23.03.2018 Views

CDJA Interuptie 1 2018

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Gemeenteraadsverkiezingen<br />

Het Wiv-referendum<br />

Tekst Jacob van de Beeten<br />

Zoals iedereen weet zijn de aanstaande<br />

gemeenteraadsverkiezingen van een bij -<br />

zonder karakter. Er worden niet alleen nieuwe<br />

gemeenteraadsleden gekozen, maar ook wordt<br />

de Nederlandse bevolking geraadpleegd over<br />

de vernieuwde Wet op de Inlichtingen- en<br />

Veiligheidsdiensten, in de volksmond ook wel<br />

de ‘sleepwet’ genoemd. Deze volksraadpleging<br />

raakt op twee manieren aan de kern van onze<br />

democratie: ten eerste heeft zij betrekking op<br />

de rol van ‘het volk’ binnen de democratische<br />

rechtsstaat. Ten tweede gaat zij over de vraag<br />

in hoeverre de overheid inbreuk mag maken<br />

op de fundamentele vrijheden van haar bevolking.<br />

Beide thema’s worden hieronder<br />

nader beschouwd.<br />

1. Referenda zijn onverenigbaar<br />

met representatieve democratie<br />

‘Ja en nu zeg je “ik ben tegen referenda”, ja ik<br />

ook … maar f*ck dat even!’ Met deze niet mis<br />

te verstane bewoordingen geeft Arjen Lubach<br />

het startsein voor het referendum over de<br />

vernieuwde Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten<br />

(Wiv). Al geruime tijd is een groep<br />

studenten uit Amsterdam bezig om de vereiste<br />

300.000 handtekeningen te halen, maar pas<br />

nadat Lubach zich laat horen begint het storm<br />

te lopen. Binnen no time is het vereiste aantal<br />

handtekeningen binnen en is het raadgevende<br />

referendum een feit. Deze episode laat duidelijk<br />

zien waarom christendemocraten het referendum<br />

op principiële gronden afwijzen: zij is niets<br />

meer dan een demagogisch instrument van de<br />

media-elite, die een kleine groep in staat stelt<br />

te claimen dat zij namens ‘het volk’ spreekt.<br />

Dit ondermijnt de representatieve democratie.<br />

De kracht van de representatieve democratie<br />

schuilt in het feit dat niemand het laatste<br />

woord heeft over wat de ‘volkswil’ is en hoe<br />

deze in beleid moet worden vertaald. Eenieder<br />

die claimt namens het volk te spreken kan er<br />

op rekenen dat een institutie, belangengroep<br />

of medeburger hem of haar zal tegenspreken.<br />

Wilders ondervond dit bijvoorbeeld toen hij<br />

over een ‘nepparlement’ sprak (en daarmee<br />

impliceerde zelf wel echt te weten wat ‘het volk’<br />

zogenaamd zou willen). Van alle kanten werd<br />

hij tegengesproken en moest hij zich verantwoorden.<br />

De fundamentele tekortkoming van<br />

het (raadgevend) referendum is dat zij het proces<br />

van spraak en tegenspraak ondermijnt. Een<br />

raadpleging van de kiezers over een specifiek<br />

onderwerp licht dat onderwerp uit het politieke<br />

proces van geven en nemen, compromissen<br />

sluiten en verantwoording nemen voor het<br />

gekozen beleid. Het zogenaamde ‘volk’ dat<br />

via een referendum haar stem laat horen kan<br />

nooit als gesprekspartner dienen. Een amorfe<br />

meerderheid van kiezers kan antwoorden,<br />

noch zich verantwoorden.<br />

Hetzelfde geldt voor de drijvende krachten<br />

achter referenda, in dit geval Arjen Lubach en<br />

de studentengroep, want die hoeven zich helemaal<br />

niet te verantwoorden over de uitslag<br />

van het referendum en over de vraag of, en zo<br />

ja hoe, de uitslag in concreet beleid omgezet<br />

moet worden. Natuurlijk betoog ik niet dat<br />

burgers zich afzijdig moeten houden van de<br />

werkzaamheden van de Tweede Kamer –<br />

het is juist goed als wetgeving onderwerp van<br />

discussie is in het publieke debat en burgers<br />

actief worden aangemoedigd om kritisch op<br />

hun vertegenwoordigers te zijn. Het referendum<br />

is hiertoe echter niet het juiste middel,<br />

omdat zij alleen wordt gebruikt om tegen bestaande<br />

instituties aan te schoppen, zonder<br />

met alternatieven of constructieve kritiek te<br />

komen. Het is daarom zonder meer juist dat<br />

de christendemocratie zich vanouds tegen<br />

vormen van directe democratie gekeerd heeft.<br />

Des te merkwaardiger is de zwabberende<br />

houding van de Tweede Kamerfractie van<br />

het CDA op dit onderwerp. Ten tijde van het<br />

‘Oekraïne-referendum’ stelde de fractie de<br />

uitslag van het raadgevende referendum per<br />

definitie te respecteren, terwijl nu op voorhand<br />

werd gesteld dat er absoluut niks met de uitslag<br />

zou worden gedaan. Beide keren zat de<br />

fractie fout. In eerste instantie, omdat Kamerleden<br />

volgens de Grondwet zonder last stemmen.<br />

Zij kunnen zich dus niet op voorhand<br />

laten binden, ook niet door een volksraadpleging.<br />

In tweede instantie, omdat het raadgevend<br />

referendum – vooralsnog – onderdeel<br />

van ons staatsbestel is. Zolang de bevolking<br />

de mogelijkheid heeft om via een referendum<br />

raad te geven aan haar vertegenwoordigers,<br />

moeten volksvertegenwoordigers deze raad<br />

serieus nemen. Dat geldt dus ook voor het<br />

referendum over de ‘sleepwet’. →<br />

GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN<br />

—<br />

13

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!