06.05.2013 Views

evaluatieverslag - Index of

evaluatieverslag - Index of

evaluatieverslag - Index of

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

AA<br />

OBS AAAde @chipel<br />

AA<br />

SAMENVATTING EVALUATIE VAN DE PILOT INCLUSIEF ONDERWIJS ALMERE<br />

augustus 2001- juni 2003<br />

"Het gaat niet om de weg, maar om het perspectief<br />

We gaan op reis, maar de wegen zijn niet aangegeven. Wij bieden het perspectief en gaan zelf mee<br />

op avontuur. "<br />

(Anja Marks)<br />

Hoe het allemaal begon<br />

Voorjaar 2001 . . . . .<br />

De ouders van twee leerlingen met een leeftijd van respectievelijk 10 en 11 jaar zijn voor hun dochters<br />

op zoek naar een reguliere basisschool. Dit blijkt geen sinecure. Door de ernstige<br />

onderwijsbelemmering van beide meisjes is er in Nederland geen school te vinden die het aandurft<br />

deze leerlingen in te schrijven.<br />

Openbare basisschool de archipel, Stichting "Gewoon Anders" en Schoolbegeleidingsdienst<br />

IJsselmeerpolders starten een project om deze twee meisjes onderwijs te laten volgen: het project<br />

inclusief onderwijs. De archipel is op dat moment een startende brede, inclusieve school.<br />

Bij de start realiseerde iedereen zich dat twee jaar te kort is om volledige inclusiviteit vorm te geven.<br />

Het meest haalbare werd nagestreefd.<br />

Inclusief onderwijs, wat is dat?<br />

Inclusief onderwijs is een onderwijsvorm die ervoor zorgt dat de schoolcultuur zich dusdanig<br />

ontwikkelt dat alle kinderen, ongeacht handicap <strong>of</strong> stoornis, welkom zijn. De school past zich aan de<br />

leerling aan en niet andersom. De mate van flexibiliteit van de school bepaalt de grens van het succes<br />

van inclusie en er wordt getracht een schoolcultuur te ontwikkelen die uitsluiting probeert te vermijden.<br />

Dit vereist een herbezinning op de inhoud van de school: het leerplan, de lesmethode, de organisatie,<br />

de toegankelijkheid, etc.<br />

In het buitenland is reeds gebleken dat scholen die inclusief onderwijs als uitgangspunt nemen betere<br />

leerprestaties voor alle kinderen realiseren. De betere leerlingen leren als extra vaardigheden<br />

samenwerken en coachen, de zwakkere kinderen behalen betere leerresultaten.<br />

Hoewel het geven van inclusief onderwijs het nodige aan vaardigheden van de leerkracht vraagt,<br />

wordt dit door de leerkrachten die het uitvoeren in de meeste gevallen niet als taakverzwarend gezien.<br />

Wel is in de startfase sprake van een taakverzwaring, doordat een verandering in werken en denken<br />

tot stand moet komen. En elke verandering kost moeite.<br />

Een belangrijk uitgangspunt bij inclusief onderwijs is dat kinderen juist van elkaar veel leren.<br />

Begrippen als "coöperatief" leren en "peer-tutoring" zijn erg belangrijk. Dit leren van elkaar wordt bij<br />

alle vak- en vormingsgebieden toegepast, dus ook bij de instrumentele vaardigheden (lezen, taal,<br />

rekenen, schrijven).<br />

Daarnaast is het werken met individuele leerlijnen en het leren op verschillende niveaus noodzaak om<br />

kinderen met zeer diverse onderwijsbehoeften passend onderwijs te bieden.<br />

Ook wordt binnen inclusief onderwijs actief gewerkt aan sociale relaties en vorming. Hierdoor wordt<br />

acceptatie van en omgaan met verschillen bevorderd<br />

De pilot<br />

'Door middel van een intensieve begeleiding en een intensief ontwikkeltraject te onderzoeken,<br />

in welke mate, op welke wijze en onder welke voorwaarden inclusief onderwijs mogelijk is.<br />

Bovenstaande was het doel van de pilot. Daarbij was het projectteam benieuwd hoe inclusief<br />

onderwijs te realiseren is en wat er de benodigde ingrediënten voor zijn.<br />

De ouders van Sterre en Thiandi hebben daarbinnen ook als doel goed onderwijs op cognitief en<br />

sociaal emotioneel gebied voor hun kinderen te realiseren en sociale relaties en vriendschappen met<br />

andere kinderen mogelijk te maken. Kortom zij willen hun kinderen op volwaardige wijze op een<br />

reguliere school geplaatst krijgen. Het gaat hierbij om twee leerlingen die in Nederland meestal naar<br />

een dagcentrum gaan voor kinderen met een verstandelijke beperking (KDC, ODC).


De begeleiding binnen de pilot is zowel procesmatig als inhoudelijk gezamenlijk vormgegeven door de<br />

verschillende participanten: de directie van de archipel, de schoolbegeleidingsdienst, de<br />

casemanager en de projectleider van "Gewoon Andersn. Vanzelfsprekend in samenwerking met de<br />

ouders. Op sommige momenten is er bovendien een inhoudelijke bijdrage verzorgd door externe<br />

deskundigen. De begeleiding stond in dienst van het ontwikkeltraject van de school.<br />

De benodigde financiële middelen kwamen tot stand door gemeenschappelijke inspanningen van alle<br />

betrokkenen<br />

Succesfactoren en resultaten<br />

Hoewel slechts op één ervaring van één basisschool gebaseerd, zijn wij van mening dat er een<br />

aardige lijst van resultaten op te sommen valt:<br />

Resultaten in relatie tot succesfactoren<br />

Algemene resultaten van de pilot 'inclusief onderwijs'<br />

Resultaten op schoolniveau<br />

Resultaten op groeps- en klassenniveau<br />

Resultaten op leerlingniveau (Sterre en Thiandi)<br />

Dez: resultaten zijn te lezen in het evaluatierapport van de pilot "inclusief onderwijsn<br />

I Een leerling uit de bovenbouw vertelt over Sterre en Thiandi.......<br />

Wat zou je ervan vinden als Thiandi en Sterre naar een school zouden<br />

gaan waar allemaal dezelfde soort kinderen zitten?<br />

- Ik weet dat niet zo goed maar ik denk dat ze ook veel meer van ons kan leren dan<br />

I uan die andere eehandicaoten.<br />

Conclusies<br />

"De enige manier om het te ervaren is het te doen. "<br />

De ouders, de leerkrachten, de onderwijsassistenten, de casemanager, het projectteam, kortom alle<br />

- - -<br />

deelnemers in de pilot 'inclusief onderwijs' vinden dat de pilot is gestaagd.<br />

In de doelstelling van de pilot 'inclusief onderwijs' lag de vooronderstelling besloten dat inclusief<br />

onderwijs mogelijk is. Het <strong>evaluatieverslag</strong> over de ervaringen met Sterre en Thiandi op basisschool<br />

de archipel geeft alle aanleiding om te stellen dat die vooronderstelling klopt.<br />

Voor het eerst in Nederland heeft een basisschool voltijds onderwijs verzorgd aan zogeheten<br />

'kinderdagcentrum-kinderen'.<br />

In het evaluatierapport komen tevens aanbevelingen aan de orde. Aanbevelingen aan beleidsmakers<br />

en politici, aanbevelingen aan de besturen van het regulier onderwijs in Almere, aanbevelingen aan<br />

basisschool de archipel en tot slot een aanbeveling aan scholen en directies die voor inclusief<br />

onderwijs willen kiezen.<br />

Wat voorop staat<br />

Een school die voor inclusief onderwijs kiest hoeft niet met invoering te wachten tot aan alle<br />

voorwaarden is voldaan. Het allerbelangrijkste is een team dat achter de principes van inclusief<br />

onderwijs staat en bereid is hiernaar te (gaan) handelen. Vervolgens kan de school aan de slag om al<br />

werkende weg inclusief onderwijs vorm te geven (de school als lerende organisatie). Maak als<br />

schoolleiding aan leerkrachten, ouders en leerlingen duidelijk wat je - gegeven de omstandigheden-<br />

als school wel en niet kunt waarmaken en ga samen op weg. Door geen overdreven verwachtingen te<br />

koesteren, maar realistische doelen te stellen wordt het concept 'inclusief onderwijs' hanteerbaar.<br />

Wees daarbij creatief in het aanwenden van gelden. Kortom: "Learning by doing".<br />

Het is een mooie nazomerdag in september 2003. Prinses Maxima verrast de archipel met een<br />

werkbezoek. Zij is diep onder de indruk van wat de leerlingen en het schoolteam als vanzelfsprekend<br />

beschouwen.. ..


EVALUATIE VAN DE PILOTINCLUSIEF ONDERWIJS<br />

ALMERE<br />

augustus 2007- juni 2003<br />

"Het gaat niet om de weg, maar om het perspectief.<br />

We gaan op reis, maar de wegen zijn niet aangegeven. Wij bieden het perspectief<br />

en gaan zelf mee op avontuur. "<br />

(Anja Marks)<br />

AUGUSTUS 2003


Eerste druk<br />

Vormgeving: Felix Guérain tekenprodukties<br />

Tekstadviezen: Irma Brus<br />

O 2003, Stichting "Gewoon Anders", Almere<br />

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en1 <strong>of</strong> openbaar gemaakt door middel van<br />

druk, fotokopie, micr<strong>of</strong>ilm <strong>of</strong> op welke wijze ook, zonder voorafgaande toestemming van de<br />

Stichting "Gewoon Anders".


INHOUDSOPGAVE<br />

Woord vooraf<br />

1. Inleiding<br />

2. Achtergrond<br />

3. Doelstelling<br />

4. Succesfactoren en resultaten<br />

4.1 Factoren die bijdragen aan de succesvolle ontwikkeling naar een inclusieve school<br />

4.2 Algemene resultaten van de pilot 'inclusief onderwijs'<br />

4.3 Concrete resultaten gerealiseerd binnen basisschool de @chipel<br />

4.3.1 Resultaten op schoolniveau<br />

4.3.2 Resultaten op groeps- en klassenniveau<br />

4.3.3 Resultaten op leerlingniveau (Sterre en Thiandi)<br />

5. Conclusies<br />

6. Terugblik op het plan van aanpak<br />

1 6.1 Organisatie en planning<br />

6.2 Samenwerking en communicatie<br />

6.3 Facilitering<br />

7. Aanbevelingen<br />

8. Slotwoord<br />

Geraadpleegde literatuur, rapporten en documenten 32<br />

Bijlagen<br />

Bijlage 1. Pilotplan 'Inclusief onderwijs'<br />

Bijlage 2. Schoolconcept Eilandenbuurt, basisschool De archipel<br />

Bijlage 3. Evaluatie Ouders pilot inclusief onderwijs<br />

De ouders van Sterre<br />

Bijlage 4. Evaluatie van de klassenassistenten<br />

Bijlage 5. Evaluatie van de leerkrachten<br />

Leerkracht groep 3 14 15 (A. Dragstra)<br />

Leerkracht groep 6 l 71 8 en intern begeleider (J. Walda)<br />

Leerkracht groep 1 12 A (W. van het H<strong>of</strong>)<br />

Bijlage 6. Evaluatie pilot inclusief onderwijs door Anja Marks, casemanager.<br />

Bijlage 7. Evaluatie basisschool de archipel ( F. Molenberg, schooldirecteur en B.<br />

schooladviseur)<br />

Ooms,<br />

35<br />

37<br />

45<br />

49<br />

49<br />

55<br />

57<br />

57<br />

59<br />

60<br />

65<br />

69


Woord vooraf<br />

Met trots presenteren wij het rapport: "Evaluatie van de pilot inclusief onderwijs Almere,<br />

augustus 2001- juni 2003". Voor u misschien een vanzelfsprekendheid, voor ons een<br />

noviteit. Nooit eerder is een evaluatierapport van de Stichting "Gewoon Anders" in deze <strong>of</strong><br />

een vergelijkbare vorm verschenen. De reden is dan ook een bijzondere: het projectteam<br />

vond de resultaten van de pilot zo opmerkelijk, dat zij heeft besloten de evaluatie breed<br />

onder de aandacht te brengen.<br />

De pilot 'inclusief onderwijs' is een samenwerkingsproject van Stichting "Gewoon Anders",<br />

openbare basisschool De @rchipel en de Schoolbegeleidingsdienst IJsselmeerpolders. Om<br />

de uitvoering van de pilot mogelijk te maken hebben velen binnen en buiten de<br />

projectorganisatie hun steentje bijgedragen. Wij noemen:<br />

de leerlingen en ouders van basisschool de archipel,<br />

de ouders van Sterre en Thiandi, de twee 'inclusieve leerlingen', te weten Ferdi<br />

Ploeger1 Yvonne Brouwers en Trix Gro<strong>of</strong>fl José Smits<br />

de directie en het schoolteam van basisschool de @rchipel: Fred Molenberg, Wanda<br />

Farber, Willy van het H<strong>of</strong>, Joke Walda, Anneke Dragstra, Wendy Sminia en Lien<br />

Venema.<br />

Marilyn Kaptijn, Jolanda Roskam, Sylvia Poelman, de klassenassistenten van de<br />

Stichting "Gewoon Anders":<br />

Anja Marks, casemanager bij de Stichting "Gewoon Anders"<br />

het projectteam bestaande uit:<br />

Fred Molenberg, directeur van basisschool de archipel<br />

Jan Stuijver, bovenschools directeur openbaar onderwijs Almere<br />

Betsy Ooms, schooladviseur van de SBD IJsselmeerpolders<br />

Susan Walstra, onderwijskundige en projectleider; Ingrid Bruin, coördinator<br />

begeleiding en waarnemend projectleider<br />

en Grytsje Durkstra, directeur van de Stichting "Gewoon Anders"<br />

Dankzij het enthousiasme en de inzet van al deze mensen heeft het begrip 'inclusief<br />

onderwijs' inhoud en kleur gekregen.<br />

Een speciaal woord van dank zijn wij verschuldigd aan Jannie Lammers, voormalig directeur<br />

van de stichting "Gewoon Anders" en initiatiefnemer van de pilot 'inclusief onderwijs'.<br />

Namens allen die de pilot 'inclusief onderwijs' mogelijk hebben gemaakt,<br />

Susan Walstra,<br />

u<br />

Projectleider<br />

p - -.A<br />

-- -- - - -- --- - -- - -. -- 5<br />

Evaluatierapport $ot 'inclusief onderwijs' - Stichting "Gewoon Anders" augustus 2003


1. Inleiding<br />

Een snikhete dag halverwege augustus 2001. Het kersverse team van de nieuw te starten<br />

basisschool de archipel maakt kennis met elkaar. Twee medewerkers van de Stichting<br />

"Gewoon Anders" en een medewerker van de schoolbegeleidingsdienst zijn ook aanwezig.<br />

Terwijl schoolleveranciers in- en uitlopen vindt een introductie 'inclusief onderwijs' plaats. De<br />

inschrijving van de eerste 'inclusieve leerling' Sterre is dan al een feit. Samen met 40 andere<br />

leerlingen beleeft zij kort na deze bijeenkomst haar eerste schooldag op de archipel.. . . . .<br />

En zo begon het pilotproject 'inclusief onderwijs'. Maar hoe ging het verder?<br />

In dit evaluatierapport vindt u de ervaringen terug van twee jaar enthousiast werken aan<br />

'inclusief onderwijs'. Deze evaluatie is in de eerste plaats bedoeld als een verantwoording<br />

van de inzet van gelden, personeel en andere middelen, maar ook om te motiveren waarom<br />

we soms van het plan zijn afgeweken. Minstens zo belangrijk is dat deze evaluatie de<br />

gelegenheid biedt om terug te blikken en te reflecteren op wat er inhoudelijk binnen de pilot<br />

iS bereikt. Het verslag is ook geschreven als opmaat richting een traject 'inclusief onderwijs'<br />

binnen het voortgezet onderwijs. Kort gezegd: wij hebben enorm veel over inclusief<br />

onderwijs geleerd en dat willen we ook graag delen met anderen.<br />

Het rapport bestaat uit twee gedeelten: een gezamenlijk verslag van alle betrokkenen en een<br />

gedeelte bestaande uit bijlagen. In de bijlagen kunt u de afionderlijke evaluaties teruglezen<br />

van de casemanager, de ouders, de onderwijsassistenten, de leerkrachten en de<br />

schoolbegeleider samen met de directeur. Deze evaluaties wilden we u beslist niet<br />

onthouden omdat zij, elk vanuit hun eigen invalshoek, een interessant en leerzaam doorkijkje<br />

bieden naar het project.<br />

Hoe heeft de dataverzameling voor het gezamenlijk verslag van deze evaluatie plaats<br />

gevonden?<br />

Bij de start van de pilot is een nulmeting, in de vorm van een vragenlijst, uitgevoerd bij de<br />

eerste leerkrachten van de school. Het aantal ingevulde lijsten was echter te klein om met<br />

elkaar te kunnen vergelijken en algemene conclusies te trekken.<br />

In het najaar van 2002 heeft er vanuit "Gewoon Anders" een schriftelijke tussenevaluatie met<br />

de medewerkers plaatsgevonden. De uitkomsten van de tussenevaluatie zijn betrokken bij<br />

deze eindevaluatie. Het projectteam heeft op verschillende momenten in het ontwikkeltraject<br />

overleg gehad over de te volgen koers.<br />

Met de ouders van Sterre en Thiandi hebben naast voortgangsgesprekken tussentijdse<br />

evaluatiegesprekken plaatsgevonden. Dit betr<strong>of</strong> zowel het onderwijs aan hun kinderen als<br />

het verloop van de pilot. Andere ouders zijn niet rechtstreeks bij de evaluatie betrokken. Wel<br />

heeft de schooldirectie samen met de medezeggenschapsraad een oudertevredenheids-<br />

onderzoek gehouden waarin ouders gevraagd is onder andere hun mening over inclusief<br />

onderwijs te geven.<br />

Met deze evaluatie wordt de pilot 'inclusief onderwijs' formeel afgesloten. Een goed moment<br />

dus om de mogelijkheden van inclusief onderwijs onder de aandacht te brengen bij ouders,<br />

scholen en overheden. Voor ons staat het nu al vast dat er een vervolg op deze pilot komt.<br />

Het ho<strong>of</strong>dstuk 'Aanbevelingen' biedt voldoende aanknopingspunten om in de nabije<br />

toekomst zowel binnen de archipel als daarbuiten vervolgstappen te kunnen zetten, want:<br />

"Het gaat niet om de weg, maar om het perspectief.<br />

We gaan op reis, maar de wegen zijn niet aangegeven. Wij bieden het perspectief en gaan<br />

zelf mee op avontuur. "<br />

- . .<br />

--. -- -. -- . - - -- 7<br />

-rapport pilot 'inclusief


Stichting "Gewoon Anders" en het openbaar onderwijs gaan samen op zoek<br />

Parallel aan dit plan verstrekt het openbaar onderwijs Almere in september 2000 een<br />

opdracht om een pr<strong>of</strong>iel te maken voor de nieuw te starten school in Almere Buiten zuid. De<br />

bestuurscommissie openbaar onderwijs Almere wil vooraf aan de start van een school een<br />

duidelijke onderwijskundige keuze gemaakt hebben alvorens over te gaan tot het aanstellen<br />

van een directeur voor een nieuwe school. De werkgroep onderwijskundige concepten,<br />

ingesteld door het Bovenschools Management Team Primair Onderwijs, gaat aan het werk.<br />

Dit resulteert in november 2000 tot een onderwijskundig pr<strong>of</strong>iel dat is gebaseerd op het<br />

concept 'inclusief onderwijs' en brede school.<br />

In december 2000 vindt er een gesprek plaats tussen de clusterdirecteur Jan Stuijver en de<br />

toenmalige directeur van "Gewoon Anders" Jannie Lammers. Toeval <strong>of</strong> niet, in dit gesprek<br />

komen de twee bovengenoemde initiatieven bij elkaar. In de eerste opzet van de pilot gaat<br />

"Gewoon Anders" uit van twee verschillende basisscholen. Op die manier kunnen twee<br />

praktijkervaringen naast elkaar worden gezet en vergeleken. De directeur van de Stichting<br />

"pewoon Anders" lanceert het pilotplan 'inclusief onderwijs' binnen het openbaar en<br />

bijzonder basisonderwijs in Almere. Presentaties over inclusief onderwijs en gesprekken met<br />

een aantal geïnteresseerde scholen volgen. Het lukt echter niet twee scholen in Almere te<br />

vinden die de pilot willen uitvoeren. Gezien de ontstane situatie besluiten "Gewoon Anders"<br />

en het openbaar onderwijs Almere samen de pilot op de nieuw te starten school uit te<br />

voeren.<br />

De nieuw te starten basisschool De archipel stapt in de pilot<br />

Openbare basisschool de archipel in de Eilandenbuurt gaat de pilot uitvoeren. Het<br />

projectteam is zich bewust van de bezwaren die kleven aan de keuze voor een nieuwe<br />

school die tevens brede school wil worden, maar vindt de keuze niettemin verantwoord.<br />

Belangrijk uitgangspunt voor de nieuwe school is om in een vroeg stadium met alle<br />

betrokken instanties te gaan samenwerken: Stichting "Gewoon Anders", de<br />

schoolbegeleidingsdienst IJsselmeerpolders en Stichting 1 van het speciaal basisonderwijs.<br />

De onderwijskundig medewerker van "Gewoon Anders" participeert namens "Gewoon<br />

Anders" in de sollicitatieprocedure voor een directeur van de nieuwe school. Fred Molenberg,<br />

de nieuw benoemde directeur, ziet in het concept brede schooll inclusief onderwijs een grote<br />

uitdaging.<br />

In augustus 2001 start de eerste geïndiceerde leerling Sterre, in mei 2002 volgt de tweede,<br />

Thiandi. Een belangrijke voorwaarde voor plaatsing is dat deze 'pilot-leerlingen'<br />

daadwerkelijk in de buurt van de school komen wonen.<br />

1 Waarom ritten Thiandi en Sterre op de Orrhipel?<br />

Leerlingen uit de bovenbouw vertellen over Sterre en Thiandi.. . . . ..<br />

- Omdat ze in deze groepen ook meer met de "normale kinderen" leren omgaan en<br />

hun kunnen ook veel van ons leren.<br />

- Omdat ze gewoon kunnen leren en misschien zijn ze wel gehandicapt, maar ze<br />

kunnen gewoon lezen.<br />

- Omdat andere mensen ook op een gewone school moeten kunnen leren.<br />

- Want we wouden eens proberen <strong>of</strong> dat kon. Ik vind van wel want ze kan nog veel<br />

dingen leren enz.<br />

- Ze konden eerst nog niet zo veel en op de andere school mochten ze eigenlijk niet<br />

op school en nu ze hier wel konden zijn leren ze veel meer en is de school ook wat aparter.<br />

P<br />

~valuatiera~&rt pilot 'inclusief onderwijs':<br />

--p


3. Doelstelling<br />

'Inclusive education is a service not a place."<br />

In verschillende internationale verdragen (Europa, Salamanca, Rechten van het Kind) heeft<br />

ook Nederland zich verplicht zoveel mogelijk te streven naar inclusief onderwijs. Toch is het<br />

begrip 'inclusief onderwijs' in Nederland vrij onbekend en wordt vaak verward met integratie:<br />

bij integratie moeten de leerlingen zich aanpassen aan het onderwijs, bij inclusie wordt<br />

gezocht naar een manier waarop alle kinderen samen kunnen leren. Omdat de term<br />

'inclusief onderwijs' internationaal gezien uiteenlopende definities kent, is destijds gekozen<br />

voor een beschrijving van de kaders. Hier komt de volgende omschrijving van 'inclusief<br />

onderwijs' uit voort :<br />

t<br />

"Scholen die inclusief onderwijs verzorgen leggen geen beperkingen op voor toelating<br />

van kinderen: elk kind, ongeacht handicap <strong>of</strong> stoornis, is welkom. De kwaliteit van het<br />

onderwijs is hoog tot zeer hoog. "( . . .) "Een belangrijk uitgangspunt bij inclusief<br />

onderwijs is dat kinderen van elkaar leren" (zie bijlage 7: Pilotplan 'Inclusief<br />

Onderwijs 3<br />

Deze omschrijving vormt de basis voor de ho<strong>of</strong>ddoelstelling van de pilot 'inclusief onderwijs':<br />

Door middel van een intensieve begeleiding en een intensief ontwikkeltraject te<br />

onderzoeken, in welke mate, op welke wijze en onder welke voorwaarden inclusief<br />

onderwijs mogelijk is.<br />

In de doelstelling ligt in feite de vooronderstelling besloten dat inclusief onderwijs mogelijk is.<br />

Het gaat er eerder om te zoeken naar een antwoord op de vragen:<br />

- Hoe is 'inclusief onderwijs' te realiseren?<br />

- Wat is daar dan voor nodig?<br />

De ouders van Sterre en Thiandi hebben daarbinnen ook als doel goed onderwijs op<br />

cognitief en sociaal emotioneel gebied voor hun kinderen te realiseren en sociale relaties en<br />

vriendschappen met andere kinderen mogelijk te maken. Kortom zij willen hun kinderen op<br />

volwaardige wijze op een reguliere school geplaatst krijgen. Het gaat hierbij om twee<br />

leerlingen die in Nederland meestal naar een dagcentrum gaan voor kinderen met een<br />

verstandelijke beperking (KDC, ODC).<br />

. -- -<br />

de bovenbouw vertellen over Sterre en Thiandi.. . . . ..<br />

1 Hebben Thiandi en Sterre hier veel vrienden en vriendinnen?<br />

- Ja, heel veel. Er zijn kinderen die wat minder met Sterre spelen en anderen heel veel.<br />

- Ja, ze heeft best wel veel vrienden. Eerst vond iedereen Sterre raar en later<br />

beginnen ze er aan te wennen en dan willen ze bevriend raken.<br />

- Als Thiandi naar je lacht dan is ze je vriend en als ze boos kijkt dan vind ze je<br />

niet aardig.<br />

- 11<br />

Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting "Gewoon Anders" augustus 2003


Enkele termen uit de ho<strong>of</strong>ddoelstelling vragen om een extra toelichting:<br />

- het ontwikkeltraject<br />

Hoewel het ambitieniveau hoog is, heeft het projectteam zich gerealiseerd dat twee jaar<br />

tekort zou zijn om het concept 'inclusief onderwijs' volledig in te voeren. Dit bleek in de<br />

praktijk ook het geval te zijn. Het team van de archipel omschrijft hun school dan ook<br />

treffend als 'een school op weg naar inclusief onderwijs'. De ontwikkeling naar een meer<br />

inclusieve school vindt ook in de komende jaren doorgang, maar de pilot 'inclusief onderwijs'<br />

wordt met deze evaluatie <strong>of</strong>ficieel afgesloten.<br />

- de begeleiding<br />

Zowel de procesmatige als de inhoudelijke begeleiding is gezamenlijk vormgegeven door de<br />

verschillende participanten: de directie van de archipel, de casemanager en projectleider<br />

van "Gewoon Anders", de schooladviseur. Vanzelfsprekend in samenwerking met de ouders.<br />

Op sommige momenten is er bovendien een inhoudelijke bijdrage verzorgd door externe<br />

d6skundigen. De begeleiding stond in dienst van het ontwikkeltraject; we hebben te maken<br />

met een startende school met een specifieke missie, namelijk 'inclusief onderwijs'.<br />

In het ontwikkeltraject stond soms de startende school meer centraal en soms meer de<br />

'inclusieve', maar vaak werd op beide fronten tegelijk gewerkt. De begeleiding vond plaats<br />

op verschillende niveau's: directie, team, leerkrachten, onderwijsassistenten.<br />

Een belangrijk aandachtspunt was het tempo waarin de pilot zich ontwikkelde. Op een paar<br />

momenten is besloten te temporiseren, op andere momenten zijn er grote sprongen in de<br />

ontwikkeling gemaakt.<br />

- van voorwaarden naar mogelijke succesfactoren<br />

Op basis van literatuuronderzoek en de ervaringen binnen de pilot is met enige zekerheid te<br />

zeggen aan welke voorwaarden een school zou moeten voldoen om volledig 'inclusief' te<br />

worden, en ook in welke mate. Toch zijn we om twee redenen voorzichtig met het benoemen<br />

van voorwaarden.<br />

Ten eerste, basisschool de archipel bevindt zich nog midden in het proces tot ontwikkeling<br />

naar een inclusieve school.<br />

Ten tweede, we kunnen geen vergelijking maken met een andere school binnen de pilot. We<br />

spreken daarom in deze evaluatie liever van: 'factoren die kunnen bijdragen aan de<br />

succesvolle ontwikkeling naar een inclusieve school', kort gezegd 'succesfactoren'. De<br />

directeur van basisschool de archipel beschrijft het proces heel treffend: "De directie en het<br />

team hebben een duidelijk perspectief: de inclusieve school". Als school 'op weg naar<br />

inclusief onderwijs' besteedt de archipel stap voor stap aandacht aan deze factoren.<br />

In ho<strong>of</strong>dstuk 4 Resultaten, vindt u een beschrijving van deze succesfactoren.<br />

--- - - --- - - -- - - --p- -p.-<br />

Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting "Gewoon Andersn augustus 2003


4. Succesfactoren en resultaten<br />

In dit ho<strong>of</strong>dstuk worden de resultaten beschreven in relatie tot de doelstelling, maar ook een<br />

aantal verrassende resultaten die vooraf niet waren voorzien. Bij het verwoorden van de<br />

bereikte doelen en resultaten binnen deze pilot, hebben wij ons terdege gerealiseerd dat we<br />

slechts op één ervaring in één basisschool kunnen bogen en dus rekening moeten houden<br />

met onze formulering. Wij zijn niettemin van mening dat de volgende zaken als direct<br />

resultaat van de pilot kunnen worden aangemerkt. De resultaten zijn onder te verdelen in:<br />

resultaten in relatie tot succesfactoren, algemene resultaten en concrete resultaten.<br />

4.1 Factoren die bijdragen aan de succesvolle ontwikkeling naar een inclusieve school<br />

De onderzoeksvraag naar de voorwaarden om in Almere tot een inclusieve school te komen<br />

heeft veel kennis en inzichten opgeleverd. In deze evaluatie spreken we<br />

voorzichtigheidshalve van 'succesfactoren'. Wij menen dat de hierna volgende factoren<br />

kbnnen worden aangemerkt als de belangrijkste succesfactoren voor een school op weg<br />

naar inclusief onderwijs. Dit geldt in ieder geval voor basisschool de archipel.<br />

Bij elke succesfactor volgt een beschrijving met de volgende opbouw: het theoretische<br />

uitgangspunt, de praktijk en (zo mogelijk) het resultaat in de zin van mogelijkheden <strong>of</strong><br />

beperkingen.<br />

- Draag de visie van inclusief onderwijs actief uit<br />

'Inclusief onderwijs' is een maatschappijvisie. Scholen die inclusief onderwijs verzorgen<br />

leggen geen beperkingen op voor toelating van kinderen: elk kind, ongeacht handicap <strong>of</strong><br />

stoornis, is welkom. In de praktijk van basisschool de archipel betekent dit dat de directie<br />

alle medewerkers op school (ook de administratief medewerker en conciërge) vooraf<br />

informeert over de principes van inclusief onderwijs en vraagt deze visie te onderschrijven.<br />

Dit geldt ook voor alle ouders die hun kinderen aanmelden bij de school. Zij krijgen tijdens de<br />

kennismaking een rondleiding door de school met uitvoerige uitleg over inclusief onderwijs.<br />

Op deze manier voorkom je verkeerde verwachtingen bij personeel, ouders en leerlingen.<br />

Het is vervolgens belangrijk de visie te concretiseren, zodat dit in alle facetten van de school<br />

is te herkennen en iedereen zich hierbij betrokken voelt. Dit is een continue proces en vergt<br />

veel inzet van mensen binnen de school. Leerkracht Willy van het H<strong>of</strong> beschrijft hoe dit<br />

proces zich gedeeltelijk voltrok binnen haar kleutergroep:<br />

"Naast de vooruitgang op de diverse gebieden is er nog een belangrijk resultaat<br />

geboekt, n.l. de integratie van een kind met beperkingen in een kleutergroep, en in<br />

groter verband, op school. Regelmatig heb ik er aandacht aan besteed, is er over<br />

"anders zijn" gesproken en was het voor de kleuters al vrij snel "gewoon" dat deze<br />

leerling meer hulp en aandacht nodig had dan zijzelf Voor een aantal reguliere zaken<br />

als jas aantrekken, rits dichtmaken, lunchspullen opruimen en veters strikken heb ik<br />

al vrij snel een beroep gedaan op een aantal zelfstandige kleuters die hun<br />

klasgenootje daarbij helpen. "<br />

Maar de visie van inclusief onderwijs gaat ook buiten het schoolhek verder. Hoewel<br />

basisschool de archipel als brede school overal ingang en aansluiting zoekt bij<br />

voorzieningen in de buurt kost het in de praktijk heel veel tijd de visie van inclusief onderwijs<br />

uit te dragen. Andere scholen, de buurtbewoners, de kinderopvang, sportclubs, je hebt ze<br />

allemaal nodig als bondgenoten. De archipel probeert via de brede school ontwikkeling hier<br />

vorm aan te geven.<br />

De visie 'inclusief onderwijs'geeft dus vooral een ontwikkelingsrichting aan. De concrete<br />

vormgeving wordt ingegeven door het 'inclusieve' mens- en maatschappijbeeld en dwingt<br />

-afhankelijk van de omstandigheden - de schoolorganisatie telkens opnieuw tot heldere<br />

keuzes.<br />

--13<br />

Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting "Gewoon Anders" augustus 2003


Voorbeelden van 'Good Practice'<br />

Winkeltje<br />

Op school is met lege verpakkingen een klein winkeltje ingericht. Samen met haar<br />

medeleerlingen was Sterre afwisselend klant en kruidenier. Sterre leerde er keuzes te maken<br />

en te tellen, haar medeleerlingen konden in het winkeltje oefenen met rekenen aan de kassa.<br />

Paardenwerkstuk<br />

Samen met Rob heeft Sterre een werkstuk gemaakt over paarden. In de presentatie vertelde<br />

Rob over het werkstuk en Sterre liet de bij het verhaal horende plaatjes en attributen zien.<br />

Spreekbeurt over paarden<br />

Samen met Suraya en Lisa hield Sterre een spreekbeurt over gebaren. Aan de klas werd<br />

uitgelegd waarom gebaren voor Sterre zo belangrijk zijn en Sterre illustreerde het verhaal<br />

met adequate gebaren. Er werd een stukje video getoond van het balletgroepje van Sterre<br />

waar zij een liedje hadden uitgebeeld in een gebarendans.<br />

- Formuleer een helder toelatingsbeleid<br />

Hoewel het op basis van de visie niet nodig zou moeten zijn (de inclusieve school is immers<br />

een afspiegeling van de samenleving) blijkt het in de praktijk belangrijk duidelijke afspraken<br />

over toelating van leerlingen met het team te maken. Ook in de internationale literatuur over<br />

inclusief onderwijs worden bijvoorbeeld percentages leerlingen met een handicap genoemd.<br />

(A.Beningh<strong>of</strong> en A.Singer) Een heldere maar niet starre toelatingsprocedure voorkomt dat<br />

een schoolteam gaat focussen op aantallen en percentages, maar helpt ook bij ouders de<br />

indruk weg te nemen dat plaatsing naar willekeur plaatsvindt. Een flexibele instelling en<br />

bereidheid tot het zoeken naar mogelijkheden van plaatsing past hoe dan ook beter bij de<br />

visie van inclusief onderwijs. Toch is het van belang twee factoren bij het toelatingsbeleid te<br />

betrekken:<br />

- een inclusieve school trekt als een magneet leerlingen met een handicap aan; de school<br />

wenst (in de beeldvorming) geen speciale school te worden.<br />

- toelatingsmogelijkheden zijn afhankelijk van veel factoren. Op sommige factoren kan een<br />

school invloed uitoefenen, op sommige niet. Een inclusieve school zal zich tot het uiterste<br />

inspannen om alle leerlingen uit de buurt toe te laten. Elke plaatsing dient op een<br />

verantwoorde manier te gebeuren. In sommige situaties kan een school die<br />

verantwoordelijkheid (tijdelijk) niet op zich nemen.<br />

Een heldere toelatingsprocedure dient er dus toe alle leerlingen een eerlijke kans op<br />

kwalitatief goed onderwijs te bieden. Hoe duidelijk een besluit ook is, bij een afwijzing van<br />

een leerling zullen ouders desondanks vaak het gevoel houden aan het kortste eind te<br />

trekken.<br />

- Ontwikkel een organisatie die past bij inclusief onderwijs<br />

Dat de schoolorganisatie van groot belang is voor elke school in ontwikkeling is algemeen<br />

bekend. Toch is er binnen een school op weg naar inclusief onderwijs wel een aantal<br />

organisatiekenmerken te herkennen die er in het bijzonder toe doen. Dit zijn:<br />

- De school is een lerende organisatie<br />

- De school is voor iedereen fysiek en sociaal toegankelijk<br />

- Alle medewerkers zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor alle leerlingen:<br />

- De schoolleiding steunt en inspireert het schoolteam<br />

- Groeperingsvormen zijn niet strijdig met inclusief ondenuijs<br />

- Een respectvolle en gelijkwaardige relatie met ouders is vanzelfsprekend<br />

Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting "Gewoon Anders" augustus 2003


- De school is een lerende organisatie<br />

Invoering van het concept 'inclusief onderwijs' vraagt om een lerende organisatie. Door het<br />

cyclische proces van een lerende organisatie blijft een schoolteam kritisch naar de<br />

organisatie kijken en is het bereid voortdurend aan verbetering van de kwaliteit van de<br />

school te blijven werken.<br />

In de dagelijkse praktijk betekent dit ruimte nemen om binnen school te experimenteren. Dit<br />

kan op schoolniveau, op groepsniveau <strong>of</strong> op leerlingniveau zijn. Het werkt als volgt:: ideeën<br />

worden in een plan van aanpak omgezet en uitgevoerd. Er wordt gezamenlijk teruggekeken<br />

wat hiervan is te leren. Vervolgens wordt het plan aangepast met als doel het beoogde<br />

resultaat te verbeteren.<br />

- De school is voor iedereen fysiek en sociaal toegankelijk.<br />

Het schoolgebouw dient zodanig te zijn ingericht dat alle leerlingen, het personeel en ouders<br />

in alle ruimtes kunnen komen die ten dienste staan van het onderwijs. Dit kan betekenen dat<br />

er aparte voorzieningen moeten worden aangebracht. Soms zijn er met creativiteit simpele<br />

en' goedkope oplossingen te verzinnen.<br />

Het schoolgebouw van de @rchipel dat als tijdelijke noodvoorziening is neergezet, nodigt de<br />

medewerkers hier dagelijks toe uit. Het heeft tot positief gevolg dat er al een aantal<br />

wijzigingsvoorstellen is gedaan voor de bouw van de nieuwe school.<br />

Daarnaast dienen de directie en het schoolteam er bij alle onderwijsactiviteiten (binnen en<br />

buiten de school) voor te zorgen dat alle leerlingen op gelijkwaardige wijze kunnen<br />

participeren. Voor de @rchipel betekent dit dat iedere leerling een volwaardige rol bekleedt,<br />

maar dat die rol, afhankelijk van ieders talenten, wel kan verschillen.<br />

Anja Marks, de casemanager, verwoordt dit als volgt:<br />

"De pilotleerlingen hebben geen sociale uitzonderingspositie. Ze worden door alle<br />

leerlingen gezien als volwaardig deel van het klassegebeuren. Dit is een groeiproces<br />

geweest. De leerlingen in de klas hebben moeten leren om ieder kind op zijn <strong>of</strong> haar<br />

eigen niveau een rol te geven in een activiteit. Er is geen competitieve sfeer in de<br />

klassen. De kinderen kijken naar hoe een kind in zijn <strong>of</strong> haar eigen ontwikkeling groeit<br />

en waarderen elkaar hierin. "<br />

- Alle medewerkers zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor alle leerlingen<br />

Een leerkracht is niet in haar eentje verantwoordelijk voor een groep leerlingen. Ze staat er<br />

niet alleen voor. Een leerkracht werkt samen met assistenten, weet zich gesteund door<br />

collega leerkrachten en de directie en heeft structureel overleg over alle leerlingen en in het<br />

bijzonder over de zorgleerlingen met een intern begeleider <strong>of</strong> een zorgteam.<br />

In de praktijk betekent het dat de leerkracht zich toch vaak ho<strong>of</strong>d-verantwoordelijke voelt<br />

over de eigen groep leerlingen. Als er naast de leerkracht een assistent in de groep is met<br />

een specifieke taak voor een leerling met een handicap bestaat het risico dat de leerkracht<br />

de verantwoordelijkheid doorschuift. Het werken in leerteams kan een goed middel zijn om<br />

de verantwoordelijkheid samen te delen.<br />

Leerkracht Wendy Sminia beschrijft hoe dit in de praktijk verliep:<br />

"Na de zomervakantie nog een jaar Thiandi in de groep. Ik besloot me meer bezig te<br />

houden met inclusieve activiteiten. Maar in overleg met Marilyn (de klassenassistent)<br />

besloten we dat alleen te willen waar het kon. Er is tijd voor nodig om het<br />

gehandicapte kind te laten wennen, om de leerkracht zover te krijgen de oude<br />

vertrouwde, soms als 'normaal' omschreven denkbeelden te laten vallen. Op een<br />

natuurlijke manier ontstonden er situaties waarbij zowel leerkracht als assistent<br />

situaties creëerden waarbij kinderen op verschillende manieren leren. "<br />

- De schoolleiding steunt en inspireert het schoolteam<br />

De directie enthousiasmeert de medewerkers, moedigt aan en coacht. Zij zorgt voor<br />

faciliteiten en bewaakt het tempo waarin nieuwe zaken worden ingevoerd en binnen de<br />

organisatie ingebed. Bij toelating van nieuwe (zorg)leerlingen wordt de betrokken leerkracht<br />

- - . - - - p<br />

Evaluatierapport pilot 'inclusief ondë&ijs9 - stichting "GewÖon ~ndek" augustus 2003<br />

- .- - 15


gehoord en haar mening meegenomen. In de praktijk is met name de draagkracht van het<br />

team, maar ook de individuele belastbaarheid van leerkrachten van groot belang.<br />

- Groeperingsvormen zijn niet strijdig met inclusief onderwijs<br />

Er zijn diverse modellen denkbaar voor het indelen van groepen: meer homogeen, dan wel<br />

meer heterogeen. In het werken binnen heterogene groepen heeft inclusief onderwijs<br />

logischerwijs meer kansen. Het is van belang zo veel mogelijk kansen voor samenwerkend<br />

leren (een belangrijke pijler binnen inclusief onderwijs) in te bouwen.<br />

- Laat zelf zien welk gedrag je van leerlingen verwacht<br />

Inclusief onderwijs veronderstelt dat er sprake is van een accepterend klimaat tussen<br />

leerlingen onderling. De omgang van de leerkrachten met elkaar binnen de school staat<br />

model voor de omgang tussen leerlingen onderling. (L.Stevens, 1997) Leerkrachten binnen<br />

een inclusieve school hebben een open houding naar ouders en zijn bereid met ouders<br />

samen te werken.<br />

Er is oog voor verschillen tussen leerlingen. Dit wordt als een vanzelfsprekendheid ervaren.<br />

Er zijn hoge verwachtingen van ieders mogelijkheden en talenten. Om het competentie-<br />

gevoel van leerlingen te vergroten is het van belang alle leerlingen succeservaringen te laten<br />

opdoen. In de praktijk betekent het dat een leerkracht (<strong>of</strong> leerteam) leersituaties creëert met<br />

gebruikmaking van de verschillende leerstijlen van de leerlingen. Door middel van<br />

samenwerkend leren wordt het mogelijk voor iedere leerling een zinvolle bijdrage te leveren<br />

aan een opdracht. Hiermee wordt waardering voor elkaar gestimuleerd.<br />

-- p-<br />

Leerlingen uit de bovenbouw vertellen over hun klasgenoten Sterre en Thiandi.. . ..<br />

Zou Thiandi jouw beste vriendin kunnen worden?<br />

- Nee omdat ze ook al vrienden is met Bram en Thomas.<br />

- Het zou kunnen ja, maar niet mijn beste vriendin.<br />

- Stel een zorgteam samen<br />

Essentieel is dat elke zorgleerling, dus ook de leerling met een handicap, integraal onderdeel<br />

is van de complete schoolpopulatie en daarmee valt binnen de zorgstructuur van de school.<br />

Binnen deze zorgstuctuur is er sprake van een goed leerlingvolg- en planningssysteem en<br />

handelingsplannen voor zorgleerlingen. Hierbij wordt aangesloten bij de definitie van de<br />

schoolinspectie over zorg en begeleiding van de leerling. De inspectie verwacht van een<br />

school dat zij leerlingen systematisch begeleidt tijdens hun schoolloopbaan en bij de keuze<br />

voor vervolgonderwijs, en dat zij zorgt voor een systematische begeleiding van leerlingen<br />

met specifieke onderwijsbehoeften.<br />

Om deze systematische begeleiding te kunnen bieden moet een leerkracht kunnen<br />

terugvallen op een zorgteam. Een zorgteam bestaat uit deskundige personen binnen en<br />

eventueel buiten de school en is multi-disciplinair. Dit zijn bijvoorbeeld onderwijsassistenten,<br />

collega-leerkrachten, intern begeleiders, casemanagers <strong>of</strong> ambulant begeleiders. Ook kan<br />

gedacht worden aan partners binnen de brede school, zoals bijvoorbeeld een kinderleidster,<br />

een sportleraar, een fysiotherapeut <strong>of</strong> een (school)maatschappelijk werker.<br />

- Pas het onderwijs en de didactiek aan: differentieer<br />

Differentiatie tussen leerlingen vormt de basis voor de didactiek van het onderwijs op een<br />

inclusieve school. Twee voorwaarden die hierbij moeten worden vervuld, zijn:<br />

Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting "Gewoon Anders" augustus 2003


het werken aan de hand van leerlijnen en klassenmanagement. Multi-level-leren en<br />

samenwerkend leren zijn behulpzame instrumenten om gedifferentieerd te werk kunnen<br />

gaan. Binnen de pilot is tevens enige ervaring opgedaan met projectmatig werken.<br />

Ook dat lijkt goede mogelijkheden te geven voor differentiatie. Veel lesmethodes en<br />

leergangen blijken in de praktijk maar in beperkte mate geschikt voor differentiatie binnen<br />

een inclusieve school. In de lespraktijk van een leerlinggroep met ver uiteenlopende<br />

leerniveau's betekent dit dat veel lesmateriaal moet worden aangepast en ontwikkeld. De<br />

klassenassistenten kunnen heel duidelijk omschrijven wat die extra inspanningen voor<br />

resultaat opleveren:<br />

" Soms ervaren we dat er te hoge verwachtingen zijn van de inclusieve kinderen, met<br />

nadruk op de cognitieve vaardigheden zoals rekenen, taal e.d. Wij ervaren dat als het<br />

niveau te hoog is, dit ook niet leidt tot peer-tutoring. Voor de leerkracht nodigt dit<br />

minder snel uit tot gedifferentieerd onderwijs omdat de twijfel over het niveau en het<br />

aangeboden werk niet overeenkomt. Pas je de lessen aan op niveau, dan kan de<br />

werkwijze voor het kind totaal anders zijn, maar gebruikt het wel de materialen en<br />

werkt het aan doelen die voor het kind haalbaar zijn. Dit leidt wel tot meer peer-<br />

tutoring, en het stimuleert de leerkracht vaker een les aan te passen voor het<br />

desbetreffende kind, omdat de doelen en resultaten haalbaar zijn. "<br />

r-<br />

- - - P -- p - -.<br />

Leerlingen uit de bovenbouw vertellen over Sterre en Thiandi.. . ..<br />

I Wat heeft Thiandi op school geleerd?<br />

- Heel veel, ze is ook steeds rustiger. Ze kan veel dingen vasthouden. Ook mooi<br />

kleuren met potloden en stijlen. Ze vindt het eng om mee te gymen daarom gymt<br />

ze op school met 2 kinderen en leert daar ook veel zoals met bal rollen.<br />

- Dat ze moet luisteren naar anderen en minder in haar hand bijt.<br />

- Wat woorden geleerd, zoals auto.<br />

- Eerst was Thiandi erg druk, later werd ze er ook rustiger en ze leerde veel meer van de<br />

klas en juf Marilyn met pictos!<br />

- Veel met rekenen en eerst kon ze maar een paar woorden en nu héééél veel<br />

woorden en in de klas rustig zitten en zo.<br />

- Werk intensief samen met de ouders<br />

Het is in het belang van alle (zorg)leerlingen dat er een goede samenwerking tussen de<br />

school en de ouders is. Dit lijkt een open deur, maar is het niet. Voor leerlingen zoals Sterre<br />

en Thiandi, die ernstig in de communicatie worden belemmerd, is een intensieve<br />

samenwerking tussen de ouders en school van onschatbare waarde. De ouders kunnen<br />

vanuit de ervaring met hun kinderen thuis, meedenken over de doelen en vormgeving van<br />

het onderwijs. Omdat het Nederlandse onderwijs op dit gebied geen traditie kent, zal het<br />

zowel voor scholen als voor ouders in het begin wennen zijn.<br />

- Stem scholing en begeleiding goed af op de behoefte<br />

Een school die start met inclusief onderwijs zal zich eerst willen verdiepen in het concept<br />

inclusief onderwijs. Kiezen voor dit concept heeft namelijk vergaande consequenties voor de<br />

inrichting van het onderwijs. Samenwerkend leren is bijvoorbeeld een belangrijke pijler van<br />

inclusief onderwijs en behoort in feite bij het standaard scholingsaanbod.<br />

Het blijkt echter goed mogelijk het concept inclusief onderwijs stap voor stap in te voeren en<br />

de scholingsvragen en het scholingsaanbod gaandeweg op elkaar af te stemmen. Dit<br />

- - - p-<br />

- - -<br />

Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting "Gewoon Anders" augustus 2003<br />

17


etekent dat na een startfase waarin informatie en de theorie centraal staan er een fase<br />

komt waarin meer vragen komen vanuit de eigen werkpraktijk.<br />

De scholingsvragen verschuiven meer naar het gebied van praktische vaardigheden. In de<br />

praktijk leren leerkrachten heel veel door ideeën uit te proberen en op basis van deze<br />

ervaring werkwijzen weer aan te passen. Deze vorm van praktijkleren, binnen de pilot het<br />

vliegwielmodel genoemd, kan bijv. door middel van intervisie <strong>of</strong> studiebijeenkomsten met het<br />

(1eer)team een vaste werkwijze binnen de school worden.<br />

Dat een startende groeischool in dit opzicht niet altijd in het voordeel werkt blijkt uit het<br />

volgende citaat:<br />

"Vanaf het begin (start schooljaar 2001) zijn wij als team bij de pilot betrokken<br />

geweest. Zelfs waar het ging om het bespreken van het handelingsplan van de (toen<br />

nog enige) leerling was iedereen aanwezig. In het tweede jaar, na de aanname van<br />

de tweede zorgleerling, was er communicatie tussen Stichting en leerkracht +<br />

assistenten, maar tussen Stichting en team als geheel was het veel minder intensief<br />

en ging er soms ook veel langs ons heen. " (Willy van het H<strong>of</strong> leerkracht)<br />

t<br />

Naast scholing is ook een goede coaching en begeleiding noodzakelijk. Een leerkracht is niet<br />

alleen verantwoordelijk voor haar leerlingen. Een coachingstraject waarbij observaties van<br />

eigen onderwijssituaties de basis vormen, geeft een leerkracht veel inzicht in haar manier<br />

van werken en handvatten voor verbetering. Hier is een duidelijke rol weggelegd voor het<br />

management en de intern begeleiders. Een deel van de begeleiding van de leerkrachten zal<br />

ook door externen worden verzorgd zoals schoolbegeleiders en casemanagers (ambulant<br />

begeleiders). Goede afstemming is van groot belang en kan zeker ook tot versterking van<br />

elkaar en de school leiden.<br />

- Geef voorlichting en communiceer over het concept<br />

'Inclusief onderwijs' in een nieuw concept in Nederland en ook een zeer vooruitstrevend<br />

concept. Het is belangrijk dat allen die dit binnen de school vormgeven daar sterk van<br />

doordrongen zijn. Dit betekent dat keer op keer zal moeten worden uitgelegd wat de visie<br />

inhoudt en hoe deze vorm krijgt op de school. Dit geldt heel sterk voor ouders die hun kind<br />

komen aanmelden op de school, maar ook voor nieuwe medewerkers binnen de school.<br />

Door goede voorlichting vooraf stelt de school ouders en medewerkers in staat bewust te<br />

kiezen voor inclusief onderwijs. Daarnaast is het ook van belang externe instanties voor te<br />

lichten die op inhoudelijk vlak met school te maken hebben.<br />

- Werk samen met instanties buiten school<br />

De archipel probeert inclusief onderwijs met de brede school-gedachte te verbinden door in<br />

de samenwerking met alle participanten van de brede school het inclusief denken uit te<br />

dragen en te stimuleren. Bij 'inclusief onderwijs' is heel nadrukkelijk sprake van een visie op<br />

de maatschappij. De gedachte is dat kinderen met elkaar samen leren leven, door samen te<br />

leren. Dit betekent dat de inclusieve gedachte niet ophoudt als de school uitgaat. Ook een<br />

'inclusief' aanbod van naschoolse activiteiten zou vanzelfsprekend moeten zijn.<br />

Samenwerking met sport- en hobbyclubs, muziekschool, bibliotheek past hierbinnen. De<br />

missie van de 'brede school' sluit hier naadloos bij aan. Een school maakt onderdeel uit van<br />

de buurt en de wijk. Voor een inclusieve school geldt nog sterker dan voor andere reguliere<br />

scholen dat er samengewerkt moet worden met instanties in de buurt, wijk en gemeente. De<br />

inclusieve school heeft vooral behoefte aan ondersteuning op de volgende terreinen:<br />

gezondheidszorg, maatschappelijke zorg, onderwijsbegeleiding, specifieke deskundigheid op<br />

het gebied van handicaps en stoornissen.<br />

- Koppel schoolbudgetten en leerlinggebonden financiering<br />

Voor een leerling met een indicatie moet een school kunnen beschikken over extra formatie<br />

en een deel bekostiging. De volgende componenten moeten daarbij worden betrokken:<br />

- personele ondersteuning in de vorm van zorg- dan wel klassenassistentie<br />

- begeleiding van de leerkracht (ambulante begeleiding)<br />

- formatie voor de school voor compensatie voor extra overleg<br />

18 - - -- - - - - - - -<br />

Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting "Gewoon Anders" augustus 2003


- indien geen depot voor speciale leermiddelen voorhanden is: een budget voor<br />

aanpassen leermiddelen <strong>of</strong> aanschaffen speciale leermiddelen<br />

Het bepalen van de hoogte van het budget en de hoeveelheid formatie is een kwestie van<br />

maatwerk. De wijze van bekostiging vraagt om creativiteit . De belangrijkste bronnen zijn de<br />

leerlinggebonden financiering en het persoonsgebonden budget. Het koppelen van<br />

genoemde budgetten met andere schoolbudgetten, is in sommige gevallen geboden.<br />

4.2 Algemene resultaten van de pilot 'inclusief onderwijs'<br />

- Basisschool de @chipel is het schoolvoorbeeld in Nederland dat aantoont dat inclusief<br />

onderwijs realiseerbaar is.<br />

- Basisschool de archipel is ge^ schoolvoorbeeld in Nederland dat laat zien hoe inclusief<br />

onderwijs realiseerbaar is<br />

- Op basis van literatuurstu.die, dataverzameling, studiemiddagen, werkbezoek Newham,<br />

New York en opgedane ervaringen op de archipel is er een concreet beeld ontstaan van<br />

t inclusief onderwijs.<br />

- De pilot 'inclusief onderwijs' heeft ook veel waardevol materiaal opgeleverd, materiaal<br />

waar anderen weer hun voordeel mee kunnen doen. Het gaat hierbij om:<br />

achtergrondliteratuur, informatiereaders over inclusief onderwijs, lesmateriaal,<br />

videobeelden, tv-reportage (IKON), rapport van werkbezoek Newham,<br />

workshopmateriaal, vragenlijsten.<br />

- Door voorlichting over de pilot 'inclusief onderwijs' op de archipel is er op bovenschools-<br />

en stedelijk niveau in Almere meer- en gerichte aandacht voor inclusief onderwijs<br />

gekomen.<br />

4.3 Concrete resultaten gerealiseerd binnen basisschool de archipel<br />

In de afgelopen twee jaar zijn er veel zichtbare resultaten geboekt binnen de archipel. Deze<br />

resultaten zijn voor de overzichtelijkheid in drie niveau's onderverdeeld, namelijk: de<br />

resultaten op schoolniveau, op klassen- en groepsniveau en op leerlingniveau.<br />

4.3.1 Resultaten op schoolniveau<br />

- Geconstateerd kan worden dat er vanaf de eerste schooldag in augustus 2001 een<br />

intensief ontwikkeltraject op verschillende niveau's in gang is gezet. Op klassenniveau,<br />

op teamniveau, op directieniveau en op bovenschools niveau (schooldirectie,<br />

schoolbegeleidingsdienst en "Gewoon Anders").<br />

- Aan het begin van deze pilotperiode waren er verschillende beelden van de inhoud van<br />

inclusief onderwijs. Wat is inclusief onderwijs eigenlijk? Is het een vaststaand begrip met<br />

definities erbij <strong>of</strong> is het een begrip wat met elkaar vormgegeven wordt, en waarvan de<br />

definitie ook met elkaar bepaald wordt? Voor sommigen was het een ideaalbeeld, voor<br />

anderen een onwenselijk beeld. Er is steeds meer een gezamenlijke visie gekomen. Het<br />

begrip "inclusie" wordt telkens nog verder vorm gegeven.<br />

- Er is een kindvolg- en planningssysteem ontwikkeld waarin de vorderingen per leerling<br />

worden bijgehouden en waarin, in gezamenlijk overleg, voor de komende periode nieuwe<br />

werkpuntenl doelen worden opgesteld. Dit is een proces geweest waarin de betrokkenen<br />

rondom de leerling middels communicatie en ervaring met de leerling ongeveer hetzelfde<br />

beeld en perspectief kregen m.b.t. de leerling. Werd er aanvankelijk door enkele<br />

teamleden aangegeven dat deze leerlingen niet leerbaar waren, door goed te registreren<br />

op welke vlakken geleerd wordt en hoe die leerstappen eruit zien is die visie aan de kant<br />

gezet. Reeds bestaande kindvolg- en planningssystemen (vanuit zml en tyltyl) zijn<br />

bekeken en niet bruikbaar gevonden voor deze pilot.<br />

- Het kader van adaptief onderwijs (invalshoek APS) is besproken onder leiding van de<br />

SBDIJ en mede geplaatst binnen het perspectief van inclusief onderwijs. Een belangrijk<br />

discussiepunt was en blijft <strong>of</strong> het kader van adaptief onderwijs (APS) de ontwikkeling van<br />

inclusief onderwijs niet in de weg staat. De conclusie is dat een inclusieve school per<br />

definitie adaptief is.<br />

A-P 19<br />

Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting "Gewoon Anders" augustus 2003


Na begripsbepaling van begrippen als homogeen, heterogeen, differentiëren en<br />

stamgroep besloot het team om te komen tot onderwijs op maat vanuit een stamgroep<br />

van twee jaarklassen, mogelijk zich ontwikkelend naar een model met stamgroepen met<br />

drie jaarklassen. De stamgroepen krijgen een naam. Vanaf begin volgend schooljaar<br />

wordt gedifferentieerd gewerkt, zonder te vervallen in combi-groepen. De<br />

groeperingsvorm bij instructie en verwerking wordt steeds bepaald door<br />

onderwijsbehoeften van leerlingen en door het doel van de betreffende les.<br />

Fulltime assistentie per leerling was in het begin in de ogen van de teamleden<br />

noodzakelijk. Gedurende de twee jaar is er een verschuiving gekomen van de inzet van<br />

de assistentie voor alleen de pilotleerlingen naar inzet op klassenniveau. Op sommige<br />

momenten kan er momenteel zelfs tijdelijk één volwassene voor de groep staan <strong>of</strong> één<br />

volwassene tijdelijk verantwoordelijk zijn voor meer zorgleerlingen.<br />

De assistenten zijn als volwaardig deel van het team opgenomen in het schoolteam en<br />

worden aangestuurd door de directie van de school.<br />

Door teamvoorlichting en overleg binnen het team is de kennis en ervaring van de<br />

leerkrachten en assistenten van de pilotleerlingen overgedragen naar de rest van het<br />

team. Het uitgaan van en geloven in mogelijkheden; niet denken in problemen, maar in<br />

kansen en ontwikkelingen is gegroeid. Doordat er met elkaar (leerlingen, leerkrachten,<br />

assistenten, Gewoon Anders, ouders) steeds creatief nagedacht wordt over wat mogelijk<br />

is en hoe, worden veel kansen en mogelijkheden benut en geschapen. Op deze manier<br />

wordt een lerende organisatie goed gevoed.<br />

De ouders van alle leerlingen worden door de directie van de school voorgelicht over de<br />

schoolvisie, waardoor ouders weten waar ze voor kiezen. Tijdens een ouderavond is met<br />

ouders gebrainstormd over inclusie. Dit brengt bij ouders een denkproces te weeg en op<br />

deze manier worden ouders gestimuleerd om mee te gaan denken over hoe een<br />

inclusieve maatschappij neer te zetten.<br />

In het voorjaar van 2003 is er op de archipel een tevredenheidsonderzoek onder ouders<br />

gedaan. Uit de eindconclusie (juni 2003) blijkt dat ouders de visie van inclusief onderwijs<br />

van harte ondersteunen. Zij vinden de @rchipel met recht een school voor alle leerlingen.<br />

Ook wordt het enthousiasme en de betrokkenheid van het onderwijsteam als zeer sterk<br />

punt van de school gezien. Daarnaast zijn ouders bezorgd vanwege de onstuimige groei<br />

van de school. Er wordt onder meer extra aandacht gevraagd voor de grote klassen en<br />

het onderwijs met behulp van computers.<br />

Alle betrokkenen hebben zich zoveel mogelijk opengesteld voor scholing en informatie<br />

van buitenaf: advies van de ergotherapeut, ambulant begeleider bewegingsonderwijs,<br />

pedagoog, didacticus, Stichting de Weerklank (organisatie voor communicatie met<br />

gebaren) en ouders. Hierdoor wordt met elkaar geleerd en bekeken wat wel en niet<br />

wenselijk is.<br />

4.3.2 Resultaten op groeps- en klassenniveau<br />

- Waar er aanvankelijk gestart werd met het idee dat de pilotleerlingen op alle momenten<br />

met de klas mee moesten participeren, is er in de loop van de tijd besloten dat dit niet<br />

altijd het beste is. De pilotleerlingen hebben soms langer nodig om zich goed in een<br />

activiteit te kunnen verdiepen en ervan te kunnen leren (bv. bewegingsonderwijs en<br />

tactiele activiteiten). Er worden bewuste keuzes gemaakt voor participeren in en afwijken<br />

van het klassenprogramma.<br />

-<br />

Voorbeelden van "Good Practice"<br />

Les Nederlands, opstel schrijven<br />

De andere leerlingen maken een opstel, dit moeten ze voorlezen aan Thiandi. Thiandi geeft<br />

door mimiek aan <strong>of</strong> het een goed verhaal is <strong>of</strong> een slecht verhaal. Daardoor doen de<br />

leerlingen erg hun best Thiandi in het verhaal te betrekken. Thiandi reageert vooral op<br />

verhalen van haar leeftijdsniveau, dus niet te kinderachtig.<br />

20 - -- -- . - -- pp - - p --<br />

Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting "Gewoon Anders" augustus 2003<br />

1 -


- In deze twee jaar is het samenwerkend leren steeds verder ontwikkeld. Leerlingen met<br />

werk op verschillend leerniveau kunnen steeds vaker samen een activiteit doen,<br />

waardoor er meer van elkaar geleerd wordt en kinderen beter met elkaar leren omgaan.<br />

Hierdoor leren kinderen de st<strong>of</strong> vanuit verschillende invalshoeken te benaderen variërend<br />

van "Hoe krijg ik het onder de knie?" tot "Hoe leg ik het een ander uit?". Het leren van<br />

Sterre en Thiandi gebeurt momenteel vaak via andere leerlingen. Een voorbeeld hiervan<br />

is dat een klas gebaren aanleert waarna de leerling die met gebaren communiceert het<br />

gebaar leert van de andere leerlingen en alle leerlingen weten hoe te communiceren met<br />

gebaren.<br />

- Met elkaar zijn we tot de conclusie gekomen dat binnen dit samenwerkend leren ruimte<br />

moet zijn voor praktische werkvormen: projecten, etc. Binnen de archipel is een start<br />

gemaakt met projectwerken. Dit moet nog verder uitgewerkt worden, maar alle<br />

betrokkenen staan achter deze vorm van leren voor alle leerlingen.<br />

- Praktisch leren is voor de pilotkinderen zeer belangrijk en de beste manier om te komen<br />

tot leren. In de planning van schoolkampen, uitjes en andere buitenreguliere<br />

s evenementen wordt momenteel in het bijzonder aandacht besteed welke rol er is<br />

weggelegd voor de pilotleerlingen.<br />

Leerlingen uit groep 7 vertellen over Sterre en Thiandi.. . . . ..<br />

Wat moet Thiandi nog leren?<br />

- Niet zo maar schreeuwen.<br />

- Ze denkt soms dat ze haar gang kan gaan alleen dat kan niet altijd.<br />

- Alleen nog een beetje praten.<br />

Wat kan Sterre later worden?<br />

- Ze kan zwemlerares worden <strong>of</strong> paardrijles juffrouw.<br />

- Er is sprake van een positieve acceptatie van medeleerlingen. Sterre en Thiandi hebben<br />

geen sociale uitzonderingspositie. Ze worden door alle leerlingen gezien als volwaardig<br />

deel van het klassengebeuren. Dit is een groeiproces geweest. De leerlingen in de klas<br />

hebben moeten leren om ieder kind op zijn <strong>of</strong> haar eigen niveau een rol te geven in een<br />

activiteit. Er is geen competitieve sfeer in de klassen. De kinderen kijken naar hoe een<br />

kind in zijn <strong>of</strong> haar eigen ontwikkeling groeit en waarderen elkaar hierin.<br />

- Sociale integratie wordt bewust bevorderd door klassikaal te praten over contacten,<br />

vriendschappen en omgang met elkaar. Conflicten en plaaggedrag worden besproken.<br />

Dit is een kenmerk van het pedagogisch handelen van het team.<br />

- Respectvol omgaan met elkaar en met volwassenen is vanzelfsprekend geworden. Dit<br />

werd goed duidelijk toen de bovenbouw-leerlingen een paar dagen op kamp gingen en<br />

daar leerlingen van andere scholen tr<strong>of</strong>fen. Deze leerlingen en hun leerkrachten waren<br />

zeer verbaasd dat Sterre en Thiandi 'gewoon' als klasgenoten mee op kamp waren.<br />

Evaluatierapport pilot 'inclusief~derwijs' - Stichting "Gewoon Anders" augustus 2 0 7<br />

21


- - . - p - -<br />

Leerlingen uit de bovenbouw vertellen over Sterre en ~hiandi..<br />

Wat zou je ervan vinden als Thiandi en Sterre naar een school zouden<br />

gaan waar allemaal dezelfde soort kinderen zitten?<br />

- Ik weet dat niet zo goed rnanr ik denk dat ze ook veel meer van ons kan leren dan<br />

van die andere gehandicapten.<br />

- Ik denk dat Thiandi het leuker vindt in een klas waar gewone kinderen zitten<br />

want dan kan ze daar gewoon van leren.<br />

- Eigenlijk jammer want Thiandi en Sterre moeten van ons leren, dan kunnen ze<br />

misschien dingen doen wat wei kunnen.<br />

- Dat zou ik leuk vinden voor haar, daar kan ze meer leren.<br />

- Ondanks het feit dat de leerkracht eindverantwoordelijkheid heeft voor alle leerlingen<br />

t werden Sterre en Thiandi in de dagelijkse praktijk vooral door de assistent verzorgd en<br />

geactiveerd. Geleidelijk aan zijn de leerkrachten zich competenter gaan voelen in hun<br />

handelswijze naar Sterre en Thiandi door scholing, voorlichting en ervaring. Zij sturen de<br />

assistenten nu ook duidelijk aan.<br />

- Voor een basisschool is het prettig om voor alle vakken een methode en een leerlijn te<br />

hebben die goed differentieert, gebruik maakt van samenwerkend leren en over veel<br />

praktische werkvormen beschikt. Er is veel werk verricht door leerkrachten en<br />

assistenten om leermiddelen en materialen zelf uit te zoeken, aan te passen en1 <strong>of</strong> zelf te<br />

maken. Dit is in de loop van de tijd steeds makkelijker geworden omdat alle betrokkenen<br />

zeer goed in staat bleken proactief en creatief te denken en te handelen ('learning by<br />

doing")<br />

4.3.3 Resultaten op leerlingniveau (Sterre en Thiandi)<br />

- Aanvankelijk was er een duidelijke splitsing tussen school en thuis. Gedurende de<br />

afgelopen periode zijn alle partijen gaan inzien dat het in het belang van de pilotkinderen<br />

is dat de school een idee heeft over hoe en waarom dingen thuis gebeuren en andersom.<br />

Soms wordt dit door videobeelden ondersteund. Hiervoor komt steeds meer draagvlak en<br />

openheid.<br />

- Doelen die voor Sterre en Thiandi thuis belangrijk zijn en doelen die voor op school<br />

belangrijk zijn worden gezamenlijk bekeken en zowel thuis als op school wordt aan<br />

dezelfde doelen gewerkt.<br />

- Ook ouders hebben veel meegedacht over en meegewerkt aan doelen, materialen en<br />

vormgeving van het onderwijs. Het is een zoektraject geweest om met elkaar vorm te<br />

geven waar wiens verantwoordelijkheden en mogelijkheden liggen. Door vertrouwen in<br />

elkaar te hebben is er veel gewonnen op het gebied van communicatie en gebruik maken<br />

van elkaars kwaliteiten.<br />

- Voor de ouders van Sterre en Thiandi is het van grote waarde dat hun meervoudig<br />

gehandicapte kinderen welkom zijn op een reguliere school. Beide meisjes laten ook<br />

merken dat zij zich er thuis voelen. Ook geven de ouders aan dat Sterre en Thiandi<br />

zowel op sociaal gebied als cognitief een ontwikkeling hebben doorgemaakt. De ouders<br />

kunnen hun energie nu op een positieve manier gebruiken voor de hun kind en de<br />

school.<br />

- De ouders hebben door ervaring geleerd welke mogelijkheden de verschillende<br />

financieringstrajecten bieden. Hun ervaringsdeskundigheid vormt een belangrijke<br />

invalshoek om additionele bekostiging te realiseren.<br />

. . . ..<br />

Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting "Gewoon Anders" augustus 2003


6. Terugblik op het plan van aanpak<br />

In dit ho<strong>of</strong>dstuk wordt het plan van aanpak onder de loep genomen. De centrale vraag is <strong>of</strong><br />

het plan van aanpak heeft gewerkt zoals vooraf is beoogd. Maar belangrijker is de vraag wat<br />

hiervan geleerd kan worden voor de opzet van een vergelijkbare pilot in de toekomst. Het<br />

plan van aanpak wordt beschreven aan de hand van de volgende onderdelen:<br />

- organisatie en planning,<br />

- samenwerking en communicatie<br />

- facilitering.<br />

6.1 Organisatie en planning<br />

- In de aanvankelijke projectopzet en uitvoering werd uitgegaan van deelname van twee<br />

bestaande scholen, dit werd uiteindelijk één nieuw te starten school. Dit had onder meer<br />

consequenties voor de plaatsing van één van de twee 'inclusieve' leerlingen; zij werd<br />

pas later in het schooljaar geplaatst binnen dezelfde school. De draagkracht van de<br />

t school is dus uiteindelijk de belangrijkste factor om rekening mee te houden.<br />

- Er is gewerkt volgens het 'vliegwielmodel'. Onder meer door een intensieve begeleiding<br />

is fors ingezet op deskundigheidsbevordering van de leerkrachten van Sterre en Thiandi,<br />

met de bedoeling om vervolgens binnen teamverband deskundigheid over te dragen. Met<br />

name het delen van deskundigheid en ervaringskennis binnen het team heeft in het<br />

tweede pilotjaar duidelijker vorm gekregen. Vanuit de leerkrachten kwam de duidelijke<br />

wens niet alleen Sterre en Thiandi als voorbeeld te nemen maar dit breder te maken,<br />

zodat ook andere 'zorgleerlingen'als casus konden worden ingebracht.<br />

- De ondersteuning en facilitering vanuit " Gewoon Anders" is volgens plan uitgevoerd.<br />

Ook een studiereis naar Londen heeft plaatsgevonden. Hiervan is in december 2002 een<br />

verslag verschenen. De verwachting dat deze studiereis zeer stimulerend zou werken<br />

voor het school- en projectteam is uitgekomen.<br />

- In plaats van een gecombineerde functie van casemanagerlprojectleider is in de<br />

uitvoering gekozen voor twee personen. De casemanager richtte zich meer op de<br />

coaching en begeleiding van de leerkrachten en klassenassistenten van de inclusieve<br />

leerlingen en onderhield de contacten met de ouders. De projectleider richtte zich meer<br />

op de algehele schoolontwikkeling, het werven van personeel en de facilitering. De<br />

casemanager en projectleider bereidden samen studiemiddagen, ouderavonden,<br />

workshops en de studiereis naar Londen voor. Ook de uitvoering van deze onderdelen<br />

en de verwerking van opbrengsten werd gezamenlijk ter hand genomen. De<br />

casemanager en projectleider hebben als een team samengewerkt en elkaar op veel<br />

momenten versterkt.<br />

- De samenwerking met het speciaal basisonderwijs (SBO) is minder gevorderd dan in de<br />

opzet was beoogd. Er zijn verkennende gesprekken geweest. Hoewel de directie van de<br />

archipel heeft aangegeven er groot belang aan te hechten dat het SB0 zijn expertise<br />

inzet voor de ontwikkeling naar een inclusieve school heeft dit nog niet tot een intensieve<br />

samenwerking geleid. De archipel maakt overigens wel gebruik van de collegiale<br />

consultatie die het SB0 biedt. De werkwijze is iets gewijzigd om zo beter aan te kunnen<br />

sluiten bij de vraag van de school.<br />

- De schoolbegeleider van de SBDIJ heeft zich met name gericht op de schoolontwikkeling<br />

van de @rchipel als startende school. In het eerste jaar lag het zwaartepunt op het<br />

pedagogisch klimaat en de communicatie binnen school, in het tweede jaar volgde een<br />

oriëntatie op heterogeen onderwijs en groeperingswijze, en stond de snel groeiende<br />

organisatie centraal. Zowel de organisatorische als de inhoudelijke afstemming bleek van<br />

groot belang. Hiermee werd voorkomen dat het schoolteam de pilot 'inclusief<br />

onderwijs'en de schoolontwikkeling als twee op zichzelf staande processen zou ervaren.<br />

- De beoogde nascholing op het gebied van coöperatief leren is beperkt gebleven tot een<br />

oriëntatiebijeenkomst verzorgd door het CPS (Christelijk Pedagogisch Studiecentrum).<br />

Andere veranderings-thema's streden begrijpelijkerwijs in de nieuw gestarte basisschool<br />

om voorrang. De bedoeling is deze scholing naar een later tijdstip te verschuiven.<br />

Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting "Gewoon Anders" augustus 2003<br />

25


6.2 Samenwerking en communicatie<br />

Binnen de pilot hebben de directie van de Qrchipel, de SBDIJ en de stichting "Gewoon<br />

Anders" als een projectteam samengewerkt. Omdat iedereen zich verantwoordelijk voelde<br />

voor zijn taak kon er heel pragmatisch gewerkt worden. Dit gold ook voor de wijze van<br />

communiceren, er is niet meer vergaderd dan nodig, er is veel informatie uitgewisseld per<br />

telefoon en e-mail. Omdat er binnen de snel groeiende school zoveel parallelle<br />

ontwikkelingen waren is in het tweede pilot jaar beter dan in het Ie jaar gelet op afstemming.<br />

Discussie en onderlinge afstemming van school (directie), SGA-vertegenwoordigers en<br />

SBDIJ-begeleider t.a.v. ieders taken, rollen en visie vormden belangrijke momenten in het<br />

proces. Daarbij blijken het besef van schoolontwikkeling en het besef van de archipel als<br />

startende school bindende elementen te zijn.<br />

De communicatie en het overleg rondom Sterre en Thiandi was bij aanvang zeer intensief.<br />

De ouders van Sterre en Thiandi, de directie, de leerkrachten, de onderwijsassistenten en de<br />

msemanager waren allemaal direct betrokken bij het onderwijs aan Sterre en Thiandi. De<br />

situatie was voor alle betrokkenen nieuw en niet iedereen had dezelfde verwachtingen en<br />

mogelijkheden. De eerste periode stond daarom in het teken van het verkennen, leren<br />

kennen en respecteren van ieders mogelijke rol en inbreng binnen de school. Dat is naar<br />

ieders mening gelukt. Het praten binnen kaders bleek het meest constructief. Daarnaast is er<br />

gezocht naar de optimale overlegfrequentie.<br />

Vanuit het projectteam is gekozen voor een voorzichtige benadering t.a.v. publiciteit. De<br />

reden hiervoor was dat er eerst zichtbaar resultaat moest zijn geboekt alvorens daarmee<br />

naar buiten te treden. Daarbij was de inzet van personeel en middelen in eerste instantie<br />

bedoeld voor de interne schoolontwikkeling van de archipel. De betrokken ouders hadden<br />

graag een wat minder bescheiden opstelling gezien. Toch is er het nodige gebeurd op het<br />

gebied van voorlichting en publiciteit:<br />

er zijn workshops voor het onderwijs binnen en buiten Almere gehouden,<br />

is er aan een tv-reportage meegewerkt,<br />

in de nieuwsbrief van "Gewoon Anders" is er aandacht besteed aan de pilot,<br />

er is buitenlands bezoek ontvangen (Italië, België, Zwitserland, Amerika, Letland,<br />

Hongarije)<br />

op pabo's is er voorlichting gegeven, dit leidde weer tot werkbezoeken en stages van<br />

geïnteresseerde studenten<br />

de inspectie heeft Integraal Schooltoezicht gehouden en de gemeente en het Ministerie<br />

van Onderwijs hierover geïnformeerd<br />

er is een afvaardiging van de ABOP op werkbezoek geweest<br />

vertegenwoordigers van diverse politieke partijen zijn geïnformeerd<br />

er is medewerking verleend aan interviews in onderwijs-vakbladen en nieuwsbrieven van<br />

ouderorganisaties<br />

i p i l o t ' i n c l u s i e f s ' - stichting "~ewoon Anders" augustus 2003


6.3 Facilitering<br />

De facilitering heeft voor het grootste deel vanuit projectfinanciering van "Gewoon Anders"<br />

plaatsgevonden. Deze projectgelden zijn vrijgemaakt uit de reguliere middelen en zonder<br />

extra subsidie.<br />

De projectleider en casemanager van de Stichting 'Gewoon Anders' kregen project-uren<br />

voor de pilot toebedeeld, de school extra formatie voor de betrokken leerkrachten. Daarnaast<br />

kreeg de school twee (later drie) onderwijsassistenten voor de full-time begeleiding van de<br />

twee inclusieve leerlingen. Deze onderwijsassistenten werden voor een deel bekostigd door<br />

"Gewoon Andersn en voor een deel door de ouders vanuit het persoonsgebonden budget.<br />

De schoolbegeleidingsdienst IJsselmeerpolders participeerde in de pilot. De school zette<br />

naast de reguliere begeleidingsuren met name in het tweede jaar additionele SBDIJ-uren in.<br />

Het bestuur faciliteerde indirect door tussentijds personeelsuitbreiding toe te staan die het<br />

mogelijk maakte groepen in een vroeg stadium te splitsen.<br />

Het schoolbestuur heeft daarnaast de kosten voor o.a. de scholing "Coöperatief onderwijs"<br />

vyor haar rekening genomen en de mogelijkheid om externe deskundigen op verzoek te<br />

consulteren.<br />

De facilitering van het werkbezoek aan Newham staat beschreven in het reisverslag.<br />

Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting "Gewoon Anders" augustus 2003<br />

27


7. Aanbevelingen<br />

Het projectteam, het schoolteam en de ouders die hebben geparticipeerd in de pilot<br />

'inclusief onderwijs' doen de volgende aanbevelingen:<br />

Aanbevelingen aan beleidsmakers en politici<br />

- Scholen en ouders die dit wensen zouden ook buiten Almere de mogelijkheid moeten<br />

krijgen om ervaring met inclusief onderwijs op te doen. Scholen kunnen dan ook<br />

onderling kennis en ervaring uitwisselen. Deze scholen zouden zowel bestaande als<br />

nieuw te starten scholen kunnen zijn. Het is vanzelfsprekend dat de overheid<br />

initiatiefnemers hiertoe stimuleert.<br />

- Ook het voortgezet onderwijs moet ervaring kunnen opdoen met inclusief onderwijs. De<br />

overheid moet dit stimuleren en faciliteren.<br />

- Nederland kent een strikte scheiding tussen de zorgsector en het onderwijs. De pilot<br />

'inclusief onderwijs'geeft aanleiding tot verder onderzoek naar kinderen die in<br />

kinderdagcentra worden begeleid en geen onderwijs krijgen.<br />

- Een onderwerp dat om nader onderzoek vraagt is: inspraak van ouders over het<br />

onderwijs aan hun (inclusieve) kind: (dit thema is ook van belang in het kader van<br />

rugzakbeleid)<br />

- Er is behoefte aan meer kennis over inclusief onderwijs. Werkbezoeken aan inclusieve<br />

scholen in het buitenland kunnen hier een positieve bijdrage aan leveren. De overheid<br />

zou initiatiefnemers hiertoe financieel kunnen steunen, bijv. door het laten vertalen van<br />

Engelse vakliteratuur over inclusief onderwijs.<br />

- Inclusief onderwijs zou aan bekendheid kunnen winnen indien PABO'S,<br />

lerarenopleidingen en nascholingsinstituten in staat worden gesteld een<br />

studieprogramma hiervoor te ontwikkelen. Het Ministerie van 0,C en W <strong>of</strong> de<br />

Wegbereiders zouden hier een opdracht voor kunnen formuleren.<br />

- Voor de bekostiging van benodigde materialen en middelen is per augustus 2003 een<br />

nieuwe regeling voor regionale expertise centra (REC). Deze regeling zou moeten<br />

worden uitgebreid voor Almere, waar een clusteroverstijgend REC de voorbeeldfunctie<br />

heeft voor landelijke ontwikkelingen.<br />

- Versoepeling van mogelijkheden om diverse financieringsvormen op elkaar te kunnen<br />

afstemmen m.b.t. plaatsing van kdc-leerlingen binnen het regulier onderwijs is zeer<br />

gewenst. Afstemming tussen zorg en onderwijs is in dit kader noodzakelijk.<br />

Aanbevelingen aan de besturen van het regulier onderwijs in Almere<br />

- Het verdient aanbeveling ook op bestaande scholen ervaring met inclusief onderwijs op<br />

te doen. Een vervolg met twee scholen binnen Almere ligt voor de hand.<br />

- De pilot inclusief onderwijs op de archipel vraagt om een vervolg in het voortgezet<br />

onderwijs. Het komende schooljaar wordt deze pilot voorbereid.<br />

- De vraag is gerezen <strong>of</strong> je wel als individuele school kunt kiezen voor inclusief onderwijs<br />

<strong>of</strong> dat zo'n besluit alleen bestuursbreed kan worden genomen.<br />

- Een nieuwe groep geïnteresseerden zou een werkbezoek aan inclusieve scholen in het<br />

buitenland kunnen brengen (Engeland, Italië, Canada) Ook kan gedacht worden aan het<br />

naar Almere halen van buitenlandse specialisten <strong>of</strong> uitwisseling in de zin van stages.<br />

- Er is behoefte aan uitbreiding van bestaande contacten met opleidingsinstanties en zo<br />

mogelijk nieuwe contacten te leggen<br />

Aanbevelingen aan basisschool de archipel<br />

- Om de ontwikkeling naar een volledig inclusieve school te kunnen voltooien zou de<br />

pilot een vervolg moeten krijgen van nog eens twee jaar. Daarna zou -bij een<br />

gunstige eindevaluatie- de pilot moeten worden omgezet in een structureel aanbod<br />

van het model inclusief onderwijs.<br />

- Voortgang van de ontwikkeling van de @rchipel als 'lerende organisatie' opnemen in<br />

het schoolplan<br />

Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting =Gewoon Anders" augustus 2003<br />

29


( -<br />

- Om verder te kunnen ontwikkelen naar een inclusieve school is aanvullende<br />

financiering nodig. Het schoolbestuur zal in samenwerking met de Stichting 'Gewoon<br />

Anders' moeten onderzoeken wat de mogelijkheden zijn.<br />

- Voor een vervolg van de benodigde financiering van het inclusieve onderwijs op de<br />

archipel moet gezocht worden naar een sluitende begroting.<br />

- De onderwijsassistenten voor Sterre en Thiandi dienen behouden te blijven<br />

- Onderzoeken <strong>of</strong> het mogelijk is de onderwijsassistenten in dienst te nemen van het<br />

schoolbestuur van basisschool de archipel<br />

- Onderwerpen en vragen die in de verdere ontwikkeling naar een inclusieve school<br />

aandacht verdienen zijn:<br />

- De mate van inspraak van ouders over het onderwijs aan hun (inclusieve)<br />

kind<br />

- Waarom voor inclusieve kinderen een uitzondering maken en tot hoever?<br />

- Uitwerking van de inclusieve gedachte binnen de brede school<br />

- Verdere concretisering van de visie op inclusief onderwijs binnen de archipel<br />

Duidelijke afspraken over plaatsing van zorgleerlingen<br />

- Draagkracht van de startende schoolorganisatie, het team, de individuele<br />

leerkracht, groepsgrootte en samenstelling van de groep<br />

- De school zou af en toe specialisten moeten kunnen raadplegen die een bijdrage<br />

kunnen leveren aan het ontwikkelen van geschikte onderwijsmethoden voor<br />

zogenoemde "kdc-kinderen" binnen een reguliere onderwijssetting.<br />

- Samenwerking met het speciaal basisonderwijs dient uitgebouwd te worden om meer<br />

expertise binnen de school te krijgen op specifieke leer- en<br />

opvoedingsproblematieken<br />

- Zorgen voor verbreding van kennis binnen het schoolteam, d.m.v. cursussen,<br />

contacten met speciaal onderwijs enl<strong>of</strong> revalidatiecentra (team, ook breed)<br />

- Aan de eindevaluatie van pilot 'inclusief onderwijs'en het vervolg zou op ruime schaal<br />

in de pers bekendheid moeten worden gegeven.<br />

- Medezeggenschap ouders herformuleren<br />

Tot slot een aanbeveling aan scholen en directies die voor inclusief onderwijs willen<br />

kiezen ....<br />

Een school die voor inclusief onderwijs kiest hoeft niet met invoering te wachten tot aan alle<br />

voorwaarden is voldaan. Het allerbelangrijkste is een team dat achter de principes van<br />

inclusief onderwijs staat en bereid is hiernaar te (gaan) handelen. Vervolgens kan de school<br />

aan de slag om al werkende weg inclusief onderwijs vorm te geven (de school als lerende<br />

organisatie). Maak als schoolleiding aan leerkrachten, ouders en leerlingen duidelijk wat je -<br />

gegeven de omstandigheden- als school wel en niet kunt waarmaken en ga samen op weg.<br />

Door geen overdreven verwachtingen te koesteren, maar realistische doelen te stellen wordt<br />

het concept 'inclusief onderwijs' hanteerbaar. Wees daarbij creatief in het aanwenden van<br />

gelden. Kortom: "Learning by doing".<br />

Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting "Gewoon Anders" augustus 2003


Geraadpleegde literatuur, rapporten en documenten<br />

Basisschool @chipel, Oudertevredenheidsonderzoek, juni 2003<br />

Beningh<strong>of</strong> , A.M., Ideas for inclusion The classroom teacher's Guide to Intearatincl<br />

Students With Severe Disabilities,, Sopris West, Avenue (1993)<br />

Beningh<strong>of</strong>, A.M. & Singer, A.L.T. Ideas for inclusion, The School Administrator's Guide<br />

(1 995)<br />

H. Bontekoe e.a. (WSNSf CPS), Samen werken, samen leren Samenwerkend leren in<br />

het basisonderwiis<br />

Boonstra, H,H, Integratie, Academisch boeken centrum, De Lier (1990)<br />

Ceis, A Village As a friend togethet-, (Un Villaggio per amico.), Italie, videoband<br />

Centre for studies on inclusive Education, <strong>Index</strong> for inclusion<br />

CG-raad, Een school voor iedereen, een gezamenlijke uitgave van het Landelijk Bureau<br />

Toegankelijkheid, de Chronisch zieken en Gehandicapten Raad en Stichting "Gewoon<br />

Anders" (2002).<br />

Daniels & Garner, H & PH, (1999), Inclusive education World yearbook <strong>of</strong> education<br />

1999, Kogan Page, London.<br />

Ebbens S., Ettekoven S.en van Rooijen J, Samenwerkend leren Praktiikboek, Wolters-<br />

Noordh<strong>of</strong>f, Groningen, 1997<br />

Förrer, M, Coöperatief leren, CPS, Amersfoort (2000) Lesmap<br />

Graaf de, G, (1 996), M i j n g e w o n e school, Acco Leuven, Amersfoort.<br />

Hoop de & Janson, F & D.J. Omaaan met verschillen adaptief werken aan<br />

basisonderwiis, Intro, Baarn. (1 997),<br />

Jansen - Vos, , F, Basisontwikkelincl in de onderbouw, Van Grocum, Assen (1997)<br />

Kars 8 Zwets, H & J.H.J. Problemen met het gedrag van mensen met een verstandelijke<br />

handicap, Bohn Stafleu Van Loghum, Houten. (1998)<br />

Nakken (red.), N, M eervowapten, Een zorq apart, Lemiscaat, Rotterdam<br />

(1 993)<br />

Newham Education, IncludinqPupils in the Numeracy Lesson,<br />

Stratford England - Videoband<br />

Newham Education, Inclusive Education Audit, Stratford Engeland, (1996.)<br />

Procesmanagement primair onderwijs, Verder op wea. Handreiking bij "Overdenken en<br />

doen", (boek en video) 1998<br />

Stevens, L . *f<br />

t onderwiis, Proces Management Primair Onderwijs. (1 997)<br />

Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting "Gewoon Anders" augustus 2003


Stichting "Gewoon Anders", Speciaalonderwijs in een experimentele settina in Almere,<br />

"Gewoon Andersn.(l 997)<br />

Stichting "Gewoon Anders", Verslag werkbezoek Newhaml Londen, (2002)<br />

Stichting "Gewoon Anders", -, (juni 2002)<br />

Stichting "Gewoon Anders", -onderwclusiefis, (oktober 2000)<br />

Stichting "Gewoon Anders", Vranenliist nulmetinq, (oktober 2001)<br />

Stichting "Gewoon Anders", 1997-2002, S t i c h t i n n k<br />

Gewoon<br />

Varming Ole & Rasmusen Ole, 1,<br />

Nederlandse vertaling en bewerking Chr. Hogeschool Windesheim, Zwolle<br />

(1 996)<br />

Van Hove (redactie), G, B r e c h t i s Het . perspectief<br />

van ouders en kinderen, Acco, Leuven (1 997)<br />

Vosse, A, Kinderen be-en bii leerachterstanden, (orthovisie), Wolters<br />

Noordh<strong>of</strong>f, Groningen. (1 994)<br />

Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting "Gewoon Anders" augustus 2003<br />

-<br />

33


Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting "Gewoon Anders" augustus 2003<br />

35


Bijlage 1. Pilotplan 'Inclusief onderwijs'<br />

Pilot "Op weg naar (meer) inclusief onderwijs"<br />

Wat betekent inclusief onderwijs?<br />

Scholen die inclusief onderwijs verzorgen leggen geen beperkingen op voor toelating van<br />

kinderen: elk kind, ongeacht de handicap <strong>of</strong> stoornis, is welkom. De kwaliteit van het<br />

onderwijs is hoog tot zeer hoog. Uit onderzoek in Canada is gebleken, dat scholen die<br />

inclusief onderwijs als uitgangspunt nemen, betere leerprestaties voor de kinderen<br />

realiseren. Met name de zwakkere kinderen behalen betere resultaten. De resultaten van de<br />

betere leerlingen blijven gelijk.<br />

Inclusief onderwijs is een term die is overgenomen vanuit het buitenland en binnen<br />

Nederland slechts zeer beperkt wordt gebruikt. In meerdere landen in Europa en in de<br />

dereld is reeds langer gewerkt aan het verhogen van de kwaliteit van het regulier onderwijs<br />

op een manier die in feite de scholen voor speciaal onderwijs overbodig maakt als separate<br />

school. In een aantal landen is het speciaal onderwijs volledig opgeheven, in andere<br />

omgevormd tot een instelling die het regulier onderwijs ondersteunt bij het vormgeven van<br />

inclusief onderwijs.<br />

Alle landen binnen Europa hebben zich in 1990 al verplicht om inclusief onderwijs vorm te<br />

geven. In 1990 is namelijk door de Raad van Europa een resolutie aangenomen die luidt:<br />

"Volledige integratie moet als prioritaire keuzemogelijkheid worden beschouwd en alle<br />

onderwijsinstellingen moeten in staat zijn te voldoen aan behoeften van gehandicapte<br />

leerlingen en studenten."<br />

Hoewel het inclusief onderwijs het nodige aan vaardigheden van de leerkracht vraagt, wordt<br />

dit door de leerkrachten die het uitvoeren in de meeste gevallen niet als taakverzwarend<br />

gezien. Wel is in de startfase sprake van een vorm van taakverzwaring merkbaar, doordat er<br />

een verandering in werken en denken tot stand moet komen. En elke verandering kost<br />

moeite: de leerkracht moet zich nieuwe dingen eigen maken en (een deel van) oude routines<br />

afleren.<br />

Een belangrijk uitgangspunt bij inclusief onderwijs is dat kinderen veel van elkaar leren.<br />

Begrippen als coöperatief leren en "peer-tutoring" zijn erg belangrijk. Dit leren van elkaar<br />

wordt bij alle vak- en vormingsgebieden toegepast, dus ook bij de instrumentele<br />

vaardigheden (lezen, taal, rekenen, schrijven).<br />

Ook wordt binnen inclusief onderwijs actief gewerkt aan sociale relaties en vorming. Hierdoor<br />

wordt acceptatie van en omgaan met verschillen bevorderd.<br />

Waarom deze pilot?<br />

Het project Gewoon Anders is gestart met in haar doelstelling maximale integratie van<br />

kinderen met een handicap <strong>of</strong> stoornis. In de planning van het project is gestart met de<br />

uitvoering van het model Kind In Groep, als de projectvorm met de meeste integratie.<br />

In de afgelopen drie projectjaren is ook gewerkt aan de voorbereiding en de start van de<br />

andere modellen die in het projectplan zijn opgenomen, en wel Groep In School en Groep<br />

Gekoppeld Aan School. In deze modellen is de integratie beperkter dan bij Kind In Groep,<br />

maar het blijft als doelstelling nadrukkelijk aanwezig.<br />

Met de uitwerking van de verschillende groepen, waaronder ook de handicapheterogene<br />

groepen die in augustus 2001 moeten starten, is het aanbod aan ouders die kiezen voor<br />

meer gespecialiseerd onderwijs binnen Gewoon Anders voldoende breed om de doelgroep<br />

van de Stichting "Gewoon Anders" kwalitatief goed onderwijs te bieden. In die situaties<br />

waarin het model Kind In Groep niet langer voldoende mogelijkheden biedt, zijn de<br />

~valuatieräpport pilot ' i n c l u s ~ - Stichting j ~ "Gewoon Anders" augustus 2003<br />

5,<br />

37


groepsmodellen voldoende toegerust om de kinderen dat onderwijs te bieden dat zij nodig<br />

hebben.<br />

Als volgende stap in de uitwerking van het project lijkt het uitwerken van het begrip inclusief<br />

onderwijs zinvol.<br />

Doelstelling en opbrengsten van de pilot<br />

Door middel van een intensieve begeleiding en een intensief ontwikkelingtraject<br />

onderzoeken in welke mate, op welke wijze en onder welke voorwaarden inclusief onderwijs<br />

mogelijk is.<br />

Als nevendoelstelling wordt tevens gesteld dat door middel van dezelfde intensieve<br />

begeleiding de betreffende leerlingen een onderwijsplek op een reguliere basisschool<br />

hebben tenminste gedurende de pilotperiode.<br />

Aan het eind van de pilotperiode hebben de scholen:<br />

- kennis en vaardigheden op het gebied van inclusief onderwijs door middel van<br />

coöperatief leren, peer-tutoring en andere vormen van samenwerkend leren; de kennis<br />

en vaardigheden zullen groot zijn bij de leerkrachten met het Gewoon Anders-kind in de<br />

groep en in beperktere mate bij de overige teamleden<br />

- inzicht in de (0n)mogelijkheden van het invoeren en vormgeven van inclusief onderwijs in<br />

de eigen school, vertaald in een aanvulling op het schoolplan van de school.<br />

De pilot beoogt in feite het versnellen van een ontwikkeltraject waar de school zelf al mee is<br />

begonnen. Het gaat om scholen die in het eigen beleid en veranderplan al een groot accent<br />

leggen op het omgaan met verschillen en adaptief onderwijs. Voor scholen die in dit opzicht<br />

nog maar beperkte activiteiten hebben ontplooid, is de periode voor deze pilot te kort om de<br />

doelstelling te bereiken.<br />

Opgemerkt moet ook worden dat in de doelstelling niet opgenomen is dat de pilotscholen<br />

aan het eind van de periode volledig inclusief zullen zijn. Dit zou een te hoge verwachting<br />

zijn. Een vervolg is zinvol en noodzakelijk om dit te realiseren, maar om zinvol over een<br />

vervolg te kunnen praten is het noodzakelijk om eerst enige ervaring op te doen. Dit betekent<br />

dat in de tweede helft van de pilotperiode gestart moet worden met het uitwerken van een<br />

vervolg.<br />

Hoe ziet de pilot eruit?<br />

De pilot duurt twee jaar en bestaat uit de volgende componenten:<br />

E r w o r d e n geworven via de<br />

schoolbesturen.<br />

Met iedere "aangemelde" school wordt een intake met (een representatieve afvaardiging<br />

van) het team gehouden door de Stichting "Gewoon Anders". Op basis van deze intake<br />

wordt een advies aan het bestuur van de Stichting "Gewoon Anders" gegeven, die de<br />

definitieve deelnemers vaststelt.<br />

~ i e g w i e l m o d e l :<br />

Per school wordt in één groep (middenbouw) een zeer complexe leerling geplaatst en in die<br />

groep wordt het principe van inclusief onderwijs uitgewerkt. Daarnaast wordt er met de hele<br />

school een ontwikkeltraject uitgewerkt om in alle groepen te komen tot meer inclusief<br />

onderwijs, waarbij de eigen leerling dan wordt "gebruikt" als casus. Er is gekozen voor in<br />

eerste instantie het plaatsen van een leerling in de middenbouw (groep 3, 4, 5 <strong>of</strong> 6). In de<br />

onderbouw blijkt het vormgeven van integratie en inclusief onderwijs vaak eenvoudiger te<br />

realiseren. In de bovenbouw is het voor het eerst starten met een ernstig gehandicapte<br />

leerling meer risicovol vanwege de meer vaste sociale relaties die kinderen soms al hebben.<br />

Ondersteuning en faciliteiten vanuit Gewoon Anders:


- in de groep wordt vanuit Gewoon Anders in combinatie met aanvullende middelen<br />

(incl. PGB van de ouders) en subsidie een onderwbassistent voor alle lesgebonden<br />

tiiden (en beperkt voor extra overleg) geplaatst; deze onderwijsassistent is voor<br />

algemene ondersteuning en niet alleen voor het betreffende kind (indien de school<br />

erin slaagt om de kwaliteit van het onderwijs in de betreffende groep zodanig te<br />

verhogen, dat de onderwijsassistent niet volledig noodzakelijk is, dan mag deze ook<br />

in andere groepen ter ondersteuning worden ingezet gedurende pilotperiode)<br />

- de leerkracht in de groep wordt een halve d g per week vrilgeoosterd voor<br />

voorbereiding, scholing enz.<br />

- de leerkracht in de groep wordt een halve dag per week ondersteund door een<br />

casemanager/~roiectleider; de ondersteuning is leerkrachtgericht<br />

- de casemana~er/~roiectlei& heeft daarnaast een halvedag per week beschikbaar<br />

voor het ontwikkeltraiect dat de school doormaakt om inclusief onderwijs vorm te<br />

geven en te ondersteunen; dit wordt ten dele uitgevoerd door de SBDIJ (zie ook<br />

onder punt 6)<br />

- er worden netwerk-, intervisie- <strong>of</strong> uitwisselingsbijeenkomsten tussen de leerkrachten<br />

en scholen onderling georganiseerd<br />

- er wordt een studiereis georganiseerd voor de leerkracht van de betreffende groep,<br />

samen met een door de school te kiezen collega (mogelijk intern begeleider <strong>of</strong><br />

directielid), de betrokken casemanagerlprojectleider/begeleiders en een lid van de<br />

directie van de Stichting "Gewoon Anders"; indien de begroting dit toelaat, kan het<br />

aantal personen worden uitgebreid<br />

- er wordt ondersteuning geboden bii de voorlichting en informatie voor de ouders van<br />

de school om te zorgen dat de school als totale "gemeenschap" bij de pilot betrokken<br />

is, wordt en blijft.<br />

De school zal zich maximaal inspannen om het volgende te realiseren:<br />

- zorgen dat de ~oelwaarin de betreffende leerling zit niet meer dan 25 leerlingen omvat<br />

- dat de leerkracht in deze groep ervaren is en-<br />

- dat, indien dit wenselijk wordt geacht op basis van de tussentijdse evaluatie, de<br />

leerkracht gedurende de pilotperiode dezelfde-- heeft<br />

- dat er met de leerlingen en de ouders van de school een goed informatie- en<br />

begeleidingstraject vooraf en tijdens de plaatsing wordt uitgevoerd (met ondersteuning<br />

van de Stichting "Gewoon Anders") om de acceptatie van de Gewoon-Anders-leerling te<br />

bevorderen<br />

- voor de eerste opvang van ziekte wordt uitgegaan van de schoolinterne afspraken, met<br />

bii voorkeur een vaste "achtervana"; langdurige ziekte is overmacht en de school en<br />

Stichting "Gewoon Anders" bekijken samen hoe dit kan worden opgelost<br />

- scholing van het gehele team in 10 bijeenkomsten van 3 uur (via GOSSA aanvragen en<br />

daarmee inzetten van de scholingsmiddelen), zo nodig verspreid over twee schooljaren;<br />

de scholing is ondersteunend t.a.v. het ontwikkel- en leertraject van de school als geheel.<br />

Het geleerde wordt met begeleiding en ondersteuning van de SBDIJ en de Stichting<br />

"Gewoon Anders" geïmplementeerd in alle groepen.<br />

- deelname aan netwerk-, intervisie- <strong>of</strong> uitwisselingsbijeenkomsten (dit zal een beperkt<br />

aantal zijn, waarschijnlijk 3 tot 4 per schooljaar)<br />

- inzetten van de reguliere uren voor svsiembegeleidincle SBDIJ om het<br />

ontwikkeltraject mede te helpen ondersteunen<br />

- verplichting tot deelname voor 2 iaar; evaluaties kunnen leiden tot bijstellingen, maar niet<br />

tot afhaken (calamiteiten daargelaten)<br />

- om de leerling ook na de duur van de pilot zo mogelijk OP school te houden met de<br />

reguliere middelen ter ondersteuning (n.b. met alle partijen, dus ook met de ouders zal<br />

besproken moeten worden dat de mogelijkheid bestaat dat dit niet slaagt)<br />

- voldoende informatie te neven aan de ouders van de eigen school over de pilot<br />

- N.B. De school wordt niet verplicht om andere leerlingen met dezelfde zwaarte van<br />

handicap aan te nemen. Dit mag uiteraard wel, maar de ondersteuning valt binnen de<br />

reguliere werkwijze van de Stichting "Gewoon Anders".<br />

-L 39<br />

Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' ~t~chtin~<br />

"Gewoon Anders" augustus 2003


o a g e . Van de ouders<br />

wordt verwacht dat zit<br />

- het maximaal beschikbare bedrag van het PGB dat verstrekt wordt in het kader van recht<br />

op dagbesteding (voor zgn. ondergrensleerlingen) <strong>of</strong> voor verzorging en directe hulp<br />

binnen de school ter beschikking stellen; dit bedrag zal worden aangewend voor het<br />

financieren van de onderwijsassistent in de groep van hun kind, die binnen de<br />

taakomschrijving nadrukkelijk de verzorgende taken krijgt; noodzakelijke therapieën<br />

zullen uiteraard uit het PGB bekostigd moeten kunnen worden<br />

- relevante informatie over hun kind leveren aan de school en aan de Stichting "Gewoon<br />

Anders"<br />

- accepteren dat de plaatsing voor de periode van de pilot inclusief onderwijs (dus 2 jaar)<br />

wordt gewaarborgd, maar dat voor de periode erna weliswaar de inspanning wordt<br />

geleverd om het kind te handhaven, maar geen "garantie" dat dit lukt<br />

- bij bijzondere (buitenschoolse) activiteiten bereid zijn om hand-en-span-diensten te<br />

verrichten ter ondersteuning van de integratie.<br />

- ' Het eerste aandachtsstreepje geldt nu voor de periode van de pilot. Wanneer het concept<br />

inclusief onderwijs breder vorm wordt gegeven is het de bedoeling dat het ook voor<br />

ouders die geen PGB krijgen voor hun kind mogelijk is om hun kind inclusief onderwijs te<br />

laten volgen.<br />

-t-rsteund door de SBDIJ.<br />

De SBDIJ biedt in ieder geval de reguliere uren voor de systeembegeleiding. Zo mogelijk<br />

worden, uiteraard met goedkeuring van het betreffende schoolbestuur, extra uren ingezet.<br />

Voor de pilotscholen wordt dezelfde begeleider beschikbaar gesteld.<br />

Welke scholen komen in aanmerking<br />

De scholen zullen gericht worden geworven via de schoolbesturen en bovenschoolse<br />

directies <strong>of</strong> overleggroepen op leidinggevend niveau. Scholen kunnen aangemeld worden als<br />

zij voldoen aan onderstaande punten:<br />

- enige ervaring hebben met Gewoon-Anders-kinderen<br />

- zichtbare stappen hebben ondernomen in de richting van omgaan met verschillen <strong>of</strong><br />

adaptief onderwijs<br />

- voldoende ondersteuning van de integratie-gedachte door de school (team,<br />

management, bestuur en MR)<br />

- goed pedagogisch klimaat<br />

- goed teamfunctioneren.<br />

De "grondhoudingn (attitude en motivatie) van de school als geheel zijn het allerbelangrijkst<br />

en zullen dan ook zeer zwaar wegen. Deze grondhouding moet ook blijken uit een algeheel<br />

schoolbeleid dat gericht is op plaatsing en handhaving van zoveel mogelijk kinderen en zo<br />

min mogelijk verwijzen naar speciaal (basis)onderwijs.<br />

Inclusief onderwijs betreft gezien de doelstelling alleen het reguliere onderwijs. Speciale<br />

basisscholen kunnen niet worden aangemeld.<br />

Evenmin kunnen startende scholen (scholen die een jaar <strong>of</strong> korter bestaan) worden<br />

aangemeld. Immers, zoals in de opmerkingen bij de doelstelling al is vermeld is het de<br />

bedoeling dat scholen al een ontwikkeling in gang hebben gezet in de richting van omgaan<br />

met verschillen en dus in de richting van inclusief onderwijs.<br />

Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting "Gewoon Anders" augustus 2003


Evaluatie<br />

De evaluatie vindt op twee momenten plaats:<br />

1. aan het eind van het eerste pilotjaar (tussenevaluatie)<br />

aan het eind van het tweede pilotjaar (eindevaluatie).<br />

Zowel voor de tussenevaluatie als voor de eindevaluatie worden schriftelijke<br />

evaluatieformulieren gebruikt. De formulieren omvatten vragen op het gebied van<br />

- vergroting van kennis<br />

- vergroting van vaardigheden<br />

- vergroting van inzicht.<br />

Bij de start wordt een soort "nulmeting" gedaan, door middel van het invullen van de<br />

formulieren vooraf.<br />

Er worden formulieren verstrekt aan alle leerkrachten, intern begeleiders en directieleden,<br />

evenals aan de ouders van de Gewoon-Anders-leerling en de begeleiders/casemanagers.<br />

Deze formulieren worden door de onderwijskundige van de Stichting "Gewoon Anders" (die<br />

niet inhoudelijk medeverantwoordelijk is voor de pilot inclusief onderwijs) ontwikkeld,<br />

verspreid, ingenomen en omgezet in een <strong>evaluatieverslag</strong>. De medewerker belast met de<br />

evaluatie zal nog onderzoeken <strong>of</strong> het zinvol is en zo ja op welke wijze de leerlingen en de<br />

ouders van de school betrokken moeten worden bij de evaluatie. Dit zal bij de start van de<br />

pilot duidelijk zijn.<br />

Evaluatierapp<strong>of</strong>i pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting "Gewoon Anders" augustus 2003<br />

4 1


Tijdlijn<br />

De nagestreefde tijdlijn ziet er als volgt uit:<br />

Maart 2001 Vooraanmelding scholen via besturen e.d.<br />

April 2001 Intakegesprekken met aangemelde scholen<br />

Voor 1 mei 2001 Besluitvorming aangaande deelname door bevoegd gezag<br />

betreffende school en bestuur Stichting "Gewoon Anders"<br />

April - juni 2001<br />

April -juni 2001<br />

April -juni 2001<br />

Augustus 2001<br />

Ontwikkelen evaluatiemodel en bijbehorende vragenlijsten.<br />

Betrokken scholen en Stichting "Gewoon Anders" maken een<br />

planning voor het eerste pilotjaar waarin in elk geval is<br />

opgenomen:<br />

- voorlichting aan ouders en MR<br />

- voorlichting aan team<br />

- kennismaking en introductie van het Gewoon-Anders-kind in<br />

de groep<br />

data scholing<br />

data overlegmomenten verschillende niveau's<br />

Introductie van de pilot bij het de teams van de betrokken<br />

scholen, voorlichting aan de ouders, eerste voorbereiding van de<br />

kinderen van de groep waarin het kind wordt geplaatst,<br />

kennismaking van en met de pilotkinderen e.d.<br />

Start pilot inclusief onderwijs; voor de concrete invulling wordt met<br />

de scholen een planning gemaakt. Er zijn drie ho<strong>of</strong>dfasen:<br />

1. de startfase, waarin kennismaking, oriëntatie en opstart<br />

plaatsvindt; deze fase duurt ongeveer drie maanden<br />

2. de uitvoeringsfase, waarin de pilot vorm krijgt en inclusief<br />

onderwijs gestalte gaat krijgen; deze fase neemt het<br />

grootste deel in beslag, nl ongeveer 1 -jaar<br />

3. de afrondingsfase, waarin de resultaten worden<br />

vastgelegd in een aanvulling op <strong>of</strong> onderdeel van het<br />

schoolplan; deze fase neemt ook ongeveer drie maanden<br />

in beslag. In deze fase zal ook bekeken worden welke<br />

mogelijkheden er zijn voor een vervolg.<br />

--.- _-I_-_--__-I__<br />

Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwds' - Stichting "Gewoon Anders" augustus 2003


Begroting<br />

Bij de begroting is uitgegaan van 2 scholen; bij een grotere deelname wordt het bedrag<br />

uiteraard verhoogd. Het bedrag is per schooljaar.<br />

Uitgaven:<br />

- twee onderwijsassistenten ieder voor 30 uur 68.000,=<br />

- vrijstelling van twee leerkrachten ieder voor - dag p.w. 15.000,=<br />

- een casemanagerlprojectleider voor twee dagen per week 44.000,=<br />

- studiereis 20.000,=<br />

- cursus inclusief onderwijs; aan te vragen als teamscholing bij GOSSA GOSSA-budget<br />

- Totaal: 147.000,=<br />

Bekostiging:<br />

- bijdrage vanuit PGB (persoonsgebonden budget van de ouders) 60.000,=<br />

- bijdrage vanuit de Stichting "Gewoon Anders" 87.000,=<br />

-( Totaal: 147.000,=<br />

Het PGB voor een kind met recht op dagbesteding is maximaal f 43.000,=. Ouders kunnen<br />

ook een PGB aanvragen waarbij zij expliciet aangeven dat het de bedoeling is om verzorging<br />

en ondersteuning in de vorm van personeel mee te sturen naar een school om het volgen<br />

van onderwijs mogelijk te maken.<br />

Het toegekende PGB wordt zoveel mogelijk ingezet, maar omdat de kinderen die voor deze<br />

pilot in aanmerking komen vaak ook nog therapie nodig hebben (wat uit hetzelfde bedrag<br />

wordt bekostigd), wordt uitgegaan van een schatting van een bijdrage van f 30.000,= per<br />

kind. Met de ouders zal in het contract worden vastgelegd dat uitgegaan wordt van het<br />

maximale bedrag na aftrek van de noodzakelijke therapieën, dus dat dit uiteindelijk hoger <strong>of</strong><br />

lager kan zijn dan het begrote bedrag. Het bedrag dat ten laste komt van de Stichting<br />

"Gewoon Anders" hangt dus af van de mogelijke bijdrage vanuit het PGB.<br />

De SBDI J zal ook de reguliere uren voor de systeembegeleiding inzetten voor het<br />

ontwikkeltraject van de school. Dit betekent een extra ondersteuning voor de school. Ook zal<br />

overleg met de betreffende schoolbesturen worden gevoerd over de mogelijkheden voor<br />

inzet van extra bestuursuren.<br />

Voor de bekostiging van de studiereis zal geprobeerd worden om gebruik te maken van<br />

enkele internationale uitwisselingsprogramma's zoals bijv. Socrates <strong>of</strong> Plato.<br />

Tot slot<br />

De pilot inclusief onderwijs moet worden gezien als een "startsubsidie" om de ontwikkeling<br />

naar meer inclusief onderwijs binnen Almere een extra impuls te geven. Dit betekent wel dat<br />

er ook verder gedacht moet worden aan op welke wijze er een vervolg aan kan worden<br />

gegeven met deze scholen. Daarnaast moet ook gedacht worden aan de wijze waarop de<br />

verworvenheden en inzichten uit de pilot verspreid kunnen worden naar andere scholen. Een<br />

zeer belangrijke vraag hierbij is natuurlijk die naar de bekostiging, omdat in de pilotperiode<br />

worden aanzienlijke extra middelen ter beschikking worden gesteld.<br />

Integratie en inclusief onderwijs blijft in het land een punt van bijzondere aandacht. Een<br />

intensieve uitwerking zoals hier voorgesteld, wordt voor zover bekend nog nergens<br />

toegepast. Dit betekent voor het Almeerse onderwijs, de SBDIJ, de Stichting "Gewoon<br />

Anders" maar zeker ook voor de betreffende scholen een goede kans tot positieve<br />

pr<strong>of</strong>ilering. Het kan in Almere? Waarschijnlijk wel, maar ook als het minder succesvol is, dan<br />

geldt nog: we hebben het in elk geval geprobeerd in Almere.


Bijlage 2. Schoolconcept Eilandenbuurt, basisschool De archipel<br />

Context van de school<br />

Deze 16-klassige basisschool in de Eilandenbuurt is gesitueerd in een buurt in Almere-<br />

Buiten die ten oosten van de Regenboogbuurt ligt en ten zuiden van de Seizoenenbuurt. De<br />

school gaat deel uit maken van een zogenoemde brede school waardoor ook andere<br />

voorzieningen in hetzelfde gebouw zijn gehuisvest. De school start in augustus 2001 in een<br />

noodlocatie maar het definitieve gebouw wordt pas in 2004 opgeleverd. De school maakt<br />

onderdeel uit van het cluster Almere-Buiten Zuid dat nu bestaat uit vier scholen waarvan één<br />

school een uitgesproken concept heeft namelijk het Daltonconcept. Verder zijn er binnen de<br />

eigen denominatie in Almere-Buiten nog een Jenaplanschool aanwezig en is er een<br />

algemeen bijzonder neutrale Montessorischool.<br />

De woningbouw in de nieuwe wijk kenmerkt zich door de volgende statistische gegevens:<br />

- De start van de eerste woningbouw heeft plaats gevonden 2000. Oplevering geschiedt<br />

, tussen 2001en 2004. In 2001 bijna 27%, in 2002 ruim 30%, in 2003 ruim 34% en in 2004<br />

betreft het 8% van de totaal op te leveren woningen.<br />

- Daarvan zit ruim 82% in de koopsector en bijna 18% in de huursector.<br />

- Alle woningen bevinden zich in de vrije sector. Er is dus geen sprake van gesubsidieerde<br />

bouw.<br />

- Ruim 20% van de woningen zijn 3-kamerwoningen <strong>of</strong> kleiner. Bijna 80% zijn 4-<br />

kamerwoningen <strong>of</strong> groter.<br />

- Bijna 3% zit in de vrije prijsklasse(vrijstaand individueel ontwerp).<br />

Ruim 15 % zit in de prijsklasse > f 475.000,--.<br />

Ruim 16 % kost tussen de f 365.000,-- en f 475.000,--.<br />

Ruim 22% zit in de prijsklasse tussen f 270.000,-- en f 365.000,--.<br />

Bijna 17% kost tussen f 21 5.000,-- en f 270.000,--.<br />

Ruim 26% kost minder dan f 215.000,--.<br />

Bij de laatste twee categorieën moet men denken aan portiek- <strong>of</strong> galerijflats <strong>of</strong> aan<br />

duplexwoningen.<br />

- Van het totaal te bouwen woningen zijn bijna 91% eengezinswoningen en ruim 9%<br />

meergezinswoningen.<br />

Opvallend aan deze cijfers is de verhouding kooplhuur. In de recente nieuwe wijken is de<br />

verhouding meestal 30 a 40% huur en 60 a 70% koop. Op basis van bovenstaande<br />

gegevens is voorzichtig te concluderen dat de bewonerspopulatie gemêleerd zal zijn zonder<br />

uitzonderlijke uitschieters naar boven <strong>of</strong> beneden.<br />

Missie<br />

De Eilandenbuurtschool is een openbare school. Dit betekent dat de school open staat voor<br />

iedereen met respect voor ieders culturele enl<strong>of</strong> levensbeschouwelijke achtergrond. Hierbij<br />

aansluitend streeft de school naar inclusief onderwijs waardoor volledige<br />

onderwijsintegratie van alle kinderen uit de wijk mogelijk wordt. Het te geven onderwijs<br />

neemt het kind als uitgangspunt met als doel zo hoog mogelijke sociale en cognitieve<br />

resultaten op alle gebieden. Individuele ontwikkelingslijnen voor kinderen behoren tot de<br />

mogelijkheden waarbij zelfstandig werken en samenwerkend leren een belangrijke rolsspelen<br />

als middel om dit doel te bereiken. Samenwerking met het expertisecentrum speciaal<br />

onderwijs en de stichting Gewoon Anders is een voorwaarde.<br />

Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting "Gewoon Anders" augustus 2003<br />

45


Onderwijsfunctie<br />

Uitgangspunten van het onderwijsconcept:<br />

- Het onderwijsconcept van de school in de Eilandenbuurt kenmerkt zich door een<br />

groeimodel richting inclusief onderwijs waardoor volledige onderwijsintegratie mogelijk<br />

wordt voor alle buurtkinderen.<br />

- De sociale integratie, die een voorwaarde is voor inclusief onderwijs, wordt planmatig<br />

begeleid.<br />

- Leren wordt gezien als een sociaal proces waarin zowel plaats is voor persoonlijk<br />

presteren als voor zaken als respect, invoelend vermogen, tolerantie, eerlijkheid en<br />

verantwoordelijkheid.<br />

- Het vertrekpunt van het te geven onderwijs zijn de mogelijkheden van een kind c.q. zijn<br />

ontwikkelingspotentieel. Dit geldt niet alleen op het gebied van de instrumentele<br />

vaardigheden maar ook bijvoorbeeld de creatieve vakgebieden<br />

- De school streeft naar kwalitatief hoogstaand onderwijs voor alle kinderen waarbij<br />

zelfstandig werken en samenwerken belangrijke peilers zijn om dit te realiseren.<br />

- Het onderwijs wordt resultaatgericht gestuurd door goed evalueerbare einddoelstellingen<br />

op alle gebieden.<br />

Pedagogische ontwerp<br />

De keuze voor een groeimodel richting inclusief onderwijs geeft het mensbeeld aan op<br />

grond waarvan kinderen op deze school worden begeleid en opgevoed. De kinderen leren<br />

door inclusief onderwijs dat in principe niemand wordt buitengesloten en bereidt ze dus<br />

ook voor op een samenleving waarin niemand wordt buitengesloten. Door inclusief<br />

onderwijs te bieden worden begrippen als tolerantie, verantwoordelijkheid voor elkaar,<br />

respect voor verschillen en de waarde daarvan, op een duidelijke en hanteerbare manier in<br />

de dagelijkse praktijk gebracht.<br />

Het pedagogisch klimaat binnen de school komt tegemoet aan basale behoeften zoals de<br />

behoefte aan een veilige relatie, de behoefte je competent te voelen en de behoefte<br />

zelfstandig te kunnen beslissen. Deze behoeften zijn bij ieder kind aanwezig en moeten<br />

gehonoreerd worden om de verdere ontwikkeling te stimuleren. Leraren moeten dus de<br />

kinderen laten ervaren dat zij het kunnen zodat dit de intrinsieke motivatie van kinderen<br />

bevorderd.<br />

Aangezien het om een groeimodel gaat zal dit pedagogisch concept ook (in de eerste jaren)<br />

haar grenzen kennen. Kinderen met emotionele enl<strong>of</strong> gedragsproblemen zullen niet altijd<br />

(direct) opgevangen kunnen worden in de reguliere setting. Hiervoor zullen separate opvang<br />

in bijvoorbeeld kleinere groepen een uitkomst kunnen bieden. Wel blijft het streven om deze<br />

kinderen uiteindelijk te integreren.<br />

Didactische ontwerp<br />

Door als vertrekpunt van het te geven onderwijs te kiezen voor de mogelijkheden van elk<br />

kind c.q. zijn ontwikkelingspotentieel impliceert dat allereerst de beginsituatie van elke<br />

leerling moet worden vastgesteld. Hiervoor zal externe wetenschappelijke hulp noodzakelijk<br />

zijn om dit verantwoord in kaart te kunnen brengen. Tevens zal aansluiting plaats moeten<br />

vinden bij de afspraken die in het samenwerkingsverband zijn gemaakt rondom bijvoorbeeld<br />

het in kaart brengen van de basisvaardigheden voor 4-jarigen. Op basis van de beginsituatie<br />

kan het leerteam zorgdragen voor een goede afstemming tussen de behoeftes van het kind<br />

en de leerinhoud. Dit gebeurt door kinderen hun eigen ontwikkelingslijn te laten volgen<br />

binnen de school omdat ze verschillen in talent, tempo en temperament. Ook moet er<br />

voldoende ruimte gegeven worden aan kinderen om op grond van eigen interesses te<br />

werken en zich verder te ontwikkelen binnen de school. Aan de hand van een<br />

leerlingvolgsysteem kan elk kind gevolgd worden in zijn ontwikkeling en kan op basis hiervan<br />

planmatig de vervolgstappen gezet worden. De te geven instructie kenmerkt zich door<br />

diversiteit omdat elk kind anders leert. Een gedeelte van de instructie is leerkrachtonaf-<br />

hankelijk door gebruik te maken van tape en computers.<br />

Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting "Gewoon Anders" augustus 2003


De onderwijsinhouden zijn modulair samengesteld en zijn deels zelfstandig te verwerken. Het<br />

aanbieden en ontdekken van verschillende leerstrategieën is een belangrijk onderdeel van de<br />

onderwijsin houden.<br />

De zorgstructuur bestaat uit voorzieningen voor extra zorg aan kinderen in de school, inclusief<br />

opvang in het kader van de leerlinggebonden financiering. Deze interne zorgstructuur is een<br />

aanvulling op datgene dat de groepsleraar al doet en voorziet in een cyclus van signaleren en<br />

analyseren van onderwijsleerproblemen, voorbereiden, uitvoeren en evalueren van oplossingen.<br />

Hiervoor maakt de school o.a. gebruik van een genormeerd leerlingvolgsysteem. Afhankelijk van<br />

de grootte van de school kan er binnen de school een zorgteam worden geformeerd. Daarnaast<br />

doet de school vanzelfsprekend een beroep doen op de bovenschoolse zorgvoorzieningen<br />

wanneer de vraag om extra zorg de mogelijkheden van de school te boven gaat.<br />

Onderwijsorganisatie<br />

Het criterium voor de unitlbouwindeling is op de school in de Eilandenbuurt in principe de leeftijd<br />

van de kinderen met een maximum van drie jaar fysiek leeftijdsverschil. Het aantal unitslbouwen<br />

zal afhankelijk zijn van de grootte van de school. Binnen elke unit onderscheiden we een aantal<br />

Heterogene basisgroepen die elk een eigen mentor hebben. Voor het leerst<strong>of</strong>aanbod binnen elke<br />

unitlbouw is het totale leerteam verantwoordelijk bestaande uit leerkrachten(sommigen met<br />

specifiek ontwikkelde expertise), onderwijsassistenten, intern begeleider, fysiotherapeut en<br />

andere deskundigen die noodzakelijk zijn om te komen tot inclusief onderwijs. Lichamelijke<br />

oefening en expressievakken worden zoveel mogelijk gegeven door vakleerkrachten die in<br />

meerdere units werkzaam zijn..<br />

Het hiervoor geschetste didactische ontwerp vereist binnen de onderwijsorganisatie dat er zowel<br />

individueel als groepsgewijs gedifferentieerd wordt door het leerteam. Immers als de<br />

ontwikkelingslijnen van een aantal kinderen parallel lopen is het zeker, ook vanuit sociaal<br />

oogpunt, verantwoord om de benodigde instructie voor de vervolgstappen groepsgewijs aan te<br />

bieden in de vorm van bijvoorbeeld grote groeplkleine groep. Indien dit niet het geval is zal er<br />

sprake zijn van gerichte individuele instructie voor het betrokken kind. In alle gevallen zorgt het<br />

leerteam voor de duidelijkheid en de structuur binnen het leerproces zonder te nadrukkelijk<br />

aanwezig te zijn. Kinderen moeten uitgedaagd en gemotiveerd worden door het leerteam zodat<br />

ze actief en betrokken blijven. Dit kan door afwisselende didactische werkvormen. De moderne<br />

methoden en materialen geven hiervoor veel aanwijzingen en moeten dus ook op de goede<br />

manier gebruikt worden door het leerteam. Ook ICT kan hier een belangrijke rol in spelen als<br />

ondersteunend middel.<br />

Het leerteam vervult een cruciale rol. Verantwoordelijkheden binnen het team moeten goed<br />

afgebakend en helder zijn.<br />

Schoolorganisatie<br />

De schoolorganisatie bestaat uit een aantal unitslbouwen bestaande uit minimaal 60 en<br />

maximaal 90 leerlingen. Het schoolconcept van de school in de Eilandenbuurt vraagt om een<br />

pr<strong>of</strong>essionele organisatie waarin de schoolleiding door persoonlijk leiderschap stuurt op gedrag.<br />

Een kwaliteitenanalyse is op voorhand noodzakelijk zodat helder wordt welke kwaliteiten voor<br />

elke functie noodzakelijk is om een goed functionerend onderdeel te zijn van het (1eer)team.<br />

Scholing gericht op inclusief onderwijs kan hier (blijvend) een ondersteunende rol in spelen. De<br />

toekomstige directie moet kennis en op de hoogte zijn van de ontwikkelingen binnen het speciaal<br />

onderwijs. De directie heeft als primaire taak onderwijskundig management en moet zoveel<br />

mogelijk gevrijwaard blijven van beheersmatige zaken. Voor bijvoorbeeld het goed benutten van<br />

de financiële stromen die bij inclusief onderwijs een rol spelen moet externe deskundigheid<br />

worden ingekocht. Mogelijk dat OB00 deze expertise kan bieden.<br />

Omdat er groepsdoorbrekend wordt gewerkt in bouwen onder begeleiding van leerteams zal het<br />

gebouw flexibel moeten worden ingericht. De inrichting en meubilair moet functioneel zijn en<br />

geschikt voor minder validen. Ook moet er gedacht worden aan voldoende behandelkamers en<br />

andere voorzieninghen gezien het onderwijsconcept.<br />

Op schoolniveau is er sprake van een brede zorgstructuur waarbij ondersteuning en expertise<br />

van het expertisecentrum speciaal onderwijs en de stichting Gewoon Anders onontbeerlijk is.<br />

Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting "Gewoon Anders" augustus 2003<br />

47


Bijlage 3. Evaluatie Ouders pilot inclusief onderwijs<br />

De ouders van Sterre<br />

Achtergrond<br />

Sterre (1991) mocht na twee jaar basisonderwijs in Duivendrecht niet langer op school<br />

blijven. De Tyltylschool in Amsterdam achtte Sterre op dat moment niet toelaatbaar en<br />

verwees haar naar een kinderdagcentrum (kdc), maar was, na bemiddeling van de<br />

onderwijsinspectie, bereid een tweejarige pilot in te richten om te komen tot onderwijs aan<br />

kinderen als Sterre. In de evaluatie van die pilot stelde de Tyltylschool vast niet te zijn<br />

toegerust om aan kinderen als Sterre onderwijs te bieden.<br />

Onder meer met de ouders van Thiandi, die net als voor Sterre na rechtszaken moesten<br />

vaststellen dat toelating op een school niet afdwingbaar was, werd de Stichting Inclusief<br />

Onderwijs opgericht. Contacten tussen de Stichting Gewoon Anders en ons in onze<br />

hoedanigheid als Stichting en als ouders leidden tot het voornemen van de Stichting Gewoon<br />

Anders te komen tot een pilot Inclusief Onderwijs. Ouders moesten daarvoor naar Almere<br />

verhuizen.<br />

Hoewel het de bedoeling was de pilot op twee aparte scholen in te richten, bleek uiteindelijk<br />

alleen een startende school, de archipel in Almere Buiten, bereid de uitdaging aan te gaan.<br />

Sterre mocht als eerste worden ingeschreven (augustus 2001) - de school had toen nog<br />

maar 40 leerlingen - Thiandi volgde toen de archipel was gegroeid tot ongeveer 80<br />

leerlingen (na paasvakantie 2002).<br />

Doelstelling<br />

Doelstelling voor ons was dat Sterre op een reguliere school onderwijs zou krijgen. Speciaal<br />

onderwijs, dat in deze haar handelingsverlegenheid had vastgesteld (zie boven), was geen<br />

optie meer. Ook het door de aard van het speciaal onderwijs verschralend sociaal netwerk<br />

moest weer worden opgebouwd: op een reguliere basisschool uit de buurt kunnen vriendjes<br />

en vriendinnetjes na school makkelijk mee komen spelen, voor de gehandicapte kinderen op<br />

de Tyltylschool was dat onmogelijk: die moesten allemaal met het busje weer naar huis.<br />

Voorts was het voor ons van belang dat Sterre door de voorbeeldfunctie van haar<br />

klasgenootjes geïnspireerd werd tot leren, waar dit op de Tyltylschool met de medeleerlingen<br />

die allen een ernstige handicap hadden maar zeer beperkt mogelijk was.<br />

Verder wilden wij vaststellen dat inclusief onderwijs, zoals in het buitenland al jarenlang<br />

praktijk, ook voor Nederland haalbaar zou zijn.<br />

Tenslotte, met het oog op de periode na de basisschool, is voor Sterre de ervaring op het<br />

regulier basisonderwijs belangrijk om een school voor voortgezet onderwijs ervan te kunnen<br />

overtuigen dat toelaten haalbaar is.<br />

Resultaat<br />

De twee jaren zijn omgevlogen. Sterre heeft zich - met extra hulp - kunnen handhaven op<br />

de basisschool. Zij heeft vriendjes en vriendinnetjes gekregen en voelt zich thuis op school.<br />

De acceptatie van het team en de geweldige inzet van de klassenassistentes hebben dat<br />

mogelijk gemaakt. Er is gewerkt aan zinvolle doelen met hulp van zelfgemaakte lesjes.<br />

Sterre heeft vaak veel plezier in leren als zij mee kan doen met de andere kinderen. Zij wordt<br />

door haar klasgenootjes gewaardeerd en gerespecteerd en dat geeft haar het gevoel er bij te<br />

horen. Ze communiceert actief met haar omgeving met gebaren, haar activiteiten fotoboekje,<br />

lichaamstaal en klanken. Ze wordt in toenemende mate een gesprekspartner doordat ze laat<br />

zien te begrijpen wat er wordt gezegd.<br />

--<br />

Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting "Gewoon Anders" augustus 2003


Voordeel<br />

Voor Sterre is het meest in het oog lopend voordeel dat ze het op school fijn vindt en geniet<br />

van het spelen met vriendjes en vriendinnetjes na school. De ingestelde kaders van het<br />

onderwijs aan Sterre (handelingsplan) bieden een kapstok om activiteiten met Sterre te<br />

ondernemen (computer, tellen, lezen,. . .) op school, maar ook erna. Het heeft een<br />

structurerende invloed op Sterre waardoor haar fladderend gedrag omgebogen is naar een<br />

taakgerichtere instelling.<br />

Voor ons ouders is de verandering dat we niet meer dagelijks de schoolgang van Sterre<br />

hoeven te bevechten tegen instanties die alles uit de kast halen om Sterre van school te<br />

krijgen <strong>of</strong> van school te houden. We hebben daardoor geen hoge advocaat-rekening meer<br />

en we kunnen ons voortaan concentreren op inhoudelijke aspecten van het onderwijs en<br />

opvoeding van Sterre en het helpen opbouwen van haar sociaal netwerk.<br />

Doordat onze activiteiten verlegd zijn van "vechten tegen" naar "meedenken over" blijkt meer<br />

mogelijk dan we voorheen dachten.<br />

Plan van Aanpak<br />

Op micro-niveau voor Sterre is het plan van aanpak beschreven in de handelingsplannen<br />

voor Sterre. Het eerste jaar richtte zich de doelstellingen voor Sterre op het maken van eigen<br />

keuzes, vergroten van haar aandacht en concentratie en op de communicatie. Bij alle<br />

activiteiten op school werd bezien in hoeverre deze konden bijdragen aan deze doelen.<br />

Het eerste jaar stond voor school, casemanager en ouders nog erg in het teken van het vorm<br />

geven van de startende school en het zoeken naar doelen en methoden.<br />

Het tweede jaar zijn in het handelingsplan voor Sterre doelen geformuleerd die waren<br />

samengesteld uit de concept kerndoelen ZML en kerndoelen basisonderwijs. Zo konden<br />

haalbare doelen op het vlak van rekenen, taal, kennis der natuur, maatschappelijke oriëntatie<br />

en creatieve ontwikkeling worden opgesteld die zorgden voor een legitimering van het<br />

onderwijs aan Sterre en die een kader boden voor de voortgangsgesprekken en de<br />

activiteiten van Sterre.<br />

De doelen zijn gesteld voor de periode van één schooljaar, maar blijken beter haalbaar<br />

binnen twee schooljaren. Sterre geeft passief blijk een groot deel van de doelen gehaald te<br />

hebben, maar daadwerkelijk en concreet tonen dat ze een bepaalde cognitieve vaardigheid<br />

heeft is door haar communicatieprobleem nog moeilijk. Overduidelijk blijkt dat Sterre het in<br />

de meeste gevallen fijn vindt om aan die doelen te werken.<br />

Planning<br />

De archipel streefde ernaar om binnen twee jaar te groeien naar een inclusieve brede<br />

school. De omstandigheden zijn niet gunstig geweest voor zo'n ambitieuze doelstelling. De<br />

eerste inclusieve school van Nederland blijkt een eiland in onderwijsland. De school is een<br />

startende school waar in korte tijd het leerlingental en team fors uitbreiden terwijl de school<br />

ook nog eens met partijen tot een brede school moet komen. Daarnaast is inclusief onderwijs<br />

een doel waaraan bij voortduring moet worden geschaafd. Tenslotte zorgt het gemis aan<br />

bestaande Nederlandse methoden voor kinderen als Sterre en Thiandi voor een grote druk<br />

op het team en de ouders die deze zelf moeten ontwikkelen.<br />

Organisatie, communicatie en rapportage<br />

In de organisatie rond de pilot waren er voor ons drie partijen: de casemanager, de school en<br />

wijzelf. De organisatie achter de pilot was voor ons buiten zicht. Wij hebben het gevoel dat<br />

de partijen volop open stonden voor elkaars, dus ook onze, inzichten.<br />

- P------<br />

Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting "Gewoon Anders" augustus 2003


In de door Stichting Gewoon Anders opgestelde plaatsingsafspraken voor het schooljaar<br />

200112002 was een wekelijks overleg van 45 minuten tussen ouders en onderwijsassistente<br />

voorzien. Uit betrokkenheid was daarbij de klassenleerkracht steeds aanwezig. In het tweede<br />

jaar bleken vijf voortgangsgesprekken per jaar voldoende.<br />

Het wekelijkse gesprek in het eerste jaar vroeg zowel van school als ouders een behoorlijke<br />

tijdsinvestering doordat er steeds het een en ander georganiseerd moest worden rond de<br />

opvang van Sterre na school. Bij ontbreken van een handelingsplan gedurende de eerste<br />

maanden waren er eigenlijk ook nauwelijks kaders voor het gesprek. Door het verminderen<br />

van de frequentie van de gesprekken en met het handelingsplan als leidraad, kwamen<br />

vanzelf de belangrijke onderwerpen boven drijven. De kleinere zaken konden met de<br />

onderwijsassistente <strong>of</strong> leerkracht even kort voor <strong>of</strong> na de les worden afgehandeld. Wij<br />

hebben het gevoel dat het wederzijds vertrouwen in de looptijd van de pilot is toegenomen<br />

en dat wij opener dingen tegen elkaar kunnen zeggen. Openheid betekent een enorme<br />

tijdsbesparing in de onderlinge communicatie.<br />

<<br />

Wij hebben veel waardering voor het feit dat Sterre een in vorm identiek rapport kreeg zoals<br />

haar klasgenootjes dat ook kregen. Sterre was daar erg trots op. En ook wij ouders hadden<br />

daardoor het gevoel welkom te zijn.<br />

De bekendmaking naar de buitenwereld in de pers had naar onze inzichten wat<br />

geprononceerder gekund. Uiteindelijk betreft het hier een voor Nederland unieke pilot.<br />

Evaluatie<br />

Evaluatie van de ontwikkelingen rond Sterre op school gebeurde tussen ouders en<br />

casemanager, ouders en school en casemanager en school. De bijeenkomsten werden<br />

genotuleerd, meestal door de casemanager. Dit systeem werkte naar ons idee goed.<br />

Facilitering<br />

De pilot heeft zich nu al, naar onze mening, bewezen en verdient te worden voortgezet.<br />

In het concept projectvoorstel voor de pilot (september 2000) werden de kosten van de pilot<br />

op twee scholen en met twee leerlingen begroot op fl 137.200.= ( E 62.350.=). In het voorstel<br />

zouden de Stichting Gewoon Anders en GOSSA hierin fl 89.200.= ( E 40.550.=) bijdragen.<br />

De vergelijkbare bekostiging voor een mg-geïndiceerde leerling binnen cluster 3 bedraagt<br />

(omgerekend) ca E 18.000.= op jaarbasis.<br />

Sinds september 2002 kunnen PGB-gelden worden ingezet, zelfs voor fulltime begeleiding<br />

op een basisschool van door het LCIG-geïndiceerde leerlingen. Die begeleiding moet dan<br />

"AWBZ-zorg" zijn en geen "onderwijs-zorg" zoals in de pilot.<br />

Voor Sterre is voor het schooljaar 200112002 E 11.300.= en voor het schooljaar 200212003<br />

E 22.600.= uit het PGB-budget ingezet.<br />

Aanbevelingen<br />

Wij vinden dat de pilot zou moeten worden omgezet in een structureel aanbod van het model<br />

inclusief onderwijs.<br />

Bij het ontbreken van methoden en de door cluster 3 zelf vastgestelde<br />

handelingsonbekwaamheid zou voor deskundigheid moeten worden gezocht van buiten het<br />

speciaal onderwijs.<br />

Voor de financiering moet gezocht worden naar een sluitende begroting bekostigd uit<br />

Rugzak en PGB.<br />

Aan de pilot en het vervolg zou op ruimere schaal in de pers bekendheid moeten worden<br />

gegeven.<br />

Ferdi Ploeger<br />

Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting "Gewoon Anders" augustus 2003<br />

51


De ouders van Thiandi<br />

Onze doelstelling was :<br />

Goed onderwijs voor onze dochter op cognitief en sociaal emotioneel nivo.<br />

Haar een kans geven door een plek in de micromaatschappij van school, om sociale<br />

relatiedvriendschappen met kinderen te krijgen.<br />

Door haar fysieke en communicatieve beperkingen (ze kan niet praten en mist centraal zien),<br />

en het feit dat ze in Nederland nauwelijks op een speciale <strong>of</strong> reguliere school was<br />

toegelaten, had ze nog geen serieuze gelegenheid gehad om relaties met leeftijdsgenoten<br />

op te bouwen.<br />

Ervaringen op school<br />

Schoolteam<br />

De schooldirectie en het leraren team (leerkracht +leerkrachtassistent= klassenteam) zijn<br />

bbitengewoon accepterend naar onze dochter en ons, ouders toe. Ze dragen inclusief<br />

onderwijs uit naar alle ouders en kinderen. Het feit dat inschrijving op school voor twee jaar<br />

een gegeven is (dan is Thiandi 14), geeft ons een bijzondere rust. Zo hoeven wij niet op<br />

eieren te lopen. Bij verschil van inzicht kan er in overleg naar een oplossing gezocht worden.<br />

De directie is communicatief en ondersteunend en staat open voor onze suggesties. De<br />

communicatie verloopt via dagelijks contact met de klassenassistent en middels een schriftje<br />

en vaak een pictoverslag van Thiandi dat ze gemaakt heeft met behulp van haar<br />

klasgenoten.<br />

Pedagogisch klimaat in de klas.<br />

Het klassenteam is samen erg goed in het creëren van een goed klimaat in de klas waarin<br />

niet gepest wordt en respect voor en acceptatie van elkaar bestaat. Ze vervullen een prima<br />

voorbeeldfunctie. Na aanvankelijk gewenning van beide kanten en door het gaan gebruiken<br />

van picto's om beter te kunnen communiceren voelt Thiandi zich nu prima. In het najaar was<br />

er een terugslag door ernstige medische problemen. Het klassenteam heeft deze<br />

bedreigende tegenslagen zeer goed weten op te vangen. Tegen de kerstvakantie waren de<br />

problemen gelukkig verholpen en werd het kerstfeest met veel plezier door de hele klas<br />

gevierd. Medeleerlingen hielpen haar met de kerstmaaltijd. Het klassenteam is heel creatief<br />

in het bedenken van projekten waar kinderen samen met Thiandi iets maken. En samen iets<br />

maken geeft wederzijds respect.<br />

Vriendschappen.<br />

Ons voorstel om een externe deskundige te vragen een vriendenkring te helpen opbouwen is<br />

overgenomen. We hopen dat deze vriendenkring ook buiten de schooltijd met haar gaat<br />

optrekken.<br />

Cognitief<br />

Didactische methodes voor kinderen met het niveau van Thiandi zijn in Nederland eigenlijk<br />

niet voorhanden op het speciaal onderwijs, omdat het speciaal onderwijs deze kinderen niet<br />

leerbaar acht(te).De klassenassistente heeft ervaring met KDC kinderen en zich behoorlijk<br />

ingelezen in materiaal wat wij uit het buitenland meenamen. Zij en de leerkracht gebruiken<br />

hun creativiteit om het curriculum aan te passen.<br />

Wij hebben als ouders het voorstel gedaan om een externe deskundige aan te trekken die<br />

veel ervaring heeft met praktische didactiek aan KDC kinderen. Thiandi leert moeizaam,<br />

deskundige begeleiding van de leerkracht is essentieel.<br />

De directie en team zijn hierover in bespreking.<br />

p-<br />

Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting "Gewoon Anders" augustus 2003


Stichting Gewoon Anders.<br />

- Heeft een fantastische klassenassistent voor ons gevonden.<br />

- Heeft een goede manier gevonden om de pilot te financieren (inzet van AWBZ middelen<br />

voor de persoonlijke begeleiding). Dit is belangrijk omdat het ministerie van onderwijs<br />

verre van volledige financiering biedt voor inclusief onderwijs. Het is belangrijk dat ze<br />

doorgaan met deze manier van financiering.<br />

- De casemanager is buitengewoon enthousiast over het project.<br />

- We missen deskundigheid over didactiek en pedagogiek ten aanzien van Thiandi.<br />

- Ons voorstel om externe deskundige voor de pedagogiek in te schakelen is gehonoreerd<br />

en ten aanzien van de didactiek in overweging.<br />

- Graag zouden we meer vraaggericht werken zien van uit de Stichting, bijvoorbeeld bij<br />

het aanvragen van noodzakelijke computerapparatuur en andere leermiddelen. Of bij het<br />

aanvragen van aangepaste speeltoestellen op de speelplaats.<br />

- Er is geen formele invloed <strong>of</strong> medezeggenschap van ouders ingebouwd in de Stichting.<br />

Dat vinden wij een essentiële misser omdat ouders het meest gebaat zijn bij inclusief<br />

onderwijs en daardoor het meest actief om progressie in het project te houden . Buiten<br />

de pilot om gebeurt er weinig op inclusief terrein wat de continuering van het project (en<br />

het vervolgonderwijs voor Thiandi) in gevaar kan brengen.<br />

Resultaten voor Thiandi en ons<br />

Wij zijn erg enthousiast over het project. Acceptatie van kinderen met handicap zonder<br />

discussie op school <strong>of</strong> bij andere ouders geeft ons heel veel rust. Als we kinderen van school<br />

op straat tegenkomen is het altijd gezellig; kinderen van andere scholen daarentegen vinden<br />

Thiandi raar <strong>of</strong> zielig, ze praten vooral met mij, doen pesterig <strong>of</strong> negeren haar.<br />

We zien Thiandi emotioneel en sociaal groeien. Ze is niet alleen met eten bezig zoals<br />

voorheen. Ze luistert veel meer naar anderen, waar ze vroeger toch erg in haar eigen wereld<br />

zat (vroeger werd ze diep zwakzinnig en autistisch genoemd en niet leerbaar). Ze probeert<br />

meer interacties aan te gaan door gezellig aan tafel te zitten bij het kaarten <strong>of</strong> spelletjes<br />

spelen. Ze laat blijken te weten wat zich afspeelt, heeft er meer grip op en wil daar invloed op<br />

uitoefenen. En de omgeving begrijpt haar meer en is ruimer geworden. Ze leert matchen en<br />

opdrachten uitvoeren. Ze doet mee aan toneelstukjes.<br />

Samenvatting.<br />

De pilot is voor ons meer dan geslaagd.<br />

De belangrijkste factoren waren wat ons betreft :<br />

1. Geen discussie meer met team, <strong>of</strong> andere ouders over acceptatie van gehandicapte<br />

kinderen. De school draagt de visie van inclusief onderwijs duidelijk uit.<br />

2. De school stelt zich op als lerefie_oganisatie; je hoeft niet alle kennis te hebben<br />

maar wil ontbrekende kennis wel verkrijgen, zo nodig via externe deskundigen.<br />

3. De drijvende kracht van Stichting Gewoon Anders om deze pilot te starten en te<br />

ondersteunen .<br />

Eindconclusie<br />

Factor 1 een 2 zijn keuzes die je maakt als school <strong>of</strong> als politiek bestuursorgaan. factor 3<br />

kan de politiek <strong>of</strong> het lokaal bestuur creëren.<br />

Deze vorm van inclusief ondenvJs kan zonder meer door andere scholen worden<br />

overgenomen.<br />

Trix Gro<strong>of</strong>f<br />

P-- Lp - P- 53<br />

Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting "Gewoon Anders" augustus 2003


Bijlage 4. Evaluatie van de klassenassistenten<br />

Evaluatie pilot inclusief onderwijs door de klassenassistenten<br />

Leerkrachten en klassenassistenten<br />

De taken van de klassenassistent zijn in deze pilot veelzijdig en zeer van belang geweest voor de<br />

ontwikkeling van de school en de ontwikkelingen van de leerling.<br />

De klassenassistent bedenkt grotendeels de leerprogramma's voor de inclusieve leerling, vertaalt de<br />

lesst<strong>of</strong> van de groep naar de leerling, zorgt voor interactie van de inclusieve leerling met de rest van<br />

de leerlingen en zorgt ervoor dat alle groepen en leerkrachten kennis maken met de leerling,<br />

waardoor de onbekendheid m.b.t. handicaps op een natuurlijke en geleidelijke manier verdwijnt en<br />

het team meer open staat voor dit soort leerlingen.<br />

Overige taken van de klassenassistent (tijdens deze pilot) zijn:<br />

Ahnpassen lesmaterialen<br />

- Het maken van lesmaterialen<br />

- Opstellen Handelingsplan<br />

- Het afstemmen van handelingsplannen op schoolniveau<br />

- Oudergesprekken<br />

- Presentaties<br />

- Leerkracht ondersteunen en informeren over de mogelijkheden en vorderingen van een<br />

meervoudig gehandicapt kind.<br />

- Lesgevende taken in kleine groepjes <strong>of</strong> met een gedeelte van de groep indien de leerkracht<br />

buiten de groep lesgevende taken heeft.<br />

- Lesvoorbereidingen<br />

- Lesgeven op een inclusieve manier met de nadruk op het coöperatief leren.<br />

- Leerlingen begeleiden in het tutorlcoach zijn voor een inclusieve leerling<br />

- Andere leerkrachten informeren over de mogelijkheden en vorderingen van een meervoudig<br />

gehandicapt kind.<br />

- Leerkrachten informeren over mijn werkwijze.<br />

- Groepen, samen met inclusieve leerling, bezoeken om de sociale integratie te bevorderen.<br />

- Leerkracht en leerlingen informeren over lichamelijke-, zintuigelijke- en gedragsproblemen en hoe<br />

te handelen. Dit kan ook over medische zaken gaan zoals bijvoorbeeld epilepsie.<br />

Al met al veel gespecialiseerde onderwijskundige taken met daarnaast zorgaspecten en ook nog een<br />

verpleegkundige achtergrond. Tijdens deze pilot is gekozen voor de inzet van Z-verpleegkundigen<br />

als klassenassistent. In het geval van Thiandi lijkt dit blijvend noodzakelijk i.v.m. haar gezondheid en<br />

gedrag.<br />

Achteraf gezien vragen wij ons wel af <strong>of</strong> de genoemde taken en verantwoordelijkheden niet de<br />

functie-omschrijving van een reguliere klassenassistent overstijgen. Met name de<br />

verantwoordelijkheid kan soms heel zwaar wegen.<br />

De klassenassistenten zijn in dienst van Stichting "Gewoon Anders". Zij worden volledig door het<br />

team van de @chipel opgenomen. De vraag is <strong>of</strong> het voor ieders duidelijkheid m.b.t. rechten en<br />

plichten niet beter zou zijn om assistenten die zo veel werkuren op een school hebben in dienst te<br />

laten zijn van de school.<br />

Plaatsing in deze pilot van deze leerlingen en alles wat de pilot met zich meebracht (scholing, etc.)<br />

hebben een positieve stimulans gehad om leerkrachten anders naar integratie en inclusie te laten<br />

kijken. Waarschijnlijk zou een betere kennismaking op de PABO van leerkrachten met kinderen met<br />

een handicap (bv. door middel van stages) en scholing hoe hiermee om te gaan een belangrijke<br />

meerwaarde geven.<br />

Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting "Gewoon Anders" augustus 2003


Om te zorgen voor goede inclusie moeten leerkrachten de didactiek en de reguliere leerlijnen<br />

beheerst hebben en daar consequent mee omgaan, en daarnaast creatief zijn in de instructie en<br />

verwerking om op meerdere leerniveau's een aanbod te kunnen geven. Bovendien zou de leerkracht<br />

thuis moeten zijn in samenwerkend leren, dit heeft een grote meerwaarde. Voor een klassenassistent<br />

is het van belang om zicht te hebben op het programma, waardoor voorbereidingen voor lessen<br />

getr<strong>of</strong>fen kunnen worden. Ook hier moet een leerkracht mee om kunnen gaan. De aarchipel is een<br />

startende school met veel ambities waarvan inclusief onderwijs er een van is. Soms heeft dit geleid<br />

tot taakverzwaring.<br />

Uit documentatie hebben wij gelezen hoe meer het werk van het betreffende kind overeenkomt met<br />

dat van de rest van de groep, hoe kleiner de kans is dat het in een uitzonderingspositie zal worden<br />

geplaatst. Hoe meer het kind door de anderen als gelijke zal worden gezien, hoe groter de kans is op<br />

symmetrische communicatie.<br />

Wij onderschrijven dit, maar er bestaat toch ook nog wat onzekerheid bij ons.<br />

Soms ervaren we dat er te hoge verwachtingen zijn van de inclusieve kinderen, met nadruk op de<br />

cdgnitieve vaardigheden zoals rekenen, taal e.d. Wij ervaren dat als het niveau te hoog is dit ook niet<br />

leidt tot peer-tutoring. Voor de leerkracht nodigt dit minder snel uit tot gedifferentieerd onderwijs<br />

omdat de twijfel over het niveau en het aangeboden werk niet overeenkomt. Pas je de lessen aan op<br />

niveau, dan kan de werkwijze voor het kind totaal anders zijn, maar gebruikt het wel de materialen en<br />

werkt het aan doelen die voor het kind haalbaar zijn. Dit leidt wel tot meer peer-tutoring, en het<br />

stimuleert de leerkracht vaker een les aan te passen voor het desbetreffende kind, omdat de doelen<br />

en resultaten haalbaar zijn.<br />

De komende periode hebben wij sterk de behoefte om ons hier meer in te verdiepen en bevelen wij<br />

aan om dit met het leerteam te bespreken.<br />

Uit documentatie hebben wij vernomen dat leerlingen met een leerachterstand beter presteren in een<br />

inclusieve omgeving. We hebben ondervonden dat wanneer een leerling met een handicap deel<br />

uitmaakt van de reguliere groep, dit op sociaal-emotioneel vlak een meerwaarde is voor alle<br />

kinderen. Hiervoor dient het pedagogisch klimaat in de groep/school wel goed te zijn.<br />

Cognitief is er pas een meerwaarde wanneer er extra handen in de groep zijn vanwege het<br />

samenwerkend leren met een inclusief kind, ieder op hun eigen niveau.<br />

Wanneer we kijken naar de meerwaarde van de inclusieve leerlingen, zijn vooral de prikkeling en<br />

voorbeeldgedrag van andere kinderen belangrijke voordelige elementen.<br />

Meer voorzieningen toehalen naar de reguliere basisschool zou wenselijk zijn.<br />

Samenwerking met de ouders hebben wij als prettig ervaren en ook om goede afstemmingen te<br />

kunnen maken in het belang van het kind. Overleg met de ouders van inclusieve leerlingen zijn ten<br />

opzichte van de andere ouders intensiever, ook bij het bespreken en inspraak van het<br />

handelingsplan.<br />

Al met al zijn wij trots op de archipel en trots op alle leerlingen die veelal op een natuurlijke manier<br />

omgaan met inclusieve kinderen.<br />

Kijk goed naar kinderen daar kunnen volwassenen nog heel wat van leren!<br />

Marilyn Kaptijn, Jolanda Roskam en Sylvia Poelman,<br />

klassenassistenten van Stichting "Gewoon Anders" en werkzaam op de archipel.<br />

p<br />

Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting "Gewoon Anders" augustus 2003


Bijlage 5. Evaluatie van de leerkrachten<br />

Leerkracht groep 3 1 4 I 5 (A. Dragstra)<br />

Na 2 jaar "inclusief onderwijs" kan ik zeggen dat de resultaten tot nu toe positief zijn.<br />

Mijn ervaring is dat het kind met een handicap na kortere <strong>of</strong> langere tijd goed geaccepteerd wordt<br />

door de groep. Het kind hoort erbij. Hijlzij wordt geholpen en als het nodig is "letterlijk en figuurlijk bij<br />

de hand genomen om de weg te wijzen.<br />

Voor de klas is het een verrijking om met de "inclusieve leerling" om te gaan. Zij zullen ook in de<br />

toekomst "positief anders" naar hun gehandicapte medemens kijken.<br />

De zorgleerling zie je steeds stapsgewijs vooruitgaan. Er vindt gewenning plaats in het<br />

groepsgebeuren, ook door veel structuur en herhaling in een groep, waardoor handelingen en<br />

activiteiten makkelijker te realiseren zijn. De onderwijsassistente is onmisbaar voor de kinderen met<br />

een verstandelijke handicap en daardoor ook voor de hele groep. Zij zorgt ervoor dat de zorgleerling<br />

apngepaste leerst<strong>of</strong> krijgt en verwerkt. Ook kan zij even met haar leerling een andere werkplek<br />

opzoeken als deze storend gedrag vertoont.<br />

De contacten met de ouders en andere begeleiders van "het gewoon anders kind" kosten erg veel<br />

tijd, zeker als je dit vergelijkt met de tijd die je besteed aan de ongeveer 30 andere kinderen in de<br />

groep.<br />

De rol van de ouders van de gehandicapte leerling is belangrijk, zij kennen hun kind het best, maar<br />

hun rol mag niet overheersend zijn.<br />

De school moet een handelingsplan maken en bespreekt dit uiteraard met de ouders, zodat er<br />

aanpassingen mogelijk zijn.<br />

Ouders moeten de school het vertrouwen geven dat ze op de goede manier met hun kind omgaan.<br />

Ik ben van mening dat voordat een kind met een verstandelijke handicap wordt toegelaten, eerst<br />

moet worden gekeken naar de aard van de handicap. Niet elk kind moet op school worden<br />

toegelaten.<br />

Er zullen ook in ons nieuwe schoolgebouw speciale voorzieningen nodig zijn.<br />

De voordelen voor een zorgleerling om bij ons op school te zitten zijn:<br />

- hij1 zij zit "in de buurt" op school.<br />

- hijlzij zit op dezelfde school als broerlzus.<br />

- het kind leert veel door het voorbeeld van anderen.<br />

- alle kinderen komen in aanraking met leerlingen met een handicap.<br />

Mijn aanbevelingen voor de toekomst zijn:<br />

- lekker voortgaan op de ingeslagen weg.<br />

- niet het "inclusieve" op elke bijeenkomst <strong>of</strong> avond benadrukken.<br />

- de mate van handicap goed bekijken alvorens de leerling toe te laten.<br />

- kijken <strong>of</strong> er genoeg faciliteiten zijn voor het kind.<br />

- de werkdruk voor een leerkracht goed in de gaten houden.<br />

- de onderwijsassistente in ere houden.<br />

Leerkracht groep 6 17 18 (W. Sminia)<br />

Thiandi bij een beginnende leerkracht in de klas, net van de PABO. Een zwaar gehandicapt kind,<br />

zowel geestelijk als lichamelijk, dat ook nog eens veel geluid maakt. Een onderwijsassistent met<br />

meer werkervaring (ook al is dat dan niet voor de klas) dan de leerkracht, meer levenservaring ook.<br />

Een groep kinderen die allemaal van andere scholen komen. Scholen waar kinderen weg moesten<br />

omdat ze gingen verhuizen, maar ook scholen waar het pedagogisch klimaat niet optimaal was.<br />

Kinderen met een Montessori-achtergrond <strong>of</strong> heterogeen verleden, maar ook kinderen die klassikaal<br />

onderwijs gewend waren.<br />

Moeilijkheden genoeg zou je denken, maar uitdaging des te meer. Als stagiaire heb ik een goed<br />

uitgezette structuur kunnen overnemen. De startende school was al iets minder startend toen ik<br />

kwam werken, er was al een half jaar werk verzet.<br />

P<br />

Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting "Gewoon Anders" augustus 2003


Thiandi kwam in een groep waar de kinderen al iets wisten van het fenomeen 'gehandicapt kind'. Ze<br />

wisten hoe het met Sterre verliep. In het begin was het daarom wennen toen Thiandi kwam. We<br />

hadden te maken met een meer gesloten meisje, <strong>of</strong> meer in zichzelf gekeerd. Eigenlijk was het lastig,<br />

Thiandi te integreren. Ze leek zelf geen contact te zoeken, had moeite netjes te eten en maakte veel<br />

geluid. Er is zelfs een moment geweest waarop we onze twijfels hadden <strong>of</strong> dit niet uit de hand zou<br />

lopen, <strong>of</strong> er niet een dag zou komen dat het te moeilijk werd. Maar als je niet de makkelijkste weg wil<br />

kiezen en streeft naar inclusief onderwijs dan probeer je creatief te zijn.<br />

Na de zomervakantie nog een jaar Thiandi in de groep. Ik besloot me meer bezig te houden met<br />

inclusieve activiteiten. Maar in overleg met Marilyn (de onderwijsassistent) besloten we dat alleen te<br />

willen waar het kon. Er is tijd voor nodig om het gehandicapte kind te laten wennen, om de leerkracht<br />

zover te krijgen dat de oude vertrouwde, soms als 'normaal' omschreven denkbeelden te laten<br />

vallen. Op een natuurlijke manier ontstonden er situaties waarbij zowel leerkracht als<br />

onderwijsassistent situaties creëerden waarbij kinderen op verschillende manieren leren. De<br />

leerstijlen en de verschillende soorten intelligenties die kinderen kunnen hebben worden hierbij als<br />

uimangspunt genomen. Dit geldt voor het gehandicapte kind, maar ook voor de andere kinderen.<br />

De kinderen hebben me laten zien dat ze beter met gehandicapten kunnen omgaan dan welke<br />

volwassene ook. Hoe inclusief je als leerkracht ook bent, de kinderen winnen het in de strijd naar<br />

inclusie. Het inclusieve ervan is dat veel kinderen niet streven naar integratie maar dat als<br />

aangeboren eigenschap lijken te hebben. Dit uit zich niet in het constant bezig zijn met rekening<br />

houden met, maar ook juist dat kunnen laten vallen. Ook vormen van kritiek worden geuit. Wat er<br />

gebeurd is sinds de zomervakantie kan ik amper goed beschrijven. Als ik op een verjaardag zit en<br />

iemand vraagt naar mijn werk dan leg ik dat in geuren en kleuren uit. Hoe positief ik er ook over<br />

vertel, het blijft voor velen een raar, onmogelijk verhaal.<br />

Het pedagogisch klimaat is er bijzonder op vooruit gegaan. Kinderen accepteren elkaar beter,<br />

ongeacht om welk kind het gaat. Een groep met dyslectische kinderen, kinderen met ADHD, met<br />

gedragsproblemen ... elk kind krijgt een kans. En elk kind krijgt ook een tweede kans. Ik heb kinderen<br />

zien opbloeien sinds ze in mijn groep kwamen. Ik denk dat dit mede door Thiandi komt.<br />

Als leerkracht moet je willen, maar ook durven. Je moet dingen los laten en dat is veel moeilijker dan<br />

het lijkt, maar toch gaat het vanzelf. Als dat lukt dan is er absoluut geen nadeel te bedenken.<br />

Een gehandicapt kind dat regelmatig lacht, opener is geworden, zich veilig voelt bij ons met als<br />

gevolg dat ze amper nog geluid maakt. Een groep die sociaal erg sterk is ondanks verschillende<br />

gedragsmatig moeilijke kinderen, elkaar kunnen corrigeren zonder ruzie te krijgen, kan praten om<br />

problemen op te lossen, het voor elkaar op neemt waar nodig. Een onderwijsassistent waar ik erg<br />

trots ben, door geduldigheid, niet te snel willen gaan, door het wederzijdse respect en een goed<br />

pedagogisch inzicht. En blij, omdat ik trots op mezelf ben omdat het helemaal geen moeilijkheid was<br />

zoals mensen denken, omdat het een voorrecht is om zo te mogen werken en dus blij omdat ik<br />

eigenlijk niet eens trots op mezelf hoef te zijn.<br />

-- p<br />

d<br />

- - -<br />

Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting "Gewoon Anders" augustus 2003<br />

-p-<br />

p


Leerkracht groep 6 1 71 8 en intern begeleider (J. Walda)<br />

Concrete resultaten:<br />

Sterre is in de groep betrokken bij het groepsgebeuren:<br />

- Tijdens kringmomenten zit ze in de kring en volgt op haar niveau wat er gebeurt: bijvoorbeld als<br />

een kind een boekbespreking heeft, dan maakt zij het gebaar van 'boek-lezen'en kijkt naar het<br />

kind dat vertelt en leest. Vaak probeert ze de naam van het kind uit te spreken. Op het moment<br />

dat het kind klaar is wil ze ook graag een vraag stellen en steekt haar vinger op.<br />

Ook heeft ze zelf een 'boekenkring' voorbereid, samen met twee groepsgenootjes, met behulp<br />

van Yvonne ( Sterre's moeder). Sterre maakte de gebaren en de groepsgenootjes vertelden over<br />

het boek. Op deze manier heeft Sterre ook een 'spreekbeurt' voorbereid.<br />

Thuis bereiden de ouders van Sterre de vertelkring voor: Met behulp van foto's en woorden krijgt<br />

Sterre een A4-tje mee naar school. Met de bijbehorende gebaren vertelt een kind uit de groep<br />

wat Sterre in het weekend <strong>of</strong> op woensdagmiddag gedaan heeft.<br />

De kringmomenten duren ongeveer een half uur, eigenlijk is dit voor Sterre iets te lang.<br />

- Tijdens de werkmomenten werkt Sterre met een eigen handelingsplan. Zij zit vaak aan een<br />

tafelgroepje in de klas. Ze probeert om de tafelgenootjes bij haar werk te betrekken. Aan het<br />

einde van een werkeenheid is vaak wel de mogelijkheid, dat één <strong>of</strong> meerdere kinderen met haar<br />

meewerken.<br />

Sterre heeft een eigen computer met aangepaste programma's op haar niveau. Onder<br />

begeleiding van de onderwijsassistent, <strong>of</strong> van een ander kind is ze daarmee aan het werk, als<br />

onderdeel van een werkeenheid.<br />

Ze doet op haar niveau mee met de taallrekenmaterialen: bijv als groepsgenootjes het<br />

'breukendoosje' gebruiken, is het voor haar heel aantrekkelijk om er ook mee te spelen.<br />

- Tijdens de pauze gaat Sterre met de anderen kinderen naar buiten. Meestal begeleidt een ander<br />

kind haar de trap op en af. Ze wil graag met andere kinderen spelen en betrekt hun bij haar spel.<br />

- Tijdens de momenten van muziek, dans, drama, en handvaardigheid is de betrokkenheid van<br />

Sterre het grootst. Dit zijn ook de momenten waarop er het meest sprake is van een eenheid<br />

tussen de kinderen in de groep.<br />

De duur van de activiteiten is vaak te lang. Sterre heeft veel behoefte om van haar plaats te gaan<br />

en de klas uit te lopen. Met wat extra stimulans is ze soms te activeren om weer mee te doen.<br />

Een onderwijsassistent is onmisbaar. Zij bereidt de werkmomenten van Sterre voor, maakt het<br />

mogelijk dat Sterre op haar niveau mee kan doen, stimuleert haar als ze de klas uit wil lopen,<br />

gaat met haar naar de wc, draagt zorg voor het dagelijkse contact met de ouders, stimuleert bij<br />

de contacten tussen de kinderen onderling, etc.<br />

Voordeel<br />

Sterre past haar gedrag aan aan het gedrag van haar groepsgenootjes. Zo leert ze meer en anders<br />

dan dat ze met kinderen in een groep zou zitten die ook een verstandelijke handicap hebben.<br />

Dat Sterre bij ons in de groep zit vind ik een meerwaarde voor de andere kinderen in de groep. Ze<br />

leren op een speelse en natuurlijke manier zorg te dragen voor een groepsgenootje. Ze leren om te<br />

gaan met verschillen. De integratie tussen valide en minder valide kinderen is een meerwaarde in de<br />

opvoeding van kinderen.<br />

Sterre is als groepsgenootje zeer geliefd. Het voordeel voor de leerkracht is dat hijlzij nog meer<br />

gericht omgaat met verschillen. Er wordt op de archipel veel creativiteit aan de dag gelegd om alle<br />

kinderen bij 'de les' te houden.<br />

Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting "Gewoon Anders" augustus 2003


Communicatie<br />

Het is van belang om zorg te dragen voor een goede communicatie tussen de ouders van minder<br />

valide kinderen en de leerkrachten <strong>of</strong> onderwijsassistenten. Leerkrachten en onderwijsassistenten<br />

moesten erg wennen aan het feit dat de ouders van deze kinderen meer inspraak hebben bij het<br />

handelingsplan van hun kinderen. In veel andere gevallen zal de inbreng van ouders minder zijn,<br />

daar niet alle ouders zich in grote mate op de hoogte stellen van een onderwijsaanbod, dat van<br />

toepassing zou kunnen zijn voor hun kind(eren).<br />

De ouders van onze pilot- kinderen waren erg betrokken en verdiepten zich in het onderwijsaanbod<br />

voor hun kinderen. De communicatie verliep stroef op de momenten dat de ouders in het aanbod ook<br />

lees- en rekenactiviteiten wilden. Dit waren activiteiten waar Sterre en Thiandi op hun niveau zeer<br />

beperkte belangstelling voor hadden. Dit maakte het werken met deze kinderen moeilijker, daar de<br />

onderwijsassistenten deze kinderen daarin moesten begeleiden.<br />

Wederzijds begrip is zeer belangrijk.<br />

Zelf heb ik veel bewondering voor de inzet van deze ouders voor hun kinderen. Al jaren zijn ze bezig<br />

om het zo goed mogelijk voor hun kinderen te organiseren. Ik merk dat ze heel tevreden zijn over<br />

ohze inzet en de manier van werken op de archipel. Dat ze zich daarnaast verder verdiepen in- en<br />

meedenken over de ontwikkeling van hun kinderen is begrijpelijk.<br />

De contacten tussen de ouders en leerkrachten zijn zeer frequent en kosten veel extra tijd. In iedere<br />

groep zitten ongeveer 25 -30 kinderen; de energie moet over alle kinderen verdeeld worden. Voor de<br />

leerkracht is een onevenredige verdeling van tijd niet altijd makkelijk te plaatsen.<br />

Aanbevelingen<br />

Een full-time onderwijsassistent is een noodzaak om het werken met deze kinderen in het reguliere<br />

basisonderwijs mogelijk te maken. Deze assistentes moeten beschikken over diverse competenties.<br />

Zo moeten zij beschikken over verzorgende kwaliteiten, ze moeten zicht hebben op onderwijs,<br />

beschikken over goede communicatieve vaardigheden, en ze moeten goed samen kunnen werken<br />

met de leerkracht.<br />

Er moet nog een goede, bevredigende manier gezocht worden waarop de ouders invloed hebben op<br />

het onderwijsaanbod van hun kinderen en de mate waarin die invloed zich moet doen gelden.<br />

Daarmee hangt samen de mate waarin het contact tussen de ouders en de leerkracht en/ <strong>of</strong><br />

onderwijsassistent vorm moet hebben.<br />

Dat deze vorm van onderwijs moet blijven is van groot belang!<br />

Leerkracht groep 1 12 A (W. van het H<strong>of</strong>)<br />

Situatieschets: sinds december 2001 heb ik een leerling in mijn kleutergroep met een aangeboren<br />

hersenafwijking. Dit resulteert in beperkingen en leerproblemen op veel gebieden, variërend van<br />

motorische problemen (zowel grove als fijne motoriek) en spraak tot planmatig handelen en<br />

organiseren van werkjes, puzzels en spel. Betreffende leerling heeft geen Persoonsgebonden budget<br />

en doet niet mee in de pilot inclusief onderwijs.<br />

Ze is in 2002 bij de Stichting Gewoon Anders aangemeld en sinds de start van schooljaar 200212003<br />

wordt er in overleg met de casemanager van de SGA een handelingsplan gemaakt voor telkens 6<br />

weken, de uitvoering daarvan ligt voornamelijk bij mij. Op de momenten dat ik met de uitvoering van<br />

het handelingsplan bezig ben, neemt de onderwijsassistente de klas van mij over. Op de dagen dat<br />

de o.a. niet beschikbaar is, werk ik volgens het principe van uitgestelde aandacht en moeten de<br />

kleuters zelfstandig werken.<br />

De resultaten.<br />

Na ruim anderhalf jaar zijn de resultaten goed zichtbaar. Op vrijwel alle gebieden is er sprake van<br />

een behoorlijke vooruitgang. Het aanleren van een strategie om haar te leren plannen bij het maken<br />

van een werkje heeft er toe geleid dat ze nu geheel zelfstandig aan de slag kan. Daarvoor was dat<br />

niet mogelijk omdat ze gewoon niet wist hoe ze verder moest. Niet alle doelstellingen uit de<br />

handelingsplannen zijn gehaald, soms omdat de doelen te hoog gesteld waren, soms omdat de<br />

fysieke omstandigheden van de leerling van invloed zijn gebleken (verkouden, vermoeidheid).<br />

60 -- -- - . . - W -<br />

w<br />

Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting "Gewoon Anders" augustus 2003<br />

. - - - -p


De groepsgrootte (30 leerlingen) is soms ook een (storende) factor gebleken voor het functioneren<br />

van dit kind.<br />

Naast de vooruitgang op de diverse gebieden is er nog een belangrijk resultaat geboekt, n.l. de<br />

integratie van een kind met beperkingen in een kleutergroep, en in groter verband, op school.<br />

Regelmatig heb ik er aandacht aan besteed, is er over "anders zijn" gesproken en was het voor de<br />

kleuters al vrij snel "gewoon" dat deze leerling meer hulp een aandacht nodig had dan zijzelf. Voor<br />

een aantal reguliere zaken als jas aantrekken, rits dichtmaken, lunchspullen opruimen en veters<br />

strikken heb ik al vrij snel een beroep gedaan op een aantal zelfstandige kleuters die hun<br />

klasgenootje daarbij helpen. Bij het "uit de kring gaan" <strong>of</strong> het halen van de jas zorg ik er altijd voor dat<br />

ze als eerste haar jas kan gaan aantrekken (met hulp) <strong>of</strong> dat de situatie dusdanig veilig is dat ze zelf<br />

haar stoel kan verplaatsen. De hulpjes weten wat de leerling zelf moet kunnen en waar zij hulp bij<br />

kunnen bieden. Uiteraard alles onder mijn supervisie, ik ben altijd dicht in de buurt om in te kunnen<br />

springen als iets niet lukt.<br />

DB kleuters zijn, zo jong als ze zijn, heel goed omgesprongen met inclusief onderwijs. Naarmate de<br />

kinderen wat ouder werden, was er ook meer sprake van spontane hulp en af en toe heb ik ook<br />

gebruik kunnen maken van coöperatief leren.<br />

Verder kan ik nog melden dat vrijwel de hele klas er baat bij heeft gehad oni via het<br />

spraakltaalalfabet een aantal klankenlletters te leren en samen met deze leerling motorische<br />

oefeningen te doen.<br />

De vooruitgang van deze leerling is zichtbaar gemaakt door een aantal praktische verwerkingen daar<br />

waar het ging om fijne motoriek (knippen, plakken, rijgen ed.) Verder hebben we telkens met een<br />

zelfde soort ontwikkelingsmateriaal gewerkt waarbij dan blijkt dat de leerling telkens verder komt.<br />

Ook is de CITO afgenomen voor Taal, Ordenen en Ruimte en Tijd. Daarnaast vindt er veel<br />

observatie plaats, tijdens werk en spel en tijdens activiteiten in de kring.<br />

Voordeel voor de betrokkenen<br />

Voor alle betrokkenen is het voordeel groot geweest. Het feit dat dit meisje in een normale klas mee<br />

kon draaien is voor haar van zeer groot belang geweest. Door te spelen en te werken met kinderen<br />

die geen beperking hebben leert ze veel. Voorbeeldgedrag is van groot belang gebleken voor een<br />

kind met haar beperking, omdat ze uiteindelijk heeft leren spelen in de poppenhoek door er telkens<br />

bij te gaan zitten.<br />

Door intensief overleg met de ouders, ook buiten de reguliere afspraken om, hebben we telkens<br />

goed zicht gehad op de vorderingen en eventuele problemen en kon er tijdig worden bijgestuurd. Ik<br />

heb er als leerkracht ook veel aan gehad omdat ik hierdoor veel kennis en ervaring heb opgedaan in<br />

het werken met kinderen met een beperking. De onderwijsassistent en ik hebben samen vaak<br />

overlegd over het aanpassen van leermiddelen <strong>of</strong> het maken van materiaal, en zodoende hebben we<br />

beiden meer zicht gekregen op het leerproces. Dit was vaak ook weer toepasbaar op leerlingen<br />

zonder beperking, maar wel met leerproblemen op bepaalde gebieden. Ook heeft de klas er als<br />

geheel veel van geleerd: hoe houd je rekening met kinderen die anders zijn.<br />

Het voordeel in relatie tot het vervolg van de pilot is er voor ons in deze situatie niet echt, <strong>of</strong> het zou<br />

al zo moeten zijn dat een van de vaste begeleidsters ook met mijn leerling zouden kunnen werken.<br />

De pilot spitste zich echt toe op de twee meervoudig gehandicapte leerlingen waarvoor dagelijkse<br />

begeleiding een vereiste is in de vorm van een eigen assistent <strong>of</strong> hulp van klasgenootjes. De<br />

handicap van mijn leerling is echter van dusdanige aard dat een eigen assistent niet nodig is, wel<br />

moet er regelmatig met haar geoefend en gewerkt worden omdat het nieuw geleerde niet meteen<br />

bezinkt. Echter, wanneer inclusief onderwijs onder de aandacht wordt gebracht kan het voordeel zijn<br />

anderen te laten zien dat je zelfs met kleuters aan inclusief onderwijs kunt doen. Ook kan het<br />

p- --<br />

vooroordeel misschien wegnomen worden dat het een belasting is een kind met handicap in je groep<br />

te hebben. Wel wil ik nog benadrukken, dat we deze resultaten niet gehaald zouden hebben als we<br />

niet hadden beschikt over een onderwijsassistente die feilloos aanvoelde hoe ze met dit kind moest<br />

- .- - -- P-<br />

6<br />

Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting "Gewoon Anders" augustus 2003<br />

1


werken. Ze is bovendien van onschatbare waarde gebleken daar waar het gaat om het uitwerken van<br />

ideeën, aanpassen van materialen en het doen van observaties.<br />

Zonder extra paar handen in de klas zouden we de resultaten van nu nooit gehaald hebben.<br />

Organisatie, communicatie, rapportage<br />

Met betrekking tot het onderdeel communicatie heb ik in het begin reeds aangegeven zelf contact te<br />

hebben gezocht met de behandelend ergotherapeut. Normaliter zou er alleen een regelmatig contact<br />

zijn geweest tussen casemanager en leerkracht. Vanuit mijn ervaring als begeleidster van een kind<br />

met handicap op een school in Haarlem had ik reeds ervaren hoe belangrijk het was contact te<br />

hebben met specialisten in de vorm van de ambulant begeleidster van de mytylschool.<br />

Om meer zicht te krijgen op de problematiek van deze leerling heb ik contact gezocht met de<br />

behandelende ergotherapeut van De Trappenberg. Er is afgesproken de doelen telkens zo veel<br />

mogelijk op elkaar af te stemmen. Van de logopediste heb ik het spraakltaalalfabet gekregen om de<br />

leerling met ondersteuning van gebaren de klanken (en letters) te kunnen leren. De communicatie<br />

tuhsen leerkracht en therapeut vindt plaats door middel van een map, waarin we beiden onze aanpak<br />

en resultaten vermelden. Vragen van mijn kant over problemen die we tegenkomen schrijf ik in de<br />

map, vervolgens geeft de therapeut op de eerstvolgende sessie een antwoord. Zo ontstaat<br />

bovendien een heel gedetailleerd verslag van hoe we met deze leerling hebben gewerkt. Daarnaast<br />

heb ik (op eigen initiatief) een therapiesessie meegemaakt bij de Trappenberg (revalidatiecentrum)<br />

om aanpak en gebruikte materialen en strategieën te bekijken en ervan te leren. Deze aanpak is voor<br />

beide partijen zeer bruikbaar en waardevol gebleken.<br />

De casemanager maakt telkens na een periode van zes weken weer een vervolgafspraak om de<br />

doelen voor de volgende periode van het handelingsplan door te spreken. Ook is ze een paar keer<br />

komen observeren in de klas. Het contact met de casemanager verloopt op zich goed, er was wel<br />

sprake van een misverstand omdat ik alle opdrachten en de daarvoor benodigde middelen veelal zelf<br />

maakte <strong>of</strong> liet maken door de onderwijsassistent. Ik was niet op de hoogte van wat de casemanager<br />

nu exact voor me kon betekenen, later is dat wel duidelijk geworden en kreeg ik ook toegepaste<br />

materialen en methodes.<br />

In de praktijk heb ik gemerkt dat ik bij problemen m.b.t. aanpak me sneller tot de ergotherapeut<br />

wendde dan tot de casemanager. Hiervoor zijn een aantal redenen aan te wijzen, de belangrijkste is<br />

dat de therapeut heel goed zicht heeft op hoe het kind functioneert, tevens is hij voor mij de specialist<br />

op dit gebied.<br />

Het bespreken van het handelingsplan is veelal onder schooltijd gebeurd. De onderwijsassistent<br />

heeft telkens de klas overgenomen zodat ik tijd voor de casemanager had. Het is en blijft moeilijk,<br />

toch vind ik overleg onder schooltijd niet ideaal. Het overleg met de ouders en casemanager vindt<br />

plaats na schooltijd en dat verloopt prima. Het observeren door de casemanager in de klas zou naar<br />

mijn inzicht vaker moeten plaatsvinden omdat er soms te snel conclusies werden getrokken, vooral<br />

als de leerling erg moe <strong>of</strong> verkouden was. Het is dan ook belangrijk dat er terugkoppeling plaatsvindt<br />

richting leerkracht, die heeft uiteindelijk het totaalbeeld van het kind.<br />

Vanaf het begin (start schooljaar 2001) zijn wij als team bij de pilot betrokken geweest. Zelfs waar het<br />

ging om het bespreken van het handelingsplan van de (toen nog enige) leerling was iedereen<br />

aanwezig. In het tweede jaar, na de aanname van de tweede zorgleerling, was er communicatie<br />

tussen Stichting en leerkracht + assistenten, maar tussen Stichting en team als geheel was het veel<br />

minder intensief en ging er soms ook veel langs ons heen<br />

Begrijpelijkerwijs heeft de pilot veel aandacht gekregen, wel vind ik het een beetje jammer dat de<br />

@chipel niet als gepresenteerd wordt.<br />

r-<br />

Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting "Gewoon Anders" augustus 2003


Aanbevelingen<br />

Zoals gezegd is het moeilijk om commentaar en aanbevelingen te geven over de pilot als je er geen<br />

deel van uitmaakt. Kijkend naar de ervaringen die ik de afgelopen tijd heb opgedaan vind de<br />

volgende punten belangrijk genoeg om ze te vermelden.<br />

Om goed inclusief onderwijs te kunnen geven moet je:<br />

Zorgen voor voldoende financiële middelen om als school te realiseren waar je voor staat<br />

Zorgen dat de inclusieve gedachte binnen de brede school gestalte krijgt<br />

Communicatie over de betekenis van inclusief onderwijs; beeldvorming en afstemming van<br />

opvattingen en ideeën (breed)<br />

Duidelijke afspraken over plaatsing van zorgleerlingen m.b.t. handicap, verzorging,<br />

ondersteuning, maar ook over zaken als: groepsgrootte, kan de groep het aan en kan de<br />

leerkracht het aan<br />

Duidelijkheid creëren over de rol van casemanager; wat kan iemand voor jou als leerkracht<br />

betekenen, welke rol heeft een casemanager nu precies?<br />

Bevindingen, vragen en kennis delen en bespreken binnen teamlleerteam<br />

Zorgen voor kennis, d.m.v. bijvoorbeeld cursussen, contacten met speciaal onderwijs enl<strong>of</strong><br />

revalidatiecentra (team, ook breed)<br />

Contacten leggen met opleidingsinstanties<br />

Werkbezoeken brengen aan scholen die ervaring hebben met inclusief onderwijs (Engeland,<br />

Italië,Noorwegen) <strong>of</strong> medewerkers naar Almere halen<br />

Actieve presentatie geven van De archipel als inclusieve school in de buurt<br />

Terugkijkend op een periode van anderhalf jaar waarin we met ons "anderskindje" hebben gewerkt<br />

kunnen we alleen maar constateren hoe goed het voor haar is dat ze bij ons op school zit. Daarnaast<br />

ben ik trots op mijn klas, trots op alle kleuters die, hoe jong ook, toch begrepen en aanvoelden hoe je<br />

dat doet, inclusief zijn. Daar zijn we allemaal een stukje rijker door geworden.<br />

Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting "Gewoon Anders" augustus 2003<br />

-pp 63


Bijlage 6. Evaluatie pilot inclusief onderwijs door Anja Marks, casemanager.<br />

"Het gaat niet om de weg, maar om het perspectief. We gaan op reis, maar de wegen zijn<br />

niet aangegeven. Wij bieden het perspectief en gaan zelf mee op avontuur. "<br />

Achtergrond<br />

In Nederland is een groep kinderen die geen onderwijs bezoekt, maar naar een<br />

kinderdagcentrum gaat. Dit zijn de kinderen die een ontwikkelingsleeftijd hebben van minder<br />

dan 24 maanden. Het speciaal onderwijs geeft aan niet handelingsbekwaam te zijn om deze<br />

doelgroep onderwijs te kunnen bieden.<br />

Enkele ouders van deze kinderen hebben de wens hun kind naar een reguliere basisschool<br />

te laten gaan met als visie inclusief onderwijs.<br />

Deze kinderen integreren binnen het reguliere onderwijs is een vervolgstap op de reguliere<br />

ambulante zorg die vanuit de REC's gegeven wordt aan kinderen die een indicatie voor<br />

speciaal onderwijs hebben. Deze integratie leek enkel optimaal haalbaar binnen een<br />

in'clusieve school, waarin het onderwijs zich aanpast aan de leerlingen. Vandaar dat besloten<br />

werd tot een ontwikkeltraject van één <strong>of</strong> enkele inclusieve scholen.<br />

Gewoon Anders startte hiervoor een pilot. Na een zoektraject langs de Almeerse<br />

basisscholen werd besloten dat een nieuw te starten school inclusief onderwijs zou gaan<br />

vormgeven.<br />

Twee meisjes met een verstandelijke leeftijd rond de 24 maanden werden geplaatst op deze<br />

school, in een middenbouw- en in een bovenbouwgroep. Getracht werd om deze meisjes<br />

binnen het reguliere programma met een eigen onderwijsplan mee te laten draaien. Doelen<br />

voor deze meisjes zouden bepaald worden in gemeenschappelijk overleg tussen school,<br />

ouders en Stichting "Gewoon Anders". Voor de meisjes werd assistentie ingezet in de vorm<br />

van een klassenassistent welke als tweede volwassene in de groep mee zou draaien. Voor<br />

verdere achtergrond verwijs ik naar het pilotplan.<br />

Doelstelling<br />

Door middel van een intensieve begeleiding en een intensief ontwikkeltraject onderzoeken in<br />

welke mate, op welke wijze en onder welke voorwaarden inclusief onderwijs mogelijk is.<br />

Blijvende plaatsing op deze basisschool realiseren van de twee pilotleerlingen was een van<br />

te voren gesteld doel, dit is behaald. Onderdeel van dit doel is dat aan de leerlingen een op<br />

maat gesneden leerinhoud geboden wordt, waarbij sprake is van zowel fysieke als sociale<br />

integratiel inclusie en integratie1 inclusie wat betreft het onderwijsaanbod.<br />

Resultaat<br />

Met elkaar is de afgelopen twee jaar verkend wat verstaan wordt onder inclusief onderwijs en<br />

wordt hieraan op een eigen wijze inhoud gegeven. Er is een document gekomen waarin<br />

genoemd wordt wat het team van de archipel verstaat onder inclusief onderwijs. Deze is<br />

afgeleid van reeds bestaande literatuur. De onderwerpen die in dit document genoemd<br />

worden dienen als doelen voor de school en dus ook voor de begeleiding van de twee<br />

pilotkinderen.<br />

Resultaten m.b.t. team- en schoolontwikkeling zijn gemeten in enquêtes die ingevuld zijn<br />

door betrokkenen, resultaten op kind- en klassenniveau zijn gemeten in kindvolgsystemen en<br />

in evaluatiegesprekken. Samenwerkingsresultaten zijn gemeten door de eigen verslagen die<br />

door alle betrokkenen geschreven zijn aan het einde van de pilotperiode.<br />

Voordeel, plan van aanpak en planning<br />

De twee meisjes hebben de afgelopen twee jaar zoveel mogelijk meegeparticipeerd binnen<br />

het reguliere onderwijsprogramma met eigen doelen. Momenteel bevinden we ons in een<br />

situatie waarin iedereen vindt dat de meisjes leerbaar zijn, zich ontwikkelen en onderwijs<br />

moeten krijgen.<br />

De doelen worden in gezamenlijk overleg opgesteld, bijgehouden en geëvalueerd,<br />

handelingsplannen worden in gezamenlijk overleg geschreven. Viermaal per jaar is er een<br />

-L-p- 65<br />

Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting "Gewoon Anders" augustus 2003


voortgangsoverleg met alle betrokkenen. Indien nodig worden tussendoor externe<br />

deskundigen geconsulteerd om benodigde informatie de school in te krijgen.<br />

Gedurende de twee jaar zijn de volgende resultaten geboekt:<br />

- Er is een kindvolgsysteem ontwikkeld waarin de vorderingen per leerling worden bijgehouden<br />

en waarin in gezamenlijk overleg voor de komende periode nieuwe werkpuntenl doelen<br />

worden opgesteld. Dit is een proces geweest waarin de betrokkenen rondom de leerling<br />

middels communicatie en ervaring met de leerling ongeveer hetzelfde beeld en perspectief<br />

kregen m.b.t. de leerling. Werd er aanvankelijk door enkele teamleden aangegeven dat deze<br />

leerlingen niet leerbaar waren, door goed te registreren op welke vlakken geleerd werd en<br />

hoe die leerstappen eruit zien is die visie aan de kant gezet. Reeds bestaande<br />

kindvolgsystemen (vanuit zml en tyltyl) zijn bekeken en niet bruikbaar gevonden voor deze<br />

pilot.<br />

- Doelen die voor thuis belangrijk zijn en doelen die voor op school belangrijk zijn worden<br />

gezamenlijk bekeken en zowel thuis als op school wordt aan dezelfde doelen gewerkt.<br />

- Waar er aanvankelijk gestart werd met het idee dat de pilotleerlingen op alle momenten met<br />

de klas mee moesten participeren en hetzelfde programma moesten volgen, is er op in de<br />

loop van de tijd besloten dat dit niet altijd het beste is. De pilotleerlingen hebben soms langer<br />

nodig om zich goed in een activiteit te kunnen verdiepen en ervan te kunnen leren (bv.<br />

bewegingsonderwijs en tactiele activiteiten). Er worden bewuste keuzes gemaakt voor<br />

participeren in en afwijken van het klassenprogramma.<br />

- In deze twee jaar is het samenwerkend leren steeds verder ontwikkeld. Leerlingen met werk<br />

op verschillend leerniveau kunnen steeds vaker samen een activiteit doen, waardoor er meer<br />

van elkaar geleerd wordt en kinderen beter met elkaar leren omgaan. Het leren van de<br />

pilotleerlingen gebeurt momenteel vaak via andere leerlingen. Een voorbeeld hiervan is dat<br />

een klas gebaren aanleert waardoor de leerling die met gebaren communiceert het gebaar<br />

leert van de andere leerlingen en alle leerlingen weten hoe te communiceren met gebaren.<br />

- Met elkaar zijn we tot de conclusie gekomen dat binnen dit samenwerkend leren ruimte moet<br />

zijn voor praktische werkvormen: projecten, etc. Binnen de archipel is een start gemaakt met<br />

projectwerken. Dit moet nog verder uitgewerkt worden, maar alle betrokkenen staan achter<br />

deze vorm van leren voor alle leerlingen.<br />

- Praktisch leren is voor de pilotkinderen zeer belangrijk en de beste manier om te komen tot<br />

leren. In de planning van schoolkampen, uitjes en andere buitenreguliere evenementen wordt<br />

momenteel in het bijzonder aandacht besteed welke rol er is weggelegd voor de<br />

pilotleerlingen.<br />

- Er is sprake van een positieve acceptatie van medeleerlingen. De pilotleerlingen hebben<br />

geen sociale uitzonderingspositie. Ze worden door alle leerlingen gezien als volwaardig deel<br />

van het klassegebeuren. Dit is een groeiproces geweest. De leerlingen in de klas hebben<br />

moeten leren om ieder kind op zijn <strong>of</strong> haar eigen niveau een rol te geven in een activiteit. Er<br />

is geen competitieve sfeer in de klassen. De kinderen kijken naar hoe een kind in zijn <strong>of</strong> haar<br />

eigen ontwikkeling groeit en waarderen elkaar hierin.<br />

- Aan het begin van deze pilotperiode waren er verschillende beelden van de inhoud van<br />

inclusief onderwijs. Wat is inclusief onderwijs eigenlijk? Is het een vaststaand begrip met<br />

definities erbij <strong>of</strong> is het een begrip wat met elkaar vormgegeven wordt, en waarvan de<br />

definitie ook met elkaar bepaald wordt? Voor sommigen was het een ideaalbeeld, voor<br />

anderen een onwenselijk beeld. Er is steeds meer gezamenlijke visie gekomen op het begrip.<br />

Het begrip "inclusie" wordt nog steeds verder vorm gegeven.<br />

- Aan het begin van de pilot was er onduidelijkheid over hoe de klassen uiteindelijk ingedeeld<br />

zouden moeten worden. Jaargroepen? Leerst<strong>of</strong>groepen? De school heeft in een combinatie<br />

van homogeen en heterogeen onderwijs en groepswisselingen voor bepaalde vakken dit<br />

dilemma opgelost op een manier die voor alle betrokkenen werkbaar is.<br />

- Fulltime assistentie per leerling was in het begin in de ogen van de teamleden noodzakelijk.<br />

Gedurende de twee jaar is er een verschuiving gekomen van de inzet van de assistentie voor<br />

alleen de pilotleerlingen naar inzet op klassenniveau. Op sommige momenten kan er<br />

momenteel zelfs tijdelijk één volwassene voor de groep staan <strong>of</strong> één volwassene tijdelijk<br />

verantwoordelijk zijn voor meer zorgleerlingen.<br />

- De assistenten zijn als volwaardig deel van het team opgenomen in het schoolteam en<br />

worden aangestuurd door de directeur van de school.<br />

66 c<br />

--p<br />

Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting "Gewoon Anders" augustus 2003


- Aanvankelijk vielen de pilotleerlingen met name onder verantwoordelijkheid van een<br />

assistent. De verantwoordelijkheid is steeds meer geschoven naar leerkracht, deze stuurt<br />

de assistent aan. De leerkrachten zijn zich competenter gaan voelen in hun handelswijze<br />

naar de pilotleerlingen toe door scholing, voorlichting en ervaring.<br />

- Door teamvoorlichting en overleg binnen het team is de kennis en ervaring van de<br />

leerkrachten en assistenten van de pilotleerlingen overgedragen naar de rest van het<br />

team.<br />

- De aanvraag van voorzieningen is stroef verlopen. De wegen die er liggen om<br />

voorzieningen aan te vragen en de duidelijkheid over wie wat financiert en hoe de<br />

aanvraag verloopt ontbreekt. Veel voorzieningen zijn door ouders zelf aangevraagd die<br />

door de jaren ervaring hiermee de mazen gevonden hadden.<br />

- Voor een basisschool is het prettig om voor alle vakken een methode en een leerlijn te<br />

hebben die goed differentieert, gebruik maakt van samenwerkend leren en over veel<br />

praktische werkvormen beschikt. Zulk soort methodes zijn lastig te vinden. Hierdoor is<br />

veel werk verricht door leerkrachten en assistenten om leermiddelen en materialen zelf<br />

uit te zoeken, aan te passen en1 <strong>of</strong> zelf te maken. Dit is in de loop van de tijd steeds<br />

makkelijker geworden. Alle betrokkenen zijn zeer creatief gebleken in het bedenken van<br />

aanpassingen om lessen en activiteiten toegankelijk te maken voor alle kinderen.<br />

- Ook ouders hebben veel meegedacht over en meegewerkt aan doelen, materialen en<br />

vormgeving van het onderwijs. Het is een zoektraject geweest om met elkaar vorm te<br />

geven waar wiens verantwoordelijkheden en mogelijkheden liggen. Door vertrouwen in<br />

elkaar te hebben is er veel gewonnen op het gebied van communicatie en gebruik maken<br />

van elkaars kwaliteiten.<br />

- Het uitgaan van en geloven in mogelijkheden; niet denken in problemen, maar in kansen<br />

en ontwikkelingen is gegroeid. Doordat er met elkaar (leerlingen, leerkrachten,<br />

assistenten, gewoon anders, ouders) steeds creatief nagedacht wordt over wat mogelijk<br />

is en hoe, worden veel kansen en mogelijkheden benut en geschapen. Op deze manier<br />

wordt een lerende organisatie goed gevoed.<br />

- De ouders van alle leerlingen worden door de directie van de school voorgelicht over de<br />

schoolvisie, waardoor ouders weten waar ze voor kiezen. Door middel van een<br />

ouderavond is met ouders gebrainstormd over inclusie. Dit brengt bij ouders een<br />

denkproces te weeg en op deze manier worden ouders gestimuleerd om mee te gaan<br />

denken over hoe een inclusieve maatschappij neer te zetten.<br />

- Sociale integratie wordt bewust bevorderd door klassikaal te praten over contacten,<br />

vriendschappen en omgang met elkaar. Conflicten en plaaggedrag worden besproken,<br />

hiervoor is een protocol opgesteld.<br />

- Aanvankelijk was er een duidelijke splitsing tussen school en thuis. Gedurende de<br />

afgelopen periode zijn alle partijen gaan inzien dat het in het belang van de pilotkinderen<br />

is dat de school een idee heeft over hoe en waarom dingen thuis gebeuren en andersom.<br />

Soms wordt dit zelfs door videobeelden ondersteund. Hiervoor komst steeds meer<br />

draagvlak en openheid.<br />

- Alle betrokkenen hebben zich zoveel mogelijk opengesteld voor scholing en informatie<br />

van buitenaf: advies van de ergotherapie, ambulant begeleider bewegingsonderwijs,<br />

pedagoog, didacticus, weerklank. Hierdoor wordt met elkaar geleerd en bekeken wat wel<br />

en niet wenselijk is.<br />

De school heeft kennis en vaardigheden opgedaan op het gebied van inclusief onderwijs. De<br />

school heeft zich georiënteerd op coöperatief leren, peer-tutoring en andere vormen van<br />

samenwerkend leren en groeperen van leergroepen.<br />

De school heeft inzicht in de mogelijkheden van het invoeren en vormgeven van inclusief<br />

onderwijs in de eigen school.<br />

-- - - -- 67<br />

Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting "Gewoon Andersn a-ugustus 2003


Organisatie, communicatie, rapportage<br />

Bij de start van de pilot werd er voor het eerste kind elke week overlegd met ouders,<br />

klassenassistent, leerkracht en casemanager. Inmiddels is de frequentie van de<br />

voortgangsbesprekingen teruggeschroefd naar de gebruikelijke vier maal per jaar, zoals voor<br />

alle Gewoon Anders kinderen, en is dit naar ieders wens. Hierbij zorgt de casemanager voor<br />

verslaglegging.<br />

Plaatsingsafspraken en handelingsplannen worden in gezamenlijk overleg opgesteld.<br />

Indien wenselijk is er vaker contact tussen partijen. Bij het opstellen van de<br />

handelingsplannen hebben de klassenassistenten een prominente rol.<br />

Tussen school en Gewoon Anders en binnen school zijn meer overlegmomenten en<br />

observaties.<br />

Evaluatie<br />

Resultaten met betrekking tot team- en schoolontwikkeling zijn gemeten in enquêtes die<br />

ingevuld zijn door betrokkenen, resultaten op kind- en klassenniveau zijn gemeten in<br />

kindvolgsystemen en in evaluatiegesprekken. Samenwerkingsresultaten zijn gemeten door<br />

de eigen verslagen die door alle betrokkenen geschreven zijn aan het einde van de<br />

pilotperiode.


Bijlage 7. Evaluatie basisschool de archipel ( F. Molen berg, schooldirecteur<br />

en B. Ooms, schooladviseur)<br />

1. Achtergrond<br />

Toen de pilot 2 jaar geleden startte was er voor iedere deelnemer aan de pilot tenminste<br />

sprake van een in meerdere <strong>of</strong> mindere mate bewust gekozen dubbele uitdaging: de ene<br />

uitdaging werd gevormd door het concept 'inclusief onderwijs' en de andere door het feit dat<br />

sprake was van een snel groeiende startende school.<br />

Met verschillende achtergronden, om verschillende redenen en met ieder zo haar <strong>of</strong> zijn<br />

beeld <strong>of</strong> droom kwamen de 'pioniers' bij elkaar om samen de uitdaging aan te gaan. Zo<br />

wilden de ouders van Sterre en van Thiandi persé een inclusieve school voor hun kind en<br />

geen exclusieve.<br />

Met de notitie 'Schoolconcept Eilandenbuurt' in de achterzak begonnen de teamleden, de<br />

ouders en de extern betrokkenen (SGA en SBDIJ) aan een grote reis. De directeur van de<br />

sqhool had bij zijn sollicitatie-presentatie zijn visitekaartje reeds afgegeven en dat ademde<br />

duidelijk de sfeer uit van de huidige onderwijskundige tijdgeest, compleet met lerende<br />

organisatie, veiligheid, Integraal Personeels Beleid, Persoonlijke Ontwikkelings-Plannen e.d.<br />

De actieve en belangrijke rol van de ouders bij de school- en onderwijsontwikkeling komt in<br />

andere bijdragen aan het <strong>evaluatieverslag</strong> expliciet aan de orde. In deze bijdrage wordt<br />

aandacht besteed aan de school- en onderwijsontwikkeling, mede vormgegeven a.d.h.v van<br />

een veranderingstraject op teamniveau, directieniveau en leerkrachtniveau, met<br />

medewerking van SGA en SBDIJ.<br />

2. Doelstellingen<br />

De doelen waaraan tijdens de pilot-periode is gewerkt zijn vanuit genoemd kader de<br />

volgende:<br />

a) continue verkenning van inclusief onderwijs, voortgaande beeldvorming en<br />

meningsvorming over inclusief onderwijs, mede op basis van uitwisseling en onderlinge<br />

afstemming, en op deelgebieden besluiten nemen over inclusief onderwijs, met daaraan<br />

invoering gekoppeld (team, SGA, SBDIJ).<br />

b) besluiten nemen over het pedagogisch klimaat, in termen van richtinggevende uitspraken<br />

en in termen van waarneembaar gedrag (team, SBDIJ, SGA)<br />

c) de opzet van het onderwijs in groep 1-2, vormgegeven vanuit een op teamniveau<br />

bepaald onderwijsconcept (team, SBDIJ)<br />

d) bepaling van het basispatroon van de groepering van de leerlingen (team, SBDIJ)<br />

Resultaten<br />

ad 2a. De doelstelling m.b.t. ontwikkeling en vormgeving van het concept inclusief onderwijs<br />

is direct gerelateerd aan de kleur, nog beter het hart, van de archipel.<br />

Mede op menige studiedag en studiemiddag- en ochtend is gewerkt aan de realisatie van<br />

deze doelstelling. Opvallend aan het proces is dat enerzijds kennis, informatie en theorie<br />

over inclusief onderwijs verbonden werden met het min <strong>of</strong> meer bewuste subjectief<br />

werkconcept van alle betrokkenen. De praktijk, met name die op de school zelf en ook die,<br />

waargenomen en ingeademd in Londen en Amerika, heeft anderzijds duidelijk invloed gehad<br />

op de ontwikkeling van ieders werkconcept en ook op de behoefte aan meer en meer<br />

specifiek(e) informatie en theoretisch kader. Zo heeft, op het niveau van houding en ook op<br />

het niveau van kennis, een ieder persoonlijk en het team als geheel een belangrijke<br />

ontwikkeling doorgemaakt.<br />

Op de werkvloer is door teamleden, ouders, casemanager en niet te vergeten de kinderen,<br />

meer vanuit de andere kant, namelijk vanuit de praktijk, gewerkt aan de vormgeving van<br />

inclusief onderwijs. Op andere plekken in het <strong>evaluatieverslag</strong> is daar gedetailleerd over<br />

geschreven.<br />

ad 2b. Het pedagogisch klimaat werd geplaatst in het grotere kader gezet van alle<br />

communicatielijnen die in de school lopen (collegiale omgang, omgang met leerlingen,<br />

omgang met ouders en omgang met externen).<br />

Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting "Gewoon Anders" augustus 2003<br />

69


Het APS-kader van adaptief onderwijs, de matrix met de pedagogische 1 communicatieve<br />

invalshoek, werd aangenomen als een praktisch hulpmiddel. De beschikbare uitwerking van<br />

de matrix in termen van waarneembaar leerkrachtgedrag bij het pedagogisch en didactisch<br />

handelen maakt het kader zeer waardevol.<br />

De directeur heeft in het kader van de POP'S de kwaliteitskaart 'pedagogisch klimaat' van<br />

Kees Bos ingezet, een kaart die ook een uitwerking bevat van de APS-matrix, eveneens in<br />

termen van waarneembaar gedrag.<br />

Binnen deze context werd de discussie gevoerd <strong>of</strong> en zo ja in hoeverre het adaptieve<br />

werkkader de ontwikkeling van inclusief onderwijs belemmert. De conclusie was dat dit niet<br />

het geval hoeft te zijn.<br />

Voorts is besloten om actief luisteren (Gordon) als kenmerk van goede communicatie daar<br />

waar zinvol in praktijk te brengen. Dit geldt ook voor doorvragen daar waar functioneel, een<br />

noodzakelijke vaardigheid in een proces van intensieve, gezamenlijke onderwijsvormgeving<br />

van een concept dat bij een ieder vele beelden oproept.<br />

Er werd bovendien een set regels en afspraken op schoolniveau en groepsniveau<br />

vaStgesteld.<br />

ad 2c: Het team koos, als het gaat om de expliciete vormgeving van het onderwijs in groep<br />

1-2 met name voor ontwikkelingsgericht onderwijs. Basisontwikkeling werd hier gekozen als<br />

expliciet werkkader. Om zoveel mogelijk op maat te kunnen werken werd tevens besloten<br />

om daar waar dat het kind ten goede komt meer ervaringsgericht <strong>of</strong> meer programmagericht<br />

te werken.<br />

Tijdens het eerste pilotjaar had de dan nog enige leerkracht in de kleuterbouw meer<br />

'startende schoolvragen' als vragen naar een tijdelijk registratiesysteem, een set leerlijnen,<br />

toetsmiddelen en een tijdelijk rapport. Wat betreft Basisontwikkeling was er toch ook een<br />

eerste oriëntatie en dan met name op kennisniveau en mede met behulp van<br />

klassenconsultatie enigszins op dat van houding 1 subjectief werkconcept en<br />

handelingsniveau.<br />

Gedurende het tweede pilotjaar groeide de kleuterbouw uit tot 4 leerkrachten. In dit jaar<br />

wordt in het kader van Basisontwikkeling een duidelijke praktijkstap gemaakt. Er vond<br />

bijvoorbeeld uitwerking van thema's plaats op de leest van Basisontwikkeling, zowel in<br />

voorbereidende als in uitvoerende zin. Er werd voor gekozen om het beginnend lezen daarbij<br />

als aandachtsgebied te nemen. In dat kader kwam de verdere ontwikkeling van de lees-<br />

schrijfhoek aan de orde en tevens de relatie met het hanteren van de Leeslijn en de<br />

overdracht van de ontwikkelingsgegevens van de leerlingen naar de volgende groep.<br />

ad 2d: Bij het werken aan dit doel, het teambesluit over het basispatroon van de groepering<br />

van leerlingen (gedurende de eerste maanden van 2003), werd gezien het belang van het<br />

onderwerp en ook gezien de context (met name hoge werkdruk, mede vanwege het snel<br />

groeiende aantal leerlingen en de snelle uitbreiding van het team, heroriëntatie van directie<br />

op leiderschapsrollen en -stijl), expliciet geïnvesteerd in de aandacht voor de procesmatige<br />

en communicatieve kant van het traject naast de onderwijskundige, meer inhoudelijke kant<br />

ervan.<br />

Vertrekkend vanuit de startnotitie 'Schoolconcept Eilandenbuurt' zijn de pijlers van de school<br />

met elkaar geëxpliciteerd, betekenis gegeven, van accenten voorzien en zo zijn deze als het<br />

ware eigen aan het team gemaakt.<br />

De pijlers zijn: kind centaal, pedagogisch klimaat als voorwaarde tot, inclusief onderwijs en<br />

uitgaan van verschillen (ook inclusief en adaptief gebruik van het gebouw, sociale integratie,<br />

handelen vanuit voortdurend inzicht in de beginsituatie van de leerlingen, ieders<br />

deskundigheid goed inzetten en ontbrekende deskundigheid in huis halen en respectvolle<br />

erkenning van ongelijkheid.<br />

Onder meer na begripsbepaling van begrippen als homogeen, heterogeen, differentiëren en<br />

stamgroep besloot het team om te komen tot onderwijs op maat vanuit een stamgroep van<br />

2 jaarklassen, mogelijk zich ontwikkelend naar een model met stamgroepen met<br />

3 jaarklassen. De stamgroepen krijgen een naam.<br />

70 p-P<br />

Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting "Gewoon Anders" augustus 2003


Vanaf begin volgend schooljaar wordt gedifferentieerd gewerkt, zonder te vervallen in combi-<br />

groepen. De groeperingsvorm bij instructie, verwerking etc. wordt steeds bepaald door<br />

onderwijsbehoeften van leerlingen en door het doel van de betreffende les. Dit<br />

veranderingstopic is de komende jaren een centraal topic en wel op alle niveaus van de<br />

school.<br />

Tenslotte werden door het team op bouwniveau afspraken in het kader van zelfstandig<br />

werken en uitgestelde aandacht. Feitelijk is het beleid hier vanuit de praktijk geformuleerd.<br />

Aanbevelingen<br />

De gekozen leest als middel ter vormgeving van inclusief onderwijs is die van de lerende<br />

organisatie. Het is binnen de context van dit onderwijs- en schoolproject een noodzaak en<br />

een uitdaging om de karakteristieken van het organisatiemodel en de bijbehorende cultuur<br />

meer expliciet te gaan inzetten en te gaan uitbuiten. Het betreft hierbij bijvoorbeeld ruimte om<br />

te groeien en het uitgaan van zelfsturing en van talenten van de medewerkers.<br />

Een wel overwogen meerjarenbeleidsplan met daaraan gekoppeld een jaarplan is in het<br />

kader van dit prestigieuze traject essentieel, mede ter preventie van uitval. Een te<br />

dichtgetimmerd plan kan daarentegen contraproductief werken. Creativiteit en adaptief<br />

denken en handelen gaan niet samen met een keurslijf en overigens ook niet met een lineair<br />

traject.<br />

Evaluatierapport pilot 'inclusief onderwijs' - Stichting 'Gewoon Anders" augustus 2003<br />

71

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!