Winter 2012 - Stichting Tubereuze Sclerosis Nederland
Winter 2012 - Stichting Tubereuze Sclerosis Nederland
Winter 2012 - Stichting Tubereuze Sclerosis Nederland
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
12<br />
Samen met zijn ouders kan Thom (10) best veel. Staan,<br />
lopen, zwemmen en zich aankleden bijvoorbeeld. Maar<br />
zonder hulp van moeder Jacqueline en vader Kenneth is<br />
dat moeilijk of onmogelijk. De inwoner van Hoofddorp is<br />
een van de 500 tot 1000 kinderen in ons land met TSC, het<br />
<strong>Tubereuze</strong> Sclerose Complex. Die aandoening – zie kadertekst<br />
‘Kenmerken TSC’ - kan gepaard gaan met orgaanschade,<br />
bijvoorbeeld in de hersenen, nieren en het hart. “Drie jaar<br />
geleden kreeg Thom een hartstilstand”, vertelt Kenneth. “Het<br />
ene moment keek hij me rustig aan, het volgende zakte hij<br />
weg. Er drukte een goedaardige tumor op zijn hartspier. We<br />
begonnen te reanimeren en hebben 112 gebeld, en drie<br />
minuten later waren de ambulanciers bij ons thuis. Sindsdien<br />
draagt Thom een kastje in zijn lichaam, een implanteerbare<br />
cardioverter-defibrillator.”<br />
Kus en knuffel<br />
TSC heeft ook geestelijke consequenties. Het IQ van de patient<br />
kan laag zijn, tot beneden de 20, en dikwijls is er een<br />
ontwikkelingsachterstand. Kinderen leren later of helemaal<br />
niet praten en kunnen meestal niet mee in het reguliere<br />
Aanval op<br />
epilepsie<br />
Geestelijke en<br />
gedragsmatige<br />
verbetering<br />
TSC-patiënten<br />
Patiëntjes met de aandoening TSC boeken geestelijk en<br />
gedragsmatig vooruitgang nadat hun epilepsieaanvallen<br />
zijn verdreven. Daarom lopen in het Erasmus MC onderzoeken<br />
bij zowel kinderen als proefdieren om ook de<br />
moeilijkst te behandelen TSC-epilepsie te genezen.<br />
overgenomen uit<br />
Monitor Erasmus MC,<br />
Nr. 3 Oktober <strong>2012</strong><br />
tekst Gerben Stolk<br />
foto’s Levien Willemse<br />
onderwijs. De helft heeft autisme. “Dat laatste zien we niet<br />
bij Thom”, zegt Jacqueline. “Integendeel. Hij geeft vaak een<br />
kus of een knuffel. Thom heeft ook een warme band met<br />
zijn tweelingzus Gwenyth, die geen TSC heeft. Ze zijn allebei<br />
heel blij als ze elkaar zien. ”Toen in Thoms eerste levensjaar<br />
TSC werd vastgesteld, was het onmiddellijk klip en klaar voor<br />
zijn ouders: zolang het kon, zou hun zoon deel uitmaken van<br />
de familie. Doordeweeks verblijft hij overdag op een kinder<br />
medisch dagcentrum, maar hij woont thuis, gaat mee op<br />
vakantie en hoort er helemaal bij. Dat heeft wel een grote<br />
impact op zijn ouders, die Thom voortdurend bijstaan. “Thom<br />
moet bijvoorbeeld worden geholpen met eten en drinken en<br />
hij is nog niet zindelijk”, zegt Jacqueline. “Praten doet hij ook<br />
niet, behalve mama en papa zeggen. We willen het praten<br />
stimuleren door binnenkort met hem naar een logopedist<br />
te gaan voor spraakoefeningen, zeker nu hij de laatste tijd<br />
steeds meer begint te brabbelen. Aan de andere kant: Thom<br />
begrijpt wel veel. Als ik zeg dat hij naar boven moet om te<br />
douchen, maakt hij uit zichzelf aanstalten om naar de trap te<br />
gaan. Dat was niet de verwachting toen destijds de diagnose<br />
TSC werd gesteld.”<br />
winter <strong>2012</strong> | TSC Contact