evaluatieverslag - Index of
evaluatieverslag - Index of
evaluatieverslag - Index of
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
AA<br />
OBS AAAde @chipel<br />
AA<br />
SAMENVATTING EVALUATIE VAN DE PILOT INCLUSIEF ONDERWIJS ALMERE<br />
augustus 2001- juni 2003<br />
"Het gaat niet om de weg, maar om het perspectief<br />
We gaan op reis, maar de wegen zijn niet aangegeven. Wij bieden het perspectief en gaan zelf mee<br />
op avontuur. "<br />
(Anja Marks)<br />
Hoe het allemaal begon<br />
Voorjaar 2001 . . . . .<br />
De ouders van twee leerlingen met een leeftijd van respectievelijk 10 en 11 jaar zijn voor hun dochters<br />
op zoek naar een reguliere basisschool. Dit blijkt geen sinecure. Door de ernstige<br />
onderwijsbelemmering van beide meisjes is er in Nederland geen school te vinden die het aandurft<br />
deze leerlingen in te schrijven.<br />
Openbare basisschool de archipel, Stichting "Gewoon Anders" en Schoolbegeleidingsdienst<br />
IJsselmeerpolders starten een project om deze twee meisjes onderwijs te laten volgen: het project<br />
inclusief onderwijs. De archipel is op dat moment een startende brede, inclusieve school.<br />
Bij de start realiseerde iedereen zich dat twee jaar te kort is om volledige inclusiviteit vorm te geven.<br />
Het meest haalbare werd nagestreefd.<br />
Inclusief onderwijs, wat is dat?<br />
Inclusief onderwijs is een onderwijsvorm die ervoor zorgt dat de schoolcultuur zich dusdanig<br />
ontwikkelt dat alle kinderen, ongeacht handicap <strong>of</strong> stoornis, welkom zijn. De school past zich aan de<br />
leerling aan en niet andersom. De mate van flexibiliteit van de school bepaalt de grens van het succes<br />
van inclusie en er wordt getracht een schoolcultuur te ontwikkelen die uitsluiting probeert te vermijden.<br />
Dit vereist een herbezinning op de inhoud van de school: het leerplan, de lesmethode, de organisatie,<br />
de toegankelijkheid, etc.<br />
In het buitenland is reeds gebleken dat scholen die inclusief onderwijs als uitgangspunt nemen betere<br />
leerprestaties voor alle kinderen realiseren. De betere leerlingen leren als extra vaardigheden<br />
samenwerken en coachen, de zwakkere kinderen behalen betere leerresultaten.<br />
Hoewel het geven van inclusief onderwijs het nodige aan vaardigheden van de leerkracht vraagt,<br />
wordt dit door de leerkrachten die het uitvoeren in de meeste gevallen niet als taakverzwarend gezien.<br />
Wel is in de startfase sprake van een taakverzwaring, doordat een verandering in werken en denken<br />
tot stand moet komen. En elke verandering kost moeite.<br />
Een belangrijk uitgangspunt bij inclusief onderwijs is dat kinderen juist van elkaar veel leren.<br />
Begrippen als "coöperatief" leren en "peer-tutoring" zijn erg belangrijk. Dit leren van elkaar wordt bij<br />
alle vak- en vormingsgebieden toegepast, dus ook bij de instrumentele vaardigheden (lezen, taal,<br />
rekenen, schrijven).<br />
Daarnaast is het werken met individuele leerlijnen en het leren op verschillende niveaus noodzaak om<br />
kinderen met zeer diverse onderwijsbehoeften passend onderwijs te bieden.<br />
Ook wordt binnen inclusief onderwijs actief gewerkt aan sociale relaties en vorming. Hierdoor wordt<br />
acceptatie van en omgaan met verschillen bevorderd<br />
De pilot<br />
'Door middel van een intensieve begeleiding en een intensief ontwikkeltraject te onderzoeken,<br />
in welke mate, op welke wijze en onder welke voorwaarden inclusief onderwijs mogelijk is.<br />
Bovenstaande was het doel van de pilot. Daarbij was het projectteam benieuwd hoe inclusief<br />
onderwijs te realiseren is en wat er de benodigde ingrediënten voor zijn.<br />
De ouders van Sterre en Thiandi hebben daarbinnen ook als doel goed onderwijs op cognitief en<br />
sociaal emotioneel gebied voor hun kinderen te realiseren en sociale relaties en vriendschappen met<br />
andere kinderen mogelijk te maken. Kortom zij willen hun kinderen op volwaardige wijze op een<br />
reguliere school geplaatst krijgen. Het gaat hierbij om twee leerlingen die in Nederland meestal naar<br />
een dagcentrum gaan voor kinderen met een verstandelijke beperking (KDC, ODC).
De begeleiding binnen de pilot is zowel procesmatig als inhoudelijk gezamenlijk vormgegeven door de<br />
verschillende participanten: de directie van de archipel, de schoolbegeleidingsdienst, de<br />
casemanager en de projectleider van "Gewoon Andersn. Vanzelfsprekend in samenwerking met de<br />
ouders. Op sommige momenten is er bovendien een inhoudelijke bijdrage verzorgd door externe<br />
deskundigen. De begeleiding stond in dienst van het ontwikkeltraject van de school.<br />
De benodigde financiële middelen kwamen tot stand door gemeenschappelijke inspanningen van alle<br />
betrokkenen<br />
Succesfactoren en resultaten<br />
Hoewel slechts op één ervaring van één basisschool gebaseerd, zijn wij van mening dat er een<br />
aardige lijst van resultaten op te sommen valt:<br />
Resultaten in relatie tot succesfactoren<br />
Algemene resultaten van de pilot 'inclusief onderwijs'<br />
Resultaten op schoolniveau<br />
Resultaten op groeps- en klassenniveau<br />
Resultaten op leerlingniveau (Sterre en Thiandi)<br />
Dez: resultaten zijn te lezen in het evaluatierapport van de pilot "inclusief onderwijsn<br />
I Een leerling uit de bovenbouw vertelt over Sterre en Thiandi.......<br />
Wat zou je ervan vinden als Thiandi en Sterre naar een school zouden<br />
gaan waar allemaal dezelfde soort kinderen zitten?<br />
- Ik weet dat niet zo goed maar ik denk dat ze ook veel meer van ons kan leren dan<br />
I uan die andere eehandicaoten.<br />
Conclusies<br />
"De enige manier om het te ervaren is het te doen. "<br />
De ouders, de leerkrachten, de onderwijsassistenten, de casemanager, het projectteam, kortom alle<br />
- - -<br />
deelnemers in de pilot 'inclusief onderwijs' vinden dat de pilot is gestaagd.<br />
In de doelstelling van de pilot 'inclusief onderwijs' lag de vooronderstelling besloten dat inclusief<br />
onderwijs mogelijk is. Het <strong>evaluatieverslag</strong> over de ervaringen met Sterre en Thiandi op basisschool<br />
de archipel geeft alle aanleiding om te stellen dat die vooronderstelling klopt.<br />
Voor het eerst in Nederland heeft een basisschool voltijds onderwijs verzorgd aan zogeheten<br />
'kinderdagcentrum-kinderen'.<br />
In het evaluatierapport komen tevens aanbevelingen aan de orde. Aanbevelingen aan beleidsmakers<br />
en politici, aanbevelingen aan de besturen van het regulier onderwijs in Almere, aanbevelingen aan<br />
basisschool de archipel en tot slot een aanbeveling aan scholen en directies die voor inclusief<br />
onderwijs willen kiezen.<br />
Wat voorop staat<br />
Een school die voor inclusief onderwijs kiest hoeft niet met invoering te wachten tot aan alle<br />
voorwaarden is voldaan. Het allerbelangrijkste is een team dat achter de principes van inclusief<br />
onderwijs staat en bereid is hiernaar te (gaan) handelen. Vervolgens kan de school aan de slag om al<br />
werkende weg inclusief onderwijs vorm te geven (de school als lerende organisatie). Maak als<br />
schoolleiding aan leerkrachten, ouders en leerlingen duidelijk wat je - gegeven de omstandigheden-<br />
als school wel en niet kunt waarmaken en ga samen op weg. Door geen overdreven verwachtingen te<br />
koesteren, maar realistische doelen te stellen wordt het concept 'inclusief onderwijs' hanteerbaar.<br />
Wees daarbij creatief in het aanwenden van gelden. Kortom: "Learning by doing".<br />
Het is een mooie nazomerdag in september 2003. Prinses Maxima verrast de archipel met een<br />
werkbezoek. Zij is diep onder de indruk van wat de leerlingen en het schoolteam als vanzelfsprekend<br />
beschouwen.. ..
EVALUATIE VAN DE PILOTINCLUSIEF ONDERWIJS<br />
ALMERE<br />
augustus 2007- juni 2003<br />
"Het gaat niet om de weg, maar om het perspectief.<br />
We gaan op reis, maar de wegen zijn niet aangegeven. Wij bieden het perspectief<br />
en gaan zelf mee op avontuur. "<br />
(Anja Marks)<br />
AUGUSTUS 2003
Eerste druk<br />
Vormgeving: Felix Guérain tekenprodukties<br />
Tekstadviezen: Irma Brus<br />
O 2003, Stichting "Gewoon Anders", Almere<br />
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en1 <strong>of</strong> openbaar gemaakt door middel van<br />
druk, fotokopie, micr<strong>of</strong>ilm <strong>of</strong> op welke wijze ook, zonder voorafgaande toestemming van de<br />
Stichting "Gewoon Anders".
INHOUDSOPGAVE<br />
Woord vooraf<br />
1. Inleiding<br />
2. Achtergrond<br />
3. Doelstelling<br />
4. Succesfactoren en resultaten<br />
4.1 Factoren die bijdragen aan de succesvolle ontwikkeling naar een inclusieve school<br />
4.2 Algemene resultaten van de pilot 'inclusief onderwijs'<br />
4.3 Concrete resultaten gerealiseerd binnen basisschool de @chipel<br />
4.3.1 Resultaten op schoolniveau<br />
4.3.2 Resultaten op groeps- en klassenniveau<br />
4.3.3 Resultaten op leerlingniveau (Sterre en Thiandi)<br />
5. Conclusies<br />
6. Terugblik op het plan van aanpak<br />
1 6.1 Organisatie en planning<br />
6.2 Samenwerking en communicatie<br />
6.3 Facilitering<br />
7. Aanbevelingen<br />
8. Slotwoord<br />
Geraadpleegde literatuur, rapporten en documenten 32<br />
Bijlagen<br />
Bijlage 1. Pilotplan 'Inclusief onderwijs'<br />
Bijlage 2. Schoolconcept Eilandenbuurt, basisschool De archipel<br />
Bijlage 3. Evaluatie Ouders pilot inclusief onderwijs<br />
De ouders van Sterre<br />
Bijlage 4. Evaluatie van de klassenassistenten<br />
Bijlage 5. Evaluatie van de leerkrachten<br />
Leerkracht groep 3 14 15 (A. Dragstra)<br />
Leerkracht groep 6 l 71 8 en intern begeleider (J. Walda)<br />
Leerkracht groep 1 12 A (W. van het H<strong>of</strong>)<br />
Bijlage 6. Evaluatie pilot inclusief onderwijs door Anja Marks, casemanager.<br />
Bijlage 7. Evaluatie basisschool de archipel ( F. Molenberg, schooldirecteur en B.<br />
schooladviseur)<br />
Ooms,<br />
35<br />
37<br />
45<br />
49<br />
49<br />
55<br />
57<br />
57<br />
59<br />
60<br />
65<br />
69
Woord vooraf<br />
Met trots presenteren wij het rapport: "Evaluatie van de pilot inclusief onderwijs Almere,<br />
augustus 2001- juni 2003". Voor u misschien een vanzelfsprekendheid, voor ons een<br />
noviteit. Nooit eerder is een evaluatierapport van de Stichting "Gewoon Anders" in deze <strong>of</strong><br />
een vergelijkbare vorm verschenen. De reden is dan ook een bijzondere: het projectteam<br />
vond de resultaten van de pilot zo opmerkelijk, dat zij heeft besloten de evaluatie breed<br />
onder de aandacht te brengen.<br />
De pilot 'inclusief onderwijs' is een samenwerkingsproject van Stichting "Gewoon Anders",<br />
openbare basisschool De @rchipel en de Schoolbegeleidingsdienst IJsselmeerpolders. Om<br />
de uitvoering van de pilot mogelijk te maken hebben velen binnen en buiten de<br />
projectorganisatie hun steentje bijgedragen. Wij noemen:<br />
de leerlingen en ouders van basisschool de archipel,<br />
de ouders van Sterre en Thiandi, de twee 'inclusieve leerlingen', te weten Ferdi<br />
Ploeger1 Yvonne Brouwers en Trix Gro<strong>of</strong>fl José Smits<br />
de directie en het schoolteam van basisschool de @rchipel: Fred Molenberg, Wanda<br />
Farber, Willy van het H<strong>of</strong>, Joke Walda, Anneke Dragstra, Wendy Sminia en Lien<br />
Venema.<br />
Marilyn Kaptijn, Jolanda Roskam, Sylvia Poelman, de klassenassistenten van de<br />
Stichting "Gewoon Anders":<br />
Anja Marks, casemanager bij de Stichting "Gewoon Anders"<br />
het projectteam bestaande uit:<br />
Fred Molenberg, directeur van basisschool de archipel<br />
Jan Stuijver, bovenschools directeur openbaar onderwijs Almere<br />
Betsy Ooms, schooladviseur van de SBD IJsselmeerpolders<br />
Susan Walstra, onderwijskundige en projectleider; Ingrid Bruin, coördinator<br />
begeleiding en waarnemend projectleider<br />
en Grytsje Durkstra, directeur van de Stichting "Gewoon Anders"<br />
Dankzij het enthousiasme en de inzet van al deze mensen heeft het begrip 'inclusief<br />
onderwijs' inhoud en kleur gekregen.<br />
Een speciaal woord van dank zijn wij verschuldigd aan Jannie Lammers, voormalig directeur<br />
van de stichting "Gewoon Anders" en initiatiefnemer van de pilot 'inclusief onderwijs'.<br />
Namens allen die de pilot 'inclusief onderwijs' mogelijk hebben gemaakt,<br />
Susan Walstra,<br />
u<br />
Projectleider<br />
p - -.A<br />
-- -- - - -- --- - -- - -. -- 5<br />
Evaluatierapport $ot 'inclusief onderwijs' - Stichting "Gewoon Anders" augustus 2003
1. Inleiding<br />
Een snikhete dag halverwege augustus 2001. Het kersverse team van de nieuw te starten<br />
basisschool de archipel maakt kennis met elkaar. Twee medewerkers van de Stichting<br />
"Gewoon Anders" en een medewerker van de schoolbegeleidingsdienst zijn ook aanwezig.<br />
Terwijl schoolleveranciers in- en uitlopen vindt een introductie 'inclusief onderwijs' plaats. De<br />
inschrijving van de eerste 'inclusieve leerling' Sterre is dan al een feit. Samen met 40 andere<br />
leerlingen beleeft zij kort na deze bijeenkomst haar eerste schooldag op de archipel.. . . . .<br />
En zo begon het pilotproject 'inclusief onderwijs'. Maar hoe ging het verder?<br />
In dit evaluatierapport vindt u de ervaringen terug van twee jaar enthousiast werken aan<br />
'inclusief onderwijs'. Deze evaluatie is in de eerste plaats bedoeld als een verantwoording<br />
van de inzet van gelden, personeel en andere middelen, maar ook om te motiveren waarom<br />
we soms van het plan zijn afgeweken. Minstens zo belangrijk is dat deze evaluatie de<br />
gelegenheid biedt om terug te blikken en te reflecteren op wat er inhoudelijk binnen de pilot<br />
iS bereikt. Het verslag is ook geschreven als opmaat richting een traject 'inclusief onderwijs'<br />
binnen het voortgezet onderwijs. Kort gezegd: wij hebben enorm veel over inclusief<br />
onderwijs geleerd en dat willen we ook graag delen met anderen.<br />
Het rapport bestaat uit twee gedeelten: een gezamenlijk verslag van alle betrokkenen en een<br />
gedeelte bestaande uit bijlagen. In de bijlagen kunt u de afionderlijke evaluaties teruglezen<br />
van de casemanager, de ouders, de onderwijsassistenten, de leerkrachten en de<br />
schoolbegeleider samen met de directeur. Deze evaluaties wilden we u beslist niet<br />
onthouden omdat zij, elk vanuit hun eigen invalshoek, een interessant en leerzaam doorkijkje<br />
bieden naar het project.<br />
Hoe heeft de dataverzameling voor het gezamenlijk verslag van deze evaluatie plaats<br />
gevonden?<br />
Bij de start van de pilot is een nulmeting, in de vorm van een vragenlijst, uitgevoerd bij de<br />
eerste leerkrachten van de school. Het aantal ingevulde lijsten was echter te klein om met<br />
elkaar te kunnen vergelijken en algemene conclusies te trekken.<br />
In het najaar van 2002 heeft er vanuit "Gewoon Anders" een schriftelijke tussenevaluatie met<br />
de medewerkers plaatsgevonden. De uitkomsten van de tussenevaluatie zijn betrokken bij<br />
deze eindevaluatie. Het projectteam heeft op verschillende momenten in het ontwikkeltraject<br />
overleg gehad over de te volgen koers.<br />
Met de ouders van Sterre en Thiandi hebben naast voortgangsgesprekken tussentijdse<br />
evaluatiegesprekken plaatsgevonden. Dit betr<strong>of</strong> zowel het onderwijs aan hun kinderen als<br />
het verloop van de pilot. Andere ouders zijn niet rechtstreeks bij de evaluatie betrokken. Wel<br />
heeft de schooldirectie samen met de medezeggenschapsraad een oudertevredenheids-<br />
onderzoek gehouden waarin ouders gevraagd is onder andere hun mening over inclusief<br />
onderwijs te geven.<br />
Met deze evaluatie wordt de pilot 'inclusief onderwijs' formeel afgesloten. Een goed moment<br />
dus om de mogelijkheden van inclusief onderwijs onder de aandacht te brengen bij ouders,<br />
scholen en overheden. Voor ons staat het nu al vast dat er een vervolg op deze pilot komt.<br />
Het ho<strong>of</strong>dstuk 'Aanbevelingen' biedt voldoende aanknopingspunten om in de nabije<br />
toekomst zowel binnen de archipel als daarbuiten vervolgstappen te kunnen zetten, want:<br />
"Het gaat niet om de weg, maar om het perspectief.<br />
We gaan op reis, maar de wegen zijn niet aangegeven. Wij bieden het perspectief en gaan<br />
zelf mee op avontuur. "<br />
- . .<br />
--. -- -. -- . - - -- 7<br />
-rapport pilot 'inclusief
Stichting "Gewoon Anders" en het openbaar onderwijs gaan samen op zoek<br />
Parallel aan dit plan verstrekt het openbaar onderwijs Almere in september 2000 een<br />
opdracht om een pr<strong>of</strong>iel te maken voor de nieuw te starten school in Almere Buiten zuid. De<br />
bestuurscommissie openbaar onderwijs Almere wil vooraf aan de start van een school een<br />
duidelijke onderwijskundige keuze gemaakt hebben alvorens over te gaan tot het aanstellen<br />
van een directeur voor een nieuwe school. De werkgroep onderwijskundige concepten,<br />
ingesteld door het Bovenschools Management Team Primair Onderwijs, gaat aan het werk.<br />
Dit resulteert in november 2000 tot een onderwijskundig pr<strong>of</strong>iel dat is gebaseerd op het<br />
concept 'inclusief onderwijs' en brede school.<br />
In december 2000 vindt er een gesprek plaats tussen de clusterdirecteur Jan Stuijver en de<br />
toenmalige directeur van "Gewoon Anders" Jannie Lammers. Toeval <strong>of</strong> niet, in dit gesprek<br />
komen de twee bovengenoemde initiatieven bij elkaar. In de eerste opzet van de pilot gaat<br />
"Gewoon Anders" uit van twee verschillende basisscholen. Op die manier kunnen twee<br />
praktijkervaringen naast elkaar worden gezet en vergeleken. De directeur van de Stichting<br />
"pewoon Anders" lanceert het pilotplan 'inclusief onderwijs' binnen het openbaar en<br />
bijzonder basisonderwijs in Almere. Presentaties over inclusief onderwijs en gesprekken met<br />
een aantal geïnteresseerde scholen volgen. Het lukt echter niet twee scholen in Almere te<br />
vinden die de pilot willen uitvoeren. Gezien de ontstane situatie besluiten "Gewoon Anders"<br />
en het openbaar onderwijs Almere samen de pilot op de nieuw te starten school uit te<br />
voeren.<br />
De nieuw te starten basisschool De archipel stapt in de pilot<br />
Openbare basisschool de archipel in de Eilandenbuurt gaat de pilot uitvoeren. Het<br />
projectteam is zich bewust van de bezwaren die kleven aan de keuze voor een nieuwe<br />
school die tevens brede school wil worden, maar vindt de keuze niettemin verantwoord.<br />
Belangrijk uitgangspunt voor de nieuwe school is om in een vroeg stadium met alle<br />
betrokken instanties te gaan samenwerken: Stichting "Gewoon Anders", de<br />
schoolbegeleidingsdienst IJsselmeerpolders en Stichting 1 van het speciaal basisonderwijs.<br />
De onderwijskundig medewerker van "Gewoon Anders" participeert namens "Gewoon<br />
Anders" in de sollicitatieprocedure voor een directeur van de nieuwe school. Fred Molenberg,<br />
de nieuw benoemde directeur, ziet in het concept brede schooll inclusief onderwijs een grote<br />
uitdaging.<br />
In augustus 2001 start de eerste geïndiceerde leerling Sterre, in mei 2002 volgt de tweede,<br />
Thiandi. Een belangrijke voorwaarde voor plaatsing is dat deze 'pilot-leerlingen'<br />
daadwerkelijk in de buurt van de school komen wonen.<br />
1 Waarom ritten Thiandi en Sterre op de Orrhipel?<br />
Leerlingen uit de bovenbouw vertellen over Sterre en Thiandi.. . . . ..<br />
- Omdat ze in deze groepen ook meer met de "normale kinderen" leren omgaan en<br />
hun kunnen ook veel van ons leren.<br />
- Omdat ze gewoon kunnen leren en misschien zijn ze wel gehandicapt, maar ze<br />
kunnen gewoon lezen.<br />
- Omdat andere mensen ook op een gewone school moeten kunnen leren.<br />
- Want we wouden eens proberen <strong>of</strong> dat kon. Ik vind van wel want ze kan nog veel<br />
dingen leren enz.<br />
- Ze konden eerst nog niet zo veel en op de andere school mochten ze eigenlijk niet<br />
op school en nu ze hier wel konden zijn leren ze veel meer en is de school ook wat aparter.<br />
P<br />
~valuatiera~&rt pilot 'inclusief onderwijs':<br />
--p
3. Doelstelling<br />
'Inclusive education is a service not a place."<br />
In verschillende internationale verdragen (Europa, Salamanca, Rechten van het Kind) heeft<br />
ook Nederland zich verplicht zoveel mogelijk te streven naar inclusief onderwijs. Toch is het<br />
begrip 'inclusief onderwijs' in Nederland vrij onbekend en wordt vaak verward met integratie:<br />
bij integratie moeten de leerlingen zich aanpassen aan het onderwijs, bij inclusie wordt<br />
gezocht naar een manier waarop alle kinderen samen kunnen leren. Omdat de term<br />
'inclusief onderwijs' internationaal gezien uiteenlopende definities kent, is destijds gekozen<br />
voor een beschrijving van de kaders. Hier komt de volgende omschrijving van 'inclusief<br />
onderwijs' uit voort :<br />
t<br />
"Scholen die inclusief onderwijs verzorgen leggen geen beperkingen op voor toelating<br />
van kinderen: elk kind, ongeacht handicap <strong>of</strong> stoornis, is welkom. De kwaliteit van het<br />
onderwijs is hoog tot zeer hoog. "( . . .) "Een belangrijk uitgangspunt bij inclusief<br />
onderwijs is dat kinderen van elkaar leren" (zie bijlage 7: Pilotplan 'Inclusief<br />
Onderwijs 3<br />
Deze omschrijving vormt de basis voor de ho<strong>of</strong>ddoelstelling van de pilot 'inclusief onderwijs':<br />
Door middel van een intensieve begeleiding en een intensief ontwikkeltraject te<br />
onderzoeken, in welke mate, op welke wijze en onder welke voorwaarden inclusief<br />
onderwijs mogelijk is.<br />
In de doelstelling ligt in feite de vooronderstelling besloten dat inclusief onderwijs mogelijk is.<br />
Het gaat er eerder om te zoeken naar een antwoord op de vragen:<br />
- Hoe is 'inclusief onderwijs' te realiseren?<br />
- Wat is daar dan voor nodig?<br />
De ouders van Sterre en Thiandi hebben daarbinnen ook als doel goed onderwijs op<br />
cognitief en sociaal emotioneel gebied voor hun kinderen te realiseren en sociale relaties en<br />
vriendschappen met andere kinderen mogelijk te maken. Kortom zij willen hun kinderen op<br />
volwaardige wijze op een reguliere school geplaatst krijgen. Het gaat hierbij om twee<br />
leerlingen die in Nederland meestal naar een dagcentrum gaan voor kinderen met een<br />
verstandelijke beperking (KDC, ODC).<br />
. -- -<br />
de bovenbouw vertellen over Sterre en Thiandi.. . . . ..<br />
1 Hebben Thiandi en Sterre hier veel vrienden en vriendinnen?<br />
- Ja, heel veel. Er zijn kinderen die wat minder met Sterre spelen en anderen heel veel.<br />
- Ja, ze heeft best wel veel vrienden. Eerst vond iedereen Sterre raar en later<br />
beginnen ze er aan te wennen en dan willen ze bevriend raken.<br />
- Als Thiandi naar je lacht dan is ze je vriend en als ze boos kijkt dan vind ze je<br />
niet aardig.<br />
- 11<br />
Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting "Gewoon Anders" augustus 2003
Enkele termen uit de ho<strong>of</strong>ddoelstelling vragen om een extra toelichting:<br />
- het ontwikkeltraject<br />
Hoewel het ambitieniveau hoog is, heeft het projectteam zich gerealiseerd dat twee jaar<br />
tekort zou zijn om het concept 'inclusief onderwijs' volledig in te voeren. Dit bleek in de<br />
praktijk ook het geval te zijn. Het team van de archipel omschrijft hun school dan ook<br />
treffend als 'een school op weg naar inclusief onderwijs'. De ontwikkeling naar een meer<br />
inclusieve school vindt ook in de komende jaren doorgang, maar de pilot 'inclusief onderwijs'<br />
wordt met deze evaluatie <strong>of</strong>ficieel afgesloten.<br />
- de begeleiding<br />
Zowel de procesmatige als de inhoudelijke begeleiding is gezamenlijk vormgegeven door de<br />
verschillende participanten: de directie van de archipel, de casemanager en projectleider<br />
van "Gewoon Anders", de schooladviseur. Vanzelfsprekend in samenwerking met de ouders.<br />
Op sommige momenten is er bovendien een inhoudelijke bijdrage verzorgd door externe<br />
d6skundigen. De begeleiding stond in dienst van het ontwikkeltraject; we hebben te maken<br />
met een startende school met een specifieke missie, namelijk 'inclusief onderwijs'.<br />
In het ontwikkeltraject stond soms de startende school meer centraal en soms meer de<br />
'inclusieve', maar vaak werd op beide fronten tegelijk gewerkt. De begeleiding vond plaats<br />
op verschillende niveau's: directie, team, leerkrachten, onderwijsassistenten.<br />
Een belangrijk aandachtspunt was het tempo waarin de pilot zich ontwikkelde. Op een paar<br />
momenten is besloten te temporiseren, op andere momenten zijn er grote sprongen in de<br />
ontwikkeling gemaakt.<br />
- van voorwaarden naar mogelijke succesfactoren<br />
Op basis van literatuuronderzoek en de ervaringen binnen de pilot is met enige zekerheid te<br />
zeggen aan welke voorwaarden een school zou moeten voldoen om volledig 'inclusief' te<br />
worden, en ook in welke mate. Toch zijn we om twee redenen voorzichtig met het benoemen<br />
van voorwaarden.<br />
Ten eerste, basisschool de archipel bevindt zich nog midden in het proces tot ontwikkeling<br />
naar een inclusieve school.<br />
Ten tweede, we kunnen geen vergelijking maken met een andere school binnen de pilot. We<br />
spreken daarom in deze evaluatie liever van: 'factoren die kunnen bijdragen aan de<br />
succesvolle ontwikkeling naar een inclusieve school', kort gezegd 'succesfactoren'. De<br />
directeur van basisschool de archipel beschrijft het proces heel treffend: "De directie en het<br />
team hebben een duidelijk perspectief: de inclusieve school". Als school 'op weg naar<br />
inclusief onderwijs' besteedt de archipel stap voor stap aandacht aan deze factoren.<br />
In ho<strong>of</strong>dstuk 4 Resultaten, vindt u een beschrijving van deze succesfactoren.<br />
--- - - --- - - -- - - --p- -p.-<br />
Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting "Gewoon Andersn augustus 2003
4. Succesfactoren en resultaten<br />
In dit ho<strong>of</strong>dstuk worden de resultaten beschreven in relatie tot de doelstelling, maar ook een<br />
aantal verrassende resultaten die vooraf niet waren voorzien. Bij het verwoorden van de<br />
bereikte doelen en resultaten binnen deze pilot, hebben wij ons terdege gerealiseerd dat we<br />
slechts op één ervaring in één basisschool kunnen bogen en dus rekening moeten houden<br />
met onze formulering. Wij zijn niettemin van mening dat de volgende zaken als direct<br />
resultaat van de pilot kunnen worden aangemerkt. De resultaten zijn onder te verdelen in:<br />
resultaten in relatie tot succesfactoren, algemene resultaten en concrete resultaten.<br />
4.1 Factoren die bijdragen aan de succesvolle ontwikkeling naar een inclusieve school<br />
De onderzoeksvraag naar de voorwaarden om in Almere tot een inclusieve school te komen<br />
heeft veel kennis en inzichten opgeleverd. In deze evaluatie spreken we<br />
voorzichtigheidshalve van 'succesfactoren'. Wij menen dat de hierna volgende factoren<br />
kbnnen worden aangemerkt als de belangrijkste succesfactoren voor een school op weg<br />
naar inclusief onderwijs. Dit geldt in ieder geval voor basisschool de archipel.<br />
Bij elke succesfactor volgt een beschrijving met de volgende opbouw: het theoretische<br />
uitgangspunt, de praktijk en (zo mogelijk) het resultaat in de zin van mogelijkheden <strong>of</strong><br />
beperkingen.<br />
- Draag de visie van inclusief onderwijs actief uit<br />
'Inclusief onderwijs' is een maatschappijvisie. Scholen die inclusief onderwijs verzorgen<br />
leggen geen beperkingen op voor toelating van kinderen: elk kind, ongeacht handicap <strong>of</strong><br />
stoornis, is welkom. In de praktijk van basisschool de archipel betekent dit dat de directie<br />
alle medewerkers op school (ook de administratief medewerker en conciërge) vooraf<br />
informeert over de principes van inclusief onderwijs en vraagt deze visie te onderschrijven.<br />
Dit geldt ook voor alle ouders die hun kinderen aanmelden bij de school. Zij krijgen tijdens de<br />
kennismaking een rondleiding door de school met uitvoerige uitleg over inclusief onderwijs.<br />
Op deze manier voorkom je verkeerde verwachtingen bij personeel, ouders en leerlingen.<br />
Het is vervolgens belangrijk de visie te concretiseren, zodat dit in alle facetten van de school<br />
is te herkennen en iedereen zich hierbij betrokken voelt. Dit is een continue proces en vergt<br />
veel inzet van mensen binnen de school. Leerkracht Willy van het H<strong>of</strong> beschrijft hoe dit<br />
proces zich gedeeltelijk voltrok binnen haar kleutergroep:<br />
"Naast de vooruitgang op de diverse gebieden is er nog een belangrijk resultaat<br />
geboekt, n.l. de integratie van een kind met beperkingen in een kleutergroep, en in<br />
groter verband, op school. Regelmatig heb ik er aandacht aan besteed, is er over<br />
"anders zijn" gesproken en was het voor de kleuters al vrij snel "gewoon" dat deze<br />
leerling meer hulp en aandacht nodig had dan zijzelf Voor een aantal reguliere zaken<br />
als jas aantrekken, rits dichtmaken, lunchspullen opruimen en veters strikken heb ik<br />
al vrij snel een beroep gedaan op een aantal zelfstandige kleuters die hun<br />
klasgenootje daarbij helpen. "<br />
Maar de visie van inclusief onderwijs gaat ook buiten het schoolhek verder. Hoewel<br />
basisschool de archipel als brede school overal ingang en aansluiting zoekt bij<br />
voorzieningen in de buurt kost het in de praktijk heel veel tijd de visie van inclusief onderwijs<br />
uit te dragen. Andere scholen, de buurtbewoners, de kinderopvang, sportclubs, je hebt ze<br />
allemaal nodig als bondgenoten. De archipel probeert via de brede school ontwikkeling hier<br />
vorm aan te geven.<br />
De visie 'inclusief onderwijs'geeft dus vooral een ontwikkelingsrichting aan. De concrete<br />
vormgeving wordt ingegeven door het 'inclusieve' mens- en maatschappijbeeld en dwingt<br />
-afhankelijk van de omstandigheden - de schoolorganisatie telkens opnieuw tot heldere<br />
keuzes.<br />
--13<br />
Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting "Gewoon Anders" augustus 2003
Voorbeelden van 'Good Practice'<br />
Winkeltje<br />
Op school is met lege verpakkingen een klein winkeltje ingericht. Samen met haar<br />
medeleerlingen was Sterre afwisselend klant en kruidenier. Sterre leerde er keuzes te maken<br />
en te tellen, haar medeleerlingen konden in het winkeltje oefenen met rekenen aan de kassa.<br />
Paardenwerkstuk<br />
Samen met Rob heeft Sterre een werkstuk gemaakt over paarden. In de presentatie vertelde<br />
Rob over het werkstuk en Sterre liet de bij het verhaal horende plaatjes en attributen zien.<br />
Spreekbeurt over paarden<br />
Samen met Suraya en Lisa hield Sterre een spreekbeurt over gebaren. Aan de klas werd<br />
uitgelegd waarom gebaren voor Sterre zo belangrijk zijn en Sterre illustreerde het verhaal<br />
met adequate gebaren. Er werd een stukje video getoond van het balletgroepje van Sterre<br />
waar zij een liedje hadden uitgebeeld in een gebarendans.<br />
- Formuleer een helder toelatingsbeleid<br />
Hoewel het op basis van de visie niet nodig zou moeten zijn (de inclusieve school is immers<br />
een afspiegeling van de samenleving) blijkt het in de praktijk belangrijk duidelijke afspraken<br />
over toelating van leerlingen met het team te maken. Ook in de internationale literatuur over<br />
inclusief onderwijs worden bijvoorbeeld percentages leerlingen met een handicap genoemd.<br />
(A.Beningh<strong>of</strong> en A.Singer) Een heldere maar niet starre toelatingsprocedure voorkomt dat<br />
een schoolteam gaat focussen op aantallen en percentages, maar helpt ook bij ouders de<br />
indruk weg te nemen dat plaatsing naar willekeur plaatsvindt. Een flexibele instelling en<br />
bereidheid tot het zoeken naar mogelijkheden van plaatsing past hoe dan ook beter bij de<br />
visie van inclusief onderwijs. Toch is het van belang twee factoren bij het toelatingsbeleid te<br />
betrekken:<br />
- een inclusieve school trekt als een magneet leerlingen met een handicap aan; de school<br />
wenst (in de beeldvorming) geen speciale school te worden.<br />
- toelatingsmogelijkheden zijn afhankelijk van veel factoren. Op sommige factoren kan een<br />
school invloed uitoefenen, op sommige niet. Een inclusieve school zal zich tot het uiterste<br />
inspannen om alle leerlingen uit de buurt toe te laten. Elke plaatsing dient op een<br />
verantwoorde manier te gebeuren. In sommige situaties kan een school die<br />
verantwoordelijkheid (tijdelijk) niet op zich nemen.<br />
Een heldere toelatingsprocedure dient er dus toe alle leerlingen een eerlijke kans op<br />
kwalitatief goed onderwijs te bieden. Hoe duidelijk een besluit ook is, bij een afwijzing van<br />
een leerling zullen ouders desondanks vaak het gevoel houden aan het kortste eind te<br />
trekken.<br />
- Ontwikkel een organisatie die past bij inclusief onderwijs<br />
Dat de schoolorganisatie van groot belang is voor elke school in ontwikkeling is algemeen<br />
bekend. Toch is er binnen een school op weg naar inclusief onderwijs wel een aantal<br />
organisatiekenmerken te herkennen die er in het bijzonder toe doen. Dit zijn:<br />
- De school is een lerende organisatie<br />
- De school is voor iedereen fysiek en sociaal toegankelijk<br />
- Alle medewerkers zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor alle leerlingen:<br />
- De schoolleiding steunt en inspireert het schoolteam<br />
- Groeperingsvormen zijn niet strijdig met inclusief ondenuijs<br />
- Een respectvolle en gelijkwaardige relatie met ouders is vanzelfsprekend<br />
Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting "Gewoon Anders" augustus 2003
- De school is een lerende organisatie<br />
Invoering van het concept 'inclusief onderwijs' vraagt om een lerende organisatie. Door het<br />
cyclische proces van een lerende organisatie blijft een schoolteam kritisch naar de<br />
organisatie kijken en is het bereid voortdurend aan verbetering van de kwaliteit van de<br />
school te blijven werken.<br />
In de dagelijkse praktijk betekent dit ruimte nemen om binnen school te experimenteren. Dit<br />
kan op schoolniveau, op groepsniveau <strong>of</strong> op leerlingniveau zijn. Het werkt als volgt:: ideeën<br />
worden in een plan van aanpak omgezet en uitgevoerd. Er wordt gezamenlijk teruggekeken<br />
wat hiervan is te leren. Vervolgens wordt het plan aangepast met als doel het beoogde<br />
resultaat te verbeteren.<br />
- De school is voor iedereen fysiek en sociaal toegankelijk.<br />
Het schoolgebouw dient zodanig te zijn ingericht dat alle leerlingen, het personeel en ouders<br />
in alle ruimtes kunnen komen die ten dienste staan van het onderwijs. Dit kan betekenen dat<br />
er aparte voorzieningen moeten worden aangebracht. Soms zijn er met creativiteit simpele<br />
en' goedkope oplossingen te verzinnen.<br />
Het schoolgebouw van de @rchipel dat als tijdelijke noodvoorziening is neergezet, nodigt de<br />
medewerkers hier dagelijks toe uit. Het heeft tot positief gevolg dat er al een aantal<br />
wijzigingsvoorstellen is gedaan voor de bouw van de nieuwe school.<br />
Daarnaast dienen de directie en het schoolteam er bij alle onderwijsactiviteiten (binnen en<br />
buiten de school) voor te zorgen dat alle leerlingen op gelijkwaardige wijze kunnen<br />
participeren. Voor de @rchipel betekent dit dat iedere leerling een volwaardige rol bekleedt,<br />
maar dat die rol, afhankelijk van ieders talenten, wel kan verschillen.<br />
Anja Marks, de casemanager, verwoordt dit als volgt:<br />
"De pilotleerlingen hebben geen sociale uitzonderingspositie. Ze worden door alle<br />
leerlingen gezien als volwaardig deel van het klassegebeuren. Dit is een groeiproces<br />
geweest. De leerlingen in de klas hebben moeten leren om ieder kind op zijn <strong>of</strong> haar<br />
eigen niveau een rol te geven in een activiteit. Er is geen competitieve sfeer in de<br />
klassen. De kinderen kijken naar hoe een kind in zijn <strong>of</strong> haar eigen ontwikkeling groeit<br />
en waarderen elkaar hierin. "<br />
- Alle medewerkers zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor alle leerlingen<br />
Een leerkracht is niet in haar eentje verantwoordelijk voor een groep leerlingen. Ze staat er<br />
niet alleen voor. Een leerkracht werkt samen met assistenten, weet zich gesteund door<br />
collega leerkrachten en de directie en heeft structureel overleg over alle leerlingen en in het<br />
bijzonder over de zorgleerlingen met een intern begeleider <strong>of</strong> een zorgteam.<br />
In de praktijk betekent het dat de leerkracht zich toch vaak ho<strong>of</strong>d-verantwoordelijke voelt<br />
over de eigen groep leerlingen. Als er naast de leerkracht een assistent in de groep is met<br />
een specifieke taak voor een leerling met een handicap bestaat het risico dat de leerkracht<br />
de verantwoordelijkheid doorschuift. Het werken in leerteams kan een goed middel zijn om<br />
de verantwoordelijkheid samen te delen.<br />
Leerkracht Wendy Sminia beschrijft hoe dit in de praktijk verliep:<br />
"Na de zomervakantie nog een jaar Thiandi in de groep. Ik besloot me meer bezig te<br />
houden met inclusieve activiteiten. Maar in overleg met Marilyn (de klassenassistent)<br />
besloten we dat alleen te willen waar het kon. Er is tijd voor nodig om het<br />
gehandicapte kind te laten wennen, om de leerkracht zover te krijgen de oude<br />
vertrouwde, soms als 'normaal' omschreven denkbeelden te laten vallen. Op een<br />
natuurlijke manier ontstonden er situaties waarbij zowel leerkracht als assistent<br />
situaties creëerden waarbij kinderen op verschillende manieren leren. "<br />
- De schoolleiding steunt en inspireert het schoolteam<br />
De directie enthousiasmeert de medewerkers, moedigt aan en coacht. Zij zorgt voor<br />
faciliteiten en bewaakt het tempo waarin nieuwe zaken worden ingevoerd en binnen de<br />
organisatie ingebed. Bij toelating van nieuwe (zorg)leerlingen wordt de betrokken leerkracht<br />
- - . - - - p<br />
Evaluatierapport pilot 'inclusief ondë&ijs9 - stichting "GewÖon ~ndek" augustus 2003<br />
- .- - 15
gehoord en haar mening meegenomen. In de praktijk is met name de draagkracht van het<br />
team, maar ook de individuele belastbaarheid van leerkrachten van groot belang.<br />
- Groeperingsvormen zijn niet strijdig met inclusief onderwijs<br />
Er zijn diverse modellen denkbaar voor het indelen van groepen: meer homogeen, dan wel<br />
meer heterogeen. In het werken binnen heterogene groepen heeft inclusief onderwijs<br />
logischerwijs meer kansen. Het is van belang zo veel mogelijk kansen voor samenwerkend<br />
leren (een belangrijke pijler binnen inclusief onderwijs) in te bouwen.<br />
- Laat zelf zien welk gedrag je van leerlingen verwacht<br />
Inclusief onderwijs veronderstelt dat er sprake is van een accepterend klimaat tussen<br />
leerlingen onderling. De omgang van de leerkrachten met elkaar binnen de school staat<br />
model voor de omgang tussen leerlingen onderling. (L.Stevens, 1997) Leerkrachten binnen<br />
een inclusieve school hebben een open houding naar ouders en zijn bereid met ouders<br />
samen te werken.<br />
Er is oog voor verschillen tussen leerlingen. Dit wordt als een vanzelfsprekendheid ervaren.<br />
Er zijn hoge verwachtingen van ieders mogelijkheden en talenten. Om het competentie-<br />
gevoel van leerlingen te vergroten is het van belang alle leerlingen succeservaringen te laten<br />
opdoen. In de praktijk betekent het dat een leerkracht (<strong>of</strong> leerteam) leersituaties creëert met<br />
gebruikmaking van de verschillende leerstijlen van de leerlingen. Door middel van<br />
samenwerkend leren wordt het mogelijk voor iedere leerling een zinvolle bijdrage te leveren<br />
aan een opdracht. Hiermee wordt waardering voor elkaar gestimuleerd.<br />
-- p-<br />
Leerlingen uit de bovenbouw vertellen over hun klasgenoten Sterre en Thiandi.. . ..<br />
Zou Thiandi jouw beste vriendin kunnen worden?<br />
- Nee omdat ze ook al vrienden is met Bram en Thomas.<br />
- Het zou kunnen ja, maar niet mijn beste vriendin.<br />
- Stel een zorgteam samen<br />
Essentieel is dat elke zorgleerling, dus ook de leerling met een handicap, integraal onderdeel<br />
is van de complete schoolpopulatie en daarmee valt binnen de zorgstructuur van de school.<br />
Binnen deze zorgstuctuur is er sprake van een goed leerlingvolg- en planningssysteem en<br />
handelingsplannen voor zorgleerlingen. Hierbij wordt aangesloten bij de definitie van de<br />
schoolinspectie over zorg en begeleiding van de leerling. De inspectie verwacht van een<br />
school dat zij leerlingen systematisch begeleidt tijdens hun schoolloopbaan en bij de keuze<br />
voor vervolgonderwijs, en dat zij zorgt voor een systematische begeleiding van leerlingen<br />
met specifieke onderwijsbehoeften.<br />
Om deze systematische begeleiding te kunnen bieden moet een leerkracht kunnen<br />
terugvallen op een zorgteam. Een zorgteam bestaat uit deskundige personen binnen en<br />
eventueel buiten de school en is multi-disciplinair. Dit zijn bijvoorbeeld onderwijsassistenten,<br />
collega-leerkrachten, intern begeleiders, casemanagers <strong>of</strong> ambulant begeleiders. Ook kan<br />
gedacht worden aan partners binnen de brede school, zoals bijvoorbeeld een kinderleidster,<br />
een sportleraar, een fysiotherapeut <strong>of</strong> een (school)maatschappelijk werker.<br />
- Pas het onderwijs en de didactiek aan: differentieer<br />
Differentiatie tussen leerlingen vormt de basis voor de didactiek van het onderwijs op een<br />
inclusieve school. Twee voorwaarden die hierbij moeten worden vervuld, zijn:<br />
Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting "Gewoon Anders" augustus 2003
het werken aan de hand van leerlijnen en klassenmanagement. Multi-level-leren en<br />
samenwerkend leren zijn behulpzame instrumenten om gedifferentieerd te werk kunnen<br />
gaan. Binnen de pilot is tevens enige ervaring opgedaan met projectmatig werken.<br />
Ook dat lijkt goede mogelijkheden te geven voor differentiatie. Veel lesmethodes en<br />
leergangen blijken in de praktijk maar in beperkte mate geschikt voor differentiatie binnen<br />
een inclusieve school. In de lespraktijk van een leerlinggroep met ver uiteenlopende<br />
leerniveau's betekent dit dat veel lesmateriaal moet worden aangepast en ontwikkeld. De<br />
klassenassistenten kunnen heel duidelijk omschrijven wat die extra inspanningen voor<br />
resultaat opleveren:<br />
" Soms ervaren we dat er te hoge verwachtingen zijn van de inclusieve kinderen, met<br />
nadruk op de cognitieve vaardigheden zoals rekenen, taal e.d. Wij ervaren dat als het<br />
niveau te hoog is, dit ook niet leidt tot peer-tutoring. Voor de leerkracht nodigt dit<br />
minder snel uit tot gedifferentieerd onderwijs omdat de twijfel over het niveau en het<br />
aangeboden werk niet overeenkomt. Pas je de lessen aan op niveau, dan kan de<br />
werkwijze voor het kind totaal anders zijn, maar gebruikt het wel de materialen en<br />
werkt het aan doelen die voor het kind haalbaar zijn. Dit leidt wel tot meer peer-<br />
tutoring, en het stimuleert de leerkracht vaker een les aan te passen voor het<br />
desbetreffende kind, omdat de doelen en resultaten haalbaar zijn. "<br />
r-<br />
- - - P -- p - -.<br />
Leerlingen uit de bovenbouw vertellen over Sterre en Thiandi.. . ..<br />
I Wat heeft Thiandi op school geleerd?<br />
- Heel veel, ze is ook steeds rustiger. Ze kan veel dingen vasthouden. Ook mooi<br />
kleuren met potloden en stijlen. Ze vindt het eng om mee te gymen daarom gymt<br />
ze op school met 2 kinderen en leert daar ook veel zoals met bal rollen.<br />
- Dat ze moet luisteren naar anderen en minder in haar hand bijt.<br />
- Wat woorden geleerd, zoals auto.<br />
- Eerst was Thiandi erg druk, later werd ze er ook rustiger en ze leerde veel meer van de<br />
klas en juf Marilyn met pictos!<br />
- Veel met rekenen en eerst kon ze maar een paar woorden en nu héééél veel<br />
woorden en in de klas rustig zitten en zo.<br />
- Werk intensief samen met de ouders<br />
Het is in het belang van alle (zorg)leerlingen dat er een goede samenwerking tussen de<br />
school en de ouders is. Dit lijkt een open deur, maar is het niet. Voor leerlingen zoals Sterre<br />
en Thiandi, die ernstig in de communicatie worden belemmerd, is een intensieve<br />
samenwerking tussen de ouders en school van onschatbare waarde. De ouders kunnen<br />
vanuit de ervaring met hun kinderen thuis, meedenken over de doelen en vormgeving van<br />
het onderwijs. Omdat het Nederlandse onderwijs op dit gebied geen traditie kent, zal het<br />
zowel voor scholen als voor ouders in het begin wennen zijn.<br />
- Stem scholing en begeleiding goed af op de behoefte<br />
Een school die start met inclusief onderwijs zal zich eerst willen verdiepen in het concept<br />
inclusief onderwijs. Kiezen voor dit concept heeft namelijk vergaande consequenties voor de<br />
inrichting van het onderwijs. Samenwerkend leren is bijvoorbeeld een belangrijke pijler van<br />
inclusief onderwijs en behoort in feite bij het standaard scholingsaanbod.<br />
Het blijkt echter goed mogelijk het concept inclusief onderwijs stap voor stap in te voeren en<br />
de scholingsvragen en het scholingsaanbod gaandeweg op elkaar af te stemmen. Dit<br />
- - - p-<br />
- - -<br />
Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting "Gewoon Anders" augustus 2003<br />
17
etekent dat na een startfase waarin informatie en de theorie centraal staan er een fase<br />
komt waarin meer vragen komen vanuit de eigen werkpraktijk.<br />
De scholingsvragen verschuiven meer naar het gebied van praktische vaardigheden. In de<br />
praktijk leren leerkrachten heel veel door ideeën uit te proberen en op basis van deze<br />
ervaring werkwijzen weer aan te passen. Deze vorm van praktijkleren, binnen de pilot het<br />
vliegwielmodel genoemd, kan bijv. door middel van intervisie <strong>of</strong> studiebijeenkomsten met het<br />
(1eer)team een vaste werkwijze binnen de school worden.<br />
Dat een startende groeischool in dit opzicht niet altijd in het voordeel werkt blijkt uit het<br />
volgende citaat:<br />
"Vanaf het begin (start schooljaar 2001) zijn wij als team bij de pilot betrokken<br />
geweest. Zelfs waar het ging om het bespreken van het handelingsplan van de (toen<br />
nog enige) leerling was iedereen aanwezig. In het tweede jaar, na de aanname van<br />
de tweede zorgleerling, was er communicatie tussen Stichting en leerkracht +<br />
assistenten, maar tussen Stichting en team als geheel was het veel minder intensief<br />
en ging er soms ook veel langs ons heen. " (Willy van het H<strong>of</strong> leerkracht)<br />
t<br />
Naast scholing is ook een goede coaching en begeleiding noodzakelijk. Een leerkracht is niet<br />
alleen verantwoordelijk voor haar leerlingen. Een coachingstraject waarbij observaties van<br />
eigen onderwijssituaties de basis vormen, geeft een leerkracht veel inzicht in haar manier<br />
van werken en handvatten voor verbetering. Hier is een duidelijke rol weggelegd voor het<br />
management en de intern begeleiders. Een deel van de begeleiding van de leerkrachten zal<br />
ook door externen worden verzorgd zoals schoolbegeleiders en casemanagers (ambulant<br />
begeleiders). Goede afstemming is van groot belang en kan zeker ook tot versterking van<br />
elkaar en de school leiden.<br />
- Geef voorlichting en communiceer over het concept<br />
'Inclusief onderwijs' in een nieuw concept in Nederland en ook een zeer vooruitstrevend<br />
concept. Het is belangrijk dat allen die dit binnen de school vormgeven daar sterk van<br />
doordrongen zijn. Dit betekent dat keer op keer zal moeten worden uitgelegd wat de visie<br />
inhoudt en hoe deze vorm krijgt op de school. Dit geldt heel sterk voor ouders die hun kind<br />
komen aanmelden op de school, maar ook voor nieuwe medewerkers binnen de school.<br />
Door goede voorlichting vooraf stelt de school ouders en medewerkers in staat bewust te<br />
kiezen voor inclusief onderwijs. Daarnaast is het ook van belang externe instanties voor te<br />
lichten die op inhoudelijk vlak met school te maken hebben.<br />
- Werk samen met instanties buiten school<br />
De archipel probeert inclusief onderwijs met de brede school-gedachte te verbinden door in<br />
de samenwerking met alle participanten van de brede school het inclusief denken uit te<br />
dragen en te stimuleren. Bij 'inclusief onderwijs' is heel nadrukkelijk sprake van een visie op<br />
de maatschappij. De gedachte is dat kinderen met elkaar samen leren leven, door samen te<br />
leren. Dit betekent dat de inclusieve gedachte niet ophoudt als de school uitgaat. Ook een<br />
'inclusief' aanbod van naschoolse activiteiten zou vanzelfsprekend moeten zijn.<br />
Samenwerking met sport- en hobbyclubs, muziekschool, bibliotheek past hierbinnen. De<br />
missie van de 'brede school' sluit hier naadloos bij aan. Een school maakt onderdeel uit van<br />
de buurt en de wijk. Voor een inclusieve school geldt nog sterker dan voor andere reguliere<br />
scholen dat er samengewerkt moet worden met instanties in de buurt, wijk en gemeente. De<br />
inclusieve school heeft vooral behoefte aan ondersteuning op de volgende terreinen:<br />
gezondheidszorg, maatschappelijke zorg, onderwijsbegeleiding, specifieke deskundigheid op<br />
het gebied van handicaps en stoornissen.<br />
- Koppel schoolbudgetten en leerlinggebonden financiering<br />
Voor een leerling met een indicatie moet een school kunnen beschikken over extra formatie<br />
en een deel bekostiging. De volgende componenten moeten daarbij worden betrokken:<br />
- personele ondersteuning in de vorm van zorg- dan wel klassenassistentie<br />
- begeleiding van de leerkracht (ambulante begeleiding)<br />
- formatie voor de school voor compensatie voor extra overleg<br />
18 - - -- - - - - - - -<br />
Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting "Gewoon Anders" augustus 2003
- indien geen depot voor speciale leermiddelen voorhanden is: een budget voor<br />
aanpassen leermiddelen <strong>of</strong> aanschaffen speciale leermiddelen<br />
Het bepalen van de hoogte van het budget en de hoeveelheid formatie is een kwestie van<br />
maatwerk. De wijze van bekostiging vraagt om creativiteit . De belangrijkste bronnen zijn de<br />
leerlinggebonden financiering en het persoonsgebonden budget. Het koppelen van<br />
genoemde budgetten met andere schoolbudgetten, is in sommige gevallen geboden.<br />
4.2 Algemene resultaten van de pilot 'inclusief onderwijs'<br />
- Basisschool de @chipel is het schoolvoorbeeld in Nederland dat aantoont dat inclusief<br />
onderwijs realiseerbaar is.<br />
- Basisschool de archipel is ge^ schoolvoorbeeld in Nederland dat laat zien hoe inclusief<br />
onderwijs realiseerbaar is<br />
- Op basis van literatuurstu.die, dataverzameling, studiemiddagen, werkbezoek Newham,<br />
New York en opgedane ervaringen op de archipel is er een concreet beeld ontstaan van<br />
t inclusief onderwijs.<br />
- De pilot 'inclusief onderwijs' heeft ook veel waardevol materiaal opgeleverd, materiaal<br />
waar anderen weer hun voordeel mee kunnen doen. Het gaat hierbij om:<br />
achtergrondliteratuur, informatiereaders over inclusief onderwijs, lesmateriaal,<br />
videobeelden, tv-reportage (IKON), rapport van werkbezoek Newham,<br />
workshopmateriaal, vragenlijsten.<br />
- Door voorlichting over de pilot 'inclusief onderwijs' op de archipel is er op bovenschools-<br />
en stedelijk niveau in Almere meer- en gerichte aandacht voor inclusief onderwijs<br />
gekomen.<br />
4.3 Concrete resultaten gerealiseerd binnen basisschool de archipel<br />
In de afgelopen twee jaar zijn er veel zichtbare resultaten geboekt binnen de archipel. Deze<br />
resultaten zijn voor de overzichtelijkheid in drie niveau's onderverdeeld, namelijk: de<br />
resultaten op schoolniveau, op klassen- en groepsniveau en op leerlingniveau.<br />
4.3.1 Resultaten op schoolniveau<br />
- Geconstateerd kan worden dat er vanaf de eerste schooldag in augustus 2001 een<br />
intensief ontwikkeltraject op verschillende niveau's in gang is gezet. Op klassenniveau,<br />
op teamniveau, op directieniveau en op bovenschools niveau (schooldirectie,<br />
schoolbegeleidingsdienst en "Gewoon Anders").<br />
- Aan het begin van deze pilotperiode waren er verschillende beelden van de inhoud van<br />
inclusief onderwijs. Wat is inclusief onderwijs eigenlijk? Is het een vaststaand begrip met<br />
definities erbij <strong>of</strong> is het een begrip wat met elkaar vormgegeven wordt, en waarvan de<br />
definitie ook met elkaar bepaald wordt? Voor sommigen was het een ideaalbeeld, voor<br />
anderen een onwenselijk beeld. Er is steeds meer een gezamenlijke visie gekomen. Het<br />
begrip "inclusie" wordt telkens nog verder vorm gegeven.<br />
- Er is een kindvolg- en planningssysteem ontwikkeld waarin de vorderingen per leerling<br />
worden bijgehouden en waarin, in gezamenlijk overleg, voor de komende periode nieuwe<br />
werkpuntenl doelen worden opgesteld. Dit is een proces geweest waarin de betrokkenen<br />
rondom de leerling middels communicatie en ervaring met de leerling ongeveer hetzelfde<br />
beeld en perspectief kregen m.b.t. de leerling. Werd er aanvankelijk door enkele<br />
teamleden aangegeven dat deze leerlingen niet leerbaar waren, door goed te registreren<br />
op welke vlakken geleerd wordt en hoe die leerstappen eruit zien is die visie aan de kant<br />
gezet. Reeds bestaande kindvolg- en planningssystemen (vanuit zml en tyltyl) zijn<br />
bekeken en niet bruikbaar gevonden voor deze pilot.<br />
- Het kader van adaptief onderwijs (invalshoek APS) is besproken onder leiding van de<br />
SBDIJ en mede geplaatst binnen het perspectief van inclusief onderwijs. Een belangrijk<br />
discussiepunt was en blijft <strong>of</strong> het kader van adaptief onderwijs (APS) de ontwikkeling van<br />
inclusief onderwijs niet in de weg staat. De conclusie is dat een inclusieve school per<br />
definitie adaptief is.<br />
A-P 19<br />
Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting "Gewoon Anders" augustus 2003
Na begripsbepaling van begrippen als homogeen, heterogeen, differentiëren en<br />
stamgroep besloot het team om te komen tot onderwijs op maat vanuit een stamgroep<br />
van twee jaarklassen, mogelijk zich ontwikkelend naar een model met stamgroepen met<br />
drie jaarklassen. De stamgroepen krijgen een naam. Vanaf begin volgend schooljaar<br />
wordt gedifferentieerd gewerkt, zonder te vervallen in combi-groepen. De<br />
groeperingsvorm bij instructie en verwerking wordt steeds bepaald door<br />
onderwijsbehoeften van leerlingen en door het doel van de betreffende les.<br />
Fulltime assistentie per leerling was in het begin in de ogen van de teamleden<br />
noodzakelijk. Gedurende de twee jaar is er een verschuiving gekomen van de inzet van<br />
de assistentie voor alleen de pilotleerlingen naar inzet op klassenniveau. Op sommige<br />
momenten kan er momenteel zelfs tijdelijk één volwassene voor de groep staan <strong>of</strong> één<br />
volwassene tijdelijk verantwoordelijk zijn voor meer zorgleerlingen.<br />
De assistenten zijn als volwaardig deel van het team opgenomen in het schoolteam en<br />
worden aangestuurd door de directie van de school.<br />
Door teamvoorlichting en overleg binnen het team is de kennis en ervaring van de<br />
leerkrachten en assistenten van de pilotleerlingen overgedragen naar de rest van het<br />
team. Het uitgaan van en geloven in mogelijkheden; niet denken in problemen, maar in<br />
kansen en ontwikkelingen is gegroeid. Doordat er met elkaar (leerlingen, leerkrachten,<br />
assistenten, Gewoon Anders, ouders) steeds creatief nagedacht wordt over wat mogelijk<br />
is en hoe, worden veel kansen en mogelijkheden benut en geschapen. Op deze manier<br />
wordt een lerende organisatie goed gevoed.<br />
De ouders van alle leerlingen worden door de directie van de school voorgelicht over de<br />
schoolvisie, waardoor ouders weten waar ze voor kiezen. Tijdens een ouderavond is met<br />
ouders gebrainstormd over inclusie. Dit brengt bij ouders een denkproces te weeg en op<br />
deze manier worden ouders gestimuleerd om mee te gaan denken over hoe een<br />
inclusieve maatschappij neer te zetten.<br />
In het voorjaar van 2003 is er op de archipel een tevredenheidsonderzoek onder ouders<br />
gedaan. Uit de eindconclusie (juni 2003) blijkt dat ouders de visie van inclusief onderwijs<br />
van harte ondersteunen. Zij vinden de @rchipel met recht een school voor alle leerlingen.<br />
Ook wordt het enthousiasme en de betrokkenheid van het onderwijsteam als zeer sterk<br />
punt van de school gezien. Daarnaast zijn ouders bezorgd vanwege de onstuimige groei<br />
van de school. Er wordt onder meer extra aandacht gevraagd voor de grote klassen en<br />
het onderwijs met behulp van computers.<br />
Alle betrokkenen hebben zich zoveel mogelijk opengesteld voor scholing en informatie<br />
van buitenaf: advies van de ergotherapeut, ambulant begeleider bewegingsonderwijs,<br />
pedagoog, didacticus, Stichting de Weerklank (organisatie voor communicatie met<br />
gebaren) en ouders. Hierdoor wordt met elkaar geleerd en bekeken wat wel en niet<br />
wenselijk is.<br />
4.3.2 Resultaten op groeps- en klassenniveau<br />
- Waar er aanvankelijk gestart werd met het idee dat de pilotleerlingen op alle momenten<br />
met de klas mee moesten participeren, is er in de loop van de tijd besloten dat dit niet<br />
altijd het beste is. De pilotleerlingen hebben soms langer nodig om zich goed in een<br />
activiteit te kunnen verdiepen en ervan te kunnen leren (bv. bewegingsonderwijs en<br />
tactiele activiteiten). Er worden bewuste keuzes gemaakt voor participeren in en afwijken<br />
van het klassenprogramma.<br />
-<br />
Voorbeelden van "Good Practice"<br />
Les Nederlands, opstel schrijven<br />
De andere leerlingen maken een opstel, dit moeten ze voorlezen aan Thiandi. Thiandi geeft<br />
door mimiek aan <strong>of</strong> het een goed verhaal is <strong>of</strong> een slecht verhaal. Daardoor doen de<br />
leerlingen erg hun best Thiandi in het verhaal te betrekken. Thiandi reageert vooral op<br />
verhalen van haar leeftijdsniveau, dus niet te kinderachtig.<br />
20 - -- -- . - -- pp - - p --<br />
Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting "Gewoon Anders" augustus 2003<br />
1 -
- In deze twee jaar is het samenwerkend leren steeds verder ontwikkeld. Leerlingen met<br />
werk op verschillend leerniveau kunnen steeds vaker samen een activiteit doen,<br />
waardoor er meer van elkaar geleerd wordt en kinderen beter met elkaar leren omgaan.<br />
Hierdoor leren kinderen de st<strong>of</strong> vanuit verschillende invalshoeken te benaderen variërend<br />
van "Hoe krijg ik het onder de knie?" tot "Hoe leg ik het een ander uit?". Het leren van<br />
Sterre en Thiandi gebeurt momenteel vaak via andere leerlingen. Een voorbeeld hiervan<br />
is dat een klas gebaren aanleert waarna de leerling die met gebaren communiceert het<br />
gebaar leert van de andere leerlingen en alle leerlingen weten hoe te communiceren met<br />
gebaren.<br />
- Met elkaar zijn we tot de conclusie gekomen dat binnen dit samenwerkend leren ruimte<br />
moet zijn voor praktische werkvormen: projecten, etc. Binnen de archipel is een start<br />
gemaakt met projectwerken. Dit moet nog verder uitgewerkt worden, maar alle<br />
betrokkenen staan achter deze vorm van leren voor alle leerlingen.<br />
- Praktisch leren is voor de pilotkinderen zeer belangrijk en de beste manier om te komen<br />
tot leren. In de planning van schoolkampen, uitjes en andere buitenreguliere<br />
s evenementen wordt momenteel in het bijzonder aandacht besteed welke rol er is<br />
weggelegd voor de pilotleerlingen.<br />
Leerlingen uit groep 7 vertellen over Sterre en Thiandi.. . . . ..<br />
Wat moet Thiandi nog leren?<br />
- Niet zo maar schreeuwen.<br />
- Ze denkt soms dat ze haar gang kan gaan alleen dat kan niet altijd.<br />
- Alleen nog een beetje praten.<br />
Wat kan Sterre later worden?<br />
- Ze kan zwemlerares worden <strong>of</strong> paardrijles juffrouw.<br />
- Er is sprake van een positieve acceptatie van medeleerlingen. Sterre en Thiandi hebben<br />
geen sociale uitzonderingspositie. Ze worden door alle leerlingen gezien als volwaardig<br />
deel van het klassengebeuren. Dit is een groeiproces geweest. De leerlingen in de klas<br />
hebben moeten leren om ieder kind op zijn <strong>of</strong> haar eigen niveau een rol te geven in een<br />
activiteit. Er is geen competitieve sfeer in de klassen. De kinderen kijken naar hoe een<br />
kind in zijn <strong>of</strong> haar eigen ontwikkeling groeit en waarderen elkaar hierin.<br />
- Sociale integratie wordt bewust bevorderd door klassikaal te praten over contacten,<br />
vriendschappen en omgang met elkaar. Conflicten en plaaggedrag worden besproken.<br />
Dit is een kenmerk van het pedagogisch handelen van het team.<br />
- Respectvol omgaan met elkaar en met volwassenen is vanzelfsprekend geworden. Dit<br />
werd goed duidelijk toen de bovenbouw-leerlingen een paar dagen op kamp gingen en<br />
daar leerlingen van andere scholen tr<strong>of</strong>fen. Deze leerlingen en hun leerkrachten waren<br />
zeer verbaasd dat Sterre en Thiandi 'gewoon' als klasgenoten mee op kamp waren.<br />
Evaluatierapport pilot 'inclusief~derwijs' - Stichting "Gewoon Anders" augustus 2 0 7<br />
21
- - . - p - -<br />
Leerlingen uit de bovenbouw vertellen over Sterre en ~hiandi..<br />
Wat zou je ervan vinden als Thiandi en Sterre naar een school zouden<br />
gaan waar allemaal dezelfde soort kinderen zitten?<br />
- Ik weet dat niet zo goed rnanr ik denk dat ze ook veel meer van ons kan leren dan<br />
van die andere gehandicapten.<br />
- Ik denk dat Thiandi het leuker vindt in een klas waar gewone kinderen zitten<br />
want dan kan ze daar gewoon van leren.<br />
- Eigenlijk jammer want Thiandi en Sterre moeten van ons leren, dan kunnen ze<br />
misschien dingen doen wat wei kunnen.<br />
- Dat zou ik leuk vinden voor haar, daar kan ze meer leren.<br />
- Ondanks het feit dat de leerkracht eindverantwoordelijkheid heeft voor alle leerlingen<br />
t werden Sterre en Thiandi in de dagelijkse praktijk vooral door de assistent verzorgd en<br />
geactiveerd. Geleidelijk aan zijn de leerkrachten zich competenter gaan voelen in hun<br />
handelswijze naar Sterre en Thiandi door scholing, voorlichting en ervaring. Zij sturen de<br />
assistenten nu ook duidelijk aan.<br />
- Voor een basisschool is het prettig om voor alle vakken een methode en een leerlijn te<br />
hebben die goed differentieert, gebruik maakt van samenwerkend leren en over veel<br />
praktische werkvormen beschikt. Er is veel werk verricht door leerkrachten en<br />
assistenten om leermiddelen en materialen zelf uit te zoeken, aan te passen en1 <strong>of</strong> zelf te<br />
maken. Dit is in de loop van de tijd steeds makkelijker geworden omdat alle betrokkenen<br />
zeer goed in staat bleken proactief en creatief te denken en te handelen ('learning by<br />
doing")<br />
4.3.3 Resultaten op leerlingniveau (Sterre en Thiandi)<br />
- Aanvankelijk was er een duidelijke splitsing tussen school en thuis. Gedurende de<br />
afgelopen periode zijn alle partijen gaan inzien dat het in het belang van de pilotkinderen<br />
is dat de school een idee heeft over hoe en waarom dingen thuis gebeuren en andersom.<br />
Soms wordt dit door videobeelden ondersteund. Hiervoor komt steeds meer draagvlak en<br />
openheid.<br />
- Doelen die voor Sterre en Thiandi thuis belangrijk zijn en doelen die voor op school<br />
belangrijk zijn worden gezamenlijk bekeken en zowel thuis als op school wordt aan<br />
dezelfde doelen gewerkt.<br />
- Ook ouders hebben veel meegedacht over en meegewerkt aan doelen, materialen en<br />
vormgeving van het onderwijs. Het is een zoektraject geweest om met elkaar vorm te<br />
geven waar wiens verantwoordelijkheden en mogelijkheden liggen. Door vertrouwen in<br />
elkaar te hebben is er veel gewonnen op het gebied van communicatie en gebruik maken<br />
van elkaars kwaliteiten.<br />
- Voor de ouders van Sterre en Thiandi is het van grote waarde dat hun meervoudig<br />
gehandicapte kinderen welkom zijn op een reguliere school. Beide meisjes laten ook<br />
merken dat zij zich er thuis voelen. Ook geven de ouders aan dat Sterre en Thiandi<br />
zowel op sociaal gebied als cognitief een ontwikkeling hebben doorgemaakt. De ouders<br />
kunnen hun energie nu op een positieve manier gebruiken voor de hun kind en de<br />
school.<br />
- De ouders hebben door ervaring geleerd welke mogelijkheden de verschillende<br />
financieringstrajecten bieden. Hun ervaringsdeskundigheid vormt een belangrijke<br />
invalshoek om additionele bekostiging te realiseren.<br />
. . . ..<br />
Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting "Gewoon Anders" augustus 2003
6. Terugblik op het plan van aanpak<br />
In dit ho<strong>of</strong>dstuk wordt het plan van aanpak onder de loep genomen. De centrale vraag is <strong>of</strong><br />
het plan van aanpak heeft gewerkt zoals vooraf is beoogd. Maar belangrijker is de vraag wat<br />
hiervan geleerd kan worden voor de opzet van een vergelijkbare pilot in de toekomst. Het<br />
plan van aanpak wordt beschreven aan de hand van de volgende onderdelen:<br />
- organisatie en planning,<br />
- samenwerking en communicatie<br />
- facilitering.<br />
6.1 Organisatie en planning<br />
- In de aanvankelijke projectopzet en uitvoering werd uitgegaan van deelname van twee<br />
bestaande scholen, dit werd uiteindelijk één nieuw te starten school. Dit had onder meer<br />
consequenties voor de plaatsing van één van de twee 'inclusieve' leerlingen; zij werd<br />
pas later in het schooljaar geplaatst binnen dezelfde school. De draagkracht van de<br />
t school is dus uiteindelijk de belangrijkste factor om rekening mee te houden.<br />
- Er is gewerkt volgens het 'vliegwielmodel'. Onder meer door een intensieve begeleiding<br />
is fors ingezet op deskundigheidsbevordering van de leerkrachten van Sterre en Thiandi,<br />
met de bedoeling om vervolgens binnen teamverband deskundigheid over te dragen. Met<br />
name het delen van deskundigheid en ervaringskennis binnen het team heeft in het<br />
tweede pilotjaar duidelijker vorm gekregen. Vanuit de leerkrachten kwam de duidelijke<br />
wens niet alleen Sterre en Thiandi als voorbeeld te nemen maar dit breder te maken,<br />
zodat ook andere 'zorgleerlingen'als casus konden worden ingebracht.<br />
- De ondersteuning en facilitering vanuit " Gewoon Anders" is volgens plan uitgevoerd.<br />
Ook een studiereis naar Londen heeft plaatsgevonden. Hiervan is in december 2002 een<br />
verslag verschenen. De verwachting dat deze studiereis zeer stimulerend zou werken<br />
voor het school- en projectteam is uitgekomen.<br />
- In plaats van een gecombineerde functie van casemanagerlprojectleider is in de<br />
uitvoering gekozen voor twee personen. De casemanager richtte zich meer op de<br />
coaching en begeleiding van de leerkrachten en klassenassistenten van de inclusieve<br />
leerlingen en onderhield de contacten met de ouders. De projectleider richtte zich meer<br />
op de algehele schoolontwikkeling, het werven van personeel en de facilitering. De<br />
casemanager en projectleider bereidden samen studiemiddagen, ouderavonden,<br />
workshops en de studiereis naar Londen voor. Ook de uitvoering van deze onderdelen<br />
en de verwerking van opbrengsten werd gezamenlijk ter hand genomen. De<br />
casemanager en projectleider hebben als een team samengewerkt en elkaar op veel<br />
momenten versterkt.<br />
- De samenwerking met het speciaal basisonderwijs (SBO) is minder gevorderd dan in de<br />
opzet was beoogd. Er zijn verkennende gesprekken geweest. Hoewel de directie van de<br />
archipel heeft aangegeven er groot belang aan te hechten dat het SB0 zijn expertise<br />
inzet voor de ontwikkeling naar een inclusieve school heeft dit nog niet tot een intensieve<br />
samenwerking geleid. De archipel maakt overigens wel gebruik van de collegiale<br />
consultatie die het SB0 biedt. De werkwijze is iets gewijzigd om zo beter aan te kunnen<br />
sluiten bij de vraag van de school.<br />
- De schoolbegeleider van de SBDIJ heeft zich met name gericht op de schoolontwikkeling<br />
van de @rchipel als startende school. In het eerste jaar lag het zwaartepunt op het<br />
pedagogisch klimaat en de communicatie binnen school, in het tweede jaar volgde een<br />
oriëntatie op heterogeen onderwijs en groeperingswijze, en stond de snel groeiende<br />
organisatie centraal. Zowel de organisatorische als de inhoudelijke afstemming bleek van<br />
groot belang. Hiermee werd voorkomen dat het schoolteam de pilot 'inclusief<br />
onderwijs'en de schoolontwikkeling als twee op zichzelf staande processen zou ervaren.<br />
- De beoogde nascholing op het gebied van coöperatief leren is beperkt gebleven tot een<br />
oriëntatiebijeenkomst verzorgd door het CPS (Christelijk Pedagogisch Studiecentrum).<br />
Andere veranderings-thema's streden begrijpelijkerwijs in de nieuw gestarte basisschool<br />
om voorrang. De bedoeling is deze scholing naar een later tijdstip te verschuiven.<br />
Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting "Gewoon Anders" augustus 2003<br />
25
6.2 Samenwerking en communicatie<br />
Binnen de pilot hebben de directie van de Qrchipel, de SBDIJ en de stichting "Gewoon<br />
Anders" als een projectteam samengewerkt. Omdat iedereen zich verantwoordelijk voelde<br />
voor zijn taak kon er heel pragmatisch gewerkt worden. Dit gold ook voor de wijze van<br />
communiceren, er is niet meer vergaderd dan nodig, er is veel informatie uitgewisseld per<br />
telefoon en e-mail. Omdat er binnen de snel groeiende school zoveel parallelle<br />
ontwikkelingen waren is in het tweede pilot jaar beter dan in het Ie jaar gelet op afstemming.<br />
Discussie en onderlinge afstemming van school (directie), SGA-vertegenwoordigers en<br />
SBDIJ-begeleider t.a.v. ieders taken, rollen en visie vormden belangrijke momenten in het<br />
proces. Daarbij blijken het besef van schoolontwikkeling en het besef van de archipel als<br />
startende school bindende elementen te zijn.<br />
De communicatie en het overleg rondom Sterre en Thiandi was bij aanvang zeer intensief.<br />
De ouders van Sterre en Thiandi, de directie, de leerkrachten, de onderwijsassistenten en de<br />
msemanager waren allemaal direct betrokken bij het onderwijs aan Sterre en Thiandi. De<br />
situatie was voor alle betrokkenen nieuw en niet iedereen had dezelfde verwachtingen en<br />
mogelijkheden. De eerste periode stond daarom in het teken van het verkennen, leren<br />
kennen en respecteren van ieders mogelijke rol en inbreng binnen de school. Dat is naar<br />
ieders mening gelukt. Het praten binnen kaders bleek het meest constructief. Daarnaast is er<br />
gezocht naar de optimale overlegfrequentie.<br />
Vanuit het projectteam is gekozen voor een voorzichtige benadering t.a.v. publiciteit. De<br />
reden hiervoor was dat er eerst zichtbaar resultaat moest zijn geboekt alvorens daarmee<br />
naar buiten te treden. Daarbij was de inzet van personeel en middelen in eerste instantie<br />
bedoeld voor de interne schoolontwikkeling van de archipel. De betrokken ouders hadden<br />
graag een wat minder bescheiden opstelling gezien. Toch is er het nodige gebeurd op het<br />
gebied van voorlichting en publiciteit:<br />
er zijn workshops voor het onderwijs binnen en buiten Almere gehouden,<br />
is er aan een tv-reportage meegewerkt,<br />
in de nieuwsbrief van "Gewoon Anders" is er aandacht besteed aan de pilot,<br />
er is buitenlands bezoek ontvangen (Italië, België, Zwitserland, Amerika, Letland,<br />
Hongarije)<br />
op pabo's is er voorlichting gegeven, dit leidde weer tot werkbezoeken en stages van<br />
geïnteresseerde studenten<br />
de inspectie heeft Integraal Schooltoezicht gehouden en de gemeente en het Ministerie<br />
van Onderwijs hierover geïnformeerd<br />
er is een afvaardiging van de ABOP op werkbezoek geweest<br />
vertegenwoordigers van diverse politieke partijen zijn geïnformeerd<br />
er is medewerking verleend aan interviews in onderwijs-vakbladen en nieuwsbrieven van<br />
ouderorganisaties<br />
i p i l o t ' i n c l u s i e f s ' - stichting "~ewoon Anders" augustus 2003
6.3 Facilitering<br />
De facilitering heeft voor het grootste deel vanuit projectfinanciering van "Gewoon Anders"<br />
plaatsgevonden. Deze projectgelden zijn vrijgemaakt uit de reguliere middelen en zonder<br />
extra subsidie.<br />
De projectleider en casemanager van de Stichting 'Gewoon Anders' kregen project-uren<br />
voor de pilot toebedeeld, de school extra formatie voor de betrokken leerkrachten. Daarnaast<br />
kreeg de school twee (later drie) onderwijsassistenten voor de full-time begeleiding van de<br />
twee inclusieve leerlingen. Deze onderwijsassistenten werden voor een deel bekostigd door<br />
"Gewoon Andersn en voor een deel door de ouders vanuit het persoonsgebonden budget.<br />
De schoolbegeleidingsdienst IJsselmeerpolders participeerde in de pilot. De school zette<br />
naast de reguliere begeleidingsuren met name in het tweede jaar additionele SBDIJ-uren in.<br />
Het bestuur faciliteerde indirect door tussentijds personeelsuitbreiding toe te staan die het<br />
mogelijk maakte groepen in een vroeg stadium te splitsen.<br />
Het schoolbestuur heeft daarnaast de kosten voor o.a. de scholing "Coöperatief onderwijs"<br />
vyor haar rekening genomen en de mogelijkheid om externe deskundigen op verzoek te<br />
consulteren.<br />
De facilitering van het werkbezoek aan Newham staat beschreven in het reisverslag.<br />
Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting "Gewoon Anders" augustus 2003<br />
27
7. Aanbevelingen<br />
Het projectteam, het schoolteam en de ouders die hebben geparticipeerd in de pilot<br />
'inclusief onderwijs' doen de volgende aanbevelingen:<br />
Aanbevelingen aan beleidsmakers en politici<br />
- Scholen en ouders die dit wensen zouden ook buiten Almere de mogelijkheid moeten<br />
krijgen om ervaring met inclusief onderwijs op te doen. Scholen kunnen dan ook<br />
onderling kennis en ervaring uitwisselen. Deze scholen zouden zowel bestaande als<br />
nieuw te starten scholen kunnen zijn. Het is vanzelfsprekend dat de overheid<br />
initiatiefnemers hiertoe stimuleert.<br />
- Ook het voortgezet onderwijs moet ervaring kunnen opdoen met inclusief onderwijs. De<br />
overheid moet dit stimuleren en faciliteren.<br />
- Nederland kent een strikte scheiding tussen de zorgsector en het onderwijs. De pilot<br />
'inclusief onderwijs'geeft aanleiding tot verder onderzoek naar kinderen die in<br />
kinderdagcentra worden begeleid en geen onderwijs krijgen.<br />
- Een onderwerp dat om nader onderzoek vraagt is: inspraak van ouders over het<br />
onderwijs aan hun (inclusieve) kind: (dit thema is ook van belang in het kader van<br />
rugzakbeleid)<br />
- Er is behoefte aan meer kennis over inclusief onderwijs. Werkbezoeken aan inclusieve<br />
scholen in het buitenland kunnen hier een positieve bijdrage aan leveren. De overheid<br />
zou initiatiefnemers hiertoe financieel kunnen steunen, bijv. door het laten vertalen van<br />
Engelse vakliteratuur over inclusief onderwijs.<br />
- Inclusief onderwijs zou aan bekendheid kunnen winnen indien PABO'S,<br />
lerarenopleidingen en nascholingsinstituten in staat worden gesteld een<br />
studieprogramma hiervoor te ontwikkelen. Het Ministerie van 0,C en W <strong>of</strong> de<br />
Wegbereiders zouden hier een opdracht voor kunnen formuleren.<br />
- Voor de bekostiging van benodigde materialen en middelen is per augustus 2003 een<br />
nieuwe regeling voor regionale expertise centra (REC). Deze regeling zou moeten<br />
worden uitgebreid voor Almere, waar een clusteroverstijgend REC de voorbeeldfunctie<br />
heeft voor landelijke ontwikkelingen.<br />
- Versoepeling van mogelijkheden om diverse financieringsvormen op elkaar te kunnen<br />
afstemmen m.b.t. plaatsing van kdc-leerlingen binnen het regulier onderwijs is zeer<br />
gewenst. Afstemming tussen zorg en onderwijs is in dit kader noodzakelijk.<br />
Aanbevelingen aan de besturen van het regulier onderwijs in Almere<br />
- Het verdient aanbeveling ook op bestaande scholen ervaring met inclusief onderwijs op<br />
te doen. Een vervolg met twee scholen binnen Almere ligt voor de hand.<br />
- De pilot inclusief onderwijs op de archipel vraagt om een vervolg in het voortgezet<br />
onderwijs. Het komende schooljaar wordt deze pilot voorbereid.<br />
- De vraag is gerezen <strong>of</strong> je wel als individuele school kunt kiezen voor inclusief onderwijs<br />
<strong>of</strong> dat zo'n besluit alleen bestuursbreed kan worden genomen.<br />
- Een nieuwe groep geïnteresseerden zou een werkbezoek aan inclusieve scholen in het<br />
buitenland kunnen brengen (Engeland, Italië, Canada) Ook kan gedacht worden aan het<br />
naar Almere halen van buitenlandse specialisten <strong>of</strong> uitwisseling in de zin van stages.<br />
- Er is behoefte aan uitbreiding van bestaande contacten met opleidingsinstanties en zo<br />
mogelijk nieuwe contacten te leggen<br />
Aanbevelingen aan basisschool de archipel<br />
- Om de ontwikkeling naar een volledig inclusieve school te kunnen voltooien zou de<br />
pilot een vervolg moeten krijgen van nog eens twee jaar. Daarna zou -bij een<br />
gunstige eindevaluatie- de pilot moeten worden omgezet in een structureel aanbod<br />
van het model inclusief onderwijs.<br />
- Voortgang van de ontwikkeling van de @rchipel als 'lerende organisatie' opnemen in<br />
het schoolplan<br />
Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting =Gewoon Anders" augustus 2003<br />
29
( -<br />
- Om verder te kunnen ontwikkelen naar een inclusieve school is aanvullende<br />
financiering nodig. Het schoolbestuur zal in samenwerking met de Stichting 'Gewoon<br />
Anders' moeten onderzoeken wat de mogelijkheden zijn.<br />
- Voor een vervolg van de benodigde financiering van het inclusieve onderwijs op de<br />
archipel moet gezocht worden naar een sluitende begroting.<br />
- De onderwijsassistenten voor Sterre en Thiandi dienen behouden te blijven<br />
- Onderzoeken <strong>of</strong> het mogelijk is de onderwijsassistenten in dienst te nemen van het<br />
schoolbestuur van basisschool de archipel<br />
- Onderwerpen en vragen die in de verdere ontwikkeling naar een inclusieve school<br />
aandacht verdienen zijn:<br />
- De mate van inspraak van ouders over het onderwijs aan hun (inclusieve)<br />
kind<br />
- Waarom voor inclusieve kinderen een uitzondering maken en tot hoever?<br />
- Uitwerking van de inclusieve gedachte binnen de brede school<br />
- Verdere concretisering van de visie op inclusief onderwijs binnen de archipel<br />
Duidelijke afspraken over plaatsing van zorgleerlingen<br />
- Draagkracht van de startende schoolorganisatie, het team, de individuele<br />
leerkracht, groepsgrootte en samenstelling van de groep<br />
- De school zou af en toe specialisten moeten kunnen raadplegen die een bijdrage<br />
kunnen leveren aan het ontwikkelen van geschikte onderwijsmethoden voor<br />
zogenoemde "kdc-kinderen" binnen een reguliere onderwijssetting.<br />
- Samenwerking met het speciaal basisonderwijs dient uitgebouwd te worden om meer<br />
expertise binnen de school te krijgen op specifieke leer- en<br />
opvoedingsproblematieken<br />
- Zorgen voor verbreding van kennis binnen het schoolteam, d.m.v. cursussen,<br />
contacten met speciaal onderwijs enl<strong>of</strong> revalidatiecentra (team, ook breed)<br />
- Aan de eindevaluatie van pilot 'inclusief onderwijs'en het vervolg zou op ruime schaal<br />
in de pers bekendheid moeten worden gegeven.<br />
- Medezeggenschap ouders herformuleren<br />
Tot slot een aanbeveling aan scholen en directies die voor inclusief onderwijs willen<br />
kiezen ....<br />
Een school die voor inclusief onderwijs kiest hoeft niet met invoering te wachten tot aan alle<br />
voorwaarden is voldaan. Het allerbelangrijkste is een team dat achter de principes van<br />
inclusief onderwijs staat en bereid is hiernaar te (gaan) handelen. Vervolgens kan de school<br />
aan de slag om al werkende weg inclusief onderwijs vorm te geven (de school als lerende<br />
organisatie). Maak als schoolleiding aan leerkrachten, ouders en leerlingen duidelijk wat je -<br />
gegeven de omstandigheden- als school wel en niet kunt waarmaken en ga samen op weg.<br />
Door geen overdreven verwachtingen te koesteren, maar realistische doelen te stellen wordt<br />
het concept 'inclusief onderwijs' hanteerbaar. Wees daarbij creatief in het aanwenden van<br />
gelden. Kortom: "Learning by doing".<br />
Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting "Gewoon Anders" augustus 2003
Geraadpleegde literatuur, rapporten en documenten<br />
Basisschool @chipel, Oudertevredenheidsonderzoek, juni 2003<br />
Beningh<strong>of</strong> , A.M., Ideas for inclusion The classroom teacher's Guide to Intearatincl<br />
Students With Severe Disabilities,, Sopris West, Avenue (1993)<br />
Beningh<strong>of</strong>, A.M. & Singer, A.L.T. Ideas for inclusion, The School Administrator's Guide<br />
(1 995)<br />
H. Bontekoe e.a. (WSNSf CPS), Samen werken, samen leren Samenwerkend leren in<br />
het basisonderwiis<br />
Boonstra, H,H, Integratie, Academisch boeken centrum, De Lier (1990)<br />
Ceis, A Village As a friend togethet-, (Un Villaggio per amico.), Italie, videoband<br />
Centre for studies on inclusive Education, <strong>Index</strong> for inclusion<br />
CG-raad, Een school voor iedereen, een gezamenlijke uitgave van het Landelijk Bureau<br />
Toegankelijkheid, de Chronisch zieken en Gehandicapten Raad en Stichting "Gewoon<br />
Anders" (2002).<br />
Daniels & Garner, H & PH, (1999), Inclusive education World yearbook <strong>of</strong> education<br />
1999, Kogan Page, London.<br />
Ebbens S., Ettekoven S.en van Rooijen J, Samenwerkend leren Praktiikboek, Wolters-<br />
Noordh<strong>of</strong>f, Groningen, 1997<br />
Förrer, M, Coöperatief leren, CPS, Amersfoort (2000) Lesmap<br />
Graaf de, G, (1 996), M i j n g e w o n e school, Acco Leuven, Amersfoort.<br />
Hoop de & Janson, F & D.J. Omaaan met verschillen adaptief werken aan<br />
basisonderwiis, Intro, Baarn. (1 997),<br />
Jansen - Vos, , F, Basisontwikkelincl in de onderbouw, Van Grocum, Assen (1997)<br />
Kars 8 Zwets, H & J.H.J. Problemen met het gedrag van mensen met een verstandelijke<br />
handicap, Bohn Stafleu Van Loghum, Houten. (1998)<br />
Nakken (red.), N, M eervowapten, Een zorq apart, Lemiscaat, Rotterdam<br />
(1 993)<br />
Newham Education, IncludinqPupils in the Numeracy Lesson,<br />
Stratford England - Videoband<br />
Newham Education, Inclusive Education Audit, Stratford Engeland, (1996.)<br />
Procesmanagement primair onderwijs, Verder op wea. Handreiking bij "Overdenken en<br />
doen", (boek en video) 1998<br />
Stevens, L . *f<br />
t onderwiis, Proces Management Primair Onderwijs. (1 997)<br />
Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting "Gewoon Anders" augustus 2003
Stichting "Gewoon Anders", Speciaalonderwijs in een experimentele settina in Almere,<br />
"Gewoon Andersn.(l 997)<br />
Stichting "Gewoon Anders", Verslag werkbezoek Newhaml Londen, (2002)<br />
Stichting "Gewoon Anders", -, (juni 2002)<br />
Stichting "Gewoon Anders", -onderwclusiefis, (oktober 2000)<br />
Stichting "Gewoon Anders", Vranenliist nulmetinq, (oktober 2001)<br />
Stichting "Gewoon Anders", 1997-2002, S t i c h t i n n k<br />
Gewoon<br />
Varming Ole & Rasmusen Ole, 1,<br />
Nederlandse vertaling en bewerking Chr. Hogeschool Windesheim, Zwolle<br />
(1 996)<br />
Van Hove (redactie), G, B r e c h t i s Het . perspectief<br />
van ouders en kinderen, Acco, Leuven (1 997)<br />
Vosse, A, Kinderen be-en bii leerachterstanden, (orthovisie), Wolters<br />
Noordh<strong>of</strong>f, Groningen. (1 994)<br />
Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting "Gewoon Anders" augustus 2003<br />
-<br />
33
Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting "Gewoon Anders" augustus 2003<br />
35
Bijlage 1. Pilotplan 'Inclusief onderwijs'<br />
Pilot "Op weg naar (meer) inclusief onderwijs"<br />
Wat betekent inclusief onderwijs?<br />
Scholen die inclusief onderwijs verzorgen leggen geen beperkingen op voor toelating van<br />
kinderen: elk kind, ongeacht de handicap <strong>of</strong> stoornis, is welkom. De kwaliteit van het<br />
onderwijs is hoog tot zeer hoog. Uit onderzoek in Canada is gebleken, dat scholen die<br />
inclusief onderwijs als uitgangspunt nemen, betere leerprestaties voor de kinderen<br />
realiseren. Met name de zwakkere kinderen behalen betere resultaten. De resultaten van de<br />
betere leerlingen blijven gelijk.<br />
Inclusief onderwijs is een term die is overgenomen vanuit het buitenland en binnen<br />
Nederland slechts zeer beperkt wordt gebruikt. In meerdere landen in Europa en in de<br />
dereld is reeds langer gewerkt aan het verhogen van de kwaliteit van het regulier onderwijs<br />
op een manier die in feite de scholen voor speciaal onderwijs overbodig maakt als separate<br />
school. In een aantal landen is het speciaal onderwijs volledig opgeheven, in andere<br />
omgevormd tot een instelling die het regulier onderwijs ondersteunt bij het vormgeven van<br />
inclusief onderwijs.<br />
Alle landen binnen Europa hebben zich in 1990 al verplicht om inclusief onderwijs vorm te<br />
geven. In 1990 is namelijk door de Raad van Europa een resolutie aangenomen die luidt:<br />
"Volledige integratie moet als prioritaire keuzemogelijkheid worden beschouwd en alle<br />
onderwijsinstellingen moeten in staat zijn te voldoen aan behoeften van gehandicapte<br />
leerlingen en studenten."<br />
Hoewel het inclusief onderwijs het nodige aan vaardigheden van de leerkracht vraagt, wordt<br />
dit door de leerkrachten die het uitvoeren in de meeste gevallen niet als taakverzwarend<br />
gezien. Wel is in de startfase sprake van een vorm van taakverzwaring merkbaar, doordat er<br />
een verandering in werken en denken tot stand moet komen. En elke verandering kost<br />
moeite: de leerkracht moet zich nieuwe dingen eigen maken en (een deel van) oude routines<br />
afleren.<br />
Een belangrijk uitgangspunt bij inclusief onderwijs is dat kinderen veel van elkaar leren.<br />
Begrippen als coöperatief leren en "peer-tutoring" zijn erg belangrijk. Dit leren van elkaar<br />
wordt bij alle vak- en vormingsgebieden toegepast, dus ook bij de instrumentele<br />
vaardigheden (lezen, taal, rekenen, schrijven).<br />
Ook wordt binnen inclusief onderwijs actief gewerkt aan sociale relaties en vorming. Hierdoor<br />
wordt acceptatie van en omgaan met verschillen bevorderd.<br />
Waarom deze pilot?<br />
Het project Gewoon Anders is gestart met in haar doelstelling maximale integratie van<br />
kinderen met een handicap <strong>of</strong> stoornis. In de planning van het project is gestart met de<br />
uitvoering van het model Kind In Groep, als de projectvorm met de meeste integratie.<br />
In de afgelopen drie projectjaren is ook gewerkt aan de voorbereiding en de start van de<br />
andere modellen die in het projectplan zijn opgenomen, en wel Groep In School en Groep<br />
Gekoppeld Aan School. In deze modellen is de integratie beperkter dan bij Kind In Groep,<br />
maar het blijft als doelstelling nadrukkelijk aanwezig.<br />
Met de uitwerking van de verschillende groepen, waaronder ook de handicapheterogene<br />
groepen die in augustus 2001 moeten starten, is het aanbod aan ouders die kiezen voor<br />
meer gespecialiseerd onderwijs binnen Gewoon Anders voldoende breed om de doelgroep<br />
van de Stichting "Gewoon Anders" kwalitatief goed onderwijs te bieden. In die situaties<br />
waarin het model Kind In Groep niet langer voldoende mogelijkheden biedt, zijn de<br />
~valuatieräpport pilot ' i n c l u s ~ - Stichting j ~ "Gewoon Anders" augustus 2003<br />
5,<br />
37
groepsmodellen voldoende toegerust om de kinderen dat onderwijs te bieden dat zij nodig<br />
hebben.<br />
Als volgende stap in de uitwerking van het project lijkt het uitwerken van het begrip inclusief<br />
onderwijs zinvol.<br />
Doelstelling en opbrengsten van de pilot<br />
Door middel van een intensieve begeleiding en een intensief ontwikkelingtraject<br />
onderzoeken in welke mate, op welke wijze en onder welke voorwaarden inclusief onderwijs<br />
mogelijk is.<br />
Als nevendoelstelling wordt tevens gesteld dat door middel van dezelfde intensieve<br />
begeleiding de betreffende leerlingen een onderwijsplek op een reguliere basisschool<br />
hebben tenminste gedurende de pilotperiode.<br />
Aan het eind van de pilotperiode hebben de scholen:<br />
- kennis en vaardigheden op het gebied van inclusief onderwijs door middel van<br />
coöperatief leren, peer-tutoring en andere vormen van samenwerkend leren; de kennis<br />
en vaardigheden zullen groot zijn bij de leerkrachten met het Gewoon Anders-kind in de<br />
groep en in beperktere mate bij de overige teamleden<br />
- inzicht in de (0n)mogelijkheden van het invoeren en vormgeven van inclusief onderwijs in<br />
de eigen school, vertaald in een aanvulling op het schoolplan van de school.<br />
De pilot beoogt in feite het versnellen van een ontwikkeltraject waar de school zelf al mee is<br />
begonnen. Het gaat om scholen die in het eigen beleid en veranderplan al een groot accent<br />
leggen op het omgaan met verschillen en adaptief onderwijs. Voor scholen die in dit opzicht<br />
nog maar beperkte activiteiten hebben ontplooid, is de periode voor deze pilot te kort om de<br />
doelstelling te bereiken.<br />
Opgemerkt moet ook worden dat in de doelstelling niet opgenomen is dat de pilotscholen<br />
aan het eind van de periode volledig inclusief zullen zijn. Dit zou een te hoge verwachting<br />
zijn. Een vervolg is zinvol en noodzakelijk om dit te realiseren, maar om zinvol over een<br />
vervolg te kunnen praten is het noodzakelijk om eerst enige ervaring op te doen. Dit betekent<br />
dat in de tweede helft van de pilotperiode gestart moet worden met het uitwerken van een<br />
vervolg.<br />
Hoe ziet de pilot eruit?<br />
De pilot duurt twee jaar en bestaat uit de volgende componenten:<br />
E r w o r d e n geworven via de<br />
schoolbesturen.<br />
Met iedere "aangemelde" school wordt een intake met (een representatieve afvaardiging<br />
van) het team gehouden door de Stichting "Gewoon Anders". Op basis van deze intake<br />
wordt een advies aan het bestuur van de Stichting "Gewoon Anders" gegeven, die de<br />
definitieve deelnemers vaststelt.<br />
~ i e g w i e l m o d e l :<br />
Per school wordt in één groep (middenbouw) een zeer complexe leerling geplaatst en in die<br />
groep wordt het principe van inclusief onderwijs uitgewerkt. Daarnaast wordt er met de hele<br />
school een ontwikkeltraject uitgewerkt om in alle groepen te komen tot meer inclusief<br />
onderwijs, waarbij de eigen leerling dan wordt "gebruikt" als casus. Er is gekozen voor in<br />
eerste instantie het plaatsen van een leerling in de middenbouw (groep 3, 4, 5 <strong>of</strong> 6). In de<br />
onderbouw blijkt het vormgeven van integratie en inclusief onderwijs vaak eenvoudiger te<br />
realiseren. In de bovenbouw is het voor het eerst starten met een ernstig gehandicapte<br />
leerling meer risicovol vanwege de meer vaste sociale relaties die kinderen soms al hebben.<br />
Ondersteuning en faciliteiten vanuit Gewoon Anders:
- in de groep wordt vanuit Gewoon Anders in combinatie met aanvullende middelen<br />
(incl. PGB van de ouders) en subsidie een onderwbassistent voor alle lesgebonden<br />
tiiden (en beperkt voor extra overleg) geplaatst; deze onderwijsassistent is voor<br />
algemene ondersteuning en niet alleen voor het betreffende kind (indien de school<br />
erin slaagt om de kwaliteit van het onderwijs in de betreffende groep zodanig te<br />
verhogen, dat de onderwijsassistent niet volledig noodzakelijk is, dan mag deze ook<br />
in andere groepen ter ondersteuning worden ingezet gedurende pilotperiode)<br />
- de leerkracht in de groep wordt een halve d g per week vrilgeoosterd voor<br />
voorbereiding, scholing enz.<br />
- de leerkracht in de groep wordt een halve dag per week ondersteund door een<br />
casemanager/~roiectleider; de ondersteuning is leerkrachtgericht<br />
- de casemana~er/~roiectlei& heeft daarnaast een halvedag per week beschikbaar<br />
voor het ontwikkeltraiect dat de school doormaakt om inclusief onderwijs vorm te<br />
geven en te ondersteunen; dit wordt ten dele uitgevoerd door de SBDIJ (zie ook<br />
onder punt 6)<br />
- er worden netwerk-, intervisie- <strong>of</strong> uitwisselingsbijeenkomsten tussen de leerkrachten<br />
en scholen onderling georganiseerd<br />
- er wordt een studiereis georganiseerd voor de leerkracht van de betreffende groep,<br />
samen met een door de school te kiezen collega (mogelijk intern begeleider <strong>of</strong><br />
directielid), de betrokken casemanagerlprojectleider/begeleiders en een lid van de<br />
directie van de Stichting "Gewoon Anders"; indien de begroting dit toelaat, kan het<br />
aantal personen worden uitgebreid<br />
- er wordt ondersteuning geboden bii de voorlichting en informatie voor de ouders van<br />
de school om te zorgen dat de school als totale "gemeenschap" bij de pilot betrokken<br />
is, wordt en blijft.<br />
De school zal zich maximaal inspannen om het volgende te realiseren:<br />
- zorgen dat de ~oelwaarin de betreffende leerling zit niet meer dan 25 leerlingen omvat<br />
- dat de leerkracht in deze groep ervaren is en-<br />
- dat, indien dit wenselijk wordt geacht op basis van de tussentijdse evaluatie, de<br />
leerkracht gedurende de pilotperiode dezelfde-- heeft<br />
- dat er met de leerlingen en de ouders van de school een goed informatie- en<br />
begeleidingstraject vooraf en tijdens de plaatsing wordt uitgevoerd (met ondersteuning<br />
van de Stichting "Gewoon Anders") om de acceptatie van de Gewoon-Anders-leerling te<br />
bevorderen<br />
- voor de eerste opvang van ziekte wordt uitgegaan van de schoolinterne afspraken, met<br />
bii voorkeur een vaste "achtervana"; langdurige ziekte is overmacht en de school en<br />
Stichting "Gewoon Anders" bekijken samen hoe dit kan worden opgelost<br />
- scholing van het gehele team in 10 bijeenkomsten van 3 uur (via GOSSA aanvragen en<br />
daarmee inzetten van de scholingsmiddelen), zo nodig verspreid over twee schooljaren;<br />
de scholing is ondersteunend t.a.v. het ontwikkel- en leertraject van de school als geheel.<br />
Het geleerde wordt met begeleiding en ondersteuning van de SBDIJ en de Stichting<br />
"Gewoon Anders" geïmplementeerd in alle groepen.<br />
- deelname aan netwerk-, intervisie- <strong>of</strong> uitwisselingsbijeenkomsten (dit zal een beperkt<br />
aantal zijn, waarschijnlijk 3 tot 4 per schooljaar)<br />
- inzetten van de reguliere uren voor svsiembegeleidincle SBDIJ om het<br />
ontwikkeltraject mede te helpen ondersteunen<br />
- verplichting tot deelname voor 2 iaar; evaluaties kunnen leiden tot bijstellingen, maar niet<br />
tot afhaken (calamiteiten daargelaten)<br />
- om de leerling ook na de duur van de pilot zo mogelijk OP school te houden met de<br />
reguliere middelen ter ondersteuning (n.b. met alle partijen, dus ook met de ouders zal<br />
besproken moeten worden dat de mogelijkheid bestaat dat dit niet slaagt)<br />
- voldoende informatie te neven aan de ouders van de eigen school over de pilot<br />
- N.B. De school wordt niet verplicht om andere leerlingen met dezelfde zwaarte van<br />
handicap aan te nemen. Dit mag uiteraard wel, maar de ondersteuning valt binnen de<br />
reguliere werkwijze van de Stichting "Gewoon Anders".<br />
-L 39<br />
Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' ~t~chtin~<br />
"Gewoon Anders" augustus 2003
o a g e . Van de ouders<br />
wordt verwacht dat zit<br />
- het maximaal beschikbare bedrag van het PGB dat verstrekt wordt in het kader van recht<br />
op dagbesteding (voor zgn. ondergrensleerlingen) <strong>of</strong> voor verzorging en directe hulp<br />
binnen de school ter beschikking stellen; dit bedrag zal worden aangewend voor het<br />
financieren van de onderwijsassistent in de groep van hun kind, die binnen de<br />
taakomschrijving nadrukkelijk de verzorgende taken krijgt; noodzakelijke therapieën<br />
zullen uiteraard uit het PGB bekostigd moeten kunnen worden<br />
- relevante informatie over hun kind leveren aan de school en aan de Stichting "Gewoon<br />
Anders"<br />
- accepteren dat de plaatsing voor de periode van de pilot inclusief onderwijs (dus 2 jaar)<br />
wordt gewaarborgd, maar dat voor de periode erna weliswaar de inspanning wordt<br />
geleverd om het kind te handhaven, maar geen "garantie" dat dit lukt<br />
- bij bijzondere (buitenschoolse) activiteiten bereid zijn om hand-en-span-diensten te<br />
verrichten ter ondersteuning van de integratie.<br />
- ' Het eerste aandachtsstreepje geldt nu voor de periode van de pilot. Wanneer het concept<br />
inclusief onderwijs breder vorm wordt gegeven is het de bedoeling dat het ook voor<br />
ouders die geen PGB krijgen voor hun kind mogelijk is om hun kind inclusief onderwijs te<br />
laten volgen.<br />
-t-rsteund door de SBDIJ.<br />
De SBDIJ biedt in ieder geval de reguliere uren voor de systeembegeleiding. Zo mogelijk<br />
worden, uiteraard met goedkeuring van het betreffende schoolbestuur, extra uren ingezet.<br />
Voor de pilotscholen wordt dezelfde begeleider beschikbaar gesteld.<br />
Welke scholen komen in aanmerking<br />
De scholen zullen gericht worden geworven via de schoolbesturen en bovenschoolse<br />
directies <strong>of</strong> overleggroepen op leidinggevend niveau. Scholen kunnen aangemeld worden als<br />
zij voldoen aan onderstaande punten:<br />
- enige ervaring hebben met Gewoon-Anders-kinderen<br />
- zichtbare stappen hebben ondernomen in de richting van omgaan met verschillen <strong>of</strong><br />
adaptief onderwijs<br />
- voldoende ondersteuning van de integratie-gedachte door de school (team,<br />
management, bestuur en MR)<br />
- goed pedagogisch klimaat<br />
- goed teamfunctioneren.<br />
De "grondhoudingn (attitude en motivatie) van de school als geheel zijn het allerbelangrijkst<br />
en zullen dan ook zeer zwaar wegen. Deze grondhouding moet ook blijken uit een algeheel<br />
schoolbeleid dat gericht is op plaatsing en handhaving van zoveel mogelijk kinderen en zo<br />
min mogelijk verwijzen naar speciaal (basis)onderwijs.<br />
Inclusief onderwijs betreft gezien de doelstelling alleen het reguliere onderwijs. Speciale<br />
basisscholen kunnen niet worden aangemeld.<br />
Evenmin kunnen startende scholen (scholen die een jaar <strong>of</strong> korter bestaan) worden<br />
aangemeld. Immers, zoals in de opmerkingen bij de doelstelling al is vermeld is het de<br />
bedoeling dat scholen al een ontwikkeling in gang hebben gezet in de richting van omgaan<br />
met verschillen en dus in de richting van inclusief onderwijs.<br />
Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting "Gewoon Anders" augustus 2003
Evaluatie<br />
De evaluatie vindt op twee momenten plaats:<br />
1. aan het eind van het eerste pilotjaar (tussenevaluatie)<br />
aan het eind van het tweede pilotjaar (eindevaluatie).<br />
Zowel voor de tussenevaluatie als voor de eindevaluatie worden schriftelijke<br />
evaluatieformulieren gebruikt. De formulieren omvatten vragen op het gebied van<br />
- vergroting van kennis<br />
- vergroting van vaardigheden<br />
- vergroting van inzicht.<br />
Bij de start wordt een soort "nulmeting" gedaan, door middel van het invullen van de<br />
formulieren vooraf.<br />
Er worden formulieren verstrekt aan alle leerkrachten, intern begeleiders en directieleden,<br />
evenals aan de ouders van de Gewoon-Anders-leerling en de begeleiders/casemanagers.<br />
Deze formulieren worden door de onderwijskundige van de Stichting "Gewoon Anders" (die<br />
niet inhoudelijk medeverantwoordelijk is voor de pilot inclusief onderwijs) ontwikkeld,<br />
verspreid, ingenomen en omgezet in een <strong>evaluatieverslag</strong>. De medewerker belast met de<br />
evaluatie zal nog onderzoeken <strong>of</strong> het zinvol is en zo ja op welke wijze de leerlingen en de<br />
ouders van de school betrokken moeten worden bij de evaluatie. Dit zal bij de start van de<br />
pilot duidelijk zijn.<br />
Evaluatierapp<strong>of</strong>i pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting "Gewoon Anders" augustus 2003<br />
4 1
Tijdlijn<br />
De nagestreefde tijdlijn ziet er als volgt uit:<br />
Maart 2001 Vooraanmelding scholen via besturen e.d.<br />
April 2001 Intakegesprekken met aangemelde scholen<br />
Voor 1 mei 2001 Besluitvorming aangaande deelname door bevoegd gezag<br />
betreffende school en bestuur Stichting "Gewoon Anders"<br />
April - juni 2001<br />
April -juni 2001<br />
April -juni 2001<br />
Augustus 2001<br />
Ontwikkelen evaluatiemodel en bijbehorende vragenlijsten.<br />
Betrokken scholen en Stichting "Gewoon Anders" maken een<br />
planning voor het eerste pilotjaar waarin in elk geval is<br />
opgenomen:<br />
- voorlichting aan ouders en MR<br />
- voorlichting aan team<br />
- kennismaking en introductie van het Gewoon-Anders-kind in<br />
de groep<br />
data scholing<br />
data overlegmomenten verschillende niveau's<br />
Introductie van de pilot bij het de teams van de betrokken<br />
scholen, voorlichting aan de ouders, eerste voorbereiding van de<br />
kinderen van de groep waarin het kind wordt geplaatst,<br />
kennismaking van en met de pilotkinderen e.d.<br />
Start pilot inclusief onderwijs; voor de concrete invulling wordt met<br />
de scholen een planning gemaakt. Er zijn drie ho<strong>of</strong>dfasen:<br />
1. de startfase, waarin kennismaking, oriëntatie en opstart<br />
plaatsvindt; deze fase duurt ongeveer drie maanden<br />
2. de uitvoeringsfase, waarin de pilot vorm krijgt en inclusief<br />
onderwijs gestalte gaat krijgen; deze fase neemt het<br />
grootste deel in beslag, nl ongeveer 1 -jaar<br />
3. de afrondingsfase, waarin de resultaten worden<br />
vastgelegd in een aanvulling op <strong>of</strong> onderdeel van het<br />
schoolplan; deze fase neemt ook ongeveer drie maanden<br />
in beslag. In deze fase zal ook bekeken worden welke<br />
mogelijkheden er zijn voor een vervolg.<br />
--.- _-I_-_--__-I__<br />
Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwds' - Stichting "Gewoon Anders" augustus 2003
Begroting<br />
Bij de begroting is uitgegaan van 2 scholen; bij een grotere deelname wordt het bedrag<br />
uiteraard verhoogd. Het bedrag is per schooljaar.<br />
Uitgaven:<br />
- twee onderwijsassistenten ieder voor 30 uur 68.000,=<br />
- vrijstelling van twee leerkrachten ieder voor - dag p.w. 15.000,=<br />
- een casemanagerlprojectleider voor twee dagen per week 44.000,=<br />
- studiereis 20.000,=<br />
- cursus inclusief onderwijs; aan te vragen als teamscholing bij GOSSA GOSSA-budget<br />
- Totaal: 147.000,=<br />
Bekostiging:<br />
- bijdrage vanuit PGB (persoonsgebonden budget van de ouders) 60.000,=<br />
- bijdrage vanuit de Stichting "Gewoon Anders" 87.000,=<br />
-( Totaal: 147.000,=<br />
Het PGB voor een kind met recht op dagbesteding is maximaal f 43.000,=. Ouders kunnen<br />
ook een PGB aanvragen waarbij zij expliciet aangeven dat het de bedoeling is om verzorging<br />
en ondersteuning in de vorm van personeel mee te sturen naar een school om het volgen<br />
van onderwijs mogelijk te maken.<br />
Het toegekende PGB wordt zoveel mogelijk ingezet, maar omdat de kinderen die voor deze<br />
pilot in aanmerking komen vaak ook nog therapie nodig hebben (wat uit hetzelfde bedrag<br />
wordt bekostigd), wordt uitgegaan van een schatting van een bijdrage van f 30.000,= per<br />
kind. Met de ouders zal in het contract worden vastgelegd dat uitgegaan wordt van het<br />
maximale bedrag na aftrek van de noodzakelijke therapieën, dus dat dit uiteindelijk hoger <strong>of</strong><br />
lager kan zijn dan het begrote bedrag. Het bedrag dat ten laste komt van de Stichting<br />
"Gewoon Anders" hangt dus af van de mogelijke bijdrage vanuit het PGB.<br />
De SBDI J zal ook de reguliere uren voor de systeembegeleiding inzetten voor het<br />
ontwikkeltraject van de school. Dit betekent een extra ondersteuning voor de school. Ook zal<br />
overleg met de betreffende schoolbesturen worden gevoerd over de mogelijkheden voor<br />
inzet van extra bestuursuren.<br />
Voor de bekostiging van de studiereis zal geprobeerd worden om gebruik te maken van<br />
enkele internationale uitwisselingsprogramma's zoals bijv. Socrates <strong>of</strong> Plato.<br />
Tot slot<br />
De pilot inclusief onderwijs moet worden gezien als een "startsubsidie" om de ontwikkeling<br />
naar meer inclusief onderwijs binnen Almere een extra impuls te geven. Dit betekent wel dat<br />
er ook verder gedacht moet worden aan op welke wijze er een vervolg aan kan worden<br />
gegeven met deze scholen. Daarnaast moet ook gedacht worden aan de wijze waarop de<br />
verworvenheden en inzichten uit de pilot verspreid kunnen worden naar andere scholen. Een<br />
zeer belangrijke vraag hierbij is natuurlijk die naar de bekostiging, omdat in de pilotperiode<br />
worden aanzienlijke extra middelen ter beschikking worden gesteld.<br />
Integratie en inclusief onderwijs blijft in het land een punt van bijzondere aandacht. Een<br />
intensieve uitwerking zoals hier voorgesteld, wordt voor zover bekend nog nergens<br />
toegepast. Dit betekent voor het Almeerse onderwijs, de SBDIJ, de Stichting "Gewoon<br />
Anders" maar zeker ook voor de betreffende scholen een goede kans tot positieve<br />
pr<strong>of</strong>ilering. Het kan in Almere? Waarschijnlijk wel, maar ook als het minder succesvol is, dan<br />
geldt nog: we hebben het in elk geval geprobeerd in Almere.
Bijlage 2. Schoolconcept Eilandenbuurt, basisschool De archipel<br />
Context van de school<br />
Deze 16-klassige basisschool in de Eilandenbuurt is gesitueerd in een buurt in Almere-<br />
Buiten die ten oosten van de Regenboogbuurt ligt en ten zuiden van de Seizoenenbuurt. De<br />
school gaat deel uit maken van een zogenoemde brede school waardoor ook andere<br />
voorzieningen in hetzelfde gebouw zijn gehuisvest. De school start in augustus 2001 in een<br />
noodlocatie maar het definitieve gebouw wordt pas in 2004 opgeleverd. De school maakt<br />
onderdeel uit van het cluster Almere-Buiten Zuid dat nu bestaat uit vier scholen waarvan één<br />
school een uitgesproken concept heeft namelijk het Daltonconcept. Verder zijn er binnen de<br />
eigen denominatie in Almere-Buiten nog een Jenaplanschool aanwezig en is er een<br />
algemeen bijzonder neutrale Montessorischool.<br />
De woningbouw in de nieuwe wijk kenmerkt zich door de volgende statistische gegevens:<br />
- De start van de eerste woningbouw heeft plaats gevonden 2000. Oplevering geschiedt<br />
, tussen 2001en 2004. In 2001 bijna 27%, in 2002 ruim 30%, in 2003 ruim 34% en in 2004<br />
betreft het 8% van de totaal op te leveren woningen.<br />
- Daarvan zit ruim 82% in de koopsector en bijna 18% in de huursector.<br />
- Alle woningen bevinden zich in de vrije sector. Er is dus geen sprake van gesubsidieerde<br />
bouw.<br />
- Ruim 20% van de woningen zijn 3-kamerwoningen <strong>of</strong> kleiner. Bijna 80% zijn 4-<br />
kamerwoningen <strong>of</strong> groter.<br />
- Bijna 3% zit in de vrije prijsklasse(vrijstaand individueel ontwerp).<br />
Ruim 15 % zit in de prijsklasse > f 475.000,--.<br />
Ruim 16 % kost tussen de f 365.000,-- en f 475.000,--.<br />
Ruim 22% zit in de prijsklasse tussen f 270.000,-- en f 365.000,--.<br />
Bijna 17% kost tussen f 21 5.000,-- en f 270.000,--.<br />
Ruim 26% kost minder dan f 215.000,--.<br />
Bij de laatste twee categorieën moet men denken aan portiek- <strong>of</strong> galerijflats <strong>of</strong> aan<br />
duplexwoningen.<br />
- Van het totaal te bouwen woningen zijn bijna 91% eengezinswoningen en ruim 9%<br />
meergezinswoningen.<br />
Opvallend aan deze cijfers is de verhouding kooplhuur. In de recente nieuwe wijken is de<br />
verhouding meestal 30 a 40% huur en 60 a 70% koop. Op basis van bovenstaande<br />
gegevens is voorzichtig te concluderen dat de bewonerspopulatie gemêleerd zal zijn zonder<br />
uitzonderlijke uitschieters naar boven <strong>of</strong> beneden.<br />
Missie<br />
De Eilandenbuurtschool is een openbare school. Dit betekent dat de school open staat voor<br />
iedereen met respect voor ieders culturele enl<strong>of</strong> levensbeschouwelijke achtergrond. Hierbij<br />
aansluitend streeft de school naar inclusief onderwijs waardoor volledige<br />
onderwijsintegratie van alle kinderen uit de wijk mogelijk wordt. Het te geven onderwijs<br />
neemt het kind als uitgangspunt met als doel zo hoog mogelijke sociale en cognitieve<br />
resultaten op alle gebieden. Individuele ontwikkelingslijnen voor kinderen behoren tot de<br />
mogelijkheden waarbij zelfstandig werken en samenwerkend leren een belangrijke rolsspelen<br />
als middel om dit doel te bereiken. Samenwerking met het expertisecentrum speciaal<br />
onderwijs en de stichting Gewoon Anders is een voorwaarde.<br />
Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting "Gewoon Anders" augustus 2003<br />
45
Onderwijsfunctie<br />
Uitgangspunten van het onderwijsconcept:<br />
- Het onderwijsconcept van de school in de Eilandenbuurt kenmerkt zich door een<br />
groeimodel richting inclusief onderwijs waardoor volledige onderwijsintegratie mogelijk<br />
wordt voor alle buurtkinderen.<br />
- De sociale integratie, die een voorwaarde is voor inclusief onderwijs, wordt planmatig<br />
begeleid.<br />
- Leren wordt gezien als een sociaal proces waarin zowel plaats is voor persoonlijk<br />
presteren als voor zaken als respect, invoelend vermogen, tolerantie, eerlijkheid en<br />
verantwoordelijkheid.<br />
- Het vertrekpunt van het te geven onderwijs zijn de mogelijkheden van een kind c.q. zijn<br />
ontwikkelingspotentieel. Dit geldt niet alleen op het gebied van de instrumentele<br />
vaardigheden maar ook bijvoorbeeld de creatieve vakgebieden<br />
- De school streeft naar kwalitatief hoogstaand onderwijs voor alle kinderen waarbij<br />
zelfstandig werken en samenwerken belangrijke peilers zijn om dit te realiseren.<br />
- Het onderwijs wordt resultaatgericht gestuurd door goed evalueerbare einddoelstellingen<br />
op alle gebieden.<br />
Pedagogische ontwerp<br />
De keuze voor een groeimodel richting inclusief onderwijs geeft het mensbeeld aan op<br />
grond waarvan kinderen op deze school worden begeleid en opgevoed. De kinderen leren<br />
door inclusief onderwijs dat in principe niemand wordt buitengesloten en bereidt ze dus<br />
ook voor op een samenleving waarin niemand wordt buitengesloten. Door inclusief<br />
onderwijs te bieden worden begrippen als tolerantie, verantwoordelijkheid voor elkaar,<br />
respect voor verschillen en de waarde daarvan, op een duidelijke en hanteerbare manier in<br />
de dagelijkse praktijk gebracht.<br />
Het pedagogisch klimaat binnen de school komt tegemoet aan basale behoeften zoals de<br />
behoefte aan een veilige relatie, de behoefte je competent te voelen en de behoefte<br />
zelfstandig te kunnen beslissen. Deze behoeften zijn bij ieder kind aanwezig en moeten<br />
gehonoreerd worden om de verdere ontwikkeling te stimuleren. Leraren moeten dus de<br />
kinderen laten ervaren dat zij het kunnen zodat dit de intrinsieke motivatie van kinderen<br />
bevorderd.<br />
Aangezien het om een groeimodel gaat zal dit pedagogisch concept ook (in de eerste jaren)<br />
haar grenzen kennen. Kinderen met emotionele enl<strong>of</strong> gedragsproblemen zullen niet altijd<br />
(direct) opgevangen kunnen worden in de reguliere setting. Hiervoor zullen separate opvang<br />
in bijvoorbeeld kleinere groepen een uitkomst kunnen bieden. Wel blijft het streven om deze<br />
kinderen uiteindelijk te integreren.<br />
Didactische ontwerp<br />
Door als vertrekpunt van het te geven onderwijs te kiezen voor de mogelijkheden van elk<br />
kind c.q. zijn ontwikkelingspotentieel impliceert dat allereerst de beginsituatie van elke<br />
leerling moet worden vastgesteld. Hiervoor zal externe wetenschappelijke hulp noodzakelijk<br />
zijn om dit verantwoord in kaart te kunnen brengen. Tevens zal aansluiting plaats moeten<br />
vinden bij de afspraken die in het samenwerkingsverband zijn gemaakt rondom bijvoorbeeld<br />
het in kaart brengen van de basisvaardigheden voor 4-jarigen. Op basis van de beginsituatie<br />
kan het leerteam zorgdragen voor een goede afstemming tussen de behoeftes van het kind<br />
en de leerinhoud. Dit gebeurt door kinderen hun eigen ontwikkelingslijn te laten volgen<br />
binnen de school omdat ze verschillen in talent, tempo en temperament. Ook moet er<br />
voldoende ruimte gegeven worden aan kinderen om op grond van eigen interesses te<br />
werken en zich verder te ontwikkelen binnen de school. Aan de hand van een<br />
leerlingvolgsysteem kan elk kind gevolgd worden in zijn ontwikkeling en kan op basis hiervan<br />
planmatig de vervolgstappen gezet worden. De te geven instructie kenmerkt zich door<br />
diversiteit omdat elk kind anders leert. Een gedeelte van de instructie is leerkrachtonaf-<br />
hankelijk door gebruik te maken van tape en computers.<br />
Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting "Gewoon Anders" augustus 2003
De onderwijsinhouden zijn modulair samengesteld en zijn deels zelfstandig te verwerken. Het<br />
aanbieden en ontdekken van verschillende leerstrategieën is een belangrijk onderdeel van de<br />
onderwijsin houden.<br />
De zorgstructuur bestaat uit voorzieningen voor extra zorg aan kinderen in de school, inclusief<br />
opvang in het kader van de leerlinggebonden financiering. Deze interne zorgstructuur is een<br />
aanvulling op datgene dat de groepsleraar al doet en voorziet in een cyclus van signaleren en<br />
analyseren van onderwijsleerproblemen, voorbereiden, uitvoeren en evalueren van oplossingen.<br />
Hiervoor maakt de school o.a. gebruik van een genormeerd leerlingvolgsysteem. Afhankelijk van<br />
de grootte van de school kan er binnen de school een zorgteam worden geformeerd. Daarnaast<br />
doet de school vanzelfsprekend een beroep doen op de bovenschoolse zorgvoorzieningen<br />
wanneer de vraag om extra zorg de mogelijkheden van de school te boven gaat.<br />
Onderwijsorganisatie<br />
Het criterium voor de unitlbouwindeling is op de school in de Eilandenbuurt in principe de leeftijd<br />
van de kinderen met een maximum van drie jaar fysiek leeftijdsverschil. Het aantal unitslbouwen<br />
zal afhankelijk zijn van de grootte van de school. Binnen elke unit onderscheiden we een aantal<br />
Heterogene basisgroepen die elk een eigen mentor hebben. Voor het leerst<strong>of</strong>aanbod binnen elke<br />
unitlbouw is het totale leerteam verantwoordelijk bestaande uit leerkrachten(sommigen met<br />
specifiek ontwikkelde expertise), onderwijsassistenten, intern begeleider, fysiotherapeut en<br />
andere deskundigen die noodzakelijk zijn om te komen tot inclusief onderwijs. Lichamelijke<br />
oefening en expressievakken worden zoveel mogelijk gegeven door vakleerkrachten die in<br />
meerdere units werkzaam zijn..<br />
Het hiervoor geschetste didactische ontwerp vereist binnen de onderwijsorganisatie dat er zowel<br />
individueel als groepsgewijs gedifferentieerd wordt door het leerteam. Immers als de<br />
ontwikkelingslijnen van een aantal kinderen parallel lopen is het zeker, ook vanuit sociaal<br />
oogpunt, verantwoord om de benodigde instructie voor de vervolgstappen groepsgewijs aan te<br />
bieden in de vorm van bijvoorbeeld grote groeplkleine groep. Indien dit niet het geval is zal er<br />
sprake zijn van gerichte individuele instructie voor het betrokken kind. In alle gevallen zorgt het<br />
leerteam voor de duidelijkheid en de structuur binnen het leerproces zonder te nadrukkelijk<br />
aanwezig te zijn. Kinderen moeten uitgedaagd en gemotiveerd worden door het leerteam zodat<br />
ze actief en betrokken blijven. Dit kan door afwisselende didactische werkvormen. De moderne<br />
methoden en materialen geven hiervoor veel aanwijzingen en moeten dus ook op de goede<br />
manier gebruikt worden door het leerteam. Ook ICT kan hier een belangrijke rol in spelen als<br />
ondersteunend middel.<br />
Het leerteam vervult een cruciale rol. Verantwoordelijkheden binnen het team moeten goed<br />
afgebakend en helder zijn.<br />
Schoolorganisatie<br />
De schoolorganisatie bestaat uit een aantal unitslbouwen bestaande uit minimaal 60 en<br />
maximaal 90 leerlingen. Het schoolconcept van de school in de Eilandenbuurt vraagt om een<br />
pr<strong>of</strong>essionele organisatie waarin de schoolleiding door persoonlijk leiderschap stuurt op gedrag.<br />
Een kwaliteitenanalyse is op voorhand noodzakelijk zodat helder wordt welke kwaliteiten voor<br />
elke functie noodzakelijk is om een goed functionerend onderdeel te zijn van het (1eer)team.<br />
Scholing gericht op inclusief onderwijs kan hier (blijvend) een ondersteunende rol in spelen. De<br />
toekomstige directie moet kennis en op de hoogte zijn van de ontwikkelingen binnen het speciaal<br />
onderwijs. De directie heeft als primaire taak onderwijskundig management en moet zoveel<br />
mogelijk gevrijwaard blijven van beheersmatige zaken. Voor bijvoorbeeld het goed benutten van<br />
de financiële stromen die bij inclusief onderwijs een rol spelen moet externe deskundigheid<br />
worden ingekocht. Mogelijk dat OB00 deze expertise kan bieden.<br />
Omdat er groepsdoorbrekend wordt gewerkt in bouwen onder begeleiding van leerteams zal het<br />
gebouw flexibel moeten worden ingericht. De inrichting en meubilair moet functioneel zijn en<br />
geschikt voor minder validen. Ook moet er gedacht worden aan voldoende behandelkamers en<br />
andere voorzieninghen gezien het onderwijsconcept.<br />
Op schoolniveau is er sprake van een brede zorgstructuur waarbij ondersteuning en expertise<br />
van het expertisecentrum speciaal onderwijs en de stichting Gewoon Anders onontbeerlijk is.<br />
Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting "Gewoon Anders" augustus 2003<br />
47
Bijlage 3. Evaluatie Ouders pilot inclusief onderwijs<br />
De ouders van Sterre<br />
Achtergrond<br />
Sterre (1991) mocht na twee jaar basisonderwijs in Duivendrecht niet langer op school<br />
blijven. De Tyltylschool in Amsterdam achtte Sterre op dat moment niet toelaatbaar en<br />
verwees haar naar een kinderdagcentrum (kdc), maar was, na bemiddeling van de<br />
onderwijsinspectie, bereid een tweejarige pilot in te richten om te komen tot onderwijs aan<br />
kinderen als Sterre. In de evaluatie van die pilot stelde de Tyltylschool vast niet te zijn<br />
toegerust om aan kinderen als Sterre onderwijs te bieden.<br />
Onder meer met de ouders van Thiandi, die net als voor Sterre na rechtszaken moesten<br />
vaststellen dat toelating op een school niet afdwingbaar was, werd de Stichting Inclusief<br />
Onderwijs opgericht. Contacten tussen de Stichting Gewoon Anders en ons in onze<br />
hoedanigheid als Stichting en als ouders leidden tot het voornemen van de Stichting Gewoon<br />
Anders te komen tot een pilot Inclusief Onderwijs. Ouders moesten daarvoor naar Almere<br />
verhuizen.<br />
Hoewel het de bedoeling was de pilot op twee aparte scholen in te richten, bleek uiteindelijk<br />
alleen een startende school, de archipel in Almere Buiten, bereid de uitdaging aan te gaan.<br />
Sterre mocht als eerste worden ingeschreven (augustus 2001) - de school had toen nog<br />
maar 40 leerlingen - Thiandi volgde toen de archipel was gegroeid tot ongeveer 80<br />
leerlingen (na paasvakantie 2002).<br />
Doelstelling<br />
Doelstelling voor ons was dat Sterre op een reguliere school onderwijs zou krijgen. Speciaal<br />
onderwijs, dat in deze haar handelingsverlegenheid had vastgesteld (zie boven), was geen<br />
optie meer. Ook het door de aard van het speciaal onderwijs verschralend sociaal netwerk<br />
moest weer worden opgebouwd: op een reguliere basisschool uit de buurt kunnen vriendjes<br />
en vriendinnetjes na school makkelijk mee komen spelen, voor de gehandicapte kinderen op<br />
de Tyltylschool was dat onmogelijk: die moesten allemaal met het busje weer naar huis.<br />
Voorts was het voor ons van belang dat Sterre door de voorbeeldfunctie van haar<br />
klasgenootjes geïnspireerd werd tot leren, waar dit op de Tyltylschool met de medeleerlingen<br />
die allen een ernstige handicap hadden maar zeer beperkt mogelijk was.<br />
Verder wilden wij vaststellen dat inclusief onderwijs, zoals in het buitenland al jarenlang<br />
praktijk, ook voor Nederland haalbaar zou zijn.<br />
Tenslotte, met het oog op de periode na de basisschool, is voor Sterre de ervaring op het<br />
regulier basisonderwijs belangrijk om een school voor voortgezet onderwijs ervan te kunnen<br />
overtuigen dat toelaten haalbaar is.<br />
Resultaat<br />
De twee jaren zijn omgevlogen. Sterre heeft zich - met extra hulp - kunnen handhaven op<br />
de basisschool. Zij heeft vriendjes en vriendinnetjes gekregen en voelt zich thuis op school.<br />
De acceptatie van het team en de geweldige inzet van de klassenassistentes hebben dat<br />
mogelijk gemaakt. Er is gewerkt aan zinvolle doelen met hulp van zelfgemaakte lesjes.<br />
Sterre heeft vaak veel plezier in leren als zij mee kan doen met de andere kinderen. Zij wordt<br />
door haar klasgenootjes gewaardeerd en gerespecteerd en dat geeft haar het gevoel er bij te<br />
horen. Ze communiceert actief met haar omgeving met gebaren, haar activiteiten fotoboekje,<br />
lichaamstaal en klanken. Ze wordt in toenemende mate een gesprekspartner doordat ze laat<br />
zien te begrijpen wat er wordt gezegd.<br />
--<br />
Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting "Gewoon Anders" augustus 2003
Voordeel<br />
Voor Sterre is het meest in het oog lopend voordeel dat ze het op school fijn vindt en geniet<br />
van het spelen met vriendjes en vriendinnetjes na school. De ingestelde kaders van het<br />
onderwijs aan Sterre (handelingsplan) bieden een kapstok om activiteiten met Sterre te<br />
ondernemen (computer, tellen, lezen,. . .) op school, maar ook erna. Het heeft een<br />
structurerende invloed op Sterre waardoor haar fladderend gedrag omgebogen is naar een<br />
taakgerichtere instelling.<br />
Voor ons ouders is de verandering dat we niet meer dagelijks de schoolgang van Sterre<br />
hoeven te bevechten tegen instanties die alles uit de kast halen om Sterre van school te<br />
krijgen <strong>of</strong> van school te houden. We hebben daardoor geen hoge advocaat-rekening meer<br />
en we kunnen ons voortaan concentreren op inhoudelijke aspecten van het onderwijs en<br />
opvoeding van Sterre en het helpen opbouwen van haar sociaal netwerk.<br />
Doordat onze activiteiten verlegd zijn van "vechten tegen" naar "meedenken over" blijkt meer<br />
mogelijk dan we voorheen dachten.<br />
Plan van Aanpak<br />
Op micro-niveau voor Sterre is het plan van aanpak beschreven in de handelingsplannen<br />
voor Sterre. Het eerste jaar richtte zich de doelstellingen voor Sterre op het maken van eigen<br />
keuzes, vergroten van haar aandacht en concentratie en op de communicatie. Bij alle<br />
activiteiten op school werd bezien in hoeverre deze konden bijdragen aan deze doelen.<br />
Het eerste jaar stond voor school, casemanager en ouders nog erg in het teken van het vorm<br />
geven van de startende school en het zoeken naar doelen en methoden.<br />
Het tweede jaar zijn in het handelingsplan voor Sterre doelen geformuleerd die waren<br />
samengesteld uit de concept kerndoelen ZML en kerndoelen basisonderwijs. Zo konden<br />
haalbare doelen op het vlak van rekenen, taal, kennis der natuur, maatschappelijke oriëntatie<br />
en creatieve ontwikkeling worden opgesteld die zorgden voor een legitimering van het<br />
onderwijs aan Sterre en die een kader boden voor de voortgangsgesprekken en de<br />
activiteiten van Sterre.<br />
De doelen zijn gesteld voor de periode van één schooljaar, maar blijken beter haalbaar<br />
binnen twee schooljaren. Sterre geeft passief blijk een groot deel van de doelen gehaald te<br />
hebben, maar daadwerkelijk en concreet tonen dat ze een bepaalde cognitieve vaardigheid<br />
heeft is door haar communicatieprobleem nog moeilijk. Overduidelijk blijkt dat Sterre het in<br />
de meeste gevallen fijn vindt om aan die doelen te werken.<br />
Planning<br />
De archipel streefde ernaar om binnen twee jaar te groeien naar een inclusieve brede<br />
school. De omstandigheden zijn niet gunstig geweest voor zo'n ambitieuze doelstelling. De<br />
eerste inclusieve school van Nederland blijkt een eiland in onderwijsland. De school is een<br />
startende school waar in korte tijd het leerlingental en team fors uitbreiden terwijl de school<br />
ook nog eens met partijen tot een brede school moet komen. Daarnaast is inclusief onderwijs<br />
een doel waaraan bij voortduring moet worden geschaafd. Tenslotte zorgt het gemis aan<br />
bestaande Nederlandse methoden voor kinderen als Sterre en Thiandi voor een grote druk<br />
op het team en de ouders die deze zelf moeten ontwikkelen.<br />
Organisatie, communicatie en rapportage<br />
In de organisatie rond de pilot waren er voor ons drie partijen: de casemanager, de school en<br />
wijzelf. De organisatie achter de pilot was voor ons buiten zicht. Wij hebben het gevoel dat<br />
de partijen volop open stonden voor elkaars, dus ook onze, inzichten.<br />
- P------<br />
Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting "Gewoon Anders" augustus 2003
In de door Stichting Gewoon Anders opgestelde plaatsingsafspraken voor het schooljaar<br />
200112002 was een wekelijks overleg van 45 minuten tussen ouders en onderwijsassistente<br />
voorzien. Uit betrokkenheid was daarbij de klassenleerkracht steeds aanwezig. In het tweede<br />
jaar bleken vijf voortgangsgesprekken per jaar voldoende.<br />
Het wekelijkse gesprek in het eerste jaar vroeg zowel van school als ouders een behoorlijke<br />
tijdsinvestering doordat er steeds het een en ander georganiseerd moest worden rond de<br />
opvang van Sterre na school. Bij ontbreken van een handelingsplan gedurende de eerste<br />
maanden waren er eigenlijk ook nauwelijks kaders voor het gesprek. Door het verminderen<br />
van de frequentie van de gesprekken en met het handelingsplan als leidraad, kwamen<br />
vanzelf de belangrijke onderwerpen boven drijven. De kleinere zaken konden met de<br />
onderwijsassistente <strong>of</strong> leerkracht even kort voor <strong>of</strong> na de les worden afgehandeld. Wij<br />
hebben het gevoel dat het wederzijds vertrouwen in de looptijd van de pilot is toegenomen<br />
en dat wij opener dingen tegen elkaar kunnen zeggen. Openheid betekent een enorme<br />
tijdsbesparing in de onderlinge communicatie.<br />
<<br />
Wij hebben veel waardering voor het feit dat Sterre een in vorm identiek rapport kreeg zoals<br />
haar klasgenootjes dat ook kregen. Sterre was daar erg trots op. En ook wij ouders hadden<br />
daardoor het gevoel welkom te zijn.<br />
De bekendmaking naar de buitenwereld in de pers had naar onze inzichten wat<br />
geprononceerder gekund. Uiteindelijk betreft het hier een voor Nederland unieke pilot.<br />
Evaluatie<br />
Evaluatie van de ontwikkelingen rond Sterre op school gebeurde tussen ouders en<br />
casemanager, ouders en school en casemanager en school. De bijeenkomsten werden<br />
genotuleerd, meestal door de casemanager. Dit systeem werkte naar ons idee goed.<br />
Facilitering<br />
De pilot heeft zich nu al, naar onze mening, bewezen en verdient te worden voortgezet.<br />
In het concept projectvoorstel voor de pilot (september 2000) werden de kosten van de pilot<br />
op twee scholen en met twee leerlingen begroot op fl 137.200.= ( E 62.350.=). In het voorstel<br />
zouden de Stichting Gewoon Anders en GOSSA hierin fl 89.200.= ( E 40.550.=) bijdragen.<br />
De vergelijkbare bekostiging voor een mg-geïndiceerde leerling binnen cluster 3 bedraagt<br />
(omgerekend) ca E 18.000.= op jaarbasis.<br />
Sinds september 2002 kunnen PGB-gelden worden ingezet, zelfs voor fulltime begeleiding<br />
op een basisschool van door het LCIG-geïndiceerde leerlingen. Die begeleiding moet dan<br />
"AWBZ-zorg" zijn en geen "onderwijs-zorg" zoals in de pilot.<br />
Voor Sterre is voor het schooljaar 200112002 E 11.300.= en voor het schooljaar 200212003<br />
E 22.600.= uit het PGB-budget ingezet.<br />
Aanbevelingen<br />
Wij vinden dat de pilot zou moeten worden omgezet in een structureel aanbod van het model<br />
inclusief onderwijs.<br />
Bij het ontbreken van methoden en de door cluster 3 zelf vastgestelde<br />
handelingsonbekwaamheid zou voor deskundigheid moeten worden gezocht van buiten het<br />
speciaal onderwijs.<br />
Voor de financiering moet gezocht worden naar een sluitende begroting bekostigd uit<br />
Rugzak en PGB.<br />
Aan de pilot en het vervolg zou op ruimere schaal in de pers bekendheid moeten worden<br />
gegeven.<br />
Ferdi Ploeger<br />
Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting "Gewoon Anders" augustus 2003<br />
51
De ouders van Thiandi<br />
Onze doelstelling was :<br />
Goed onderwijs voor onze dochter op cognitief en sociaal emotioneel nivo.<br />
Haar een kans geven door een plek in de micromaatschappij van school, om sociale<br />
relatiedvriendschappen met kinderen te krijgen.<br />
Door haar fysieke en communicatieve beperkingen (ze kan niet praten en mist centraal zien),<br />
en het feit dat ze in Nederland nauwelijks op een speciale <strong>of</strong> reguliere school was<br />
toegelaten, had ze nog geen serieuze gelegenheid gehad om relaties met leeftijdsgenoten<br />
op te bouwen.<br />
Ervaringen op school<br />
Schoolteam<br />
De schooldirectie en het leraren team (leerkracht +leerkrachtassistent= klassenteam) zijn<br />
bbitengewoon accepterend naar onze dochter en ons, ouders toe. Ze dragen inclusief<br />
onderwijs uit naar alle ouders en kinderen. Het feit dat inschrijving op school voor twee jaar<br />
een gegeven is (dan is Thiandi 14), geeft ons een bijzondere rust. Zo hoeven wij niet op<br />
eieren te lopen. Bij verschil van inzicht kan er in overleg naar een oplossing gezocht worden.<br />
De directie is communicatief en ondersteunend en staat open voor onze suggesties. De<br />
communicatie verloopt via dagelijks contact met de klassenassistent en middels een schriftje<br />
en vaak een pictoverslag van Thiandi dat ze gemaakt heeft met behulp van haar<br />
klasgenoten.<br />
Pedagogisch klimaat in de klas.<br />
Het klassenteam is samen erg goed in het creëren van een goed klimaat in de klas waarin<br />
niet gepest wordt en respect voor en acceptatie van elkaar bestaat. Ze vervullen een prima<br />
voorbeeldfunctie. Na aanvankelijk gewenning van beide kanten en door het gaan gebruiken<br />
van picto's om beter te kunnen communiceren voelt Thiandi zich nu prima. In het najaar was<br />
er een terugslag door ernstige medische problemen. Het klassenteam heeft deze<br />
bedreigende tegenslagen zeer goed weten op te vangen. Tegen de kerstvakantie waren de<br />
problemen gelukkig verholpen en werd het kerstfeest met veel plezier door de hele klas<br />
gevierd. Medeleerlingen hielpen haar met de kerstmaaltijd. Het klassenteam is heel creatief<br />
in het bedenken van projekten waar kinderen samen met Thiandi iets maken. En samen iets<br />
maken geeft wederzijds respect.<br />
Vriendschappen.<br />
Ons voorstel om een externe deskundige te vragen een vriendenkring te helpen opbouwen is<br />
overgenomen. We hopen dat deze vriendenkring ook buiten de schooltijd met haar gaat<br />
optrekken.<br />
Cognitief<br />
Didactische methodes voor kinderen met het niveau van Thiandi zijn in Nederland eigenlijk<br />
niet voorhanden op het speciaal onderwijs, omdat het speciaal onderwijs deze kinderen niet<br />
leerbaar acht(te).De klassenassistente heeft ervaring met KDC kinderen en zich behoorlijk<br />
ingelezen in materiaal wat wij uit het buitenland meenamen. Zij en de leerkracht gebruiken<br />
hun creativiteit om het curriculum aan te passen.<br />
Wij hebben als ouders het voorstel gedaan om een externe deskundige aan te trekken die<br />
veel ervaring heeft met praktische didactiek aan KDC kinderen. Thiandi leert moeizaam,<br />
deskundige begeleiding van de leerkracht is essentieel.<br />
De directie en team zijn hierover in bespreking.<br />
p-<br />
Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting "Gewoon Anders" augustus 2003
Stichting Gewoon Anders.<br />
- Heeft een fantastische klassenassistent voor ons gevonden.<br />
- Heeft een goede manier gevonden om de pilot te financieren (inzet van AWBZ middelen<br />
voor de persoonlijke begeleiding). Dit is belangrijk omdat het ministerie van onderwijs<br />
verre van volledige financiering biedt voor inclusief onderwijs. Het is belangrijk dat ze<br />
doorgaan met deze manier van financiering.<br />
- De casemanager is buitengewoon enthousiast over het project.<br />
- We missen deskundigheid over didactiek en pedagogiek ten aanzien van Thiandi.<br />
- Ons voorstel om externe deskundige voor de pedagogiek in te schakelen is gehonoreerd<br />
en ten aanzien van de didactiek in overweging.<br />
- Graag zouden we meer vraaggericht werken zien van uit de Stichting, bijvoorbeeld bij<br />
het aanvragen van noodzakelijke computerapparatuur en andere leermiddelen. Of bij het<br />
aanvragen van aangepaste speeltoestellen op de speelplaats.<br />
- Er is geen formele invloed <strong>of</strong> medezeggenschap van ouders ingebouwd in de Stichting.<br />
Dat vinden wij een essentiële misser omdat ouders het meest gebaat zijn bij inclusief<br />
onderwijs en daardoor het meest actief om progressie in het project te houden . Buiten<br />
de pilot om gebeurt er weinig op inclusief terrein wat de continuering van het project (en<br />
het vervolgonderwijs voor Thiandi) in gevaar kan brengen.<br />
Resultaten voor Thiandi en ons<br />
Wij zijn erg enthousiast over het project. Acceptatie van kinderen met handicap zonder<br />
discussie op school <strong>of</strong> bij andere ouders geeft ons heel veel rust. Als we kinderen van school<br />
op straat tegenkomen is het altijd gezellig; kinderen van andere scholen daarentegen vinden<br />
Thiandi raar <strong>of</strong> zielig, ze praten vooral met mij, doen pesterig <strong>of</strong> negeren haar.<br />
We zien Thiandi emotioneel en sociaal groeien. Ze is niet alleen met eten bezig zoals<br />
voorheen. Ze luistert veel meer naar anderen, waar ze vroeger toch erg in haar eigen wereld<br />
zat (vroeger werd ze diep zwakzinnig en autistisch genoemd en niet leerbaar). Ze probeert<br />
meer interacties aan te gaan door gezellig aan tafel te zitten bij het kaarten <strong>of</strong> spelletjes<br />
spelen. Ze laat blijken te weten wat zich afspeelt, heeft er meer grip op en wil daar invloed op<br />
uitoefenen. En de omgeving begrijpt haar meer en is ruimer geworden. Ze leert matchen en<br />
opdrachten uitvoeren. Ze doet mee aan toneelstukjes.<br />
Samenvatting.<br />
De pilot is voor ons meer dan geslaagd.<br />
De belangrijkste factoren waren wat ons betreft :<br />
1. Geen discussie meer met team, <strong>of</strong> andere ouders over acceptatie van gehandicapte<br />
kinderen. De school draagt de visie van inclusief onderwijs duidelijk uit.<br />
2. De school stelt zich op als lerefie_oganisatie; je hoeft niet alle kennis te hebben<br />
maar wil ontbrekende kennis wel verkrijgen, zo nodig via externe deskundigen.<br />
3. De drijvende kracht van Stichting Gewoon Anders om deze pilot te starten en te<br />
ondersteunen .<br />
Eindconclusie<br />
Factor 1 een 2 zijn keuzes die je maakt als school <strong>of</strong> als politiek bestuursorgaan. factor 3<br />
kan de politiek <strong>of</strong> het lokaal bestuur creëren.<br />
Deze vorm van inclusief ondenvJs kan zonder meer door andere scholen worden<br />
overgenomen.<br />
Trix Gro<strong>of</strong>f<br />
P-- Lp - P- 53<br />
Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting "Gewoon Anders" augustus 2003
Bijlage 4. Evaluatie van de klassenassistenten<br />
Evaluatie pilot inclusief onderwijs door de klassenassistenten<br />
Leerkrachten en klassenassistenten<br />
De taken van de klassenassistent zijn in deze pilot veelzijdig en zeer van belang geweest voor de<br />
ontwikkeling van de school en de ontwikkelingen van de leerling.<br />
De klassenassistent bedenkt grotendeels de leerprogramma's voor de inclusieve leerling, vertaalt de<br />
lesst<strong>of</strong> van de groep naar de leerling, zorgt voor interactie van de inclusieve leerling met de rest van<br />
de leerlingen en zorgt ervoor dat alle groepen en leerkrachten kennis maken met de leerling,<br />
waardoor de onbekendheid m.b.t. handicaps op een natuurlijke en geleidelijke manier verdwijnt en<br />
het team meer open staat voor dit soort leerlingen.<br />
Overige taken van de klassenassistent (tijdens deze pilot) zijn:<br />
Ahnpassen lesmaterialen<br />
- Het maken van lesmaterialen<br />
- Opstellen Handelingsplan<br />
- Het afstemmen van handelingsplannen op schoolniveau<br />
- Oudergesprekken<br />
- Presentaties<br />
- Leerkracht ondersteunen en informeren over de mogelijkheden en vorderingen van een<br />
meervoudig gehandicapt kind.<br />
- Lesgevende taken in kleine groepjes <strong>of</strong> met een gedeelte van de groep indien de leerkracht<br />
buiten de groep lesgevende taken heeft.<br />
- Lesvoorbereidingen<br />
- Lesgeven op een inclusieve manier met de nadruk op het coöperatief leren.<br />
- Leerlingen begeleiden in het tutorlcoach zijn voor een inclusieve leerling<br />
- Andere leerkrachten informeren over de mogelijkheden en vorderingen van een meervoudig<br />
gehandicapt kind.<br />
- Leerkrachten informeren over mijn werkwijze.<br />
- Groepen, samen met inclusieve leerling, bezoeken om de sociale integratie te bevorderen.<br />
- Leerkracht en leerlingen informeren over lichamelijke-, zintuigelijke- en gedragsproblemen en hoe<br />
te handelen. Dit kan ook over medische zaken gaan zoals bijvoorbeeld epilepsie.<br />
Al met al veel gespecialiseerde onderwijskundige taken met daarnaast zorgaspecten en ook nog een<br />
verpleegkundige achtergrond. Tijdens deze pilot is gekozen voor de inzet van Z-verpleegkundigen<br />
als klassenassistent. In het geval van Thiandi lijkt dit blijvend noodzakelijk i.v.m. haar gezondheid en<br />
gedrag.<br />
Achteraf gezien vragen wij ons wel af <strong>of</strong> de genoemde taken en verantwoordelijkheden niet de<br />
functie-omschrijving van een reguliere klassenassistent overstijgen. Met name de<br />
verantwoordelijkheid kan soms heel zwaar wegen.<br />
De klassenassistenten zijn in dienst van Stichting "Gewoon Anders". Zij worden volledig door het<br />
team van de @chipel opgenomen. De vraag is <strong>of</strong> het voor ieders duidelijkheid m.b.t. rechten en<br />
plichten niet beter zou zijn om assistenten die zo veel werkuren op een school hebben in dienst te<br />
laten zijn van de school.<br />
Plaatsing in deze pilot van deze leerlingen en alles wat de pilot met zich meebracht (scholing, etc.)<br />
hebben een positieve stimulans gehad om leerkrachten anders naar integratie en inclusie te laten<br />
kijken. Waarschijnlijk zou een betere kennismaking op de PABO van leerkrachten met kinderen met<br />
een handicap (bv. door middel van stages) en scholing hoe hiermee om te gaan een belangrijke<br />
meerwaarde geven.<br />
Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting "Gewoon Anders" augustus 2003
Om te zorgen voor goede inclusie moeten leerkrachten de didactiek en de reguliere leerlijnen<br />
beheerst hebben en daar consequent mee omgaan, en daarnaast creatief zijn in de instructie en<br />
verwerking om op meerdere leerniveau's een aanbod te kunnen geven. Bovendien zou de leerkracht<br />
thuis moeten zijn in samenwerkend leren, dit heeft een grote meerwaarde. Voor een klassenassistent<br />
is het van belang om zicht te hebben op het programma, waardoor voorbereidingen voor lessen<br />
getr<strong>of</strong>fen kunnen worden. Ook hier moet een leerkracht mee om kunnen gaan. De aarchipel is een<br />
startende school met veel ambities waarvan inclusief onderwijs er een van is. Soms heeft dit geleid<br />
tot taakverzwaring.<br />
Uit documentatie hebben wij gelezen hoe meer het werk van het betreffende kind overeenkomt met<br />
dat van de rest van de groep, hoe kleiner de kans is dat het in een uitzonderingspositie zal worden<br />
geplaatst. Hoe meer het kind door de anderen als gelijke zal worden gezien, hoe groter de kans is op<br />
symmetrische communicatie.<br />
Wij onderschrijven dit, maar er bestaat toch ook nog wat onzekerheid bij ons.<br />
Soms ervaren we dat er te hoge verwachtingen zijn van de inclusieve kinderen, met nadruk op de<br />
cdgnitieve vaardigheden zoals rekenen, taal e.d. Wij ervaren dat als het niveau te hoog is dit ook niet<br />
leidt tot peer-tutoring. Voor de leerkracht nodigt dit minder snel uit tot gedifferentieerd onderwijs<br />
omdat de twijfel over het niveau en het aangeboden werk niet overeenkomt. Pas je de lessen aan op<br />
niveau, dan kan de werkwijze voor het kind totaal anders zijn, maar gebruikt het wel de materialen en<br />
werkt het aan doelen die voor het kind haalbaar zijn. Dit leidt wel tot meer peer-tutoring, en het<br />
stimuleert de leerkracht vaker een les aan te passen voor het desbetreffende kind, omdat de doelen<br />
en resultaten haalbaar zijn.<br />
De komende periode hebben wij sterk de behoefte om ons hier meer in te verdiepen en bevelen wij<br />
aan om dit met het leerteam te bespreken.<br />
Uit documentatie hebben wij vernomen dat leerlingen met een leerachterstand beter presteren in een<br />
inclusieve omgeving. We hebben ondervonden dat wanneer een leerling met een handicap deel<br />
uitmaakt van de reguliere groep, dit op sociaal-emotioneel vlak een meerwaarde is voor alle<br />
kinderen. Hiervoor dient het pedagogisch klimaat in de groep/school wel goed te zijn.<br />
Cognitief is er pas een meerwaarde wanneer er extra handen in de groep zijn vanwege het<br />
samenwerkend leren met een inclusief kind, ieder op hun eigen niveau.<br />
Wanneer we kijken naar de meerwaarde van de inclusieve leerlingen, zijn vooral de prikkeling en<br />
voorbeeldgedrag van andere kinderen belangrijke voordelige elementen.<br />
Meer voorzieningen toehalen naar de reguliere basisschool zou wenselijk zijn.<br />
Samenwerking met de ouders hebben wij als prettig ervaren en ook om goede afstemmingen te<br />
kunnen maken in het belang van het kind. Overleg met de ouders van inclusieve leerlingen zijn ten<br />
opzichte van de andere ouders intensiever, ook bij het bespreken en inspraak van het<br />
handelingsplan.<br />
Al met al zijn wij trots op de archipel en trots op alle leerlingen die veelal op een natuurlijke manier<br />
omgaan met inclusieve kinderen.<br />
Kijk goed naar kinderen daar kunnen volwassenen nog heel wat van leren!<br />
Marilyn Kaptijn, Jolanda Roskam en Sylvia Poelman,<br />
klassenassistenten van Stichting "Gewoon Anders" en werkzaam op de archipel.<br />
p<br />
Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting "Gewoon Anders" augustus 2003
Bijlage 5. Evaluatie van de leerkrachten<br />
Leerkracht groep 3 1 4 I 5 (A. Dragstra)<br />
Na 2 jaar "inclusief onderwijs" kan ik zeggen dat de resultaten tot nu toe positief zijn.<br />
Mijn ervaring is dat het kind met een handicap na kortere <strong>of</strong> langere tijd goed geaccepteerd wordt<br />
door de groep. Het kind hoort erbij. Hijlzij wordt geholpen en als het nodig is "letterlijk en figuurlijk bij<br />
de hand genomen om de weg te wijzen.<br />
Voor de klas is het een verrijking om met de "inclusieve leerling" om te gaan. Zij zullen ook in de<br />
toekomst "positief anders" naar hun gehandicapte medemens kijken.<br />
De zorgleerling zie je steeds stapsgewijs vooruitgaan. Er vindt gewenning plaats in het<br />
groepsgebeuren, ook door veel structuur en herhaling in een groep, waardoor handelingen en<br />
activiteiten makkelijker te realiseren zijn. De onderwijsassistente is onmisbaar voor de kinderen met<br />
een verstandelijke handicap en daardoor ook voor de hele groep. Zij zorgt ervoor dat de zorgleerling<br />
apngepaste leerst<strong>of</strong> krijgt en verwerkt. Ook kan zij even met haar leerling een andere werkplek<br />
opzoeken als deze storend gedrag vertoont.<br />
De contacten met de ouders en andere begeleiders van "het gewoon anders kind" kosten erg veel<br />
tijd, zeker als je dit vergelijkt met de tijd die je besteed aan de ongeveer 30 andere kinderen in de<br />
groep.<br />
De rol van de ouders van de gehandicapte leerling is belangrijk, zij kennen hun kind het best, maar<br />
hun rol mag niet overheersend zijn.<br />
De school moet een handelingsplan maken en bespreekt dit uiteraard met de ouders, zodat er<br />
aanpassingen mogelijk zijn.<br />
Ouders moeten de school het vertrouwen geven dat ze op de goede manier met hun kind omgaan.<br />
Ik ben van mening dat voordat een kind met een verstandelijke handicap wordt toegelaten, eerst<br />
moet worden gekeken naar de aard van de handicap. Niet elk kind moet op school worden<br />
toegelaten.<br />
Er zullen ook in ons nieuwe schoolgebouw speciale voorzieningen nodig zijn.<br />
De voordelen voor een zorgleerling om bij ons op school te zitten zijn:<br />
- hij1 zij zit "in de buurt" op school.<br />
- hijlzij zit op dezelfde school als broerlzus.<br />
- het kind leert veel door het voorbeeld van anderen.<br />
- alle kinderen komen in aanraking met leerlingen met een handicap.<br />
Mijn aanbevelingen voor de toekomst zijn:<br />
- lekker voortgaan op de ingeslagen weg.<br />
- niet het "inclusieve" op elke bijeenkomst <strong>of</strong> avond benadrukken.<br />
- de mate van handicap goed bekijken alvorens de leerling toe te laten.<br />
- kijken <strong>of</strong> er genoeg faciliteiten zijn voor het kind.<br />
- de werkdruk voor een leerkracht goed in de gaten houden.<br />
- de onderwijsassistente in ere houden.<br />
Leerkracht groep 6 17 18 (W. Sminia)<br />
Thiandi bij een beginnende leerkracht in de klas, net van de PABO. Een zwaar gehandicapt kind,<br />
zowel geestelijk als lichamelijk, dat ook nog eens veel geluid maakt. Een onderwijsassistent met<br />
meer werkervaring (ook al is dat dan niet voor de klas) dan de leerkracht, meer levenservaring ook.<br />
Een groep kinderen die allemaal van andere scholen komen. Scholen waar kinderen weg moesten<br />
omdat ze gingen verhuizen, maar ook scholen waar het pedagogisch klimaat niet optimaal was.<br />
Kinderen met een Montessori-achtergrond <strong>of</strong> heterogeen verleden, maar ook kinderen die klassikaal<br />
onderwijs gewend waren.<br />
Moeilijkheden genoeg zou je denken, maar uitdaging des te meer. Als stagiaire heb ik een goed<br />
uitgezette structuur kunnen overnemen. De startende school was al iets minder startend toen ik<br />
kwam werken, er was al een half jaar werk verzet.<br />
P<br />
Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting "Gewoon Anders" augustus 2003
Thiandi kwam in een groep waar de kinderen al iets wisten van het fenomeen 'gehandicapt kind'. Ze<br />
wisten hoe het met Sterre verliep. In het begin was het daarom wennen toen Thiandi kwam. We<br />
hadden te maken met een meer gesloten meisje, <strong>of</strong> meer in zichzelf gekeerd. Eigenlijk was het lastig,<br />
Thiandi te integreren. Ze leek zelf geen contact te zoeken, had moeite netjes te eten en maakte veel<br />
geluid. Er is zelfs een moment geweest waarop we onze twijfels hadden <strong>of</strong> dit niet uit de hand zou<br />
lopen, <strong>of</strong> er niet een dag zou komen dat het te moeilijk werd. Maar als je niet de makkelijkste weg wil<br />
kiezen en streeft naar inclusief onderwijs dan probeer je creatief te zijn.<br />
Na de zomervakantie nog een jaar Thiandi in de groep. Ik besloot me meer bezig te houden met<br />
inclusieve activiteiten. Maar in overleg met Marilyn (de onderwijsassistent) besloten we dat alleen te<br />
willen waar het kon. Er is tijd voor nodig om het gehandicapte kind te laten wennen, om de leerkracht<br />
zover te krijgen dat de oude vertrouwde, soms als 'normaal' omschreven denkbeelden te laten<br />
vallen. Op een natuurlijke manier ontstonden er situaties waarbij zowel leerkracht als<br />
onderwijsassistent situaties creëerden waarbij kinderen op verschillende manieren leren. De<br />
leerstijlen en de verschillende soorten intelligenties die kinderen kunnen hebben worden hierbij als<br />
uimangspunt genomen. Dit geldt voor het gehandicapte kind, maar ook voor de andere kinderen.<br />
De kinderen hebben me laten zien dat ze beter met gehandicapten kunnen omgaan dan welke<br />
volwassene ook. Hoe inclusief je als leerkracht ook bent, de kinderen winnen het in de strijd naar<br />
inclusie. Het inclusieve ervan is dat veel kinderen niet streven naar integratie maar dat als<br />
aangeboren eigenschap lijken te hebben. Dit uit zich niet in het constant bezig zijn met rekening<br />
houden met, maar ook juist dat kunnen laten vallen. Ook vormen van kritiek worden geuit. Wat er<br />
gebeurd is sinds de zomervakantie kan ik amper goed beschrijven. Als ik op een verjaardag zit en<br />
iemand vraagt naar mijn werk dan leg ik dat in geuren en kleuren uit. Hoe positief ik er ook over<br />
vertel, het blijft voor velen een raar, onmogelijk verhaal.<br />
Het pedagogisch klimaat is er bijzonder op vooruit gegaan. Kinderen accepteren elkaar beter,<br />
ongeacht om welk kind het gaat. Een groep met dyslectische kinderen, kinderen met ADHD, met<br />
gedragsproblemen ... elk kind krijgt een kans. En elk kind krijgt ook een tweede kans. Ik heb kinderen<br />
zien opbloeien sinds ze in mijn groep kwamen. Ik denk dat dit mede door Thiandi komt.<br />
Als leerkracht moet je willen, maar ook durven. Je moet dingen los laten en dat is veel moeilijker dan<br />
het lijkt, maar toch gaat het vanzelf. Als dat lukt dan is er absoluut geen nadeel te bedenken.<br />
Een gehandicapt kind dat regelmatig lacht, opener is geworden, zich veilig voelt bij ons met als<br />
gevolg dat ze amper nog geluid maakt. Een groep die sociaal erg sterk is ondanks verschillende<br />
gedragsmatig moeilijke kinderen, elkaar kunnen corrigeren zonder ruzie te krijgen, kan praten om<br />
problemen op te lossen, het voor elkaar op neemt waar nodig. Een onderwijsassistent waar ik erg<br />
trots ben, door geduldigheid, niet te snel willen gaan, door het wederzijdse respect en een goed<br />
pedagogisch inzicht. En blij, omdat ik trots op mezelf ben omdat het helemaal geen moeilijkheid was<br />
zoals mensen denken, omdat het een voorrecht is om zo te mogen werken en dus blij omdat ik<br />
eigenlijk niet eens trots op mezelf hoef te zijn.<br />
-- p<br />
d<br />
- - -<br />
Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting "Gewoon Anders" augustus 2003<br />
-p-<br />
p
Leerkracht groep 6 1 71 8 en intern begeleider (J. Walda)<br />
Concrete resultaten:<br />
Sterre is in de groep betrokken bij het groepsgebeuren:<br />
- Tijdens kringmomenten zit ze in de kring en volgt op haar niveau wat er gebeurt: bijvoorbeld als<br />
een kind een boekbespreking heeft, dan maakt zij het gebaar van 'boek-lezen'en kijkt naar het<br />
kind dat vertelt en leest. Vaak probeert ze de naam van het kind uit te spreken. Op het moment<br />
dat het kind klaar is wil ze ook graag een vraag stellen en steekt haar vinger op.<br />
Ook heeft ze zelf een 'boekenkring' voorbereid, samen met twee groepsgenootjes, met behulp<br />
van Yvonne ( Sterre's moeder). Sterre maakte de gebaren en de groepsgenootjes vertelden over<br />
het boek. Op deze manier heeft Sterre ook een 'spreekbeurt' voorbereid.<br />
Thuis bereiden de ouders van Sterre de vertelkring voor: Met behulp van foto's en woorden krijgt<br />
Sterre een A4-tje mee naar school. Met de bijbehorende gebaren vertelt een kind uit de groep<br />
wat Sterre in het weekend <strong>of</strong> op woensdagmiddag gedaan heeft.<br />
De kringmomenten duren ongeveer een half uur, eigenlijk is dit voor Sterre iets te lang.<br />
- Tijdens de werkmomenten werkt Sterre met een eigen handelingsplan. Zij zit vaak aan een<br />
tafelgroepje in de klas. Ze probeert om de tafelgenootjes bij haar werk te betrekken. Aan het<br />
einde van een werkeenheid is vaak wel de mogelijkheid, dat één <strong>of</strong> meerdere kinderen met haar<br />
meewerken.<br />
Sterre heeft een eigen computer met aangepaste programma's op haar niveau. Onder<br />
begeleiding van de onderwijsassistent, <strong>of</strong> van een ander kind is ze daarmee aan het werk, als<br />
onderdeel van een werkeenheid.<br />
Ze doet op haar niveau mee met de taallrekenmaterialen: bijv als groepsgenootjes het<br />
'breukendoosje' gebruiken, is het voor haar heel aantrekkelijk om er ook mee te spelen.<br />
- Tijdens de pauze gaat Sterre met de anderen kinderen naar buiten. Meestal begeleidt een ander<br />
kind haar de trap op en af. Ze wil graag met andere kinderen spelen en betrekt hun bij haar spel.<br />
- Tijdens de momenten van muziek, dans, drama, en handvaardigheid is de betrokkenheid van<br />
Sterre het grootst. Dit zijn ook de momenten waarop er het meest sprake is van een eenheid<br />
tussen de kinderen in de groep.<br />
De duur van de activiteiten is vaak te lang. Sterre heeft veel behoefte om van haar plaats te gaan<br />
en de klas uit te lopen. Met wat extra stimulans is ze soms te activeren om weer mee te doen.<br />
Een onderwijsassistent is onmisbaar. Zij bereidt de werkmomenten van Sterre voor, maakt het<br />
mogelijk dat Sterre op haar niveau mee kan doen, stimuleert haar als ze de klas uit wil lopen,<br />
gaat met haar naar de wc, draagt zorg voor het dagelijkse contact met de ouders, stimuleert bij<br />
de contacten tussen de kinderen onderling, etc.<br />
Voordeel<br />
Sterre past haar gedrag aan aan het gedrag van haar groepsgenootjes. Zo leert ze meer en anders<br />
dan dat ze met kinderen in een groep zou zitten die ook een verstandelijke handicap hebben.<br />
Dat Sterre bij ons in de groep zit vind ik een meerwaarde voor de andere kinderen in de groep. Ze<br />
leren op een speelse en natuurlijke manier zorg te dragen voor een groepsgenootje. Ze leren om te<br />
gaan met verschillen. De integratie tussen valide en minder valide kinderen is een meerwaarde in de<br />
opvoeding van kinderen.<br />
Sterre is als groepsgenootje zeer geliefd. Het voordeel voor de leerkracht is dat hijlzij nog meer<br />
gericht omgaat met verschillen. Er wordt op de archipel veel creativiteit aan de dag gelegd om alle<br />
kinderen bij 'de les' te houden.<br />
Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting "Gewoon Anders" augustus 2003
Communicatie<br />
Het is van belang om zorg te dragen voor een goede communicatie tussen de ouders van minder<br />
valide kinderen en de leerkrachten <strong>of</strong> onderwijsassistenten. Leerkrachten en onderwijsassistenten<br />
moesten erg wennen aan het feit dat de ouders van deze kinderen meer inspraak hebben bij het<br />
handelingsplan van hun kinderen. In veel andere gevallen zal de inbreng van ouders minder zijn,<br />
daar niet alle ouders zich in grote mate op de hoogte stellen van een onderwijsaanbod, dat van<br />
toepassing zou kunnen zijn voor hun kind(eren).<br />
De ouders van onze pilot- kinderen waren erg betrokken en verdiepten zich in het onderwijsaanbod<br />
voor hun kinderen. De communicatie verliep stroef op de momenten dat de ouders in het aanbod ook<br />
lees- en rekenactiviteiten wilden. Dit waren activiteiten waar Sterre en Thiandi op hun niveau zeer<br />
beperkte belangstelling voor hadden. Dit maakte het werken met deze kinderen moeilijker, daar de<br />
onderwijsassistenten deze kinderen daarin moesten begeleiden.<br />
Wederzijds begrip is zeer belangrijk.<br />
Zelf heb ik veel bewondering voor de inzet van deze ouders voor hun kinderen. Al jaren zijn ze bezig<br />
om het zo goed mogelijk voor hun kinderen te organiseren. Ik merk dat ze heel tevreden zijn over<br />
ohze inzet en de manier van werken op de archipel. Dat ze zich daarnaast verder verdiepen in- en<br />
meedenken over de ontwikkeling van hun kinderen is begrijpelijk.<br />
De contacten tussen de ouders en leerkrachten zijn zeer frequent en kosten veel extra tijd. In iedere<br />
groep zitten ongeveer 25 -30 kinderen; de energie moet over alle kinderen verdeeld worden. Voor de<br />
leerkracht is een onevenredige verdeling van tijd niet altijd makkelijk te plaatsen.<br />
Aanbevelingen<br />
Een full-time onderwijsassistent is een noodzaak om het werken met deze kinderen in het reguliere<br />
basisonderwijs mogelijk te maken. Deze assistentes moeten beschikken over diverse competenties.<br />
Zo moeten zij beschikken over verzorgende kwaliteiten, ze moeten zicht hebben op onderwijs,<br />
beschikken over goede communicatieve vaardigheden, en ze moeten goed samen kunnen werken<br />
met de leerkracht.<br />
Er moet nog een goede, bevredigende manier gezocht worden waarop de ouders invloed hebben op<br />
het onderwijsaanbod van hun kinderen en de mate waarin die invloed zich moet doen gelden.<br />
Daarmee hangt samen de mate waarin het contact tussen de ouders en de leerkracht en/ <strong>of</strong><br />
onderwijsassistent vorm moet hebben.<br />
Dat deze vorm van onderwijs moet blijven is van groot belang!<br />
Leerkracht groep 1 12 A (W. van het H<strong>of</strong>)<br />
Situatieschets: sinds december 2001 heb ik een leerling in mijn kleutergroep met een aangeboren<br />
hersenafwijking. Dit resulteert in beperkingen en leerproblemen op veel gebieden, variërend van<br />
motorische problemen (zowel grove als fijne motoriek) en spraak tot planmatig handelen en<br />
organiseren van werkjes, puzzels en spel. Betreffende leerling heeft geen Persoonsgebonden budget<br />
en doet niet mee in de pilot inclusief onderwijs.<br />
Ze is in 2002 bij de Stichting Gewoon Anders aangemeld en sinds de start van schooljaar 200212003<br />
wordt er in overleg met de casemanager van de SGA een handelingsplan gemaakt voor telkens 6<br />
weken, de uitvoering daarvan ligt voornamelijk bij mij. Op de momenten dat ik met de uitvoering van<br />
het handelingsplan bezig ben, neemt de onderwijsassistente de klas van mij over. Op de dagen dat<br />
de o.a. niet beschikbaar is, werk ik volgens het principe van uitgestelde aandacht en moeten de<br />
kleuters zelfstandig werken.<br />
De resultaten.<br />
Na ruim anderhalf jaar zijn de resultaten goed zichtbaar. Op vrijwel alle gebieden is er sprake van<br />
een behoorlijke vooruitgang. Het aanleren van een strategie om haar te leren plannen bij het maken<br />
van een werkje heeft er toe geleid dat ze nu geheel zelfstandig aan de slag kan. Daarvoor was dat<br />
niet mogelijk omdat ze gewoon niet wist hoe ze verder moest. Niet alle doelstellingen uit de<br />
handelingsplannen zijn gehaald, soms omdat de doelen te hoog gesteld waren, soms omdat de<br />
fysieke omstandigheden van de leerling van invloed zijn gebleken (verkouden, vermoeidheid).<br />
60 -- -- - . . - W -<br />
w<br />
Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting "Gewoon Anders" augustus 2003<br />
. - - - -p
De groepsgrootte (30 leerlingen) is soms ook een (storende) factor gebleken voor het functioneren<br />
van dit kind.<br />
Naast de vooruitgang op de diverse gebieden is er nog een belangrijk resultaat geboekt, n.l. de<br />
integratie van een kind met beperkingen in een kleutergroep, en in groter verband, op school.<br />
Regelmatig heb ik er aandacht aan besteed, is er over "anders zijn" gesproken en was het voor de<br />
kleuters al vrij snel "gewoon" dat deze leerling meer hulp een aandacht nodig had dan zijzelf. Voor<br />
een aantal reguliere zaken als jas aantrekken, rits dichtmaken, lunchspullen opruimen en veters<br />
strikken heb ik al vrij snel een beroep gedaan op een aantal zelfstandige kleuters die hun<br />
klasgenootje daarbij helpen. Bij het "uit de kring gaan" <strong>of</strong> het halen van de jas zorg ik er altijd voor dat<br />
ze als eerste haar jas kan gaan aantrekken (met hulp) <strong>of</strong> dat de situatie dusdanig veilig is dat ze zelf<br />
haar stoel kan verplaatsen. De hulpjes weten wat de leerling zelf moet kunnen en waar zij hulp bij<br />
kunnen bieden. Uiteraard alles onder mijn supervisie, ik ben altijd dicht in de buurt om in te kunnen<br />
springen als iets niet lukt.<br />
DB kleuters zijn, zo jong als ze zijn, heel goed omgesprongen met inclusief onderwijs. Naarmate de<br />
kinderen wat ouder werden, was er ook meer sprake van spontane hulp en af en toe heb ik ook<br />
gebruik kunnen maken van coöperatief leren.<br />
Verder kan ik nog melden dat vrijwel de hele klas er baat bij heeft gehad oni via het<br />
spraakltaalalfabet een aantal klankenlletters te leren en samen met deze leerling motorische<br />
oefeningen te doen.<br />
De vooruitgang van deze leerling is zichtbaar gemaakt door een aantal praktische verwerkingen daar<br />
waar het ging om fijne motoriek (knippen, plakken, rijgen ed.) Verder hebben we telkens met een<br />
zelfde soort ontwikkelingsmateriaal gewerkt waarbij dan blijkt dat de leerling telkens verder komt.<br />
Ook is de CITO afgenomen voor Taal, Ordenen en Ruimte en Tijd. Daarnaast vindt er veel<br />
observatie plaats, tijdens werk en spel en tijdens activiteiten in de kring.<br />
Voordeel voor de betrokkenen<br />
Voor alle betrokkenen is het voordeel groot geweest. Het feit dat dit meisje in een normale klas mee<br />
kon draaien is voor haar van zeer groot belang geweest. Door te spelen en te werken met kinderen<br />
die geen beperking hebben leert ze veel. Voorbeeldgedrag is van groot belang gebleken voor een<br />
kind met haar beperking, omdat ze uiteindelijk heeft leren spelen in de poppenhoek door er telkens<br />
bij te gaan zitten.<br />
Door intensief overleg met de ouders, ook buiten de reguliere afspraken om, hebben we telkens<br />
goed zicht gehad op de vorderingen en eventuele problemen en kon er tijdig worden bijgestuurd. Ik<br />
heb er als leerkracht ook veel aan gehad omdat ik hierdoor veel kennis en ervaring heb opgedaan in<br />
het werken met kinderen met een beperking. De onderwijsassistent en ik hebben samen vaak<br />
overlegd over het aanpassen van leermiddelen <strong>of</strong> het maken van materiaal, en zodoende hebben we<br />
beiden meer zicht gekregen op het leerproces. Dit was vaak ook weer toepasbaar op leerlingen<br />
zonder beperking, maar wel met leerproblemen op bepaalde gebieden. Ook heeft de klas er als<br />
geheel veel van geleerd: hoe houd je rekening met kinderen die anders zijn.<br />
Het voordeel in relatie tot het vervolg van de pilot is er voor ons in deze situatie niet echt, <strong>of</strong> het zou<br />
al zo moeten zijn dat een van de vaste begeleidsters ook met mijn leerling zouden kunnen werken.<br />
De pilot spitste zich echt toe op de twee meervoudig gehandicapte leerlingen waarvoor dagelijkse<br />
begeleiding een vereiste is in de vorm van een eigen assistent <strong>of</strong> hulp van klasgenootjes. De<br />
handicap van mijn leerling is echter van dusdanige aard dat een eigen assistent niet nodig is, wel<br />
moet er regelmatig met haar geoefend en gewerkt worden omdat het nieuw geleerde niet meteen<br />
bezinkt. Echter, wanneer inclusief onderwijs onder de aandacht wordt gebracht kan het voordeel zijn<br />
anderen te laten zien dat je zelfs met kleuters aan inclusief onderwijs kunt doen. Ook kan het<br />
p- --<br />
vooroordeel misschien wegnomen worden dat het een belasting is een kind met handicap in je groep<br />
te hebben. Wel wil ik nog benadrukken, dat we deze resultaten niet gehaald zouden hebben als we<br />
niet hadden beschikt over een onderwijsassistente die feilloos aanvoelde hoe ze met dit kind moest<br />
- .- - -- P-<br />
6<br />
Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting "Gewoon Anders" augustus 2003<br />
1
werken. Ze is bovendien van onschatbare waarde gebleken daar waar het gaat om het uitwerken van<br />
ideeën, aanpassen van materialen en het doen van observaties.<br />
Zonder extra paar handen in de klas zouden we de resultaten van nu nooit gehaald hebben.<br />
Organisatie, communicatie, rapportage<br />
Met betrekking tot het onderdeel communicatie heb ik in het begin reeds aangegeven zelf contact te<br />
hebben gezocht met de behandelend ergotherapeut. Normaliter zou er alleen een regelmatig contact<br />
zijn geweest tussen casemanager en leerkracht. Vanuit mijn ervaring als begeleidster van een kind<br />
met handicap op een school in Haarlem had ik reeds ervaren hoe belangrijk het was contact te<br />
hebben met specialisten in de vorm van de ambulant begeleidster van de mytylschool.<br />
Om meer zicht te krijgen op de problematiek van deze leerling heb ik contact gezocht met de<br />
behandelende ergotherapeut van De Trappenberg. Er is afgesproken de doelen telkens zo veel<br />
mogelijk op elkaar af te stemmen. Van de logopediste heb ik het spraakltaalalfabet gekregen om de<br />
leerling met ondersteuning van gebaren de klanken (en letters) te kunnen leren. De communicatie<br />
tuhsen leerkracht en therapeut vindt plaats door middel van een map, waarin we beiden onze aanpak<br />
en resultaten vermelden. Vragen van mijn kant over problemen die we tegenkomen schrijf ik in de<br />
map, vervolgens geeft de therapeut op de eerstvolgende sessie een antwoord. Zo ontstaat<br />
bovendien een heel gedetailleerd verslag van hoe we met deze leerling hebben gewerkt. Daarnaast<br />
heb ik (op eigen initiatief) een therapiesessie meegemaakt bij de Trappenberg (revalidatiecentrum)<br />
om aanpak en gebruikte materialen en strategieën te bekijken en ervan te leren. Deze aanpak is voor<br />
beide partijen zeer bruikbaar en waardevol gebleken.<br />
De casemanager maakt telkens na een periode van zes weken weer een vervolgafspraak om de<br />
doelen voor de volgende periode van het handelingsplan door te spreken. Ook is ze een paar keer<br />
komen observeren in de klas. Het contact met de casemanager verloopt op zich goed, er was wel<br />
sprake van een misverstand omdat ik alle opdrachten en de daarvoor benodigde middelen veelal zelf<br />
maakte <strong>of</strong> liet maken door de onderwijsassistent. Ik was niet op de hoogte van wat de casemanager<br />
nu exact voor me kon betekenen, later is dat wel duidelijk geworden en kreeg ik ook toegepaste<br />
materialen en methodes.<br />
In de praktijk heb ik gemerkt dat ik bij problemen m.b.t. aanpak me sneller tot de ergotherapeut<br />
wendde dan tot de casemanager. Hiervoor zijn een aantal redenen aan te wijzen, de belangrijkste is<br />
dat de therapeut heel goed zicht heeft op hoe het kind functioneert, tevens is hij voor mij de specialist<br />
op dit gebied.<br />
Het bespreken van het handelingsplan is veelal onder schooltijd gebeurd. De onderwijsassistent<br />
heeft telkens de klas overgenomen zodat ik tijd voor de casemanager had. Het is en blijft moeilijk,<br />
toch vind ik overleg onder schooltijd niet ideaal. Het overleg met de ouders en casemanager vindt<br />
plaats na schooltijd en dat verloopt prima. Het observeren door de casemanager in de klas zou naar<br />
mijn inzicht vaker moeten plaatsvinden omdat er soms te snel conclusies werden getrokken, vooral<br />
als de leerling erg moe <strong>of</strong> verkouden was. Het is dan ook belangrijk dat er terugkoppeling plaatsvindt<br />
richting leerkracht, die heeft uiteindelijk het totaalbeeld van het kind.<br />
Vanaf het begin (start schooljaar 2001) zijn wij als team bij de pilot betrokken geweest. Zelfs waar het<br />
ging om het bespreken van het handelingsplan van de (toen nog enige) leerling was iedereen<br />
aanwezig. In het tweede jaar, na de aanname van de tweede zorgleerling, was er communicatie<br />
tussen Stichting en leerkracht + assistenten, maar tussen Stichting en team als geheel was het veel<br />
minder intensief en ging er soms ook veel langs ons heen<br />
Begrijpelijkerwijs heeft de pilot veel aandacht gekregen, wel vind ik het een beetje jammer dat de<br />
@chipel niet als gepresenteerd wordt.<br />
r-<br />
Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting "Gewoon Anders" augustus 2003
Aanbevelingen<br />
Zoals gezegd is het moeilijk om commentaar en aanbevelingen te geven over de pilot als je er geen<br />
deel van uitmaakt. Kijkend naar de ervaringen die ik de afgelopen tijd heb opgedaan vind de<br />
volgende punten belangrijk genoeg om ze te vermelden.<br />
Om goed inclusief onderwijs te kunnen geven moet je:<br />
Zorgen voor voldoende financiële middelen om als school te realiseren waar je voor staat<br />
Zorgen dat de inclusieve gedachte binnen de brede school gestalte krijgt<br />
Communicatie over de betekenis van inclusief onderwijs; beeldvorming en afstemming van<br />
opvattingen en ideeën (breed)<br />
Duidelijke afspraken over plaatsing van zorgleerlingen m.b.t. handicap, verzorging,<br />
ondersteuning, maar ook over zaken als: groepsgrootte, kan de groep het aan en kan de<br />
leerkracht het aan<br />
Duidelijkheid creëren over de rol van casemanager; wat kan iemand voor jou als leerkracht<br />
betekenen, welke rol heeft een casemanager nu precies?<br />
Bevindingen, vragen en kennis delen en bespreken binnen teamlleerteam<br />
Zorgen voor kennis, d.m.v. bijvoorbeeld cursussen, contacten met speciaal onderwijs enl<strong>of</strong><br />
revalidatiecentra (team, ook breed)<br />
Contacten leggen met opleidingsinstanties<br />
Werkbezoeken brengen aan scholen die ervaring hebben met inclusief onderwijs (Engeland,<br />
Italië,Noorwegen) <strong>of</strong> medewerkers naar Almere halen<br />
Actieve presentatie geven van De archipel als inclusieve school in de buurt<br />
Terugkijkend op een periode van anderhalf jaar waarin we met ons "anderskindje" hebben gewerkt<br />
kunnen we alleen maar constateren hoe goed het voor haar is dat ze bij ons op school zit. Daarnaast<br />
ben ik trots op mijn klas, trots op alle kleuters die, hoe jong ook, toch begrepen en aanvoelden hoe je<br />
dat doet, inclusief zijn. Daar zijn we allemaal een stukje rijker door geworden.<br />
Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting "Gewoon Anders" augustus 2003<br />
-pp 63
Bijlage 6. Evaluatie pilot inclusief onderwijs door Anja Marks, casemanager.<br />
"Het gaat niet om de weg, maar om het perspectief. We gaan op reis, maar de wegen zijn<br />
niet aangegeven. Wij bieden het perspectief en gaan zelf mee op avontuur. "<br />
Achtergrond<br />
In Nederland is een groep kinderen die geen onderwijs bezoekt, maar naar een<br />
kinderdagcentrum gaat. Dit zijn de kinderen die een ontwikkelingsleeftijd hebben van minder<br />
dan 24 maanden. Het speciaal onderwijs geeft aan niet handelingsbekwaam te zijn om deze<br />
doelgroep onderwijs te kunnen bieden.<br />
Enkele ouders van deze kinderen hebben de wens hun kind naar een reguliere basisschool<br />
te laten gaan met als visie inclusief onderwijs.<br />
Deze kinderen integreren binnen het reguliere onderwijs is een vervolgstap op de reguliere<br />
ambulante zorg die vanuit de REC's gegeven wordt aan kinderen die een indicatie voor<br />
speciaal onderwijs hebben. Deze integratie leek enkel optimaal haalbaar binnen een<br />
in'clusieve school, waarin het onderwijs zich aanpast aan de leerlingen. Vandaar dat besloten<br />
werd tot een ontwikkeltraject van één <strong>of</strong> enkele inclusieve scholen.<br />
Gewoon Anders startte hiervoor een pilot. Na een zoektraject langs de Almeerse<br />
basisscholen werd besloten dat een nieuw te starten school inclusief onderwijs zou gaan<br />
vormgeven.<br />
Twee meisjes met een verstandelijke leeftijd rond de 24 maanden werden geplaatst op deze<br />
school, in een middenbouw- en in een bovenbouwgroep. Getracht werd om deze meisjes<br />
binnen het reguliere programma met een eigen onderwijsplan mee te laten draaien. Doelen<br />
voor deze meisjes zouden bepaald worden in gemeenschappelijk overleg tussen school,<br />
ouders en Stichting "Gewoon Anders". Voor de meisjes werd assistentie ingezet in de vorm<br />
van een klassenassistent welke als tweede volwassene in de groep mee zou draaien. Voor<br />
verdere achtergrond verwijs ik naar het pilotplan.<br />
Doelstelling<br />
Door middel van een intensieve begeleiding en een intensief ontwikkeltraject onderzoeken in<br />
welke mate, op welke wijze en onder welke voorwaarden inclusief onderwijs mogelijk is.<br />
Blijvende plaatsing op deze basisschool realiseren van de twee pilotleerlingen was een van<br />
te voren gesteld doel, dit is behaald. Onderdeel van dit doel is dat aan de leerlingen een op<br />
maat gesneden leerinhoud geboden wordt, waarbij sprake is van zowel fysieke als sociale<br />
integratiel inclusie en integratie1 inclusie wat betreft het onderwijsaanbod.<br />
Resultaat<br />
Met elkaar is de afgelopen twee jaar verkend wat verstaan wordt onder inclusief onderwijs en<br />
wordt hieraan op een eigen wijze inhoud gegeven. Er is een document gekomen waarin<br />
genoemd wordt wat het team van de archipel verstaat onder inclusief onderwijs. Deze is<br />
afgeleid van reeds bestaande literatuur. De onderwerpen die in dit document genoemd<br />
worden dienen als doelen voor de school en dus ook voor de begeleiding van de twee<br />
pilotkinderen.<br />
Resultaten m.b.t. team- en schoolontwikkeling zijn gemeten in enquêtes die ingevuld zijn<br />
door betrokkenen, resultaten op kind- en klassenniveau zijn gemeten in kindvolgsystemen en<br />
in evaluatiegesprekken. Samenwerkingsresultaten zijn gemeten door de eigen verslagen die<br />
door alle betrokkenen geschreven zijn aan het einde van de pilotperiode.<br />
Voordeel, plan van aanpak en planning<br />
De twee meisjes hebben de afgelopen twee jaar zoveel mogelijk meegeparticipeerd binnen<br />
het reguliere onderwijsprogramma met eigen doelen. Momenteel bevinden we ons in een<br />
situatie waarin iedereen vindt dat de meisjes leerbaar zijn, zich ontwikkelen en onderwijs<br />
moeten krijgen.<br />
De doelen worden in gezamenlijk overleg opgesteld, bijgehouden en geëvalueerd,<br />
handelingsplannen worden in gezamenlijk overleg geschreven. Viermaal per jaar is er een<br />
-L-p- 65<br />
Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting "Gewoon Anders" augustus 2003
voortgangsoverleg met alle betrokkenen. Indien nodig worden tussendoor externe<br />
deskundigen geconsulteerd om benodigde informatie de school in te krijgen.<br />
Gedurende de twee jaar zijn de volgende resultaten geboekt:<br />
- Er is een kindvolgsysteem ontwikkeld waarin de vorderingen per leerling worden bijgehouden<br />
en waarin in gezamenlijk overleg voor de komende periode nieuwe werkpuntenl doelen<br />
worden opgesteld. Dit is een proces geweest waarin de betrokkenen rondom de leerling<br />
middels communicatie en ervaring met de leerling ongeveer hetzelfde beeld en perspectief<br />
kregen m.b.t. de leerling. Werd er aanvankelijk door enkele teamleden aangegeven dat deze<br />
leerlingen niet leerbaar waren, door goed te registreren op welke vlakken geleerd werd en<br />
hoe die leerstappen eruit zien is die visie aan de kant gezet. Reeds bestaande<br />
kindvolgsystemen (vanuit zml en tyltyl) zijn bekeken en niet bruikbaar gevonden voor deze<br />
pilot.<br />
- Doelen die voor thuis belangrijk zijn en doelen die voor op school belangrijk zijn worden<br />
gezamenlijk bekeken en zowel thuis als op school wordt aan dezelfde doelen gewerkt.<br />
- Waar er aanvankelijk gestart werd met het idee dat de pilotleerlingen op alle momenten met<br />
de klas mee moesten participeren en hetzelfde programma moesten volgen, is er op in de<br />
loop van de tijd besloten dat dit niet altijd het beste is. De pilotleerlingen hebben soms langer<br />
nodig om zich goed in een activiteit te kunnen verdiepen en ervan te kunnen leren (bv.<br />
bewegingsonderwijs en tactiele activiteiten). Er worden bewuste keuzes gemaakt voor<br />
participeren in en afwijken van het klassenprogramma.<br />
- In deze twee jaar is het samenwerkend leren steeds verder ontwikkeld. Leerlingen met werk<br />
op verschillend leerniveau kunnen steeds vaker samen een activiteit doen, waardoor er meer<br />
van elkaar geleerd wordt en kinderen beter met elkaar leren omgaan. Het leren van de<br />
pilotleerlingen gebeurt momenteel vaak via andere leerlingen. Een voorbeeld hiervan is dat<br />
een klas gebaren aanleert waardoor de leerling die met gebaren communiceert het gebaar<br />
leert van de andere leerlingen en alle leerlingen weten hoe te communiceren met gebaren.<br />
- Met elkaar zijn we tot de conclusie gekomen dat binnen dit samenwerkend leren ruimte moet<br />
zijn voor praktische werkvormen: projecten, etc. Binnen de archipel is een start gemaakt met<br />
projectwerken. Dit moet nog verder uitgewerkt worden, maar alle betrokkenen staan achter<br />
deze vorm van leren voor alle leerlingen.<br />
- Praktisch leren is voor de pilotkinderen zeer belangrijk en de beste manier om te komen tot<br />
leren. In de planning van schoolkampen, uitjes en andere buitenreguliere evenementen wordt<br />
momenteel in het bijzonder aandacht besteed welke rol er is weggelegd voor de<br />
pilotleerlingen.<br />
- Er is sprake van een positieve acceptatie van medeleerlingen. De pilotleerlingen hebben<br />
geen sociale uitzonderingspositie. Ze worden door alle leerlingen gezien als volwaardig deel<br />
van het klassegebeuren. Dit is een groeiproces geweest. De leerlingen in de klas hebben<br />
moeten leren om ieder kind op zijn <strong>of</strong> haar eigen niveau een rol te geven in een activiteit. Er<br />
is geen competitieve sfeer in de klassen. De kinderen kijken naar hoe een kind in zijn <strong>of</strong> haar<br />
eigen ontwikkeling groeit en waarderen elkaar hierin.<br />
- Aan het begin van deze pilotperiode waren er verschillende beelden van de inhoud van<br />
inclusief onderwijs. Wat is inclusief onderwijs eigenlijk? Is het een vaststaand begrip met<br />
definities erbij <strong>of</strong> is het een begrip wat met elkaar vormgegeven wordt, en waarvan de<br />
definitie ook met elkaar bepaald wordt? Voor sommigen was het een ideaalbeeld, voor<br />
anderen een onwenselijk beeld. Er is steeds meer gezamenlijke visie gekomen op het begrip.<br />
Het begrip "inclusie" wordt nog steeds verder vorm gegeven.<br />
- Aan het begin van de pilot was er onduidelijkheid over hoe de klassen uiteindelijk ingedeeld<br />
zouden moeten worden. Jaargroepen? Leerst<strong>of</strong>groepen? De school heeft in een combinatie<br />
van homogeen en heterogeen onderwijs en groepswisselingen voor bepaalde vakken dit<br />
dilemma opgelost op een manier die voor alle betrokkenen werkbaar is.<br />
- Fulltime assistentie per leerling was in het begin in de ogen van de teamleden noodzakelijk.<br />
Gedurende de twee jaar is er een verschuiving gekomen van de inzet van de assistentie voor<br />
alleen de pilotleerlingen naar inzet op klassenniveau. Op sommige momenten kan er<br />
momenteel zelfs tijdelijk één volwassene voor de groep staan <strong>of</strong> één volwassene tijdelijk<br />
verantwoordelijk zijn voor meer zorgleerlingen.<br />
- De assistenten zijn als volwaardig deel van het team opgenomen in het schoolteam en<br />
worden aangestuurd door de directeur van de school.<br />
66 c<br />
--p<br />
Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting "Gewoon Anders" augustus 2003
- Aanvankelijk vielen de pilotleerlingen met name onder verantwoordelijkheid van een<br />
assistent. De verantwoordelijkheid is steeds meer geschoven naar leerkracht, deze stuurt<br />
de assistent aan. De leerkrachten zijn zich competenter gaan voelen in hun handelswijze<br />
naar de pilotleerlingen toe door scholing, voorlichting en ervaring.<br />
- Door teamvoorlichting en overleg binnen het team is de kennis en ervaring van de<br />
leerkrachten en assistenten van de pilotleerlingen overgedragen naar de rest van het<br />
team.<br />
- De aanvraag van voorzieningen is stroef verlopen. De wegen die er liggen om<br />
voorzieningen aan te vragen en de duidelijkheid over wie wat financiert en hoe de<br />
aanvraag verloopt ontbreekt. Veel voorzieningen zijn door ouders zelf aangevraagd die<br />
door de jaren ervaring hiermee de mazen gevonden hadden.<br />
- Voor een basisschool is het prettig om voor alle vakken een methode en een leerlijn te<br />
hebben die goed differentieert, gebruik maakt van samenwerkend leren en over veel<br />
praktische werkvormen beschikt. Zulk soort methodes zijn lastig te vinden. Hierdoor is<br />
veel werk verricht door leerkrachten en assistenten om leermiddelen en materialen zelf<br />
uit te zoeken, aan te passen en1 <strong>of</strong> zelf te maken. Dit is in de loop van de tijd steeds<br />
makkelijker geworden. Alle betrokkenen zijn zeer creatief gebleken in het bedenken van<br />
aanpassingen om lessen en activiteiten toegankelijk te maken voor alle kinderen.<br />
- Ook ouders hebben veel meegedacht over en meegewerkt aan doelen, materialen en<br />
vormgeving van het onderwijs. Het is een zoektraject geweest om met elkaar vorm te<br />
geven waar wiens verantwoordelijkheden en mogelijkheden liggen. Door vertrouwen in<br />
elkaar te hebben is er veel gewonnen op het gebied van communicatie en gebruik maken<br />
van elkaars kwaliteiten.<br />
- Het uitgaan van en geloven in mogelijkheden; niet denken in problemen, maar in kansen<br />
en ontwikkelingen is gegroeid. Doordat er met elkaar (leerlingen, leerkrachten,<br />
assistenten, gewoon anders, ouders) steeds creatief nagedacht wordt over wat mogelijk<br />
is en hoe, worden veel kansen en mogelijkheden benut en geschapen. Op deze manier<br />
wordt een lerende organisatie goed gevoed.<br />
- De ouders van alle leerlingen worden door de directie van de school voorgelicht over de<br />
schoolvisie, waardoor ouders weten waar ze voor kiezen. Door middel van een<br />
ouderavond is met ouders gebrainstormd over inclusie. Dit brengt bij ouders een<br />
denkproces te weeg en op deze manier worden ouders gestimuleerd om mee te gaan<br />
denken over hoe een inclusieve maatschappij neer te zetten.<br />
- Sociale integratie wordt bewust bevorderd door klassikaal te praten over contacten,<br />
vriendschappen en omgang met elkaar. Conflicten en plaaggedrag worden besproken,<br />
hiervoor is een protocol opgesteld.<br />
- Aanvankelijk was er een duidelijke splitsing tussen school en thuis. Gedurende de<br />
afgelopen periode zijn alle partijen gaan inzien dat het in het belang van de pilotkinderen<br />
is dat de school een idee heeft over hoe en waarom dingen thuis gebeuren en andersom.<br />
Soms wordt dit zelfs door videobeelden ondersteund. Hiervoor komst steeds meer<br />
draagvlak en openheid.<br />
- Alle betrokkenen hebben zich zoveel mogelijk opengesteld voor scholing en informatie<br />
van buitenaf: advies van de ergotherapie, ambulant begeleider bewegingsonderwijs,<br />
pedagoog, didacticus, weerklank. Hierdoor wordt met elkaar geleerd en bekeken wat wel<br />
en niet wenselijk is.<br />
De school heeft kennis en vaardigheden opgedaan op het gebied van inclusief onderwijs. De<br />
school heeft zich georiënteerd op coöperatief leren, peer-tutoring en andere vormen van<br />
samenwerkend leren en groeperen van leergroepen.<br />
De school heeft inzicht in de mogelijkheden van het invoeren en vormgeven van inclusief<br />
onderwijs in de eigen school.<br />
-- - - -- 67<br />
Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting "Gewoon Andersn a-ugustus 2003
Organisatie, communicatie, rapportage<br />
Bij de start van de pilot werd er voor het eerste kind elke week overlegd met ouders,<br />
klassenassistent, leerkracht en casemanager. Inmiddels is de frequentie van de<br />
voortgangsbesprekingen teruggeschroefd naar de gebruikelijke vier maal per jaar, zoals voor<br />
alle Gewoon Anders kinderen, en is dit naar ieders wens. Hierbij zorgt de casemanager voor<br />
verslaglegging.<br />
Plaatsingsafspraken en handelingsplannen worden in gezamenlijk overleg opgesteld.<br />
Indien wenselijk is er vaker contact tussen partijen. Bij het opstellen van de<br />
handelingsplannen hebben de klassenassistenten een prominente rol.<br />
Tussen school en Gewoon Anders en binnen school zijn meer overlegmomenten en<br />
observaties.<br />
Evaluatie<br />
Resultaten met betrekking tot team- en schoolontwikkeling zijn gemeten in enquêtes die<br />
ingevuld zijn door betrokkenen, resultaten op kind- en klassenniveau zijn gemeten in<br />
kindvolgsystemen en in evaluatiegesprekken. Samenwerkingsresultaten zijn gemeten door<br />
de eigen verslagen die door alle betrokkenen geschreven zijn aan het einde van de<br />
pilotperiode.
Bijlage 7. Evaluatie basisschool de archipel ( F. Molen berg, schooldirecteur<br />
en B. Ooms, schooladviseur)<br />
1. Achtergrond<br />
Toen de pilot 2 jaar geleden startte was er voor iedere deelnemer aan de pilot tenminste<br />
sprake van een in meerdere <strong>of</strong> mindere mate bewust gekozen dubbele uitdaging: de ene<br />
uitdaging werd gevormd door het concept 'inclusief onderwijs' en de andere door het feit dat<br />
sprake was van een snel groeiende startende school.<br />
Met verschillende achtergronden, om verschillende redenen en met ieder zo haar <strong>of</strong> zijn<br />
beeld <strong>of</strong> droom kwamen de 'pioniers' bij elkaar om samen de uitdaging aan te gaan. Zo<br />
wilden de ouders van Sterre en van Thiandi persé een inclusieve school voor hun kind en<br />
geen exclusieve.<br />
Met de notitie 'Schoolconcept Eilandenbuurt' in de achterzak begonnen de teamleden, de<br />
ouders en de extern betrokkenen (SGA en SBDIJ) aan een grote reis. De directeur van de<br />
sqhool had bij zijn sollicitatie-presentatie zijn visitekaartje reeds afgegeven en dat ademde<br />
duidelijk de sfeer uit van de huidige onderwijskundige tijdgeest, compleet met lerende<br />
organisatie, veiligheid, Integraal Personeels Beleid, Persoonlijke Ontwikkelings-Plannen e.d.<br />
De actieve en belangrijke rol van de ouders bij de school- en onderwijsontwikkeling komt in<br />
andere bijdragen aan het <strong>evaluatieverslag</strong> expliciet aan de orde. In deze bijdrage wordt<br />
aandacht besteed aan de school- en onderwijsontwikkeling, mede vormgegeven a.d.h.v van<br />
een veranderingstraject op teamniveau, directieniveau en leerkrachtniveau, met<br />
medewerking van SGA en SBDIJ.<br />
2. Doelstellingen<br />
De doelen waaraan tijdens de pilot-periode is gewerkt zijn vanuit genoemd kader de<br />
volgende:<br />
a) continue verkenning van inclusief onderwijs, voortgaande beeldvorming en<br />
meningsvorming over inclusief onderwijs, mede op basis van uitwisseling en onderlinge<br />
afstemming, en op deelgebieden besluiten nemen over inclusief onderwijs, met daaraan<br />
invoering gekoppeld (team, SGA, SBDIJ).<br />
b) besluiten nemen over het pedagogisch klimaat, in termen van richtinggevende uitspraken<br />
en in termen van waarneembaar gedrag (team, SBDIJ, SGA)<br />
c) de opzet van het onderwijs in groep 1-2, vormgegeven vanuit een op teamniveau<br />
bepaald onderwijsconcept (team, SBDIJ)<br />
d) bepaling van het basispatroon van de groepering van de leerlingen (team, SBDIJ)<br />
Resultaten<br />
ad 2a. De doelstelling m.b.t. ontwikkeling en vormgeving van het concept inclusief onderwijs<br />
is direct gerelateerd aan de kleur, nog beter het hart, van de archipel.<br />
Mede op menige studiedag en studiemiddag- en ochtend is gewerkt aan de realisatie van<br />
deze doelstelling. Opvallend aan het proces is dat enerzijds kennis, informatie en theorie<br />
over inclusief onderwijs verbonden werden met het min <strong>of</strong> meer bewuste subjectief<br />
werkconcept van alle betrokkenen. De praktijk, met name die op de school zelf en ook die,<br />
waargenomen en ingeademd in Londen en Amerika, heeft anderzijds duidelijk invloed gehad<br />
op de ontwikkeling van ieders werkconcept en ook op de behoefte aan meer en meer<br />
specifiek(e) informatie en theoretisch kader. Zo heeft, op het niveau van houding en ook op<br />
het niveau van kennis, een ieder persoonlijk en het team als geheel een belangrijke<br />
ontwikkeling doorgemaakt.<br />
Op de werkvloer is door teamleden, ouders, casemanager en niet te vergeten de kinderen,<br />
meer vanuit de andere kant, namelijk vanuit de praktijk, gewerkt aan de vormgeving van<br />
inclusief onderwijs. Op andere plekken in het <strong>evaluatieverslag</strong> is daar gedetailleerd over<br />
geschreven.<br />
ad 2b. Het pedagogisch klimaat werd geplaatst in het grotere kader gezet van alle<br />
communicatielijnen die in de school lopen (collegiale omgang, omgang met leerlingen,<br />
omgang met ouders en omgang met externen).<br />
Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting "Gewoon Anders" augustus 2003<br />
69
Het APS-kader van adaptief onderwijs, de matrix met de pedagogische 1 communicatieve<br />
invalshoek, werd aangenomen als een praktisch hulpmiddel. De beschikbare uitwerking van<br />
de matrix in termen van waarneembaar leerkrachtgedrag bij het pedagogisch en didactisch<br />
handelen maakt het kader zeer waardevol.<br />
De directeur heeft in het kader van de POP'S de kwaliteitskaart 'pedagogisch klimaat' van<br />
Kees Bos ingezet, een kaart die ook een uitwerking bevat van de APS-matrix, eveneens in<br />
termen van waarneembaar gedrag.<br />
Binnen deze context werd de discussie gevoerd <strong>of</strong> en zo ja in hoeverre het adaptieve<br />
werkkader de ontwikkeling van inclusief onderwijs belemmert. De conclusie was dat dit niet<br />
het geval hoeft te zijn.<br />
Voorts is besloten om actief luisteren (Gordon) als kenmerk van goede communicatie daar<br />
waar zinvol in praktijk te brengen. Dit geldt ook voor doorvragen daar waar functioneel, een<br />
noodzakelijke vaardigheid in een proces van intensieve, gezamenlijke onderwijsvormgeving<br />
van een concept dat bij een ieder vele beelden oproept.<br />
Er werd bovendien een set regels en afspraken op schoolniveau en groepsniveau<br />
vaStgesteld.<br />
ad 2c: Het team koos, als het gaat om de expliciete vormgeving van het onderwijs in groep<br />
1-2 met name voor ontwikkelingsgericht onderwijs. Basisontwikkeling werd hier gekozen als<br />
expliciet werkkader. Om zoveel mogelijk op maat te kunnen werken werd tevens besloten<br />
om daar waar dat het kind ten goede komt meer ervaringsgericht <strong>of</strong> meer programmagericht<br />
te werken.<br />
Tijdens het eerste pilotjaar had de dan nog enige leerkracht in de kleuterbouw meer<br />
'startende schoolvragen' als vragen naar een tijdelijk registratiesysteem, een set leerlijnen,<br />
toetsmiddelen en een tijdelijk rapport. Wat betreft Basisontwikkeling was er toch ook een<br />
eerste oriëntatie en dan met name op kennisniveau en mede met behulp van<br />
klassenconsultatie enigszins op dat van houding 1 subjectief werkconcept en<br />
handelingsniveau.<br />
Gedurende het tweede pilotjaar groeide de kleuterbouw uit tot 4 leerkrachten. In dit jaar<br />
wordt in het kader van Basisontwikkeling een duidelijke praktijkstap gemaakt. Er vond<br />
bijvoorbeeld uitwerking van thema's plaats op de leest van Basisontwikkeling, zowel in<br />
voorbereidende als in uitvoerende zin. Er werd voor gekozen om het beginnend lezen daarbij<br />
als aandachtsgebied te nemen. In dat kader kwam de verdere ontwikkeling van de lees-<br />
schrijfhoek aan de orde en tevens de relatie met het hanteren van de Leeslijn en de<br />
overdracht van de ontwikkelingsgegevens van de leerlingen naar de volgende groep.<br />
ad 2d: Bij het werken aan dit doel, het teambesluit over het basispatroon van de groepering<br />
van leerlingen (gedurende de eerste maanden van 2003), werd gezien het belang van het<br />
onderwerp en ook gezien de context (met name hoge werkdruk, mede vanwege het snel<br />
groeiende aantal leerlingen en de snelle uitbreiding van het team, heroriëntatie van directie<br />
op leiderschapsrollen en -stijl), expliciet geïnvesteerd in de aandacht voor de procesmatige<br />
en communicatieve kant van het traject naast de onderwijskundige, meer inhoudelijke kant<br />
ervan.<br />
Vertrekkend vanuit de startnotitie 'Schoolconcept Eilandenbuurt' zijn de pijlers van de school<br />
met elkaar geëxpliciteerd, betekenis gegeven, van accenten voorzien en zo zijn deze als het<br />
ware eigen aan het team gemaakt.<br />
De pijlers zijn: kind centaal, pedagogisch klimaat als voorwaarde tot, inclusief onderwijs en<br />
uitgaan van verschillen (ook inclusief en adaptief gebruik van het gebouw, sociale integratie,<br />
handelen vanuit voortdurend inzicht in de beginsituatie van de leerlingen, ieders<br />
deskundigheid goed inzetten en ontbrekende deskundigheid in huis halen en respectvolle<br />
erkenning van ongelijkheid.<br />
Onder meer na begripsbepaling van begrippen als homogeen, heterogeen, differentiëren en<br />
stamgroep besloot het team om te komen tot onderwijs op maat vanuit een stamgroep van<br />
2 jaarklassen, mogelijk zich ontwikkelend naar een model met stamgroepen met<br />
3 jaarklassen. De stamgroepen krijgen een naam.<br />
70 p-P<br />
Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting "Gewoon Anders" augustus 2003
Vanaf begin volgend schooljaar wordt gedifferentieerd gewerkt, zonder te vervallen in combi-<br />
groepen. De groeperingsvorm bij instructie, verwerking etc. wordt steeds bepaald door<br />
onderwijsbehoeften van leerlingen en door het doel van de betreffende les. Dit<br />
veranderingstopic is de komende jaren een centraal topic en wel op alle niveaus van de<br />
school.<br />
Tenslotte werden door het team op bouwniveau afspraken in het kader van zelfstandig<br />
werken en uitgestelde aandacht. Feitelijk is het beleid hier vanuit de praktijk geformuleerd.<br />
Aanbevelingen<br />
De gekozen leest als middel ter vormgeving van inclusief onderwijs is die van de lerende<br />
organisatie. Het is binnen de context van dit onderwijs- en schoolproject een noodzaak en<br />
een uitdaging om de karakteristieken van het organisatiemodel en de bijbehorende cultuur<br />
meer expliciet te gaan inzetten en te gaan uitbuiten. Het betreft hierbij bijvoorbeeld ruimte om<br />
te groeien en het uitgaan van zelfsturing en van talenten van de medewerkers.<br />
Een wel overwogen meerjarenbeleidsplan met daaraan gekoppeld een jaarplan is in het<br />
kader van dit prestigieuze traject essentieel, mede ter preventie van uitval. Een te<br />
dichtgetimmerd plan kan daarentegen contraproductief werken. Creativiteit en adaptief<br />
denken en handelen gaan niet samen met een keurslijf en overigens ook niet met een lineair<br />
traject.<br />
Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting 'Gewoon Anders" augustus 2003<br />
71