02.05.2013 Views

2004-2005 nummer 1 - Thauma

2004-2005 nummer 1 - Thauma

2004-2005 nummer 1 - Thauma

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

ESSAY DE GEVAREN VAN RELIGIEUZE<br />

ONTWORTELING VOOR DE POLITIEK<br />

Bart Labuschagne, Faculteit der Rechtsgeleerdheid Universiteit Leiden<br />

Over de religieuze dimensie van<br />

politiek en de politieke dimensie van<br />

religie<br />

‘Wie religie en politiek van elkaar wil scheiden,<br />

heeft van beide niets begrepen.’ - Ghandi<br />

Minstens vanuit twee vraagstukken binnen<br />

de filosofie blijkt er een intrinsiek verband te<br />

bestaan tussen religie en politiek die pas<br />

recentelijk herontdekt wordt. 1 Vanuit de<br />

vraag naar macht bezien: wat zijn de<br />

uiteindelijke machten, wat is het ultieme<br />

waar mensen zich door laten leiden?<br />

Omgaan met macht, omgaan met het<br />

absolute, in harmonie proberen te leven met<br />

wat voor de mens uiteindelijk bepalend is, is<br />

niets anders dan religie. Zoals Luther dat al<br />

zei: “Worauf du nun (sage ich) dein Herz<br />

hängst und verlässest, das ist eigentlich dein<br />

Gott.” 2 Vanuit de vraag naar zin, zingeving<br />

bezien: binnen de politieke gemeenschap<br />

moet er over ultieme grenssituaties beslist<br />

worden zoals omgaan met ziekte, lijden,<br />

nood, gebrek, bedreigingen en moet er<br />

collectief een repertoire bestaan om hiermee<br />

om te gaan op een zodanige wijze dat de<br />

genomen maatregelen legitiem én effectief<br />

zijn. Van oudsher was, om met Hegel te<br />

spreken, “(d)ie Religion […] der Ort, wo ein<br />

Volk sich die Definition dessen gibt, was es<br />

für das Wahre hält.” 3 Omgaan met macht en<br />

zingeving op collectief niveau toont ons een<br />

diepe verwantschap tussen het religieuze en<br />

het politieke. Maar er is meer dat hen bindt.<br />

Moderne (en zéker postmoderne) samenlevingen<br />

worden gekenmerkt door drie problemen die<br />

allemaal te maken hebben met orde. Er is ten<br />

eerste een integratieprobleem. Dat wil zeggen: op<br />

welke wijze kan de samenleving zichzelf, en<br />

kunnen de leden ervan die samenleving zien als<br />

één geheel? Waar zijn wij burger van? Wat is het<br />

dèmos waar wij deel van uitmaken? Democratie<br />

en burgerschap zijn zielloze begrippen als de<br />

subjecten ervan individueel en collectief zich niet<br />

ten diepste verbonden weten met dit geheel. Ten<br />

tweede is er het legitimiteitsprobleem. De<br />

[12]<br />

THAUMA <strong>2004</strong>-<strong>2005</strong> NUMMER 1<br />

democratisch genomen besluiten door de staat<br />

moeten door de inwoners van het land als<br />

rechtvaardig ervaren kunnen worden. Maar aan<br />

welk criterium dient dit rechtvaardigheidsgevoel<br />

zélf getoetst te worden? Waaraan kunnen de<br />

burgers meten of de staat bepaalde<br />

rechtsstatelijke beginselen heeft eerbiedigd?<br />

Weten de burgers zélf wel wat ‘eerbied’ is? 4<br />

Vanuit de staat bezien: is élke uitkomst van een<br />

proceduralistisch opgevatte rechtvaardigheid<br />

legitiem? Of moet er vastgesteld worden dat<br />

democratische rechtsstaten leven vanuit<br />

voorwaarden die ze zelf niet kunnen garanderen?<br />

Ten slotte wordt de (post)moderne samenleving<br />

geplaagd door een identiteitsprobleem. Dit houdt in<br />

dat het tegenwoordig bijzonder fragwürdig is<br />

geworden een antwoord te kunnen geven op de<br />

vraag: wie zijn wij? Traditioneel werd daar op<br />

geantwoord met drie wedervragen die relatief<br />

gemakkelijk te beantwoorden waren, namelijk:<br />

waar komen wij vandaan? Waar zijn we nu? En:<br />

waar gaan we naar toe? De joods-christelijke<br />

traditie leverde van oudsher hier de antwoorden<br />

op. Daarin werden de Grote Verhalen van wie<br />

de mens is en waar hij naar toe gaat van<br />

generatie op generatie doorverteld, en heeft dit<br />

een moreel en spiritueel kapitaal gegenereerd in<br />

het Westen, waar we nu nog steeds als high-trust<br />

societies de vruchten van plukken. 5 Maar deze<br />

grote traditie lijkt sinds de Verlichting bij het<br />

grof vuil gezet te zijn, afgedankt te zijn. Niet met<br />

argumenten is dit gebeurd, maar door spot, hoon<br />

en ridiculisering.<br />

De Oostenrijks-Amerikaanse politiek filosoof<br />

Eric Voegelin (1901-1985) heeft in een klein<br />

meesterwerk, Die politischen Religionen, geschreven<br />

in 1938 vlak vóór de Anschluß, de diepere wortels<br />

van ondermeer deze problemen beschreven.<br />

Zijn analyse daarin van het 20e eeuwse<br />

totalitarisme – met name het Nationaalsocialisme<br />

– als een Ersatz-Religion, is dermate<br />

indringend en juist, dat de Nazi’s vlak ná de<br />

inlijving van Oostenrijk toen dit werkje van krap<br />

84 pagina’s gepubliceerd werd, jacht op de<br />

auteur ervan hebben gemaakt. Toen de Gestapo<br />

– nadat Voegelin al ontslagen was aan de<br />

Weense Universiteit (waar hij eerder assistent<br />

van de beroemde rechtsfilosoof Hans Kelsen

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!