transfer
transfer-jaargang-23-nummer-2
transfer-jaargang-23-nummer-2
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
8<br />
kort<br />
Een op drie buitenlandse promovendi blijft<br />
Foto: Marc de Haan / Hollandse Hoogte<br />
Tien jaar na de<br />
promotie bevindt 32<br />
procent van de buitenlandse<br />
promovendi<br />
zich nog in Nederland.<br />
Dat blijkt uit onderzoek<br />
van het Centraal<br />
Planbureau (CPB). De<br />
blijfkans van promovendi<br />
is daarmee<br />
vergelijkbaar met die<br />
van masterstudenten,<br />
die het CPB eerder<br />
onderzocht. Op basis<br />
daarvan werd geschat dat buitenlandse studenten<br />
de schatkist misschien wel 740 miljoen euro per jaar<br />
opleveren.<br />
Uit het onderzoek naar promovendi komt naar<br />
voren dat vrouwen vaker blijven dan mannen.<br />
Wetenschappers die promoveren in technische<br />
wetenschappen vertrekken minder snel dan anderen.<br />
Dat geldt ook voor promovendi uit minder ontwikkelde<br />
landen. Duitsland, de Verenigde Staten en het<br />
Verenigd Koninkrijk zijn populaire bestemmingen<br />
voor buitenlandse promovendi die Nederland<br />
verlaten.<br />
Uit een analyse van de gegevens maakt het CPB<br />
ook op dat er een relatie is tussen de blijfkans na de<br />
promotie en de duur van het verblijf in Nederland<br />
voorafgaand daaraan. Als iemand hier al enkele jaren<br />
voor aanvang van het promotietraject aankwam, is<br />
het waarschijnlijker dat die voor langere tijd blijft<br />
dan een promovendus die minder dan een jaar van<br />
tevoren arriveerde.<br />
Bij het onderzoek zijn promovendi die niet in dienst<br />
waren bij een universiteit buiten beschouwing<br />
gebleven.<br />
EP-Nuffic brengt binnenkort nieuwe cijfers naar<br />
buiten over de blijfkans van buitenlandse masterstudenten.<br />
(AZ)<br />
Nederland stabiel in rankings 2015<br />
De Nederlandse universiteiten hebben dit jaar hun<br />
positie in de ranglijsten geconsolideerd. Wel zijn<br />
er veel gedaald in de QS-ranking, door een verandering<br />
van de methodiek. In de ranking van Times<br />
Higher Education (THE) staat Nederland op de vierde<br />
plaats, in de Academic Ranking of World Universities<br />
(ARWU, ook bekend als Shanghai-ranking) op de<br />
tiende.<br />
In de top 200 van de THE-ranking stonden in 2014 elf<br />
Nederlandse universiteiten. Dankzij een flinke stijging<br />
van de Universiteit Twente zijn dat er nu twaalf.<br />
Daarmee bezet Nederland weer de vierde plaats in de<br />
ranglijst van landen met de meeste universiteiten in<br />
de top 200, na de Verenigde Staten, Groot-Brittannië<br />
en Duitsland. Waar vorig jaar de Universiteit Leiden<br />
het hoogste scoorde, is dat nu Wageningen (op 47).<br />
De top 200 van de ARWU telt acht Nederlandse<br />
universiteiten, net als in 2014. De Universiteit<br />
Utrecht is nog steeds de best presterende Nederlandse<br />
universiteit in deze Shanghai-ranking. De<br />
Universiteit Leiden en de Rijksuniversiteit Groningen<br />
zijn de Nederlandse nummers 2 en 3. Vorig jaar was<br />
dat andersom.<br />
Dat de QS-ranking zijn methodiek aanpaste, is in<br />
het voordeel van de technische en meer gespecialiseerde<br />
universiteiten, zoals de TU Eindhoven en de<br />
Universiteit Twente. In de Nederlandse top 3 staan de<br />
UvA, de TU Delft en de Universiteit Utrecht. (DV)<br />
correctie<br />
In Transfer 1 (jaargang 23) wordt in het artikel ‘De<br />
donkere kanten van een jaar in Nederland’ gesproken<br />
over het strikte karakter van NFP. Instellingen hebben<br />
echter de vrije hand in het boeken van tickets en de<br />
datum van vertrek na het afronden van de studie.<br />
Ook zijn er inmiddels normbedragen en wordt er niet<br />
meer afgerekend op daadwerkelijk gemaakte kosten.<br />
november/december 2015 | <strong>transfer</strong>