1. Vast - Gemeente Arnhem
1. Vast - Gemeente Arnhem
1. Vast - Gemeente Arnhem
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
De voorzitter van de gemeenteraad<br />
ten De behoeve voorzitter van<br />
de gemeenteraad<br />
commissiebehandeling<br />
Onderwerp: Nota van Randvoorwaarden Oostelijk Centrumgebied<br />
Geachte voorzittter,<br />
Wij willen u graag op de hoogte brengen van ons besluit dat wij:<br />
<strong>1.</strong> <strong>Vast</strong>gesteld hebben de Nota van Randvoorwaarden 2009 inclusief bijbehorende gewijzigde<br />
grondexploitatie Oostelijk Centrumgebied (voorheen Centrum Oost) alsmede kennis hebben<br />
genomen van de grondexploitaties in voorbereiding voor de overige deelgebieden in het Oostelijk<br />
Centrumgebied;<br />
Aanleiding<br />
De ontwikkelingsvisie Centrum Oost is19 juli 2004 door de raad vastgesteld als kaderstellend<br />
document voor de ontwikkeling en uitvoering van het plangebied Centrum Oost. Gelet op de omvang<br />
van de opgave vergt dit een meerjarige inspanning; de ontwikkelingsvisie gaat uit van een tijdshorizon<br />
van 2020. Vanwege de grote betekenis voor de stad, de complexe opgave en de gevraagde<br />
meerjarige inzet, is het project gerekend tot de zogenaamde strategische projecten in de stad.<br />
De ontwikkelingsvisie is gepresenteerd als een product waarop gedurende langere tijd wordt<br />
voortgebouwd.<br />
In 2008 is gestart door het stedenbouwkundig bureau B+B om de Nota van Randvoorwaarden (NvR)<br />
Oostelijk Centrumgebied (OCG) op te stellen.<br />
Het resultaat is een NvR welke voor de verschillende deelgebieden in het Oostelijk Centrumgebied, t.w.:<br />
Fluvium Noord, SB complex, Fluvium Zuid, Rijnwijk, Connexxion, HGM en Mosaik stedenbouwkundige en<br />
planologische randvoorwaarden bevat.<br />
De gemeente zal de regie voeren bij de ontwikkeling van het Oostelijk Centrumgebied. De marktpartijen<br />
zijn hierbij aan zet om op basis van de NvR de stedenbouwkundige plannen te ontwikkelen. Hierbij zal de<br />
NvR door de gemeente als contractstuk en toetsingskader voor de ontwikkeling van dit woon-werkgebied<br />
worden gebruikt.<br />
Op basis van de, door de marktpartijen, op te stellen stedenbouwkundige plannen zal de gemeente de<br />
bestemmingsplannen opstellen.<br />
De NvR is in samenwerking met gemeentelijke diensten tot stand gekomen en voor de gebieden Fluvium,<br />
SB complex en Rijnwijk in overleg met Volkshuisvesting tot stand gekomen en is goed ontvangen in de<br />
welstandscommissie waar het geheel door B+B is toegelicht. Vooruitlopend op de afronding van de NvR<br />
is deze inhoudelijk ook besproken met SOKAS (Stichting OKA Services) betreffende de omliggende<br />
bedrijven en met wijkplatform het Broek en commissie Rijnwijk. In januari 2009 heeft een algemene<br />
informatiebijeenkomst over de NvR plaatsgevonden. Het plan is daarbij enthousiast door partijen<br />
ontvangen.<br />
Eusebiusbuitensingel 49 • Postbus 99 • 6800 AB ARNHEM<br />
Telefoon 026 - 3773333 • Fax 026 - 3773450 • E-mail: <strong>Gemeente</strong>@<strong>Arnhem</strong>.nl<br />
Datum : 20 oktober 2009<br />
Ons kenmerk : 2009.0.089.637<br />
Zaaknummer : 2009-10-00632<br />
Contactpersoon : L.R. Berrevoets<br />
Doorkiesnr. : 026-3774833<br />
DIENST<br />
STADSONTWIKKELING
Datum: 20 oktober 2009<br />
Ons kenmerk: 2009.0.089.637<br />
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
De NvR is continu getoetst aan de vastgestelde grondexploitaties (o.a. Fluvium Noord, Fluvium Zuid) en<br />
de grondexploitaties in voorbereiding (overige deelgebieden). De financiële consequenties hiervan zijn<br />
onderstaand weergegeven:<br />
Grondexploitatie Oostelijk Centrumgebied<br />
Voor de locaties waar de gemeente een grondpostitie heeft zal de gemeente de grondexploitatie voeren.<br />
Kosten van verwerving, bouw- en woonrijp maken zijn voor rekening van de gemeente. Daarnaast<br />
ontvangt de gemeente de opbrengst uit de grondverkoop. Investeringen in de bouwexploitatie vinden<br />
plaats door derden.<br />
Het resultaat van de grondexploitatie Oostelijk Centrumgebied bedraagt met het vaststellen van de NVR<br />
0,6 mln. Dit is nagenoeg gelijk aan de herziening van van 31-12- 2008 (FJP 2008).<br />
De grondexploitatie Oostelijk Centrum Gebied is hieronder weergegeven.<br />
Begroting Grondexploitatie Oostelijk Centrum Gebied (in mln)<br />
Omschrijving t/m 2008 2009 en verder totaal<br />
verwerving/inbrengwaarde/beheer € 7,7 € 5,7 € 13,4<br />
voorbereidende kosten € 1,0 € 14,5 € 15,5<br />
civiele werken € 0,4 € 3,6 € 4,1<br />
overige kosten € 0,0 € 2,1 € 2,1<br />
plankosten € 1,3 € 1,8 € 3,1<br />
rente € 0,9 € 2,7 € 3,6<br />
kosten stijging € 0,0 € 2,8 € 2,8<br />
onvoorzien € 0,0 € 0,8 € 0,8<br />
Totaal kosten € 11,3 € 34,0 € 45,4<br />
gronduitgifte € 1,7 € 21,5 € 23,2<br />
bijdrage/subsidies/overig € 12,5 € 7,4 € 19,9<br />
opbrengsten stijging € 0,0 € 3,4 € 3,4<br />
Totaal opbrengst € 14,2 € 32,3 € 46,4<br />
saldo eindwaarde 31-12-2019 € 1,1<br />
saldo contante waarde 01-01-2009 € 0,6<br />
Openbare ruimte<br />
Door de transformatie van Oostelijk Centrumgebied naar een nieuw stedelijk gebied is aanpassing en<br />
vernieuwing nodig van de (hoofd) infrastructuur. In de grondexploitatities van de gemeente en ook binnen<br />
de particuliere exploitaties wordt rekening gehouden met een evenredig aandeel in deze kosten. Dekking<br />
vanuit aanliggende projecten is echter niet toereikend. Bij de provincie is een subsidieaanvraag in<br />
procedure van 3,0 mln. Hiermee kan de 1 e fase van de hoofdinfrastructuur worden uitgevoerd.<br />
Voor de tweede fase (o.a. Rietgrachtstraat en Nieuwe Kade) is vervolgens nog aanvullende dekking<br />
nodig.<br />
Grondexploitatie in voorbereiding (Connexxion en HGM/van Amerongen)<br />
Deze locaties worden pas op langere termijn ontwikkeld: ruim na 2015. Afhankelijk van de ontwikkelingen<br />
in de woningmarkt en de vraag naar kantoren zullen deze locaties verder geoptimaliseerd moeten worden<br />
en/of aanvullende dekking worden gezocht.<br />
Eusebiusbuitensingel 49 • Postbus 99 • 6800 AB ARNHEM<br />
Telefoon 026 - 3773333 • Fax 026 - 3773450 • E-mail:<br />
<strong>Gemeente</strong>@<strong>Arnhem</strong>.nlEusebiusbuitensingel 49 • Postbus 99 • 6800 AB ARNHEM<br />
Telefoon 026 - 3773333 • Fax 026 - 3773450 • E-mail:<br />
<strong>Gemeente</strong>@<strong>Arnhem</strong>.nlEusebiusbuitensingel 49 • Postbus 99 • 6800 AB ARNHEM<br />
Telefoon 026 - 3773333 • Fax 026 - 3773450 • E-mail: <strong>Gemeente</strong>@<strong>Arnhem</strong>.nl<br />
DIENST<br />
STADSONTWIKKELING
Datum: 20 oktober 2009<br />
Ons kenmerk: 2009.0.089.637<br />
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Particuliere ontwikkelingen<br />
De locaties Coberco en Nieuw-Rijnwijk worden door particuliere partijen ontwikkeld. De kosten van de<br />
gemeente voor planbegeleiding en aanpassingen aan de infrastructuur alsmede de kosten voor de<br />
stedenbouwkundige toetsing aan en bewaking van de uitgangspunten als genoemd in de NvR komen<br />
voor rekening van de ontwikkelende partij.<br />
Tot slot<br />
Wij hopen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd over de stand van zaken rond de Nota van<br />
Randvoorwaarden van het Oostelijk Centrumgebied.<br />
Hoogachtend<br />
het college van burgemeester en wethouders van <strong>Arnhem</strong>,<br />
de secretaris, de burgemeester,<br />
Bijlage: Nota van Randvoorwaarden Oostelijk Centrumgebied 2009<br />
Eusebiusbuitensingel 49 • Postbus 99 • 6800 AB ARNHEM<br />
Telefoon 026 - 3773333 • Fax 026 - 3773450 • E-mail:<br />
<strong>Gemeente</strong>@<strong>Arnhem</strong>.nlEusebiusbuitensingel 49 • Postbus 99 • 6800 AB ARNHEM<br />
Telefoon 026 - 3773333 • Fax 026 - 3773450 • E-mail:<br />
<strong>Gemeente</strong>@<strong>Arnhem</strong>.nlEusebiusbuitensingel 49 • Postbus 99 • 6800 AB ARNHEM<br />
Telefoon 026 - 3773333 • Fax 026 - 3773450 • E-mail: <strong>Gemeente</strong>@<strong>Arnhem</strong>.nl<br />
DIENST<br />
STADSONTWIKKELING
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
NOTA VAN RANDVOORWAARDEN Oostelijk Centrumgebied 2009<br />
<strong>Vast</strong>gesteld B&W <strong>Arnhem</strong>, 20 oktober 2009<br />
2
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
INHOUDSOPGAVE<br />
1 Inleiding 05 6 Randvoorwaarden deelgebieden 57<br />
2 Context 07 6.1 Inleiding 57<br />
6.2 Rijnwijk 57<br />
2.1 Situering locatie 07 6.3 Fluvium Noord +Zuid/SB Complex 63<br />
2.2 Landschap 07 6.4 Connexxion 69<br />
2.3 Waterstructuur 07 6.5 HGM/Van Amerongen 75<br />
2.4 Verkeersstructuur 09 6.6 Mozaïek 81<br />
2.5 Openbare ruimte 09<br />
2.6 Bebouwingsstructuur 09 Colofon 84<br />
2.7 Milieu 11<br />
3 Projectgebied 13<br />
3.1 Historie 13<br />
3.2 Stedenbouwkundige structuur 13<br />
3.3 Deelgebieden 13<br />
4 Opgave 17<br />
4.1 Inleiding 17<br />
4.2 Erfgoed 17<br />
4.3 Milieu 17<br />
4.4 Economie 23<br />
4.5 Wonen 25<br />
4.6 Branding 25<br />
4.7 Coberco 27<br />
4.8 Programma 27<br />
5 Oostelijk Centrum Gebied 31<br />
5.1 Inleiding 31<br />
5.2 Interpretatie opgave 31<br />
5.3 Hoofdstructuur 35<br />
5.4 Verkeer 37<br />
5.5 Bebouwingsstructuur 39<br />
5.6 Waterfront Nieuwe Kade 41<br />
5.7 Hoge gebouwen 41<br />
5.8 Openbare Ruimte 43<br />
5.9 Bijzondere gebouwen met<br />
specifiek programma 47<br />
5.10 Randvoorwaarden Oostelijk<br />
Centrumgebied 49<br />
3
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
4
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
1 INLEIDING<br />
Aan de rand van het stadscentrum ten oosten van de John Frostbrug aan de Rijn ligt een gebied dat zich in de 20e<br />
eeuw ontwikkelde tot industriële stedelijke uitloper. In dit perifere gebied vonden meerdere, elders moeilijk<br />
plaatsbare functies zoals de gasfabriek op Fluvium een plek. Zo ontstond een bonte verzameling van functies zonder<br />
noemenswaardige samenhang. Ruimtelijk gezien is het een pluriform amorf gebied. De gemeente <strong>Arnhem</strong> ziet in dit<br />
gebied kansen voor het ontwikkelen van een centrumstedelijk milieu met een voorlopige werknaam ‘Oostelijk<br />
Centrum Gebied’. Het Oostelijk Centrum Gebied vormt de overgang tussen binnenstad en het oostelijk gelegen<br />
bedrijventerrein. <strong>Arnhem</strong> heeft in 2004 een ontwikkelingsvisie opgesteld (vastgesteld 19 juli 2004). De visie schetst<br />
een perspectief voor de ruimtelijke en programmatische invulling van het gebied tot 2020 en is bepalend voor de<br />
verdere uitwerking. Aangezien de druk van incidentele ontwikkelingen toeneemt, heeft de gemeente behoefte aan<br />
een document waarmee ze regie kan voeren over de transformatie van het gebied. Deze Nota van Randvoorwaarden<br />
Oostelijk Centrum Gebied biedt een stedenbouwkundig casco waarmee de gemeente haar regierol kan vervullen. De<br />
gemeente heeft bij het opstellen van dit document nauw samengewerkt met de belangrijkste marktpartij in het<br />
gebied, de woningcorporatie Volkshuisvesting.<br />
Bij het tot stand komen van de nota van randvoorwaarden is een aantal stappen doorlopen. Met een selectie mensen<br />
uit de gemeente en direct en indirecte betrokkenen is eerst de ‘brand’ (identiteit) van het gebied bepaald en is<br />
gekeken naar de meest passende doelgroepen. Vervolgens heeft Bureau B+B uit Amsterdam op basis van deze ‘brand’<br />
een aantal stedenbouwkundige scenario’s opgesteld. Na besprekingen met bewoners / bedrijven uit het gebied en<br />
een toets op economische haalbaarheid en milieu is één voorkeurscenario uitgewerkt tot een stedenbouwkundig<br />
casco.<br />
Het stedenbouwkundig casco heeft de status van nota van randvoorwaarden. Deze nota van randvoorwaarden geeft<br />
een missie en regels voor verder ontwikkeling van het Oostelijk Centrumgebied. Het document is uitdrukkelijk<br />
bedoeld als middel om regie te voeren bij de uitwerking van deelgebieden.<br />
Op basis van de nota van randvoorwaarden zullen, per deelgebied, stedenbouwkundige plannen worden opgesteld.<br />
Deze stedenbouwkundige plannen zullen getoetst worden aan de nota van randvoorwaarden en zullen tevens dienen<br />
voor de vervolgens op te stellen bestemmingsplannen.<br />
Uitgangspunt is dat de stedenbouwkundige plannen door externe ontwikkelaars zullen worden opgesteld en door de<br />
gemeente zullen worden getoetst. Harde randvoorwaarden zijn opgenomen in de gekleurde pagina’s in dit boekwerk.<br />
De “witte“ pagina’s zijn een onderbouwing en een toelichting op de visie. Ze beschrijven de visie en wat de<br />
achterliggende gedachten zijn die hieraan ten grondslag hebben gelegen.<br />
Deze nota biedt een raamwerk voor de stedenbouwkundige invulling. De uitwerking in het referentieplan is indicatief.<br />
Binnen de contouren van deze nota is er flexibiliteit om in te spelen op veranderende (markt)omstandigheden. Deze<br />
nota vormt de aanzet om te komen tot een stedenbouwkundig plan. In de vervolg fase worden de navolgende<br />
producten opgesteld. Voor de hoofdstructuur wordt een beeldkwaliteitplan opgesteld. Opdrachtgever hiervoor is de<br />
gemeente. Daarnaast wordt er per deelgebied een beeldkwaliteitplan gemaakt. Deze dient als leidraad voor de<br />
verdere architectonische uitwerkingen en de uitwerking per veld van de openbare ruimte. Nadat de<br />
stedenbouwkundige plannen zijn uitgewerkt wordt er per deelgebied een bestemmingsplan opgesteld.<br />
Het verdient aanbeveling om naast dit document een begeleidingsteam of supervisor aan te stellen zodat de grote lijn<br />
niet uit het oog verloren raakt. De uitwerking van een aantal deelgebieden kan nog geruime tijd op zich laten<br />
wachten. Dit kan leiden tot gewijzigde voorstellen. Een begeleidingsteam of supervisor kan in dit soort situaties<br />
vanuit de basisgedachte van het casco creatief omgaan met de randvoorwaarden.<br />
De nota begint in hoofdstuk 2 met een korte beschouwing over de context van het Oostelijk Centrumgebied.<br />
Hoofdstuk 3 gaat specifiek in op het projectgebied. In hoofdstuk 4 volgt een beschouwing over de opgave. Hoofdstuk<br />
5 gaat over het Oostelijk Centrum Gebied als geheel, de hoofdstructuur en de bijbehorende randvoorwaarden.<br />
Daaropvolgend behandelt hoofdstuk 6 de deelgebieden afzonderlijk. Ieder deelgebied wordt afgesloten met de<br />
randvoorwaarden voor verdere uitwerking.<br />
5
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
6
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
2 CONTEXT<br />
2.1 Situering locatie<br />
Het plangebied ligt tussen de Nieuwe Kade (Rijn), de John Frostbrug, Boulevard Heuvelink en de Van<br />
Oldenbarneveldtstraat. Het Oostelijk Centrum Gebied ligt als schakel tussen het centrum binnen de singel en het<br />
industrieterrein <strong>Arnhem</strong> Noord. In de andere richting grenst het aan het Spijkerkwartier en de Rijn. De Rijn biedt het<br />
als centrum stedelijk te ontwikkelen gebied een ongekende ruimte en dynamiek. Behalve de blauwe rivier ligt er aan<br />
de zuidoever een groene rivier die wordt begrensd door een rand van hoog opgaande bomen. Aan de noordoever van<br />
de Rijn liggen de hoge en de lage kade. De kades bieden een kans om de stad aan het water te binden met één<br />
doorgaande boulevard. Het Oostelijk Centrum Gebied ligt op steenworp afstand van het centrum, maar wordt<br />
ruimtelijk gescheiden door de verhoogde aanlanding van de John Frostbrug. De ontmoeting van binnenstad, singel en<br />
Rijn ter plaatse is niet helder.<br />
Het gebied heeft drie entrees. In het zuidoosten waar de Westervoortsedijk naar het noordenoosten afbuigt ligt straks<br />
de oost-entree. Aan de rivierzijde ter plaatse functioneert nog een zichtbepalend overslagbedrijf. Het bedrijf ligt in<br />
de binnenbocht van de rivier en beëindigt de Rijnkade. De locatie maakt nog geen deel uit van de ontwikkeling van<br />
het Oostelijk Centrumgebied. Komend vanuit het zuiden over de John Frostbrug vormt het waterfont de tweede<br />
entree van het gebied en even ten noorden aan het Airborneplein ligt de noord-entree.<br />
2.2 Landschap<br />
<strong>Arnhem</strong> ligt op de overgang van het hoog gelegen zandige Veluwemassief en het lage rivierdal van de Rijn met zijn<br />
klei-afzettingen. De overgang is op de afbeeldingen goed te zien in het reliëf en de vegetatie behorend bij de Veluwe<br />
en het vlakke open, natte landschap behorend bij de rivier. De eerste nederzettingen zijn op de randzone van hoog<br />
naar laag ontstaan. Het Oostelijk Centrum Gebied ligt in het lage, natte dal en is om die reden pas aan het begin van<br />
de 20e eeuw ontwikkeld. Rond 1700 heeft <strong>Arnhem</strong> een vestingwerk met grachten aangelegd om de stad. Hieruit is de<br />
voor <strong>Arnhem</strong> zo kenmerkende ‘Groene Singel’ ontstaan. Ten oosten van de Singel, boven de rivierdijk verandert het<br />
landschap in de polder ’t Broek. De polder heeft een rationele planmatige hydrologische opzet. Deze opzet is mede<br />
bepalend voor de verdere ontwikkeling van het oostelijk gebied. De Westervoortsedijk vormt de scheidslijn tussen de<br />
polder en het voormalige buitendijkse gebied. Het Oostelijk Centrum Gebied ligt aan de singel en over de polder en<br />
het voormalig buitendijks gebied. Tegenover het Oostelijk Centrum Gebied ligt de groene zoom van de zuidelijke<br />
Rijnoever.<br />
2.3 Waterstructuur<br />
De Rijn had in vroegere tijden een veel zuidelijker loop en speelde geen directe rol bij het ontstaan van de stad.<br />
<strong>Arnhem</strong> is ontstaan ter plaatse van de samenkomst van de Jansbeek en de Molenbeek aan de handelswegen naar<br />
Nijmegen, Utrecht en Duitsland. In de 16e eeuw wordt de Rijnbedding naar het noorden verlegd en komt zo dichter<br />
bij de stad. Anderhalve eeuw later ligt er een vesting rond <strong>Arnhem</strong>. Het water uit de beken wordt in die tijd<br />
afgevoerd via de grachten rond de vesting. De vesting en de grachten hebben plaats gemaakt voor de groene Singel<br />
en het water is uit het zicht verdwenen. Via een ondergronds stelsel verdwijnt het beekwater onzichtbaar in de Rijn.<br />
Oorspronkelijk stroomde er ook een beek, de Rietbeek door het Oostelijk Centrum Gebied. De Rietbeek ontspringt<br />
nabij de ontmoeting van de Van Verschuerstraat en de Van Oldenbarneveldtstraat en wordt nu via het gemaal naast<br />
de John Frostbrug afgevoerd naar de Rijn. De loop van de beek is in de geschiedenis door menselijk toedoen<br />
verplaatst. Er is geen natuurlijke loop bekend. <strong>Arnhem</strong> voert beleid om beken weer zichtbaar te maken. In de<br />
vervolgfase op de nota van randvoorwaarden zal een waterplan worden opgesteld. Hierin wordt onder andere<br />
ingegaan op het oppervlaktewater, kwel /infiltratie, en al dan niet bovengronds zichtbaar afvoeren.<br />
7
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
8
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
2.4 Verkeersstructuur<br />
Met de aanleg van de ‘Groene Singel’ ontstond de unieke kans voor een (halve) ringontsluiting en het maken van<br />
verbindingen over de rivier. Op de ring sluiten radiale wegen aan. De centrumring wordt afgemaakt door de<br />
Weerdjesstraat. Het niveauverschil tussen aanbruggen van de Mandelabrug, de John Frostbrug en de Weerdjesstraat<br />
belast de stad met complexe aansluitingen die veel ruimte vragen. In het oosten komt het singelverkeer en het<br />
verkeer over de Weerdjesstraat samen op het Airborneplein. Voor het Oostelijk Centrum Gebied is de Boulevard<br />
Heuvelink de belangrijkste aansluiting op de singel.<br />
De belangrijkste verkeersontsluiting door het Oostelijk Centrum Gebied is de Westervoortsedijk. Het verkeersbeleid is<br />
erop gericht om doorgaand verkeer en bestemmingsverkeer zoveel mogelijk af te wikkelen via de Westervoortsedijk,<br />
zodat de Nieuwe Kade verkeersluw wordt. De Nieuwe Kade wordt gezien als aantrekkelijk verblijfsgebied en<br />
promenade naar de binnenstad. Een tweede belangrijke ontsluitingsweg is de Van Oldenbarneveldtstraat ten zuiden<br />
van de Broekstraat. De overige straten hebben een ondergeschikt verkeersbelang en vervullen hoofdzakelijk een<br />
verblijfsfunctie.<br />
De Westervoortsedijk wordt uitgevoerd met vrij liggende ventwegen/fietspaden en wordt de doorgaande<br />
fietsverbinding naar het oosten van de stad. De fietsverbinding via het Airborneplein-Vlijtstraat is een tweede<br />
belangrijke fietsroute tussen de binnenstad en de oostelijke wijken. De Nieuwe Kade leent zich voor een meer<br />
recreatieve wandel-/fietsroute langs het water. Deze route krijgt vooral betekenis als de plannen voor een<br />
fietsverbinding tussen de noord- en zuidzijde van de Rijn in het oostpunt van het plangebied werkelijkheid worden. Er<br />
ontstaat dan een mogelijkheid om een recreatieve route over de Nieuwe Kade te verbinden met het uiterwaarden<br />
landschap Stadsblokken-Meinerswijk.<br />
2.5 Openbare ruimte<br />
De Singel, Sonsbeek en de Rijn zijn de belangrijkste structuurbepalende openbare ruimten. De Rijnkade reikt van<br />
Coehoorn tot de zand- en grindopslag in het oosten en heeft een enorme potentie. De betekenis van de Rijnkade kan<br />
versterkt worden door op de uiteinden publieke ankers toe te voegen en verbindingen te maken met de groene<br />
overkant. De ontmoeting van de Singel en de Rijnkade is nu niet helder. Dit wordt vooral veroorzaakt door de<br />
aanwezigheid van bebouwing in de singelzone, het ontbreken van een consistente (singel)inrichting en een<br />
onbepaalde restruimte onder de aanlanding van de John Frostbrug. De situatie kan eenvoudig versterkt worden door<br />
de bebouwing te verwijderen, de Zocheriaanse inrichting van de singel door te zetten tot de kade en de ruimte onder<br />
de aanlanding te voorzien van programma zodat de aanlanding een volume vormt tot de gemetselde pijler aan de<br />
Nieuwe Kade.<br />
De binnenstad heeft een fijnmazige openbare ruimte met binnenstadspleinen. De openbare ruimte wordt binnenkort<br />
verrijkt met een nieuwe insteekhaven. De insteekhaven koppelt het centrum aan de rivier en kan als anker gezien<br />
worden aan de Rijnkade. Ook in het Oostelijk Centrum Gebied ligt een kans om een koppeling met de rivier te maken<br />
en een publiekstrekker te situeren ter plaatse van de huidige zand- en grindopslag.<br />
2.6 Bebouwingsstructuur<br />
<strong>Arnhem</strong> is opgebouwd uit een middeleeuwse binnenstad binnen de Singel en de Rijn met uitbreidingswijken zoals het<br />
Spijkerkwartier (1850) en het Heuvelinkkwartier (1925) en naoorlogse uitbreidingen op de lager gelegen gronden zoals<br />
’t Broek. De middeleeuwse binnenstad heeft een fijnkorrelige structuur met veel smalle straatjes. De binnenstad<br />
heeft een krachtig kernwinkelgebied, heeft een sterk horecaprogramma en biedt cultuur. Het centrumgebied heeft<br />
een regionale betekenis. Er is veel activiteit in de publieke ruimte. De uitbreidingswijken van rond 1900 zijn ruimer<br />
en groener van opzet. De woonfunctie domineert in deze wijken. In het Broek zijn vooral bedrijven en goedkopere<br />
woningen gebouwd. De oostelijke gronden zijn aan het einde van de 19e eeuw gebruikt voor industriële ontwikkeling.<br />
Het spoorwegenemplacement is hierin een belangrijk structuurbepalend element. Behalve de wegenstructuur is er<br />
weinig ruimtelijke structuur.<br />
9
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
10
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
2.7 Milieu<br />
Industrieel werklandschap<br />
Het gebied maakt van oudsher deel uit van het werklandschap van industrieterrein <strong>Arnhem</strong> Noord. Op dit terrein<br />
heeft de zwaardere bedrijvigheid zijn plek. Het industrieterrein is gezoneerd, waarbij de juridisch planologische<br />
grens van het gezoneerde terrein nu over het grootste deel van het Oostelijk Centrum Gebied ligt. De bijbehorende<br />
geluidzone (50 dB(A)-contour) strekt zich uit tot in het centrum. De invloed van de oude industriële activiteiten doet<br />
zich nog steeds gelden, bijvoorbeeld in de slechte bodemkwaliteit ter plaatse van het voormalige gasfabriekterrein.<br />
Dit zet druk op de herontwikkelingsmogelijkheden. De bedrijvigheid in (zoals Connexxion) en om het gebied<br />
beïnvloedt het leefklimaat in het Oostelijk Centrumgebied. De werkrelatie met de Rijn is er nog steeds, bijvoorbeeld<br />
bij watergebonden bedrijfsactiviteiten langs de oever (Zagrikon, Misty). Het Oostelijk Centrum Gebied is nu<br />
ongepland een overloopgebied van werken en wonen. De krappe jas voor bedrijfsuitbreiding draagt bij aan het verval<br />
tot laagwaardiger bedrijfsactiviteiten in het gebied.<br />
Uitstraling van gebouwen, activiteiten en verkeer<br />
Vooral de geluidbelasting van de bedrijven op het bedrijventerrein <strong>Arnhem</strong> Noord is een punt van aandacht<br />
(industrielawaai). De oostelijke zijde van het Oostelijk Centrum Gebied wordt voor verkeer ontsloten via de Van<br />
Oldenbarneveldtstraat en Westervoortsedijk (wegverkeerslawaai). De beperkt aanwezige openbare ruimte is vooral<br />
verkeersruimte en kent een grote mate van verharding. Het spoorwegemplacement is één van de structuurbepalende<br />
elementen van het industrieterrein. In het Oostelijk Centrum Gebied komen daarnaast bedrijfsgebouwen voor uit de<br />
diverse tijdsgewrichten en met zeer wisselende functionele en esthetische kwaliteit. De gesloten terreinen zijn<br />
grotendeels verhard. De scheepvaart op de Rijn en de havenactiviteiten hebben invloed op het gebied, zij het<br />
beperkt, vanuit geluid, stof en externe veiligheid. Op dit moment heeft Rijnwijk nog een bijzondere planologische<br />
status: arbeiderswoningen als bedrijfswoningen ingekapseld door bedrijvigheid, op een gezoneerd industrieterrein.<br />
11
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
12
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
3 PROJECTGEBIED<br />
3.1 Historie<br />
Het plangebied behoort van oudsher tot ’t Broek, een laaggelegen nat gebied dat in tijden van hoge rivier- en<br />
grondwaterstanden regelmatig onder liep. Verschillende beken waterden via de broeklanden af op de rivier. In deze<br />
periode (16e en 17e eeuw) zal ook het tracé van de Broekstraat zijn definitieve plaats in het gebied hebben<br />
gekregen. De Broekstraat zal in de oorsprong als een soort hooggelegen dijkweg zijn aangelegd. Ook de<br />
Westervoortsedijk, onderdeel van de oude Rijndijk, is een sterk element in de oude structuur. De ligging van de<br />
Rietbeek verandert in de loop van de tijd. Uiteindelijk zal deze in de 20e eeuw ondergronds worden gelegd.<br />
Kort na 1797 ontstond op de latere Coberco-locatie de eerste industrie, te weten de houtzaagmolen “de Vlijt”. In<br />
1877 presenteerde H. Heuvelink Jr. een uitbreidingsplan voor het zuidoostelijk deel van <strong>Arnhem</strong>. Deze bebouwing<br />
heeft een min of meer gesloten karakter. De herenhuizen werden in veel gevallen in blokken van twee of zelfs meer<br />
gerealiseerd. Naast een beperkte woonfunctie op de Boulevard werd het gebied ook gebruikt voor het aanleggen van<br />
nieuwe industrieterreinen. Er was al enige industrie verschenen aan het begin van de Westervoortsedijk in de vorm<br />
van de houtzagerij en de gasfabriek. Het gebied van de Weerdjes en het gebied zuidelijk van de Westervoortsedijk<br />
zijn voormalige uiterwaardengebieden die in de 20e eeuw getransformeerd werden naar stedelijke gebieden. In 1904<br />
presenteerde ir. W.F.C. Schaap een stedenbouwkundig plan voor onder andere het industrieterrein ’t Broek, het<br />
spoorwegemplacement en een uitgestrekte arbeiderswijk. In 1912 werden de straten aangelegd voor de realisering<br />
van de woonbuurt de “Van Verschuerwijk”. In 1954 besloot het bestuur van de stad tot de aanleg van een<br />
bedrijventerrein met een spoorweg-emplacement aan de oostzijde van de stad, in aansluiting op het bestaande<br />
slachthuis en de gasfabriek. Het terrein werd 4 meter opgehoogd. Aan de zuidzijde van de Westervoortsedijk werd<br />
naast het bedrijventerrein een woonbuurt met arbeiderswoningen aangelegd; de Rijnwijk. Met de realisering van de<br />
naoorlogse bebouwing halverwege de vorige eeuw en met de bouw van de stadskantoren rond 1990, maakte het<br />
gebied een schaalsprong. Eind jaren tachtig van de vorige eeuw ontstonden plannen voor de eerste revitalisering van<br />
het bedrijventerrein.<br />
Voor het opstellen van de ontwikkelingsvisie 2004 zijn in het gebied diverse cultuurhistorische onderzoeken<br />
uitgevoerd. Deze onderzoeken hebben geleid tot een cultuurhistorische waardering van objecten. De<br />
cultuurhistorische beschouwing uit de ontwikkelingsvisie is leidend voor het opstellen van het stedenbouwkundig<br />
casco.<br />
3.2 Stedenbouwkundige structuur<br />
De huidige structuur wordt bepaald door de singel, de Nieuwe Kade, Boulevard Heuvelink, de Van<br />
Oldenbarneveldtstraat, de Westervoortsedijk en het stratenpatroon in het gebied. Ruimtelijk gezien is er een<br />
herkenbare structuur langs het blok Boulevard Heuvelink, de Rietgrachtstraat, de Broekstraat en de Van<br />
Oldenbarneveldtstraat. Verder biedt de kantoorbebouwing langs de Eusebiusbuitensingel enige houvast. De<br />
ruimtelijke structuur van het overige gebied is amorf. Wegen worden begeleid door doorgaande straatgevels. De<br />
bestaande bebouwing is divers en sluit niet aan op omringende bebouwingsstructuren. Oostelijk van de Van<br />
Oldenbarneveldtstraat ligt een bedrijvengebied waar ook zogenaamde grote lawaaimakers in de zin van de Wet<br />
geluidshinder zijn toegestaan.<br />
3.3 Deelgebieden<br />
Het gebied is opgedeeld in negen deelgebieden. Dit zijn: het Mozaïek kwartier aan de Boulevard Heuvelink, de Van<br />
Verschuerwijk, Fluvium (noord en zuid) inclusief het SB Complex, HGM/Van Amerongen tegenover het Airborneplein,<br />
het Connexxion terrein, het Coberco terrein met de melkfabriek, Rijnwijk en ten oosten van Rijnwijk een deelgebied<br />
met bedrijfsbebouwing. Het Coberco terrein is al in ontwikkeling. De ontwikkeling is in de cascostudie als een<br />
gegeven beschouwd. Het deelgebied met bedrijfsbebouwing ten oosten van Rijnwijk is (nog)niet beschikbaar voor<br />
ontwikkeling. Dit deelgebied mist evenals veel andere deelgebieden de gewenste samenhang. Hoewel de ontwikkeling<br />
van dit deelgebied geen deel uit maakt van de cascostudie is het zeer wenselijk dat ook dit gebied in de toekomst<br />
passend transformeert.<br />
13
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
14
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
3.4 Bestaande bebouwing<br />
Connexxion<br />
Het Connexxion terrein wordt begrensd door: de Vlijtstraat, de Remisestraat, de Rietgrachtstraat en de<br />
Westervoortsedijk. Tussen de Eusebiusbuitensingel en de Remisestraat ligt het onlangs ontwikkelde kantorencluster<br />
met een hoogbouwaccent in de tweede lijn. Achter het kantorencluster ligt een aantal hallen die in gebruik zijn door<br />
Connexxion. De hallen liggen verdiept ten opzichte van de Vlijtstraat. Aan de Vlijtstraat staat nog een schoorsteen,<br />
een rudiment uit het industriële verleden. De voorruimte van de hallen wordt gedomineerd door de in de lucht<br />
gespannen bedrading voor trolleybussen. De horizontaal uitgestrekte hallen bieden een aangename overgang naar<br />
het verticale gerichte kantorencluster. Aan de Westervoortsedijk staat een te behouden transformatiegebouw.<br />
+SB Complex<br />
Het SB Complex wordt begrensd door de Van Oldenbarneveldtstraat en de Verschuerstraat. Het complex is een aantal<br />
keren uitgebreid met aanvullende kantoorbebouwing. Aan de zuidrand ligt een omheind station van het NUON en een<br />
kantoorgebouw. Alleen het oude deel van het Stadsbeheer complex is van waarde.<br />
Het deelgebieden met bedrijfsgebouwen<br />
Het gebied wordt begrensd door de Nieuwe Kade, de Westervoortsedijk en de Veilingstraat. Het deelgebied met de<br />
bedrijfsgebouwen bestaat uit een verzameling vrij willekeurige bedrijfsgebouwen. Ten oosten ligt de grind en<br />
zandopslag aan de Rijn. Ten westen van het deelgebied liggen nog twee bijzondere gebouwen. Het gaat om een villa<br />
aan de Westervoortsedijk. De witte villa past niet in het benodigde profiel van de Westervoortsedijk. Het amoveren<br />
van deze villa ten gunste van een verbeterde verkeersfunctie van de Westervoortsedijk is in de cascostudie als een<br />
gegeven beschouwd. Aan de Nieuwe Kade ligt het voormalig zaadpakhuis van Wijbinga. Dit is een rijksmonument en<br />
blijft behouden.<br />
Fluvium Zuid<br />
De kop van het oostelijk bedrijventerrein aan de Van Oldenbarneveldtstraat is afgezoomd met een aantal nieuwe<br />
kantoorgebouwen. Ze vormen een duidelijke wand aan beide zijde van de straat .<br />
Van Verschuerwijk<br />
De Van Verschuerwijk wordt begrensd door de Van Oldenbarneveldtstraat, de B. P. van Verschuerstraat, de<br />
Rietgrachtstraat en de Broekstraat. Het is een karakteristiek arbeidersbuurtje met een binnenhof dat dateert uit<br />
begin 1900. Het hof is op verschillende plaatsen toegankelijk door poorten. De Broekstraat is een lommerrijke straat.<br />
Ook in de B. P. van Verschuerstraat staan bomen. Het profiel is hier echter veel smaller dan in de Broekstraat.<br />
HGM/Van Amerongen<br />
Dit deelgebied wordt begrensd door de Eusebiusbuitensingel, Boulevard Heuvelink, Rietgrachtstraat en de Vlijtstraat.<br />
De bebouwing langs de Eusebiusbuitensingel en Boulevard Heuvelink is weinig opzienbarend maar wordt als gegeven<br />
meegenomen in de cascostudie. Aan de Rietgrachtstraat ligt een brandweerkazerne. De brandweerkazerne is nog in<br />
gebruik. Het is nog onduidelijk wanneer en/of delen van deze locatie vrijkomen voor ontwikkeling. Dit deelgebied is<br />
wel meegenomen in de cascostudie.<br />
Mozaïek<br />
Mozaïek wordt begrensd door de Boulevard Heuvelink, de Van Oldenbarneveldtstraat, de B.P. van Verschuerstraat en<br />
de Rietgrachtstraat. Aan de Boulevard Heuvelink staat een aantal waardevolle panden zoals het dubbelherenhuis op<br />
40/42 en het Mozaïek College. Het stadsblok heeft een stevige straatwand aan de Boulevard Heuvelink. Om de hoek<br />
aan de Van Oldenbarneveldtstraat en de B. P. van Verschuerstraat staat nog een later aangebouwd deel van het<br />
college. Dit is een stevig te noemen gebouw voor de relatief smalle B.P. van Verschuerstraat. Aan de Rietgrachtstraat<br />
staan grondgebonden eengezinswoningen.<br />
Coberco<br />
15
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
Het Coberco terrein wordt begrensd door de Ooststraat, de Westervoortsedijk, de Badhuisstraat en de Nieuwe Kade.<br />
Op het Coberco terrein staat de oude melkfabriek met zijn hoge schoorsteen. Op de hoek van de Badhuisstraat en de<br />
Nieuwe Kade staat het gebouw met van Ginkel.<br />
16
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
17
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
4 OPGAVE<br />
4.1 Inleiding<br />
Vooruitlopend op het uitwerken van stedenbouwkundige plannen voor de deelgebieden is er behoefte aan een<br />
stedenbouwkundig casco voor het Oostelijk Centrum Gebied als geheel. Het casco heeft de status van ‘nota van<br />
randvoorwaarden’. Het stedenbouwkundig casco geeft inzicht in de ruimtelijke en programmatische/functionele<br />
structuur en geeft richting aan de beoogde identiteit en sfeer van het gebied. Vanuit de opgave voor het geheel<br />
volgen de opgaven voor de verschillende deelgebieden. Voor het ontwikkelen van de identiteit en het vaststellen van<br />
de bijpassende doelgroepen is eerst een ´brand´ opgesteld voor het gebied. Voorafgaand aan de cascostudie zijn alle<br />
randvoorwaarden met betrekking tot het milieu verzameld in een nulmeting en is een milieustrategie opgesteld. Bij<br />
aanvang van de studie is uitgegaan van een centrumstedelijk programma met een rijke mix aan functies. De<br />
haalbaarheid naar de ontwikkelingsmogelijkheden van het Oostelijk Centrum Gebied als winkelgebied is nader<br />
onderzocht. De resultaten hiervan zijn verwerkt in dit einddocument. Het casco is gebaseerd op een programma met<br />
een financiële onderbouwing. De afweging van ambitie, kosten en opbrengsten hebben het programmavolume licht<br />
doen stijgen.<br />
4.2 Programma<br />
Het ontwikkelde stedenbouwkundig casco voor Fluvium (noord, zuid en SB Complex), Rijnwijk en Connexxion is in<br />
aanvang gebaseerd op een programma van 1700 woningen waarvan 100 woon/werkateliers en circa 60 woningen voor<br />
de huidige Rijnwijkbewoners. Het aantal woningen voor Oostelijk Centrumgebied is gebaseerd op het programma van<br />
1700 woningen en dichtheden passend bij een centrumstedelijk woonmilieu. Verder is uitgegaan van 14.800 m2<br />
kantoorprogramma. Het parkeerprogramma is gebaseerd op de vigerende parkeernormering 2003-2010. Aanvankelijk<br />
was er een sterke behoefte aan een rijke mix van programma. Uit onderzoek naar de ontwikkelingsmogelijkheden<br />
voor het Oostelijk Centrumgebied in relatie tot andere ontwikkelingen in <strong>Arnhem</strong> blijkt echter dat er geen ruimte is<br />
voor detailhandel met niet-dagelijks aanbod en dat er maar zeer beperkt ruimte is voor detailhandel met een<br />
dagelijks aanbod. (BRO, 31 maart 2008). Wel is er in beperkte mate ruimte voor een aantal speciaalzaken zoals van<br />
Ginkel. Daarnaast is er nog ruimte voor recreatief en speelprogramma in de buitenruimte.<br />
Het Stedenbouwkundig casco is tot stand gekomen in een proces van tekenen en rekenen. Tijdens dit proces is<br />
voortdurend een afweging gemaakt tussen programmadichtheid, ruimtelijke kwaliteit, parkeervoorzieningen en<br />
kwaliteit openbare ruimte. Deze afweging heeft geleid tot een iets groter programma.<br />
Met de ontwikkeling van Fluvium en Rijnwijk wordt binnenkort gestart. Het programma zoals nu is opgenomen in het<br />
programma en de proefverkaveling is meer concreet. De gebieden Connexxion, HGM/Van Amersfoort en Boulevard<br />
Heuvelink volgen later. Er kunnen zich in de nabije toekomst veranderingen voordoen die leiden tot nieuwe inzichten.<br />
Deze nota biedt een raamwerk voor de stedenbouwkundige invulling. De uitwerking in het referentieplan is indicatief.<br />
Binnen de contouren van deze nota is er flexibiliteit om in te spelen op veranderende omstandigheden.<br />
Gedifferentieerd bouwen per locaties<br />
De verschillende gebiedsdelen in Oostelijk Centrumgebied hebben, zoals beschreven, elk een eigen karakteristiek. Dit<br />
is mede van invloed is op het gewenste woonmilieu. De gebieden kennen een gevarieerde samenstelling van<br />
woningen, passend bij de karakteristiek van het gebied. Grondgebonden woningen kunnen goed als stadswoningen<br />
worden gerealiseerd, maar vragen daarmee ook om voldoende ruimte voor een tuin of terras. De keuze van<br />
appartementen vraagt om een zorgvuldige aanpassing op de markt, zowel qua prijsklasse, grootte, ligging e.d.<br />
Kortom, voeg iets toe in het centrum stedelijk milieu dat elders niet of onvoldoende wordt gebouwd. Van alle<br />
woningen wordt in ieder geval verwacht dat ze duurzaam en flexibel gebouwd worden.<br />
18
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
19
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
4.3 Branding<br />
Voorafgaand aan het ontwikkelen van het stedenbouwkundig casco is onder begeleiding van ECORYS Rutten<br />
Communicatieadvies gezocht naar de gewenste identiteit van het gebied en de daarbij horende doelgroepen. Aan<br />
deze zoektocht hebben vertegenwoordigers uit de gemeentelijke diensten, marktpartijen, makelaars, SLAK,<br />
Volkshuisvesting en adviseurs meegewerkt. Uit een eerste verkenning zijn positieve kenmerken gedestilleerd.<br />
- Het Oostelijk Centrum Gebied heeft een rijke mix aan functies<br />
- Het Oostelijk Centrum Gebied is creatief en cultureel<br />
- Het Oostelijk Centrum Gebied behoort bij de centrumrand<br />
- Het Oostelijk Centrum Gebied ligt aan de Rijn<br />
- Het Oostelijk Centrum Gebied heeft een industrieel verleden<br />
Kijkend naar concurrerende stadsdelen blijkt dat vooral de kenmerken ‘creatief en cultureel’ en ‘industrieel<br />
verleden’ kansen bieden voor de positionering van het Oostelijk Centrumgebied. Ook is er een inschatting gemaakt<br />
van de meest passende mix van leefstijlen.<br />
Uitgangspunt daarbij is geweest dat de huidige bewoners uit Rijnwijk als groep geherhuisvest worden in het Oostelijk<br />
Centrumgebied. Voor het Oostelijk Centrum Gebied zijn twee nieuwe doelgroepen geselecteerd. Het gaat om<br />
‘dynamisch individualisten en ‘ongebondenen’. De eerste groep is meer gericht op materiële status en comfort, de<br />
tweede groep is meer gericht op creativiteit en vrijheid. Bij creativiteit en cultuur moet gedacht worden aan<br />
startende creatieven en niet zozeer aan gevestigde creatieven (Spijkerkwartier) of de gearriveerde creatieve cultuur<br />
(Rijnwijk). Gemeenschappelijke waarden van beide leefstijlen zijn:<br />
- Individualistisch<br />
- Succesvol/erkenning<br />
- Onafhankelijkheid<br />
- Presteren<br />
De indruk is dat ongebondenen goed te combineren zijn met de doelgroep die voortkomt uit Rijnwijk.<br />
De branding is samengevat in het volgende positioneringstatement:<br />
“<strong>Arnhem</strong> Oostelijk Centrum Gebied is gevarieerd en vernieuwend. Op karakteristieke punten in de wijk gebeuren<br />
spannende en verrassende dingen, geïnitieerd en uitgevoerd door de in het gebied wonende en werkende<br />
ondernemende en creatieve mensen. Zij houden van de stedelijke hectiek, maar ook van de rust in de groene<br />
beschutte hofjes. De mensen ontmoeten en inspireren elkaar in horecagelegenheden, galeries of gewoon op straat.<br />
Het straatbeeld is afwisselend en biedt ruimte voor kunst op straat in al haar mogelijke vormen. <strong>Arnhem</strong> Oostelijk<br />
Centrum Gebied heeft een stoere en ambachtelijke uitstraling. De oude fabrieksgebouwen passen naadloos bij de<br />
moderne (industriële) architectuur van de nieuwe woon- en werkruimtes. Door de architectuur, de stedelijke<br />
inrichting en de mogelijkheid tot particulier opdrachtgeverschap biedt het gebied creatieve ondernemers de ruimte<br />
om hun dromen waar te maken.”<br />
4.4 Wonen<br />
Woonvisie <strong>Arnhem</strong> 2015<br />
In de Woonvisie “<strong>Arnhem</strong>, woonstad in balans” staat de versnelling van de nieuwbouwproductie, vergroting van het<br />
aanbod ter verbetering van de woningmarkt (meer doorstroming) en verhoging van de kwaliteit, variatie en diversiteit<br />
in de woningvoorraad centraal. Ook wordt belang gehecht aan het particuliere opdrachtgeverschap, aangezien dit de<br />
keuzevrijheid en zeggenschap van de woonconsument vergroot.<br />
Masterplan Wonen-welzijn-zorg<br />
Het Masterplan Wonen, Welzijn en Zorg voor <strong>Arnhem</strong> Noord beschrijft de ambities van de gemeente <strong>Arnhem</strong> om<br />
ouderen op een prettige en waardige manier zo lang mogelijk zelfstandig te laten wonen. Voor het Oostelijk Centrum<br />
Gebied gaat het om woon-zorgvoorzieningen voor ouderen, mensen met fysieke beperkingen en mensen met<br />
psychische beperkingen. Van belang is dat met de Stadsregio <strong>Arnhem</strong>-Nijmegen is afgesproken dat het streven is om<br />
minimaal 75% van de nieuwbouw in Oostelijk Centrum Gebied levensloopbestendig te bouwen, dat wil zeggen<br />
20
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
geschikt voor ouderen en mensen met een lichamelijke functiebeperking. Voor scootmobielen gelden eveneens<br />
richtlijnen.<br />
21
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
Gebiedsgerichte Uitwerking woonvisie 2010<br />
De Gebiedsgerichte Uitwerking Woonvisie 2015 geeft aan dat voor het centrumgebied van <strong>Arnhem</strong> (waartoe Oostelijk<br />
Centrum Gebied behoort) als geheel moet worden gestreefd naar een aandeel grondgebonden van 20%. De kansen<br />
voor grondgebonden woningen zijn in Oostelijk Centrum Gebied groot. Met het bouwprogramma voor Oostelijk<br />
Centrum Gebied dat is gebruikt voor proefverkaveling bij de nota van randvoorwaarden wordt dit % voor het oostelijk<br />
centrumgebied gehaald. Bij de uitwerking van de nota van randvoorwaarden, zal onderzocht worden of een hoger %<br />
grondgebonden woningen (per deelgebied) mogelijk is . Dit dient echter wel binnen de vastgestelde financiële<br />
projectkaders en de ruimtelijke missie van de Nota van Randvoorwaarden te passen.<br />
Opgave<br />
Uitgangspunt voor elke centrumstedelijke woningbouwlocatie is dat er sprake is van binnenstedelijk wonen met een<br />
grote diversiteit, variatie en verschijningsvorm in het woningaanbod. Het moet een plek worden met een eigen allure<br />
en architectonische kwaliteit die uitnodigt om hier te willen wonen. Een dergelijk programma heeft vanuit de markt<br />
gezien meer kansen om uit te groeien tot een succesvol woningproject met betere afzetmogelijkheden in de markt.<br />
Het biedt de bewoners de gewenste keuzemogelijkheden en de beste garantie dat er een speels en gevarieerd woon,<br />
werk en leefklimaat ontstaat waar men zich mee kan identificeren.<br />
Oostelijk Centrum Gebied wordt gefaseerd uitgevoerd. Reden om per project voldoende flexibiliteit in het<br />
woningprogramma vast te leggen.<br />
In deze Nota van Randvoorwaarden is aangegeven dat het woningbouwvolume in de grootte van circa 1700 woningen<br />
zal liggen (inclusief Cobercokwartier), waarvan ca. 35% betaalbare woningen conform de verstedelijkingsafspraken<br />
2005-2010.<br />
4.5 Coberco<br />
Het Cobercoterrein is een belangrijk deelgebied in de ontwikkeling van het Oostelijk Centrumgebied. Coberco ligt pal<br />
langs de John Frostbrug en vormt de eerste aanzet van het waterfront. Bovendien ligt er interessant industriële<br />
bebouwing, de oude melkfabriek en het ketelhuis met bijhorende schoorsteen in het gebied. Het Cobercoterrein is<br />
reeds in ontwikkeling genomen door AM en Ballast Nedam. Het stedenbouwkundig ontwerp maakt het stadsblok af<br />
met een geparceleerd waterfront, een stevige gevel aan de aanlanding van de John Frostbrug en eveneens een<br />
stevige gevel aan de Westervoortsedijk. Een deel van de melkfabriek, het ketelhuis en de schoorsteen blijven<br />
behouden. Het stadsblok opent zich op de naar de binnenstad gerichte hoek Westervoortsedijk/Ooststraat zodat er<br />
een informele route ontstaat naar het publieke binnengebied van het stadsblok. In het stadsblok is een<br />
horecavoorziening en zijn toegangen naar het creatieve programma in de oude melkfabriek. Aan de oostzijde wordt<br />
het stadsblok afgemaakt met een gesloten bouwblok van grondgebonden stadse rijwoningen aan een collectief hof.<br />
Het ontwerp is in de cascostudie als gegeven beschouwd. De thematiek biedt voldoende aanknopingspunten. Het<br />
geparceleerde waterfront is in Rijnwijk niet gevolgd.<br />
4.6 Economie<br />
Vanuit economisch beleid zijn er de nodige restricties voor het type economische activiteit dat in het gebied mogelijk<br />
kan worden gemaakt. Door haar ligging tussen rivier, bedrijventerrein en vooral de binnenstad biedt het Oostelijk<br />
Centrum Gebied niettemin interessante kansen om te komen tot een gemengd woon-, werk- en vrije tijdsmilieu.<br />
Kantoren<br />
De ruimte die in het Oostelijk Centrum Gebied geboden kan worden aan kantoren is zeer beperkt. Het<br />
kantorenbeleid bepaalt dat in de stad uitsluitend op een select aantal strategische locaties een relatief beperkt<br />
kantorenprogramma mag worden ontwikkeld met het oog op het huidige overaanbod aan kantoren.<br />
Op deze algemene regel gelden enkele uitzonderingen:<br />
22
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
- De ‘creatieve werklocaties’ die op verschillende plekken in het gebied worden ontwikkeld, zoals de<br />
Cobercofabriek, het voormalig SB-complex en mogelijk de huidige Connexxion-locatie, oefenen ook een grote<br />
aantrekkingskracht uit op kantoorgebonden bedrijfjes in de creatieve sector, bijvoorbeeld op het gebied van design,<br />
23
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
nieuwe media, kunst, cultuur of architectuur. Dit gaat overwegend over sobere en relatief kleine ruimtes, waarbij<br />
naast de prijs ook het aanbod van collectieve voorzieningen en de nabijheid van soortgelijke bedrijfjes de<br />
aantrekkelijkheid bepalen. Daarmee zijn deze locaties niet als concurrerend te beschouwen voor meer traditionele<br />
kantoorruimte in de stad.<br />
- Het Oostelijk Centrum Gebied is door haar ligging en karakter bij uitstek geschikt voor bedrijven aan huis.<br />
Kantoor aan huis is op de meeste plekken in <strong>Arnhem</strong> toegestaan op een maximum oppervlakte van 30% van de totale<br />
woonoppervlakte. In het Oostelijk Centrum Gebied kan dit percentage in het bestemmingsplan worden opgetrokken<br />
naar 50% van de totale woonoppervlakte. Naast het juridisch instrumentarium is de bouwvorm van een woning van<br />
grote invloed op de geschiktheid als woon-werklocatie. Dit type woonwerkeenheden leent zich ook goed voor de<br />
huisvesting van vrije beroepen (huisarts, psycholoog, fysiotherapeut, etc.). Dit zou dan wel in het bestemmingsplan<br />
mogelijk worden gemaakt.<br />
Detailhandel<br />
Detailhandel in niet dagelijkse goederen is in het gebied niet toegestaan. Bij uitzondering kan ruimte worden<br />
geboden aan zeer specialistische detailhandel in waren of gereedschappen ten behoeve van de kunst- of<br />
ambachtsbeoefening. Daarnaast is productiegebonden verkoop als ondergeschikte activiteit toegestaan in ateliers.<br />
Voor detailhandel in dagelijkse artikelen is wel enige ruimte, mits klein van schaal. Voor een supermarkt is geen<br />
ruimte wegens ruim voldoende aanbod in omliggende wijken.<br />
Horeca<br />
Horeca is van grote toegevoegde waarde als ontmoetingsplaats. Dit gaat vooral op voor de vele creatieve<br />
ondernemers die in de toekomst in dit gebied werkzaam zullen zijn. Dit effect wordt versterkt indien de horeca qua<br />
sfeer aansluit op deze doelgroep. Daarnaast liggen er in het gebied nadrukkelijk kansen voor lunchgelegenheden ten<br />
behoeve van de nabijgelegen werkgelegenheidsconcentraties. Gezien de goede bereikbaarheid van het gebied kan de<br />
horeca nadrukkelijk ook een bovenwijkse functie hebben, hetgeen de kansen vergroot voor onderscheidende<br />
horecaformules.<br />
De horecanota bepaalt dat buiten het centrum horeca met een bovenwijkse verzorgingsfunctie aan de radialen kan<br />
worden toegestaan (Westervoortsedijk). Voor gebiedsverzorgende horeca geldt niet een dergelijke beperking.<br />
Vrije tijd / leisure / voorzieningen<br />
Voorzieningen op het gebied van fitness, wellness of dans, passen op zich prima in het gebied. Het zou (eventueel bij<br />
vrijstelling in het bestemmingsplan) mogelijk moeten kunnen worden gemaakt om een dergelijke voorziening in het<br />
gebied toe te laten. Hierbij is het wel van belang onder welke noemer dit in het bestemmingsplan wordt opgenomen.<br />
Deze mag niet de deur openzetten voor minder gewenste voorzieningen (bijv. een biljartcentrum met tapvergunning<br />
onder de noemer ‘recreatieve voorziening’). Een bijzonder punt van aandacht is de groei van de passagiervaart, die<br />
zich na aanpassing van de kade en de verplaatsing van Misti meer naar het Oostelijk Centrum Gebied zal verplaatsen.<br />
Dit biedt kansen voor horeca en voorzieningen in de wijk om te profiteren van de komst van deze toeristen. Een<br />
andere doelgroep kan zijn de kunst- en architectuurliefhebbers die zich tot het gebied aangetrokken voelen.<br />
4.7 Erfgoed<br />
In het gebied zijn een aantal aandachtspunten inzake Erfgoed, Archeologie, Monumenten en historische panden. Het<br />
betreft:<br />
- Onderzoeksplicht bij de vestigingswerken en de houtzagerij.<br />
- Archeologische begeleiding van overige ontgravingen<br />
- Vergunningplicht voor sloop, restauratie aan monumenten en beschermde stadsgezichten.<br />
Kansen liggen in cultuurhistorie als inspiratie voor de stedenbouwkundige invulling en het beleefbaar maken van<br />
archeologische resten, zoals bijvoorbeeld vestingwerken en de historische loop van de Rietbeek.<br />
24
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
In het gebied zijn ten behoeve van de ontwikkelingsvisie uit 2004 cultuurhistorische onderzoeken uitgevoerd. De<br />
gebouwen aan de Van Oldenbarneveldtstraat waarin de dienst Stadsbeheer was gevestigd, de arbeiderswoningen aan<br />
de Broekstraat en het pakhuis van de architect Wijbinga en veel panden in de Van Verschuerwijk zijn aangewezen als<br />
Rijksmonumenten Het dubbelherenhuis Boulevard Heuvelink 40/42 en het Mozaïek College zijn gemeentelijke<br />
monumenten. De straatgevel van het deelgebied Mozaïek aan Boulevard Heuvelink heeft de status van<br />
25
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
Rijksbeschermd stadsgezicht. Uit cultuurhistorische analyses is verder naar voren gekomen dat gebouwdelen van<br />
Coberco, het Ketelhuis (Westervoortsedijk 3) en de voormalige Methadonpost aan de Westervoortsedijk<br />
cultuurhistorische waarden vertegenwoordigen. De laatste staat niet opgenomen op de tekening aangezien deze niet<br />
behouden blijft. De Nieuwe Kade, de Rietgrachtstraat en de Westervoortsedijk maken deel uit van het oude<br />
stratenpatroon .<br />
Gezien de aard van de opgave is het goed om nog een aantal rudimenten te behouden. Hiertoe behoren de drie<br />
oudste hallen van het Connexxion complex, een deel van het college aan de B.P. van Verschuerwijk en het<br />
brandweerkazernegebouw aan de Vlijtstraat.<br />
4.8 Milieu<br />
Het gebied is zwaar belast met milieuhinder. De hinder bestaat voornamelijk uit geluid, luchtkwaliteit,<br />
bodemverontreiniging en externe veiligheid.<br />
Ten behoeve van het onderwerp milieu is een gebiedsgerichte milieustrategie opgesteld (Centrum Oost<br />
Gebiedsgerichte milieustrategie, rapportage nulmeting, kansen, knelpunten en milieustrategie d.d. oktober 2007).<br />
Deze strategie signaleert tegelijk dat herontwikkeling van het gebied ook een scala aan milieukansen biedt:<br />
- herontwikkeling is tegelijk een kans voor het oppakken en afronden van bodemsaneringsoperaties in het gebied;<br />
- in het verlengde van de branding en de beoogde uitstraling van het gebied “vernieuwend, creatief en stoer<br />
ambachtelijk”, zijn klimaatbestendigheid en zeer vergaande energieconcepten logische uitwerkingsrichtingen;<br />
- door verplaatsing van bestaande bedrijven uit het plangebied en verplaatsing van het (LPG-vulpunt van het)<br />
tankstation aan de oostzijde van de Van Oldenbarneveldtstraat en bijbehorende route gevaarlijke stoffen, zullen<br />
externe veiligheidsrisico’s en hinder van bedrijven in Oostelijk Centrum Gebied sterk afnemen en komt er ruimte voor<br />
wonen;<br />
- de geluiduitstraling van het industrieterrein richting het centrum kan worden ingeperkt.<br />
Voor de invulling van de stad en milieubenadering heeft de gemeente de bestaande milieusituatie volledig in kaart<br />
gebracht, een Gezondheidseffectscreening (GES) uitgevoerd en een milieustrategie opgesteld om in de pas van de<br />
planontwikkeling de milieukwaliteit te verbeteren.<br />
Geluid<br />
De geluidbelasting wordt veroorzaakt door wegverkeer en door geluidbronnen van bedrijven binnen en buiten het<br />
gebied (industrielawaai).<br />
Wegverkeerslawaai:<br />
De verkeersintensiteit langs de belangrijkste verkeersaders, Westervoortsedijk en de Van Oldenbarneveldtstraat<br />
(gedeelte ten zuiden van de Broekstraat), zal gaan toenemen. Dit geeft geluidbelasting. Om de geluidhinder van<br />
wegverkeerslawaai te reduceren wordt voorgesteld om stil asfalt toe te passen op de Westervoortsedijk en het<br />
genoemde gedeelte van de Van Oldenbarneveldtstraat.<br />
Industrielawaai:<br />
- Het industrieterrein <strong>Arnhem</strong> Noord is gezoneerd, waarbij de juridisch planologische grens van het gezoneerde<br />
terrein nu over het grootste deel van het Oostelijk Centrum Gebied (fig. 003) ligt. De bijbehorende geluidzone (50<br />
dB(A)-contour) strekt zich uit tot in het centrum.<br />
- Opgave is de zone van het industrieterrein terug te leggen op ten minste de Van Oldenbarneveldtstraat of verder op<br />
het industrieterrein (bufferzone), waarbij de bestaande bedrijvigheid op het industrieterrein niet wordt belemmerd.<br />
Bronmaatregelen zullen verder slechts beperkt een oplossing bieden.<br />
- Ook dan ligt de 50 dB(A)-contour van het industrieterrein over het Oostelijk Centrumgebied, zodat rekening<br />
gehouden moet worden met de geluidbelasting bij woningbouw. Er zijn diverse bronnen van geluid op het<br />
industrieterrein (mogelijk) die voor een diffuse geluidbelasting zorgen, ook op wat grotere hoogte. Om de<br />
geluidhinder van industrielawaai voor toekomstige bewoners te beperken is het noodzakelijk om niet-geluidsgevoelige<br />
26
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
bestemmingen te situeren op belaste of daarvoor kwetsbare plaatsen of beschermende maatregelen te nemen in te<br />
ontwikkelen bebouwing. In het algemeen kan dit geluid geweerd worden door robuuste maatregelen aan de gevels en<br />
kan de hinder zoveel mogelijk beperkt worden door het maken van slimme plattegronden of combinaties van<br />
bestemmingen.<br />
27
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
28
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
- De meeste geluidbronnen afkomstig van bedrijven binnen het projectgebied worden gesaneerd. Alleen het<br />
deelgebied bedrijven ten zuiden van Rijnwijk en het deelgebied bedrijven Fluvium Zuid blijft gehandhaafd, en wordt<br />
– als geluidbuffer - bestemd voor lichtere bedrijfscategorieën.<br />
- Zolang Connexxion in het gebied aanwezig blijft is ook daarvan sprake van geluidsoverlast vanuit de inrichting en<br />
door verkeersbewegingen voor de directe omgeving. Ook de brandweerkazerne zal zolang er nog brandweerauto’s<br />
vanuit deze locatie uitrukken een belasting blijven voor de omgeving.<br />
- Indien noodzakelijk kan de gemeente via de Interimwet stad-en-milieubenadering besluiten af te wijken van de<br />
geluidsnormen inzake industrielawaai tot een specifiek vast te leggen geluidniveau voor nader aan te duiden<br />
woningen (stap 3-besluit).<br />
- Het is gewenst, en in geval van een normafwijking vereist, om de mindere geluidkwaliteit zoveel mogelijk te<br />
verzachten en te compenseren via nadere geluidmaatregelen en aanvullende kwaliteitsverhogende maatregelen in<br />
het (openbaar) gebied.<br />
Luchtkwaliteit<br />
De luchtkwaliteit in het gebied wordt vooral beïnvloed langs de belangrijkste verkeersaders. Op dit moment zijn er<br />
geen overschrijdingen van de grenswaarden berekend. Bij de planvorming moet rekening gehouden worden met het<br />
‘canyon’effect: aan weerszijden van de Westervoortsedijk plaatsen van hoogbouw. Dit kan overschrijdingen van de<br />
grenswaarden veroorzaken. In de bestemmingsplannen wordt, op basis van de definitieve plannen en bouwhoogtes, de<br />
luchtkwaliteit getoetst.<br />
Daarom langs Westervoortsedijk inzetten op beheersing via bebouwing (ventilatie aan achterkant) en met behulp van<br />
groen. Het toepassen van bomen, gevelgroen en groene daken kan ter plaatse positief bijdragen aan de<br />
luchtkwaliteit.<br />
Externe veiligheid<br />
In het aangrenzende industriegebied bevindt zich een LPG vulpunt. Het vulpunt en de aanrijdroute vormen een<br />
probleem in verband met de externe veiligheid. Voor dit probleem worden brongerichte oplossingen voorgesteld<br />
(verplaatsing van vulpunt of van het hele tankstation). Ook zijn ondergrondse gasleidingen aanwezig en een<br />
gasontvangsstation (GOS), met bijbehorende veiligheidscontour. Hiervoor worden ook brongerichte maatregelen<br />
voorgesteld.<br />
Bodemkwaliteit<br />
Het industriële verleden heeft een spoor van bodemverontreiniging nagelaten. De verontreinigingen zijn voor een<br />
belangrijk deel al in beeld gebracht, een deel is al gesaneerd en een aantal locaties moet nog worden onderzocht. Bij<br />
het ontwikkelen van het gebied moet rekening worden gehouden met toenemende saneringsmaatregelen en -kosten<br />
naarmate er meer vergraven wordt of wanneer er grondgebonden woonfuncties worden toegepast.<br />
Energie en klimaat<br />
Bij het opstellen van het stedenbouwkundig casco is nog geen rekening gehouden met het onderwerp energie. Het is<br />
wenselijk om tijdens de uitwerking een energievisie op te stellen voor het hele gebied Oostelijk Centrum Gebied ten<br />
behoeve van de condities voor een optimale, samenhangende aanpak via de trias energetica: vergroting besparing,<br />
energie-efficiency en duurzame opwekking. Invalshoeken die kunnen worden onderscheiden: zijn de warmte /<br />
koelingbehoefte van gebouwen, de elektriciteit voor gebouwen en de energievoorziening voor de openbare<br />
verlichting.<br />
Ook zal in het gebied rekening moeten worden gehouden met adaptatie aan klimaatveranderingen. De gemeente<br />
<strong>Arnhem</strong> participeert in een Europees project “Future Cities” waarin een proactieve aanpassing van stedelijke<br />
gebieden tegen de voorspelde gevolgen van de klimaatverandering wordt nagestreefd. Vooral de stedelijke<br />
leefomgeving en structuren zijn gevoelig voor de gevolgen van zowel te droge als te natte weersomstandigheden:<br />
temperatuurverhoging (hitte eiland) - nattere winters (plotselinge overstromingen). Mitigerende maatregelen alleen<br />
zijn niet voldoende om de stedelijke gebieden voor te bereiken op de klimaatverandering. We zullen aanpassingen<br />
(adaptieve maatregelen) moeten nemen.<br />
Aansluitend bij de branding van het gebied “vernieuwend, creatief en ambachtelijk” inzetten op collectieve systemen<br />
voor de energievoorziening, en ook aandacht voor de klimaatbeheersing tussen en binnen gebouwen (water, groen,<br />
koeling, zonoriëntatie e.d.).<br />
29
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
30
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
Waterhuishouding<br />
<strong>Arnhem</strong> heeft in het verleden veel beken aan het zicht onttrokken. Het huidige beleid richt zich op het weer<br />
zichtbaar maken van beken. In het Oostelijk Centrum Gebied leeft de wens de Rietbeek weer zichtbaar te maken.<br />
Behalve het zichtbaar afvoeren van beekwater is er eveneens de wens om hemelwater op te vangen, te bufferen en<br />
zichtbaar af te voeren naar de rivier. Het nog op te stellen waterplan zal hier nader op ingaan. Gekeken zal worden<br />
wat wenselijk en mogelijk is in dit gebied.<br />
Om de klimaatbeheersing in de gebouwen te verbeteren, hemelwater te bufferen en de leefomgevingkwaliteit te<br />
verhogen worden waar mogelijk (platte daken) vegetatiedaken toegepast.<br />
Vanuit de optiek van een klimaatbestendig en zo mogelijk hydrologisch neutraal bouwen, zullen alle nieuwe woningen<br />
en bedrijfsgebouwen voor de hemelwaterafvoer niet worden aangesloten op de riolering (afkoppelen). Rekening moet<br />
worden gehouden met de opvang en afvoer van dit hemelwater. Dit aspect zal nader aan de orde komen in het<br />
waterplan.<br />
Hiertoe wordt in overleg met de waterbeheerder (Waterschap Rijn & IJssel) uitvoering gegeven aan de watertoets.<br />
Ecologie<br />
De parkstructuur langs de singel kan doorgezet worden richting rivier.<br />
Bomen langs de Nieuwe Kade, Westervoortsedijk, Van Oldenbarneveldtstraat en Boulevard Heuvelink zijn nu nog vrij<br />
fragmentarisch aanwezig. Gepleit wordt voor het versterken van de boom- en groenstructuur en in het bijzonder het<br />
versterken van de verbindingsroutes voor vleermuizen en het realiseren van groen aan de binnenzijde van de<br />
bouwblokken.<br />
Openbare ruimte<br />
Bij de inrichting van de openbare ruimte is de ”gele Bundel, randvoorwaarden en kwaliteitseisen Stadsbeheer“ het<br />
uitgangspunt. Afwijkingen hierop zijn mogelijk, hierover dienen dan afspraken te worden gemaakt met betrekking tot<br />
onderhoud(kosten) en beheer(kosten).<br />
31
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
32
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
33
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
5 OOSTELIJK CENTRUM GEBIED<br />
5.1 Inleiding<br />
In dit hoofdstuk wordt het stedenbouwkundig casco voor het Oostelijk Centrum Gebied besproken. De daaruit<br />
voortgekomen randvoorwaarden zijn samengevoegd op de ‘gele’ pagina’s aan het einde van het hoofdstuk.<br />
5.2 Interpretatie opgave<br />
Uit de branding van het gebied blijkt dat er behoefte is aan een centrumstedelijk woonmilieu met een sterke<br />
industriële signatuur en een sfeer van ondernemen en creatieve broedplaatsen. Naast Rijnboog met de gearriveerde<br />
cultuur en het Spijkerkwartier met de gevestigde creativiteit ziet <strong>Arnhem</strong> vooral kansen voor starters in het Oostelijk<br />
Centrumgebied. De ongebondenen, de creatieven, zijn bij voorkeur bepalend voor de sfeer. Een eerste beschouwing<br />
van het programma laat echter zien dat nog geen tien procent van het programma bestaat uit ateliers en<br />
atelierwoningen. Het overige programma bestaat hoofdzakelijk uit woonprogramma en een kleine tien procent uit<br />
kantoor bestemming. Om toch de gewenste sfeer te creëren is het van belang om het programma zoveel mogelijk te<br />
richten op het creatieve aspect. Behalve traditioneel wonen, kan gedacht worden aan stoer/exclusief wonen, casco<br />
wonen, wonen/werken (casco), speciaalzaken onder andere gericht op creativiteit en creatief zakelijk programma.<br />
Het gewenste milieu kan verder alleen bereikt worden als de ‘brand’ én in de stedenbouw, én in de architectuur én in<br />
de inrichting buitenruimte het leidend motief is.<br />
Het noordelijk deel van het projectgebied met Mozaïek en de Verschuerwijk heeft aansluiting met het noordelijk<br />
gelegen Spijkerkwartier. Het zuidelijke deel maakt deel uit van het oorspronkelijke industriële uitloopgebied. Het ligt<br />
voor de hand om de overgang van stadswijk naar het meer industriële karakter als gradiënt in het casco te verwerken.<br />
De huidige niet samenhangende amorfe stedelijke structuur moet plaats maken voor een heldere ruimtelijke<br />
structuur. Er zijn nu grote contrasten in het gebied. De Verschuerwijk contrasteert bijvoorbeeld sterk met de<br />
busremise van Connexxion. De grote diversiteit van bebouwing in korrel en typologie hoort bij het industriële karakter<br />
van het gebied en wordt als kwaliteit gewaardeerd. Het Oostelijk Centrum Gebied wordt beschouwd als een<br />
verzameling deelgebieden met een onderling sterk verschillende signatuur en thematiek.<br />
Er is grote kwaliteitswinst te boeken in Oostelijk Centrum Gebied door vernieuwing, functiecombinatie en<br />
intensivering. De ontwikkelingsmogelijkheden hangen sterk samen met de wijze waarop de milieubelasting in het<br />
gebied kan worden aangepakt. Een gestructureerde aanpak van de milieusituatie schept ruimte voor hoogwaardige<br />
gebiedsontwikkeling. De gemeente wil de mogelijkheden van Stad & Milieu daartoe optimaal inzetten.<br />
Stad & Milieu staat voor een integrale benadering van milieu en ruimtelijke ontwikkeling, gericht op een doelmatig<br />
ruimtegebruik en een verbetering van de leefomgevingkwaliteit.<br />
De aanpak verloopt in drie stappen:<br />
stap 1) vroegtijdige integratie van milieu in de ruimtelijke planontwikkeling en bronmaatregelen,<br />
stap 2) maatwerk binnen de bestaande regels (creatieve oplossingen) en indien nodig<br />
stap 3) een afwijking van wet- en regelgeving (hier voor geluid).<br />
Deze benadering heeft de gemeente opgepakt door een gebiedsgerichte milieustrategie te ontwikkelen, met als<br />
doelen: het ondersteunen van een doelmatiger stedelijk ruimtegebruik en het verbeteren van de leefkwaliteit in het<br />
gebied. Cruciale uitgangspunten zijn:<br />
- een aanvaardbare milieuhygiënische kwaliteit in Oostelijk Centrumgebied, passend bij de ‘stedelijke zones;<br />
- het waarborgen van de continuïteit van de bedrijfsactiviteiten op het industrieterrein;<br />
- de mindere milieuhygiënische kwaliteit waar mogelijk mitigeren en zo nodig compenseren door extra kwaliteit van<br />
de leefomgeving.<br />
De gemeente beseft dat de verwezenlijking van deze doelstellingen alleen slaagt in goede samenwerking met de<br />
ontwikkelende partijen en de bewoners en de bedrijven in en om het gebied.<br />
34
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
35
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
36
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
37
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
5.3 Hoofdstructuur<br />
Het Oostelijk Centrum Gebied wordt begrensd door het industrieterrein <strong>Arnhem</strong> Noord, de Van<br />
Oldenbarneveldtstraat, de Nieuwe Kade, de Rijn, de Eusebiusbuitensingel en Boulevard Heuvelink.<br />
Ruimtelijke structuur<br />
De hoofdstructuur is helder en eenvoudig. De structuur wordt bepaald door het stratenpatroon en de begeleidende<br />
straatgevels. De straatwanden worden rond elk deelgebied afgemaakt, zodat een duidelijke begrenzing van de<br />
profielen van het stratenpatroon, de deelgebieden en het Oostelijk Centrum Gebied ontstaat.<br />
Aan de rivierzijde ligt de kade. De Nieuwe Kade is de belangrijkste ruimtelijke verbinding van het gebied langs de<br />
Rijn met <strong>Arnhem</strong> en de binnenstad. De betekenis van de Rijnkade met straks de insteekhaven in het centrum en de<br />
ontmoeting met de singel ter plaatse van de John Frostbrug wordt versterkt door de toevoeging van een plein als<br />
publiekstrekker in <strong>Arnhem</strong> Oost. In de toekomst ligt er een kans deze te combineren met een nieuwe recreatieve<br />
functie ter plaatse van de huidige zand- en grindopslag direct langs Rijn nabij de kop van de Westervoortsedijk.<br />
Naast de hoofdstructuur is er ook een informele nevenstructuur. Deze nevenstructuur heeft per deelgebied een eigen<br />
identiteit. De hoofdstructuur deelt het gebied in deelgebieden. De nevenstructuur verbindt de deelgebieden en<br />
maakt het mogelijk te dwalen. Binnen een deelgebied en van deelgebied naar deelgebied over een continue maaiveld<br />
met niveauverschillen.<br />
Massa en hoogte accenten<br />
Er is een centrumstedelijk milieu voorzien. De bebouwing langs de hoofdwegenstructuur varieert van circa 4 tot 8<br />
lagen. In de binnengebieden komt zowel lagere bebouwing voor als incidenteel hogere bebouwing. Het gebied ligt in<br />
een complexe hinderzone. Voor het bepalen van de juiste bebouwingshoogten is vooral voor Fluvium een zorgvuldige<br />
afstemming vereist.<br />
De groene singel met de Eusebiusbuitensingel, de Nijmeegseweg en het Airborneplein loopt langs de westzijde van<br />
het Oostelijk Centrum Gebied. De 60m hoge toren van het stadskantoor bevindt zich op de tweede rang langs deze<br />
groene structuur. Een nieuwe,toren achter de bebouwing op de hoek van de Eusebiusbuitensingel/Boulevard<br />
Heuvelink markeert als vlaggenmast het begin van het Oostelijk Centrum Gebied. Een toren die veel goeds belooft<br />
voor het er achterliggende Oostelijk Centrum Gebied. Samen met de Walburgisbasiliek en het Stadskantoor<br />
omcirkelen ze het Airborneplein. Als iconen staan ze bij elkaar, maar vergenoeg van elkaar om niet met elkaar te<br />
concurreren.<br />
Aan de kop van de Westervoortsedijk bij de Rijn markeert een markant gebouw eveneens het begin van het Oostelijk<br />
Centrum Gebied. Het glanzende gebouw staat fonkelend in de ondergaande zon langs de Rijn, als baken zichtbaar<br />
voor de schippers en de stuurlui.<br />
De geluidbelasting belast het gehele Fluvium. Er kan niet volstaan worden met een afschermende bebouwingswand<br />
langs de Van Oldenbarneveldtstraat omdat het geluid op grotere hoogte toch het gebied binnen dringt. Bij het maken<br />
van het stedenbouwkundig plan is maatwerk nodig met betrekking tot de oriëntatie en richting van de<br />
gebouwvolumes om allen geluidsluwe zijdes te geven.<br />
Identiteit<br />
Het Oostelijk Centrum Gebied ademt straks een creatieve, industriële sfeer. Belangrijke kenmerken zijn de<br />
afwisseling van grote volumes en kleine (fijnmazige) bebouwing, bebouwingseenheden die een herkenbaar complex<br />
vormen, karakteristieke dakvormen met spannende binnenruimten en functionele en informele openbare<br />
buitenruimten.<br />
Ieder deelgebied heeft een eigenzinnige specifieke sfeer. Samen dragen ze bij aan de herkenbaarheid van de<br />
industriële geschiedenis van deze plek langs de Rijn.<br />
38
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
39
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
5.4 Verkeer<br />
Verkeersstructuur<br />
Volgens het <strong>Arnhem</strong>se beleid en aansluitend bij het principe van Duurzaam Veilig wordt het Oostelijk Centrum Gebied<br />
omgevormd tot een groot verblijfsgebied. De Westervoortsedijk blijft, als onderdeel van de <strong>Arnhem</strong>se<br />
hoofdwegenstructuur, een belangrijke verkeersader door het gebied. De Eusebiusbuitensingel (Centrumring-rond), de<br />
Boulevard Heuvelink/Johan de Wittlaan en het gedeelte van de Van Oldenbarneveldtstraat ten zuiden van de<br />
Broekstraat, zijn eveneens verkeersaders. Dat betekent dat op de Westervoortsedijk 50 km/u de toegestane<br />
rijsnelheid blijft en dat voor de overige wegen binnen het Oostelijk Centrum Gebied de toegestane snelheid 30 km/u<br />
wordt. Daarbij blijft een goede bereikbaarheid van het gebied voor alle verkeerssoorten (auto, openbaar vervoer,<br />
fiets en voetganger) het uitgangspunt.<br />
Voor het onderdeel parkeren zal het beeld ingrijpend wijzigen. Het parkeren op straat wordt beperkt en<br />
parkeerplaatsen worden overwegend ondergebracht in openbare en private (ondergrondse) parkeervoorzieningen in<br />
het plangebied.<br />
Verkeersontsluiting<br />
Auto<br />
Belangrijkste randvoorwaarde voor het autoverkeer is dat de Westervoortsedijk als verkeersader noodzakelijk is voor<br />
de afwikkeling van het autoverkeer van en naar het Oostelijk Centrum Gebied. Uitgangspunt voor de<br />
Westervoortsedijk is een verkeersprofiel met twee rijstroken, in elke richting een, en een tussenliggende ruimte die<br />
afwisselend gebruikt wordt als opstelstrook (bij zijwegen) als middengeleider (bij oversteekplaatsen) of als ‘open<br />
ruimte’ voor bijvoorbeeld noodhulpdiensten om het overige verkeer te kunnen passeren. Voor het oversteken van de<br />
Westervoortsedijk worden op een aantal cruciale plaatsen veilige oversteekpunten gecreëerd voor een goede relatie<br />
tussen noordelijke en zuidelijk gelegen delen van het projectgebied.<br />
Eenrichtingsverkeer en doodlopende straten passen niet in de gedachten voor een heldere verkeersstructuur en<br />
worden vermeden. Kruispunten bestaan bij voorkeur uit T-aansluitingen en anders uit overzichtelijk vorm te geven<br />
standaardkruisingen of rotondes. Verkeerslichten worden alleen geplaatst als dit vanuit verkeersafwikkeling<br />
noodzakelijk wordt geacht.<br />
Openbaar vervoer<br />
De ontwikkeling van het Oostelijk Centrum Gebied is vooralsnog niet van invloed op de huidige lijnvoering. Langs de<br />
Westervoortsedijk komen ook bushaltes waarbij de bus op de rijbaan halteert. Ook hier geldt dat de ‘open ruimte’<br />
gebruikt kan worden om een halterende bus te passeren. Bestaande haltes in de Westervoortsedijk worden<br />
gehandhaafd met uitzondering van de halte tegenover de remise. Deze zal te zijner tijd komen te vervallen/worden<br />
verplaatst naar de oostzijde van de kruising met de Badhuisstraat.<br />
Langzaam verkeer<br />
Fiets<br />
De belangrijkste hoofdfietsroute loopt van het Airborneplein via de Vlijtstraat richting Presikhaaf. Andere belangrijke<br />
fietsvoorzieningen zijn die langs de Westervoortsedijk en, meer in recreatieve zin, langs de Nieuwe Kade. Vanaf deze<br />
routes moeten de in het gebied gelegen bestemmingen (wonen, werken, ontspanning) goed bereikbaar zijn.<br />
Belangrijk aandachtspunt is de plek voor het stallen van fietsen (bij de woning in goede bergingen) en het parkeren<br />
van fietsen (voor bezoekers van bewoners en de overige functies). Fietsparkeerplekken staan niet in looproutes en<br />
bieden voldoende ruimte en veilige aanbindmogelijkheden.<br />
Voetganger<br />
De voetganger zal in brede zin worden gefaciliteerd met een herinrichting van grote delen in het projectgebied. Dit<br />
gaat gepaard met het opnieuw inrichten van het overgrote deel van de openbare ruimte.<br />
40
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
Belangrijk aandachtspunt is de toegankelijkheid, waarbij ook gehandicapten en bijvoorbeeld voetgangers met<br />
wandelwagens goed uit de voeten moeten kunnen. Aandachtspunten zijn voldoende brede trottoirs, obstakelvrije<br />
41
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
42
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
loopstroken, rechtstreekse en korte looproutes met goede verhardingsmaterialen (vlak, stroef) en sociaal veilig<br />
(zichtbaar, gecombineerd met ander verkeer of functies).<br />
Parkeren<br />
Voor de woningen en andere functies geldt dat het noodzakelijke aantal parkeerplaatsen (de parkeerbehoefte) wordt<br />
getoetst aan de actuele parkeernormen (Parkeernota <strong>Arnhem</strong> 2003-2010). Uitgangspunt is dat het parkeren per<br />
deelgebied steeds op eigen kavel en direct rond de randen van het deelgebied wordt opgelost.<br />
Het parkeerregime in het Oostelijk Centrum Gebied is te onderscheiden in betaald parkeren (Eusebiusbuitensingel),<br />
parkeren op eigen terrein en gratis parkeren. Het gratis parkeren in woonstraten zal waar nodig worden beperkt of<br />
gereguleerd. Voor de eindsituatie zal het betaald parkeren worden uitgebreid voor in ieder geval de Badhuisstraat.<br />
Daarnaast komen er in het gebied diverse kleinere private parkeergarages die worden gekoppeld aan de verschillende<br />
woon- en werkfuncties. Deze parkeervoorzieningen worden niet direct op de Westervoortsedijk ontsloten, maar op<br />
onderliggende wegen.<br />
Het parkeren op het lage kadegedeelte van de Rijnkade zal worden aangepast aan de ontwikkelingen (versmallen<br />
kade).<br />
Overige verkeersaspecten<br />
Bijzonder aandachtspunt is de bereikbaarheid voor logistiek (huisvuil ophalen, bevoorraden, aan-/afvoer functies) en<br />
noodhulpdiensten (brandweer, ambulance en politie). Logistieke functies moeten dusdanig worden ingepast dat ze de<br />
doorstroming van het overige verkeer niet hinderen of belemmeren. Aan- en afvoer van goederen bij bedrijven vindt<br />
plaats vanaf daartoe speciaal aangewezen en ingerichte laad-/loszones. Laden en lossen met vrachtauto’s is vanaf de<br />
openbare weg niet toegestaan. Voor grotere voertuigen geldt dat de verkeerscirculatie dusdanig is ingericht dat<br />
grotere voertuigen altijd vooruitrijdend de bestemming kunnen bereiken en verlaten. Er is een ruime<br />
keermogelijkheid en achteruit rijden door grote voertuigen wordt vermeden. De grond van dit uitgangspunt is de<br />
verkeersveiligheid en het beperken van de kans op schades door aanrijden van obstakels in de openbare ruimte.<br />
5.5 Bebouwing<br />
Het stratenpatroon van het Oostelijk Centrum Gebied worden begeleid door straatgevels die zijn gesitueerd op de<br />
rooilijn van het te bebouwen gebied. De straatgevel langs het stratenpatroon is gefragmenteerd en bestaat uit<br />
robuuste individuele gebouwen die refereren naar het industriële verleden.<br />
De gebouwen langs het stratenpatroon zijn onderdeel van een configuratie van bebouwingseenheden en staan parallel<br />
dan wel loodrecht op de hoofdstructuur. Daar waar ze met hun ‘achterzijde’ aan het openbare gebied grenzen<br />
hebben ze geen achterkant en geen achtererven. De gevels aan het openbaar gebied hebben een representatief<br />
karakter. Alzijdige gebouwen hebben dan ook geen kopgevel wanneer de “kopgevel” naar het openbare gebied is<br />
georiënteerd.<br />
Gebouwen aan pleinen hebben een maat, schaal, korrel en oriëntatie die recht doet aan het plein en het plein als<br />
zodanig verbijzonderd. De gebouwen aan het plein zijn daar waar mogelijk deels bestemd voor bijzondere functies<br />
zoals atelierwoningen, woon- werkwoningen en horeca etc. waardoor de pleinen bijzondere plekken worden als<br />
ondersteuning van de informele looproutes door de nevenstructuur.<br />
De bebouwingseenheden hebben wisselende dakvormen die refereren naar oude industriële fabrieksgebouwen:<br />
zadeldaken, zadeldaken met verschillend hellende dakvlakken, zaagtanddaken lessenaardaken of verspringend<br />
lessenaarsdak. De bouwhoogten zijn vier tot zeven bouwlagen. Er wordt gestreefd naar variatie in korrel, dakvorm en<br />
typologie. De detaillering en materialisatie van de gebouwen zijn gebaseerd op industriële referenties.<br />
Elk deelgebied heeft een eigen configuratie van bebouwingseenheden of een verzameling van configuraties. Elk<br />
deelgebied is zo, samen met de eigen informele nevenstructuur, eigenzinnig en specifiek. De compositie van<br />
verschillende configuraties en dakvormen als coulisse naast en achter elkaar vormen de nieuwe aangezichten en de<br />
nieuwe skyline van Oostelijk Centrum Gebied aan de Rijn. De aanzichten zijn gevarieerd bestaande uit<br />
bebouwingseenheden met wisselende dakvormen en bouwhoogten.<br />
43
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
Er zijn vijf verschillende configuraties mogelijk. In de hiernaast weergegeven tabel zijn de hoofdkenmerken van de<br />
configuraties weergeven.<br />
44
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
45
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
Configuratie 1: Een verzameling gebouwvolumes van 4 tot 7 verdiepingen, één familie met hoofd- en nevengebouwen,<br />
rond een verhoogde toegankelijke collectieve binnenplaats, met variatie in schaal, richting, dakvorm en typologie,<br />
met appartementen en grondgebonden woningen met ommuurde tuinen, met dezelfde beeldtaal, materiaal en<br />
kleurgebruik, met gevels van baksteen.<br />
Configuratie 2: Een carré-vormig bouwvolume van 3 tot 4 verdiepingen, met grondgebonden rijwoningen rond een<br />
privé-binnenhof met tuinen en parkeerplaatsen, met entrees aan de informele openbare ruimte rond het carré,<br />
zonder tuinen aan deze buitenzijde, met dezelfde beeldtaal, materiaal en kleurgebruik, met gevels van baksteen<br />
Configuratie 3 en 4 komen in combinatie met elkaar voor en vormen zo eveneens een ‘fabriekscomplex’.<br />
Configuratie 3 + 4: Een verzameling bouwvolumes van 4 tot 12 verdiepingen, één familie, met appartementen,<br />
zorgappartementen, atelierwoningen of kantoren, met variatie in richting, dakvorm, bouwhoogte, en typologie, met<br />
een verhoogd maaiveld tussen de bouwvolumes, met dezelfde beeldtaal, materiaal en kleurgebruik, met gevels van<br />
baksteen.<br />
Configuratie 5: Een langwerpig meanderend gebouw, functionerend als decorstuk, in horizontale (van 4 tot 8<br />
verdiepingen, deelgebied Connexxion) of in verticale zin (van 4 tot 16 verdiepingen, deelgebied HGM/Van<br />
Amerongen), met grondgebonden woningen of appartementen, met gevels die niet geparceleerd of gefragmenteerd<br />
zijn, met gevels van een plaatmateriaal met een lichte kleur of afgewerkt met stucwerk, met gevels die de<br />
langgerektheid accentueren, met variatie in ontsluitingstypologie.<br />
In het Oostelijk Centrum Gebied woon je dus al snel uniek want er is een grote verscheidenheid aan woningen en<br />
buitenruimten. Geen locatie is gelijk aan een andere. Er zijn bovendien veel woningen met bijzondere ruimtes onder<br />
de kap die uitnodigen tot ‘creatief wonen’.<br />
5.6 Waterfront Nieuwe Kade<br />
De Rijnkade reikt van Coehoorn tot de zand- en grindopslag bij het Oostelijk Centrumgebied. De gebouwen langs de<br />
Rijnkade bepalen het gezicht van <strong>Arnhem</strong>. Dit gezicht is heel divers, van een heel groen karakter met de nieuwe hoge<br />
torens uit het plan van de Morales ter plaatse van Coehoorn, de relatief lage geparceleerde bebouwing aan het oude<br />
centrum tot de ontmoeting met de Singel bij de aanlanding van de John Frostbrug, tot de zand- en grindopslag en de<br />
haven aan de oostkant van de stad.<br />
De skyline van het Oostelijke Centrum Gebied is een nieuwe toevoeging met een eigen identiteit.<br />
Het waterfront ten oosten van de John Frostbrug begint met geparceleerde nieuwe bebouwing van circa 8<br />
verdiepingen ter plaatse van Coberco. De nieuwe bebouwing aan de Nieuwe Kade ter plaatse van Rijnwijk sluit qua<br />
bebouwingshoogte aan op het naastgelegen Coberco-complex maar refereert meer aan het industriële karakter van<br />
het gebied. De skyline ter plaatse laat geen geparceleerd waterfront zien, maar bebouwingseenheden met wisselende<br />
dakvormen. De Kunstfabriek (circa 20 m hoog) begrenst het plein en de oostkant van Rijnwijk. De Kunstfabriek is een<br />
low-budget cascogebouw ten behoeve van creatieve functies, horeca en cultuur. Het gebouw functioneert als een<br />
podium en als billboard voor het plein.<br />
Achter de zand- en grindopslag wordt de skyline afgesloten met een groot markant gebouw op de kop van Fluvium.<br />
De skyline verwijst naar historische industriële complexen met uit robuuste individuele gebouwen.<br />
5.7 Hoge gebouwen<br />
Het nieuwe silhouet van het Oostelijke Centrum Gebied wordt gekenmerkt door een compositie van verschillende<br />
dakvormen als coulisse naast en achter elkaar. Een aantal hoge torens en gebouwen steken hier boven uit. Ze<br />
markeren de ‘entrees’ en een aantal speciale plekken en maken het nieuwe silhouet van het Oostelijk Centrum<br />
Gebied compleet.<br />
De 60m toren van het Stadskantoor staat samen met de glazen toren in het deelgebied HGM/Van Amerongen in de<br />
tweede lijn aan de Eusebiusbuitensingel. Andere hoogteaccenten zijn; de twee schoorstenen die als dunne naalden in<br />
de lucht steken en de stalen mast bij het SB Complex, twee bakstenen stompe torens met woningen in Fluvium en op<br />
de kop bij de Rijn, een ‘glinsterend diamant’.<br />
46
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
47
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
5.8 Openbare ruimte<br />
Het Oostelijk Centrum Gebied aan de Singel.<br />
De ontmoeting van de Singel en de Rijnkade is nu niet helder. Dit wordt vooral veroorzaakt door de aanwezigheid van<br />
bebouwing in de singelzone, het ontbreken van een consistente (singel)inrichting en een onbepaalde restruimte onder<br />
de aanlanding van de John Frostbrug. De situatie kan eenvoudig versterkt worden door de bebouwing te verwijderen,<br />
de Zocheriaanse inrichting van de singel door te zetten tot de kade en de ruimte onder de aanlanding te voorzien van<br />
programma zodat de aanlanding een volume vormt tot de gemetselde pijler aan de Nieuwe Kade. De Kade beëindigt<br />
de singel. Deze ontmoeting behoeft nadere uitwerking. Gedacht kan worden aan een verbijzondering en een<br />
voetgangersverbinding naar de kade.<br />
De kade als verbindend element.<br />
Er ligt een prachtige kans om de Rijnkade als één verbindend element vorm te geven. Evenals voor de binnenstad zijn<br />
kasseien en klinkers onderdeel van de inrichting, zodat de Rijnkade continueert richting het Oostelijk Centrum<br />
Gebied. Alleen gecombineerd met andere materialen krijgt de Nieuwe Kade een stoerder uiterlijk. Deze wisseling in<br />
inrichting gebeurt ter plaatse van de ontmoeting met de singel. De keerwand zal als zorgvuldig vormgegeven element<br />
de continuering ondersteunen. Kleine voorzieningen kunnen in de keerwand worden opgenomen.<br />
Met een nieuw plein langs de Nieuwe kade, dat uitloopt naar de Rijn, wordt het Oostelijk Centrum Gebied verbonden<br />
met zowel de hoge als de lage kade. Wandelend vanaf het centrum en de Rijnbogen, onder de John Frostbrug door<br />
naar het Oostelijke Centrum Gebied kom je vanzelf op het plein met de ‘Kunstfabriek’ terecht. Het is een ‘rauw’,<br />
stoer plein met een heel andere sfeer dan Rijnboog. Het karakter is stoer en industrieel en past bij deze plek langs de<br />
Rijn. Het is een trekker voor kunstenaars, bewoners en inwoners van <strong>Arnhem</strong>. De inrichting biedt vrijheid in het<br />
gebruik maar creëert ook mogelijkheden voor tijdelijke kunstprojecten en stoere manifestaties. Voor het plein in de<br />
lage kade is een skate-voorziening opgenomen.<br />
Het stratenpatroon<br />
De hoofdstructuur wordt mede bepaald door het stratenpatroon en de begeleidende straatgevels. De straatwanden<br />
worden rond elk deelgebied afgemaakt, zodat een duidelijke begrenzing van de profielen van het stratenpatroon, de<br />
deelgebieden en het Oostelijk Centrum Gebied ontstaat.<br />
De invulling en inrichting van de straten van het stratenpatroon is door heel het Oostelijk Centrum Gebied identiek.<br />
De inrichting is een continuering van de inrichting in de binnenstad van <strong>Arnhem</strong>.<br />
De stoepen rond de deelgebieden langs de straten zijn door het hele Oostelijk Centrum Gebied van hetzelfde<br />
materiaal en vormen zo een podium waarop elke deelgebied uniek is.<br />
De kruising halverwege de Westervoortsedijk/hoek Van Verschuerwijk blijft behouden en wordt gereconstrueerd tot<br />
een aangenaam verblijfsgebied waarbij de verkeertechnische situatie overzichtelijk blijft. De inrichting van deze<br />
ruimte waardeert het beschermd stadsgezicht van de Van Verschuerwijk. Tevens is de informele nevenstructuur van<br />
Fluvium is al voelbaar als begeleiding naar het binnengebied.<br />
De straten van het Oostelijk Centrum Gebied worden begeleid door de bestaande bomen en, waar mogelijk, door een<br />
nieuwe bomenstructuur langs de Westervoortsedijk, de Badhuisstraat en de Veilingstraat. De bomenstructuur langs de<br />
Van Oldenbarneveldtstraat en de Nieuwe Kade wordt, waar mogelijk, versterkt.<br />
De deelgebieden zijn autovrij en parkeren op maaiveld is hier niet toegestaan. Het parkeren gebeurt hier in<br />
parkeerkelders. Het maaiveld erboven is maximaal <strong>1.</strong>20m verhoogd. Het parkeren op maaiveld wordt beperkt tot<br />
enkele locaties in de straten rond de deelgebieden.<br />
Nevenstructuur<br />
Naast de hoofdstructuur is er ook een informele nevenstructuur. Deze informele openbare ruimte heeft per<br />
deelgebied een eigen identiteit.<br />
48
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
Zodra je een deelgebied binnenkomt, verandert de sfeer en de inrichting van de openbare ruimte. Weg van de drukte<br />
van de omliggende straten met auto’s en veel verkeer, loop je de luwte en rust in van het binnengebied. Dit wordt<br />
49
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
50
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
versterkt door een andere inrichting, die uitnodigt tot gebruik en verblijf. Elk deelgebied is anders, en geeft hier op<br />
een ander manier ruimte aan.<br />
Connexxion heeft een ‘roestige’ plein dat gedeeltelijk onder water loopt bij regenval, met een hemel van<br />
kronkelende staaldraad, herinnerend aan de trolleybussen .<br />
HGM/Van Amerongen heeft een pleintje onder een hemel van bladeren met lampionen die dansen in de wind.<br />
In Rijnwijk loop je over kasseien die glimmen in de regen, de bomenrijen in de straatjes begeleiden je naar het grote<br />
plein aan de Rijn. Asfalt met grafische patronen en een hemel van lampen schept de randvoorwaarden voor de beste<br />
kunstmanifestaties en tijdelijke kunstprojecten.<br />
In Fluvium vind je een beeldentuin onder een zee van bomen en een systeem van buizen voor de afvoer van<br />
hemelwater boven een organische patroon van (half)verharding. Tussen de bomen is een aantrekkelijk ontspannen<br />
informeel verblijfsklimaat gecreëerd dat sterk contrasteert met de verkeersdynamiek langs de randen en het<br />
industrieterrein Noord.<br />
Waterstructuur<br />
In het Oostelijk Centrum Gebied is een reële kans om beekwater bovengronds te halen en daarmee water als<br />
zichtbaar en verbindend element aanwezig te laten zijn in het openbaar gebied. Naast een stedenbouwkundige<br />
meerwaarde voor het gebied heeft de beek ook een belangrijke functie bij het afvoeren van het hemelwater in het<br />
plangebied. Hemelwater moet immers zoveel mogelijk bovengronds worden afgevoerd. In een eerste quick scan is<br />
bekeken of het openbaar gebied in de omgeving Rietgrachtstraat-Badhuisstraat een tracé zou kunnen zijn om de beek<br />
in aan te leggen. Technisch en hydraulisch voldoet het onderzochte tracé. Op dit moment wordt nader onderzoek<br />
gedaan naar de exacte maat en uitvoering van de eventueel aan te leggen beek.<br />
Er is een streven om hemelwater deels zichtbaar af te voeren. De waterafvoer kan worden benut om op een<br />
industriële manier de informele binnengebieden met elkaar te verbinden en het verzamelde water zichtbaar af te<br />
voeren in de Rijn. In de volgende planfase wordt een waterplan opgesteld. Daaruit zal blijken of het hemelwater<br />
bovengronds kan worden afgevoerd.<br />
Als sprake zal zijn van bovengronds afvoeren van regenwater dan gebeurt dit binnen het Oostelijk Centrum Gebied op<br />
verschillende manieren.<br />
Bij Fluvium voert een systeem van buizen het regenwater af over de Westervoortsedijk naar de open goten in<br />
Rijnwijk. Dit systeem van buizen refereert naar industriële pijpleidingen.<br />
Connexxion en HGM/Van Amerongen staan met elkaar in verbinding met een open goot. Beide deelgebieden hebben<br />
een plein met een verdiept gedeelte voor de opvang van regenwater. De bassins staan tevens in verbinding met de<br />
Rietbeek, die als overloop dient.<br />
Kwaliteitniveau openbare ruimte<br />
In de inrichting, materialisatie en detaillering, van de openbare ruimte wordt onderscheid gemaakt in drie niveaus.<br />
Niveau 1 staat daarbij voor het laagste investeringsniveau en 3 voor het hoogste niveau. De extra kwaliteit is<br />
zichtbaar in de afwerking, de detaillering en de extra aandacht voor installaties voor verlichting en tijdelijke<br />
manifestaties en tentoonstellingen voor kunstenaars.<br />
Onder niveau 1 valt het stratenpatroon tussen de deelgebieden: Westervoortsedijk, Van Oldenbarneveldtstraat,<br />
Nieuwe Kade, Eusebiusbuitensingel, Boulevard Heuvelink, Badhuisstraat, Veilingstraat, Rietgrachtstraat, Van<br />
Verschuerstraat, Vlijtstraat en de Broekstraat.<br />
Onder niveau 2 valt alle informele openbare ruimte binnen de deelgebieden en de vijfsprong midden in het gebied.<br />
Het plein rond de Remise in Connexxion, het gebied rond de atelierwoningen en SB Complex in Fluvium, het plein bij<br />
de ‘Kunstfabriek’, het pleintje achter de brandweerkazerne en het plein in Coberco vallen onder niveau 3.<br />
51
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
52
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
5.9 Bijzondere gebouwen met specifiek programma<br />
Langs de informele openbare ruimte binnen de deelgebieden liggen gebouwen met een specifiek creatief programma:<br />
de Melkfabriek, Ginkel gebouw, de Remise, de brandweerkazerne, de gebouwen van het SB complex en de<br />
‘Kunstfabriek’ bij het witte pakhuis van Wijbinga.<br />
De informele openbare ruimtes van de verschillende deelgebieden zijn op elkaar aangesloten en creëren samen een<br />
netwerk. Zo ontstaat een secundair circuit voor voetgangers en fietsers tussen de deelgebieden die de gebouwen met<br />
een specifiek programma met elkaar verbindt.<br />
De gebouwen met een creatief programma zijn de parels in het Oostelijk Centrumgebied. De bestaande gebouwen<br />
zijn hoofdzakelijk van baksteen. De nieuwe gebouwen met een creatief programma zijn qua architectuur, materiaal<br />
en detaillering onderscheidend. De gevels zijn bijvoorbeeld van staal, glas, hout of beton. Niet van baksteen. Het zijn<br />
uitgesproken en eigenwijze gebouwen.<br />
53
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
54
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
55
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
5. 10 Randvoorwaarden Oostelijk Centrumgebied<br />
56
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
57
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
58
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
59
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
60
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
61
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
62
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
63
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
64
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
6 DEELGEBIEDEN<br />
6.1 Inleiding<br />
In het navolgende hoofdstuk zijn de randvoorwaarden, gebaseerd op het referentieprogramma en<br />
referentieverkaveling, van de verschillende deelgebieden opgenomen: Rijnwijk, Fluvium, Connexxion, HGM/Van<br />
Amerongen en Mozaïek. Per deelgebied zijn de randvoorwaarden samengevoegd op de ‘gele’ pagina’s aan het einde<br />
van de subhoofdstukken.<br />
6.2 Rijnwijk<br />
Rijnwijk is het deelgebied aan de Rijn naast het Coberco Kwartier. Het gebied wordt begrensd door de Badhuisstraat,<br />
Westervoortsedijk, Veilingstraat en de Nieuwe Kade.<br />
Het zicht over de Rijn is een extra kwaliteit. De rivier met zijn groene zoom aan de overzijde geeft een gevoel van<br />
ruimte en vrijheid. Een van de uitgangspunten voor het ruimtelijk model is zoveel mogelijk toekomstige Rijnwijkers<br />
te laten profiteren van dit uitzicht. Een profijt dat dus niet alleen is voorbehouden aan bewoners die op de voorste rij<br />
wonen.<br />
Rijnwijk is met de rivier en de kade rechtstreeks verbonden met het centrum van <strong>Arnhem</strong>. De verbinding wordt<br />
benadrukt door een publiek plein aan de kade. Het plein biedt mogelijkheden om het gebruik van de kade als<br />
boulevard te stimuleren. Rond het plein aan de Rijn wordt een aantal creatieve voorzieningen geconcentreerd: een<br />
‘Kunstfabriek’ met ruimte voor horeca en een aantal ateliers. De creatieve/industriële sfeer is een basisthema voor<br />
geheel Rijnwijk. Er is gezocht naar een ruimtelijk model dat uitnodigt tot ‘creatief’ wonen. Dit thema is bepalend<br />
voor zowel de stedenbouwkundige opzet van de wijk, de architectuur, de inrichting van de openbare ruimte als de<br />
beleving in de eigen woning en de ontmoeting met andere bewoners.<br />
65
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
Randvoorwaarden Rijnwijk<br />
66
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
67
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
68
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
69
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
70
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
71
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
6.3 Fluvium Noord + SB Complex<br />
6.3.1 Inleiding<br />
Fluvium (Fluvium Noord+ SB Complex) is het grootste deelgebied. Het gebied wordt begrensd door de Broekstraat,<br />
Van Oldenbarneveldtstraat en de Westervoortsedijk.<br />
Aan de noordzijde het industriegebied <strong>Arnhem</strong> Noord en aan de zuidzijde de Westervoortsedijk. Aan de oostzijde<br />
eindigt Fluvium in een punt aan de Rijn. Aan de westzijde grenst Fluvium aan de Verschuerwijk.<br />
Vooral de begrenzing aan de noord- en zuidzijde zijn problematisch. Veel verkeer langs beide straten met de daarbij<br />
behorende geluidsoverlast. Overlast van het industriegebied ’t Broek en het zicht over dit gebied is ook niet al te<br />
schoon. Er is daarom gezocht naar een ruimtelijk model waarbij een binnengebied ontstaat met speciale kwaliteiten,<br />
waar alle woningen aan liggen en op georiënteerd zijn. Ondanks de drukte rondom Fluvium, biedt het binnengebied<br />
rust en schoonheid. Een gebied dat uitnodigt tot creatief gebruik door de bewoners, ondersteunt door de spannende<br />
relatie tussen hun woning en dit tussengebied.<br />
De bestaande gebouwen van het SB Complex krijgen een nieuwe functie, zij worden omgebouwd tot atelierwoningen<br />
en vormen zo samen met een tweetal nieuwe gebouwen met ateliers een creatief centrum. Al deze gebouwen liggen<br />
ook aan het groene tussengebied. Ze zijn van alle kanten bereikbaar en niet afgesloten van de rest van Fluvium. Het<br />
groene tussengebied zorgt dat de creatieve sfeer rond de atelierwoningen tot overal in Fluvium doordringt.<br />
De geluidbelasting belast het gehele Fluvium. Er kan niet volstaan worden met een afschermende bebouwingswand<br />
langs de Van Oldenbarneveldtstraat omdat het geluid op grotere hoogte toch het gebied binnendringt. Er is maatwerk<br />
nodig om alle bebouwing in Fluvium geluidsluwe zijdes te geven. Een bebouwingsbeeld is dus niet toereikend.<br />
72
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
73
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
Randvoorwaarden Fluvium + SB Complex<br />
74
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
75
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
76
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
77
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
78
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
79
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
6.4 Connexxion<br />
Connexxion is het deelgebied nabij het Stadskantoor. Het gebied wordt begrensd door de Remisestraat, Vlijtstraat,<br />
Rietgrachtstraat en de Westervoortsedijk.<br />
De huidige Remise neemt een prominente plek in naast het Stadskantoor met de 60 m hoge toren. Het is een<br />
karakteristiek gebouw met de boogdaken en de langgerekte hallen. Samen met de bedrading voor de trolleybussen en<br />
de hoge toren van het Stadskantoor op de achtergrond geven een speciale identiteit aan het Oostelijk Centrum<br />
Gebied. Uitgangspunt is het behoud van een gedeelte van de hallen voor een nieuwe toekomstige creatieve functie.<br />
De hallen functioneren tevens als buffer tussen het grote Stadskantoor en de nieuwe bouwvolumes met woningen.<br />
Daarbij is het belangrijk dat de bouwvolumes een geborgen plein creëren rond de Remise. Een decor vormen voor de<br />
Remise die het middelpunt vormt van Connexxion.<br />
80
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
Randvoorwaarden Connexxion<br />
81
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
82
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
83
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
84
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
85
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
86
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
6.5 HGM/Amerongen<br />
HGM/Van Amerongen is het deelgebied in de uiterst noordwest hoek van het Oostelijke Centrum Gebied, gelegen<br />
nabij het Airborneplein en de Walburgisbasiliek. Het gebied wordt gegrensd door de Vlijtstraat, Rietgrachtstraat,<br />
Boulevard Heuvelink en Eusebiusbuitensingel.<br />
Vanaf het Airborneplein is het al reeds bestaande kantoorgebouw op de hoek van de Boulevard Heuvelink en de<br />
Eusebiusbuitensingel het eerst zichtbaar, waarachter de rest van het Oostelijk Centrum Gebied schuilgaat. Het<br />
Oostelijk Centrum Gebied heeft vanaf deze prominente zijde geen duidelijke entree.<br />
Uitgangspunt voor het ruimtelijk model van HGM/Van Amerongen is een hoge toren, die als een vlaggenmast op de<br />
tweede lijn het begin van het Oostelijk Centrum Gebied markeert. Een toren die veel goeds belooft voor het<br />
achterliggende Oostelijk Centrum Gebied.<br />
87
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
88
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
Randvoorwaarden HGM / Amerongen<br />
89
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
90
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
91
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
92
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
93
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
6.6 Mozaïek<br />
6.6.1 Inleiding<br />
Mozaïek is het deelgebied dat het dichtst is gelegen bij het Spijkerkwartier. Het gebied wordt begrensd door<br />
Boulevard Heuvelink, de Van Oldenbarneveldtstraat, B.P. van Verschuerstraat en de Rietgrachtstraat. Dit deelgebied<br />
is als ruimtelijk model het minst uitgewerkt. Er zijn meerder modellen onderzocht voor deze locatie en er is een<br />
studie uit het verleden in de beschouwing meegenomen. Uitgangspunt bij alle varianten is het volledig oplossen van<br />
het parkeerprobleem binnen het deelgebied. In de straten rond het deelgebied en aan de rand is geen ruimte voor<br />
meer parkeerplaatsen. Dit gegeven is maatgevend voor de hoeveelheid te realiseren woningen en hun typologie,<br />
grondgebonden dan wel appartementen.<br />
De bebouwing aan de Boulevard Heuvelink blijft behouden. Het dubbelherenhuis, het Mozaïek College en het<br />
poortgebouw ernaast evenals een rijtje woningen aan de Van Oldenbarneveldtstraat hebben een cultuurhistorische<br />
waarde. Een deel van het latere gebouw van het Mozaïek College op de hoek van de B.P. van Verschuerstraat/Van<br />
Oldenbarneveldtstraat heeft potentie voor creatieve functies. Indien het volledig gesloopt wordt zal de rooilijn van<br />
de B.P. van Verschuerstraat twee meter naar achter komen te liggen, zodat het profiel van de Vlijtstraat ruimer<br />
wordt.<br />
94
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
Randvoorwaarden Mozaïek<br />
95
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
96
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
97
Zaaknummer: 2009-10-00632<br />
Documentnummer: 2009.0.089.666<br />
COLOFON<br />
Het Nota van Randvoorwaarden Oostelijk Centrum Gebied <strong>Arnhem</strong> is tot stand gekomen in samenwerking met en op<br />
basis van bijdragen van:<br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Arnhem</strong><br />
Leo Berrevoets<br />
Fractie/Afdeling<br />
SO/GO<br />
Peter Hectors SO/SL<br />
Tonny Slieker SO/VK<br />
Paul van Hoof SO/PJL<br />
Anneke Belksma SO/SL<br />
Geert van Horck SB/SI/SPL<br />
Noëlle Kolkman SB/<br />
Theunis Kalsbeek SO/PJL<br />
Jaco Kruit SO/RI<br />
Saskia Luijmes SB/REG/PRM<br />
Stijn Loogman SO/EZ<br />
Marion Jeurissen SO/PJL<br />
Jeanet Matser<br />
Martijn van Nie<br />
SO/RI<br />
Gert van Putten SO/WO<br />
Bert Tates SO/PJL<br />
Marion Visser SB/REG/MIL<br />
Truke de Vries FD/COM<br />
Bureau B+B<br />
Freek Loos stedenbouw en architectuur<br />
Daniëlle Huls stedenbouw en architectuur<br />
Martijn Bakker stedenbouw en architectuur<br />
Jan Maas landschapsarchitectuur<br />
Bureau B+B stedebouw en landschapsarchitectuur<br />
Herengracht 252<br />
1016 BV Amsterdam<br />
0031 (0)20-623 98 01<br />
www.bplusb.nl<br />
98