Michon heeft<br />

nooit in het buitenland gestudeerd,<br />

maar heeft in haar carrière enorm veel<br />

met buitenlandse collega’s gewerkt.<br />

Aan de bar hangen<br />

Maar wat zegt het over iemands instelling<br />

als diegene er niet voor kiest om<br />

ook buitenlandse studie-ervaring op te<br />

doen? Hoort studeren in het buitenland<br />

er anno 2015 niet gewoon bij? “Nee”,<br />

zegt Michon. “Iemand moet net de<br />

gelegenheid hebben gehad, of de kans<br />

hebben gegrepen. Je sluit een heleboel<br />

getalenteerde mensen uit als je selecteert<br />

op buitenlandervaring. Bovendien<br />

is het net zoiets als lidmaatschap van<br />

een studentenvereniging: de ervaring<br />

op zich zegt niet zoveel. Je kunt<br />

bestuurlijk actief zijn geweest, maar<br />

ook jaren aan de bar hebben gehangen.”<br />

Dat wil allemaal niet zeggen dat ze<br />

internationale ervaring niet waardeert.<br />

Het valt haar op dat jonge mensen die in<br />

het buitenland hebben gestudeerd, vaak<br />

gevoel hebben voor subtiele culturele<br />

verschillen. Bovendien laat buitenlandervaring<br />

zien dat je zelfstandig bent<br />

en initiatief kunt nemen. Maar dat kan<br />

ook uit andere dingen blijken. “Wat<br />

ik uiteindelijk het interessantst vind,<br />

zijn niet de feiten – wat heeft iemand<br />

gedaan –, maar het verhaal daarachter.<br />

Sommigen hebben obstakels overwonnen,<br />

dát is boeiend. Wat kwam je<br />

tegen, en hoe ging je daarmee om? Ik<br />

ben mentor van een groep studenten,<br />

en hen druk ik altijd op het hart: denk<br />

nooit dat je verkeerde keuzes hebt<br />

gemaakt, maar leg uit waaróm je die<br />

keuzes hebt gemaakt.”<br />

dorien vrieling


20<br />

achtergrond<br />

tiever willen worden”, vindt Wild, die in de strareacties<br />

op strategische agenda ep-nuffic 2016–2020<br />

‘Leg verbindingen en vergeet<br />

Illustratie: Marco Jeurissen<br />

Op 1 januari was de fusie tussen de Nuffic<br />

en het Europees Platform een feit. Nu ligt<br />

er een strategische agenda voor de nieuwe<br />

organisatie die zich richt op internationalisering<br />

van het basis- tot het hoger onderwijs,<br />

getiteld: ‘Internationalisering, een wereld<br />

van verschil’. Transfer peilde de mening van<br />

vijf belanghebbenden over de plannen van<br />

EP-Nuffic voor 2016 tot 2020.<br />

Verbindingen leggen<br />

Petra de Swart kijkt voor haar werk bij het career centre<br />

van Fontys International Business School regelmatig op<br />

de Nuffic-website. Ze vindt er informatie over regelgeving,<br />

die nog best wat concreter zou mogen.<br />

Dat het verbinden van internationalisering in het<br />

onderwijs met de arbeidsmarkt een van de agendapunten<br />

is, stemt De Swart tevreden. “Die connectie<br />

is een probleem, vooral voor studenten van buiten de<br />

EU.” Maar ze mist een concretisering van de aanpak.<br />

“Komt er bijvoorbeeld een database van internationale<br />

bedrijven?” De hogescholen doen zelf al veel, weet ze.<br />

“We zijn bij Saxion geweest, omdat ze daar ver zijn<br />

met programma’s op dit terrein. En bij Fontys ontwikkelen<br />

we cultural awareness-beleid. Hoe gaat EP-Nuffic<br />

inventariseren wat er al is en verbindingen leggen? Dan<br />

kunnen we elkaar versterken.”<br />

Nederlands belang<br />

Wim Douven is net terug uit Myanmar. Hij is, onder<br />

meer in dat land, betrokken bij NICHE-projecten.<br />

Daarnaast geeft hij onderwijs binnen de vakgroep<br />

Watermanagement van Unesco-IHE. Omdat hij met<br />

enkele collega’s aan de strategie van zijn instelling<br />

werkt, is zijn eerste reactie op de strategische agenda:<br />

“De lengte is goed.” Ook noemt hij het stuk interessant.<br />

Het valt hem wel op dat de agenda sterk is geschreven<br />

vanuit het belang voor Nederland. En ook hij vindt<br />

het lastig om te zien wat die concreet gaat opleveren.<br />

Neem de passage over capaciteitsopbouw. “NICHE is<br />

nu een belangrijk programma, maar die naam komt er<br />

niet in voor. Wel staat er dat er iets moet veranderen,<br />

maar waarom dan en hoe?”<br />

Ook zou hij meer willen weten over de afdeling<br />

Kennis & Innovatie. “Die vormt blijkbaar het hart<br />

van EP-Nuffic.”<br />

Een wereld te ontginnen<br />

“EP-Nuffic loopt achter”, mopperde Ulrike Wild<br />

eerder dit jaar, omdat online studenten niet in<br />

aanmerking bleken te komen voor beurzen. “Die<br />

regels zijn gewoon niet meer van deze tijd.” De<br />

director Online and open learning van de WUR kan<br />

nog steeds niet goed inschatten welke kant EP-Nuffic<br />

op wil. “Elke organisatie moet flexibeler en innova-<br />

november/december 2015 | <strong>transfer</strong>


21<br />

online mogelijkheden niet’<br />

tegische agenda niets leest waar zij tegen is. “Maar<br />

ik zie niets terug over de digitale revolutie en de<br />

mogelijkheden daarvan voor studenten wereldwijd,<br />

zoals online degrees en MOOC’s. Daar is een hele<br />

wereld te ontginnen, ook voor capaciteitsopbouw.<br />

Denk bijvoorbeeld aan de mogelijkheid om een track<br />

samen te stellen van open en online courses van<br />

verschillende universiteiten.” Verder bekruipt Wild<br />

het gevoel dat de organisatie zich te veel op curricula<br />

richt, omdat het belang van internationale en interculturele<br />

vaardigheden sterk wordt aangezet in de<br />

strategie. Haar advies: “Faciliteer, maar ga niet op de<br />

stoel van de instellingen zitten.”<br />

Uit de university bubble<br />

Als integration coordinator bij Erasmus Student<br />

Network (ESN) Groningen is Céline Martens fulltime<br />

bezig met internationalisering. Zelf heeft ze tijdens<br />

haar bachelor Internationale Betrekkingen aan de<br />

RUG een halfjaar in Canada gestudeerd. Toch moest<br />

ze even opzoeken wat EP-Nuffic precies doet. “Alles<br />

Drie thema’s, zes agendapunten<br />

De strategische agenda 2016–2020<br />

van EP-Nuffic kent drie thema’s, waaruit in totaal<br />

zes agendapunten voortkomen.<br />

THEMA 1 Onze rol: huis van internationalisering<br />

• Agendapunt 1: Inspirator voor internationalisering vanuit<br />

expertise<br />

• Agendapunt 2: Dienstverlener en makelaar voor de hele<br />

onderwijssector<br />

THEMA 2 Nieuwe accenten<br />

• Agendapunt 3: Naar een onderwijsbrede internationaliseringsagenda<br />

• Agendapunt 4: Capaciteitsopbouw die aansluit bij internationaliseringsambities<br />

• Agendapunt 5: Verbinden internationalisering onderwijs<br />

en arbeidsmarkt<br />

THEMA 3 Ontwikkeling van de organisatie<br />

• Agendapunt 6: Organisatie met slagkracht, flexibiliteit en<br />

innovatievermogen<br />

voor de uitwisseling heb ik via de universiteit geregeld.<br />

Ik kreeg ook een Marco Polo-beurs.”<br />

Een belangrijk punt in de strategische agenda<br />

vindt Martens de aandacht voor verbinding met de<br />

arbeidsmarkt. “Als iedereen na afloop van de studie<br />

terugkeert naar zijn eigen land en daar gaat werken,<br />

is dat zonde.” Ze adviseert om daar niet alleen het<br />

bedrijfsleven bij te betrekken, maar ook gemeenten,<br />

voor een breder perspectief. Het tweedaagse evenement<br />

Experience Groningen, dat ESN in 2016 organiseert<br />

in opdracht van de gemeente, laat buitenlandse<br />

studenten bijvoorbeeld kennismaken met stad en<br />

provincie. “Zij leven vaak in een university bubble”,<br />

weet Martens. “Je kijkt niet zo snel verder als je hier<br />

voor een heel of half jaar studeert.”<br />

Meer aansluiting mbo en ho<br />

Internationalisering in het vo, het mbo en het hbo –<br />

AERES heeft er ervaring mee. Het Ethiopië-project van<br />

deze instelling biedt leerlingen en studenten uit alle<br />

fases van het beroepsonderwijs de mogelijkheid om<br />

buitenlandervaring op te doen. Toch kan Teus Korevaar<br />

van het bureau buitenland van Groenhorst, onderdeel<br />

van AERES voor (v)mbo, zich niets voorstellen bij een<br />

onderwijsbrede internationaliseringsagenda. “Zoiets<br />

wordt al snel nietszeggend, als iedereen zich erin moet<br />

kunnen herkennen.”<br />

In de strategische agenda van EP-Nuffic komt veel terug<br />

waar AERES al op inzet, zegt Korevaar. “Zoals samenwerking<br />

met het bedrijfsleven, en dat internationalisering<br />

meer is dan mobiliteit.” Hij pleit ervoor mbo en ho<br />

meer naar elkaar toe te trekken. “Het mbo wordt vaak<br />

op een hoop geveegd met het voortgezet onderwijs.<br />

Terwijl aansluiting bij het hbo meer voor de hand ligt,<br />

zoals in het buitenland, waar niet zo’n duidelijke tweedeling<br />

in het beroepsonderwijs is.” EP-Nuffic moet<br />

volgens Korevaar een platform bieden waar verschillende<br />

onderwijstypen elkaar tegenkomen. Biedt dat ook<br />

voordelen voor het ho? Hij denkt van wel. “Binnen het<br />

groene onderwijs bestaat er al samenwerking tussen<br />

mbo, hbo en wo bij projecten en trainingen in het<br />

buitenland. Zo zou het in andere sectoren ook kunnen.”<br />

annelieke zandvliet<br />

De strategische agenda is te vinden op www.epnuffic.nl.<br />

november/december 2015 | <strong>transfer</strong>


22 achtergrond<br />

met innovatieve projecten op weg naar een nieuw model voor capaciteitsversterking<br />

Innocap brengt verschillende<br />

werelden bij elkaar<br />

Dertig bestuurders waren op 10 november bijeen om te praten over Innocap: innovatie<br />

in capaciteitsopbouw. “Het initiatief is nu al een succes, want alle betrokkenen<br />

onderkennen het belang”, zegt Theo Hooghiemstra, directeur van EP-Nuffic met dit<br />

onderwerp zijn portefeuille. “Maar eigenlijk begint Innocap nu pas.”<br />

BIjschrift?<br />

Dertig bestuurders scharen zich achter Innocap.<br />

Universiteiten en hogescholen waren<br />

vertegenwoordigd, maar ook de<br />

ministeries van Buitenlandse Zaken,<br />

OCW en Economische Zaken, MKB<br />

Nederland en andere organisaties. Voor<br />

het eerst zaten ze bijeen om afspraken<br />

te maken over de modernisering van<br />

educatie in internationale samenwerking.<br />

Niet toevallig presenteerden de<br />

VSNU en de Vereniging Hogescholen<br />

hun visie (zie p. 9) bij die gelegenheid.<br />

“Dat OCW aan tafel zat is van belang,<br />

omdat we willen dat capaciteitsversterking<br />

beter bij het internationaliseringsbeleid<br />

van kennisinstellingen gaat<br />

passen”, legt Hooghiemstra uit. “Nu<br />

zijn de programma’s van Buitenlandse<br />

Zaken, zoals NICHE, en de doelstellingen<br />

van OCW nog gescheiden<br />

werelden. Terwijl we bijvoorbeeld<br />

buitenlandse alumni zowel kunnen<br />

inzetten als ambassadeurs van ons<br />

onderwijssysteem als bij internationale<br />

samenwerking. Zij zitten soms op<br />

Foto: René van den Burg<br />

invloedrijke posities en zien als geen<br />

ander waar behoeften en kansen liggen.<br />

En die internationale samenwerking<br />

draagt weer bij aan kennis en kwaliteit<br />

voor het onderzoek en onderwijs hier.”<br />

EP-Nuffic wil met Innocap nog meer<br />

verbindingen leggen en experimenteren<br />

met innovatieve projecten. Dit<br />

moet onder meer leiden tot co-creatie<br />

van kennis, maatwerk en een grotere<br />

rol voor het beroepsonderwijs.<br />

Hooghiemstra geeft drie voorbeelden<br />

van projecten die zeker doorgaan.<br />

Het eerste is in Bangladesh, waar<br />

minister Ploumen volgend jaar heen<br />

gaat op handelsmissie. “De onderwijssector<br />

moet een rol krijgen in die<br />

missie”, vindt Hooghiemstra. “Kennis<br />

vermarkten gaat heel goed samen<br />

met het ‘hulp en handel’-beleid van<br />

Buitenlandse Zaken.”<br />

Multi-stakeholder-benadering<br />

Het project dat aansluit bij die<br />

missie naar Bangladesh heeft, anders<br />

dan meestal binnen het NICHEprogramma,<br />

niet de vraag van een<br />

instelling daar als uitgangspunt. “Hoe<br />

versterk je de trainings- en opleidingscapaciteit<br />

van de watersector? Daar<br />

kunnen consortia van kennisinstellingen,<br />

bedrijven en ngo’s voorstellen<br />

voor indienen. We kiezen dus voor een<br />

soort multi-stakeholder-benadering.”<br />

Het tweede voorbeeld dat<br />

Hooghiemstra noemt, joint initiatives,<br />

voorziet in de behoefte van universiteiten<br />

en hogescholen aan langdurige<br />

samenwerking. “Er komt een fonds<br />

voor initiatieven die voortbouwen op<br />

afgelopen projecten. “Zo bestaat in<br />

Zuid-Afrika de wens om een vervolg<br />

te geven aan een project, waarbij een<br />

kwaliteitssysteem is ontwikkeld in de<br />

onderwijssector.”<br />

Een derde Innocap-project draait om<br />

cofinanciering binnen de Netherlands<br />

Fellowship Programmes (NFP). Bij<br />

tailor-made trainingen is er belangstelling,<br />

zo maakt Hooghiemstra op<br />

uit de 87 aanvragen die EP-Nuffic al<br />

kreeg. Hooghiemstra: “Bedrijven<br />

waar bursalen werken willen vaak best<br />

meebetalen. En Nederlandse instellingen<br />

soms ook, omdat ze kennis<br />

opdoen bij het verzorgen van een training.”<br />

Momenteel bekijkt EP-Nuffic<br />

cofinanciering voor masteropleidingen.<br />

Nederlandse onderwijsinstellingen<br />

mogen ook zelf innovatieve plannen<br />

indienen, die kunnen bijdragen aan<br />

vernieuwing van capaciteitsversterking.<br />

EP-Nuffic zal bijeenkomsten<br />

organiseren om partijen te interesseren<br />

voor projecten en met elkaar in contact<br />

te brengen. Het project Innocap moet<br />

leiden tot een nieuw model voor<br />

kennisuitwisseling en capaciteitsversterking<br />

in 2017.<br />

annelieke zandvliet<br />

november/december 2015 | <strong>transfer</strong>


achtergrond<br />

23<br />

hanzehogeschool zoekt alternatieven naast nfp en niche<br />

Crowdfunding voor<br />

capaciteitsopbouw<br />

Henk Pijlman plant<br />

een boom bij Uganda<br />

Technical College<br />

Kichwamba .<br />

Een van de redenen voor Innocap is dat niet alle hogescholen en universiteiten<br />

voldoende uit de voeten kunnen met de onderwijsprogramma’s voor<br />

ontwikkelingssamenwerking, NFP en NICHE. De Hanzehogeschool zoekt daarom<br />

aanvullende manieren om projecten met partners in ontwikkelingslanden te<br />

financieren. Daar is onder meer de Hanze University Foundation voor opgericht.<br />

Wie gaan er winnen: de medewerkers of de studenten<br />

van de Hanzehogeschool? Binnenkort gaan zij de strijd<br />

aan. Medewerkers kunnen, net als in de afgelopen<br />

jaren, afzien van hun kerstpakket en het bespaarde<br />

bedrag schenken aan de Hanze University Foundation.<br />

Voor het eerst worden studenten nu uitgedaagd om<br />

meer geld binnen te halen dan de medewerkers.<br />

Het is een experiment met crowdfunding, vertelt<br />

Linda Maat. Zij is vanaf het begin, twintig jaar<br />

geleden, betrokken bij ontwikkelingssamenwerking<br />

vanuit de Hanzehogeschool. Onder meer als directeur<br />

van de Hanze University Foundation, die sinds<br />

2009 bestaat. Die werd opgericht om zaken mogelijk<br />

te maken waarvoor in extern gefinancierde projecten<br />

geen geld was. Zoals bij een onderwijsinstelling in<br />

Tanzania, waar samen met lokale docenten een curriculum<br />

op het gebied van olie en gas werd ontwikkeld.<br />

“Er waren ook boeken nodig voor de opleiding,<br />

en een upgrade van het laboratorium. Maar die pasten<br />

niet binnen het project.” Dankzij de Foundation<br />

kwam daar alsnog geld voor.<br />

Lange termijn<br />

Met circa een ton per jaar is het budget van de Hanze<br />

University Foundation een schijntje vergeleken met<br />

de bedragen die omgaan in NICHE-projecten, gefinancierd<br />

door Buitenlandse Zaken. Maar hiermee kan de<br />

hogeschool wel contacten met buitenlandse partnerinstellingen<br />

voortzetten. “Het is niet meer hier en daar<br />

een projectje”, zegt collegevoorzitter Henk Pijlman.<br />

“We werken aan projecten voor de lange termijn. Daar<br />

profiteren ook onze studenten het meeste van.”<br />

november/december 2015 | <strong>transfer</strong>


24<br />

Foto's: Hanzehogeschool<br />

Linda Maat opent het Hanze House<br />

in Bomani, Kenia.<br />

Jaarlijks gaan gemiddeld<br />

250 studenten van de<br />

Hanzehogeschool naar een<br />

ontwikkelingsland, het overgrote<br />

deel voor een stage.<br />

Pijlman merkt hoe belangrijk<br />

dat is voor hun persoonlijke en<br />

maatschappelijke vorming. “Ze<br />

leren hun weg te vinden in een<br />

compleet andere omgeving.” Een<br />

indrukwekkend voorbeeld is een<br />

project in Oeganda, vertelt de<br />

collegevoorzitter. “Studenten<br />

van ons waren betrokken bij<br />

het opzetten van een nieuw<br />

administratief systeem voor<br />

een school in het grensgebied<br />

met Congo, die was platgebrand<br />

door rebellen. Ze werkten in<br />

een andere cultuur tijdens de nasleep van een burgeroorlog.<br />

Dat zijn ervaringen die je nooit meer vergeet.”<br />

De Hanzehogeschool probeert ontwikkelingssamenwerking<br />

echt te integreren in de internationaliseringsstrategie<br />

van de schools, zegt Linda Maat. Maar<br />

ze stelt vast dat de eigen wensen en ideeën, net als bij<br />

andere hogescholen en universiteiten, steeds meer<br />

beginnen te wringen met de onderwijsprogramma’s<br />

van Buitenlandse Zaken, die EP-Nuffic beheert.<br />

Volgens Maat is bij NICHE het budget nu eigenlijk<br />

leidend, niet de inhoud. Daardoor worden veel<br />

projecten toegewezen aan consultancybureaus. “Die<br />

schrijven vaak in onder de prijs. Wij willen dat niet,<br />

want we weten dat onderwijsontwikkeling veel tijd<br />

en dus geld kost. Als je voor 100.000 euro minder<br />

inschrijft, kun je ook minder curricula ontwikkelen<br />

of trainingen geven.”<br />

Zelf kiezen<br />

Naast geld is ook de partnerinstelling van belang<br />

om langdurige samenwerking mogelijk te maken.<br />

Daarom kiest de Hanzehogeschool die liever zelf,<br />

wat binnen NICHE niet kan. “Er valt veel te winnen<br />

bij de keuze van partners”, legt Maat uit. “Nu zie je<br />

vaak dezelfde namen van grote onderzoeksuniversiteiten<br />

terugkeren in projecten. Daar gaan dan wéér<br />

PhD-beurzen van 80.000 euro heen. Terwijl we<br />

juist veel kunnen betekenen voor kleine, hbo-achtige<br />

instellingen, waarvoor we de eerste buitenlandse<br />

partner zijn. Die vallen nu buiten de boot, omdat ze<br />

vaak geen goed projectvoorstel kunnen schrijven. Bij<br />

kleine instellingen, met gepassioneerde mensen, kun<br />

je snel schakelen. Bovendien moet er veel gebeuren in<br />

het beroepsonderwijs.”<br />

De Hanzehogeschool is echter niet voor een gat te<br />

vangen. Niet alleen maakt de Foundation samenwerking<br />

naast of na afloop van een NICHE-project<br />

mogelijk, ook wordt op verschillende fronten geëxperimenteerd.<br />

Zo organiseert de Business School een<br />

summerschool, samen met de University of Dar es<br />

Salaam. “Onze studenten moeten zelf betalen voor<br />

deelname en de reis naar Tanzania”, vertelt Maat.<br />

“Maar ze kunnen zo buitenlandervaring opdoen,<br />

zonder dat ze zes maanden weg zijn – want dat wil<br />

niet elke student.”<br />

Dat de vakgebieden van de Hanzehogeschool<br />

nauwelijks aansluiten bij de vier speerpunten van<br />

het huidige ontwikkelingsbeleid (water, voedselzekerheid,<br />

seksuele en reproductieve gezondheid, en<br />

als laatste veiligheid en rechtsorde), maakt de kans<br />

kleiner om te kunnen inschrijven op projecten. Dus<br />

proberen Maat en collega’s het om te draaien. “Wij<br />

hebben gekozen voor een focus op energie”, vertelt<br />

ze. Een kenniscentrum van de Hanzehogeschool<br />

houdt zich daarmee bezig, maar het is ook een<br />

belangrijk thema in Afrika én interessant voor<br />

het bedrijfsleven. “Bij de ambassade in Tanzania<br />

hebben we aangegeven dat we daarvoor subsidie bij<br />

het NFP Tailor-Made Training-programme wilden<br />

aanvragen. Dat kon. We zijn dat nu ook in Oeganda<br />

van plan.”<br />

Learning by doing<br />

Daarnaast dient het Hanze Centre for Development<br />

Cooperation samen met de afdeling Marketing<br />

en het kenniscentrum Energie van de hogeschool<br />

projectvoorstellen in, bijvoorbeeld in Indonesië,<br />

dat budget heeft voor achtergebleven gebieden.<br />

“Ontwikkelingslanden zijn niet allemaal meer zo<br />

arm; er is daar ook geld en een markt voor bedrijven.<br />

Wij willen ervan af dat alles door EP-Nuffic moet<br />

worden betaald, en dat dit ons beperkt.”<br />

Learning by doing, daar draait het volgens Maat om.<br />

Aanvankelijk was het maar de vraag of de Hanze<br />

University Foundation levensvatbaar zou zijn.<br />

Inmiddels is duidelijk dat die niet alleen geld genereert,<br />

maar ook de bekendheid met ontwikkelingssamenwerking<br />

binnen de Hanzehogeschool vergroot.<br />

Met een eigen stichting moet je wel heel voorzichtig<br />

zijn, waarschuwt Maat. “Al het geld komt direct ten<br />

goede aan de partnerinstelling, er gaat niets naar<br />

Nederlanders. Anders krijg je te horen: ‘Pietje zit van<br />

mijn kerstpakket in Kenia.’”<br />

annelieke zandvliet<br />

Met medewerking van Ralph Rozema<br />

november/december 2015 | <strong>transfer</strong>


25<br />

sorry?<br />

pardon!<br />

Studenten vertellen over<br />

leerzame uitglijders en<br />

misverstanden in het buitenland.<br />

tip:<br />

‘Probeer ook<br />

buiten je opleiding<br />

mensen te leren<br />

kennen’<br />

wie: Syme van der Lelij (25)<br />

studie: Bachelor Engelse taal en<br />

cultuur, UU<br />

buitenlandervaring: Master<br />

Modern & Contemporary Literature<br />

& Culture aan University of St.<br />

Andrews, Schotland<br />

‘Mijn studiegenoten<br />

vertelden nooit iets<br />

persoonlijks’<br />

Syme van der Lelij studeerde een jaar in Schotland. Hij was verrast door het talent van Engelsen voor ‘smalltalk’,<br />

maar ontdekte dat ze niet zo snel het achterste van hun tong laten zien.<br />

Toen Syme nog maar kort studeerde<br />

met Engelsen – dus niet-Schotten – in<br />

Noord-Engeland. “De northerners zijn<br />

aan St. Andrews, kwam zijn familie<br />

een groep. Zodra ik probeerde die<br />

vaak toegankelijker dan Engelsen uit<br />

een paar dagen op bezoek. Met zijn<br />

mensen wat beter te leren kennen,<br />

het zuiden. Minder klassenbewust.”<br />

moeder bezocht hij een supermarkt,<br />

bleken ze eigenlijk heel gesloten. Voor<br />

Sinds hij terug is uit Schotland, merkt<br />

waar ze aan de praat raakten met een<br />

mijn gevoel vroeg ik ze heel gewone<br />

Syme dat hij opener is geworden.<br />

caissière. Hoe hun dag was, vroeg de<br />

dingen. Ik heb bijvoorbeeld van geen<br />

“Ik leun niet meer zo op mijn sociale<br />

vrouw, en hoe het met zijn studie<br />

van mijn studiegenoten ooit gehoord<br />

vangnet, het kost me veel minder<br />

ging? “Wat leuk, zei mijn moeder<br />

wat voor cijfer ze hadden voor een<br />

moeite om nieuwe mensen te leren<br />

later, dus haar spreek je elke dag? Maar<br />

essay. ‘I got what I deserved’, zeiden<br />

kennen.” Toch zou hij het anders<br />

ik had die vrouw nog nooit gezien.”<br />

ze dan. Laat staan dat ze over iets<br />

aanpakken als hij zijn jaar aan St.<br />

Hij wil maar zeggen: de mensen in<br />

persoonlijkers vertelden.”<br />

Andrews opnieuw kon doen. “Ik<br />

St. Andrews zijn ongelooflijk harte-<br />

Toen de borrels met zijn studie-<br />

richtte me vooral op mijn studiege-<br />

lijk. In het begin. “Mensen die ik<br />

genoten steeds uitmondden<br />

noten, en kwam er daardoor pas na<br />

voor het eerst ontmoette, knoopten<br />

in wedstrijdjes wie-heeft-de-<br />

een tijdje achter dat ik niet zo goed<br />

Foto: Figaro Photo – Syndication / Hollandse Hoogte<br />

meteen een gesprekje aan. Het voelde<br />

als een warm bad: wat was iedereen<br />

open! Met mijn studiegenoten dook<br />

ik meteen de kroeg in, en ik dacht:<br />

hier ga ik mooie vriendschappen<br />

opbouwen.”<br />

Daar komt de ‘maar’: met de meeste<br />

contacten die hij opdeed, bleef het bij<br />

dat enthousiaste begin. “Ik zat vooral<br />

meeste-boeken-gelezen, ‘heel pretentieus’,<br />

besloot Syme er niet meer<br />

naartoe te gaan. Een tijdlang voelde<br />

hij zich eenzaam in St. Andrews.<br />

“Maar daardoor vind ik het nu veel<br />

gemakkelijker om alleen te zijn.” En<br />

gelukkig waren er ook mensen met<br />

wie het wel klikte. Hij raakte goed<br />

bevriend met een huisgenoot uit<br />

bij hen paste. Toen was het lastiger<br />

om nog andere mensen te ontmoeten.<br />

Nu zou ik meer mijn best doen om<br />

ook buiten de studie mensen te leren<br />

kennen.”<br />

dorien vrieling<br />

november/december 2015 | <strong>transfer</strong>


26<br />

achtergrond<br />

vluchteling volgt rechtenstudie dankzij discipline, uaf en universiteit<br />

‘De taal leren spreken is<br />

het allerbelangrijkste’<br />

De Syrische vluchteling-student Serkon Heno sprak binnen tien maanden<br />

vloeiend Nederlands. Hij eiste volledige inzet van zichzelf, omdat hij in<br />

Nederland wil worden wat hij in Syrië al was: advocaat.<br />

“Het begin was heel moeilijk. Ik had erg veel problemen<br />

met de Nederlandse juridische termen en<br />

verwerkte de informatie daardoor langzaam. Maar het<br />

gaat steeds beter.” Sinds september doet Serkon Heno<br />

(30) een verkorte bacheloropleiding Rechten aan de<br />

Radboud Universiteit. De Syriër is pas anderhalf jaar<br />

in Nederland, maar spreekt de taal<br />

vrijwel foutloos. Tien maanden na<br />

aankomst zat hij al op C1-niveau,<br />

het hoogste voor anderstaligen.<br />

Voorafgaand aan zijn studie deed<br />

hij een intensieve taalcursus aan<br />

de Nijmeegse universiteit. Maar<br />

net zo belangrijk: hij leest dagelijks<br />

kranten (“Volkskrant, Trouw, de Gelderlander”)<br />

en kijkt naar discussie- en nieuwsprogramma’s<br />

(“Journaal, Hart van Nederland”).<br />

“De taal leren spreken is volgens mij het allerbelangrijkste<br />

als ik in Nederland iets wil bereiken. En dan<br />

niet de straattaal, maar de precieze taal, de taal die de<br />

overheid en de rechterlijke macht gebruiken. Ik wil<br />

hier strafrechtadvocaat worden.”<br />

Tv-beelden<br />

In Syrië had Heno een eigen advocatenpraktijk.<br />

In 2010 werd hij opgeroepen voor het leger. Hij<br />

ontvluchtte zijn land toen de regering in 2011 de<br />

eigen bevolking onder vuur begon te nemen en zijn<br />

leven als christen steeds moeilijker begon te worden.<br />

In een Arabische uitzending van radio Monte Carlo<br />

had hij gehoord dat Europa bereid was Syrische<br />

vluchtelingen op te nemen. Hij wilde naar Zweden,<br />

waar familieleden veertig jaar geleden neerstreken, of<br />

“Ik heb het gevoel dat ik na<br />

anderhalf jaar weer echt<br />

iets aan het doen ben”<br />

naar Nederland. In het land van het Vredespaleis en<br />

het Internationaal Strafhof zou hij meer kans maken<br />

om als advocaat te kunnen blijven werken.<br />

Samen met zijn vrouw en jonge zoon maakte hij<br />

de tocht die inmiddels maar al te goed bekend is.<br />

Veel wil hij er niet over zeggen. “Maar als ik nu de<br />

tv-beelden zie van verdronken of<br />

gestikte mensen, dan besef ik dat<br />

ons dat ook had overkomen.”<br />

Eenmaal aangekomen in<br />

asielzoekerscentrum Schalkhaar<br />

bij Deventer zocht hij snel contact<br />

met stichting voor vluchteling-studenten<br />

UAF om te praten over de<br />

mogelijkheden om in Nederland een rechtenstudie te<br />

gaan doen. “Die organisatie heeft me vanaf het begin<br />

geholpen. Allereerst door informatie te geven, daarna<br />

ook door de kosten van mijn studie voor te schieten.<br />

Nog steeds checken medewerkers geregeld bij me of<br />

ik nog hulp nodig heb.”<br />

Erg dankbaar<br />

Nadat hij zijn verblijfsvergunning had gekregen,<br />

verhuisde hij naar Millingen, dicht bij Nijmegen waar<br />

hij wilde gaan studeren. Even was er grote stress<br />

toen de gemeente Groesbeek hem geen toestemming<br />

leek te kunnen geven voor een universitaire studie<br />

met behoud van uitkering. “Uiteindelijk mocht ik<br />

in deeltijd gaan studeren. Daar ben ik de gemeente<br />

erg dankbaar voor. Ik wil natuurlijk zo snel mogelijk<br />

werken en belasting betalen, maar zonder opleiding<br />

is het heel moeilijk om een baan te vinden in mijn<br />

vakgebied.”<br />

november/december 2015 | <strong>transfer</strong>


27<br />

Foto: Erik van ’t Hullenaar<br />

Om een verkort traject te mogen doen in Nijmegen,<br />

moet een student kunnen aantonen een juridische<br />

achtergrond te hebben en voldoende juridische<br />

kennis. Heno sprak zelf met de universitaire examencommissie,<br />

het UAF vertaalde zijn diploma’s en gaf<br />

een positief advies.<br />

Heno is uitermate positief over de wijze waarop de<br />

universiteit hem heeft geholpen. Een studieadviseur<br />

nam alle tijd om hem uit te leggen wat hem te<br />

wachten stond. “Je moet bedenken dat je in Syrië<br />

alleen maar hoorcolleges hebt en aan het einde van<br />

het jaar een examen. Hier heb je ook werkcolleges<br />

waar je vaak zelf iets moet presenteren, of werk je<br />

samen met andere studenten aan groepsopdrachten.<br />

Het is goed als je je daarop kunt instellen.”<br />

Voor een groot deel van het eerste bachelorjaar<br />

kreeg Heno vrijstelling. Toch herhaalt hij nu vaak<br />

lesstof die hij in Syrië al bestudeerd heeft. Het stoort<br />

hem niet. “Ik begrijp alles en ik weet alles, maar de<br />

uitdaging is dat het nu allemaal in een andere taal is<br />

en in een andere omgeving. Dat maakt het spannend.<br />

Ik heb het gevoel dat ik na anderhalf jaar weer echt<br />

iets aan het doen ben.”<br />

Tweede zoon<br />

Het contact met zijn medestudenten verloopt ook<br />

voorspoedig. “Die zijn heel behulpzaam. Ze zien dat<br />

ik mijn best doe om de taal te leren. Tegelijkertijd<br />

verwachten ze dat ook ik vragen stel en meediscussieer.<br />

Daarom doe ik extra mijn best om de stof<br />

goed voor te bereiden.”<br />

Als alles goed gaat, kan Heno binnen drie jaar zijn<br />

studie afronden, misschien nog iets sneller. De<br />

toekomst ligt in Nederland. Zijn tweede zoon is hier<br />

geboren en zijn vrouw is aan de HAN aan een studie<br />

Bedrijfskunde begonnen.<br />

Serkon Heno is ervan overtuigd dat veel van de<br />

gevluchte artsen, tandartsen en advocaten die hij<br />

bij het aanmeldcentrum in Ter Apel tegenkwam,<br />

eenzelfde motivatie hebben als hij. Maar mogelijk kan<br />

niet iedereen eenzelfde ijzeren discipline aan de dag<br />

leggen. “Je kunt je niet veroorloven te denken dat het<br />

allemaal later wel komt. Of even geen zin te hebben.<br />

Anders komt het je later duur te staan. Je woont nu<br />

in een democratie, maar de last daarvan is dat je hard<br />

zult moeten werken.”<br />

xander bronkhorst<br />

Taskforce vluchtelingen HO<br />

Vluchteling-studenten hebben extra behoefte aan<br />

taallessen, bij- en omscholing, studiebegeleiding en<br />

hulp bij de overstap naar de arbeidsmarkt. Om te zorgen<br />

dat hogescholen en universiteiten daarin kunnen<br />

voorzien, is de Taskforce Vluchtelingen HO opgericht.<br />

Daarin werken het ministerie van OCW, de Vereniging<br />

Hogescholen, VSNU, het UAF, ECHO (expertisecentrum<br />

voor diversiteit in onderwijs en arbeidsmarkt)<br />

en EP-Nuffic samen. “We zetten in op een éénloketfunctie<br />

waarin intake, competentieonderzoek,<br />

diplomawaardering en arbeidstoeleiding samenkomen”,<br />

aldus minister Bussemaker in een brief aan<br />

de Tweede Kamer. (AZ)<br />

november/december 2015 | <strong>transfer</strong>


28 reportage<br />

living lab moet duurzame relatie met brazilië creëren<br />

‘We zetten praktijkgericht<br />

onderzoek op de kaart’<br />

Het praktijkgerichte onderzoek van de Nederlandse hogescholen zichtbaarder<br />

maken in het buitenland – dat is de bedoeling van de Living Labs. Binnenkort<br />

wordt dit project geëvalueerd. Transfer nam een kijkje bij Living Lab Biobased<br />

Brazil. “De Nederlandse studenten zuchtten: nee hè, alweer een excursie. Voor<br />

de Brazilianen was dit de eerste keer dat ze een bedrijf bezochten.”<br />

Foto’s: Wilfried Scholtes / Beeldveld<br />

Projectleider Erik Lammers (links) met een student<br />

Twee jongens zitten ontspannen achter hun laptop<br />

te werken. Broodje erbij, flesje sap. Nog twintig<br />

minuten tot hun groepje voor een jury van deskundigen<br />

moet pitchen, maar van zenuwen geen spoor.<br />

“Onze presentatie wordt in Brazilië gehouden”, zegt<br />

student biobased technology Michiel van de Laan. “Ze<br />

zijn ‘m daar nu aan het afmaken.” Hij heeft het chatvenster<br />

van Facebook open staan, waar zijn teamgenoten<br />

in de Braziliaanse stad Belo Horizonte hem op<br />

de hoogte houden van de vorderingen.<br />

Het is de laatste dag van de Biobased Battle, een intensieve<br />

onderwijsweek waarin studenten van Avans<br />

Hogeschool in Breda en Braziliaanse studenten van<br />

de universiteit UFMG in Belo<br />

Horizonte samen werken aan<br />

een opdracht over biobased<br />

energy. De uitdaging: een<br />

oplossing vinden voor het<br />

probleem van afvalwater in<br />

de zuivelindustrie. Ze werken<br />

in groepjes: twee studenten<br />

in Nederland, twee in<br />

Brazilië, overleggen doen ze<br />

via Skype en chatberichten.<br />

De helft van de teams<br />

presenteert straks in Breda,<br />

de andere helft in Belo<br />

Horizonte – ze zien elkaar<br />

op een groot videoscherm.<br />

De week maakt onderdeel<br />

uit van het Living Lab<br />

Biobased Brazil, een door<br />

EP-Nuffic geïnitieerd samenwerkingsverband van vijf<br />

Nederlandse hogescholen (Avans Hogeschool, HZ<br />

University of Applied Sciences, HAS Hogeschool,<br />

VHL en NHL), het Centre of Expertise Biobased<br />

Economy (CoE-BBE), drie Braziliaanse universiteiten,<br />

overheidspartijen en het bedrijfsleven.<br />

Studenten, docenten en onderzoekers buigen zich<br />

over concrete problemen rond het thema biobased<br />

economy: een economie waarin fossiele brandstoffen<br />

zijn vervangen door reststromen uit de landbouw- en<br />

voedingsmiddelenindustrie.<br />

Trots<br />

De pitches beginnen. Er wordt even gezwaaid naar<br />

de Braziliaanse kant: “Zien ze ons nou?” De eerste<br />

november/december 2015 | <strong>transfer</strong>


29<br />

samenwerkingen kosten veel tijd en leveren dus relatief<br />

weinig op. Wij hebben alleen al dit halfjaar negen<br />

stagiairs naar Brazilië kunnen sturen. We gaan voor<br />

twintig in het komende jaar.”<br />

vijf presentaties worden in Nederland gehouden. Op<br />

een vraag van een jurylid – in het Engels – ontstaat<br />

in Belo Horizonte discussie – in het Braziliaans.<br />

Het Engels is voor de Nederlandse studenten ook<br />

best een uitdaging, zegt jurylid Petra Koenders<br />

later. Ze is directeur van het CoE-BBE, een kennisinstituut<br />

van Avans en HZ University. “De vakken<br />

in de minor worden nog niet zo lang in het Engels<br />

gegeven, samenwerking met buitenlandse studenten<br />

is nieuw. Maar ze staan er toch maar mooi, ik ben<br />

trots.”<br />

Het overkoepelende doel van het<br />

Living Lab is de vorming van een<br />

biobased netwerk van overheden,<br />

onderwijsinstellingen en bedrijfsleven<br />

in Nederland en Brazilië,<br />

vertelt Erik Lammers. Hij is als<br />

projectleider bij het CoE-BBE<br />

nauw betrokken bij het Living Lab. “We willen een<br />

duurzame relatie opbouwen met Brazilië. Juist door<br />

samen zo’n intensief project te dragen heb je veel<br />

aan elkaar. Daarom focussen we op een bepaald land<br />

en thema. We gaan praktijkgericht onderzoek op<br />

de kaart zetten, maar bijvoorbeeld ook samen een<br />

MOOC opzetten.”<br />

Een ander belangrijk doel: de mobiliteit van<br />

Nederlandse studenten vergroten. Volgens Lammers<br />

doet het Living Lab het aantal studenten dat naar<br />

het buitenland gaat, flink toenemen. “Door onze<br />

gecentraliseerde aanpak hopen we effectief te werken.<br />

Laatst las ik dat een Braziliaanse universiteit meer<br />

dan 168 internationale samenwerkingsverbanden<br />

heeft, maar dat ze nog maar 27 studenten hebben<br />

uitgewisseld. Dan moet ik een beetje lachen, want die<br />

“In zo’n intensief project<br />

heb je veel aan elkaar”<br />

Gescheiden werelden<br />

Het bedrijfsleven speelt een grote rol in het Living<br />

Lab. Voor Nederland is dat misschien niets nieuws,<br />

voor Brazilië des te meer: “Onderwijs en industrie<br />

bewegen zich daar nog volledig los van elkaar. De<br />

Braziliaanse overheid wil stimuleren dat dat verandert,<br />

vandaar dat ze haar commitment heeft uitgesproken<br />

richting het Living Lab.” Hoe gescheiden de<br />

twee werelden zijn, merkte Lammers in de onderwijsweek.<br />

Zowel de Nederlanders als de Brazilianen<br />

bezochten een zuivelbedrijf. “De Nederlandse<br />

studenten zuchtten: nee hè, alweer een excursie.<br />

Voor de Brazilianen, derde- en vierdejaarsstudenten,<br />

was dit hun allereerste bedrijfsbezoek.”<br />

Waar de projectweek voor de Nederlandse studenten<br />

onderdeel was van hun minor, werd in Brazilië deelname<br />

opengesteld voor alle studenten. Er waren veel<br />

meer aanmeldingen dan plekken,<br />

zodat de organisatoren op kwaliteit<br />

konden selecteren, vertelt Gabriela<br />

d’Ávila Metzker, namens UFMG<br />

aan de Braziliaanse kant betrokken<br />

bij de Battle. “Het was een heel<br />

vernieuwende ervaring voor onze<br />

studenten, omdat ze hun kennis konden toepassen in<br />

een reëel probleem en konden leren van mensen met<br />

een andere achtergrond.” In de toekomst moet het<br />

voor de Braziliaanse studenten, zowel bachelor- en<br />

masterstudenten als promovendi, mogelijk worden<br />

om een (onderzoeks)stage te doen bij hbo-instellingen<br />

in Nederland. Lammers: “Dat is ook een sterk<br />

aspect van het Living Lab: dat wij de Brazilianen naar<br />

hier halen, en hen kennis laten opdoen die ze mee<br />

terug kunnen nemen.”<br />

Op het gebied van kennis zijn er duidelijke<br />

verschillen, zeggen zowel studenten als docenten.<br />

Abby Vente, student Environmental Science: “De<br />

Brazilianen in ons groepje wilden gebruikmaken<br />

van bestaande technologieën, die mijn Nederlandse<br />

groepsgenoot en ik niet innovatief vonden.” Stijn<br />

november/december 2015 | <strong>transfer</strong>


30<br />

Mattheij, docent Natuurkunde en coördinator van<br />

de minor: “De studenten in Nederland zijn gewend<br />

een probleem vanuit verschillende invalshoeken te<br />

benaderen. De Brazilianen hebben meer detailkennis.<br />

Inhoudelijk geloof ik dat onze studenten niet zo veel<br />

leren van de studenten dáár. Het leerzame zit meer in<br />

de samenwerking op zich.” Dat laatste vindt d’Ávila<br />

Metzker ook: “De ervaring is verrijkend voor beide<br />

kanten. Ik denk dat de Braziliaanse studenten een<br />

creatievere inbreng hadden, de Nederlanders een<br />

praktischer insteek.”<br />

De presentaties zijn beoordeeld, de prijsuitreiking<br />

kan beginnen – maar dan knalt de internetverbinding<br />

eruit. In Breda wordt maar vast met de borrel<br />

begonnen, totdat na talloze pogingen weer iets van<br />

een verbinding tot stand kan worden gebracht. Op<br />

een pixelig scherm zien we hoe de winnaar wordt<br />

uitgeroepen: groep zeven, die in Belo Horizonte<br />

heeft gepresenteerd. Alperen Uslu, een van de<br />

groepsleden, krijgt in Breda de beker uitgereikt. Zijn<br />

groep mag hem een jaar houden: voor volgend jaar<br />

staat weer een Battle-week op het programma.<br />

dorien vrieling<br />

Living Labs moeten na drie jaar een volgende fase in<br />

‘Living Lab’ is de naam van een<br />

samenwerking tussen onderwijsinstellingen,<br />

bedrijfsleven en overheden<br />

in Nederland met gelijke<br />

partners in het buitenland, rond concrete<br />

onderzoeksvraagstukken. Die<br />

vraagstukken betreffen thema’s die<br />

voor beide landen relevant zijn, zoals<br />

logistiek, toerisme en energie.<br />

In totaal heeft EP-Nuffic op verzoek<br />

van (toen nog) de HBO-raad vijf<br />

Living Labs opgezet, om het praktijkgerichte<br />

onderzoek van hogescholen<br />

zichtbaarder te maken in het buitenland.<br />

Daarbij werd gekozen voor landen<br />

met (destijds) een kantoor van<br />

EP-Nuffic: Rusland, Korea, Indonesië,<br />

China en Brazilië. Een Living Lab in<br />

Zuid-Afrika staat op stapel.<br />

“We hebben drie jaar geoefend”,<br />

zegt Arjan Koeslag, accountmanager<br />

ondernemerschap bij EP-Nuffic en<br />

vanaf het begin nauw betrokken bij<br />

de Living Labs. “Nu wordt het tijd om<br />

de kraamkamer te verlaten. De vraag<br />

is: hoe nu verder? Gaan we door, en<br />

in welke vorm dan?” In december<br />

wordt het initiatief geëvalueerd.<br />

Daarnaast tonen de Living Labs zich<br />

op het jaarlijkse SIA-NWO-congres in<br />

december aan een breder publiek.<br />

De Labs worden bijna volledig gefinancierd<br />

door onderwijsinstellingen,<br />

overheden en bedrijven. EP-Nuffic<br />

coördineert de projecten, maakt de<br />

Labs zichtbaar en biedt een platform<br />

om ervaringen te delen. Om deze<br />

dienstverlening in stand te houden<br />

is een extra investering nodig, zegt<br />

Koeslag. “Dat zo’n investering loont,<br />

blijkt wel uit het feit dat EP-Nuffic<br />

en SIA-NWO, mede op basis van het<br />

succes van het Living Lab Biobased<br />

Brazil, een pilot voor praktijkgerichte<br />

onderzoekssamenwerking tussen<br />

Nederland en Brazilië zijn gestart.”<br />

Welke rol EP-Nuffic in de toekomst<br />

gaat spelen bij de Labs is nog niet<br />

duidelijk. “We kunnen ons geheel of<br />

gedeeltelijk terugtrekken, en de Labs<br />

overlaten aan bedrijven en onderwijsinstellingen,<br />

maar we kunnen ze<br />

ook doorontwikkelen tot internationale<br />

kennisplatforms en daarin een<br />

promotionele en communicatieve rol<br />

spelen.” Zeker is volgens Koeslag dat<br />

het initiatief in de toekomst meer<br />

bij de onderwijsinstellingen moet<br />

liggen. “In het begin hebben wij de<br />

hogescholen meegetrokken, dat is<br />

voorbij”. (DV)<br />

november/december 2015 | <strong>transfer</strong>


on<br />

on the move<br />

Een overzicht van carrièremoves,<br />

benoemingen, uitwisselingen en<br />

prijswinnaars binnen de wereld<br />

van de internationalisering van<br />

het Nederlandse hoger onderwijs.<br />

the move<br />

31<br />

nuffic, epf, ep-nuffic, slo<br />

Na achtereenvolgens te hebben<br />

gewerkt bij de Nuffic, het Europees<br />

Platform en de organisatie die voortkwam<br />

uit een fusie van beide, stapt<br />

Jindra Divis over naar SLO. De huidige<br />

vicevoorzitter van de directie van<br />

EP-Nuffic wordt op 1 februari directeur<br />

van het nationaal expertisecentrum<br />

leerplanontwikkeling.<br />

nieuwe samenstelling io<br />

windesheim<br />

Het International Office van hogeschool<br />

Windesheim kent een nieuwe samenstelling.<br />

Vorig studiejaar is Miriam<br />

van Schaik-Agricola in dienst<br />

gekomen als (Erasmus)coördinator. Zij is<br />

de opvolger van Annelies Verschoor.<br />

Het IO bestaat verder uit: Sheila<br />

Zwanenburg (incoming students<br />

coördinator) die samen met nieuwe<br />

collega Lieke Bruggeman (outgoing<br />

students coördinator) ook de visumprocedure<br />

voor haar rekening neemt.<br />

Christel Vels is de nieuwe coördinator<br />

van Students United in the Netherlands,<br />

het buddy- en activiteitenprogramma<br />

voor uitwisselingsstudenten. Jannette<br />

van der Wal beheert de interinstitutionele<br />

contracten en de staf/docentmobiliteit.<br />

nieuwe voorzitter landelijke<br />

commissie gedragscode<br />

Joris van Bergen is benoemd tot<br />

voorzitter van de Landelijke Commissie<br />

Gedragscode Hoger Onderwijs. Hij is<br />

de opvolger van Roel Fernhout. Van<br />

Bergen maakte onder meer deel uit<br />

van het College van bestuur van de<br />

TU Eindhoven en van de Universiteit<br />

Leiden. Ook was hij voorzitter van SURF.<br />

Arno Overmars is per 1 september<br />

teruggetreden als secretaris van<br />

de commissie en is opgevolgd door<br />

Jolanda van den Bosch.<br />

vertrek na 15 jaar (ep-)nuffic<br />

Eind september heeft Eric Richters<br />

afscheid genomen van EP-Nuffic. Hij<br />

was ruim vijftien jaar de drijvende<br />

kracht achter de Frans-Nederlandse<br />

ontmoetingsdagen en de Vlaams-<br />

Nederlandse netwerken. Ook<br />

verzorgde hij jarenlang de uitgave<br />

Internationalisering in Beeld, waarin alle<br />

gegevens over in- en uitgaande studentenstromen<br />

en wereldwijde ontwikkelingen<br />

over internationale mobiliteit<br />

aan bod komen.<br />

terug naar indonesië<br />

Marrik Bellen is per 1 oktober aangetreden<br />

als de nieuwe directeur van het<br />

Koninklijk Instituut van Taal-Land- en<br />

Volkenkunde van de Universiteit Leiden<br />

in Jakarta. Hij volgt Rogier Tol op.<br />

Bellen wordt tevens de permanente<br />

vertegenwoordiger van de universiteit<br />

in Indonesië. Hij was eerder werkzaam<br />

als directeur van de Nuffic Neso’s in<br />

Indonesië en China.<br />

Met ingang van dit studiejaar is Ingrid<br />

d’Hooghe gestart als regiocoördinator<br />

China bij de Universiteit Leiden.<br />

Daarnaast blijft zij verbonden aan het<br />

Instituut Clingendael.<br />

afscheid van avans<br />

Beleidsadviseur internationalisering<br />

Peter van Bragt neemt op<br />

9 december officieel afscheid van<br />

Avans Hogeschool om vervroegd met<br />

pensioen te gaan. Van Bragt, van huis<br />

uit bioloog, kwam in 1991 in dienst bij<br />

Hogeschool West-Brabant als posthbo-cursusdocent<br />

in de Life Sciences.<br />

In 2001 werd hij senior beleidsadviseur<br />

internationalisering bij rechtsopvolger<br />

Hogeschool Brabant die in 2004 opging<br />

in Avans Hogeschool.<br />

Benoemingen, (uit)wisselingen en afscheid kunnen worden doorgegeven aan de redactie van Transfer via <strong>transfer</strong>@epnuffic.nl<br />

november/december 2015 | <strong>transfer</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!