Brandveiligheid en betonconstructies - Febelcem
Brandveiligheid en betonconstructies - Febelcem
Brandveiligheid en betonconstructies - Febelcem
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
5. Thermische verschijnsel<strong>en</strong><br />
5.1. Mechanism<strong>en</strong> van<br />
warmteoverdracht<br />
Er zijn drie basismechanism<strong>en</strong> [38] voor warmteoverdracht :<br />
- convectie ;<br />
- straling ;<br />
- geleiding.<br />
De drie mechanism<strong>en</strong> beïnvloed<strong>en</strong> elkaar gedur<strong>en</strong>de e<strong>en</strong> brand.<br />
Afhankelijk van het tijdstip <strong>en</strong> de plaats is één van de<br />
mechanism<strong>en</strong> overheers<strong>en</strong>d.<br />
Convectie is de wijze van warmteoverdracht naar e<strong>en</strong> vaste stof<br />
vanuit e<strong>en</strong> omring<strong>en</strong>d gas in beweging. In het begin van de<br />
brand is dit verschijnsel overweg<strong>en</strong>d tuss<strong>en</strong> de omgeving <strong>en</strong> het<br />
constructie‐elem<strong>en</strong>t. De warmteflux qc, uitgedrukt in W/m 2 , die<br />
uitgewisseld wordt tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> gas met temperatuur Tg <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
wand met temperatuur Tp is gelijk aan :<br />
qc = αc . (Tg‐Tp)<br />
met αc de convectiecoëfficiënt die varieert tuss<strong>en</strong> 4 <strong>en</strong> 50 W/m 2 °C<br />
volg<strong>en</strong>s de beschouwde kant van de wand (al dan niet blootge‐<br />
steld aan de brand) <strong>en</strong> de gekoz<strong>en</strong> temperatuurcurve.<br />
Straling is overdracht van <strong>en</strong>ergie door middel van elektromag‐<br />
netische golv<strong>en</strong> <strong>en</strong> vereist ge<strong>en</strong> specifiek milieu tuss<strong>en</strong> de<br />
stralingsbron <strong>en</strong> de ontvanger. Dit mechanisme is overheers<strong>en</strong>d<br />
tijd<strong>en</strong>s de branduitbreiding <strong>en</strong> wanneer de brand zijn volle<br />
int<strong>en</strong>siteit bereikt heeft. De warmteflux qr die uitgewisseld<br />
wordt tuss<strong>en</strong> de omgeving (wand<strong>en</strong> + gas) op temperatuur Tg <strong>en</strong><br />
de beschouwde wand met temperatuur Tp is gelijk aan :<br />
qr = Φ.ε.σ0.(Tg 4 ‐Tp 4 )<br />
waarbij:<br />
Φ = de geometrische stralingsfactor, die gelijk is aan 1 voor<br />
rechthoekige <strong>en</strong> cirkelvormige dwarsdoorsned<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
kleiner dan 1 in de andere gevall<strong>en</strong>. Dit concept is<br />
gebaseerd op de werkelijke <strong>en</strong>ergieflux die terecht komt<br />
op oppervlakk<strong>en</strong> blootgesteld aan warme gass<strong>en</strong> ;<br />
ε = conv<strong>en</strong>tionele factor die betrekking heeft op de globale<br />
relatieve emissiviteit tuss<strong>en</strong> de omgeving <strong>en</strong> de<br />
beschouwde wand. Volg<strong>en</strong>s de Europese norm<strong>en</strong> (EN)<br />
voor de brandweerstand van <strong>betonconstructies</strong>, is 0,8<br />
de standaardwaarde (default value) ; 0,7 voor e<strong>en</strong> beton‐<br />
oppervlak ; 0,8 voor e<strong>en</strong> staaloppervlak <strong>en</strong> 0,4 voor e<strong>en</strong><br />
oppervlak in roestvrij staal. In de Europese voornorm<strong>en</strong><br />
(ENV) werd als standaardwaarde 0,8.0,7= 0,56<br />
σ0 =<br />
g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>;<br />
de constante van Stefan‐Boltzmann = 5,68.10 ‐8 W/m2K4 ;<br />
Tg et Tp zijn absolute temperatur<strong>en</strong> uitgedrukt in Kelvin.<br />
Geleiding (conductie) is de wijze van warmteoverdracht in<br />
vaste stoff<strong>en</strong>. De warmtegeleidingscoëfficiënt λ karakteriseert de<br />
geschiktheid van e<strong>en</strong> materiaal om warmte te geleid<strong>en</strong>. In de<br />
tabel van §5.2.3 zijn waard<strong>en</strong> van de warmtegeleidingscoëffi‐<br />
ciënt opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> voor verschill<strong>en</strong>de material<strong>en</strong>. In het geval van<br />
e<strong>en</strong> ééndim<strong>en</strong>sionale warmtestroom is de warmteflux q λ door<br />
geleiding loodrecht op het beschouwde vlak gelijk aan :<br />
waarbij<br />
q λ = λ.(∂T/∂x)<br />
λ voor beton varieert tuss<strong>en</strong> 2,0 <strong>en</strong> 0,6 W/m°C in functie<br />
van de temperatuur. Deze variatie wordt besprok<strong>en</strong> in<br />
§7.2.1<br />
∂T/∂x de thermische gradiënt in de wand voorstelt.<br />
Het materiaal waaruit de wand is sam<strong>en</strong>gesteld zal opwarm<strong>en</strong><br />
t<strong>en</strong>gevolge van de warmteflux. De hoeveelheid opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />
warmte per seconde <strong>en</strong> per m 3 is gelijk aan<br />
qm = ρ.c.( ∂T/∂t)<br />
met<br />
c = de specifieke warmte (J/kg) die e<strong>en</strong> functie is van de<br />
temperatuur (zie §7.2.1)<br />
ρ = de volumieke massa (kg/m 3 )<br />
De temperatuur in het inw<strong>en</strong>dige van het materiaal wordt<br />
bepaald door de volg<strong>en</strong>de gekoppelde vergelijking<strong>en</strong> numeriek<br />
op te loss<strong>en</strong> via eindige differ<strong>en</strong>ties of eindige elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> :<br />
qm = (qc + qr) ‐ q λ<br />
deze vergelijking beschrijft de thermische balans van het<br />
wandoppervlak<br />
qm = ‐ q λ of ρ.c.( ∂T/∂t) = ‐λ.(∂T/∂x) (1)<br />
deze vergelijking beschrijft de thermische balans in het inw<strong>en</strong>‐<br />
dige van de wand.<br />
5.2. Belangrijkste invloedsfactor<strong>en</strong><br />
van de gastemperatuur<br />
De ontwikkeling van e<strong>en</strong> brand [38] <strong>en</strong> van de gastemperatuur<br />
wordt bepaald door de volg<strong>en</strong>de drie basisparameters : de<br />
grootte van de brandlast <strong>en</strong> zijn maximum calorisch debiet, de<br />
oppervlakte van de op<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> in de buit<strong>en</strong>wand<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />
thermische eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> van de wand<strong>en</strong>.<br />
5.2.1. Brandbelasting <strong>en</strong> maximum calorisch<br />
debiet (RHR)<br />
Indi<strong>en</strong> de luchttoevoer voldo<strong>en</strong>de is, zodat de brand door<br />
brandstof gecontroleerd is, zijn de volg<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong> bepal<strong>en</strong>d<br />
voor de ernst van de brand : de grootte van de brandbelasting,<br />
met het calorisch debiet <strong>en</strong> zijn schikking.<br />
De brandbelasting is gegev<strong>en</strong> door :<br />
q = (ΣΜi Pi) / S<br />
met S = oppervlakte van het compartim<strong>en</strong>t (m 2 )<br />
Μi = massa van het materiaal i (kg)<br />
Pi = verbrandingswaarde (kJ/kg)<br />
De som slaat op alle material<strong>en</strong> die in het compartim<strong>en</strong>t aanwe‐<br />
zig zijn, ook deze van het gebouw zelf. Aangezi<strong>en</strong> beton<br />
onbrandbaar is levert het ge<strong>en</strong> bijdrage aan de brandbelasting.<br />
Om historische red<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> voor het gemak van formulering,<br />
wordt de hierbov<strong>en</strong> gedefinieerde brandbelasting soms vervan‐<br />
g<strong>en</strong> door de ʺequival<strong>en</strong>te houtbelastingʺ (1 kg hout stemt<br />
overe<strong>en</strong> met 17,5 MJ). Voor het gemak van de lezer gebruik<strong>en</strong><br />
we dit houtequival<strong>en</strong>t in plaats van MJoules.<br />
36