provinciaal rup dumoulin - Provincie West-Vlaanderen

De opdrachtgever 

Provincie West-Vlaanderen, Dienst Ruimtelijke Planning en Mobiliteit 

STAD TORHOUT 

Koning Leopold III-laan 41 

8200 Brugge 

tel. (050)40 35 30 

fax (050)40 33 76 

Ontwerp 

PROVINCIAAL RUP DUMOULIN 

Toelichtingsnota – Grafisch plan – Stedenbouwkundige voorschriften 

Planregisternummer: 2.13_46_1 

De opdrachthouder - ontwerper 

West-Vlaamse Intercommunale - dienstverlenende vereniging 

Baron Ruzettelaan 35 

8310 Brugge 

tel. (050)36 71 71 

fax (050)35 68 49 

Algemeen directeur Afdelingshoofd Ruimtelijk planner 

Geert Sanders Mark Geldof Annelies De Clercq 

Wijzigingen Opgemaakt Tekenaar 

N.a.v. plenaire vergadering dd. 7 oktober 2005 Juli 2005 Lena Vereecke 

N.a.v. behandelen adviezen en bezwaren 1 juni 2006

Inhoud 

A. UITVOERING VAN HET PROVINCIAAL RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN WEST-VLAANDEREN 7 

1. Beslissing tot opmaak provinciaal RUP door de Bestendige Deputatie 7 

B. FEITELIJKE EN JURIDISCHE BESTAANDE TOESTAND 8 

1. Feitelijke bestaande toestand 8 

1.1 Historiek, activiteiten en vooruitzichten 10 

1.2 Probleemstelling en uitbreidingsvragen 11 

1.3 Mobiliteitsaspect Dumoulin 11 

2. Juridisch bestaande toestand 12 

2.1 Juridisch kader 12 

2.2 Vergunningen 13 

3. Oppervlakte 13 

C. SITUERING BINNEN KLEINHANDELSLINT EN ANALYSE LINT 14 

1. Gebiedsomschrijving 14 

1.1 Gebiedsomschrijving Kruiskalsijde noord 14 

1.2 Gebiedsomschrijving tussen de spoorlijn en Kortemarkstraat 15 

1.3 Gebiedsomschrijving Kruiskalsijde zuid 15 

2. Situering binnen het gewestplan 16 

D. PLANNINGSCONTEXT EN OVERIGE BELEIDSPLANNEN 17 

1. Ruimtelijk structuurplan Vlaanderen (RSV) 17 

2. Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaanderen (PRS-WV) 18 

2.1 Afweging 19 

3. Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan (GRS) 19 

3.1 Torhout 19 

3.2 Lichtervelde 19 

4. Mobiliteitsplan 20 

4.1 Lichtervelde 20 

4.2 Torhout 21 

5. Nota lokatiebeleid langs de provinciale wegas Brugge-Roeselare-Menen 21 

E. EVALUATIE BEDRIJF EN OPZET PLAN 23 

1. Toetsing bedrijf aan evaluatiecriteria bestaande bedrijven (PRS, RD, p. 247 e.v.) 23 

1.1 Ruimtelijke impact 23 

1.2 Milieu-impact 23 

1.3 Verkeersimpact 23 

1.4 Sociaal- en bedrijfseconomische criteria 24 

1.5 Besluit 24 

2. Opzet plan 24 

F. PLANPROCES 26 

1. Beslissing tot opmaak provinciaal RUP 26 

1.1 Voorontwerp 26 

1.2 Ontwerp 26 

G. STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN EN VERORDENEND GRAFISCH PLAN 27 

H. BIJLAGE 37 

WVI – JULI 2005 PROVINCIAAL RUP DUMOULIN 3

4 PROVINCIAAL RUP DUMOULIN JULI 2005 - WVI



A. UITVOERING VAN HET PROVINCIAAL RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN WEST- 

VLAANDEREN 

1. Beslissing tot opmaak provinciaal RUP door de Bestendige Deputatie 

De provincie is bevoegd voor het bepalen van de ontwikkelingsperspectieven en het opmaken van provinciale 

ruimtelijke uitvoeringsplannen voor bedrijven van bovenlokaal niveau na de toekenning van een positief planologisch 

attest. Het bedrijf Dumoulin Service uit Torhout verkreeg van de Bestendige Deputatie in zitting op 16 september 2004 

een (gedeeltelijk) positief planologisch attest. 

De tekst luidt als volgt: 

“Met betrekking tot uitbreiding op korte termijn: 

Gunstig, op voorwaarde dat de uitbreiding beperkt wordt tot een volume met één gelijkvloerse bouwlaag en één 

ondergrondse bouwlaag met ten hoogste de lengtematen zoals die voorzien zijn in de aanvraag van het planologisch 

attest, en de bouwhoogte ten hoogste ca. 4m gezien het weglaten van de tweede bovengrondse bouwlaag. 

Een adequaat materiaal- en kleurgebruik dient de landschapsinkleding ten aanzien van de achterliggende open ruimte 

te bevorderen. 

Met betrekking tot de uitbreiding op lange termijn: 

Niet van toepassing, in de aanvraag is immers enkel een ruimtelijke behoefte op korte termijn voorgesteld die 

tegelijkertijd de ruimtelijke behoefte op lange termijn betreft.” 

De Bestendige Deputatie heeft in zitting van 03.02.2005 beslist tot de opmaak van onderhavig RUP. 

Daarbij werd gesteld dat “het RUP ontwikkelingsmogelijkheden aan het bedrijf moet geven, waarbij rekening moet 

gehouden worden met de bedrijfseconomische aspecten, de ruimtelijke aspecten waaronder de landschappelijke 

inpassing en desgevallend de buffering t.o.v. de woonomgeving, de mobiliteitsaspecten en de milieuaspecten van het 

bedrijf. 


B. FEITELIJKE EN JURIDISCHE BESTAANDE TOESTAND 

1. Feitelijke bestaande toestand 

De handelszaak is gelegen langsheen de N32, de bovenlokale verbindingsweg die Torhout met Roeselare verbindt. 

Hoewel gelegen op het grondgebied van de stad Torhout, sluit het bedrijf onmiddellijk aan op de bebouwing van het 

bedrijventerrein op het grondgebied van Lichtervelde. Op dit bedrijventerrein en ook op de aanpalende terreinen op het 

grondgebied van Torhout bevinden zich langsheen de N32 een aantal grootschalige handels- en horecazaken. 

De N32 is deels een weg onder de bevoegdheid van de provincie en deels van het gewest. 

De ring rond Torhout en het deel tussen Torhout en het rondpunt Kruiskalsijde valt onder de bevoegdheid van het 

gewest. Dumoulin is bijgevolg gelegen langsheen een gewestweg. 

De weg tussen Brugge en Torhout en tussen Kruiskalsijde en de A19 valt onder de bevoegdheid van de provincie. 

De bestaande bebouwing van nv Dumoulin bestaat in hoofdzaak uit opslagruimtes en toonzaal, georiënteerd op de 

N32, met parkeervoorzieningen voor en naast de gebouwen. De bebouwde oppervlakte bedraagt momenteel ca. 

13.000 m², voor een groot deel bestaande uit één bouwlaag. Aan de straatzijde, kant Roeselaarseweg is ook op de 

verdieping een volume voorzien, deels gebruikt als woning. Het geheel heeft een L-vorm waarvan beide benen palen 

aan een openbare weg. Het achterliggend gebied is landbouwgebied. 

Topografische kaart bedrijfssite en omgeving 

------ Gemeentegrens Torhout-Lichtervelde 


Luchtfoto bedrijfssite en omgeving 


Foto’s bedrijf 

1.1 Historiek, activiteiten en vooruitzichten 

De detailhandelszaak voor elektrowaren is op de site opgestart in 1974. Eind de jaren ’80 breidde de zaak aanzienlijk 

uit en momenteel maakt ze deel uit van een keten van electrozaken en is regionaal gezien een belangrijke speler op 

deze markt. 

Op vandaag betreft het bedrijf NV Dumoulin Service een kleinhandel van elektrische apparaten, zijnde huishoudelijke 

toestellen, inclusief verlichting en deels binnenhuisinrichting (kleine meubelen), beeld- en klanktoestellen, telefonie en 

fotografie. Het woord “kleinhandel” is niet van toepassing op de schaal van het bedrijf. 

Het bedrijf genereert vervoersstromen, maar de parking voor 30 wagens is volgens de uitbaters ruimschoots 

voldoende. 

Het huidig bedrijf heeft een personeelsequivalent van 4 mensen. Het genereert een omzet van ca. 1,3 miljoen €. 

Het bedrijf wenst zijn marktpositie te behouden en te versterken. Een uitbreiding van het aangeboden gamma is hiertoe 

noodzakelijk. Hiervoor is bijkomende opslagruimte en bijkomende toonzaalruimte nodig. Ook in functie van de 

verplichte terugname van gebruikte goederen (Recupel) is bijkomende opslagcapaciteit noodzakelijk. 

Trend in de electro markt naar grotere zaken 

a. uitzuivering 

Steeds minder electrozaken moeten werken in een markt van dalende gemiddelde prijzen. Dit betekent uiteraard dat 

de bestaande zaken in de mogelijkheid moeten gesteld worden om steeds meer volume te halen willen ze hun zelfde 

zakencijfer behouden of verhogen. Aangezien de marges steeds scherper zijn, is er een groter volume nodig om 

rendabel te blijven. Tussen 1995 en 2001 is het aantal winkels gedaald van 1966 naar 1738. Er komen winkels bij in 

het segment met de grootste omzet. Het aantal winkels met een geringe omzet vermindert sterk. In het segment waarin 

ook Dumoulin zich situeert (zijnde 35-70 mio Bfr) komt de grootste groei voor in alle marktsegmenten. 

b. internationale concurrentie is stijgend 

De internationale ketens die de vakhandel aanvallen nemen toe. Dit kan enkel tegengegaan worden door als 

grootschalige kleinhandelswinkels (zoals Dumoulin) eveneens scherpe prijzen aan te bieden, maar ook door een ruim 

aanbod op professionele manier aan te bieden op een oppervlakte die dit toelaat. 

c. branchevervaging 

Het aanbod in de electrohandel breidt steeds uit. Naast het klassieke aanbod in witgoed (wasautomaten, droogkasten, 

frigo’s, …), bruingoed (TV, video, …) komt er een volledig nieuw aanbod. De electrovakhandel biedt vandaag ook een 

volledig gamma digitale fototoestellen, fotoprinters, PC’s, flatscreens, plasma’s, LCD, … Als vooraanstaande 

vakhandelaar wil men deze integratie tussen de verschillende markten en de nieuwe markten, zoals multimedia, 

professioneel voorstellen. Steeds meer kunnen alle zaken gelinkt worden, denk bv. maar aan de digitale fotografie, 

waarbij de memory stick meteen in een PC kan geplaatst worden om dan op een fotoprinter de foto’s te bekomen. Men 

kan echter ook dit fototoestel koppelen aan de televisie en zo meteen de foto’s op het grote scherm bekijken. We 

evolueren eveneens naar de integratie van PC in de huisomgeving, waarbij deze gebruikt wordt om via de stereo naar 


muziek te luisteren. We kunnen ook op deze manier naar DVD’s kijken etc. Ook de GSM wordt steeds meer gelinkt 

met de PC, waarbij telefoonnummers zowel in de GSM als op de PC worden bijgehouden, waarbij agenda’s kunnen 

gesynchroniseerd worden etc. We zien ook dat de consument steeds meer oplossingen koopt ttz. ze kopen niet enkel 

een TV, maar willen ook de nodige apparatuur om op hun TV de foto’s te bekijken, hun DVD’s af te spelen, via hun 

stereo naar de TV te luisteren met cinema effect, … Om de nieuwe consument een degelijke uitleg en demonstratie te 

kunnen geven moeten deze configuraties in de winkel kunnen opgesteld worden. Om te kunnen overleven moet men 

bijgevolg niet enkel het aanbod uitbreiden, maar ook kunnen demonstreren. Hiertoe is meer ruimte en volume nodig. 

d. de groep Exellent 

Exellent is een groep van regionaal sterke vakhandelaren die het ideale aternatief vormen op de internationale 

concurrentie. Deze groep komt op de tweede plaats bij de aankoopgroeperingen in België. Met 200 winkelpunten stelt 

deze groep ongeveer 600 mensen tewerk. 

Door deel uit te maken van deze groepering beschikken ze over eenzelfde inkoopkracht en marketingkracht als de 

internationale concurrentie. 

e. Dumoulin 

Dumoulin is een vooraanstaande vakhandelaar die in het verleden reeds bewezen heeft de veeleisende 

markttendensen te kunnen volgen. Hij heeft de kritische omzet om dit ook naar de toekomst te kunnen doen. Om 

verder te kunnen blijven groeien en tevens werkgelegenheid te verzekeren is een uitbreiding echter noodzakelijk. 

1.2 Probleemstelling en uitbreidingsvragen 

Gezien de steeds strengere milieuwetgevingen, zijnde de opslag van terug te nemen goederen (recuperatie) 

én verpakkingen dient een tot nog toe onbestaande ruimte gerealiseerd ten behoeve van de stockage-opslag. 

Een tweede reden tot uitbreiding van het bedrijfsgebouw is de discrepantie tussen de aanwezige 

presentatieruimte van de te verkopen goederen (bestaande winkelruimte) en de mogelijke opslag van overige. 

M.a.w. er is nu quasi géén mogelijkheid tot stock van te verkopen goederen. 

Ten derde wordt een herschikking en modernisering van de huidige toonzaal dringend nodig geacht. 

De afdeling lusters dient verder dringend herschikt te worden, want deze hangen nu deels boven de huidige 

kantoorruimte. 

Het is de bedoeling de ontworpen kelderverdieping te gebruiken als opslag stock en ruimte voor eventueel uit te voeren 

reparaties. De beide verdiepingen (ondergronds en gelijkvloers) zullen gebruikt worden als verkoopsruimte met 

gelijkvloers een aantal nevenfuncties zoals burelen, toiletten, ontvangstruimte, … 

Aard uitbreiding 

Het bestaande bedrijfsgebouw is L-vormig. Het is de bedoeling van de aanvrager de ontbrekend linkerbovenhoek 

(gezien vanuit de Roeselaarseweg N32) in te vullen met bebouwing. Het te realiseren gebouw zal bestaan uit een 

(deels) ondergrondse bouwlaag en een gelijkvloerse bouwlaag. 

Om technische redenen dient de achteraan gelegen private electriciteitskabine ingesloten. De nieuwe achtergevel dient 

daarom geplaatst achter deze van de cabine. 

1.3 Mobiliteitsaspect Dumoulin 

De huidige bedrijfsvoering én deze na uitbreiding omvat méér dan 20 voertuigbewegingen per dag. Ze kunnen als volgt 

opgesplitst worden: 

Klanten: 

De winkel is aan de straatzijde (zowel kant N32 als Kwakkelstraat) voorzien van parkeermogelijkheden voor 30 

wagens, die haaks op de winkelgebouwen parkeren. Deze parkeervoorziening ontsluit echter over de gehele breedte 

rechtstreeks van op de N32 of Kwakkelstraat. 

Op gemiddelde tijdstippen bevinden zich 5 tot 10 wagens op deze parkeerplaats. Op piekmomenten (commerciële 

topdagen) is een gehele bezetting van de parkeerzone onbestaande. 

Het bedrijf voorziet dat de uitbreiding van het gebouw/winkelcapaciteit zéker geen parkeerproblemen zal opleveren op 

de reeds aanwezige parking. 


Leveranciers: 

De aanvoer door leveranciers (en eventuele afvoer van gebruikte toestellen) blijft beperkt tot maximaal een 4- tot 6-tal 

voertuigbewegingen per dag, veelal buiten de gebruikelijke openingsuren en ook op de sluitingsdag. Hierbij zijn de 

voertuigbewegingen van het bedrijf zelf, de leveringen aan huis, inbegrepen. 

Deze leveringen vinden plaats via een toerit op het linker uiteinde van het gebouw (kant Roeselaarseweg) en via de 

Kwakkelstraat ten noorden van de parkeerzone. 

Aanvrager en personeel: 

De aanvrager heeft zijn woonst in het bedrijfsgebouw. Hun voertuigen worden gestald achteraan het gebouw. 

Mogelijks wordt een private garage voorzien in het nieuw ontworpen gebouw. 

Het huidige bedrijf heeft een personeelsequivalent van 4 mensen. Dit zal uitgebreid worden met minimaal 1 persoon. 

Deze stallen hun voertuigen achter het gebouw of op de klantenparking. 

Verkeersintensiteiten op de gewestweg, zijn de volgende 1 : 

Daggemiddelde over 16h (6-22): 14 130 pae 

Maart is de topmaand met 15 000 pae 

De spitsmomenten, in maart: 1 400 pae (17-18h) en 1 100 (7-8h) 

Ook uit het ongevallenGIS kan informatie gehaald worden in verband met de gewestweg: 

Er komen 6 ongevallen voor in de omgeving van de site en dit voor de periode 99-2001. Het is wel 

merkwaardig dat er maar gegevens gekend zijn van 6 ongevallen, allen binnen een termijn van 4 maand 

(dec99-apr00), hoewel de waarnemingen over 3 jaar lopen. 

Info die hieruit kan gehaald worden: 

4 van de 6 ongevallen vinden plaats tijdens het weekend (vr 22h tot ma 06h) waarvan 

2 ongevallen ’s nachts (vr en zo) en 2 overdag (za en zo). 

De andere 2 ongevallen vielen op een maandagmiddag en een vrijdag in de vooravond (18h). 

3x was er een brommer/moto betrokken bij het ongeval. 

2x gaf de auto geen voorrang en werd de brommer/moto aangereden (telkens overdag) 

1x raakt een moto de controle kwijt 

1x raakt een bestuurder de controle kwijt over het stuur van zijn wagen (op glad wegdek, ’s nachts, zondag) 

1x een frontale botsing met 1dode en 1 zwaar gewonde (vrijdag, 18h, december donker, nat), ene auto 

sloeg naar links, andere reed door 

Een laatste ongeval vond plaats met 3 voertuigen (2 auto’s en een vrachtwagen), waarbij de ene auto geen 

voorrang verleende (vrijdagnacht, 23h, nat, jonge bestuurder 20j, 3 passagiers). De rol van de vrachtwagen is 

niet bekend. 

Noch de nachtelijke ongevallen, noch het zondagsongeval heeft iets met kleinhandel te maken. Eén ongeval heeft wel 

met kleinhandel te maken, nl. daar waar een auto de parking afrijdt en geen voorrang verleent. 

2. Juridisch bestaande toestand 

2.1 Juridisch kader 

2.1.1 Ligging t.o.v. gewestplan 

Volgens het gewestplan Diksmuide-Torhout (KB 5/2/1979) is het bedrijf gelegen in agrarisch gebied. 

2.1.2 Ligging t.o.v. goedgekeurde bpa’s 

Het bedrijf Necadis Swyngedouw (autohandel) is gelegen binnen een sectoraal bpa, goedgekeurd dd. 8/10/2004. 

2.1.3 Ligging t.o.v. ruimtelijke uitvoeringsplannen 

Niet van toepassing. 

2.1.4 Ligging t.o.v. goedgekeurde nog geldende verkavelingen 

Het bedrijf Necadis Swyngedouw (autohandel) is deels gelegen binnen een verkaveling, nl. VK 204 536, ggk. dd. 

02/09/1964 en gewijzigd 21/02/1986. 

1 

Gegevens aangeleverd door AWV (telling 2004). Dit is na de vervolmaking van de ring rond Torhout waardoor er minder verkeer op 

de gewestweg zit. 


2.2 Vergunningen 

2.2.1 Stedenbouwkundige vergunningen 

Datum Vergunning Dossiernr. stedenbouw 

3-7-1974 

9-6-1981 

27-5-1983 

28-10-1988 

28-7-1989 

12-8-2005 

Bouwen van een electro-centrum 

Bouwen tuinhuis (ondertussen reeds afgebroken) 

Plaatsen dak op woning 

Het uitbreiden van een elektrohandel 

Plaatsen reclamepanelen 

Uitbreiden handelspand 

204.540/73 

553.568/81 

553.554/83 

553.680/88 

8/31033/233 

8.00/31033/3353.1 

Zoals reeds gesteld is Dumoulin gelegen langsheen een gewestweg. Bij de eerste aanvraag van Dumoulin werd er 

vanuit AWV niets opgemerkt over het parkeren, enkel over de bouwlijn die op 13 + 8 meter uit de as van de weg ligt. 

Onlangs werd de aanvraag voor de afsluiting bekeken door AWV en deze werd gunstig geadviseerd zonder 

voorwaarden (ook niets over het aantal in of uitritten). 

De vergunning van 12/8/2005 laat een bouwhoogte toe van 4,25 meter, dit in tegenstelling tot het planologisch attest 

(bouwhoogte beperkt tot 4 meter). De reden hiervoor is dat het technisch niet mogelijk was om de bouwhoogte tot 4 

meter te beperken. Daarom wijken de voorschriften ook af van het planologisch attest. 

2.2.2 Milieuvergunningen 


3. Oppervlakte 

Het plangebied heeft een oppervlakte van 3192 m². 


C. SITUERING BINNEN KLEINHANDELSLINT EN ANALYSE LINT 

Het kleinhandelslint Kruiskalsijde is gelegen op het grondgebied van de gemeenten Lichtervelde en Torhout. 

Het lint kan ruimtelijk opgesplitst worden in 2 delen, nl. een deel ten noorden van de brug over de spoorlijn Gent- 

Diksmuide en een deel gelegen ten zuiden van de Kortemarkstraat (N370). Tussenin (omgeving spoorwegbrug) is er 

geen bebouwing aanwezig langsheen de N32. Wel is deze zone belangrijk voor verdere ontwikkelingen (bv. uitbreiding 

bedrijventerrein). 

Dumoulin is gelegen in het noordelijk gedeelte, op grondgebied van Torhout, maar op de grens met Lichtervelde. 

1. Gebiedsomschrijving 

1.1 Gebiedsomschrijving Kruiskalsijde noord 

Ten noorden van de spoorlijn Gent-Diksmuide en ten oosten van de N32 is een bedrijventerrein voor kleine en 

middelgrote bedrijven gevestigd. Er bevinden zich ook handelszaken op dit bedrijventerrein, meer bepaald zaken die 

profiteren van een zichtlocatie langsheen de N32, zoals 2 handelszaken in auto/motohandel en accessoires (auto’s 

Cardoen en Caset motorhandel). Dit bedrijventerrein is gelegen op het grondgebied van Lichtervelde en is volzet. De 

noordelijke grens van het bedrijventerrein is tevens de grens met de gemeente Torhout. Het bedrijventerrein wordt 

ontsloten via de Kwakkelstraat, een zijstraat van de N32 die net ten zuiden van onderhavig plangebied (RUP 

Dumoulin) gelegen is. Ook een deel van de parking van Dumoulin wordt bereikt via de Kwakkelstraat. Enkel de 2 

vermelde handelszaken op dit bedrijventerrein ontsluiten rechtstreeks via de N32. De aansluiting Kwakkelstraat-N32 

wordt aangestipt als gevaarlijk punt, doch staat niet op de prioriteitenlijst van TV3V (score niet hoog genoeg). 

Haaietanden dwingen het voorrang verlenen aan het verkeer op de N32. 

De optie van de gemeente Lichtervelde genomen in haar GRS m.b.t. het bedrijventerrein is een uitbreiding mogelijk 

maken op langere termijn (na 2007) en bij aantoonbare behoefte op de lokatie gelegen ten noordoosten van het terrein 

tot op de grens met Torhout. Het betreft een kleinere uitbreiding, op de gronden van een landbouwbedrijf. 


Exact op het grondgebied van Torhout start ten oosten van de N32 de aanwezigheid van kleinhandelszaken. Het zijn 

er 3 (waaronder meest zuidelijk Dumoulin, opnieuw een autohandel Necadis Swyngedouw en een computer- en 

software bedrijf Applicord). Verder bevinden zich in het lint twee particuliere woningen. 

Ten westen van de N32 komt eerder horeca voor dan kleinhandel. Men treft er het restaurant Dravershof aan en een 

grootschalige discotheek (Place 2B/Club Famous mega-discothèque). De discotheek zorgt in het weekend voor 

fileproblemen bij het oprijden van de grootschalige parking. Verder is er nog een ambachtelijke bedrijf in 

smeedwerk/industriële schuifpoorten en bevinden zich 2 particuliere woningen in dat deel van het lint. 

Ten oosten van de N32 snijden de kleinhandelszaken niet diep de open ruimte in, ten westen van de N32 is dit wel het 

geval voor de aanwezige activiteiten, met o.a. een zeer grote verharde oppervlakte behorend bij de dancing. 

Ten westen van de N32 situeert zich, vertrekkende exact aan de voet van de brug en meer zuidelijk in de diepte naast 

de brug gelegen, een woonlint. De woningen worden bereikt via een ventweg parallel aan de N32, enkel bedoeld ter 

ontsluiting van dit woonlint en enkele achterliggende woningen. 

Op het punt waar de ventweg voor de woningen aantakt op de N32, komt er ook een dreef (deels aardeweg) uit op de 

N32. Deze dreef wordt gekenmerkt door populieren links en rechts. Opnieuw is dit een doodlopende weg. Ook andere 

aantakkingen op de N32, met name in het zuiden aan de voet van de brug zijn doodlopend en geven uit op 

landbouwland. 

Achterliggend aan de kleinhandelszaken bestaat het grondgebruik zowel ten oosten als ten westen uit akker- en 

weiland met in het oosten verschillende perceelsrandbegroeiing. Ten westen is het landschap zeer open, bomenrijen 

treft men er niet aan, enkel sporadisch een solitaire boom en 2 poelen, (één achterliggend aan de kleinhandelszaken, 

één op het einde van de doodlopende dreef). 

1.2 Gebiedsomschrijving tussen de spoorlijn en Kortemarkstraat 

Ten zuiden van de spoorlijn wordt er van op de brug in oostelijke richting eerst akker- en weiland waargenomen, 

samen met een landbouwbedrijf, om dan verder oostelijk het bedrijventerrein op het gewestplan bestemd als 

milieubelastend bedrijventerrein te zien. 

Dit bedrijventerrein is nog niet volledig gerealiseerd. Het dossier om de volledige site verder te ontwikkelen is echter 

lopende. 

De optie van de gemeente Lichtervelde in haar GRS m.b.t. dit bedrijventerrein stelt dat indien de gemeente behoefte 

heeft aan een grotere uitbreiding, de zone tussen het bedrijventerrein en de N32 hiertoe als meest geschikt in 

aanmerking komt. Het bedrijventerrein wordt bereikt via een ontsluiting van op de N370 (Kortemarkstraat). 

Links en rechts van en parallel aan de brug wordt er veelvuldig groen waargenomen. 

Langsheen de Kortemarkstraat komt een woonlint voor. 

Wat betreft de aanwezigheid van kleine landschapselementen kunnen twee poelen waargenomen worden, één horend 

bij het landbouwbedrijf en één ten westen, eerder geïsoleerd in een weiland gelegen. 

1.3 Gebiedsomschrijving Kruiskalsijde zuid 

Vlak vóór de kruising van de N32 en de N370 en verder tussen de Kortemarkstraat (N370) en de ring rond Lichtervelde 

komen opnieuw een aantal kleinhandels- en horecazaken voor. 

Het profiel van de Roeselaarseweg bestaat over het 

gehele tracé uit een drievaksbaan met aan weerszijden 

aanliggende parkeerstroken en aanliggende fietspaden. 


2. Situering binnen het gewestplan 

Het kleinhandelslint gelegen op grondgebied van de gemeente Torhout is integraal gelegen in agrarisch gebied. 

Op het grondgebied van Lichtervelde komen achtereenvolgens voor: 

industriegebied ten oosten en woongebied met landelijk karakter ten westen van de N32 

agrarisch gebied ten zuiden van de spoorlijn zowel ten oosten als ten westen 

woongebied met landelijk karakter eerst enkel ten oosten, verder, vanaf de Kortemarkstraat, aan beide zijden van 

de N32 


D. PLANNINGSCONTEXT EN OVERIGE BELEIDSPLANNEN 

Op Vlaams, provinciaal en gemeentelijk niveau worden in structuurplannen uitspraken gedaan over de gewenste 

ruimtelijke structuur vanuit een geïntegreerde benadering. Deze uitspraken binnen de diverse structuurplannen vormen 

het uitgangspunt voor de genomen planopties. 

1. Ruimtelijk structuurplan Vlaanderen (RSV) 

Het RSV is vastgesteld door de Vlaamse regering op 23 september 1997. Het omvat een informatief, richtinggevend en 

bindend gedeelte. 

In het RSV wordt de gewenste ruimtelijke ontwikkeling aangegeven voor vier structuurbepalende elementen en 

componenten op Vlaams niveau: stedelijke gebieden en stedelijke netwerken, elementen van het buitengebied, 

economische knooppunten en lijninfrastructuren. 

Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen vormt een kader voor de provinciale en gemeentelijke structuurplannen. 

Elementen uit het richtinggevend gedeelte en bindende bepalingen werken door op het provinciale en gemeentelijke 

niveau. In wat volgt wordt een overzicht gegeven van elementen die betrekking hebben op onderhavig provinciaal 

RUP. 

Torhout is volgens het RSV geselecteerd als kleinstedelijk gebied op provinciaal niveau. 

Het is de bedoeling wonen en werken te bundelen in de stedelijke gebieden. Door wonen, bedrijvigheid en 

voorzieningen te concentreren wordt overdreven ruimtegebruik en ruimtelijke spreiding van bebouwing tegengegaan. 

Lichtervelde is een buitengebiedgemeente. Ten aanzien van dergelijke gemeenten stelt het RSV dat wonen en werken 

dient geconcentreerd te worden in de kernen van het buitengebied en dat een verdere ontwikkeling van lintbebouwing 

wordt tegengegaan. 

Kleinhandelslinten kunnen moeilijk deel uitmaken van een gewenste ruimtelijke structuur waarin gedeconcentreerde 

bundeling en verweving van functies voorop staat. Er wordt geopteerd om de bestaande kleinhandelslinten en – 

concentraties vast te stellen, beter te structureren en de uitgroei ervan te stoppen. 

Voor de ruimtelijke herstructurering van bestaande kleinhandelslinten en –concentraties en voor de inplanting van 

nieuwe kleinhandelszaken worden volgende ontwikkelingsperspectieven gesteld: 

Binnen ieder stedelijk gebied of kern van het buitengebied worden op het niveau van de betrokken kern interessante 

locatievoorwaarden gecreëerd voor de inplanting van de kleinhandel. De bereikbaarheid en de leefbaarheid van het 

stedelijk gebied of kern van het buitengebied als geheel moeten voorop staan. In de afbakeningsplannen voor de 

stedelijke gebieden worden geschikte locaties aangeboden voor verkeersgenererende activiteiten waaronder de 

baanwinkels, shoppingcentra, enz. 

Handelszaken die behoefte hebben aan een grotere verkoopsoppervlakte kunnen geconcentreerd worden op 

specifieke terreinen, met name de kleinhandelszones. Deze locaties worden gesitueerd binnen de stedelijke gebieden 

en de economische knooppunten, op goed ontsloten plaatsen (ook voor collectief vervoer). De oppervlakte en de 

uitrusting is afhankelijk van het belang van het stedelijk gebied en het economisch knooppunt. Deze locaties kunnen 

ook een onderdeel vormen van een groter bedrijventerrein maar worden naar de toekomst toe ingericht als een 

kleinhandelszone. In de groot- en regionaalstedelijke gebieden zal het Vlaamse Gewest bij de afbakening van het 

stedelijk gebied de nodige ontwikkelingsperspectieven aangeven en eventueel kleinhandelszones aanduiden. 

Op bedrijventerreinen die niet als kleinhandelszone zijn aangegeven is in principe geen kleinhandel toegestaan. 

Aangegeven moet worden onder welke omstandigheden een kleinhandelsactiviteit die complementair is aan een 

economische functie (be- of verwerking, …) aanvaardbaar is. 

Langs verbindingswegen en op knooppunten van verbindingswegen buiten kernen van het buitengebied en buiten de 

stedelijke gebieden worden, conform het ruimtelijk principe van de gedeconcentreerde bundeling, geen nieuwe 

ruimtelijk geïsoleerde kleinhandelsbedrijven ingeplant. 

Voor kleinhandelslinten en –concentraties die structuurloos gegroeid zijn langs verkeerswegen en dit zowel in 

stedelijke gebieden, in stedelijke netwerken of zelfs in het buitengebied is een ruimtelijke herstructurering via 

inrichting van essentieel belang. Onder ruimtelijk herstructureren wordt verstaan het verbeteren van de 

bestaande ruimtelijke samenhang en relaties tussen de kleinhandelsvestigingen en met de omgeving, het 


verhogen van de verkeersleefbaarheid, de verkeersveiligheid en interne verkeersorganisatie en de ontsluiting 

(o.m. parkeren) en het creëren van een hoge beeldwaarde of imago van het kleinhandelslint of –concentratie 

en de omgeving. 

De bestaande verspreide inplantingen worden geval per geval behandeld. 

2. Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaanderen (PRS-WV) 

Het PRS-WV is goedgekeurd bij Ministrieel Besluit van 06/03/2002. Het omvat een informatief (bestaande ruimtelijke 

structuur), een richtinggevend (visie en gewenste ruimtelijke structuur) en een bindend gedeelte (bindende 

bepalingen). 

De visie en gewenste ruimtelijke ontwikkeling geschetst in het PRS-WV sluiten aan bij het RSV en geven een nadere 

uitwerking en invulling aan de elementen die vragen om een samenhangend beleid over de gemeentelijke grenzen 

heen. De bindende bepalingen vormen het kader voor de maatregelen waarmee de provincie de gewenste structuur wil 

realiseren. 

De gewenste ruimtelijke ontwikkeling wordt uitgewerkt volgens gewenste deelstructuren; de nederzettingsstructuur, de 

natuurlijke structuur, de agrarische structuur, de structuur bedrijvigheid, de structuur kleinhandel, de structuur toerisme 

en recreatie, de structuur van verkeer en vervoer en de structuur van het landschap en diverse deelruimtes. Enkel de 

deelstructuren van belang voor onderhavig provinciaal RUP komen aan bod. Torhout is gelegen in de deelruimte 

“Middenruimte”. 

Lichtervelde is geselecteerd als structuurondersteunend hoofddorp. 

Het provinciaal structuurplan heeft een beperkt aantal bestaande kleinhandelsconcentraties buiten de stedelijke 

gebieden geselecteerd als ‘te herstructureren kleinhandelslint’. 

Het gaat om kleinhandelslinten die buiten de stedelijke gebieden en kernen voorkomen. Ze zijn structuurbepalend op 

provinciaal niveau: op een relatief korte afstand komen relatief veel kleinhandelszaken voor, waarbij enkele met een 

bovenlokale aantrekkingskracht. Ze zijn structuurloos tot ontwikkeling gekomen aan een weg van bovenlokaal niveau. 

De omgeving Kruiskalsijde Lichtervelde langsheen de N32 Torhout-Roeselare is er daar één van. Aan 

kleinhandelszaken in dergelijke kleinhandelslinten worden na afweging eventueel nog beperkte 

uitbreidingsmogelijkheden geboden via verdichting, d.i. in principe alleen door opvulling, niet door uitbreiding in de 

achterliggende open ruimte. Inplanting van nieuwe handelszaken is uitgesloten, tenzij het te herstructureren 

kleinhandelslint door een woonconcentratie loopt. Dit is echter niet het geval voor het kleinhandelslint Kruiskalsijde. De 

essentie van de selectie is het streven naar herstructurering via een betere inrichting op grond van verkeer, inpassing 

in het landschap, beeldvorming en ruimtelijke samenhang. De afbakening dient te gebeuren in provinciale RUP’s. 

Het kleinhandelslint Kruiskalsijde is bindend geselecteerd in het PRS-WV. 

De N32, van de R34 (Torhout zuid) tot het kruispunt met de Leopold-III laan (Roeselare noord) is geselecteerd als 

secundaire II. 

Bij deze wegen primeert de verzamelfunctie op bovenlokaal niveau. In tegenstelling tot de secundaire wegen I 

vervullen deze wegen hoofdzakelijk een verzamelende en ontsluitende functie voor de verschillende vervoersmodi 

(autoverkeer, openbaar vervoer, fietsverkeer) grotendeels op het bovenlokale niveau. Ze zijn slechts in tweede 

instantie verbindend. Het toegang verlenen neemt hier nog meer toe dan in de categorie secundaire I. 

Bij het opmaken van een visie voor het kleinhandelslint is de inrichting van de secundaire weg van belang, vandaar dat 

onderstaande § is opgenomen. 

De inrichting (indicatief) bestaat uit een weg (2x1) niet noodzakelijk met gescheiden verkeersafwikkeling en 

doortochten in de bebouwde kom. Bij de inrichting van secundaire wegen geven, bij conflictsituaties, leefbaarheid en 

ruimtelijke inpassing de doorslag, veeleer dan de kwaliteit van de verkeersafwikkeling. De toepassing van dit algemene 

principe mag echter niet leiden tot een uitbreiding van de lintbebouwing, een vrijgeleide voor rechtstreekse 

erftoegangen of de ondoordachte inplanting van snelheidsremmers. Het opnemen van omgevingsfactoren ten behoeve 

van de inrichting van de respectieve categorieën secundaire wegen gebeurt bij de opmaak van de inrichtingscriteria. 


Zo moeten per subcategorie andere inrichtingscriteria worden voorzien voor een tracé in het buitengebied, een tracé in 

het buitengebied met lintbebouwing of een tracé binnen de bebouwde kom. Bij de inrichting van de wegen kan ook het 

concept “filter” toegepast worden wanneer het gevaar bestaat dat een verbinding de functies van het hogerliggende 

wegennet zou aantasten. Een filter bestaat uit infrastructurele ingrepen en/of verkeerscirculatiemaatregelen 

(bajonetaansluitingen, eenrichtingsverkeer, wegversmallingen, …) die de doorstroming van het doorgaand verkeer 

bemoeilijken. Filters kunnen zowel toegepast worden op secundaire wegen als op lokale wegen. 

De provincie heeft tevens de taak om structuurondersteunende kleinstedelijke gebieden en kleinstedelijke gebieden 

van provinciaal niveau af te bakenen. Dumoulin is gelegen buiten de minimale afbakening van het kleinstedelijk 

gebied Torhout. De afbakening van het kleinstedelijk gebied dient te gebeuren in een provinciaal RUP. 

Torhout en Lichtervelde zijn gesitueerd in de Middenruimte. 

2.1 Afweging 2 

Grootschalige kleinhandel is een activiteit die bij uitstek thuishoort in de stedelijke gebieden. Het stimuleren van 

kleinhandel buiten de stedelijke gebieden en de kernen van het buitengebied, is in strijd met de ruimtelijke principes 

van het RSV. Een omvangrijke uitbreiding van de winkel- en opslagruimtes in functie van een belangrijke verbreding 

van het aangeboden productengamma op deze plek – in een bestaand kleinhandelslint langsheen een verbindingsweg 

in het buitengebied en geen deel uitmakend van een kern – ondergraaft het principe van kernversterking via bundeling 

van activiteiten in die kernen. 

Gelet op de vergunningstoestand en op de ligging binnen een door de provincie geselecteerd te herstructureren 

kleinhandelslint, kan het bedrijf bestendigd worden en beperkt uitbreiden in functie van een betere schikking van de 

aangeboden waren en een grotere opslagcapaciteit, onder meer om te voldoen aan de huidige milieuvoorwaarden 

(Recupel). 

3. Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan (GRS) 

3.1 Torhout 

3.1.1 Visie op gewenste ruimtelijke structuur kleinhandel 

Naast het voorzien in een aanbod, worden de ontwikkelingen voor bestaande grootschalige kleinhandelsactiviteiten 

gevrijwaard voor zover deze de draagkracht van de omgeving niet overschrijden. 

3.2 Lichtervelde 

3.2.1 Bestaande structuur 

Het kleinhandelslint is gelegen binnen de entiteit ‘Versnipperd Westgebied’. De omgeving wordt als volgt omschreven: 

Langsheen de N32 (lint) zijn zowel woningen als handels- en bedrijfsgebouwen vermengd aanwezig. Het lint 

functioneert bovendien op verschillende niveaus: lokaal, subregionaal, regionaal en (inter)nationaal. Het 

bebouwingslint heeft weinig of geen morfologische samenhang. De provincie heeft dit deel van de N32 geselecteerd 

als te herstructureren kleinhandelslint (Kruiskalsijde). 

De weg is het bindend element, maar vormt eveneens een barrière tussen de twee bebouwingszijden door het brede 

wegprofiel. Naast een verbindings- en verzamelfunctie, is de N32 ook belangrijk voor de erfontsluiting van de ernaast 

gelegen woningen, bedrijven en handelszaken. 

3.2.2 Gewenste structuur 

De gewenste ruimtelijke structuur stelt als één van de doelstellingen binnen dit deelgebied en van toepassing op het 

RUP: 

“Structureren kleinhandelslint Kruiskalsijde” 

De gemeente doet de suggestie aan de provincie het handelslint ruimtelijk te herstructureren volgens volgende 

principes en visie: 

de bestaande ruimtelijke samenhang tussen de kleinhandelsvestigingen en de omgeving moet worden 

verbeterd 

de verkeersleefbaarheid moet verhogen 

2 uit advies over aanvraag planologische attest (ROHM West-Vlaanderen) 


de verkeersveiligheid moet verhogen, bv. door daar waar veel bebouwing en verkeersaantrekkende bedrijven 

gevestigd zijn, het aanleggen van een middenvak voor afslaand verkeer tussen de 2 rijvakken. Ter hoogte van 

de zijstraten wordt het middenvak momenteel gebruikt als afslagstrook. Dit middenvak is nog aangeduid met 

markeringen op de weg. Ter bescherming van het afslaand verkeer en om het inhalen te belemmeren kunnen 

deze vervangen worden door vaste middenbermen. Voor de beveiliging van fietsers dienen vrijliggende 

fietspaden aangelegd of ten minste het beschermen van de fietsstroken door de kantstrook naast de rijweg te 

verhogen of groenzones aan te brengen. 

de interne verkeersorganisatie en de ontsluiting (o.m. parkeren) moet verbeterd worden 

de beeldwaarde van het lint in zijn geheel moet verhoogd worden 

Visie 

De bestaande kleinhandelszaken en horecazaken kunnen behouden blijven, ongeacht de bestemmingszone 

waar deze nu in liggen. 

Zonevreemde uitbreiding van deze bestaande zaken moet mogelijk zijn voor zover de insnijding in de 

achterliggende open ruimte beperkt blijft. 

Nieuwe handelszaken type meso- of grootschalige baanwinkels, grootschalige parkings, bedrijven zonder 

woonfunctie, bijkomende recreatieve activiteiten, … krijgen geen ontwikkelingskansen 

Nieuwe kleinhandel kan wel verder ontwikkelen binnen de geëigende bestemmingszone. 

Leegstaande voormalige handels- en/of horecapanden worden mee in het handelslint opgenomen, waarbij 

hun potentiële functie eveneens in de handels- en horecasfeer kan komen te liggen (geen sterk 

lawaaiproducerende activiteiten). 

Landschappelijke integratie van de kleinhandelszaken en horecazaken (zowel vanop de N32 als vanuit de 

achterliggende open ruimte(s)) dient bewerkstelligd, en dit op een dermate wijze zodat het handelslint een 

specifieke, herkenbare identiteit zou krijgen. 

Algemeen wenst de gemeente bestaande handel, diensten en horeca gelegen langsheen de N32 te ondersteunen. 

4. Mobiliteitsplan 

4.1 Lichtervelde 

Het gedifferentieerd snelheidsbeleid stelt dat er op het tracé langsheen de N32 net ten zuiden van Dumoulin (Dumoulin 

zelf is gemeente Torhout) een snelheidsregime van 90 km/uur telt. Meer zuidelijk, nabij de samenkomst met de 

Kortemarkstraat wordt een regime van 70 km/uur voorgesteld. 

Verder wordt het één en ander voorgesteld voor de inrichting van de N32: 

Voor de herinrichting van de N32 werd voor het gehele wegvak van de N32 van Brugge tot Menen een concept 

ontwikkeld zodat er over de gehele lengte van de weg een gelijkaardig beeld ontstaat. 

Het huidig wegprofiel van Lichtervelde tot Menen mag beschouwd worden als een tweevaksbaan met plaatselijk 

middenvakken voor afslaand verkeer. In het algemeen zijn er vrijliggende fietspaden of afgeschilderde fietsstroken, 

behoudens op enkele plaatsen binnen de bebouwde kom van Roeselare en Menen. 

Als toekomstig wegprofiel wordt voorgesteld om de tweevaksbaan te behouden en de middenvakken voor afslaand 

verkeer te beschermen door de middengeleiders in opstand te voorzien. 

Voor het beveiligen van de fietsers moet gestreefd worden naar het verder aanleggen van vrijliggende fietspaden of ten 

minste (op kortere termijn) het beschermen van de fietsstroken door de kantstrook naast de rijweg te verhogen of 

groenzones aan te brengen. Op vandaag zijn er enkel parkeerstroken op hetzelfde niveau. 

Vanaf het kruispunt N32-Kruiskalsijde is er langs de N32 bebouwing en zijn er verkeersaantrekkende bedrijven 

gevestigd. Daarom wordt voorgesteld om tussen de 2 rijvakken een middenvak voor afslaand verkeer aan te leggen. 

Ter hoogte van de zijstraten wordt het middenvak gebruikt als afslagstrook. Momenteel is het middenvak nog 

aangeduid met markeringen op de weg. Ter bescherming van het afslaand verkeer en om het inhalen te belemmeren 

kunnen deze vervangen worden door vaste middenbermen. 

Daarna volgt een stuk met heel weinig bebouwing. De huidige rijvakken kunnen behouden blijven om 

inhaalbewegingen toe te laten. Wel dient de vrijgekomen ruimte naast de rijweg (door de aanleg van vrijliggende 

fietspaden) te worden opgevuld door beplanting, groenzones, e.a. Door de rijwegbreedte visueel te versmallen zou de 

snelheid van het verkeer lager komen te liggen. 


Tussen Torhout en Lichtervelde kan het wegprofiel beschouwd worden als een drievaksweg. Op bepaalde plaatsen 

wordt de middelste rijstrook gebruikt voor het afslaand verkeer. Op andere plaatsen wordt deze strook alternerend 

gebruikt om in te halen. Op de meeste plaatsen is er een vrijliggend fietspad aanwezig. 

Ook op dit stuk wordt voorgesteld om de drievaksbaan om te vormen tot een tweevaksbaan en waar nodig (op de 

plaatsen met veel bebouwing en veel zijstraten) middenvakken te voorzien voor het afslaand verkeer die beschermd 

kunnen worden door middengeleiders in opstand. 

Het kruispunt van de N35 en N32 wordt momenteel geregeld door middel van een rotonde. Vooral tijdens de spits 

staan er soms lange rijen auto’s en vrachtwagens aan te schuiven om de rotonde te kunnen oprijden. Om dit al voor 

een groot stuk te beperken kunnen er bypasses voor het rechtafslaande verkeer voorzien worden. Ter hoogte van het 

kruispunt is dit mogelijk in de richting N32-Omleiding en in de richting Omleiding-N32. Voor men dergelijke bypasses 

aanlegt, kan men wel beter wachten tot de ring rond Roeselare gesloten wordt. Deze ingreep zal immers een 

belangrijke invloed hebben op het verkeer langsheen de N32 en dus ook op het verkeer op de rotonde in Lichtervelde. 

Het mobiliteitsplan stelt verder voor de huidige busverbinding te behouden. Deze verbindt Kortemark met Roeselare 

over de N32. Het bedrijf Dumoulin zelf kent dus geen buslijn voor haar deur. 

Ter hoogte van het bedrijf zijn er momenteel aanliggende fietspaden (en dit tot aan de N35). Het mobiliteitsplan stelt 

voor over de gehele lengte van de N32 aanliggende fietspaden te voorzien en tegelijkertijd om een fietsdoorsteek 

onder de sporen te voorzien parallel aan de spoorlijn naar Diksmuide. 

Het rondpunt is geselecteerd als zwartpunt. TV3V 3 is reeds bezig met het opmaken van een plan om het zwartpunt 

aan te pakken. 

Het betreft het vervangen van een éénstrooksrotonde door een tweestrooksrotonde + VRI en volwaardig omgelegde 

fietspaden op nabijgelegen kruispunt N32-N370 (Roeselaarseweg/Brugsebaan – Kortemarkstraat). 

4.2 Torhout 

4.2.1 Beleidsscenario’s duurzame mobiliteit 

Beleidsscenario verkeersveilige gemeente: 

Een herstructurering van de N32 tussen Lichtervelde en Torhout is gewenst: van 3 naar 2 rijstroken en beveiligen van 

bestaande fietspaden. 

Het snelheidsregime op de N32 ter hoogte van Dumoulin bedraagt 90 km/uur. 

Ter hoogte van Dumoulin wordt het profiel van de N32 aangestipt als ‘te herstructureren’. 

Beleidsscenario verkeersleefbare gemeente: 

Tussen Torhout en Zedelgem werd de N32 onlangs geherprofileerd op het grondgebied van Zedelgem. Deze ingrepen 

worden gunstig geëvalueerd wat de verkeersveiligheid betreft. Het verder zetten van dit herstructureringsproces is 

wenselijk op het grondgebied van Torhout, ook op het gedeelte tussen Torhout en Lichtervelde waar het profiel te 

breed is. Hier zou kunnen gedacht worden aan een groene inkleding van de middenste rijstrook, cfr. Zedelgem. 

Het snelheidsregime op de N32 ter hoogte van Dumoulin bedraagt 90 km/uur. 

Ter hoogte van Dumoulin wordt het profiel van de N32 aangestipt als ‘te herstructureren’. 

Het kruispunt met de Kwakkelstraat (industriezone Lichtervelde) wordt aangestipt als te verbeteren kruispunt. 

5. Nota lokatiebeleid langs de provinciale wegas Brugge-Roeselare-Menen 

Op 30 juni 1994 keurde de provincieraad een visie inzake lokatiebeleid langs de provinciale wegenis Brugge- 

Roeselare-Menen goed 4 . Hierbij dient rekening gehouden te worden inzonderheid op het stuk van lijnstellingsadviezen. 

Het stuk N32 waarlangs Dumoulin gelegen is, is weliswaar een gewestweg. Ter hoogte van Kruiskalsijde gaat de 

gewestweg terug over in provincieweg. 

3 TV3V (Veilig Verkeer Vlaanderen) = tijdelijke vennootschap Arcadis Gedas, Grontmij en Technum 

4 Provincie West-Vlaanderen, provinciale technische dients, afdeling wegen 


Een visie werd nodig geacht doordat 

In de centra drijven de kettingwinkels de koop- en huurprijzen zodanig op dat uitwijking naar secundaire 

locaties in het centrum ontstaat. 

Invalswegen en ringwegen in het verstedelijkte gebied groeien uit tot detaildistributiezones. 

Om een degelijk beleid te kunnen voeren werden 4 locatietypes ontwikkeld volgens dewelke al dan niet nog grote 

distributiecentra (> 750 m²) zullen toegestaan worden. 

De bedoeling is de vestigingsplaatsen van grote distributiecentra te lokaliseren daar waar ze eigenlijk thuishoren om 

zodoende dichtslibbingstendensen met veel verkeersellende en extra infrastructuurkosten als gevolg te voorkomen. 

De provincieweg net ten zuiden van het kruispunt met de N370, Kruiskalsijde genaamd, is geselecteerd als locatietype 

C, nl. als een overgangsgebied tussen agglomeratie en bebouwde (en/of landelijke) gebieden. Betekenis: grote 

distributiecentra toelaten wegens een nabije ligging bij een grote in- en uitvalsweg (ringweg, aansluitingsweg naar 

autosnelweg) en zonder daarbij door een kern te moeten rijden. 


E. EVALUATIE BEDRIJF EN OPZET PLAN 

1. Toetsing bedrijf aan evaluatiecriteria bestaande bedrijven (PRS, RD, p. 247 e.v.) 

1.1 Ruimtelijke impact 

Ruimtebeslag, schaal van het bedrijf t.o.v. de omgeving 

Het bedrijf Dumoulin is kleinschalig en niet opvallend aanwezig in het handelslint. De ruimte tussen het bedrijfsgebouw 

en de openbare weg (zowel kant Roeselaarseweg als Kwakkelstraat) is volledig verhard met waterondoorlatende 

asfalt. 

De bedrijvigheid aan de overzijde van de Kwakkelstraat (bedrijventerrein Lichtervelde) is hoger en bijgevolg reeds 

dominanter aanwezig. Ook de zaak aan de overzijde is veel grootschaliger met een veel grotere verharde oppervlakte. 

Situering in het landschap en voorkomen van het bedrijf 

Het bedrijf komt aan de zijde van de N32 voor als een standaard handelsbedrijf (baanwinkel). Weinig kwalitatief, maar 

ook niet afstotend door bv. zijn kleur- en materiaalgebruik. De zuidgevel is aan de achterzijde bekleed met parament 

gevelstenen. Dit is ook het geval aan de noordzijde, aan de kant van de particuliere woning (buur). 

Van op het openbaar domein wordt 0% groenbegroeiing waargenomen. 

Situering t.o.v. beschermde monumenten, landschappen en dorpsgezichten of bakens in het landschap 

Niet van toepassing 

Historiek van het ruimtegebruik 

Zoals de bouwvergunningen aantonen werd de elektrozaak samen met bureel, werkplaats, magazijn en bedrijfswoning 

opgericht in 1975. De winkelruimte alleen bedroeg toen 731 m². Door de sterke groei werd de beschikbare ruimte na 

verloop van tijd al vlug te klein, mede door het feit dat de dochter van de vroegere afgevaardigde beheerder in het 

bedrijf kwam werken. De zaak is dan in 1989 uitgebreid. Ondermeer de winkelruimte werd toen uitgebreid met 375 m². 

Op vandaag wordt een tweede uitbreiding gevraagd. 

1.2 Milieu-impact 

Milieuhinder 


Waterbeheersing 

Achter het betreffende perceel is een weiland gelegen dat bovendien een stuk lager ligt. Afvoer van overtollige water 

kan richting weide. 

Openbare nutsvoorzieningen 

Alle nutsvoorzieningen zijn aanwezig. Het bedrijf beschikt over een eigen electriciteitskabine. 

1.3 Verkeersimpact 

Verkeershinder 

Het bedrijf zelf genereert weinig vervoersstromen (zie 1.3 mobiliteitsaspect Dumoulin). Verkeershinder kan mogelijks 

ontstaan door de gebrekkige inrichting van de N32. Deze is ter hoogte van Dumoulin een gewestwegm en dit tot de 

ring rond Torhout. Ter hoogte van Kruiskalsijde (Lichtervelde) gaat deze gewestweg over in een provincieweg. Ter 

hoogte van de zijstraten en enkele handelszaken is er een middenvak dat gebruikt kan worden als afslagstrook. Er zijn 

aanliggende fietspaden. De maximaal toegelaten snelheid op de gewestweg ter hoogte van Dumoulin is 90 km/uur. 

Deze snelheid en structuurloze inrichting van de weg ter hoogte van Dumoulin creëert een relatief onveilige situatie 

voor afslaand verkeer, maar tevens ook voor klanten van Dumoulin die linksafdraaiend, terug op de gewestweg willen 

komen. 

Bereikbaarheid 

Gelegen langsheen een gewestweg kent Dumoulin dan wel een goede bereikbaarheid. 

Clustergebonden karakter, afzetmarkt 



Ontsluiting door openbaar vervoer 

Langsheen de N32 is er geen busverbinding. 

Flankerende maatregelen 


1.4 Sociaal- en bedrijfseconomische criteria 

Omzet, tewerkstelling, investeringen: 

Excellent komt op de tweede plaats van de aankoopgroeperingen in België. NV Dumoulin situeert zich in de top 10 van 

deze groep. 

Het zakencijfer welke bij de laatste verbouwing in 1989 bijna 682.000 € bedroeg, is ondertussen gestegen als volgt: 

1998 1.173.338,75 

1999 1.210.931,48 

2000 1.266.147,98 

2001 1.341.912,23 

2002 1.339.184,39 

2003 1.339.262,77 

De tewerkstelling evolueerde van 2 werknemers in 1989 tot 4 in 2003. Na de uitbreiding zou minstens één bijkomend 

personeelslid moeten aangenomen worden. 

De geplande uitbreiding zou 500.000 € bedragen. Deze investering zou als volgt gedragen worden: 

Ruwbouw door “privé”: 250.000 € (banklening en eigen middelen) 

Afwerking en inrichting door NV Dumoulin: 250.000 €. Voor een vennootschap met een eigen vermogen per 

31/12/2003 van 468.776,57 € tegenover een balanstotaal van 763.896,06 € kan het aangaan van een 

banklening geen probleem zijn. 

Productieproces 

Niet van toepassing. Louter handel. 

1.5 Besluit 

Het bedrijf heeft een gedeeltelijk postitief planologisch attest gekregen nadat de gevraagde uitbreiding door 

verschillende instanties grondig is bestudeerd. Onderhavig RUP is bijgevolg het rechtstreekse gevolg van dit 

planologisch attest. De oorspronkelijke vraag van het bedrijf was echter groter, nl. voorzien in een hogere hoogte. Er is 

op dit punt een beperking opgelegd door de Deputatie. 

In uitvoering van een gedeeltelijk positief attest dient het RUP niet zozeer de behoefte aan te tonen, dan wel een 

goede inkleding voor de toegestane uitbreiding naar het omliggende landschap en t.a.v. de N32 te voorzien. 

Het bedrijf/handelszaak kent een goede bereikbaarheid, is weliswaar gelegen langsheen een, naar veiligheid en 

rechtstreekse toegankelijkeheid toe, minder gunstige weg. Een herinrichting van de N32, gericht op veiligheid, volgt bij 

de opmaak van een provinciaal RUP voor het lint in zijn totaliteit. 

2. Opzet plan 

Onderhavig provinciaal RUP heeft als opzet het geven van rechtszekerheid en een beperkte uitbreiding aan het bedrijf 

Dumoulin, gelegen langsheen de gewestweg, waarbij er in concreto mogelijkheden worden geboden om de 

ondergrondse opslagruimte verder uit te breiden en een uitbreiding van de winkelruimte op het gelijkvloers mogelijk te 

maken. De uitbreiding wordt voorzien in het noordwesten. Het betreft hier eerder een inbreiding. De uiterste 

perceelsgrenzen blijven behouden. 

Het visuele aspect speelt bij de uitbreiding een belangrijke rol. Naar de achterliggende open ruimte toe dient een 

kwalitatieve haag aangeplant. Het zicht naar de open ruimte (achterliggend weiland) vanuit de bedrijfswoning kan 

echter wel behouden blijven. Bij de latere opmaak van een provinciaal RUP kan de landschappelijke inkleding 

bovendien nog wijzigen. 

Naar de N32 toe is het belangrijk dat aanliggende handel, bedrijvigheid, … beeldondersteunend werkt. Kwalitatieve 

groenaanplant tussen gebouw en weg kunnen hier in belangrijke mate toe bijdragen. 


Om de verkeersveiligheid te verhogen worden het aantal open afritten beperkt en wordt sturend opgetreden wat 

betreft de ligging van oprit en ligging van afrit. 

De N32, gewestweg, ter hoogte van Dumoulin betreft een tracé in het buitengebied met lintbebouwing. 

Er wordt van uitgegaan dat de inrichting van de N32 op lange termijn zodanig wordt dat de leefbaarheid en de 

veiligheid primeert en dat het profiel van de weg een 2x1-vaksbaan wordt. Rechtstreekse toegang tot of verlaten van 

de site blijft bij een dergelijk regime verantwoord. 

Onderhavig RUP mag geen hypotheek leggen op een latere visie die zal ontwikkeld worden voor het kleinhandelslint in 

zijn totaliteit (bindende bepaling uit het PRS-WV 


F. PLANPROCES 

1. Beslissing tot opmaak provinciaal RUP 

Bestendige Deputatie in zitting van 16.09.2004 

1.1 Voorontwerp 

Het voorontwerp, goedgekeurd door de Bestendige Deputatie in zitting van 01.09.2005, werd voor advies overgemaakt 

aan onderstaande instanties: 

• AROHM, Afdeling Ruimtelijke Planning 

• ROHM West-Vlaanderen, Afdeling Ruimtelijke Ordening, planologisch ambtenaar Koen Joye 

• College burgemeester en schepenen Torhout 

• AMINAL, Afdeling Duurzame Landbouw 

• Administratie Economie 

• Exploitatie wegen West-Vlaanderen 

• Voorzitter PROCORO 

Het plan werd besproken op een plenaire vergadering d.d. 07.10.2005 waarvan een verslag in bijlage. 

1.2 Ontwerp 

Voorlopige vaststelling Provincieraad: 26.01.2006 

Openbaar onderzoek: 27.02.2006 – 27.04.2006 

Behandeling bezwaren in de provinciale commissie voor ruimtelijke ordening (PROCORO): 1.6.2006 

Definitieve vaststelling Provincieraad: ……………. 

Goedkeuring Vlaamse Regering: …………… 


G. STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN EN VERORDENEND GRAFISCH PLAN 

VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN TOELICHTING EN VISIE 

Artikel 0. Algemene bepalingen 

0.1 Opgave van de voorschriften die strijdig zijn met 

het provinciaal RUP en die opgeheven worden 

Volgende voorschriften en bepalingen worden 

opgeheven bij goedkeuring van onderhavig provinciaal 

RUP: 

De bepalingen van het gewestplan voor die percelen 

die gelegen zijn binnen het plangebied van 

onderhavige provinciaal RUP 

0.2 Handhavingsbepaling 

Bestaande gebouwen, verhardingen en alle elementen 

die regelmatig vergund zijn kunnen qua plaats, bezetting 

en numerieke voorschriften gehandhaafd blijven in hun 

huidige toestand. Bij grondige verbouwingen of 

vervangings- en nieuwbouw dienen de voorschriften van 

onderhavig RUP nageleefd te worden. 

0.3 Werken van openbaar nut 

Werken en constructies in functie van openbaar nut en 

milieutechnische ingrepen kunnen in alle zones 

toegelaten worden mits ze goed ingekleed worden in de 

omgeving, qua volume en voorkomen niet storend zijn en 

qua uitbating geen abnormale hinder en/of risico 

betekenen voor de omgeving. 

Het plaatsen van dergelijke constructies kan niet leiden 

tot het verminderen van het schermgroen. 

0.4 Inrichtingsplan 

Bij de eerste aanvraag tot stedenbouwkundige 

vergunning voor substantiële werken, moet een 

inrichtingsplan gevoegd worden van het volledige terrein, 

waarop, hetzij als bestaande toestand, hetzij als 

ontworpen toestand minimum de volgende gegevens zijn 

aangeduid: 

de toegang tot en uitgang van het bedrijfsterrein 

de parkeerplaatsen 

de laad- en losplaatsen 

een gedetailleerd beplantingsplan van het 

schermgroen 

de voorzieningen voor de brandbestrijding 

de voorzieningen i.v.m. publiciteit e.d. 

0.5 Bepaling omtrent water 

Teneinde de riolering onnodig te belasten met 

regenwater, moeten bij de realisatie van bebouwing en/of 

verharding maatregelen genomen worden om de afvoer 

ervan maximaal af te leiden hetzij naar de groenzone, 

hetzij naar een te voorzien waterreservoir binnen de 

bebouwbare of te verharden zones. 

Het betreft de bestemming ‘agrarisch gebied’ volgens het 

gewestplan Diksmuide-Torhout (KB 05/02/1979). 

Bij werken van algemeen nut dient de regelgeving 

terzake gerespecteerd te worden. 

Goed ingekleed in de omgeving: dit kan bv. door een 

passende groeninkleding, of door een bepaald 

materiaalgebruik, waardoor de constructies niet opvallen 

t.o.v. de andere bebouwing. 

De stedenbouwkundige vergunning heeft betrekking op 

substantiële werken. Het betreffen werken die een 

gewijzigde ruimte-inname met zich meebrengen. Dit 

houdt in dat er geen inrichtingsplan hoeft gevoegd indien 

de aanvraag betrekking heeft op bv. het intern 

verbouwen van de zaak, veranderen van functie (bv. naar 

kantoor, opslag, …) van de woning, vergroten van 

raamopeningen, bepleisteren van muren, … 


0.6 Referentiepeil 

De hoogte van het gebouw wordt gemeten vanaf het 

aanzetpeil van de inkomdorpel tot bovenkant kroonlijst. 

Het aanzetpeil van de inkomdorpel (referentiepeil) ligt 

max. 0,75 meter hoger dan het peil van het openbaar 

domein op de rooilijn en aan de inkomdorpel gemeten. 

Deze 0,75 meter is hoger dan de gebruikelijke 40 cm 

verschil tussen rooilijn en aanzetpeil inkomdorpel. De 

bestaande toestand is echter zodanig dat de toonzaal 

(winkelruimte) bereikt wordt via een aantal treden (totaal 

45 cm hoog) die op zich al starten op 30 cm hoger dan de 

rooilijn (helling terrein), waardoor er een halve 

kelderverdieping ontstaat. 



Artikel 1. Zone voor grootschalige kleinhandel 

1.1 Bestemming 

Bestemd voor 

Behoud en uitbreiding van het bestaande 

grootschalig kleinhandelsbedrijf in de sector van de 

electro-apparatuur. 

Geïntegreerde garage 

Vergunde veranda 

2 geïntegreerde bedrijfswoningen 

Verhardingen zoals terras, tuinpaden, … 

Groenvoorzieningen 

Noodzakelijke voorzieningen i.f.v. de bedrijfsvoering 

Bij het verdwijnen van de huidige handelsactiviteit kan er een 

nieuwe handelsactiviteit tot stand komen op voorwaarde dat 

deze niet meer verkeer genereert dan de bestaande 

activiteit. 

De via onderhavig RUP toegestane uitbreiding van de 

verkoopsoppervlakte is een maximale uitbreiding. 

1.2 Inrichting en beheer 

1.2.1 Bebouwingspercentage 

Het toegelaten bebouwingspercentage binnen onderhavige 

bestemmingszone bedraagt 90%, op voorwaarde dat er 

voldaan wordt aan de voorwaarden betreffende 

toegankelijkheid van de brandweer, en andere wettelijke 

bepalingen. 

De niet-bebouwde, niet voor groenaanplant dienende en niet 

voor waterberging dienende perceelsdelen mogen volledig 

verhard worden ten behoeve van circulatieruimte, 

parkeerplaatsen, toeritten, laad- en losplaatsen,... 

Deze perceelsdelen dienen aangelegd te worden in 

kleinschalige en waterdoorlatende materialen 

Stapelen in open lucht is niet toegelaten. 

1.2.2 Inplanting 

Binnen de grenzen van de bestemmingszone en op min. 

6,00 meter van de oostelijke perceelsgrens. 

De bestaande veranda aan de woning kan op de huidige 

lokatie behouden blijven en herbouwd worden binnen 

hetzelfde volume en op dezelfde positie. 

Het betreft hier behoud en uitbreiding van het bedrijf 

Dumoulin. 

Het grootste aandeel oppervlakte nodig voor het 

functioneren van Dumoulin zijn tentoonstellingsruimten 

en stapelruimte (magazijn). 

Het betreffen de 2 bestaande geïntegreerde woningen, 

nl. een woning in het zuidoosten en een 

dakappartement. 

Noodzakelijke voorzieningen in functie van de 

bestaande bedrijfsvoering = kantoor, EHBO-ruimte, 

sociale uitrustingen, (milieu)technische installaties, 

toeritten, bedieningswegen, parkeerplaatsen voor 

personeel, laad- en losplaatsen, groenbufferstroken, … 

“Niet meer verkeer genereren” houdt ook in dat het 

parkeergebeuren verplicht blijvend op het privé-domein 

dient georganiseerd te worden. 

Ook bv. de tweede bedrijfswoning omvormen tot 

verkoopsoppervlakte is niet toegelaten. 

In de zone voor parking dient de zone aangelegd te 

worden in kleinschalige en waterdoorlatende 

materialen. Aangezien in de zone voor grootschalige 

kleinhandel eveneens parking en verhardingen worden 

toegelaten, is het aangewezen éénzelfde 

randvoorwaarde in te schrijven. 

1.2.2 Inplanting 

De bestemmingszone is zodanig ingetekend dat 

bebouwing slechts kan starten op 21,00 meter uit de 

as van de gewestweg. 

Oostelijke perceelsgrens = grens met de 

achterliggende open ruimte. 

Het betreft de vergunde veranda met positionering en 

afmetingen op het moment van de voorlopige 

aanvaarding van onderhavig dossier. Het kan echter 

niet de bedoeling zijn de aanwezigheid van de veranda 

te gebruiken om op deze lokatie een extra uitbreiding 

van het handelsbedrijf te bekomen. 


1.2.3 Bouwhoogte 

T.o.v. het referentiepeil bedraagt de maximale bouwhoogte 

voor nieuwbouw 4,25 meter. De bestaande hogere 

bouwhoogtes kunnen behouden blijven, ook bij herbouw of 

verbouwing. 

Deze maximale bouwhoogte is echter ondergeschikt aan de 

essentiële opzet, nl. de realisatie van een kelderverdieping 

en een gelijkvloerse winkelruimte. 

De bestaande hogere bouwhoogte (incl. dakvorm) kan 

behouden blijven, ook bij herbouw. 

1.2.4 Dakvorm 

De dakvorm van de nieuwe bebouwing in functie van de 

bedrijfsvoering dient plat te zijn. 

De dakvormen van de bestaande bebouwing (geÏntegreerde 

bedrijfswoning, dakappartement) kan behouden blijven, ook 

1.2.3 Bouwhoogte 

Aangezien de inkomdorpel 1,20 meter hoger gelegen 

is dan de ‘achterdeur’ op het niveau van de tuin, 

betekent dit dat een toegelaten bouwhoogte van 4,25 

meter aan de inkomdorpel, overeenkomt met een 

toegelaten bouwhoogte van 5,45 meter t.o.v. het 

maaiveld aan de achterzijde van het magazijn. De 

hoogte aan de inkomdorpel gemeten is daarenboven 

ook 75 cm hoger dan het eigenlijke maaiveld aan de 

inkomdorpel, waardoor t.o.v. het maaiveld tot 5,00 

meter hoog kan gebouwd worden. 

Deze 4,25 meter is hoger dan oorspronkelijk in het 

planologisch attest opgelegd. Plaatsbezoek heeft 

echter aangetoond dat een hoogte van 4,25 meter 

noodzakelijk is, gelet op de bestaande toestand en het 

peil van het bestaande maaiveld. In verband met deze 

hogere bouwhoogte heeft daarom de bestendige 

deputatie van de provincie gunstig geadviseerd op de 

aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning in het 

kader van de kortetermijnbehoefte van een gedeeltelijk 

positief planologisch attest (Informele adviesvraag nav 

stedenbouwkundige vergunning na afgifte van een 

gedeeltelijk positief planologisch attest’, 19 juli 2005, 

ref. 05/660/SV). 

De beperking in het planologisch attest was immers 

ingegeven door de wens om er geen overdreven 

hoogte te krijgen, maar enkel de noodzakelijke hoogte 

voor kelderverdieping en winkelruimte te verkrijgen. 

De essentie blijft de realisatie van een 

kelderverdieping (halfondergronds) en één 

bovengrondse bouwlaag. Een kleine afwijking van 

deze maximale bouwhoogte kan hiertoe toegestaan 

worden, zolang het aantal bovengrondse bouwlagen 

maar beperkt blijft tot maximaal 1,5. 

1.2.4 Dakvorm 

Deze geïntegreerde bedrijfswoning en dakappartement 

hebben op vandaag een hellend dak. Ook bij herbouw 


ij herbouw. 

1.2.5 Oppervlakte bedrijfswoningen 

De bedrijfswoning heeft een maximale grondoppervlakte van 

200 m² en een maximaal volume van 1000 m³, het 

dakappartement 100 m² als maximale grondoppervlakte. 

1.2.6 Esthetiek van de bebouwing 

Alle gevels en daken zijn uit te voeren in esthetisch 

verantwoorde materialen, die geïntegreerd en 

geharmonieerd dienen te worden in de omgeving en het 

landschap. Nieuwe volumes dienen verplicht afgewerkt met 

handgevormde gevelstenen, zoals de reeds bestaande 

gevelafwerkingen. Staalplaten kunnen slechts een fractie 

van de geveloppervlaktes innemen en mogen geenszins 

overheersen. Tussen de bouwdelen onderling dient een 

eenheid in de materialenkeuze te bestaan. 

kunnen deze dakvormen herhaald worden. 



Artikel 2. Zone voor toerit, laad- en losplaats 


Bestemd voor toerit, laad- en losplaatsen, private 

parkeerplaats. 

2.2 Inrichting 

Deze zone mag volledig verhard worden in stofvrije 

materialen. 

Ieder esthetisch verantwoorde afsluiting of levende 

hagen, met een maximale hoogte van 2,50 meter is 

binnen onderhavige bestemmingszone toegelaten. 

2.3 Afwatering 

Teneinde de riolering niet onnodig te belasten met 

regenwater, moeten bij de realisatie van deze zone 

maatregelen genomen worden om de afvoer ervan 

maximum af te leiden. 



Artikel 3. Parkeren in achteruitbouwzone 


Deze bouwvrije zone is bedoeld om ingericht te worden 

als parkeerzone in een groen kader en bestemd voor 

visuele integratie van het bedrijfsgebouw in de omgeving 

van de N32. 


Deze zone dient aangelegd te worden in kleinschalige, 

opbreekbare en waterdoorlatende materialen (bv. 

grasdallen). De niet-verharde delen dienen vakkundig 

aangelegd in groen. 

De overgang tussen bedrijfssite en openbaar domein 

dient op een kwalitatieve manier te gebeuren. Er dient 

gestreefd naar een maximale groeninkleding, rekening 

houdend met de nood aan zichtlocaties. 

Elke vorm van bebouwing is in bedoelde zone verboden 

evenals het stapelen van goederen, afval etc. 

Ieder esthetisch verantwoorde afsluiting met een 

maximale hoogte van 2,50 meter is binnen onderhavige 

bestemmingszone toegelaten, mits deze ingeplant wordt 

op een afstand van minimum 13,00 meter uit de as van 

de gewestweg en op een afstand van minimum 7,00 

meter uit de as van de Kwakkelstraat. 

Het aantal toe- en uitritten dient tot een minimum herleid 

en correct gedimensioneerd te zijn, rekening houdend 

met een zo hoog mogelijke verkeersveiligheid. Elke 

afsluiting dient verplicht geïntegreerd in de 

groenovergang tussen privaat en openbaar domein. 

3.3 Beheer 

De aanleg, het onderhoud en de instandhouding van de 

groenaanplantingen zijn ten laste van de 

eigenaar/uitbater. 

Bij de eerste aanvraag tot stedenbouwkundige 

vergunning voor substantiële werken binnen zone 1: 

“zone voor grootschalige kleinhandel”, moet een 

inrichtingsplan gevoegd worden van het volledige terrein 

waarop, hetzij als bestaande toestand, hetzij als 

ontworpen toestand een gedetailleerd beplantingsplan de 

groenaanplant is aangeduid. Deze groenaanplant moet in 

elk geval ten laatste het plantseizoen na de aflevering 

van de eerste stedenbouwkundige vergunning worden 

aangeplant. 

Het betreft de huidige parkeervoorzieningen gesitueerd 

vóór de winkel (kant Roeselaarseweg) en in het zuiden 

langsheen de Kwakkelstraat. Wegens gebrek aan een 

alternatief, kan enkel op die lokatie de parking voor 

cliënteel bestendigd worden. Het is echter de bedoeling 

een zodanige inrichting (in een groen kader) te verkrijgen 

dat hiermee een positieve bijdrage geleverd wordt aan de 

beeldvorming van op de N32. 

Deze groenaanplanting dient ervoor te zorgen dat de 

bedrijfsgebouwen landschappelijk ingekleed zijn t.a.v. de 

gewestweg en dienen de aantrekkelijkheid van de 

bedrijfsinplantingen nader te ondersteunen. 

De toegang tot en tegelijkertijd de beveiliging van de site 

kan ook bemoeilijkt worden door bv. te werken met 

reliëfovergangen, met bloembakken, … die misschien op 

een meer esthetische manier kunnen georganiseerd 

worden dan louter een hekken. 



Artikel 4. Schermgroen 


Bestemd voor lineaire en opgaande groenaanplant. 


In deze zone kan beplanting onder de vorm van een 

dichte uniforme of landschappelijke haag bestaande uit 

inheems en streekeigen plantmateriaal, deskundig 

aangelegd en gehandhaafd worden. 

Deze haag heeft een min. hoogte van 1,80 meter en een 

minimale breedte van 0,50 meter. 

De 1,80 meter wordt gemeten vanaf het huidige maaiveld 

op de plaats waar de haag dient aangeplant. 




H. BIJLAGE 

• Goedkeuringsbesluit positief planologisch attest – Bestendige Deputatie 16/9/2004 

• Briefwisseling gemeente Torhout – provincie DRUM 

• Verslag plenaire vergadering 

• Adviezen op voorontwerp

provinciaal rup dumoulin - Provincie West-Vlaanderen

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

Delete template?

Save as template?