DE HYDRAULISCHE VOORSTEUN Beschriiving algem'een De DAF hydraulische voorsteun bestaat uit vier hoofddelen te weten: 1. De hydraulische voorsteunpoot. 2. De pompeenheid. 3. De voorraadtank voor de glycerine. 4. Het automatisch bedieningsmechanisme voor het intrekken van de voorsteun. Ter extra ondersteuning kunnen nog neerklapbare, eventueel instelbare hulpsteunen aan weerszijden van de oplegger gemonteerd worden. De verbinding tussen pompeenheid en voorsteun bestaat uit een persleiding, welke in een krul gelegd is om het eventueel uitzetten of krimpen van de leiding te kunnen opvangen, alsmede trillingen in de leiding- Tussen pomp en voorraadtank bevindt zích eltt flensverbinding, waardoor een hol uitgevoerde drukstang kan schuiven, welke de functie heeft van kleplichter in het automatisch bedieningsmechanisme. Verder is een omloopleiding gemonteerd, die de voorraadtank rechtstreeks verbindt met de persleiding naar de voorsteun, dus buiten de pompeenheid om. In deze omloopleiding bevindt zich een naaldafsl'uiter (zie Afb. 4) . De voorsteunpoot Beschrijving (Afb. 18 ) . In het poothuis, dat aan het chassis gelast is, kan de voorsteunpoot (N) op en neer schuiven. Wanneer men pompt dan- zal de glycerine in de voorsteunpoot geperst worden, waardoor deze naar beneden beweegt tegen de werking van de drukveer (F) in. De manchet (H) zorgt er voor dat de glycerine niet naar het poothuis (C) kan weglekken. Wanneer de kleppen van de voorsteunpomp geopend worden bii het aankoppelen of de naaldafsluiter in de omloopleiding wordt geopend, dan zal de drukveer (F) de voorsteunpoot (N) in doen trekken. De bout (l ) in de sluitmoer ( I ) borgt deze tegen losdraaien. Bij de inlaat van de persleiding is een rubberplaat (B ) om de pijp geschoven om te voorkomen dat opgeworpen water en vuil - door de achterwielen van de trekker - in de voorsteunpoot kan komen. In de doosvormige versterkingen aan het poothuis dienen onderin gaten geboord te zijn (X), zodat ingelopen water kan wegvloeien. Bij vriezend weer zort anders het ijs de voorsteun kunnen vervormen, waardoor deze niet kan bewegen. Ga dus vooral 's winters na of deze gaten niet verstopt ziin. Opleggers, uitgevoerd met een dubbele voorsteun, zijn dikwijls voorzien van een ronde scharnierende voetplaat. Deze voet mag nooit gesmeerd worden, daar anders het rubberblok, dienende voor de instelling van de voetplaat, wordt aangetast. Voor storingen zie beschrijving onder dat hoofd. Beschriiving (Afb. 19 ) . De pomp met tankgedeelte De pijl in de afbeelding geeft de rijrichting aan. De pomp (1) is een normale enkel' werkende zuig-perspomp. De grote plunjer schuif t in het pomphui,s op en neer, terwijl in de giote plunjer de kleine heen en weer kan bewegen. De afdichting tussen grote en kleine pluî;er- en tussen de grote plunjer en het pomphuis gesc_hiedt d.m.v. àfdi.htringen. Om hèt binnendringen van vuil te voorkomen is om de kleine plunjer inwendig éen viltring aangebracht. Op het hoogste punt van de pomp is eel ontluchtschroef l2) aangebràcht voo. het ontluchten van de voorsteun, zie onder ,,Ontluchten van de voorste,-irr". Onder aan het pomphuis en in verbinding hiermee bevindt zich het kleppenhuis. Hierin bevindt zich de zuigklep ( 6 ) die door de veer ( S t gp ziin plaats géhouden wordt en verder de perskogelklep (4) die door de veer (3) belast is. Naast de pomp is de voorraadtank (7 ) gemonteerd, bevattende glycerine met een s.g. van 1,23 en een Ph-waarde van 5. L9
20 Afb. 18. Lichte voorsteunpoot. A. B. Borgmoer, vaste zuiger Rubber afdichtplaat C. Poothuis D. Vaste zuiger E. Kraag, binnenpoot F. Drukveer G. Eindplaat, vaste zuiger H. Manchet I. Borgbout Sluitmoer l. K. Manchetplaat L. Tegenlegplaat M. Bout N. Binnenpoot O. Loopwiel P. Gaffel, brug a. As, brug R. Borgbout, as S. Brug l --+.
- Page 1 and 2: INSTRUCTIEBOEK, OPLEGGERS VAN DOORN
- Page 4 and 5: VOOR\wOORD In dit instructieboekje
- Page 6 and 7: INHOUDSOPGAVE BEDIENING. . . . . .
- Page 8 and 9: Í"" BEDIENING Het aankoppelen van
- Page 10 and 11: Afb. 5, Koppelhefboom in bovenste s
- Page 12 and 13: Het afkoppelen van de oplegger. Dit
- Page 14 and 15: Storingen. Het remaansluitstuk mag
- Page 16 and 17: Afb. 11, Het bedieningsmechanisme.
- Page 18 and 19: Wanneer de electrische verbinding t
- Page 22 and 23: Rilrichting Afb. 19. Pomp en tankop
- Page 24 and 25: De persslag gaart voor een gedeelte
- Page 26 and 27: Rii 'smorgens nimmer w€g alyoreSs
- Page 28 and 29: Afb. 23, Ll,,i !,,1-' van de veerho
- Page 30 and 31: Indien de klep juist is afgesteld,
- Page 32 and 33: DE ELECTRISCHE INSTALLATIE Algemeen
- Page 34 and 35: en ten tweede volgens Afb. 30, waar
- Page 36 and 37: Onderhoud De verbindingen moeten sc
- Page 38 and 39: SteI de remschoenen zodanig af, dat
- Page 40 and 41: De remschoenen zijn,,zwevend" gemon
- Page 42 and 43: Afb. 36, Remplaat compleet met rems
- Page 44 and 45: !- Versleten remvoering. Indien mog
- Page 46 and 47: l NAVEN Beschriiving De naven welke
- Page 48 and 49: 1. 2. 3. 4. 5. Opmerking:'Controlee
- Page 50 and 51: tia, . tTt: È; *:i ' is Qiit' **.
- Page 52 and 53: Afb. 16. Pendelen van het wielstel
- Page 54 and 55: I Smering. Een eerste vereiste voor
- Page 56 and 57: o Stand rijden 5' -ffi' I o f nt @
- Page 58 and 59: (dashbord) of door aan het ringetje
- Page 60 and 61: Stand tijdens rijden Luchtdruk I Bu
- Page 62 and 63: Afb. 5!. Principe schema luchtdruk-
- Page 64 and 65: Rem,men blijven han,gen (slepen) na
- Page 66 and 67: @ Afb. 51, Boutgat van wiel bii enk
- Page 68 and 69: Storingr€rt en hun oPlossing. Het
- Page 70 and 71:
Banden Beschriiving. De banden die
- Page 72 and 73:
Afb. 61, Te hoge spanning vero orza
- Page 74 and 75:
Verder toont Afb. 68 het breken van
- Page 76 and 77:
l $ îr :i í.: i.' . t:.'., , ' ;i
- Page 78 and 79:
Gen bandenvervrrisselilr,g toegepas
- Page 80 and 81:
\ 2. Diepere sneden, welke gaan tot
- Page 82 and 83:
t+0 k 5 jso É 860 o, H70 a 60 ep f
- Page 84:
.i f .. a ;a' :l'.. 1.-.. . i' i, :
- Page 87 and 88:
IIJ -É, uJ a I É, tU () orrJ J o
- Page 89 and 90:
88 ti
- Page 92 and 93:
'1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9, 10. 1'1
- Page 94 and 95:
,, $, tr tr 1r: .{.,, t',ir'tt 'ì
- Page 96 and 97:
O msch rijving 1 . Draadspil en kab