Zomer 2011 - Stichting Tubereuze Sclerosis Nederland
Zomer 2011 - Stichting Tubereuze Sclerosis Nederland
Zomer 2011 - Stichting Tubereuze Sclerosis Nederland
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
nummer 115 | zomer 2011
TSC Contact
Ridder in de orde van Oranje Nassau | 4
Familiedag | 6
STSN is 30 jaar
Wonen op jezelf
| 12
| 14
www.stsn.nl
Dagelijks bestuur STSN
Hans Ploegmakers, voorzitter
Marlies van Zuilen, secretaris
Theo Rijkelijkhuizen, penningmeester
Secretariaat STSN
Marlies van Zuilen
Telefoon: 030-7070554
Couwenhoven 53-09, 3703 ES Zeist
E-mailadres: info@stsn.nl
Website: www.stsn.nl
Redactie
Corinne Kijl
Cora Moret
Yasmara Olyslag
Jos Scheurink
Vormgeving
Mieke Kroondijk
E-mailadres: invorm@casema.nl
Adres TSC Contact
Hoogstraat 20, 4285 AH Woudrichem
E-mailadres: redactie@stsn.nl
TSC-Poli UMC Utrecht
Polikliniek Interne Geneeskunde:
Telefoon: 088-7555555
Dr. B.A. Zonnenberg:
Telefoon: 088-7553232, zoemer 1154
TSC-Poli: elke week op afspraak
Telefoon: 088-7553232
Sylvia Tóth Centrum Utrecht
Wilhelmina Kinderziekenhuis
Secretariaat telefoon: 088-7553898
Klinische Genetica
Erasmus MC, Rotterdam
Dr. Anneke Maat-Kievit
Telefoon: 010-4636915
(maandag, dinsdag en donderdag)
Multidisciplinaire
TSC polikliniek voor kinderen
Erasmus MC, Sophia Kinderziekenhuis,
Rotterdam
Dr. M.C.Y. de Wit, kinderneuroloog
Drs. G.C.B. de Heus, kinderarts
E-mail: tubereuzesclerose@erasmusmc.nl
Telefoon: 010-7036341
(polikliniek kinderneurologie)
TSC-poli maandelijks op afspraak
Bank
Rabobank rekeningnummer: 11.89.41.127
ABN-AMRO Bank
rekeningnummer: 56.84.43.640
Voor België:
KBC Bank Turnhout
rekeningnummer: 730-1401238-69,
t.n.v. STSN
inhoud
4 | Een bloemrijke familiedag/STSN 30 jaar
12 | Kom naar het 4de STSN Lustrumsymposium
14 | Het verhaal van Björn
16 | Negen jaar woonervaring met Joyce
20 | Kinderhospice ‘De Glind’
23 | STSN-er in beeld
24 | Column Lara
25 | Impressie van de Contactdag
‘Ouders met jonge kinderen’
26 | Verslag LBO contactdag
27 | Agenda lotgenotencontact
28 | Niels en de dolfijnen
30 | Een weekendje op pad zonder ouders
32 | Nieuwe methode opsporing TSC
34 | TSC, gedrag en psychiatrie
35 | Elektronisch patiëntendossier
38 | Midazolam Neusspray
39 | Boek ‘Autisme & koken’
40 | Tip en truc hoek
42 | DVD ‘Wij hebben TSC...’
43 | Sponsor de STSN
44 | Samenvatting jaarverslag
46 | Bestuursmededelingen
zomer 2011 | TSC Contact
van de redactie
Beste lezers,
30 jaar STSN. In dit blad zult u er veel over kunnen
lezen.
De familiedag in de Orchideeënhoeve in Luttelgeest
was ongeveer tegelijkertijd met de sluitingsdatum
voor de copy, maar de foto’s en het verslag
kunnen nog mee. En dat is maar goed ook, want
de familiedag werd bijzonder feestelijk, omdat
onze voorzitter Hans Ploegmakers werd verrast
met een Koninklijke onderscheiding. Hans mag
zich sinds 18 juni Ridder in de Orde van Oranje
Nassau noemen.
De altijd zo opmerkzame Hans (niets ontgaat hem
normaal gesproken) was totaal overrompeld:
“Ik ben ontzettend vereerd met mijn koninklijke
onderscheiding en ik moet zeggen dat ik het
bijzonder knap vind dat jullie deze brede samenzwering
geheel en al buiten mijn gezichtsveld
hebben kunnen realiseren, zodat het voor mij een
absolute verrassing is gebleven tot één minuut
voor de uitreiking. Ik ging blijkbaar zo in mijn rol
van voorzitter en balonnenkunstwerken-keurder
op dat ik zelfs de burgemeester niet heb zien
naderen.”
In die 30 jaar is veel gebeurd. De ziekte Tubereuze
Sclerose Complex heeft veel aandacht gehad van
de medische wereld. Dat is te lezen in het lustrumboek
“dertig jaar onderzoek naar TSC”. De presen-
tatie van dit boek was een ander hoogtepunt van
de familiedag. Uit het boek blijkt dat de medici
en onderzoekers meer doen dan alleen hun vak
uitoefenen. Hun zorgzaamheid en enthousiasme
was ook de fotograaf opgevallen. “Ik was erg
onder de indruk van de gastvrijheid van al die
specialisten. Ik mocht alles zien en overal fotograferen.
Ze vertellen met zo veel enthousiasme
over hun werk” aldus Sarah Engelhard, die samen
met schrijfster Judith Zadoks en natuurlijk onze
eigen Cora Moret een prachtig lustrumboek heeft
gemaakt.
Uit eigen ervaring weet ik dat je met een TSC
patiënt, mijn dochter Daniël, een bijzondere band
opbouwt met de specialisten. Wij worden altijd
met net even meer zorg en aandacht behandeld.
Of zou dat mijn verbeelding zijn en de wens om
een beetje bijzonder te zijn?
TSC-patiënten zijn een beetje bijzonder. En de
STSN is een beetje bijzonder. Hans Ploegmakers
is een beetje bijzonder. De specialisten en onderzoekers
zijn een beetje bijzonder. Dat is volgens
mij het geheim van het succes van onze 30-jarige
club. Dat beetje bijzondere maakt dat zo veel
mensen enthousiast worden en hun beste beentje
voorzetten.
Jos Scheurink
115
ISSN 1570 - 5145 | jaargang 29 | nummer 115 | zomer 2011
TSC Contact | zomer 2011 3
4
30 jaar STSN
STSN op bezoek in De Orchideeënhoeve in Luttelgeest
Een bloemrijke familiedag
Het is een onmisbaar ingrediënt in het recept voor een geslaagde STSN-familiedag: zorg dat er mooie dieren
en planten te zien zijn. Dan kan deze jaarlijkse dag bij de kinderen (de groep waar het grotendeels om
draait) al niet meer stuk. De apen van de Apenheul, de pinguïns van Avifauna en de olifanten van Beekse
Bergen, worden in De Orchideeënhoeve in Luttelgeest opgevolgd door vlinders en koi karpers, in prachtig
aangelegde Aziatische mini-jungles. Met daarnaast een ballonnenclown, een lopende poppenkast en een
workshop bloemschikken. En met een koninklijke verrassing.
Als stichting moet je ook af en toe wat geluk hebben.
Het besluit van de STSN om de jaarlijkse
familiedag (voorheen gezinsdag) op 18 juni in de
Orchideeënhoeve in Luttelgeest te organiseren,
leek vanwege de noordelijke ligging op het eerste
oog wat ongelukkig. Maar terwijl buiten hevige
slagregens regelmatig voorbijrazende auto’s
geselen, zit iedereen in de hoeve heerlijk warm en
beschut achter een kop koffie als de dag een aanvang
neemt. De in felle kleuren uitgedoste ballonnenclown
heeft dan de aanwezige kinderen al
moeiteloos aan het ballonknijpen, -wringen en
-draaien gekregen. Drie knallen (kapot!) en zes
ontsnapte balonnen (prrrrr.......) later krijgt voorzitter
Hans Ploegmakers het resultaat aangeboden,
waarbij vanzelfsprekend ook de ballonteckel
niet ontbreekt.
Ridder
Net buiten het zicht van Hans, die aan het korte
welkomswoord is begonnen (“we maken er een
leuke informele dag van, met zo weinig mogelijk
officiële poespas”), staat een prominente stadsgenoot
in de deuropening van de zaal. Burgemeester
Wim Cornelis van Gouda is niet zomaar helemaal
naar Luttelgeest afgereisd, hij heeft een belangrijke
taak te verrichten. Vanwege zijn grote verdiensten
voor de STSN en het bekender maken
van TSC krijgt Hans namelijk de versierselen opgespeld
die bij een Ridder in de Orde van Oranje-
Nassau horen. Daarbij, zo vertelt de burgemeester,
is de duur van z’n inzet (bijna dertig jaar)
indrukwekkend, maar nog meer de manier waarop
Hans zelf de kar trekt en tegelijkertijd alle andere
tekst John van Enckevort foto’s Ria van Remmerden
de ridder
zomer 2011 | TSC Contact
de ridder en zijn dame
de ridderslag
TSC Contact | zomer 2011
belangstelling voor lintje
1981
5 mei oprichting STSN
1982
Eerste contactblad
1983
Eerste brochure
1986
100 leden en 150 donateurs
1987
Eerste keer subsidie van WVC
Dr. Fleury doet oproep aan STSN-leden om
mee te doen aan het genetisch onderzoek
1988
Erasmus Universiteit gaat het DNA
onderzoek bij TSC doen
Poster STSN:
‘Gelukkig weten we er al wat meer van’
1990
Oprichting Werkgroep ‘Gedrag’
1991
Boekje ‘Leven met TS’
200 leden
1992
STSN gastheer TSI-weekend in
Alphen aan de Rijn
1993
30 jaar STSN
Première eerste STSN-video
‘De verborgen aandoening’
Dr. Manuel Gomez eerste winnaar
‘Bourneville-prijs’
Eerste TSC-gen gelokaliseerd op
chromosoom 16 (TSC2-gen)
6
30 jaar STSN
vrijwilligers betrokken én actief houdt. Zonder hen
voortdurend controlerend op de vingers te kijken.
Vanzelfsprekend deelt zijn vrouw Wilma al snel in
de vreugde, en ontstaat er een lange felicitatierij.
Een half uur later is Ridder Hans trots, maar zeker
ook nog verbaasd: “Ik zag al een aantal mensen
die ik hier niet had verwacht, maar verder had ik
niks in de gaten. Als ik dit had geweten, zou ik
ook niet in een trui zijn gekomen, haha.”
Vlinders
Ondertussen is de STSN-familiedag goed op gang
gekomen. De zaal is helemaal leeg, alle deelnemers
slingeren zich door de verschillende showtuinen.
Over bruggetjes waaronder koi karpers
zwemmen, over paadjes die aan alle kanten overwoekeren
met tropische planten. Met bonsaiboompjes
in de Taiwanese tuin, bergbeekjes in de
Maleisische tuin, en de grootste verzameling vlinders
van Europa in de Vlinder Vallei. Ouders en
andere familieleden wandelen en bewonderen,
voor de kinderen maakt een speurtocht het nog
spannender.
koi karpers onder de brug
de vlindervallei
zomer 2011 | TSC Contact
TSC Contact | zomer 2011
in de tropentuin
1994
Tweede STSN-video
‘Leven met een zekere onzekerheid’
Boekje ‘Omgaan Met TS’
1995
TSC-poli Utrecht gaat van start o.l.v. dr. Zonnenberg
1996
300 leden!
Eerste STSN-symposium:
‘Gecoördineerde zorg voor een complexe
aandoening’
Dr. Paul FIeury tweede winnaar van de
‘Bourneville-prijs’
Boekje ‘Wat is TS’ verschijnt
1997
Tweede gen voor TSC wordt gelokaliseerd
op chromosoom 9 (TSC1-gen)
1998
STSN met eigen site op het Internet: www.stsn.nl
2000
Stichting Michelle opgericht
E-mailgroep TSC-POST van start
CD-Rom ‘TSC-info’ opgeleverd
2001
Viering 4e lustrum van de STSN
TSC symposium:
thema ‘Omzien en plannen maken’
Els den Hollander ontvangt Koninklijke
onderscheiding
‘Bourneville-prijs’ uitgereikt aan de
Rotterdamse TSC-Onderzoeksgroep
STSN Contactblad krijgt nieuw jasje en wordt
TSC contact
8
30 jaar STSN
Soep met ballen
Daarna beginnen de magen te knorren, precies op
tijd voor de middaglunch. Het dagprogramma ligt
dan al niet meer op schema, maar niemand die
zich daar druk om maakt. Het is een dag om de
dagelijkse zorgen en problemen even te vergeten.
Dat blijkt ook in de gesprekken die aan de lunchtafels
worden gevoerd. Natuurlijk komen regelmatig
persoonlijke ervaringen met de ziekte TSC
langs, maar voor hetzelfde geld gaan de verhalen
over Noorse bootvakanties of over kunst en fotografie.
Dat verandert als Hans weer de microfoon
pakt voor het tweede en laatste offficiële moment
van de dag. Een traditioneel moment zelfs, want
sinds de lustrumviering van tien jaar geleden
brengt STSN vijfjaarlijks een eigen boekje uit.
Eerste exemplaar
In ‘Het verhaal van dertig jaar onderzoek naar
TSC’ staan de Nederlandse onderzoekers, wetenschappers
en specialisten centraal die in recordtempo
inzichten verwerven in de complexiteit van
de ziekte. Het uiteindelijke doel, het vinden van
een behandeling voor TSC, komt met rasse schreden
dichterbij. Dat dit mede te danken is aan de
toewijding en bevlogenheid van deze professionals,
komt in dit boek sterk tot uiting. Hans dankt
bedenker en coördinator Cora Moret voor haar
bijdrage, Cora zet op haar beurt schrijfster Judith
Zadoks, fotografe Sarah Engelhard en vormgever
No Office in het zonnetje. Daarna overhandigt
ze Hans het eerste exemplaar. Dat blijkt slechts
tijdelijk, Hans heeft al iemand anders in het vizier:
kinderarts en klinisch geneticus Dick Lindhout.
Die is uitermate verguld met de eer en met het
boekje. Het is voor Dick wederom een bewijs van
de grote kracht van de kleine patiëntenorganisatie
STSN. Op 28 oktober volgt daar weer een nieuw
voorbeeld van, als Dick dagvoorzitter is van het
4e TSC Lustrum Symposium van de STSN.
Tante in Marokko
Poppentheater De Kletskous heeft dan al de
aandacht van de kinderen getrokken. Lucienne
Kuperus begint met wat liedjes op de gitaar.
De kinderen genieten zichtbaar, maar zijn te verlegen
om iets terug te zeggen of te zingen. Behalve
de wat oudere Daniël. Zij reageert luid en vrolijk
op vrijwel alle vragen en voorstellen van Lucienne.
Daardoor komt de sfeer er goed in en kan het verhaal
‘Ongewoon lekker’ over Snoepie, Snappie en
ballonnenclown in actie
Lustrumboek
zomer 2011 | TSC Contact
soep met ballen eten
TSC Contact | zomer 2011
2002
In Utrecht eerste neurochirurgische behandeling
van epilepsie bij TSC patiënt
2003
500 leden
Start Expertiseteam TSC-gedrag
Nieuwe informatiefolder, boekenlegger en folder
over het Expertiseteam
Diagnostische faciliteiten voor kinderen met TSC
in het Sylvia Tóth Centrum (WKZ Utrecht)
2004
De e-mailgroep TSC Post meer dan 100 deelnemers
STSN ‘naar de beurs’:
Support en Balance (Jaarbeurs Utrecht)
STSN voert nieuwe huisstijl in:
folder, affiche, nieuwe website
Het geheel herziene boek ‘Wat is TSC’ verschijnt
2005
‘TSC Contact’ in nieuw jasje
STSN op beurs in Groningen ter gelegenheid van
de week van de Chronisch Zieken en in Rotterdam
bij het Nursing Event voor verpleegkundigen
2006
‘STSN 25 jaar!’
Eerste gezinsdag
Lustrumsymposium:
‘Tubereuze Sclerosis als rolmodel?’
‘Bourneville-prijs’ uitgereikt aan
dr. Bernard Zonnenberg
Lustrumboek: ‘Sterke portretten. Wij hebben TSC’
2007
Het LBO- en het MBO/HBO-contact worden alweer
voor de zevende keer en met succes gehouden
Het 100e TSC Contact verschijnt in bijzonder jasje
10
30 jaar STSN
Tanta Cato beginnen. Vanuit een zelfgedragen
loopkast vertelt Lucienne een spannend verhaal
over snoepen en buikpijn, met gelukkig een happy
end. Nadat “Tante in Marokko” nog een keer is
gezongen met “hobbel hobbel” en “pief paf” en
Daniël er nog een gitaarsolo uitgooit, mogen alle
kinderen een ijsje komen eten bij de ijscoman.
Grote handen
Jacquelien van der Ploeg en Ernst van Zuilen, de
organisatoren van de familiedag, zijn natuurlijk
niet vergeten dat De Orchideeënhoeve met name
een bloemenparadijs is. Een prima plek voor een
stoomcursus bloemschikken, die ’s middags in
twee groepen (vrouwen, kinderen en hier en daar
een onverschrokken man) wordt gehouden.
Workshopleidster Joke begeleidt de deelnemers in
een langzame stap-voor-stap methode. “Dat lijkt
wat kinderachtig’, geeft ze toe. “Maar het voorkomt
dat het ergens onderweg niet goed gaat en
er later helemaal niets meer van te brouwen valt.”
Want het gevaar loert overal: afbrekende korrels in
de bloem, te veel of te weinig water, verkeerd
gestoken groene varens en verstopte oaseblokjes.
Om nog maar te zwijgen van te grote handen in te
kleine glazen kommetjes. De deelnemers zijn
achteraf dan ook terecht trots op hun creatieve
combinatie van kraaltjes, groene varens, lange
grassprieten, een langstelige paarse orchidee,
een fraaie, lang houdbare cymbidium en wat gipskruid.
Een klein groepje diehards zit dan nog in de zaal
met een laatste kopje koffie, verder maakt iedereen
zich op voor de (soms verre) terugreis. Het is
een mooie dag geweest. Een prachtige roze of
gele orchidee en het lustrumboek voor alle aanwezigen
zal daar nog geruime tijd aan herinneren. ■
speurtocht
spannende poppenkastverhalen
zomer 2011 | TSC Contact
een bloemschikcreatie
TSC Contact | zomer 2011 11
2008
De nieuwe website wordt gelanceerd,
hierop ook een forum
TSC Contact fullcolour
Monique Velzeboer en Tim Noortman zijn de
eerste leden van het Comité van Aanbeveling
TSC expertisecentrum voor kinderen in het
Erasmus MC/Sophia Kinderziekenhuis
2009
Arni Hubbeling, vrijwilliger bij de STSN, krijgt de
Engel Award uitgereikt op de Zeldzame Ziektendag
Diverse filmpjes op de website
Het Comité van Aanbeveling wordt uitgebreid
met prof. dr. G. Blijham.
Huisartsenbrochure over TSC uitgebracht
2010
Nieuwe film: ‘Wij hebben TSC…’ gaat in première
op de Contactdag
De 5e gezinsdag, deze keer in Hilvarenbeek
bij de Beekse Bergen
Kinderarts Gert van der Vlist treedt toe tot het
Comité van Aanbeveling
Het eerste medicijn dat speciaal voor TSC is
ontwikkeld wordt in de VS geregistreerd als
Afinitor (everolimus)
2011
STSN 30 jaar
Gezinsdag wordt familiedag
Hans Ploegmakers Koninklijk onderscheiden
Lustrum boek:
‘Het verhaal van dertig jaar onderzoek naar TSC’
12
30 jaar STSN
Kom naar het 4de TSC Lustrum Symposium!
Ter ere van het zesde lustrum organiseert de STSN
op vrijdag 28 oktober een wetenschappelijk TSCsymposium.
Het is het vierde wetenschappelijke
symposium dat de STSN organiseert en net als in
2006 wordt het gehouden in het UMC Utrecht.
De titel van het symposium luidt: ‘Tubereuze
Sclerose en aanverwante aandoeningen – nieuwe
ontwikkelingen van belang voor de klinische praktijk’.
Het programma is zorgvuldig samengesteld door
prof. dr. Dick Lindhout. Alle inleiders hebben hun
sporen op het gebied van TSC meer dan verdiend en
zijn de laatste jaren nauw betrokken geweest bij
onderzoek naar diagnostiek en behandeling van TSC.
Nieuwe inzichten en ontwikkelingen komen volop
aan bod. Het symposium biedt hierdoor bij uitstek de
gelegenheid om in kort bestek op de hoogte
gebracht te worden wat betreft de laatste stand van
zaken rondom TSC en aanverwante aandoeningen.
Programma 4de TSC Lustrum Symposium
Dagvoorzitter: Prof. dr. Dick Lindhout, hoogleraar Medische Genetica, UMCU.
Misschien denkt u nu: wat heb ik te zoeken op een
wetenschappelijk symposium over TSC? Meer dan
u denkt! Als ervaringsdeskundige kunt u wellicht
de presentaties van de inleiders redelijk volgen.
Daar komt bij dat de komende jaren de betrokkenheid
van patiënten en patiëntenorganisaties bij
onderzoek steeds belangrijker wordt. Het is dan
fijn dat betrokkenen bij TSC op de hoogte zijn van
visie, werkwijze en resultaten van onderzoek en
onderzoekers. En dat onderzoekers kennis maken
en van gedachten kunnen wisselen met betrokkenen.
Het symposium is één van de gelegenheden
hiertoe. Bovendien komt u in de wandelgangen
vertegenwoordigers van de STSN en lotgenoten
tegen, altijd fijn om weer even bij te praten.
De STSN nodigt haar leden van harte uit om bij het
symposium aanwezig te zijn! ■
09.30-10.00 Ontvangst
Kliniek:
10.00-10.10 Tubereuze sclerose bij de mens (prof. dr. D. Lindhout, UMC Utrecht)
10.10-10.30 Tubereuze sclerose bij de muis (prof. dr. Y. Elgersma, Erasmus MC Rotterdam)
10.30-11.00 Tubereuze sclerose en andere migratiestoornissen
(mw. dr. M.C.Y. de Wit, Erasmus MC Rotterdam)
11.00-11.30 Koffiepauze
Genetica:
11.30-12.00 DNA diagnostiek (mw. dr. A.M.W. van den Ouweland, Erasmus MC Rotterdam)
12.00-12.30 Moleculaire machinerie (dr. M. Nellist, Erasmus MC Rotterdam)
12.30-13.30 Lunchpauze
Epilepsie:
13.30-14.00 Anti-epileptica of neurochirurgie? (mw. dr. F.E. Jansen, UMC Utrecht)
14.00-14.30 Neuropathologie van epilepsie (mw. dr. E.M.A. Aronica, AMC Amsterdam)
14.30-15.00 Theepauze
Autisme spectrum:
15.00-15.30 Het visuele systeem bij autisme spectrum stoornissen
(mw. prof. dr. C. Kemner, UMC Utrecht)
15.30-16.00 From 2006 to 2011 - New developments in the neuropsychiatry of TSC
(dr. P.J. de Vries, University of Cambridge)
16.00-16.15 Uitreiking 5de Bourneville Prijs (drs. J.M.B. Ploegmakers, voorzitter STSN)
16.15-17.30 Afsluitende borrel
zomer 2011 | TSC Contact
Op www.stsn.nl is meer informatie geplaatst,
ook praktische informatie over locatie, kosten, aanmelding, enz.
Neem eens een kijkje!
TSC Contact | zomer 2011 13
14
wonen
De volgende stap is op jezelf wonen
Het verhaal van Björn
Björn is bijna 19 jaar en klaar voor de volgende stap in zijn leven. Het huis uit.
Lisa en Björn
Het eerste half jaar na zijn geboorte leek er niets
aan de hand met Björn. Alles ging goed, hij ontwikkelde
zich volgens de normale normen. Na een
half jaar kreeg hij wel last van ”darmkrampen”,
waarvoor we andere voeding moesten gaan proberen,
maar dit had geen effect. Björn kreeg steeds
meer last van die “krampen” of “aanvalletjes” en
zijn ontwikkeling stopte en bleef ook achter.
Nadat we een aantal keer door de arts zonder
resultaat naar huis waren gestuurd, hebben we
zijn “aanvalletjes” op film gezet. Toen de arts de
opnames zag, ging alles in een stroomversnelling.
Björn werd opgenomen op de afdeling Neurologie
van het Leids Universitair Medisch Centrum.
Hij kreeg medicijnen tegen de epilepsie en de
nodige onderzoeken. Na drie maanden van angst
en onzekerheid kwam de diagnose: TSC. Dit was
tekst en foto Els Kop
schrikken want de arts was niet erg positief over
zijn toekomst. De kans dat hij ernstig gehandicapt
zou worden was volgens hem groot.
De ontwikkeling van Björn ging echter weer langzaam
vooruit, door de medicijnen had hij geen
aanvallen meer. Hij had wel krachtverlies in zijn
linkerarm opgelopen, maar met veel fysiotherapie
en doorzettingsvermogen van vooral Björn zelf,
is dit weer goed gekomen.
Björn is op de gewone peuterspeelzaal begonnen,
maar dit ging niet goed, te veel kinderen en niet
genoeg speciale aandacht. Toen hij vier was is hij
dan ook naar een kinderdagcentrum gegaan.
Daar was Björn wel een van de kinderen met een
hoger niveau. Hij kon daar blijven tot zijn zesde
jaar, waarna hij naar een ZMLK-school is gegaan.
In het begin heeft hij het daar erg moeilijk gehad.
Het was allemaal te druk, daar kon hij niet zo
goed tegen. Toen hij door school getest werd,
bleek hij ook een stoornis in het autistisch spectrum
te hebben. Na deze diagnose werd hij hier
voor begeleid en gelukkig ging het daarna beter
op school. Björn heeft tot zijn vijftiende op deze
school gezeten.
Björn is hierna naar de praktijkschool gegaan en
in juni hoopt hij zijn AKA diploma te halen. AKA
betekent Arbeidsmarktgekwalificeerd Assistent.
Nu wil hij heel graag de opleiding facilitair medewerker
gaan doen op het ROC, maar daarvoor
moet hij eerst een werkplek hebben en die is nog
moeilijk te vinden.
Björn heeft vanaf zijn vijfde tot zijn vijftiende geen
medicijnen gebruikt voor zijn epilepsie.
Op zijn vijftiende kreeg hij toch weer aanvallen
en hij is toen gestart met Tegretol. Daar reageert
zomer 2011 | TSC Contact
hij goed op en hij heeft nu geen aanvallen meer.
Björn heeft veel angiomyolipomen in zijn gezicht
gehad. Hiervoor is hij onder behandeling in
Utrecht. Daar laseren ze deze plekken en het
resultaat is heel mooi.
Björn is opgegroeid tot een heel sportieve, gezellige
jongen, die sinds anderhalf jaar ook een heel
lieve vriendin heeft, Lisa. De volgende stap is
wonen op jezelf, het huis uit. Björn en Lisa willen
graag gaan samenwonen. Momenteel zijn we bezig
ons te oriënteren op de woonmogelijkheden.
Björn en Lisa staan bij een aantal stichtingen
ingeschreven. Wij hebben ons aangesloten bij een
groep ouders die ook woonruimte zoekt voor hun
kinderen. Deze kinderen hebben allemaal een licht
verstandelijke beperking en enkelen hebben ook
een vorm van autisme. De opzet is om een woonvorm
te creëren waar de kinderen een eigen appartement
krijgen en waar ook een gezamenlijke
ruimte is om samen te eten e.d..
We zijn nu een stichting aan het oprichten en zijn
nog op zoek naar nieuwe bewoners. De woonvorm
zal gecreëerd worden in de omgeving
Noordwijk/Noordwijkerhout. Als u geïnteresseerd
bent en meer informatie wilt, neem dan contact op
met de redactie. Zij zullen de mail doorsturen
(redactie@stsn.nl). ■
Enthousiaste jongeren gezocht
Stichting Tulpenborgh i.o. is een ouderinitiatief met als doel het voor hun kinderen met
een verstandelijke beperking en/of een stoornis in het autistisch spectrum realiseren van
een woonvoorziening in de Bollenstreek. Er is plaats voor ca. 12 jongeren in de leeftijd
van 17-25 jaar. Op dit moment hebben zich al 7 jongeren aangemeld.
Wij willen voor elke jongere een eigen
appartement (ca. 55 m2) met aparte
slaapkamer, woonruimte met keukenblok en
een aparte douche/wasgelegenheid.
Daarnaast zal er een gezamenlijke ruimte
komen.
Van de jongeren verwachten wij een
redelijke mate van zelfstandigheid en een
vorm van dagbesteding.
Tussen 09.00 en 15.00 uur is er nl. geen
begeleiding in de voorziening aanwezig.
Van de ouders vragen wij de bereidheid om
mee te denken en deel te nemen aan de
voorkomende werkzaamheden en activiteiten.
Gemiddeld komen de ouders 1x per
2 maanden bijeen. Om de jongeren ook met
elkaar kennis te laten maken, organiseren
we regelmatig een leuke activiteit.
Heeft u interesse in ons project en wilt
u zich aanmelden of heeft u nog vragen,
dan kunt u contact opnemen met Els Kop
via redactie@stsn.nl
TSC Contact | zomer 2011 15
16
wonen
Verandering van omgeving heeft haar
goed gedaan
Negen jaar woonervaring met Joyce
De redactie vroeg me een verhaaltje te schrijven over wonen. Een ervaringsverhaal. Dat verzoek kwam al
weer enkele maanden geleden, dus dat kon geen probleem zijn. Maar nu moet het er van komen…..had ik
maar gezegd dat ze me maar moesten interviewen. Dan loop ik meestal wel leeg als het een onderwerp is
dat me ter harte gaat. En dat is het thema wonen voor kinderen als onze dochter Joyce absoluut.
Joyce is inmiddels 30 jaar. Negen jaar geleden was
het moment gekomen dat ze elders ging wonen.
We kozen voor een kleinschalige nieuwe locatie
bestaande uit drie woningen in een nieuwbouwwijk
in Schoonhoven, een goede 20 kilometer van onze
woonplaats Gouda. Daar was wel het een en ander
aan vooraf gegaan. Jaren daarvoor waren we ons al
eens gaan oriënteren om voor onszelf een beeld te
krijgen van wat we nu eigenlijk zelf belangrijk vonden
voor haar. Zoiets als de epilepsiekliniek waar
ze eerder noodgedwongen een jaar verbleef wilden
tekst en foto’s Hans Ploegmakers
Joyce
we in ieder geval niet. Grote slaapzalen, weinig
privacy, weinig eigens….we moesten er niet aan
denken. Het idee van ons was: we willen haar nog
een tijdje thuis bij ons houden, maar laten we ons
vooral wel tijdig gaan oriënteren, zodat we niet op
een gegeven moment, mogelijk met de rug tegen
de muur en hals over kop iets moeten kiezen waar
we eigenlijk niet achter staan. En verder waren er
in die tijd forse wachtlijsten, dus tijdig inschrijven
was ook geen overbodige luxe.
Die eerste oriëntatietocht viel niet echt mee.
zomer 2011 | TSC Contact
Best confronterend. We vroegen ons af of Joyce
wel thuis hoorde in van die instellingen. Wel
wisten we steeds beter te formuleren wat we níet
wilden…. Van inschrijven kwam nog niets. We
waren er duidelijk nog niet aan toe. En we hoopten
dat de omstandigheden ons nog even niet zouden
dwingen om er echt werk van te gaan maken. Dat
duurde inderdaad nog een paar jaren. We kregen
steeds meer problemen met haar zogenaamd
moeilijk verstaanbaar gedrag om te gaan. En na de
gezamenlijke weekenden thuis waren we blij dat
we weer aan het werk konden. Het werd steeds
lastiger om op het noodzakelijke energieniveau te
blijven en we kwamen langzamerhand tot de
erkenning dat dat zo niet alsmaar door kon gaan.
Er ging een knop om bij ons.
We wilden het nog niet echt erkennen, maar kwamen
wel in actie. We maakten een afspraak met
een maatschappelijk werker van MEE om met hem
een en ander op een rijtje te zetten. Zo kregen we
ook zicht op de wachtlijsten, theoretische mogelijkheden,
ontwikkelingen in de zorg, nieuwbouwplannen
in de regio enz. En we maakten een plan
om onze oriëntatiebezoeken weer te hervatten.
Dat was best intensief: iets minder confronterend
dan de eerste ronde (we waren al wat gewend),
maar het was er nu wel opgericht echt iets te vinden.
We voerden gesprekken, werden rondgeleid,
verwerkten onze eerste indrukken. Deze zijn erg
belangrijk: het eerste gevoel van ‘dit is het niet’
werd soms nog wel wat genuanceerder, maar leidde
nooit tot enthousiasme. Gelukkig waren er ook
plekken waarvan we dachten ‘dat is misschien nog
niet zo gek’. Maar zoals gezegd, het waren theoretische
mogelijkheden. Er vielen in de tijd wat
opties af, waarbij enkele forse tegenvallers. Een
nieuwbouwproject met grote kans op toewijzing
werd in de tijd achterhaald door een fusie van
twee grote zorgaanbieders, waardoor onze kansen
als nieuwkomer/buitenstaander tot nul gereduceerd
werden. En dat terwijl we de vorderingen van
de nieuwbouw op de voet volgden…. dat zou de
woning voor Joyce worden… Ook voor een vacante
plek in de groep waar Joyce al een tijdje deeltijd
woonde (een paar weekends/midweeks per maand
in goed overleg met enkele andere ouders) bleek
Joyce ineens niet in aanmerking te komen. Ze was
te bewerkelijk, hoewel het tot dan toe uit de terugkoppeling
altijd zo goed leek te gaan. Bij ons ontstond
steeds sterker het beeld dat we moesten
leuren met ons kind. En dat is een knap vervelend
gevoel! Waar zijn die zorgverleners ook al weer
voor?! Ook maakten we mee dat we werden uitgenodigd
voor een gesprek met behalve wij twee een
tiental ‘zorgverleners’. Niet echt fraai, maar
goed… zo bang zijn we niet uitgevallen. Het
gesprek verliep echter zodanig chaotisch en vervelend
dat we besloten demonstratief op te stappen,
omdat het duidelijk was dat er verschillen van
mening en botsende belangen over de rug van ons
werden uitgevochten in dat gesprek. Ontzettend
gênant. Inmiddels stonden we dan toch behoorlijk
met de rug tegen de muur, maar zo’n start is
haast kansloos. Het kan me nog opwinden merk ik
na bijna 10 jaar.
Uiteindelijk zijn we na intensieve gesprekken met
de zorgverlener toch tot een oplossing gekomen.
De samenstelling van de groep (van zes) bewoners,
de fysieke omgeving en de kennismakingsgesprekken
met het begeleidingsteam speelden hierbij
een belangrijke rol. Na twee proefweekenden
werd het negen jaar geleden definitief. We spraken
af dat Joyce elke zondag bij ons thuis zou zijn en
dat ze op woensdagavond thuis zou mee eten. Wij
haalden en brachten haar dan zelf, zodat we vaak
genoeg op de woning zouden zijn om ook met alle
verschillende begeleiders ter plekke contact te
kunnen houden. Het kamertje van Joyce richtten
we mooi in en met het locatiehoofd werd de hele
woning op veiligheid getoetst en waar nodig nog
wat aangepast. Joyce past zich tot onze grote
vreugde goed aan en heeft snel haar plekje gevonden.
Al met al zijn we blij met onze keuze.
In de daaropvolgende twee jaar is er veel verloop
bij het personeel en ook komen er twee nieuwe
bewoners. Veel onduidelijkheid voor Joyce. Voor
het eerst gaat ze met haar hoofd bonken tegen
ramen en deuren en ook gaat ze slecht warm eten.
Ruim twee jaar na de start gaat haar gedrag meer
problemen opleveren. Ze reageert sterk op de
geluiden van medebewoners en begint erger te
bonken. De derde bewonerswisseling is erg ingrijpend
voor Joyce: het is duidelijk te zien dat het
gedaan is met haar rust en veiligheid. Regelmatig
komt er nog een extra (deeltijd)bewoner. Het
wordt haar duidelijk allemaal teveel. Ook In
medisch opzicht een slecht jaar voor Joyce: o.a.
een hersenschudding door een epilepsieaanval,
een nierembolisatie met complicaties en een
dubbele longontsteking.
Eind 2005 wordt besloten het CCE, resp. het TSC
Expertiseteam voor gedrag in te schakelen.
TSC Contact | zomer 2011 17
Iedereen is zich weer eens bewuster van wat Joyce
in feite vraagt zonder dat ze dat zelf kan aangeven,
behalve met gedrag. Aan de hand van de rapportage
wordt een werkplan afgesproken. Heel
praktische zaken als elementen voor het ondersteuningsplan,
een inwerk map voor nieuwe medewerkers,
een bijgesteld dagprogramma, enz. Een
van de blijvende resultaten is dat we voortaan om
de zes á acht weken een casusteambespreking
houden met in ieder geval de persoonlijk begeleiders
van wonen en dagopvang, zo nodig de locatiehoofden,
de orthopedagoog en wij als ouders.
We bespreken daar systematisch hoe het gaat,
nemen de rapportages op hoofdlijnen door, leren
van elkaars ervaringen en stemmen acties en ideeën
af. Een à anderhalf uur per keer blijkt een heel
goede investering, het geeft energie en Joyce is
gebaat bij de consistentie die er het resultaat van
is.
Als ik weer even afstand neem van de details, dan
kan ik zeggen dat wij nog steeds veel energie
stoppen in Joyce. In negatieve termen kun je zeggen
dat er altijd wel wat met haar is en dat er ook
vaak dingen anders gedaan worden dan je zou wil-
18
Manege ‘De Hoekse Gang’: woon- en werklocatie in Bergambacht
len. Het kan soms lastig zijn om steeds maar weer
op te komen voor je kind, zonder daar op aangekeken
te worden. Anderen zeggen gelukkig dat wij
zeer betrokken ouders zijn (‘kritisch, maar reëel’).
En natuurlijk blijven wij ervoor gaan. De hierboven
genoemde casusbesprekingen helpen hierbij
enorm.
We pakken de draad weer even op. De interventies
van het Expertiseteam droegen absoluut bij aan de
dingen die goed gingen. Maar de ontwikkelingen
gingen natuurlijk gewoon door: de vele personele
wisselingen, de veranderende samenstelling van
de groep bewoners, en ook de behoeften van
Joyce. Joyce ging naar kinderen grijpen om haar
ongenoegen te tonen, leek steeds slechter tegen
allerlei geluid te kunnen (aspect van haar autisme),
rolstoelen stonden haar als enige ‘loper’ regelmatig
in de weg en ze had het er vaak niet meer naar
haar zin. Pas als zij ’s avonds de ruimte kreeg,
zodra haar medebewoners successievelijk allemaal
naar bed waren gebracht, bloeide ze op en genoot
ze. Toen wij op een gegeven moment (begin 2010)
de suggestie kregen om eens naar alternatieven te
kijken, was dat voor ons geen leuk bericht. Joyce
zomer 2011 | TSC Contact
moest blijkbaar weer wijken. Dat dit samenviel met
ingrijpende bezuinigingen en op een moment dat
wij andere dingen aan ons hoofd hadden, speelde
ook sterk mee. We hadden toen net gehoord dat
embolisatie van haar nieren geen optie meer was
en dat we moesten overwegen sirolimus als medicatie
te gaan toedienen.
Pas enkele maanden later zagen we ook de kansen
en zijn ons toen weer gaan oriënteren op een
alternatief, een nieuwe locatie die in voorbereiding
was. Het bleek een prachtig verbouwde boerderij
te zijn met ruime appartementen en met een
manege erbij, de Hoekse Gang in Bergambacht
(wat dichter bij Gouda ook nog).
Ik citeer van de website: Manege De Hoekse Gang
is een woon- en werklocatie in Bergambacht.
Cliënten van de Gemiva-SVG Groep onderhouden
samen met begeleiders het terrein en de stallen
van de manege. Ze verzorgen de paarden, beheren
de kantine en houden het terrein van de manege
op orde. In de woonboerderij zijn zestien appartementen
verdeeld over twee verdiepingen. Op de
begane grond is plaats voor cliënten met een
intensieve zorgvraag. Naast een verstandelijke
handicap hebben zij gedragsproblemen. Op de
eerste verdieping zijn appartementen voor mensen
met een lichte verstandelijke handicap.
Om een lang verhaal kort te maken, in september
jl. verhuisde Joyce naar een ruim appartement met
zit- en slaapkamer en eigen sanitair. Ze woont
daar nu ruim een half jaar en de extra fysieke
ruimte heeft haar blijkbaar ook in andere opzichten
meer ruimte gegeven. Ze kan er veel meer
haar eigen gang gaan, kan zich terugtrekken als
ze daar behoefte aan heeft, zit veel beter in haar
vel, ze geniet weer. Verandering van omgeving
heeft haar goed gedaan. De zes bewoners van de
benedenwoning hebben allemaal zo hun specifieke
gedragsproblematiek, maar ze lijken het allemaal
naar de zin te hebben. Ook dankzij de begeleiders
die voor deze locatie uitgezocht zijn omdat ze dat
bijzondere gedrag niet primair als een probleem
zien, maar als een uitdagende kant van hun leuke
werk. Geen protocolleninstelling ook, maar goed
kijken wat er gebeurt en daar maatwerk op toepassen.
Het zal duidelijk zijn: we zijn tevreden met
onze keuze om toch die verandering aan te gaan.
Recent kregen we een enquête voorgelegd
‘Ervaringen met de zorg in een woonvorm’ van het
ITS, een onderzoeksinstituut van de Radboud
Universiteit Nijmegen. Leuk om te kijken welke
aspecten zij nu meten om uitspraken te kunnen
doen over de klanttevredenheid. Want dat kunnen
ook de elementen zijn waar je van tevoren zicht op
moet zien te krijgen bij de keuze van een woonplek
of waar je afspraken over moet zien te
maken. Na eerst wat achtergronden te hebben
gevraagd over de kenmerken van de cliënt, volgden
er vragen over de woning (privacy, aanpassingen,
bergruimte, ruimte voor bezoek, mogelijkheid
om het zelf in te richten, voelt de cliënt zich er op
zijn gemak); over het zelf kunnen kiezen (taken,
bedtijd); gezondheidsaspecten (hulp bij ziekte,
hulpmiddelen, beweging, persoonlijke verzorging);
sociale relaties (medebewoners, familie, vrienden,
ongewenst gedrag); activiteiten (genoeg te doen,
nieuwe dingen leren, activiteiten in de buurt, uitjes);
zorgafspraken (ondersteuningsplan); informatievoorziening
(communicatie met ouders, ontwikkelingen
op de woning, klachten, cliëntenvertegenwoordiging);
begeleiders (houding, serieus nemen,
aandacht, tijd, wensen, afspraken, omgaan met
angst, uitleg); samenhang in de zorg (bijv. tussen
wonen en dagbesteding, medische afspraken).
Heerlijk om op zo’n vragenlijst hoog te kunnen
scoren.
Nog even terug naar ons zelf. Laatst las ik een
tijdschriftartikel een interview met dichter
Jan Harmens over het leven met een autistisch
kind. Ik citeer: ‘Typerend is dat niet alleen kinderen
met autisme doorgaans een afkeer hebben van
veranderingen, maar ook hun ouders. Mijn vrouw
en ik zien er erg tegenop dat hij op zeker moment
uit zijn vertrouwde cocon op school zal moeten
overstappen naar een geheel nieuwe omgeving,
met nieuwe geluiden, een andere lichtval, andere
geuren en natuurlijk een andere lesmethode.’
Hoe herkenbaar. Wij hebben erg opgezien tegen
de eerste uithuisplaatsing en afgelopen jaar
opnieuw tegen de nieuwe verhuizing. Joyce deed
ons versteld staan…ze paste zich snel aan aan de
grote veranderingen en daardoor wij dus ook.
Sterker nog, de verandering heeft haar goed
gedaan! ■
TSC Contact | zomer 2011 19
20
wonen
Wat heerlijk om even alles los te laten,
om even van de zware zorg af te zijn
Toen wij 3 jaar geleden hoorden dat wij een kindje met TSC hebben, bleek heel toevallig het dochtertje van
de vriendin van een collega in Amsterdam ook TSC te hebben. Wij raakten hierover in gesprek en hij gaf mij
een belangrijke tip die ik goed onthouden heb. “Laat je niet gek maken door wat anderen over de opvoeding
zeggen, want jij weet alleen wat het beste voor jouw kind met TSC is. Ze zien er vaak normaal uit, maar in
gedrag zijn ze het niet. De opvoeding is zwaar en maak t.z.t. gebruik van een logeermogelijkheid om zelf
even op adem te komen en je aandacht te richten op het gezonde deel van je gezin”. Nooit gedacht dat wij
dat laatste zo snel in de praktijk zouden brengen.
Toen Jochem nog maar 3 jaar oud was en erg moeilijk
gedrag liet zien, we nog druk bezig waren met
het ketogeen-dieet en daarbij mijn werk ook niet
meehielp, had ik echt behoefte om even van de
zware zorg voor Jochem af te zijn. Bijna alle vakantiedagen
waren opgegaan aan ziekenhuisopnames.
Ik zag het eigenlijk even niet meer zitten en dat
gebeurt mij niet zo snel. De goede raad van mijn
collega kwam weer boven, maar ik had nooit
gedacht daar nu al gebruik van te maken. Jochem
tekst en foto’s Yasmara Olyslag
Jochem wordt weer opgehaald
was nog maar zo jong. Toch heb ik via het CIZ een
indicatie (verblijf tijdelijk) aangevraagd, zodat hij
mocht logeren. Deze werd na ruim 6 weken wachten
afgegeven, maar helaas bleek die niet voldoende
te zijn voor het kinderhospice dat wij hadden
gekozen voor Jochem. De hele aanvraagprocedure
moest opnieuw met de juiste stempels en zorgvraag
van het hospice (persoonlijke verzorging en verpleging).
Gelukkig werd de aanvraag na weer 6 weken
wachten nu wel goed gekeurd. Onze kleine man
zomer 2011 | TSC Contact
Respijtzorg in het kinderhospice
Voor chronisch zieke kinderen zijn er o.a. logeermogelijkheden bij kinderhospices,
logeerboerderijen, gastgezinnen en bij gezinsvervangende tehuizen. Een kinderhospice/logeerboerderij
is een huis waar ernstig en/of chronisch zieke kinderen
van 0 tot 19 jaar kunnen logeren. Een kinderhospice/logeerboerderij heeft als doel
24 uur per dag hoogwaardige verpleegkundige zorg te bieden, waarbij samenwerking
met kinderartsen, huisartsen en (para-)medische disciplines voorop staat.
Er is ruim aandacht voor het pedagogische aspect. Ouders en/of andere gezinsleden kunnen eventueel
ook blijven logeren. Afhankelijk van de zorgbehoefte kan een verblijf variëren van enkele dagen tot
enkele maanden.
Een kind kan komen logeren in een kinderhospice/logeerboerderij wanneer:
■ Een kind niet langer in het ziekenhuis hoeft te blijven, maar (nog) niet naar huis kan, omdat er thuis
nog niet voldoende voorzieningen zijn.
■ De verzorging voor de ouders en andere gezinsleden thuis erg zwaar is en zij het nodig hebben om
even afstand te nemen van de zorg of ter voorkoming van overbelasting van het gezin (respijtzorg).
In overleg met de ouders wordt gekeken hoe lang deze zorg nodig is.
■ Daar psychische of sociale redenen voor zijn, acute opvang behoort tot de mogelijkheden.
■ Begeleiding nodig is van veranderende medicatie of behandeling, instructie aan ouders behoort tot
de mogelijkheden.
■ Een kind dagdelen zorg nodig heeft.
■ De zorg voor een terminaal ziek kind technisch niet uitvoerbaar is in de thuissituatie
zou uit logeren gaan. We hebben een aantal logeermogelijkheden
gebeld en bezocht, maar onze voorkeur
ging uit naar een kinderhospice. Hospice betekent
herberg en is niet alleen bedoeld voor stervensbegeleiding.
Kinderhospices zitten verspreid
over het land, zie www.kinderhospice.nl. Bij ons in
de buurt kon Jochem ook wel naar een logeerhuis,
maar daar kon hij alleen maar een vast weekend in
de maand en/of in de schoolvakanties of doordeweeks
na schooltijd terecht. Wij wilden graag meer
flexibiliteit en dat biedt het kinderhospice 365
dagen per jaar. Jochem is er nu al een aantal weekenden
geweest en zelfs een lange vakantie van 11
dagen. Jochem maakt daar ook gebruik van een
aangepast bed, net zoals thuis. Natuurlijk moest
Jochem wennen. De eerste paar weekenden krijste
hij veel en wisten de verpleegkundigen niet zo goed
wat ze met het gedrag van Jochem aan moesten.
Maar toen Jochem er 11 dagen was en hij lekker
veel naar buiten kon, heeft hij het in zijn systeem
opgeslagen en geniet hij als hij er is. Ze hebben
Jochem nu echt leren kennen en van hem genoten.
Jochem wordt er goed verzorgd, op de manier zoals
wij het thuis ook doen. Ze houden een boekje bij
waarin ze schrijven wat hij heeft meegemaakt en
plakken er foto’s bij, zodat je een goed beeld hebt
van wat Jochem heeft gedaan. Jochem heeft geen
notie van de andere kinderen, maar geniet wel van
het schommelen, meerijden op de skelter, wandelen
naar de paarden e.d. Hij voelt zich er nu helemaal
thuis en dat geeft ons een prettig gevoel en we
laten hem er met een gerust hart achter. Als wij
hem ophalen, krijgen we geen blijde of boze reactie.
Hij heeft niet echt in de gaten dat hij een paar
dagen uit logeren is geweest. Dit maakt het voor
ons een stuk makkelijker, maar we hadden natuurlijk
liever gezien dat hij ons in de armen vliegt.
Maar het is heerlijk om voor Jochem een goede
oppas te hebben als je bijv. een feest hebt, een
weekendje weg boekt of gewoon even uit de zorg
wil zijn. Zijn broer Sebastiaan geniet dan erg van de
aandacht en wij van het even loslaten van de zorg
voor Jochem. Het eerste weekend dat Jochem uit
logeren ging, gingen we zwemmen, naar de bioscoop
en daarna uit eten met Sebastiaan. Dit hadden
we nog nooit met z’n drietjes gedaan. Meestal
TSC Contact | zomer 2011 21
splitsen we het gezin op in 2x2. Het was heerlijk,
maar Sebastiaan gaf wel bij het eten aan dat hij
Jochem erg miste. Natuurlijk missen wij hem ook en
22
kinderhospice ‘De Glind’
[advertentie]
we praten dan veel over hem (doen zijn geluidjes na
en zijn grappige bewegingen). Toen wij in april 10
dagen naar Fuerteventura gingen, was dat ook echt
een grote stap, maar wat heerlijk om even alles los
te laten. Ik had het vooral moeilijk met de heen- en
terugvlucht. Dan zie je ouders met hun baby/dreumes
op schoot knuffelen en die doen exact als
Jochem (spelen met handjes, da-da zeggen),
ondanks dat hij 4 jaar is. Dan word je wel heel erg
geconfronteerd met zijn afwezigheid, maar ook zijn
ontwikkelingsachterstand. Tijdens de vakantie zelf
ben je meer afgeleid. Ik heb geprobeerd minder aan
Jochem te denken en te genieten. En als we willen
weten hoe het met Jochem gaat, dan bellen we even
naar het kinderhospice. We horen dan dat Jochem
zich prima vermaakt heeft en dan weten we dat het
zo goed is. Wat een luxe! ■
zomer 2011 | TSC Contact
Zou jij je aan de lezers willen voorstellen?
Mijn naam is Jeremy Duvekot, getrouwd met Ellen,
vader van 3 kinderen: Pleun van bijna 2 jaar (TSC) en
Saar en Cas een tweeling van nu 3 maanden oud. We
wonen met onze dieren (3 honden 3 paarden en 3
katten) in Vortum Mullem, een klein dorp in de
gemeente Boxmeer. Van oorsprong ben ik een geboren
Groninger maar na mijn studie ben ik in het
Brabantse Boxmeer terecht gekomen alwaar ik ook
mijn vrouw heb leren kennen. We wonen nu in het
huis waar mijn vrouw, en ook nu bijna 2 jaar geleden,
onze Pleun is geboren.
Kun je jezelf in vier woorden omschrijven?
Nauwkeurig, geduldig, handig, buitenmens.
Wat is je relatie met de STSN?
Ik ben met de STSN in aanraking gekomen toen
onze Pleun in februari 2010 de diagnose TSC kreeg.
Via de stichting (vooral in gesprekken met lotgenoten
en speciaal in deze, Gerdie) hebben wij veel
steun gehad in het verwerken van de diagnose. Met
mijn academische achtergrond was ik vooral erop
gebrand om zoveel mogelijk relevante informatie te
vinden over TSC, de oorzaken, de gevolgen voor
Pleun en voor ons als ouders. De informatie van de
stichting op de internetsite was voor mij ook van
waarde om te beseffen wat TSC inhoudt. De informatie
en laatste kennis over behandelingsmogelijkheden
die onder andere in het Contactblad staan geven
mij het gevoel dat ik hierin ook up-to-date blijf.
Werk je ook en hoe geef je daar invulling aan?
Ik werk als praktiserend dierenarts in een 6-manspraktijk
in Boxmeer. Ik heb mij vooral toegelegd op
de diergeneeskunde van gezelschapsdieren en
paarden.
Heb je nog tijd voor hobby's?
Als buitenmens kan ik genieten van het werken en
trainen met onze honden (jachthonden). Ook fotografeer
ik graag. Gezien het feit dat we in een boerderijtje
in het buitengebied wonen is er in en rondom
het huis genoeg te doen. Heel af en toe, kruip ik
nog wel eens op een paard om een stukje te rijden.
Hoe breng je het liefst de vakantie door?
Met mijn vrouw hebben we voordat de kinderen
geboren waren vaak de vakanties ver weg doorgebracht
onder andere in Vietnam en Kenia, maar ook
met de honden naar Frankrijk, lopen door het heu-
STSN-er in beeld
Pleun en papa op Jordan
vellandschap was heerlijk. Na de geboorte van onze
Pleun zijn de vakanties er wat bij ingeschoten, het
regelmatige ziekenhuisbezoek snoepte de nodige
dagen op. Als over een paar jaar de kinderen wat
groter zijn, zullen de vakanties weer wat meer in
beeld komen. Kamperen en lekker wandelen geniet
dan de voorkeur boven luieren aan het strand.
Wat was de aanleiding dat je je als vrijwilliger
aanmeldde bij de STSN?
Op dit moment ben ik nog geen vrijwilliger voor de
stichting, echter als de hectiek binnen het gezin wat
minder wordt, zou het er wel van kunnen komen.
Hoe denk je over de STSN?
De STSN is voor mij een goede ondersteuning in het
omgaan met de vragen en problemen die je tegenkomt
als ouder van een kind met TSC. Het contact
met lotgenoten kan je sterken en het is prettig om
te weten dat je niet altijd het wiel zelf hoeft uit te
vinden. Ook vind ik het belangrijk dat er een centraal
orgaan is dat de wetenschappelijke ontwikkelingen
rondom TSC en gerelateerde problematiek volgt
en beschikbaar maakt voor lotgenoten.
Wie zou je graag als volgende persoon willen
aanmelden voor deze rubriek en waarom?
Op de laatste Contactdag werd de nieuwe DVD, ‘Wij
hebben TSC…” gelanceerd. Ik denk dat een ieder die
in de zaal de film bekeek geroerd werd door de
manier waarop heel herkenbaar een beeld van TSC
werd geschetst. De wijze waarop Jurjen Tak over zijn
zoon Kester sprak en de manier waarop hij omging
met zijn zoon hebben op mij veel indruk gemaakt.
Daarom zou ik hem willen vragen om als volgende
persoon deze rubriek te vullen. ■
TSC Contact | zomer 2011 23
Lara
Geschreven door Sandra Visch, getrouwd met
Marlon en mama van Lara (5,5 jaar) en Tessa
(2 jaar). Lara heeft TSC.
tekst en foto Sandra Visch
Frustraties
Het is nog niet zeker, maar het ziet ernaar uit dat
Lara niet kan blijven op het speciaal basisonderwijs.
Eind januari kregen we van de juf te horen dat Lara
te weinig vooruit gaat, te veel 1-op-1 aandacht nodig
heeft en zich te kort of niet kan concentreren. Ze zit
daar pas op school sinds augustus 2010, dus we
vonden dit een erg snelle conclusie. De juf gaf wel
aan dat er voor de zomervakantie nog een beoordeling
komt, maar ze verwacht niet echt verbetering.
Alhoewel de mededeling erg rauw op ons dak viel,
was het ook niet helemaal onverwacht. Toch hebben
we de hoop dat ze in ieder geval nog een jaar op ‘De
Regenboog’ kan blijven. Ze heeft het erg naar haar
zin op school en ze praat vrolijk over de kinderen in
haar klas. Lara is de jongste in haar klas (groep A)
met 13 kinderen; een paar kinderen zijn 6 en de rest
is al 7. Ook vertelt ze vaak enthousiast over de dingen
die ze op school gedaan heeft. Bij doorvragen
komt er dan vaak uit dat ze dingen “wel moeilijk”
vond en dat het niet helemaal goed gegaan was,
bijv. met gym of knutselen, “maar dat is niet erg
hoor” zegt ze dan zelf. Maar soms kijkt ze er wel
24
column
Lara, het regenboogmeisje
verdrietig bij. Ik probeer vaak aan te geven dat iedereen
wel ergens goed in is. De een is goed in tekenen
of klimmen en een ander in zingen.
Lara krijgt door dat er dingen zijn die ze niet kan. Ze
wordt zich meer bewust van deze verschillen en wil
eigenlijk hetzelfde kunnen/doen. Als haar vriendinnetje
een mooie zon of een hartje tekent, wil ze dat
namaken maar dat lukt haar niet. En daar kan ze
heel boos om worden. Of als haar vriendin sneller
fietst of op het dak van een speeltoestel klimt, wat
Lara absoluut niet kan. Dat levert een hoop frustratie,
boosheid en verdriet op. Maar op een ander
moment benoemt ze zelf dat sommige kinderen iets
wel kunnen en andere kinderen niet. Daarin is ze
duidelijk gegroeid! En juist deze groei die ik bij haar
zie qua begrip en de dingen die ze vertelt, geven mij
de indruk dat ze enorm vooruit gaat. Ze begint ook
wat meer interesse voor letters te krijgen. En ze
begint te tekenen. Het is niet meer alleen krassen,
maar er komt meer vorm in. Zo maakt ze op haar
manier een regenboog en iets wat op een gezichtje
moet lijken, soms een soort bloem, en een spin met
heel veel pootjes. Ze is vooral gek op regenbogen en
zet dus op iedere tekening of kleurplaat een paar
gekleurde streepjes. Ik vind het allemaal prachtig!
Een van de punten die niet vooruit lijkt te gaan is tellen.
Wij weten dat Lara eigenlijk wel dingen kan tellen,
bijv. 5 blokjes, maar het gaat meestal mis. En
dat komt duidelijk door een gebrek aan concentratie.
Ze let niet op terwijl ze telt. Het lijkt zo simpel:
‘gewoon even opletten/luisteren’ of ‘gewoon even
doen wat er gevraagd wordt’. Maar blijkbaar is iets
wat voor gezonde mensen heel gewoon lijkt, voor
Lara een onmogelijke opgave. Soms maken we de
vergissing om te denken dat het een keuze is en dat
ze niet wil luisteren of niet genoeg haar best doet.
Hier hebben wij nog een weg in te gaan: accepteren
dat ze er niets aan kan doen en ook dat het misschien
niet beter gaat worden. Haar concentratiestoornis
maakt het voor haar moeilijk om iets te
kunnen leren op school. En als mede door dit
‘gebrek’ het speciaal basisonderwijs te hoog gegrepen
is, dan zullen we de procedure in moeten gaan
voor speciaal (ZMLK) onderwijs. Maar nu wil ik graag
nog even een beetje hoop houden dat er voldoende
vooruitgang is. Deze week zei Lara: “Ik hou van
regenbogen, ik ben een regenboogmeisje”. Het zou
zo fijn zijn als ons regenboogmeisje op haar
Regenboogschool kan blijven! ■
zomer 2011 | TSC Contact
lotgenotencontact
“We leven mee met de heftige verhalen en
zijn oprecht blij als het goed gaat”
Mijn Impressie van de Contactdag “Ouders met jonge kinderen”
Op zaterdag 9 april was een bijeenkomst voor ouders van kinderen met TSC tussen 0 en 12 jaar. In Parc
Spelderholt in Beekbergen, bekend van de contactdagen, kwamen ruim 25 ouders bij elkaar om ervaringen
uit te wisselen. De middag werd begeleid door Corinne Kijl, Jacquelien van der Ploeg, Els Leusink en Arni
Hubbeling.
Toen de uitnodiging kwam voor de contactdag
voor ouders met jonge kinderen met TSC twijfelde
ik erg of ik er wel heen moest gaan. Het thema:
het doorbreken en herkennen van patronen in het
gedrag, was zeker interessant, maar het gedrag
van onze 6-jarige dochter Elise is redelijk goed te
sturen. Het ontspoort niet vaak meer. Daarnaast
moest ik natuurlijk ook weer oppas regelen voor
Elise en haar broer Daniël. Mijn man Mark haalde
mij over om toch te gaan. En hij heeft zeker een
vooruitziende blik, want tijdens deze middag
kreeg ik het gevoel: “ik ben blij dat ik er ben”. Het
voorstelrondje maakt nog eens goed duidelijk dat
we allemaal in hetzelfde schuitje zitten. Het geeft
echt een saamhorigheidsgevoel. We leven mee met
de heftige verhalen en zijn oprecht blij als het
goed gaat. Na het voorstelrondje kreeg orthopedagoog
Jurjen Tak het woord. Hij gaf zijn visie op de
gedragspatronen van een kind met TSC. Dit was
dankzij zijn eigen ervaring, hij heeft een zoon die
ook TSC heeft, een zeer herkenbare lezing.
Meermalen klonken de lachsalvo’s door de zaal.
tekst Esther Schwagermann foto Jacquelien van der Ploeg
Het inzichtelijk maken van de voor- en nadelen
voor een kind om in patronen te handelen en
welke voor- en nadelen dit heeft voor ons als
ouders, werkte zeer verhelderend. Het was zo
inspirerend dat wij er voor kozen om na de pauze
niet in groepjes te gaan praten, maar Jurjen de
gelegenheid te geven om zijn lezing af te maken.
Ik denk dat uiteindelijk iedereen wat heeft gehad
aan deze middag. Sommige ouders hebben een
zetje gekregen in de goede richting en anderen
kregen de bevestiging dat ze op de goede weg
zijn. Voor ons was het verhaal van de prikkelverwerking
heel belangrijk. Het herkennen van vroegtijdige
‘ontsporingen’ is goed, want zo wordt de
kans kleiner dat het gaspedaal helemaal wordt
ingedrukt en we een stuiterend kind krijgen. Iets
wat ik, door mijn medische achtergrond, al deed,
maar wat mijn man nu beter begrijpt. Tenslotte
moeten we ook vertrouwen in ons kind houden,
want Elise is zeker in staat om zelf de hoeveelheid
aan prikkels te reguleren, wij moeten er alleen
voor zorgen dat ze zich niet bezeert. ■
TSC Contact | zomer 2011 25
LBO contactdag – steeds meer contact
De LBO contactdag was dit jaar in Partycentrum De Veluwehal in Barneveld. We waren de tel kwijt, maar
deze contactdag was alweer voor de 11e keer (met dank aan Gert-Jan voor het opzoeken!). Er waren elf deel-
nemers aanwezig. In de loop van de jaren is de groep gegroeid en zijn er ook door het jaar heen steeds
meer onderlinge contacten. Dat is geweldig om te horen. De mogelijkheden van de mobiele telefoon en inter-
net vergemakkelijken het contact enorm. Er worden veel sms’jes verstuurd en ook het chatten is ontdekt. We
hebben daarom aan het begin van de ochtend gelijk de adreslijst bijgewerkt met mobiele nummers en e-
mailadressen. Maar toch worden ook nog kerstkaarten verzonden en bezoekjes bij elkaar afgelegd.
Omdat de STSN dit jaar 30 jaar bestaat, stond het
gebak al voor ons klaar. Daarna wisselden we uit
wat het afgelopen jaar voor ieder belangrijk was.
Het ging over gezondheid, werk, wonen en contacten
met anderen. Bij vrijwel iedereen is de medische
behandeling een blijvende zorg. De een had
net een ziekenhuisopname achter de rug, een
ander staat op de wachtlijst voor een ingreep.
Medicatie, zoals Rapamycine of het experimentele
Everolimus, maakt steeds vaker deel uit van de
behandeling van TSC. De effecten en eventuele bijwerkingen
worden goed gevolgd.
Op werkgebied waren successen te melden: minder
uren nodig hebben van de jobcoach omdat het
goed gaat; een nieuwe taak om collega’s uit de
put te helpen als die gespannen zijn, en dat gaat
fantastisch. Contacten met anderen zijn belangrijk,
maar niet altijd makkelijk. Een van de deelnemers
26
lotgenotencontact
tekst Edda Kammenga foto’s Cora Moret
had een artikel meegenomen over gedrag en TSC.
Zij herkende zich er helemaal in: mensen met TSC
denken soms anders dan anderen, zijn gevoelig,
en niet iedereen snapt hoe dat werkt. En er is dit
jaar een heel bijzonder contact ontstaan, want
twee van de aanwezigen hebben een relatie met
elkaar gekregen. Hij: “Ik ben een gelukkig mens”.
Na deze uitwisseling volgden een goed gedekte
koffietafel en een wandelingetje door Barneveld
kippenstad. Het middaggesprek ging over zelfstandigheid
en de doelen die iedereen heeft om eventueel
nog zelfredzamer te worden. Hoe krijg je
meer zelfvertrouwen als je je onzeker voelt? Ik wil
leren meer zelfstandig te doen, b.v. artsenbezoek,
maar hoe ga ik dan om met mijn ouders die
bezorgd zijn? Ik wil dat mensen minder voor me
invullen. Ik wil misschien op mezelf gaan wonen
(maar het is ook wel makkelijk thuis). Ik doe bijna
zomer 2011 | TSC Contact
alles alleen, maar ik heb hulp nodig, daar wil ik
mee aan de slag.
Een tip was: Gewoon durven en doen, en dan gaat
het misschien maar eens fout, daar leer je van. Een
andere tip is om een cursus te volgen om je zekerder
te voelen. Of een gesprek aangaan met je
ouders, familie of begeleiders om te bespreken
hoe je stapje voor stapje aan je doel kunt werken.
Voor jezelf is het misschien moeilijk om nieuwe
dingen te doen, maar voor ouders is het ook moeilijk
om los te laten en je fouten te laten maken
(net als bij ‘gezonde’ kinderen).
Lotgenotenagenda
Zaterdag 10 september 2011: MBO/HBO dag STSN 2011
Datum is verzet naar 10 september, vanwege te weinig aanmeldingen.
In het lentenummer stond het onderwerp van deze dag niet juist vermeld. Het juiste onderwerp staat hieronder
vermeld.
Waar Dronten. Het adres staat in de persoonlijke uitnodiging.
Tijd van 10.00 - 16.15 uur.
Onderwerp Kwaliteiten en de mooie dingen in het leven
Aanmelden via email lotgenotencontact@stsn.nl onder vermelding van
MBO/HBO dag 2011 en met vermelding van je telefoonnummer.
Telefonisch via het Belteam STSN 0900-0400022
Het belteam is te bereiken op maandagen van 20.00 – 22.00 uur
De mensen van de vaste groep krijgen per e-mail een uitnodiging.
Programma
10.00 uur Inloop en koffie
10.30 uur Voorstellen en bijpraten
11.15 uur Gesprekken n.a.v. het thema
12.30 uur Lunch
13.30 uur Wandeling
14.30 uur 2e ronde
15.30 uur Napraten, terugblik
16.15 uur Einde
Na het serieuze gedeelte volgde de ontspanning.
Bij het bowlen was het spannend tot het eind, drie
mannen konden bij de laatste worp de winst naar
zich toetrekken. Cora en Edda waren niet in vorm,
zij speelden als dubbel, maar eindigden op de
laatste plaats.
Het was gezellig om met elkaar zo bezig te zijn.
Om 16 uur namen we weer afscheid van elkaar.
Volgend jaar hopen we elkaar weer op dezelfde
plek te ontmoeten. ■
o
Aan deze bijeenkomst zijn geen kosten verbonden. Partners zijn zoals altijd hartelijk welkom.
Er is dit keer geen speciale partnergroep. Deze middag wordt begeleid door Arni Hubbeling (deskundige) en
Inge Tol, maker van de nieuwe dvd ‘Wij hebben TSC…’. Na aanmelding krijg je een persoonlijke uitnodiging.
Symposium 28oktober 2011
De jaarlijkse STSN Contactdag komt in 2011 te vervallen. U bent hiervoor in de plaats van harte welkom op
het lustrum symposium op vrijdag 28 oktober 2011. ■
TSC Contact | zomer 2011 27
28
mijn verhaal
Niels lijkt in enkele weken een jaar te zijn
gegroeid
Vorig jaar zomer waren we een dagje naar het dolfinarium in Harderwijk. Nu is Niels geen groot fan van
dieren, dus we waren wat gespannen over hoe de dag zou verlopen, maar we vinden dat je sommige dingen
moet blijven proberen, al is het alleen maar omdat zijn zusje het wél leuk vindt.
Niels en Maaike
Al vroeg op de dag gingen we naar de grote
Droomwens show in het grote theater. Gelukkig
is het in het dolfinarium goed geregeld voor
rolstoelers en aangepaste buggy’s zodat we lekker
vooraan zaten. De show begon, en vol verwachting
keken we naar Niels, hoe zou hij het vinden?
Tot onze verbazing zat hij te stralen en genoot hij
met volle teugen van de dolfijnen. Hij deed zelfs
de gebaren van de trainers mee om de dolfijnen te
laten springen! Daar zit je dan, enkele minuten
nog heel erg gespannen, en nu met tranen in je
ogen van geluk en ontroering.
tekst en foto Tamara Visser
Het volgende stress moment liet helaas niet lang
op zich wachten; de show was afgelopen en daar
was Niels het niet mee eens. Luid krijsend en
schoppend reden we hem naar buiten, langs de
ongeveer 1000 nieuwe wachtenden, die natuurlijk
uitgebreid moesten bekijken wat zich afspeelde.
En dan ben je met je gezicht nog betraand van het
geluk van enkele minuten geleden ineens zelf de
attractie... Bedankt Niels! Weer een mooi voorbeeld
van het leven met TSC; het ene moment stress, het
volgende moment blijdschap en daarna weer
stress enz.
Uiteindelijk hebben we de show vier keer bekeken,
toen vond zelfs Niels het mooi geweest. In het dolfinarium
viel mijn oog op een poster waarop stond
dat je je kon aanmelden voor ‘Dichter bij dolfijnen’,
je mag dan een dolfijn aanraken en op de
foto. Het leek me een mooie gelegenheid om te
zien of Niels inderdaad een klik zou hebben met
dolfijnen, omdat we in de toekomst dolfijntherapie
wilden gaan doen. Helaas was het die dag al helemaal
vol geboekt, maar de dame achter de balie
wist mij wel te vertellen dat er in het dolfinarium
ook dolfijntherapie werd gegeven, en dat er niet
eens een wachtlijst was! Ik had Niels bij me, en zij
dacht dat hij een geschikte kandidaat zou zijn.
We meldden hem aan, en na het invullen van heel
veel belangrijke gegevens over Niels werden we
uitgenodigd voor een gesprek. Na het positieve
gesprek waarin we doelen bespraken die wij
wilden halen (beter slapen, concentratie, minder
frustraties en betere communicatie), mocht Niels
1 februari komen.
Er zijn drie kinderen per sessie, steeds dezelfde.
zomer 2011 | TSC Contact
De therapie is zeven sessies, van 9 tot 12 uur, in
dit geval op dinsdag. Het is dan zes keer achter
elkaar, en dan de zevende keer na zes weken.
Ieder kind heeft zijn eigen therapeut, die van tevoren
aan het kind gekoppeld wordt, en twee observanten
die alles uitgebreid opschrijven. Verder zijn
er gastvrouwen die de ouders en gasten begeleiden,
je mag per keer twee gasten meenemen, bijvoorbeeld
begeleiders van school en natuurlijk
opa’s en oma’s.
En dus togen we in de hele vroege ochtend naar
Harderwijk, voor de files uit, vol verwachting over
die ochtend. We waren er te vroeg, maar op aanraden
van Milou die ons begeleidt, dronken we eerst
koffie bij hotel Monopole, waar we van harte welkom
waren met ons ietwat drukke baasje! Op de
afgesproken tijd werden we opgehaald en maakten
we kennis met Anneke, Amanda en Wilma.
Eén van ons ging mee om Niels om te kleden in
zijn wetsuit, dat viel niet mee voor Niels! Wat zit
zo’n pak strak en wat is het raar allemaal! Onder
luid gekreun en gesteun werd Niels in het pak
gehesen, en mocht hij mee naar de glaswand waar
spelletjes worden gedaan met de dolfijnen. Zoals
verwacht ging Niels direct Anneke uitproberen,
maar ze had hem meteen door. Daarna naar de
vlonder, waar het eerste echte contact werd
gemaakt met Niels z’n eigen dolfijn. Prachtig, zijn
verbaasde reactie! Door middel van beloning wordt
Niels aangeleerd dat hij soms moet wachten, en
netjes moet vragen of hij een visje mag geven.
Doet hij dit niet, gebeurt er ook niets. De dolfijn is
zijn beloning. Door gebaren te leren, laat Niels de
dolfijn springen, op de rug liggen, zwaaien, zingen
en toeteren. Door de koptelefoon van de camera
waarmee de sessie wordt gefilmd, hoorden we
Niels keurig in een hele zin zeggen: “Nathalie,
mag ik de dolfijn een visje geven?” Dit zijn ongeveer
twee keer zoveel woorden dan hij normaal
gebruikt!
Na dit onderdeel komt het leukste deel, het water
in! Maar dat is gek, er komt koud water in je pak,
en je mag met je schoenen het water in! De verbazing
en verrukking zijn van z’n gezicht af te lezen!
Er worden liedjes gezongen, en ze spelen met de
dolfijnen die in grote getale rondzwemmen. De
kinderen staan tot hun middel in het water, hoewel
Niels al snel kopje onder gaat van de pret! Na de
sessie helpt één van ons met douchen en volgt een
gesprekje met de therapeute terwijl Niels in een
andere ruimte is (met begeleiding).
De dagen erna is Niels heel ontspannen en maakt
een gelukkige indruk. We zien geen boze buien en
hij slaapt beter! We kunnen haast niet geloven dat
dit nu al het resultaat zou zijn. In de weken die
volgen laat Niels zich van al zijn kanten zien tijdens
de sessies. Anneke verzekert ons dat ook een
dwarse dag erbij hoort. Gelukkig, we hebben een
‘normaal’ speciaal kind! Ze weet ons te vertellen
dat Niels naast TSC en autisme, ook dyspractisch
is, dat wil zeggen dat hij een opdracht niet kan
omzetten in actie, tenzij je de opdracht in hele
kleine stukjes hakt. Bijvoorbeeld de vraag ”Niels
trek je jas aan” ga je opsplitsen in “ga maar naar
de gang, en dan pak je jas van de kapstok, en dan
doe je arm in de mouw”, enz.
Na alle sessies is Niels nog steeds blij, ontspannen
en slaapt hij nog steeds goed. Hij praat beter en is
bijna nooit meer gefrustreerd. Hij lijkt in enkele
weken een jaar te zijn gegroeid in zijn ontwikkeling.
Natuurlijk denk je na over deze verandering
en waar dat nu door komt. We zijn tot de conclusie
gekomen dat het een wisselwerking is van
beter begrepen worden, door een andere benadering,
en daardoor minder boos zijn. Als je minder
boos bent, slaap je ook rustiger. Niels heeft meer
zelfvertrouwen gekregen en is dus zekerder van
zichzelf. Ook realiseren we ons dat we hem soms
te klein benaderen, maar de grilligheid van TSC
vraagt daar soms ook om.
We hebben nog veel meer handvatten gekregen
om het contact en de omgang met Niels beter te
maken en allemaal met goed resultaat. Het is lekker
om alles weer eens door andere ogen en vanuit
een andere invalshoek te zien. Dolfijntherapie
neemt de handicap van je kind niet weg, maar je
leert er wel op een andere manier mee om te
gaan. Voor ons is het een zeer waardevolle reis
geweest die de investering dubbel en dwars waard
is geweest! ■
TSC Contact | zomer 2011 29
30
mijn verhaal
Een weekendje op pad zonder ouders
Kinderen met een beperking een weekend op pad samen met studenten, dat klinkt als een bijzondere
combinatie! Toch is dit wat De Kleine Karavaan wil. Daniël en Natasja, die beide TSC hebben, zijn in novem-
ber mee geweest op weekend.
‘Het is leuk om ergens anders te logeren, maar ook
wel een beetje spannend’ aldus Daniël
Zaterdagochtend 27 november 2010 vertrok een
groep van drie kinderen, drie studenten en een
pater richting een huisje in De Panne in België. Het
huisje dat vlak bij het strand lag, was een mooie
uitgangsplek voor een gezellig weekend vol knutselen,
spelletjes spelen en samen koken. Maar ook
voor het genieten van het strand. Niet alleen van
tekst Maria Krikken foto’s De Kleine Karavaan
Sneeuwballen gooien
het zand en het water, maar vooral van de sneeuw
die er volop lag. Vooral Natasja vond samen
sneeuwballen gooien erg leuk om te doen!
Studente Laura vond het erg gezellig en behoorlijk
intensief om een dansje te leren van haar buddy
Daniël.
Zorg tijdens het weekend
De Kleine Karavaan (DKK) is een Utrechts studenteninitiatief
dat weekendjes weg organiseert voor
zomer 2011 | TSC Contact
Samen puzzelen en spelletjes spelen Daniël (links) leert Laura een dansje
kinderen. Ieder kind wordt tijdens het weekend
gekoppeld aan een student die in het bijzonder
met dit kind optrekt. Deze student zorgt voor het
op tijd innemen van medicatie, bedtijd en andere
persoonlijke zorg. Van tevoren maken student,
kind en ouders kennis met elkaar bij het kind
thuis.
Wie kan er mee
Per weekend is er plaats voor vijf kinderen. De kinderen
die in november mee waren hebben allen
verschillende beperkingen. Als DKK staan wij open
voor alle kinderen met een verstandelijke beperking,
in de leeftijd van tien t/m zestien jaar.
Kinderen kunnen mee zolang zij niet al te grote
gedragsproblemen hebben en tevens geen verpleegkundige
hulp nodig hebben. Er is een pater
aanwezig die bevoegd arts is. Een pater betekent
echter niet dat een bepaald religieuze achtergrond
een voorwaarde is om mee te kunnen op weekend.
Naast zowel kinderen als studenten een bijzondere
ervaring en een gezellig uitstapje te laten beleven,
is het weekend ook bedoeld om de ouders en
andere kinderen uit het gezin de gelegenheid
geven om even meer tijd voor elkaar te hebben.
Praktische informatie
De weekends in 2011 vinden plaats op 24 en 25
september en 19 en 20 november. Deze twee weekends
vinden plaats in Nederland. De weekends
beginnen zaterdagochtend en eindigen zondagmiddag.
De kosten zijn € 50,- per kind.
Aanmelden kan via ons e-mailadres. Er wordt
gewerkt aan een website.
Lijkt het u leuk om uw kind deze unieke ontmoe-
ting mee te laten maken? Voor vragen of meer
informatie kunt u mailen naar
dekleinekaravaan@gmail.com.
Hopelijk tot ziens! ■
[advertentie]
"Wat we niet weten
kunnen we niet genezen"
Stichting Michelle (partner van de STSN)
steunt projecten die één of meer
van de volgende doelstellingen nastreven:
| de diagnostiek van TSC verbeteren
| het TSC-ziekteproces leren kennen
en doorgronden
| gerichte behandeling van de
aandoening
www.stichtingmichelle.nl
TSC Contact | zomer 2011 31
32
medisch
Nieuwe methode opsporing TSC
Imaging in Tuberous Sclerosis Complex: het
recente proefschrift van dr. Miraude Adriaensen
Op 26 april jl. promoveerde Miraude Adriaensen te Utrecht op haar proefschrift ‘Imaging in Tuberous
Sclerosis Complex’: over beeldvorming bij TSC. Copromotor was dr. Zonnenberg. De STSN droeg bij aan de
drukkosten. Wij zijn blij dat er weer een wetenschapper op een TSC onderwerp gepromoveerd is en felicite-
ren Miraude van harte met dit resultaat.
Zowel met CT, MRI, echocardiografie als histopathologisch
onderzoek zijn nooit eerder beschreven
focale gebieden met vet in het hart aangetoond bij
patiënten met het Tubereuze Sclerose Complex
(TSC). Deze gebieden lijken uniek te zijn voor TSC.
Dat beschrijft Miraude Adriaensen in haar proefschrift.
Gezien de frequentie van voorkomen van
deze focale gebieden met vet in het hart bij meer
dan de helft van alle TSC-patiënten in een patiënt-
tekst Hans Ploegmakers, Miraude Adriaensen
controle-onderzoek, zou het toevoegen van deze
nieuwe bevinding aan de lijst van majeure diagnostische
criteria voor TSC overwogen moeten
worden. Dat zou de opsporing en herkenning van
patiënten met TSC kunnen verbeteren.
Hier volgt haar samenvatting in haar proefschrift.
Tubereuze sclerose complex
Tubereuze sclerose complex (TSC) is een erfelijke
multiorgaanaandoening. Het is een autosomaal
dominant erfelijke, neurocutane aandoening gekenmerkt
door tumorachtige malformaties in veel organen
waaronder de hersenen, de longen, het hart, de
nieren en de huid. De klassieke diagnostische triade
van epilepsie, mentale retardatie en faciale angiofibromen
treedt op in minder dan de helft van het
aantal patiënten, omdat de expressie en ernst van
de aandoening erg varieert zowel binnen als tussen
families.
Daarom zijn er klinische diagnostische criteria v
oor de diagnose TSC ontwikkeld. De huidige
diagnostische criteria voor TSC worden onderverdeeld
in majeure en mineure criteria. Geen enkel
diagnostisch criterium wordt als pathognomonisch
beschouwd voor TSC. De diagnose "definitief TSC"
vereist de aanwezigheid van 2 majeure criteria danwel
1 majeur criterium en twee mineure criteria.
Majeure criteria zijn faciale angiofibromen of voorhoofd
plaque, peau de chagrin (bindweefselnaevus),
drie of meer hypomelanotische maculae, niet traumatische
{sub)unguaal of periunguaal fibroom,
Iymfangioleiomyomatosis van de longen, angiomyolipomen
van de nieren, cardiaal rabdomyoom, multi-
zomer 2011 | TSC Contact
pele retinale nodulaire hamartomen, corticale tubers
in de hersenen en subependymale reuscelastrocytomen.
De lijst met mineure criteria bestaat uit minder
specifieke bevindingen.
Beeldvorming bij tubereuze sclerose complex
Sinds 1995 is het Universitair Medisch Centrum
Utrecht een nationaal verwijscentrum voor patiënten
met TSC. Volgens nationale en internationale richtlijnen
ondergaan patiënten met TSC regelmatig
beeldvorming op onze afdeling radiologie.
Doel van dit proefschrift was om een begin te
maken met de systematische evaluatie van de
beeldvorming van patiënten met TSC die gevolgd
worden in ons centrum. Dit proefschrift focust op
de beeldvorming van het hart, de longen en de hersenen.
Hart
Er bestaat een discrepantie tussen de Nederlandse
nationale TSC richtlijnen en de internationale aanbevelingen
voor de diagnostische evaluatie bij TSC:
terwijl de eerste op zijn minst 1 echocardiogram
aanbeveelt om te screenen voor rabdomyomen
onafhankelijk van de aanwezigheid van cardiale
klachten, beveelt de internationale consensus-richtlijn
alleen echocardiografie aan voor een selecte
groep patiënten indien er sprake is van cardiale
symptomen danwel de behoefte bestaat om cardiale
lesies te bevestigen voor diagnostische doeleinden.
Daarom hebben we in een retrospective studie de
frequentie van abnormale echocardiografische
bevindingen onderzocht in een cohort van 56
patiënten met TSC die verwezen waren naar onze
cardiologie-afdeling voor een screeningsechocardiogram
(Hoofdstuk 2). Ongeveer een derde van de
patiënten had abnormale bevindingen op het screeningsechocardiogram.
De meest voorkomende
abnormale bevinding waren focale gebieden met
een verhoogde echogeniciteit gelegen in het myocardium
die gezien werden in 16 van de 56 patiënten
(29%). De klinische consequentie van deze
bevinding is nog onbekend.
Tijdens de routinebeoordeling van abdominale CTonderzoeken
vervaardigd ter evaluatie van renale
angiomyolipomen, zagen we abnormale vettige foci
in het afgebeelde caudale deel van het hart van
deze patiënten. In een patiënt-controleonderzoek
bestudeerden we de morfologische kenmerken op
CT van deze focale vettige foci in het myocardium
van patiënten met TSC (Hoofdstuk 3). Ondanks de
incomplete afbeelding van het hart met CT en de
afwezigheid van electrocardiografische sturing, had
de meerderheid van de patiënten met TSC (35 (64%)
van 55 patiënten) welomschreven foci met vetattenuatie
in het myocardium die niet aanwezig waren
in een voor leeftijd en geslacht overeenkomende
controlegroep. In vergelijking met de bekende oorzaken
van vet in het myocardium (i.e. epicardiale
vetdeposities, oud hartinfarct, aritmogene rechterventrikeldysplasie,
hemangiomen en liposarcomen)
lijken de vettige foci bij patiënten met TSC unieke
CT-kenmerken te hebben die bestaan uit een combinatie
van focaliteit, welomschrevenheid, lokatie tot
in het midmyocardium, pure vetdensiteit, afwezigheid
van aankleuring en afwezigheid van invasief
gedrag. Op MR tonen deze vettige foci de signaalintensiteit
van vet (Hoofdstuk 4). Op echocardiografie
worden vettige foci weergegeven als gebieden met
een verhoogde echogeniciteit (Hoofdstuk 2).
Aansluitend hebben we in een retrospectieve studie
onderzocht of gebieden met afwijkend myocardium
ook aanwezig waren in post-mortemspecimen van
patiënten met TSC (Hoofdstuk 5). Inderdaad toonden
twee speciment (50%) van de vier geïneludeerde
specimen gebieden met mature vetcellen, zonder
geassocieerde inflammatie, zonder geassocieerde
fibrose, zonder ingesloten myocyten en zonder een
kapsel die uniek lijken te zijn voor TSC. Het toevoegen
aan de lijst van majeure criteria voor TSC van
deze vettige foei in het myocardium die te zien zijn
op echocardiografie, CT, MR en histopathologie zou
overwogen moeten worden.
Longen
Lymfangioleiomyomatosis (LAM) van de longen
wordt gekenmerkt door diffuus verspreide, dunwandige,
pulmonale cysten met normaal tussenliggend
longparenchym. Volgens de literatuur zijn bijna al
deze patiënten van het vrouwelijke geslacht. In de
dagelijkse praktijk zagen we mannelijke patiënten
met dunwandige cysten in het afgebeelde basale
deel van de longen op abdominale CT scans.
Daarom hebben we in een dwarsdoorsnede-onderzoek
de meest recente CT-scan van de basale longvelden
beoordeeld op de aanwezigheid van radiologisch
bewijs voor LAM in een cohort van 186 geïncludeerde
volwassen patiënten met TSC (Hoofdstuk
6). Onze studie toonde pulmonale cysten met normaal
tussenliggend longparenchym in de basale
longvelden bij 28% van de volwassen TSC-patiënten
(52 van de 186 patiënten). Gender-specifieke preva-
TSC Contact | zomer 2011 33
34
medisch
lentie was 0.42 bij vrouwelijke (40 van de 95 vrouwen)
en 0.13 bij mannelijke TSC-patiënten (12 van
de 91 mannen).
Hersenen
De in de literatuur gerapporteerde prevalentie van
subependymale reusceltumoren (SGCT) in TSC varieert
van 0.06 tot 0.19. In een dwarsdoorsnedeonderzoek
beoordeelden we de meest recente CTscan
van de hersenen gescand na toediening van
intraveus contrast op de aanwezigheid van radiologisch
bewijs voor SGCT (i.e. een fors aankleurende
lesie naast het foramen van Monroe) in een cohort
van 214 geïneludeerde patiënten met TSC
(Hoofdstuk 7). Onze studie toonde radiologisch
TSC, gedrag en psychiatrie
bewijs voor SGCT bij 20% van de TSC-patiënten (43
van de 214 patiënten). Genderspecifieke prevalentie
0.18 bij vrouwelijke (20 van de 109 vrouwen) en
0.22 bij de mannelijke TSC-patiënten (23 van de
105 mannen). Aanvullend hebben we een meta-analyse
verricht met de in de Engelstalige literatuur
gerapporteerde prevalenties en onze eigen studieresultaten
(Hoofdstuk 7). De resulterende gepoolde
schatting van de prevalentie van SGCT in patiënten
met TSC was 0.11 (95% 81:0.09, 0.14). De prevalentie
van SGCT in TSC was hoger in studies die radiologisch
bewijs gebruikten voor het vaststellen van
de diagnose SGCT (0.16; 95% Cl: 0.12, 0.21) dan in
studies die voornamelijk histopathologisch bewijs
gebruikten (0.09; 95% CI:0.07, 0.12). ■
Binnen het Vincent van Gogh Instituut voor Psychiatrie te Venray is een Topklinisch Centrum voor
Neuropsychiatrie met daaraan gekoppeld een hoog gespecialiseerde polikliniek. De afgelopen 15 jaar is daar
veel kennis en ervaring (+wetenschappelijke publicaties) opgedaan over gedragsproblemen en psychiatrische
stoornissen bij patiënten met een verstandelijke beperking, al dan niet in het kader van een genetisch
syndroom (zoals TSC) en/of gepaard gaande met neurologische/lichamelijke problemen.
Naar deze polikliniek kunnen patiënten (ouder dan
16 jaar!!) worden verwezen via de behandelend
arts voor een diagnostisch onderzoek of een
behandeladvies. De patiënt wordt dan gezien door
prof. dr. W. Verhoeven of door zijn collega
Schneider, psychiater bij het Topklinisch Centrum
voor Neuropsychiatrie. Vaak betreft het kortdurende
poliklinische contacten met formulering per
brief van een behandeladvies naar de verwijzende
arts/instantie.
Patiënten kunnen worden aangemeld via de secretaresse,
mevr. Laurensse, waarna zij/hij schriftelijk
wordt uitgenodigd: tel. 0478-527527.
Indien men gebruik zou willen maken van deze
poliklinische voorziening, is verwijzing dus noodzakelijk.
tekst Hans Ploegmakers
Voor TSC-kinderen geldt dat ze gezien kunnen
worden in het TSC-expertisecentrum van het
Sophia Kinderziekenhuis in Rotterdam. Na een
consult met Marie-Claire de Wit (kinderneuroloog)
en Karen de Heus (kinderarts) krijgen ze een doorverwijzing
naar de kinderpsychiatrie op het
Erasmus Medisch Centrum, dat deel uitmaakt van
het TSC expertisecentrum. Dit wordt aan alle kinderen
aangeboden van het TSC-expertisecentrum,
en het is me verzekerd dat er geen lange wachttijd
(meer) is en dat TSC-kinderen met voorrang
binnen komen. Tel. 010-7036341. ■
zomer 2011 | TSC Contact
Voorkom zelf medische fouten en onvolkomenheden door je eigen Elektronisch Patiënten
Dossier aan te maken
Elektronisch patiëntendossier
De Eerste Kamer heeft in april 2011 tegen de wet gestemd die verplichte aansluiting op het landelijk elektro-
nisch patiëntendossier (EPD) regelt. Het landelijk EPD werd ontwikkeld om het artsen en andere zorgverle-
ners mogelijk te maken informatie over hun patiënten en hun medicijngebruik uit te wisselen.
Hierdoor kan de waarnemend huisarts, apotheker of medisch specialist voor elke patiënt zijn of haar
medische geschiedenis inzien. Ook weten zij welke medicijnen de patiënt gebruikt of voor welke medicijnen
hij of zij allergisch is. Hierdoor vermindert de kans op medische fouten.
Huisartsen, apotheken en specialisten kunnen via
het EPD alleen gegevens inzien over de verstrekte
medicatie die de apotheker heeft verstrekt. Dus niet
wat je daarnaast nog gebruikt. Huisartsen op de
huisartsenpost kunnen een samenvatting van het
dossier van de huisarts raadplegen. Huisartsen, apotheken
en medisch specialisten mogen de medische
gegevens alleen inzien als hij of zij u behandelt en
als het nodig is voor de behandeling. De zorgverlener
moet u altijd eerst toestemming vragen voor
inzage. Andere zorgverleners, zoals fysiotherapeuten,
psychologen, bedrijfsartsen of zorgverzeke-
tekst Corinne Kijl
raars, kunnen uw gegevens niet inzien.
Er zijn al vele wijzigingen geweest met name over
de manier van toegangverschaffing tot het EPD.
Dit blijkt het grootste struikelblok te zijn. Het veilig
stellen van persoonlijke gegevens kon niet voldoende
worden gegarandeerd en dat werd de belangrijkste
reden om de wet op verplichte aansluiting op
het landelijk EPD niet te accepteren.
Men ziet onderstaande opsommingen als voordelen
van het EPD:
• het voorkómen van medische fouten. Een oor-
TSC Contact | zomer 2011 35
zaak van medische fouten kan zijn een gebrekkige
of onjuiste uitwisseling van medische gegevens.
Het EPD helpt om de relevante gegevens
beschikbaar te maken.
• het EPD draagt dus bij aan de patiëntveiligheid.
• het EPD levert, door inzage in je eigen medische
gegevens, een belangrijke bijdrage aan de
betrokkenheid en bewustwording van je eigen
gezondheid
• het EPD bespaart geld (vermijdbare ziekenhuisopnames
door medicatiefouten, geen dubbele
onderzoeken meer).
Het klinkt allemaal fantastisch, maar we zijn
inmiddels wel 14 jaar en 300 miljoen euro verder.
Maar er kleven zeker ook nadelen aan het EPD.
De meningen over het gebruik van het EPD waren
al verdeeld, een aantal mensen heeft hun twijfel
uitgesproken over met name het risico
van privacyschending.
• Medici zijn over het algemeen niet enthousiast
over het EPD, zij zien risico’s voor tunnelvisie
(afgaan op de bestaande gegevens of veronderstellingen,
die ook onjuist kunnen zijn, en je
eigen visie niet meer volgen). Ook maken zij
zich zorgen over de privacyschending.
• In het buitenland had je in eerste instantie niets
aan je EPD, want artsen daar hadden geen toegang
tot ons Nederlandse landelijke schakelpunt.
Dus moest er weer een aanpassing komen.
In plaats van het door de overheid opgezet landelijke
portaal zou er een aanpassing moeten
komen dat patiënten via de website van de zorgverlener
in het EPD kunnen komen. Hoe dit internationaal
zou gaan werken was ook weer
afwachten.
• In acute situaties kan het zoeken naar gegevens
een noodlottig tijdverlies veroorzaken.
De arts moet zoeken, want mocht er iets fout
gaan en hij heeft de gegevens niet opgezocht in
het EPD, dan is hij het haasje. Maar als je eerlijk
bent geldt dit altijd in acute situaties, zoeken
naar gegevens kost tijd.
• Ook is men bang voor identiteitsdiefstal, een
nieuw soort misdrijf.
Barack Obama wil dat elke Amerikaan in 2014 over
een EPD beschikt. Ieder individu is verantwoordelijk
voor zijn/haar eigen gegevens en Obama dreigt
zorgverzekeraars met strenge boetes als ze het
36
medisch
EPD niet op tijd implementeren. Maar ook in
Amerika maakt men zich zorgen over privacy en veiligheid.
In theorie heeft het EPD verschillende voordelen,
maar zodra de Amerikaanse variant gereed
is, is er sprake van een gigantische database met de
meest gevoelige en persoonlijke informatie van honderden
miljoenen Amerikanen. Een zeer aantrekkelijk
doelwit voor marketeers, identiteitsdieven,
kwaadwillend personeel en verzekeringsbedrijven.
Toch is het voor chronisch zieken van groot belang
hun gegevens te bundelen. Voor mensen met TSC is
het belangrijk alle gegevens bij elkaar en up-to-date
te hebben, omdat zij met veel disciplines binnen de
medisch zorg contact hebben en er snel miscommunicaties
kunnen optreden.
Er zijn een paar alternatieven waar gebruik van kan
worden gemaakt, nu het EPD niet meer doorgaat.
• Iedere arts moet op uw verzoek een kopie van al
uw medische gegevens verstrekken. Dus zorg
voor kopieën op papier van de echt belangrijke
rapporten.
• Je eigen elektronisch dossier op internet invullen,
zoals dat kan met Google Health, is ook een
mogelijkheid. (een versleutelde verbinding, het
account is te verwijderen, de patiënt maakt uit
aan wie hij die informatie geeft. Maar vertrouw je
Google met jouw gegevens?)
• Het allersimpelste en minste werk is het aanschaffen
van een USB-stick die je meeneemt naar
zomer 2011 | TSC Contact
iedere dokter en waarop je een kopie van je
gegevens digitaal laat opslaan door de arts. Dan
ben je ook in het buitenland voorzien van je
gegevens, scans, x-foto's, etc.
Een voorbeeld is de medstick. Dit is een EPD in
miniformaat, een handige bron van medische
informatie over de drager. De medstick heeft de
grootte van een pinpas, en kan gewoon in de portemonnee
gedragen worden. Op de medstick staat
heel veel belangrijke informatie over de ziektegeschiedenis
van de patiënt, medische verslagen,
bloedwaarden, kortom: alles wat een dokter graag
snel wil weten. De Medstick is een goed hulpmiddel
voor snelle en adequate hulpverlening, mocht
iemand buitenshuis iets overkomen. Hulpverleners
weten dan direct met wie ze contact moeten opnemen.
• Verder zijn er sites op het internet waar je je
medische gegevens in een dossier kunt aanmaken
(en tegen een vergoeding kunt laten beheren,
let hier wel op!)
Patiënt1.nl bijvoorbeeld is een webportaal waarop
elke Nederlander zijn eigen gratis gezondheidsdossier
kan aanmaken. In dit geval is het de patiënt
die de medische gegevens bijhoudt en bepaalt wie
er bij kan. Je kunt ook zorgplannen en een agenda
voor medische afspraken bijhouden. Nu kun je je
dossier koppelen aan dat van je huisarts, maar te
zijner tijd willen ze het systeem ook koppelen aan
andere zorgverleners. Patiënt1 gaat uitbreiden met
nieuwe voorzieningen zoals een medisch dossier in
de vorm van een USB-stick, de Med1Pas, waarop de
belangrijkste medische gegevens staan (vergelijkbaar
met de Medstick).
• Ook is men bezig met de optie van het opstellen
van een persoonlijk gezondheidsdossier op een
chip. Deze kan dan geplaatst worden op bijvoorbeeld
je zorgverzekeringpas.
• Bij de apotheek kun je een uitdraai laten
maken van de medicatie die je gebruikt,
waarop niet alleen de merknamen, maar ook
de bestanddelen en percentages vermeld staan.
In verschillende landen worden vaak andere merknamen
gebruikt .
De vakanties staat weer voor de deur, dus misschien
is het nu een goede tijd om je medische
gegevens eens op een rijtje te zetten, er wat mee te
doen en goed voorbereid op reis te gaan. Voorkom
zelf medische fouten en onvolkomenheden door je
eigen EPD aan te maken. Laat door je verzamelde
medische gegevens je route door de zorg zien en
wacht niet op de overheid! Inmiddels dient zich
weer het volgende probleem aan; het aanpakken
van het PGB. Velen van ons zullen ongetwijfeld hard
getroffen worden door deze maatregel. ■
De STSN neemt gemiddeld vier keer per jaar deel aan een beurs in de zorgsector.
Diverse vrijwilligers staan enkele keren per jaar in onze stand om geïnteresseerde beursbezoekers te
informeren over TSC en de STSN.
Wij zoeken een enthousiaste beurscoördinator
Werkzaamheden
coördinator, aanspreekpunt, logistiek.
De beurscoördinator regelt met de organiserende instantie
de deelname, zorgt voor de inroostering van de vrijwilligers
en zorgt voor de bevoorrading, opbouw en afbouw van de
stand.
Wij vragen
een praktische regelaar die zijn/haar zaakjes op orde heeft
en die zo’n vier keer per jaar zorgt dat alles op rolletjes
loopt.
Wij bieden
een concrete taak en de voldoening om er voor te zorgen
dat de STSN zich in het land kan blijven presenteren;
een collegiale samenwerking met andere enthousiaste
vrijwilligers; reiskostenvergoeding en consumpties op de
beursdagen; goed materiaal en een draaiboek voor de
werkzaamheden; inwerken en goede overdracht door de
voorganger, als adviseur en standby op de achtergrond
Heeft u belangstelling, neem dan contact op met het
secretariaat: info@stsn.nl
TSC Contact | zomer 2011 37
38
medisch
Even effectief, of zelfs effectiever dan Stesolid
Midazolam neusspray
bron www.kinderneurologie.eu
Voor sommige mensen met epilepsie,
is het van groot belang
deze aanvallen snel te stoppen.
Het standaard medicament is
Stesolid (diazepam) dat rectaal
toegediend moet worden. Dit
levert vaak problemen op, denk
aan sociaal ongewenste situaties,
zwaarlijvigheid en rolstoel gebondenheid.
Er is nu een neusspray
in de handel met daarin het snelen
kortwerkende middel midazolam. Bij volwassenen
blijkt de geconcentreerde vorm van midazolam
neusspray een goed alternatief voor diazepam.
En veel gemakkelijker in gebruik dan de rectioles.
Bij kinderen blijkt uit onderzoek dat het in de
mond (in de wangzak of onder de tong) of in de
neus toegediende midazolam even effectief, of
zelfs effectiever is dan Stesolid.
Wat is midazolam neusspray?
Midazolam neusspray is een medicijn dat in de neus
verneveld wordt, waardoor het medicijn midazolam
(Dormicum®) snel via het neusslijmvlies in de bloedbaan
terecht komt en daar zijn werk kan doen om een
epileptische aanval te doen stoppen.
Wanneer moet u midazolam neusspray gebruiken?
Midazolam neusspray wordt gebruikt wanneer een
epileptische aanval langer dan de door de arts afgesproken
tijd aanhoudt. Per soort aanval kan deze tijd
variëren. Voor grote tonischclonische aanvallen wordt
meestal een tijdsduur van drie of vijf minuten aangehouden,
voor kleinere aanvallen meestal een langere
tijdsduur. De afgesproken tijd die een epilepsieaanval
mag duren, kan per kind verschillend zijn. Bespreek
daarom altijd met uw behandelende arts na hoeveel
tijd u de midazolam neusspray mag toedienen.
Hoeveel midazolam neusspray mag worden toegediend?
Per pufje van de midazolam neusspray komt er 2,5
mg midazolam in de neus terecht. De behandelend
arts zal met u afspreken hoeveel pufjes bij een aanval
mogen worden toegediend. De hoeveelheid zal afhangen
van het lichaamsgewicht van uw kind en eerdere
reacties op de midazolamneusspray. Meestal worden
niet meer dan 4 pufjes tegelijk gegeven. Meestal
wordt afgesproken dat u tijdens een aanval een maal
het voorgeschreven aantal pufjes midazolamneusspray
mag gebruiken.
Hoe moet u midazolam neusspray gebruiken?
1. Verwijder het beschermdopje
2. Houdt het flesje rechtop zodat het uiteinde van het
slangetje in het flesje in de vloeistof staat (zie
figuur)
3. Voordat de flacon voor de eerste keer gebruikt
wordt, moet het pompje vier keer worden ingedrukt
totdat er een nevel uit het pompje komt
4. Plaats het neusstukje in een neusgat
5. Druk op het pompje, nu is een pufje toegediend
6. Druk net zo vaak op het pompje als voor uw kind
is afgesproken
7. Plaats het beschermdopje na gebruik weer op de
flacon
Bijwerkingen en opmerkingen
Na toediening kan de patiënt de eerste 10-30 minuten
last hebben van een onbedwingbare slaap. Ook kan er
tijdelijk geheugenverlies optreden, dus is het verstandig
om een rustige plek op te zoeken voor toediening.
Bij jonge kinderen die erg snotterig en verkouden zijn
kan beter voor de wangzak of Stesolid gekozen worden.
De spray is prikkelend voor het neusslijmvlies en het
is wellicht schadelijk om de spray langere tijd achter
elkaar te gebruiken. Voorlopig luid het advies niet
vaker dan 1x per week.
De midazolam in de spray wordt sneller opgenomen
en uitgescheiden door het lichaam dan Stesolid, dus
is het mogelijk dat de aanval na enige tijd weer terugkeert.
De spray is duurder dan de rectioles en er is tot op
heden geen vergoedingsregeling door de zorgverzekeraars.
Ook moet de arts bij het voorschrijven van de
spray aangeven dat andere middelen niet goed bruikbaar
zijn. De Haarlemse ziekenhuisapotheek maakt de
spray in grote hoeveelheden en levert door het hele
land, je eigen apotheek kan er voor kiezen de spray
hier te bestellen (023 - 5481310). Dit is wellicht goedkoper
dan zelf produceren. De spray is max. 6 maanden
houdbaar. ■
zomer 2011 | TSC Contact
oekverslag
‘Autisme & koken’
stap voor stap koken voor kinderen en jongeren met autisme
auteur Drs. Karen den Dekker
Bij toeval trof ik dit boekverslag aan. Een kookboek voor kinderen met autisme die voor hun ontspanning
willen koken. Ik was gelijk enthousiast. Zelf vind ik koken erg leuk en probeer ik soms nieuwe recepten uit.
Dit kookboek is duidelijk, visueel gestructureerd, voorspelbaar en realistisch. Het bevat 20 recepten en een
uitgebreide handleiding voor ouders en begeleiders om met autistische kinderen samen te koken.
Drs. Karen den Dekker is de auteur van dit kookboek.
Zij is (kook)pedagoog en heeft in het
Brabantse Geldrop een kinderkookschool, In
Kaatjes Keuken genaamd: www.inkaatjeskeuken.nl.
De handleiding bevat een scala aan tips voor volwassenen
ten behoeve van het koken met kinderen
met autisme. Dit kookboek is geschikt voor personen
zonder kookervaring, die redelijk goed kunnen
lezen en die steun hebben aan een aantal foto’s
van het kookproces. Het kookboek kan thuis, op
een kinderkookschool, op school of bij een logeeropvang
worden gebruikt.
De recepten zijn voor gerechten die kinderen lekker
en leuk vinden om te maken en om te eten.
De recepten zijn uitgetest in de kinderkookschool
van de schrijfster van dit boek. Het kookboek is
een geschikte vorm van visuele communicatie op
kookgebied voor kinderen met autisme. Natuurlijk
is het ook geschikt voor andere beginners op kookgebied.
Alle kookstappen worden uitgelegd en er
worden geen afkortingen gebruikt.Het eerste element
van de kookhandleiding is de mise en place:
het afmeten en snijden van alle ingrediënten voordat
je begint met koken.
Het onderdeel met de recepten bestaat uit tekstrecepten
en fotorecepten voor ieder gerecht.
Desgewenst kun je een bladzijde omdraaien en
alleen met het tekstrecept of alleen met het fotorecept
koken. Er zijn zoete en hartige recepten met
weinig of met veel stappen. Het tweede onderdeel
van de handleiding voor volwassenen is de kookcyclus,
die bestaat uit voorbereiden, uitvoeren en evalueren
van een recept. Ten derde bevat het boek
een kookchecklist. Loop tijdens het voorbereiden
van het recept alle stappen na van de checklist en
je weet of je op een geschikt moment gaat koken.
Achterin het kookboek zijn 14 techniekkaarten
opgenomen van handelingen die vaker voorkomen
in de recepten, bijvoorbeeld het scheiden van een
ei of het afmeten van een volume met de hulp van
een maatbeker. De pagina’s van het boek zijn gelamineerd.
Dat betekent dat je recepten schoon blijven
in de keuken en dat je met een afwasbare stift
kunt markeren tot welke stap je gekomen bent. Dat
laatste vinden autistische kinderen over het algemeen
erg prettig.
Wil je het boek bestellen?
Dat kan via www.graviant.eu,
de uitgeverij van Autisme & Koken.
Auteur: drs Karen den Dekker
ISBN 9789075129946
tekst Carmen Scholtens
Bron
www.graviant.eu
http://www.dekinderfeestjesspecialist.nl/2011/05/
autisme-koken/#more-586 ■
TSC Contact | zomer 2011 39
40
rubriek
Iedere ouder en iedere TSC-patiënt kent wel het gevoel telkens het wiel uit te moeten vinden. Deze rubriek is
in het leven geroepen om aan elkaar tips en trucs door te geven en om antwoord uit de praktijk te geven op
vragen die ons bezighouden.
Epi Watcher
Epilepsie en nachtrust. Ervaringsdeskundigen
weten dat die twee dingen niet goed samengaan.
Om de nachtrust te bevorderen ontwikkelde
Vahlkamp, in nauwe samenwerking met SEIN, de
Stichting Epilepsie Instellingen Nederland, de Epiwatcher:
een uniek apparaat dat epilepsieaanvallen
registreert en vervolgens alleen bij echte aanvallen
alarmeert (in een andere ruimte). Het alarm wordt
in werking gesteld, zodra de sensor trillingen
opvangt. Een ingebouwde timer zorgt ervoor dat
het alarm niet kan afgaan wanneer de patiënt zich
omdraait in zijn slaap. Groot voordeel is ook dat
dit alarm alle aanvallen registreert en deze
opslaat. Kleine aanvallen
kunnen ook alleen
geregistreerd worden
zonder dat het alarm
in werking wordt
gesteld.
Zie www.vahlkamp.nl
Muziektherapie voor autisten
Muziek, klank en ritme vormen een taal die kinderen
met autisme kan helpen contact te maken, hun
gevoelens te uiten en te verwerken.
Muziektherapie blijkt vaak een middel om de starheid
in houding en
gedrag van kinderen
met autisme te doorbreken
en ze te verleiden
uit hun isolement
te treden. Stichting
Papageno verzorgt
sinds 2000 muziek-
tekst Yasmara Olyslag
therapie aan huis of op school bij kinderen (vanaf
drie jaar) en jongeren met de diagnose ‘autisme
spectrum stoornis’. Voor muziektherapie van
Papageno is onderscheid in bijvoorbeeld klassiek
autisme, Aspergersyndroom of PDD-NOS niet van
belang. Gediplomeerde muziektherapeuten, verbonden
aan Papageno, werken in verschillende
regio’s in Nederland. In de eigen omgeving krijgt
het kind individuele, volledig op hem of haar afgestemde
muziektherapie. Deze stichting is opgezet
door Jaap en Aaltje van Zweden, nadat ze zelf op
zoek waren voor een passende therapie voor hun
autistische zoon. Zie www.stichtingpapageno.nl of
bel 035-5388091
Vacaturebank Valid People
Valid People is een vacaturebank voor mensen met
een fysieke beperking en/of chronische ziekte.
Werkzoekenden kunnen zich inschrijven bij de
vacaturebank en op deze manier reageren op vacatures
die geschikt zijn. Bovendien kan men ook
deelnemen aan speciale trainingen.
Look@Validpeople is een speciaal trainingsprogramma
ter bevordering van de zelfpresentatie van
mensen met een beperking. De training is bedoeld
voor werkzoekenden met een WIA en/of WAJONG
status en werkzoekenden met een handicap of
chronische ziekte. De deelnemers maken uiteindelijk
een eigen cv-filmpje,
dat zij kunnen
inzetten bij het vinden
van een baan.
Kijk voor meer informatie
op: www.validpeople.nl/look
zomer 2011 | TSC Contact
www.tsalliance.org/www.SeizureTracker.com
Heb je interesse in nog meer informatie, dan kan
je je bijvoorbeeld aanmelden op de Amerikaanse
site voor TSC geïnteresseerden. Daar vind je o.a.
een link naar een interessante site, opgezet door
ouders van een TSC-patiëntje. Ze hebben
Seizuretracker opgericht. Een site waarop je in je
eigen account alle epileptische aanvallen kan
registeren en de medicatie kan bijhouden. Dit
wordt tezamen in een grafiek gezet. Hierdoor kan
je precies zien hoe de patiënt reageert op bepaalde
medicatie en verhogingen. Verder hebben ze
nog extra formulieren gemaakt, die je kan gebruiken
om het verloop van de epilepsie goed te volgen.
Rapporten kunnen uitgeprint worden, om
mee te nemen naar je arts. Je kunt ook een arts
toegang geven tot je account. Zo heeft de arts een
goed inzicht in het verloop van de epilepsie. Let
op, het is wel in het Engels.
Zie www.seizuretracker.com.
Slechte drinker
Heb je thuis een slechte drinker, dan hieronder
wat tips die kunnen werken:
- geef ’s ochtends een bord pap ipv brood, dan
heeft je kind al weer zo’n 200 ml (soja)melk
binnen;
- geef je kind appelmoes of een baby fruitpotje.
Dit potje kan je aanvullen met een vers geperste
sinaasappel of mandarijn, waardoor je kind
nog meer vocht en echte vitaminen binnen
krijgt;
- maak zelf ijsjes van diksap of fruitpuree;
- geef je kind wat warms te drinken zoals thee of
bouillon;
- geef je kind een ruim toetje, is weer vocht (bijv.
yoghurt met vla);
- gebruik een uithapbeker
(difrax)
of toch maar weer
een fles;
- wil je kind echt
niet drinken, lepel
het dan naar
binnen.
Luiervergoeding vanaf 3 jaar
Heb je een kindje dat niet zindelijk wordt en waarbij
de kans groot is dat hij incontinent blijft, dan
kan je bij een aantal zorgverzekeraars in aanmerking
komen voor luiervergoeding vanaf 3 jaar. Dit
staat vaak niet in de brochure, maar na een telefoontje
weet je meer. Je moet dan een brief van de
behandelend arts meesturen, waarin staat dat je
kind door ziekte (TSC)
niet in staat is om zindelijk
te worden.
Vervolgens kan je de
luiers via de apotheek
bestellen. Laat je niet
direct hun standaard
incontinentie merk
aansmeren, want
soms kan je ook
gewoon Pampers
en andere merken
krijgen. ■
TSC Contact | zomer 2011 41
42
dvd
DVD “Wij hebben TSC...”
Tubereuze Sclerose Complex, TSC; wat is het en wat betekent het voor degene die het heeft en voor de direc-
te omgeving zoals het gezin, school, opvang en werk? De manier waarop de aandoening zich manifesteert is
niet altijd hetzelfde, soms juist heel verschillend.
De DVD “Wij hebben TSC...” laat op een professionele manier zien op welke verschillende wijzen TSC het
leven beïnvloedt van 3 mensen die de aandoening hebben. De DVD gaat erover in welke mate de aandoening
gevolgen heeft voor het gedrag en het leervermogen en wat je moet weten als
je iemand met TSC tegenkomt als leerkracht, werkgever, begeleider, huisarts
of betrokkene. TSC specialisten vullen het beeldmateriaal aan met gerichte
uitleg en achtergrondinformatie. Daarnaast laat de DVD op een
indringende manier zien welke impact TSC heeft voor gezinsleden
en betrokkenen. ierbij worden heel herkenbare aspecten in beeld
gebracht die vaak niet benoemd of besproken worden.
Een prachtige video dus en een must voor iedereen die op een
of andere manier iets met TSC te maken heeft! De DVD is te
bestellen via de website van de Stichting Tubereuze Sclerosis
Nederland (www.stsn.nl) en kost € 5,-. De DVD is vertaald in
het Portugees. ■
sluitingsdatum kopij nummer 116
1 november
2011
redactie-adres STSN-Contactblad
Jos Scheurink
Van Humboldtstraat 107
3514 GN Utrecht
e-mailadres: redactie@stsn.nl
zomer 2011 | TSC Contact
sponsoring
Iedereen die een idee heeft om geld binnen te
halen, wordt warm verwelkomd
Sponsor de STSN
In dit nummer van het TSC Contact zoals gebruikelijk de rubriek ‘Sponsor de STSN’
Fondsenwerving harder nodig dan ooit
Bij de bestuursmededelingen las u dat de kabinetsbezuinigingen
ook de STSN hard treffen. Duidelijk
is dat we nog actiever moeten zijn met fondsenwerving
om de kwaliteit van ons vrijwilligerswerk
te kunnen handhaven. Wij doen nog sterker dan
voorheen als bestuur daarvoor een beroep op u!
Een fondsenwerver zouden we goed kunnen
gebruiken. Als daar ideeën over zijn, dan zijn die
welkom bij mij.
Zo hoorden wij dat de Nederlandse Cystic Fibrosis
Stichting al jaren werkt met een fondsenwerver.
Directeur Jacquelien Noordhoek van de
Nederlandse Cystic Fibrosis Stichting (NCFS) heeft
warme fondsenwerving als haar strategie. Een persoonlijke
aanpak is de sleutel. “Iedereen die een
idee heeft om geld binnen te halen, wordt warm
verwelkomd. We helpen bij het uitwerken van het
idee en tegelijk geven we mensen erkenning, een
podium. We bedanken ze, we twitteren over wat ze
voor ons doen en we zetten ze in het zonnetje in
onze media.”
Een aparte fondsenwerver levert volgens
Noordhoek meteen geld op. “Zo kun je professioneel
geld binnenhalen en word je niet afhankelijk
van subsidies. Je wilt niet weten hoeveel bedrijven,
organisaties en mensen geld willen geven. Maar ze
willen gevraagd worden. Dus zeg ik: zoek ze op en
bespreek wat je voor ze terug kan doen.” Alle
fondsen zijn welkom benadrukt ze. “Een mevrouw
in de Achterhoek verkoopt al jaren zelfgemaakte
jam op markten. Dat levert zo’n 1.200 euro per
jaar op. Dit jaar schaatste een vader van een kind
met CF en zijn beste vriend samen met 100
schaatsers een marathon. Ze hebben 190.000 euro
voor de NCFS binnengehaald!” Noordhoek en haar
team zijn zeer creatief in het aanboren van ver-
tekst Hans Ploegmakers
schillende geldbronnen. “We praten met vermogensbeheerders,
we schrijven mensen aan die eenmalig
een donatie hebben gedaan, we tippen onze
achterban dat ze ons na hun dood kunnen bedenken
met een legaat.” Wie zou deze uitdaging wel
eens willen aangaan?
Sponsoring lustrum
In 2011 viert de STSN haar zesde lustrum. Eerder
lieten wij u al weten dat we druk bezig waren met
het vinden van sponsoren voor onze activiteiten.
Dat was succesvol. Voor het symposium worden
we gesponsord door de Stichting Michelle, het
UMC Utrecht en de firma Novartis en we hebben
nog een aanvraag lopen bij ZonMw voor een netwerksubsidie.
Het lustrumboek werd mede mogelijk
gemaakt door Stichting Michelle en donaties in
memoriam Marieke Koper. Voor de feestelijke
familiedag hebben we het resultaat aangewend van
de mensen die vorig jaar o.a. de Wenen marathon
liepen voor de STSN.
Periodieke schenking
Aan de STSN een schenking doen kan een interessant
fiscaal voordeel voor u betekenen. Omdat de
STSN door de Belastingdienst wordt erkend (de
ANBI-status), kunt u in één klap de STSN blij
maken en tegelijk zelf een fiscaal voordeel hebben.
Dat kunt u bijvoorbeeld via een akte van
schenking bij de notaris regelen. Voor informatie
kunt u altijd contact opnemen met onze penningmeester
Theo Rijkelijkhuizen. …..help ons helpen.
Nieuwe ideeën en initiatieven voor sponsoring
blijven welkom! ■
TSC Contact | zomer 2011 43
44
samenvatting jaarverslag
‘Team Dirk’ liep € 8.325,- bij elkaar voor de STSN
Samenvatting Jaarverslag 2010
STSN
De Stichting Tubereuze Sclerosis Nederland (STSN)
is een landelijke organisatie van mensen met
Tubereuze Sclerose Complex (TSC), hun partners,
ouders, familieleden en verzorgers, als ook van
beroepshalve bij de aandoening betrokken deskundigen
en onderzoekers. De STSN is opgericht op 5
mei 1981. De STSN schat dat, op een totaal aantal
van 2500 personen met TSC in Nederland, circa 35
tot 50% van de patiënten door de STSN vertegenwoordigd
wordt. Het werk van de STSN wordt door
vrijwilligers uitgevoerd. In 2010 waren meer dan
40 vrijwilligers actief bij uitvoer van de diverse
activiteiten.
Jaarverslag 2010
De STSN heeft in 2010 haar geplande activiteiten
succesvol kunnen uitvoeren en bekostigen. In het
“Jaarverslag plus Jaarrekening 2010” (jaarverslag)
wordt verantwoording afgelegd tegenover onze
doelgroep en diegenen die de STSN in 2010 financieel
en anderszins ondersteunden. De STSN
gebruikt het jaarverslag ook om informatie te verschaffen
over organisatie, visie, plannen en ambities
op korte en middellange termijn.
Opbrengsten
In de onderstaande tabel Staat van Baten & Lasten
over 2010 (2009) zijn onder ‘Opbrengsten’ de
diverse inkomsten van STSN gepresenteerd. Los
van de ontwikkelingssubsidie vormen de ledenbijdragen
en de daaruit voortkomende subsidiebaten
ongeveer 75% van de inkomsten van de STSN. De
gerealiseerde opbrengsten waren in 2010 hoger
dan begroot! Dit kwam tot stand door hogere
opbrengsten uit ledenbijdragen, sponsoring &
fondsenwerving en inkomsten uit activiteiten. In
2010 liep “Team Dirk” tijdens de marathon van
Wenen een bedrag van € 8.325,- bij elkaar voor de
STSN. Mede door dit soort initiatieven kan de STSN
een solide basis leggen voor de continuïteit en
kwaliteit van haar activiteiten.
Bestedingen
In de tabel Staat van Baten & Lasten over
2010(2009) zijn de uitgaven aan de kernactiviteiten
gepresenteerd. In 2010 zijn de kernactiviteiten
lotgenotencontact, voorlichting, belangenbehartiging
en instandhoudingskosten nagenoeg conform
begroting uitgekomen. Alle geplande activiteiten
werden uitgevoerd. De ontwikkelingssubsidie werd
in 2010 geheel besteed. Het grootste deel werd
gebruikt voor de totstandkoming van de DVD ‘Wij
hebben TSC . . . ”.
Resultaat 2010
In de tabel Staat van Baten & Lasten over 2010
(2009) is te zien dat in 2010 een positief resultaat
van € 8.805,- werd behaald. Dit ondanks dat in
2010 substantiële uitgaven zijn gedaan inzake de
totstandkoming van de DVD ‘Wij hebben TSC . . .”
en het lustrumboek. Een deel van het resultaat is
ondergebracht in een bestemmingsfonds Lustrum
2011. De STSN is voornemens dit bestemmingsfonds
in het lustrumjaar 2011 voor extra activiteiten
aan te wenden.
Ambities voor 2011
Naast de gebruikelijke aandacht voor een goede
invulling van de speerpunten lotgenotencontact,
voorlichting en belangenbehartiging is er voor
2011 een aantal concrete ambities neergelegd. Eén
daarvan is het succesvol organiseren van het 4de
lustrumsymposium in oktober 2011. Ook zal de
STSN zich voorbereiden op mogelijke veranderingen
in de subsidiëring van patiëntenorganisaties.
Continuïteit en kwaliteit staan hoog in het vaandel
van de STSN!
Conclusie
De STSN heeft in 2010 haar voorgenomen activiteiten
succesvol kunnen uitvoeren en bekostigen. De
STSN zet zich in om de continuïteit en kwaliteit
van haar activiteiten te waarborgen, zowel op
korte als op langere termijn. Het binden van deel-
zomer 2011 | TSC Contact
nemers/donateurs én vrijwilligers aan de STSN is
hierbij van essentieel belang!
Op 11 april jl. heeft Verstegen Accountants,
gevestigd te Dordrecht, het jaarverslag van de
STSN gecontroleerd. Het complete “Jaarverslag
plus Jaarrekening 2010” is bij het secretariaat van
de STSN ter inzage beschikbaar. ■
Staat van Baten & Lasten over 2010 (2009) in euro’s
Begroting 2010 Realisatie 2010 Realisatie 2009
Opbrengsten (Baten)
Ledenbijdragen 15.890 17.118 14.907
Subsidiebaten 64.280 64.383 57.537
Sponsoring en advertenties 3.700 684 668
Baten uit fondsenwerving 9.684 16.159 12.425
Inkomsten uit activiteiten 2.300 3.210 1.588
Financiële baten 1.100 1.393 1.496
Totaal Beschikbaar doelstellingen 96.954 102.948 88.621
Bestedingen (Lasten)
Lotgenotencontact 33.916 32.065 23.744
Voorlichting 46.060 48.282 7.310
Belangenbehartiging 6.860 4.135 5.241
Instandhoudingkosten 10.118 9.467 10.460
Bestede ontwikkelingssubsidie 25.595
Afschrijving inventaris & voorraad 194 437
Totaal Bestedingen 96.954 94.143 72.787
Resultaat -9.684 8.805 15.834
Resultaatbestemming:
Risicoreserve 480 1.006
Algemene reserve 270
Bestemmingsfonds inzake:
Stimulering Lotgenotencontact -7.670
Lustrum 2011 -2.014 8.325 14.588
Resultaat -9.684 8.805 15.834
TSC Contact | zomer 2011 45
46
bestuursmededelingen
Kabinetsbezuinigingen raken STSN zwaar
Eind mei zijn de kabinetsplannen bekend gemaakt over
allerhande bezuinigingen in de zorg, waaronder ook op
de patiënten- gehandicapten- en ouderenorganisaties. We
krijgen ook als STSN te maken met een forse terugval in
de jaarlijkse subsidie. Die terugval bedraagt bijna 50%!
Het bestuur heeft de bezuiniging natuurlijk wel zien aankomen,
maar niet in deze omvang. Het pakket van gefinancierde
activiteiten is flink uitgekleed, ondanks het
mooie verhaal van beleidsmakers en politici over het
belang van de patiëntenorganisaties als gelijkwaardige
derde partij naast zorgverleners en zorgverzekeraars.
"We betalen met z'n allen steeds meer voor de gezondheidszorg
maar we kunnen er op deze manier steeds
minder over zeggen." Dat zegt directeur Wilna Wind van
patiënten federatie NPCF in een reactie op de forse bezuinigingen
op patiëntenorganisaties die minister Schippers
heeft aangekondigd. "Artsen en verzekeraars hebben de
macht en het geld maar zij kunnen de belangen van
patiënten niet behartigen. Dat doen wij. Omdat wij weten
wat de wensen en behoeften van patiënten zijn en omdat
we veel kennis in huis hebben. Maar als wij zo fors
gekort worden, verzwakt de toch al kwetsbare positie
van de patiënt enorm."
Gelukkig hebben we als STSN de laatste 3 jaren de extra
mogelijkheden van de zogenaamde ontwikkelingssubsidie
van Fonds PGO van VWS optimaal kunnen gebruiken
dankzij de inzet van de STSN vrijwilligers, zodat we goed
voorbereid de komende financieel lastige jaren in kunnen
gaan. Duidelijk is wel dat we nog actiever moeten zijn
met fondsenwerving om de kwaliteit van ons vrijwilligerswerk
te kunnen handhaven. Wij doen nog sterker dan
voorheen als bestuur daarvoor een beroep op u!
Lustrumjaar
Op 5 mei bestond de STSN 30 jaar. De lustrumactiviteiten
zijn met medewerking van velen volop aan de gang.
Op 18 juni werd in Luttelgeest de feestelijke familiedag
gehouden. Ook op deze plaats dank aan de organisatoren
en iedereen die een bijdrage leverde aan het succes.
Het nieuwe lustrumboek werd er uitgereikt, een ode aan
de gepassioneerde TSC onderzoekers en deskundigen
waarmee de STSN samenwerkt. Ik dank iedereen die
heeft bijgedragen aan dit mooie product: de onderzoekers
voor hun passie en bereidheid daar uitgebreid over
te vertellen aan onze interviewers, STSN-vrijwilliger Cora
tekst Hans Ploegmakers
Moret die het concept bedacht en de uitvoering coördineerde,
de enthousiaste professionals die alles omgezet
hebben in beeldende teksten, foto’s en vormgeving, en
de sponsors die de realisatie van dit boek mede mogelijk
gemaakt hebben.
Op 28 oktober volgt dan nog het STSN symposium:
‘Tubereuze Sclerose en aanverwante aandoeningen, nieuwe
ontwikkelingen van belang voor de klinische praktijk’.
Tijdens dit symposium zal ook de Bourneville-prijs worden
uitgereikt aan een organisatie of persoon die zich
bijzonder verdienstelijk heeft gemaakt op het gebied van
wetenschappelijk onderzoek of zorg in relatie tot TSC.
Promotie Miraude Adriaensen
Op 26 april jl. promoveerde Miraude Adriaensen te
Utrecht op haar proefschrift ‘Imaging in Tuberous
Sclerosis Complex’: over beeldvorming bij TSC.
Copromotor was dr. Zonnenberg. De STSN droeg bij aan
de drukkosten. De samenvatting van het proefschrift is
elders in dit blad te vinden. Wij zijn blij dat er weer een
wetenschapper op een TSC onderwerp gepromoveerd is
en feliciteren Miraude van harte met dit resultaat.
Nieuwe vrijwilligers
Wij zoeken op dit moment urgent een aanvulling in het
bestuur, een bestuurslid ‘algemeen’ die afhankelijk van
ervaring, deskundigheden en interesses in goed overleg
een specifiek onderdeel van de bestuurstaken voor haar
(of zijn) rekening kan gaan nemen. Verder blijft de vraag
naar versterking van de redactie van het TSC Contact en
hebben we de vacature van beurscoördinator nog niet
kunnen invullen. En ook een fondsenwerver zouden we
goed kunnen gebruiken, maar daar moeten we het nog
over hebben. Als daar ideeën over zijn, dan zijn die welkom
bij mij. Help ons helpen! Het is behalve nuttig en
noodzakelijk ook ontzettend leuk om in de STSN als vrijwilliger
mee te draaien.
Bericht van de penningmeester
Op 1 april verstuurde onze penningmeester de brieven
naar alle leden voor de jaarlijkse bijdrage. Op 1 mei was
door twee-derde van de leden de bijdrage overgemaakt
op de STSN rekening. Niet slecht. Dank aan de snelle reageerders.
Dat betekent dat wij ons verzoek om de bijdrage
niet te vergeten nu alleen nog maar aan de resterende
een op de drie hoeven te doen: maak het nog snel even
in orde alsjeblieft! ■
zomer 2011 | TSC Contact
Stichting Tubereuze Sclerosis Nederland
De Stichting Tubereuze Sclerosis Nederland (STSN) is een landelijke, internationaal samenwerkende
organisatie van mensen met Tubereuze Sclerosis Complex (TSC), hun partners, ouders of verzorgers en
familieleden en van bij de STSN aangesloten deskundigen.
De STSN behartigt de belangen van alle mensen in
Nederland die te maken hebben met TSC en de
gevolgen daarvan. De STSN is een krachtige belangenbehartiger
en serviceorganisatie die mensen
met TSC informatie geeft en ondersteuning biedt
bij het vinden van zorg op maat en bij het omgaan
met de aandoening. En dat door:
• Belangenbehartiging;
• Voorlichting;
• Lotgenotencontact.
De kennis die hiervoor nodig is, verkrijgt de STSN
in de eerste plaats van mensen met TSC (zijn niet
altijd patiënten), hun ouders en verzorgers en
daarnaast van zorgverleners (artsen, gedragsdeskundigen)
en van wetenschappers. De STSN verzamelt
en bundelt deze kennis die het fundament
vormt van belangenbehartiging, voorlichting en
lotgenotencontact. De STSN wil de functie van landelijk
bekend 'marktplein' vervullen voor mensen
met TSC, hun ouders, verzorgers, partners en
andere betrokkenen zoals zorgverleners en wetenschappers.
Hier ontmoeten zij elkaar en vinden
direct betrokkenen informatie en ondersteuning.
De STSN behartigt de belangen van alle mensen
met TSC. Zo staat zij bij zorgaanbieders op de
bres voor kwaliteit van zorg door te pleiten voor
een gedifferentieerd en goed zorgaanbod dat uitgaat
van de vraag van de gebruiker. Aansluitend
daaraan streeft de STSN in haar contacten met
zorgverzekeraars naar een ideaal pakket van verzekerde
zorg. Samen met andere patiëntenorganisaties
voert de STSN een krachtig pleidooi voor de
belangen van mensen met TSC.
De STSN geeft voorlichting over de vele aspecten
van leven met TSC. Onder meer in goed leesbare
brochures, een eigen tijdschrift, of via de website.
Zodat betrokkenen beter in staat zijn zelfstandig
en bewust beslissingen te nemen.
De STSN organiseert lotgenotencontacten. Zo staat
niemand alleen en wordt bevorderd dat ervaringsdeskundigheid
wordt gebruikt bij het verbeteren
van de kwaliteit van zorg en van leven van mensen
met TSC. Samenwerken is voor de STSN van groot
belang. Voor haar partners is de STSN een waarde-
volle organisatie vanwege haar kennis van het
omgaan en leven met TSC. De STSN zoekt de
samenwerking, omdat door de bundeling van
krachten meer resultaten kunnen worden geboekt.
In samenwerking benutten partners over en weer
kennis, ervaring en relaties. Voor wat betreft overstijgende
vraagstukken zoals wachtlijsten of financiering
(persoonsgebonden budgetten) wordt
samengewerkt met organisaties die op deze
terreinen actief zijn. Zo werkt de STSN samen met
de Vereniging van Samenwerkende Ouder- en
Patiëntenorganisaties (VSOP), de Chronisch zieken
en Gehandicapten Raad Nederland (CG-Raad) en
de Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie
(NPCF). Organisaties die zich op landelijk niveau
richten op de bredere patiëntenbeweging als
geheel. Daarnaast wordt samengewerkt met patiëntenorganisaties
die actief zijn op verwante
terreinen, zoals de Epilepsievereniging Nederland,
de Nierpatiëntenvereniging en de Nederlandse
Vereniging voor Autisme.
De STSN zoekt ook de samenwerking met partners
zoals zorginstellingen, hulpverleners, zorgverzekeraars
en de wetenschappelijke wereld. Zo vervult
de STSN een rol bij de ontwikkeling van effectieve
zorg, medische- en sociale begeleiding of de
bevordering van betere voorlichting en van wetenschappelijk
onderzoek. En dat vereist goede
contacten met onder meer de desbetreffende
specialisten. Deze samenwerking had tot nu toe
onder andere tot resultaat de oprichting van twee
poliklinieken en van een expertiseteam ‘gedrag’,
onderzoek naar de genetische oorsprong van
TSC en gedragskundig onderzoek.
De STSN stelt zich vooral tot doel de realisatie van
een optimale kwaliteit van leven en van zorg voor
mensen met TSC, waarbij bovendien de verdere
overerving van TSC zo veel mogelijk kan worden
voorkomen. Hiertoe zijn nodig goede en volledige
informatie, snelle diagnose, tijdige behandeling,
zorg op maat en goede, persoonlijke begeleiding
en ondersteuning bij het leren omgaan met deze
aandoening. De STSN vindt verder dat mensen met
TSC zoveel als hun aandoening toestaat zelf de
regie in eigen hand moeten kunnen houden.
Belteam STSN
Een luisterend oor en antwoord op uw vragen
TSC is een complexe aandoening. De ernst van de ziekte kan geweldig variëren.
Sommige patiënten hebben geen of weinig symptomen, anderen zijn van kinds af
aan ernstig gehandicapt. Sommigen leven hun leven met TSC zonder daar al te
veel bij stil te staan en anderen ondervinden dagelijks last van TSC. Voor vragen,
klein en groot, op het gebied van behandeling, belangenbehartiging en lotgenotencontact
kunt u terecht bij het nieuwe belteam van de STSN!
0900-0400022
(0,20 ct per minuut)
Het belteam is te bereiken op maandagavond van 20.00 – 22.00 uur.
Via e-mail is het belteam iedere dag te bereiken: belteam@stsn.nl.
Het belteam bestaat uit drie STSN leden: Marlies van Zuilen, Gerdie Rooijakkers en
Bauke Maassen.
www.stsn.nl