31.07.2013 Views

bestemmingsplan hortusbuurt - Gemeente Groningen

bestemmingsplan hortusbuurt - Gemeente Groningen

bestemmingsplan hortusbuurt - Gemeente Groningen

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Nieuwe Ebbingepoort, respectievelijk gebouwd in 1617 en 1621. Ten oosten van de Ebbingepoort<br />

vormde de ligging van twee bestaande waterwegen, de Cleisloot en het Selwerderdiep, een probleem.<br />

Men wilde de courtine van de Ebbingepoort niet verzwakken door twee waterpijpen. Dit resulteerde<br />

in de aanleg van slechts één waterpoort in de courtine direct naast de Ebbingepoort.<br />

Een gedeelte van de Cleisloot kwam door de aanleg van de vesting binnen de stadsgrenzen te liggen<br />

en werd Boterdiep genoemd, nadat het tot een vaart werd vergraven. Om te voorkomen dat overtollig<br />

water uit het hoger gelegen Schuitendiep overstroomde in de Cleisloot, werd de monding van het<br />

Boterdiep afgesloten door een dam. In 1623 werd hierop de Steenmarkt aangelegd, een overslagplaats<br />

voor goederen. Deze open ruimte aan het begin van het Boterdiep is nog steeds te herkennen in de<br />

hedendaagse situatie.<br />

Het Lopende Diep en de Noorderhaven zijn een vergraving van de laatmiddeleeuwse stadsgracht. Via<br />

een waterpoort in de zeventiende-eeuwse wal stond de Noorderhaven in open verbinding met de zee.<br />

Het diep kreeg met de nieuwe uitleg een nieuwe functie. Scheepvaart over het Schuitendiep (aan de<br />

oostkant van de stad) en het Reitdiep (aan de noordwestkant) werd hierlangs geleid. De kaden aan<br />

weerszijden, vanaf de Oude Ebbingepoort tot aan de Kranepijp in het westen, werden in 1626<br />

aangelegd. Behalve door de versmalling van het water van het Lopende Diep – genoemd naar zijn<br />

afwateringsfunctie- is de plaats van het vroegere sluizencomplex van de Grote Spilsluizen ook<br />

afleesbaar uit de aanwezigheid van een brede, groene en deels beplante noordelijke oeverstrook. De<br />

scheepstimmerwerf van de West Indische Compagnie aan de noordzijde van het diep, net binnen de<br />

nieuwe wallen, zorgde voor economische bedrijvigheid in het westelijke deel van de Noorderhaven<br />

en omgeving.<br />

Verkaveling<br />

De zeventiende-eeuwse noordelijke stadsuitleg ontleent zijn historisch-stedenbouwkundige waarde<br />

vooral aan de uitzonderlijke, op geometrische principes gebaseerde structuur.<br />

Het rechthoekige verkavelingspatroon is in sterke mate bepaald door de militairwetenschappelijke<br />

denkbeelden uit die tijd over de inrichting van de ideale stad. In de zeventiende eeuw ontstond in<br />

de Republiek een nieuwe vestingbouwkundige theorie die was gebaseerd op de wiskundige<br />

rationaliteit van het grondplan. Modellen voor een ideale stad en fortificatiesystemen werden<br />

tijdens de periode van de Renaissance in Italië ontwikkeld. Voor de verspreiding van deze<br />

modellen speelde het traktaat van de Nederlandse vestingbouwkundige Simon Stevin “Van de<br />

oirdeningh der steden” (ca 1600) een belangrijke rol.<br />

In deze periode van de Hollandse Renaissance gaan esthetische regels samen met bouweconomische<br />

principes. Een belangrijk principe voor de vorming van een ideaal stadsbeeld is de rechte rooilijn die<br />

met de bouw van een reeks aaneengesloten huizen een effect van uniformiteit veroorzaakt.<br />

De rechthoekige structuur werd ook wenselijk geacht voor het volledig en gemakkelijk verkavelen<br />

van de uit te geven percelen. In de oorspronkelijke opzet voor de indeling van het gebied ging het<br />

stadsbestuur uit van een regelmatige blokverkaveling met een standaardperceel van 2 x 5 roeden<br />

(circa acht bij twintig meter). Kenmerkend voor de verkaveling is het in rechthoekige<br />

bouwblokken aaneengesloten bouwen in de naar de openbare weg gekeerde voorgevelrooilijn.<br />

Omdat de blokken maar langzaam vol raakten, werd al snel afgeweken van het standaardperceel.<br />

Langs de Nieuwe Boteringestraat bijvoorbeeld is de perceelsbreedte in veel gevallen anderhalve<br />

roeden bij een diepte van 11 roeden (circa 6 bij 44 meter). Ook in de lengte van de bouwblokken<br />

komen afwijkingen voor. Dit komt onder andere door het beloop van de Nieuwe Boteringestraat<br />

die in noordelijke richting steeds dichter bij de Nieuwe Kijk in ’t Jatstraat komt te liggen. De<br />

tussenliggende bouwblokken worden steeds kleiner en onregelmatiger.<br />

Opvallend is het verschil in diepte tussen de westelijke en de oostelijke bouwblokken aan de<br />

Ossenmarkt. In het oostelijke bouwblok zijn de percelen diep; zij lopen tot aan het Nieuwe<br />

Kerkhof en hebben aan de achterzijde veelal dienstgebouwen als stallen en koetshuizen. De<br />

structuur van het westelijke bouwblok zou later sterk veranderen met de komst van het<br />

Bestemmingsplan Hortusbuurt/ Noorderplantsoen, versie vaststelling, augustus 2001<br />

5

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!