Micro I Operating Manua1 - part 1 - CareFusion

Calibration Check (kalibratiecontrole)
De Micro I is gekalibreerd om liters bij lichaamstemperatuur, heersende
barometerdruk en verzadigd met waterdamp (BTPS) te lezen.
De kalibratie hoort voor onbepaalde tijd stabiel te blijven, tenzij de
transducer fysiek beschadigd is. Ook zou het niet nodig moeten zijn
het apparaat opnieuw te kalibreren. Echter, om er zeker van te zijn
dat het apparaat correct functioneert, is een periodieke
kalibratiecontrole aan te raden.
Om een kalibratiecontrole uit te voeren, vinkt u de optie
kalibratiecontrole in het menu instellingen aan. U ziet dan het
volgende scherm:
Sluit een injectiespuit van 3 l aan op de Micro I met zo min mogelijk
verloopstukken en injecteer de inhoud van de spuit gelijkmatig en
zonder onderbreking in de transducer. Zodra dit gereed is, ziet u het
volgende scherm:
De acceptabele kalibratienauwkeurigheid is +/- 3,5%. Indien de
kalibratienauwkeurigheid buiten dit bereik valt, dan ziet u een kruis
in plaats van een vinkje. Als dit het geval is, controleer dan de spuit
en de aansluitingen op lekkage en herhaal de controle. Indien de
204