bestemmingsplan hortusbuurt - Gemeente Groningen
bestemmingsplan hortusbuurt - Gemeente Groningen
bestemmingsplan hortusbuurt - Gemeente Groningen
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
BESTEMMINGSPLAN<br />
HORTUSBUURT/<br />
NOORDERPLANTSOEN<br />
De verborgen stad<br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Groningen</strong><br />
Augustus 2001
INHOUD<br />
1. INLEIDING .......................................................................................................1<br />
2. HISTORIE EN BESCHERMD STADSGEZICHT ...........................................3<br />
2.1 Inleiding.............................................................................................................3<br />
2.2 Prehistorie en Middeleeuwen ............................................................................3<br />
2.3 De eerste helft van de zeventiende eeuw: nieuwe vestingwerken.....................4<br />
2.4 De periode 1650-1876 .......................................................................................6<br />
2.5 Eind negentiende eeuw: ontmanteling van de vestingwerken ...........................7<br />
2.6 De twintigste eeuw.............................................................................................9<br />
2.7 Beschermd stadsgezicht en archeologische waarden.........................................11<br />
3. BESTAANDE EN TOEKOMSTIGE SITUATIE ............................................13<br />
3.1 Historisch kader .................................................................................................13<br />
3.2 Het Boterdiep.....................................................................................................14<br />
3.3 De Nieuwe Ebbingestraat ..................................................................................14<br />
3.4 De Nieuwe Boteringestraat................................................................................15<br />
3.5 De Nieuwe Kijk in ’t Jatstraat ...........................................................................15<br />
3.6 De Diepenring....................................................................................................16<br />
3.7 De rand langs het Noorderplantsoen..................................................................18<br />
3.8 De gebieden tussen de radialen..........................................................................19<br />
3.9 De ‘verborgen stad’ ...........................................................................................22<br />
3.10 De groenstructuur ..............................................................................................23<br />
3.11 Ecologische waarden .........................................................................................24<br />
3.12 Bodem en water .................................................................................................25<br />
4. VERKEER.........................................................................................................27<br />
5. MILIEU..............................................................................................................30<br />
5.1 Milieubeleid in een compacte stad ....................................................................30<br />
5.2 Milieuhygiënische aspecten...............................................................................30<br />
6. ECONOMISCHE UITVOERBAARHEID........................................................33<br />
7. INSPRAAK EN VOOROVERLEG ..................................................................34<br />
7.1 Inleiding.............................................................................................................34<br />
7.2 Inspraak..............................................................................................................34<br />
7.3 Vooroverleg .......................................................................................................34<br />
7.4 Overige wijzigingen...........................................................................................35
8. JURIDISCHE TOELICHTING .........................................................................36<br />
8.1 Algemeen ...........................................................................................................36<br />
8.2 Artikelsgewijze toelichting................................................................................37<br />
9. VOORSCHRIFTEN ..........................................................................................44
1. INLEIDING<br />
De Hortusbuurt is een oude stadswijk, direct ten noorden van het stadscentrum, waarvan de<br />
ontstaansgeschiedenis dateert uit het begin van de zeventiende eeuw, toen ook de Hortus Botanicus in<br />
het gebied werd aangelegd.<br />
Kenmerkend is de heldere stedenbouwkundige opzet, een gevarieerde architectonische kwaliteit en<br />
de aanwezigheid van belangrijke groengebieden als het Noorderplantsoen en de oude Hortus. Het<br />
hele plangebied, inclusief het Noorderplantsoen, maakt deel uit van het Beschermd stadsgezicht<br />
Binnenstad (1991). Het feit, dat de Hortusbuurt een van de oudere woonwijken in de stad is met<br />
een diversiteit aan functies, betekent dat het beheersvraagstuk bijzondere aandacht heeft. Het<br />
begeleiden van veranderingen is van belang. Gestreefd wordt naar bescherming, en in sommige<br />
gevallen versterking, van in het gebied gewenste functies en het weren van ongewenste functies.<br />
Dit <strong>bestemmingsplan</strong> vormt het planologisch kader voor toekomstige ontwikkelingen.<br />
Momenteel valt de Hortusbuurt grotendeels onder het <strong>bestemmingsplan</strong> Binnenstad van 1976. Het<br />
voorliggend plan wijkt hiervan op enkele onderdelen af: <strong>bestemmingsplan</strong> Binnenstad 1976 gaf de<br />
mogelijkheid om de oude Hortustuin te bebouwen met circa 20.000 m² vloeroppervlak; dit<br />
<strong>bestemmingsplan</strong> brengt het aantal m² terug naar 6000 en beperkt de bebouwing tot de rand van het<br />
binnenterrein.<br />
Wat betreft het bouwblok Nieuwe Kijk in ’t Jatstraat - Grote Appelstraat – Noorderbinnensingel:<br />
de Theologische Faculteit zal de komende jaren verhuizen en voor het Volkenkundig Museum<br />
wordt een betere locatie gezocht. Met name de woonfunctie kan hier worden versterkt.<br />
Het voorliggend plan legt voorts recente ontwikkelingen vast, bijvoorbeeld de rechtbank, de<br />
parkeergarage, de locatie voormalige Rijks-HBS en de locatie hoek Boteringesingel – Nieuwe<br />
Boteringestraat.<br />
De inzet van dit <strong>bestemmingsplan</strong>, die is gebaseerd op het vorenstaande, is:<br />
- handhaving, en waar nodig verbetering van de bestaande ruimtelijke en functionele structuur,<br />
met aandacht voor een kwalitatief goed woon- en leefklimaat;<br />
- inpassing van nieuwbouw voor met name de universiteit in de waardevolle<br />
stedenbouwkundige structuur van het plangebied;<br />
- bescherming bieden aan het plangebied als onderdeel van het Beschermd stadsgezicht<br />
Binnenstad.<br />
Bij de begrenzing van het plan is aansluiting gezocht bij de bestaande functionele samenhang van<br />
het gebied en, aan drie zijden, bij de fysieke begrenzingen ervan. De zuidgrens wordt gevormd<br />
door het hart van de Diepenring (Spilsluizen en Noorderhaven) en de Wilhelminakade. De west-<br />
en de noordgrens worden gevormd door het hart van de singelstraten rond het Noorderplantsoen,<br />
respectievelijk de Noorderbuitensingel, de Grachtstraat en de Oranjesingel. Het (gedempte)<br />
Boterdiep en de noordkant van de Nieuwe Ebbingestraat begrenzen de Hortusbuurt aan de<br />
oostzijde. Hier is de plangrens gelegd bij die van het Cibogaterrein.<br />
Het oude <strong>bestemmingsplan</strong> Binnenstad 1976 omvatte niet alleen het gebied binnen de Diepenring,<br />
maar ook de oude wijken er direct omheen. Het gebied binnen de Diepenring is reeds voorzien van<br />
een nieuw <strong>bestemmingsplan</strong>; voor de meeste oude wijken direct erbuiten is inmiddels ook een<br />
nieuw <strong>bestemmingsplan</strong> opgesteld. Met het voorliggend plan krijgt ook de Hortusbuurt een<br />
geactualiseerd juridisch-planologisch kader.<br />
Bestemmingsplan Hortusbuurt/ Noorderplantsoen, versie vaststelling, augustus 2001<br />
1
In dit gebied zijn de volgende <strong>bestemmingsplan</strong>nen van kracht:<br />
- “Binnenstad”, vastgesteld door de raad d.d. 6 februari 1978, nr.32 goedgekeurd door<br />
Gedeputeerde Staten d.d. 24 april 1979, nr. 12078/17/1D 2 e afd;<br />
- “Guyotplein”, vastgesteld door de raad d.d. 30 maart 1994, goedgekeurd door Gedeputeerde<br />
Staten d.d. 23-augustus 1994, ARRS d.d.23 juli 1996, nr.94.0459;<br />
- “Uniforme voorschriften openbaar vaarwater”, vastgesteld door de raad d.d. 28 mei 1997,<br />
goedgekeurd door Gedeputeerde Staten d.d. 25 augustus 1997, nr.97/09203/1.<br />
Bestemmingsplan Hortusbuurt/ Noorderplantsoen, versie vaststelling, augustus 2001<br />
2
2. HISTORIE EN BESCHERMD STADSGEZICHT<br />
2.1 Inleiding<br />
Hoewel reeds in de prehistorie sprake was van bewoning in dit gebied, is de Hortusbuurt<br />
voornamelijk een zeventiende-eeuws wijk. In deze tijd werd de structuur vastgelegd.<br />
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de ontwikkelingsgeschiedenis van de Hortusbuurt. Deze vormt<br />
de basis voor een beschrijving van het Beschermd stadsgezicht Binnenstad (paragraaf 2.7) en voor<br />
de beschrijving van de bestaande en toekomstige situatie in de wijk (hoofdstuk 3).<br />
2.2 Prehistorie en Middeleeuwen<br />
De Hortusbuurt ligt, net als het middeleeuwse stadscentrum, op de Hondsrug. Deze rug steekt<br />
nadrukkelijk uit boven het omringende laaggelegen kleigebied, gevormd door de oorspronkelijke<br />
oerstroomdalen van de Hunze aan de oostzijde en de Drentse A aan de westzijde (zie bijvoorbeeld<br />
de kruising Nieuwe Boteringe-/ Grote Kruisstraat).<br />
In de prehistorie is de Hondsrug in perioden bewoond geweest. De oudste sporen van agrarische<br />
activiteit in het plangebied dateren van circa 300 v. Chr., de Midden-IJzertijd. Het betreft twee<br />
waterputten, die werden aangetroffen bij archeologische opgravingen aan de noordzijde van het<br />
Guyotplein. Het erf dat bij deze twee waterputten behoorde, is tot aan het begin van de jaartelling<br />
oostwaarts verplaatst. Enkele los gevonden scherven ten oosten van de Nieuwe Kerk wijzen in die<br />
richting. In de derde eeuw bevond het erf zich in de omgeving van de Nieuwe Kijk in ‘t<br />
Jatstraat/Grote Kruisstraat, om daarna uit het archeologische blikveld te verdwijnen. De geringe<br />
onderzoeksdichtheid in het Hortusgebied is hiervan de oorzaak.<br />
In de vroege middeleeuwen concentreerde de bewoning op de Hondsrug zich in de latere<br />
binnenstad. In het gebied van de Hortus lag zeer verspreid een klein aantal boerenbedrijven,<br />
waarschijnlijk in de omgeving van de latere Nieuwe Kerk. Daar splitste zich de oude landroute<br />
vanuit Drenthe in tweeën naar de kleigebieden in het noorden.<br />
Naarmate het dorp <strong>Groningen</strong> in de loop van de Middeleeuwen haar grenzen verlegde, schoven de<br />
bijbehorende akkers, de essen, verder naar buiten. De uiteindelijke noordrand van die noord-es moet<br />
worden gezocht bij het Noorderplantsoen. Rond 1100 was de noord-es gescheiden van <strong>Groningen</strong><br />
door de aanleg van een stadswal en –gracht. Aan het einde van de Oude Boteringestraat werd een<br />
poort gebouwd. In de zestiende eeuw werd vóór deze poort een rondeel aangelegd met daarbuiten<br />
een brede gracht.<br />
Na demping van deze gracht rond 1620 kwamen op de plaats van de poort en het rondeel de<br />
Ossenmarkt en het Guyotplein te liggen.<br />
Aan het einde van de Middeleeuwen werd de es opgedeeld in moestuintjes. Tegelijkertijd is er<br />
buiten de stadse wallen en grachten sprake van bebouwing, zoals enkele molens. Deze bebouwing<br />
bevond zich met name bij een knooppunt van vaar- en landwegen aan de zuidoostkant van het<br />
plangebied: bij de huidige kruising van de Turfsingel-noordzijde met het Gedempte Boterdiep.<br />
Hier lagen de stadsgracht, de Cleisloot en -weg (het latere Boterdiep) die de verbinding met<br />
Bedum vormden, en het rond 1400 gegraven Selwerderdiep, dat via de Rodeweg ten noorden van<br />
de stad uitkwam in de Hunze (Kaart 1. Plattegrond van <strong>Groningen</strong>, Jacob van Deventer, circa<br />
1565).<br />
2.3 De eerste helft van de zeventiende eeuw: nieuwe vestingwerken<br />
Bestemmingsplan Hortusbuurt/ Noorderplantsoen, versie vaststelling, augustus 2001<br />
3
Aan het einde van de zestiende eeuw bleek het verdedigingssysteem van de stad <strong>Groningen</strong> niet<br />
langer afdoende. Het bestond uit een vijftiende-eeuwse wal, deels voorzien van een dubbele<br />
gracht. Na de Reductie van <strong>Groningen</strong> in 1594, waarbij de stad van Spaanse handen overging in<br />
staatse, werd besloten de verzwakte vijftiende-eeuwse vestingwal te vervangen door een nieuw<br />
verdedigingsstelsel. Het plan werd uitgevoerd in de periode 1616-1624.<br />
De situatie is te zien op een kaart uit 1616 (Kaart 2, Nicolaes van Geelkercken, 1616), waarop het<br />
al gerealiseerde en nog uit te voeren deel van de nieuwe vestingwal staat, evenals het<br />
laatmiddeleeuwse bolwerk met het rondeel.<br />
De aanwezige moestuinen verdwenen naar het meest noordelijke deel van de Hondsrug, buiten de<br />
nieuwe Boteringepoort; de molens kregen een plaats op de nieuwe bastions.<br />
Tegelijk met de aanleg van de nieuwe vestingwerken tussen 1617 en 1624 werd de stad uitgelegd in<br />
noordelijke richting, waarbij het bestaande stadsoppervlak werd verdubbeld. De geologische<br />
gesteldheid van de bodem, de logische verlenging van de noord-zuid lopende straten in de<br />
middeleeuwse stad en de vorm van de vesting bepaalden de richting van de straten.<br />
Het stratenpatroon<br />
De Kijk in ’t Jatstraat, de Boteringestraat en de Ebbingestraat werden vanuit de middeleeuwse stad<br />
verlengd en door de verbindende dwarsstraten ontstond een orthogonaal stratenpatroon.<br />
De Nieuwe Boteringestraat volgt globaal het beloop van een al bestaande weg over het verlengde van<br />
de zandrug, een laatste uitloper van de Hondsrug, die de stad zuidwaarts verbond met Duitsland en<br />
noordwaarts met de ommelanden. De Nieuwe Ebbingestraat loopt niet exact parallel aan de<br />
Boteringestraat omdat deze diende uit te komen bij de Boteringepoort in het midden van de courtine<br />
(stuk muur of wal gelegen tussen twee, naar de veldzijde uitstekende, punten van een bastion) van de<br />
nieuwe vesting. Alleen het beloop van de smallere Nieuwe Kijk in ‘t Jatstraat, die als enige niet<br />
aansloot op een stadspoort, is volledig nieuw ontworpen.<br />
De dwarsstraten staan loodrecht op de Nieuwe Boteringestraat, in die tijd de belangrijkste straat in dit<br />
stadsdeel. Zij eindigen aan de oost- en westkant op de stadwallen en hebben een breedte van<br />
ongeveer twaalf meter. Zo is een regelmatig raster ontstaan van drie noord-zuidgerichte hoofdstraten,<br />
de Nieuwe Kijk in ’t Jatstraat (circa twaalf meter breed), de Nieuwe Boteringestraat en de Nieuwe<br />
Ebbingestraat (circa zestien meter breed).<br />
Openbare ruimte<br />
Bij de invulling van het regelmatige stratenpatroon komen onbebouwde open ruimten voor. In<br />
Nederland zijn grote pleinen in steden van oorsprong voor de handel en andere bijzondere functies<br />
bestemd geweest en niet voor pracht en praal. Aan de noordzijde van het Lopende Diep werd ten<br />
behoeve van de veehandel een rechthoekig marktplein aangelegd, de Ossenmarkt, waarvan de<br />
Boteringestraat de centrale as vormt. Het westelijke deel van de Ossenmarkt is het latere Guyotplein.<br />
Meer naar het noorden, op het hoogste punt van de uitleg, werd in 1622 een rechthoekig kerkhof<br />
aangelegd, dat aanvankelijk het Nieuwe Kerkhof van St. Walburg werd genoemd. Hier stond in de<br />
zestiende eeuw reeds een kapel. Dit kerkhof wordt aan één korte zijde door de Nieuwe<br />
Boteringestraat en aan de beide lange zijden door twee dwarsstraten begrensd, de Zuider Kerkstraat<br />
en de Noorder Kerkstraat. Na een pestepidemie kreeg het kerkhof een ommuring. Pas in de jaren<br />
1660-1665 werd in het midden van het terrein de Nieuwe Kerk gebouwd naar een ontwerp van<br />
Coenraet Roeleffs; deze kerk was geïnspireerd op de Noorderkerk te Amsterdam.<br />
De gelijkarmige kruiskerk is gebouwd op een symmetrisch grondplan en staat centraal op het<br />
kerkhof, dat de naam Nieuwe Kerkhof kreeg. De radiaal aangelegde toegangspaden met<br />
boombeplanting zijn een mooi voorbeeld van de geometrische, zeventiende-eeuwse aanleg.<br />
Wijzigingen in de waterhuishouding<br />
Het nieuwe stadsdeel telde in het noorden slechts twee poorten: de Nieuwe Boteringepoort en de<br />
Bestemmingsplan Hortusbuurt/ Noorderplantsoen, versie vaststelling, augustus 2001<br />
4
Nieuwe Ebbingepoort, respectievelijk gebouwd in 1617 en 1621. Ten oosten van de Ebbingepoort<br />
vormde de ligging van twee bestaande waterwegen, de Cleisloot en het Selwerderdiep, een probleem.<br />
Men wilde de courtine van de Ebbingepoort niet verzwakken door twee waterpijpen. Dit resulteerde<br />
in de aanleg van slechts één waterpoort in de courtine direct naast de Ebbingepoort.<br />
Een gedeelte van de Cleisloot kwam door de aanleg van de vesting binnen de stadsgrenzen te liggen<br />
en werd Boterdiep genoemd, nadat het tot een vaart werd vergraven. Om te voorkomen dat overtollig<br />
water uit het hoger gelegen Schuitendiep overstroomde in de Cleisloot, werd de monding van het<br />
Boterdiep afgesloten door een dam. In 1623 werd hierop de Steenmarkt aangelegd, een overslagplaats<br />
voor goederen. Deze open ruimte aan het begin van het Boterdiep is nog steeds te herkennen in de<br />
hedendaagse situatie.<br />
Het Lopende Diep en de Noorderhaven zijn een vergraving van de laatmiddeleeuwse stadsgracht. Via<br />
een waterpoort in de zeventiende-eeuwse wal stond de Noorderhaven in open verbinding met de zee.<br />
Het diep kreeg met de nieuwe uitleg een nieuwe functie. Scheepvaart over het Schuitendiep (aan de<br />
oostkant van de stad) en het Reitdiep (aan de noordwestkant) werd hierlangs geleid. De kaden aan<br />
weerszijden, vanaf de Oude Ebbingepoort tot aan de Kranepijp in het westen, werden in 1626<br />
aangelegd. Behalve door de versmalling van het water van het Lopende Diep – genoemd naar zijn<br />
afwateringsfunctie- is de plaats van het vroegere sluizencomplex van de Grote Spilsluizen ook<br />
afleesbaar uit de aanwezigheid van een brede, groene en deels beplante noordelijke oeverstrook. De<br />
scheepstimmerwerf van de West Indische Compagnie aan de noordzijde van het diep, net binnen de<br />
nieuwe wallen, zorgde voor economische bedrijvigheid in het westelijke deel van de Noorderhaven<br />
en omgeving.<br />
Verkaveling<br />
De zeventiende-eeuwse noordelijke stadsuitleg ontleent zijn historisch-stedenbouwkundige waarde<br />
vooral aan de uitzonderlijke, op geometrische principes gebaseerde structuur.<br />
Het rechthoekige verkavelingspatroon is in sterke mate bepaald door de militairwetenschappelijke<br />
denkbeelden uit die tijd over de inrichting van de ideale stad. In de zeventiende eeuw ontstond in<br />
de Republiek een nieuwe vestingbouwkundige theorie die was gebaseerd op de wiskundige<br />
rationaliteit van het grondplan. Modellen voor een ideale stad en fortificatiesystemen werden<br />
tijdens de periode van de Renaissance in Italië ontwikkeld. Voor de verspreiding van deze<br />
modellen speelde het traktaat van de Nederlandse vestingbouwkundige Simon Stevin “Van de<br />
oirdeningh der steden” (ca 1600) een belangrijke rol.<br />
In deze periode van de Hollandse Renaissance gaan esthetische regels samen met bouweconomische<br />
principes. Een belangrijk principe voor de vorming van een ideaal stadsbeeld is de rechte rooilijn die<br />
met de bouw van een reeks aaneengesloten huizen een effect van uniformiteit veroorzaakt.<br />
De rechthoekige structuur werd ook wenselijk geacht voor het volledig en gemakkelijk verkavelen<br />
van de uit te geven percelen. In de oorspronkelijke opzet voor de indeling van het gebied ging het<br />
stadsbestuur uit van een regelmatige blokverkaveling met een standaardperceel van 2 x 5 roeden<br />
(circa acht bij twintig meter). Kenmerkend voor de verkaveling is het in rechthoekige<br />
bouwblokken aaneengesloten bouwen in de naar de openbare weg gekeerde voorgevelrooilijn.<br />
Omdat de blokken maar langzaam vol raakten, werd al snel afgeweken van het standaardperceel.<br />
Langs de Nieuwe Boteringestraat bijvoorbeeld is de perceelsbreedte in veel gevallen anderhalve<br />
roeden bij een diepte van 11 roeden (circa 6 bij 44 meter). Ook in de lengte van de bouwblokken<br />
komen afwijkingen voor. Dit komt onder andere door het beloop van de Nieuwe Boteringestraat<br />
die in noordelijke richting steeds dichter bij de Nieuwe Kijk in ’t Jatstraat komt te liggen. De<br />
tussenliggende bouwblokken worden steeds kleiner en onregelmatiger.<br />
Opvallend is het verschil in diepte tussen de westelijke en de oostelijke bouwblokken aan de<br />
Ossenmarkt. In het oostelijke bouwblok zijn de percelen diep; zij lopen tot aan het Nieuwe<br />
Kerkhof en hebben aan de achterzijde veelal dienstgebouwen als stallen en koetshuizen. De<br />
structuur van het westelijke bouwblok zou later sterk veranderen met de komst van het<br />
Bestemmingsplan Hortusbuurt/ Noorderplantsoen, versie vaststelling, augustus 2001<br />
5
Doveninstituut van Henri Guyot in het begin van de negentiende eeuw.<br />
Bebouwing<br />
In het begin bepaalde het stadsbestuur dat de percelen zoveel mogelijk bebouwd moesten worden met<br />
een stenen gebouw van tenminste twee verdiepingen. Dit om het gebied een echt stedelijk karakter te<br />
geven. Aanvankelijk concentreert de bebouwing zich vooral langs het Lopende Diep en de<br />
Ossenmarkt. Over het algemeen raken de bouwblokken maar langzaam vol. Kennelijk was de<br />
behoefte niet erg groot aan de aangeboden bouwkavels en konden maar weinigen voldoen aan de<br />
verplichting om in twee lagen te bouwen. Over het algemeen bestond de bebouwing uit woonhuizen<br />
van slechts één bouwlaag met een houten kap. Onder de achterkamer was vaak een kelder<br />
aangebracht.<br />
Omstreeks 1650 is de ruimte in de noordelijke uitleg nog slechts voor een klein deel bebouwd,<br />
met uitzondering van bebouwingsconcentraties bij de Spilsluizen en de Noorderhaven, de<br />
Ossenmarkt, de Nieuwe Boteringestraat, de Nieuwe Ebbingestraat en het Boterdiep. De kaart van<br />
Egbert Haubois uit 1654 geeft hier een goed beeld van (Kaart 3. Kaart van Haubois, 1653). Vooral<br />
de omgeving van de Ossenmarkt, die omzoomd is door bomen, is bij de meer welgestelde burgers<br />
in trek. Zij laten grote woonhuizen op fors bemeten en brede percelen bouwen.<br />
De Hortus<br />
Het terrein tussen de Grote Kruisstraat, de Grote Rozenstraat en de Nieuwe Kijk in ‘t Jatstraat<br />
werd naar verhouding meer gebruikt dan de overige terreinen in het noordelijk deel. Op de kaart<br />
van (1627) is in het bouwblok begrensd door de Grote Kruisstraat, de Grote Rozenstraat en de<br />
Nieuwe Kijk in't Jatstraat reeds een tuin te zien van de apotheker Henricus Munting, die achter zijn<br />
huis in 1626 aan de Rozenstraat een kruidentuin van 35 x 40 meter begon. Deze tuin droeg hij in<br />
1642 over aan de Groninger Academie (Universiteit), die er de Hortus Botanicus vestigde.<br />
2.4 De periode 1650 - 1876<br />
In de tweede helft van de zeventiende eeuw verandert er weinig meer in de stedenbouwkundige<br />
structuur als gevolg van een langdurige economische recessie. Bovendien was het aantal inwoners<br />
van de stad sterk achteruitgegaan als gevolg van een pestepidemie in de jaren twintig van de<br />
zeventiende eeuw. Wel werden in de noordelijke uitleg drie gasthuizen gesticht: het Anna<br />
Varwersgasthuis (1635) aan de Nieuwe Kijk in het Jatstraat, het Juffer Tette Alberdagasthuis<br />
(1658) aan het Nieuwe Kerkhof en het niet meer bestaande Groot Cremersgasthuis (1676) aan de<br />
Grote Leliestraat.<br />
De zeventiende-eeuwse noordelijke stadsuitbreiding is in bijna twee eeuwen weinig dichter<br />
bebouwd (Kaart 4. Stadsplattegrond 1857). Tot ver in de negentiende eeuw blijft de Hortusbuurt<br />
een gebied met een landelijk karakter: veel moestuinen, koemelkerijen en groen, waaronder de<br />
Hortus Botanicus. Het westelijke gedeelte van de Ossenmarkt werd in de achttiende eeuw beplant<br />
met bomen, zoals dat rondom het oostelijke deel al eerder gebeurde. Het heette voortaan Beplante<br />
Ossenmarkt. Pas vanaf 1890 kreeg het de naam Guyotplein.<br />
Het westelijke gedeelte van de Noorderhaven en omgeving ontwikkelde zich steeds meer als<br />
havengebied. In 1733 werd tussen de Zoutstraat en Havenstraat een diep bouwblok bebouwd met<br />
een - voor die tijd - imposant, nog bestaand, dubbel pakhuis van vijf bouwlagen ten behoeve van<br />
een rietsuikerraffinaderij. Deze heeft bestaan tot 1824. Ten westen hiervan, op de plaats van de<br />
huidige Werfstraat, lag de scheepstimmerwerf van de West Indische Compagnie.<br />
Bestemmingsplan Hortusbuurt/ Noorderplantsoen, versie vaststelling, augustus 2001<br />
6
Bouwimpuls door scholen<br />
Een belangrijke bouwimpuls kwam in het begin van de negentiende eeuw uit het onderwijs met de<br />
komst van het Doveninstituut van Henri Daniël Guyot, predikant van de Waalse gemeente in<br />
<strong>Groningen</strong>. Na de aankoop van drie percelen aan de Ossenmarkt, Guyotplein 2 en 3 werd het<br />
Doveninstituut hier gevestigd. Daardoor werd de structuur van het westelijke bouwblok aan de<br />
Ossenmarkt sterk gewijzigd.<br />
Een van de vroegste schoolgebouwen van de stad werd gebouwd in 1840 aan de Nieuwe Kijk in ’t<br />
Jatstraat, de Noorderbewaarschool. Het gebouw is een van de twee laatst overgebleven bewaarscholen<br />
in de stad en functioneert nu nog steeds als school.<br />
In 1868 werd ten noorden van de Hortus aan de Grote Kruisstraat de eerste Rijks-HBS van<br />
Nederland gebouwd. Het monumentale gebouw kreeg een groot voorplein en werd later uitgebreid<br />
met diverse vleugels.<br />
Opkomst van handel en industrie<br />
Rond het midden van de negentiende eeuw ontwikkelde <strong>Groningen</strong> zich tot de derde handelsstad<br />
van Nederland; langzaam maar zeker kwam ook de industrie op gang.<br />
De Noorderhaven zou in het laatste kwart van de negentiende eeuw uitgroeien tot een bloeiend<br />
centrum van de graanhandel, ten behoeve waarvan grote pakhuizen werden gebouwd.<br />
2.5 Eind negentiende eeuw: ontmanteling van de vestingwerken<br />
In de tweede helft van de negentiende eeuw dreigde - door de toenemende bedrijvigheid, handel,<br />
industrie en groei van de bevolking - de stedelijke structuur uit haar voegen te barsten. De stad<br />
raakte overvol. Dit leidde tot het ontstaan van krotwoningen en sloppen. Berucht waren de<br />
sloppenstraatjes in het westelijke deel van de Hortusbuurt, gelegen tussen de Grote Rozenstraat en<br />
de Grote Leliestraat tegen de stadswal. Vlak buiten de stadspoorten werd al illegaal gebouwd.<br />
Ook speelde de zorg om de volksgezondheid een toenemende rol. Nog in 1866 werd <strong>Groningen</strong><br />
geplaagd door een grote cholera-epidemie waarbij honderden slachtoffers te betreuren waren.<br />
Voldoende daglicht en frisse lucht konden de algehele volksgezondheid verhogen.<br />
Voorts vormden de nauwe toegangspoorten een belemmering voor het toenemende verkeer.<br />
Sloop van de vesting zou nieuwe mogelijkheden bieden voor de toekomst van de stad.<br />
Dit werd mogelijk toen in 1874 de Vestingwet in werking trad. De van rijkswege aangestelde<br />
‘ingenieur der Domeinen’, F.W. van Gendt, maakte in 1876 een globaal plan van ontmanteling en<br />
uitleg.<br />
Noorderplantsoen<br />
Aan de noordkant van de stad projecteerde Van Gendt een stadspark op de vier zeventiendeeeuwse<br />
bolwerken, gelegen tussen het Boterdiep en Reitdiep: de Boteringe-, de Jats-, de Kruid- en<br />
de Reitdiepsdwinger. De hoogteverschillen, de structuur van de vesting en de heersende mode<br />
bepaalden de opzet van het Noorderplantsoen in Engelse landschapsstijl. Kenmerkend zijn een<br />
asymmetrische aanleg, slingerende paden, waterpartijen, zichtlijnen in combinatie met<br />
hoogteverschillen en zacht glooiende grasvelden. Voor het oostelijke deel was het plan minder<br />
gedetailleerd omdat over dit gebied onderhandelingen gaande waren met de provincie. Twee jaar<br />
later, in 1880, volgde een gedetailleerde stedenbouwkundige bewerking van het plan Van Gendt<br />
door de Haagse architect B. Brouwer. Hierin is alleen de Jatsdwinger nog voor plantsoenaanleg<br />
bestemd. Wel is langs de oostzijde van het plantsoen een brede singelboulevard gelegd, die<br />
overgaat in een ovaalvormige openbare ruimte.<br />
De vraagprijs van de Staat der Nederlanden voor de voormalige militaire terreinen was zodanig,<br />
Bestemmingsplan Hortusbuurt/ Noorderplantsoen, versie vaststelling, augustus 2001<br />
7
dat de gemeente volstond met de aankoop van het gedeelte tussen Boterdiep en Reitdiep.<br />
Het plan Brouwer en het daaropvolgende schetsontwerp van stadsbouwmeester J.G. van Beusekom<br />
leidden in 1879 tot de realisatie van een park dat zich uitstrekte over de voormalige Jatsdwinger en<br />
de noordelijke helft van de Kruiddwinger: het gebied tussen de Nieuwe Boteringestraat en de<br />
Grote Kruisstraat. De ovaalvormige openbare ruimte uit het plan Brouwer werd overgenomen als<br />
centrale ruimte met een vijverpartij; daarbij werd een kiosk gebouwd. In 1912 realiseerde de<br />
gemeente op basis van een ontwerp van stadsbouwmeester Mulock Houwer rond de vijver een<br />
stenen rand met aflopende trappen.<br />
In 1881 werd het plantsoen uitgebreid met het gebied van de voormalige Boteringedwinger naar<br />
het ontwerp van P.H. Harreveld, opzichter der plantsoenen in <strong>Groningen</strong>. Tegelijkertijd werd de<br />
Utrechtse landschapsarchitect H. Copijn aangetrokken voor het ontwerp en aanleg van het laatste<br />
parkdeel op het resterende zuidelijke deel van de Kruiddwinger en de Reitdiepsdwinger. Hoewel<br />
uiteindelijk toch alle door Van Gendt aangewezen bastions tot een park getransformeerd werden,<br />
vond dit plaats in een gefaseerd proces. Nooit was er sprake van een overkoepelend totaalontwerp<br />
(Kaart 5. Overzicht van de aanleg van de verschillende delen van het Noorderplantsoen).<br />
Wonen<br />
De woonbebouwing in de Hortusbuurt veranderde van aanzien langs de belangrijkste doorgaande<br />
straten. De Nieuwe Ebbingestraat werd meer en meer een winkelstraat. Bestaande panden werden<br />
verbouwd en opgehoogd met een verdieping. Ook aan de Nieuwe Kijk in ‘t Jatstraat en vooral aan<br />
de Nieuwe Boteringestraat werden de in oorsprong zeventiende-eeuwse woonhuizen verbouwd en<br />
opgehoogd met een extra verdieping. In de zijstraten is het oorspronkelijke karakter van eenlaags<br />
bebouwing goed bewaard gebleven, zij het dat de meeste panden van de negentiende eeuw dateren.<br />
Het wonen kreeg in het laatste kwart van de negentiende eeuw een belangrijke impuls door de<br />
vestiging van een groot aantal hofjes in de omgeving van de Kleine en Grote Rozenstraat en de<br />
Grote Leliestraat. De hofjes werden gesticht op de grote, open binnenterreinen en kregen hun front<br />
en ingang aan de straatzijde. De woningen aan de binnenhof zijn via een poort aan de straatzijde<br />
bereikbaar. Zo ontstonden kleine stadjes in de stad.<br />
In chronologische volgorde zijn dit achtereenvolgens:<br />
• Het Sint Martinusgasthuis (1870), Grote Leliestraat<br />
• Het Gerarda Gockinghagasthuis (1870), Grote Rozenstraat 78-84<br />
• Het Pieternellagasthuis (1872), Grote Leliestraat 34<br />
• Het Middengasthuis (1872), Kleine Rozenstraat 8-62<br />
• Het Doopsgezind Gasthuis (1872), Nieuwe Boteringestraat 47<br />
• Het Remonstrants Gasthuis (1890), Noorderbinnensingel 23-49)<br />
• Het grote Middengasthuis (1895), Grote Leliestraat 53-113<br />
Handel en industrie<br />
De Noorderhaven Noordzijde en omgeving had zich ontwikkeld tot centrum van de bloeiende<br />
graanhandel, getuige het aantal grote graanpakhuizen dat in het laatste kwart van de negentiende<br />
eeuw werd gebouwd. Ook het Boterdiep in het oostelijk deel van het <strong>bestemmingsplan</strong>gebied<br />
vormde een kern voor handel en nijverheid. Ook hier werden tal van pakhuizen gebouwd<br />
(westzijde) en vestigden zich bedrijven, met name aan de oostzijde van het Boterdiep.<br />
Aan de oostzijde van het Nieuwe Kerkhof kwam kleinschalige bedrijfsontwikkeling op gang in de<br />
vorm van pakhuizen en smederijen. Een mooi voorbeeld van een industrieel bedrijf dat vanwege<br />
ruimtegebrek uit de binnenstad wegtrok naar de rand van de stad, is de rijwielfabriek van Fongers, die<br />
als klein bedrijf was gestart aan de oostzijde van het Nieuwe Kerkhof.<br />
Onderwijs<br />
Kort voor de eeuwwisseling nam de groei van de Universiteit een hoge vlucht. Door<br />
onderwijsontwikkelingen in met name de medische en exacte vakken, werden - veelal aan de randen<br />
Bestemmingsplan Hortusbuurt/ Noorderplantsoen, versie vaststelling, augustus 2001<br />
8
van de binnenstad op de voormalige vestingterreinen - moderne, praktisch ingerichte laboratoria<br />
gebouwd. Rond de zeventiende-eeuwse Hortus Botanicus in het noordwestelijke deel van de<br />
Hortusbuurt kwam in 1899 aan de Grote Rozenstraat op de plaats van een ouder gebouw uit 1874<br />
een, voor zijn tijd, ultramodern Botanisch Laboratorium met aansluitende dienstwoningen en<br />
voorzieningen. Het ontwerp was van rijksbouwmeester J. van Lokhorst (de uitbreiding van 1909 was<br />
van de hand van architect J. Vrijman).<br />
Het Guyot-complex werd in 1893 uitgebreid met een schoolgebouw en een Israëlitisch kosthuis<br />
aan het begin van de Nieuwe Kijk in ’t Jatstraat. In de periode daarna, zoals uit een kaartje uit de<br />
negentiende eeuw blijkt, is het deel van de Ossenmarkt dat voor het Guyotinstituut is gelegen,<br />
getransformeerd in een tuin met in het midden een gedenksteen voor de heer Guyot.<br />
2.6 De twintigste eeuw<br />
In de eerste helft van de twintigste eeuw vinden in het gebied weinig structuurwijzigingen plaats.<br />
Hoe landelijk de noordkant van de Hortusbuurt nog was, blijkt uit de aanwezigheid van grote<br />
bloemkwekerijen op deze plek en het aangrenzende Remonstrants Gasthuis.<br />
Zuivelfabriek<br />
Op de nog open terreinen in het gebied werden bijzondere functies ondergebracht. Zo werd in<br />
1909 op de plek van de voormalige scheepswerf aan de Noorderhaven nabij het Noorderplantsoen<br />
de Coöperatieve Stoomzuivelfabriek en Melkinrichting ‘Stad en Lande’ gebouwd. De allure van<br />
de plek vertaalde zich in de architectuur van het gebouw in Jugendstil. De fabriek ging in 1923<br />
failliet, maar het gebouw is blijven bestaan en aangepast voor bewoning.<br />
Onderwijs<br />
De aanwezigheid van de Universiteit trok ook andere onderwijsinstellingen aan.<br />
Aan de Boteringesingel werden twee scholen gebouwd ten behoeve van het lager onderwijs en het<br />
beroepsonderwijs (ambachtsschool). Eén van de twee scholen is inmiddels gesloopt om plaats te<br />
maken voor een appartementencomplex. In 1924 volgde bouw van de gemeentelijke HBS aan de<br />
Grote Rozenstraat tegenover het Botanisch Laboratorium. Het Guyotcomplex werd in deze periode<br />
(tot 1939) verder uitgebreid met nieuwbouw. Dit leidde tot schaalvergroting, zowel aan de zijde<br />
aan de Ossenmarkt, als de Nieuwe Boteringestraat en de Kleine Leliestraat.<br />
Nutsvoorzieningen<br />
In 1908 volgde bouw van de watertoren aan de Noorderbinnensingel 14. De watertoren werd<br />
gebouwd om de watervoorziening voor het Academisch Ziekenhuis te regelen. De toren is 45<br />
meter hoog en bezit een voor Nederland unieke stalen constructie. Het ontwerp kwam van een<br />
architect uit het Duitse Bremen. Tot in de jaren zeventig bleef hij in gebruik.<br />
Nijverheid<br />
In 1929 werd in het noordelijke deel van de Nieuwe Kijk in ‘t Jatstraat een confectieatelier<br />
gebouwd naar het ontwerp van architect G. Saville. Het complex neemt bijna het gehele bouwblok<br />
in beslag tussen de Nieuwe Kijk in ‘t Jatstraat, de Noorderbinnensingel en de Grote Appelstraat.<br />
Het gebouw werd later in gebruik genomen door het Volkenkundig Museum.<br />
Het Noorderplantsoen<br />
De laatste fase in de totstandkoming van het Noorderplantsoen viel samen met de aanleg van de<br />
Oranjewijk op basis van het herziene uitbreidingsplan van Mulock Houwer uit 1916. Een<br />
speelweide werd aangelegd tussen de buitenzijden van de bolwerken en de tegenwoordige<br />
Oranjesingel aan de zuidkant van het plantsoen.<br />
Bestemmingsplan Hortusbuurt/ Noorderplantsoen, versie vaststelling, augustus 2001<br />
9
Vooroorlogse stadssanering langs het Noorderplantsoen<br />
Nog in de jaren dertig van de twintigste eeuw bestonden er in het westelijke gedeelte van de<br />
Hortusbuurt sloppenbuurtjes waarvan de kleine straatjes, zoals de beruchte Violetsteeg met<br />
eenvoudige arbeiderswoningen van één bouwlaag, dood liepen op de vergraven wal van het<br />
Noorderplantsoen. Kort voor de Tweede Wereldoorlog in 1939 volgde een grootscheepse sanering<br />
van dit gebied. De sloppen werden gesloopt om plaats te maken voor een groot complex<br />
etagewoningen van drie bouwlagen. De lange gesloten gevelwand loopt evenwijdig met de wal van<br />
het Noorderplantsoen en is onderbroken op de plekken, waar de bestaande zijstraten uitkomen.<br />
Poortdoorgangen verschaffen toegang naar het binnenterrein waar hofbebouwing staat, eveneens<br />
uit de jaren dertig. Ten noorden van het complex was in 1931 al een hofje gebouwd aan de<br />
Noorderbinnensingel 82-87 (E. van Linge), het Jan Luitjes of Jannes Baroldi Gasthuis. Het ligt<br />
evenwijdig aan de wal van het Noorderplantsoen maar het middeldeel van de hofbebouwing is iets<br />
teruggeplaatst uit de rooilijn.<br />
De periode na 1945<br />
In de periode na 1945 speelt de Universiteit als eigenaar van onroerend goed in de binnenstad een<br />
belangrijke rol. Door de Universiteit werden diverse pogingen ondernomen om aan de onhoudbare<br />
situatie van de behuizing der alfa-faculteitsafdelingen een eind te maken. Na diverse plannen werd<br />
uiteindelijk in 1965 besloten om de hele Alfafaculteit onder één dak te brengen in een gebouw in<br />
het Hortusgebied. Het wachten was op het definitieve vertrek van de Hortus en de botanische<br />
kassen naar Haren (1966). In 1967 werd het huidige Alfagebouw gerealiseerd aan de Grote<br />
Kruisstraat. Het grootschalige gebouw vormde de afgelopen jaren met zijn, deels door kaalslag<br />
gevormde omgeving, een grote afwijking in de historische structuur van het Hortusgebied.<br />
In de jaren zeventig en tachtig vond aan de randen in het noordelijke deel nabij de Nieuwe Kijk in<br />
’t Jatstraat en de Noorderbinnensingel stadsvernieuwing plaats.<br />
Tegelijkertijd, in de jaren zeventig, raakte de watertoren-Noord aan de Noorderbinnensingel haar<br />
functie kwijt. Ondanks een casco-restauratie en een prijsvraag is het tot op heden niet gelukt om de<br />
toren een nieuwe bestemming te geven. Het probleem is, dat hij stedenbouwkundig is ingepakt<br />
door de bouw van een nieuw verzorgingstehuis op de hoek van de Nieuwe Ebbingestraat en de<br />
Boteringesingel.<br />
Met de toename van het gemotoriseerde verkeer in de naoorlogse periode ging het<br />
Noorderplantsoen steeds meer als een doorgaande autoroute functioneren tussen de oude stad en<br />
de schil van woonwijken daaromheen. De grasvelden werden in toenemende mate voor het<br />
parkeren gebruikt. In de jaren tachtig kwamen er steeds meer protesten tegen de aantasting van de<br />
landschappelijk-ecologische waarden van het plantsoen. De hieruit voortvloeiende discussie<br />
resulteerde in 1994 in een referendum, waarvan de uitkomst was dat het plantsoen werd afgesloten<br />
voor het gemotoriseerd verkeer.<br />
In 1991 werd de Hortusbuurt aangewezen tot beschermd stadsgezicht als onderdeel van het<br />
Beschermd stadsgezicht Binnenstad van <strong>Groningen</strong>.<br />
In deze periode werd, na het vertrek van het Guyot-instituut, het complex aan het Guyotplein<br />
verbouwd, gerestaureerd en aangevuld met nieuwbouw ten behoeve van huisvesting voor de<br />
rechterlijke macht.<br />
2.7 Beschermd stadsgezicht en archeologische waarden<br />
Bestemmingsplan Hortusbuurt/ Noorderplantsoen, versie vaststelling, augustus 2001<br />
10
Waardevolle stedenbouwkundige structuren en gebieden<br />
Uit de Toelichting bij het besluit tot aanwijzing van de binnenstad van <strong>Groningen</strong> tot beschermd<br />
Stadsgezicht is de volgende tekst ontleend.<br />
De zeventiende-eeuwse noordelijke stadsuitleg ontleent zijn historisch-stedenbouwkundige waarde<br />
vooral aan de uitzonderlijke, op geometrische principes gebaseerde structuur. De bebouwing in het<br />
gebied heeft, met uitzondering van de zuidelijke rand, vrijwel geheel een negentiende- en vroegtwintigste-eeuws<br />
karakter. In aansluiting op de oude stad vormen drie noord-zuid gerichte<br />
hoofdroutes, doorsneden door vier oost-west lopende reeksen zijstraten een patroon van vrijwel<br />
rechthoekige, gesloten bouwblokken. Als bijzondere open ruimtes zijn Ossenmarkt/Guyotplein en<br />
Nieuwe Kerkhof binnen dit patroon opgenomen. Ondanks de kenmerkende verschillen in<br />
straatbreedte, bebouwingshoogten en bebouwingsoriëntatie tussen de hoofdstraten en de zijstraten<br />
is in deze uitleg in veel minder sterke mate een overheersende structuurrichting aanwezig dan in de<br />
oude stad.<br />
Karakteristiek van de structuur en hoofdstraten<br />
Van de aangelegde hoofdstraten is de Nieuwe Ebbingestraat functioneel het sterkst tot<br />
ontwikkeling gekomen, over de gehele lengte bepaalt de winkelfunctie het gevarieerde<br />
bebouwingsbeeld.<br />
Hoewel centraler gelegen, heeft de Nieuwe Boteringestraat een dergelijke ontwikkeling niet<br />
gekend, zodat daar, naast enige dienstverlening, het wonen goed in het bebouwingsbeeld<br />
vertegenwoordigd is. Bepalend voor het straatbeeld is hier het open, deels met bomen beplante,<br />
terrein van het Nieuwe Kerkhof met centraal daarop geplaatst de Nieuwe Kerk. Dit rechthoekige<br />
terrein ligt met een korte zijde langs de Nieuwe Boteringestraat, terwijl de begrenzing aan noord-<br />
en zuidzijde deel uitmaken van het patroon van dwarsstraten. Doordat aan de oostzijde een<br />
ruimtelijke afsluiting plaatsvindt door een tweetal kleinere bebouwingsblokken, heeft het Nieuwe<br />
Kerkhof - op een onopvallende op de kerk gerichte doorkijk na - geen relatie met de nabijgelegen<br />
Nieuwe Ebbingestraat.<br />
Het Gedempte Boterdiep vormt aan de oostzijde de begrenzing van de zeventiende-eeuwse<br />
stadsuitleg. Enige onregelmatigheden in de rooilijnen in het zuidelijke deel maken duidelijk dat<br />
het beloop van deze oorspronkelijke waterverbinding niet volledig ontworpen, maar deels op een<br />
oudere structuur gebaseerd is. In overeenstemming met de historische functie wordt het<br />
bebouwingsbeeld vooral bepaald door opslag- en bedrijfsbebouwing uit diverse perioden, waarbij<br />
het marginale karakter van sommige functies plaatselijk tot een sterke teruggang van de<br />
bebouwingskwaliteit heeft geleid.<br />
Van de noord-zuid straten heeft de meest westelijke, de Nieuwe Kijk in ’t Jatstraat, in functioneel<br />
en ruimtelijk opzicht altijd een ondergeschikte rol gespeeld; overwegend kleinschalige bebouwing<br />
van rond de eeuwwisseling bepaalt het straatbeeld. De ten westen hiervan gelegen terreinen tonen<br />
de sporen van ontwikkeling van universitaire functies. De hier vanaf 1626 tot in de jaren zestig van<br />
de twintigste eeuw gevestigde Hortus Botanicus heeft zijn naam aan het gehele stadsdeel geleend,<br />
terwijl diverse gebouwen ten behoeve van onderwijs en onderzoek in het stedelijk patroon zijn<br />
opgenomen. Het grootschalige Alfagebouw aan de Grote Kruisstraat vormde de afgelopen jaren<br />
met zijn door kaalslag gevormde omgeving een forse afwijking van de structuur van gesloten<br />
bouwblokken.<br />
De hofjes<br />
Kenmerkend, en passend in de sterke woonfunctie van het noordelijke binnenstadsgedeelte, zijn de<br />
hofjes die in de tweede helft van de negentiende eeuw deels aan de straat, maar vooral op een<br />
Bestemmingsplan Hortusbuurt/ Noorderplantsoen, versie vaststelling, augustus 2001<br />
11
aantal binnenterreinen zijn gebouwd.<br />
Het Noorderplantsoen<br />
De karakteristieke lange zichtlijnen maken de hoogteligging van de uitloper van de Hondsrug<br />
zichtbaar. Zij leiden ertoe dat de hoge boombeplanting van het Noorderplantsoen in vrijwel de<br />
gehele Hortusbuurt een belangrijke ruimtelijk-visuele rol speelt. Hierdoor is deze zone als<br />
structurele begrenzing van de zeventiende eeuwse stad duidelijk herkenbaar gebleven. Hieraan<br />
wordt bijgedragen door de transformatie tot stadspark, waarin waterpartijen en hoogteverschillen<br />
als restanten van de gebastionneerde omwalling zijn opgenomen.<br />
Waardevolle bebouwing<br />
Het bebouwingsbeeld kenmerkt zich in het algemeen door een met de historische karakteristiek<br />
samenhangende schaal en vormgeving. De Hortusbuurt kent een zeer gevarieerd bebouwingsbeeld:<br />
in bouwstijlen, type, ouderdom, hoogte, volume en functie. In het gebied is sprake van een groot<br />
aantal monumentale panden (Rijks- en gemeentelijke monumenten) en beeldbepalende panden.<br />
Hun cultuurhistorische waarde is hoog.<br />
Waardevol groen<br />
Het waardevolle groen wordt gevormd door:<br />
• het Noorderplantsoen als gaaf voorbeeld van parkaanleg in Engelse landschapsstijl uit het<br />
laatste kwart van de negentiende eeuw;<br />
• de restanten van de aanleg van de zeventiende-eeuwse Hortus Botanicus;<br />
Van de oorspronkelijke zeventiende eeuwse beplanting is niets meer aanwezig. Wat er nu nog<br />
staat is grotendeels negentiende-eeuws, zoals een twintigtal monumentale en zeldzame bomen.<br />
Zeer waardevol en zeldzaam is de Japanse noteboom of Ginkgo biloba. In het centrale deel en<br />
rondom het heuveltje staan meerdere jongere bomen (40 tot 60 jaar oud) die als stoffering de<br />
sfeer van de tuin goed aanvullen.<br />
• de structuur en groene binnenterreinen van de vele hofjes;<br />
• het Nieuwe Kerkhof;<br />
• de grote, ‘verborgen’ stadstuin achter de Noorderhaven, naast het Pieternella Gasthuis.<br />
Archeologische en bouwhistorische waarden<br />
De ondergrond van het hele plangebied is waardevol. Gedetailleerde archeologische kennis van het<br />
gebied ontbreekt; de kans om bij grondverzet belangwekkende sporen aan te treffen is groot.<br />
Vanuit bouwhistorisch oogpunt is documentatie van historische bebouwing noodzakelijk als deze<br />
verloren gaat bij nieuw- of verbouwplannen.<br />
In het bouwproces dient daarom, in overleg met de gemeente, gelegenheid te worden gegeven tot<br />
het doen van bouwhistorisch en archeologisch onderzoek voor bodemverstorende activiteiten die<br />
dieper reiken dan 50 cm onder het straatniveau en die per activiteit (bouwaanvraag en dergelijke)<br />
een oppervlak van meer dan 50 m² beslaan.<br />
Bestemmingsplan Hortusbuurt/ Noorderplantsoen, versie vaststelling, augustus 2001<br />
12
3. BESTAANDE EN TOEKOMSTIGE SITUATIE<br />
3.1 Historisch kader<br />
Mede ten gevolge van de ontstaans- en ontwikkelingsgeschiedenis van de Hortusbuurt is dit<br />
stadsdeel het voorbeeld van de gedifferentieerde stad. Verschillende gebieden met een geheel<br />
eigen geschiedenis, karakter en sfeer bestaan naast elkaar en maken het stadsdeel als totaal tot een<br />
aantrekkelijk gebied. Ook de ligging tussen de binnenstad en het Noorderplantsoen draagt hieraan<br />
bij: enerzijds in de nabijheid van de voorzieningen van de binnenstad en anderzijds aan het<br />
Noorderplantsoen, gezichtsbepalend voor de stad, aantrekkelijk door de grote maat van het groen<br />
en feitelijk door zijn gebruik het enige echte ‘stadspark’.<br />
De Hortusbuurt dateert van de grote Renaissance-uitleg van 1624 en is in zijn ontwikkelingsgeschiedenis<br />
onlosmakelijk verbonden met die van de binnenstad. Het reeds in 1618 vastgestelde<br />
stratenpatroon, een stelsel van haaks op elkaar staande wegen, is in de loop der eeuwen nagenoeg<br />
ongewijzigd gebleven en sluit aan op de structuur van het centrum. Het bijzondere van deze "nieuwe<br />
stad" is zijn enorme omvang. De stad <strong>Groningen</strong> werd met deze uitleg bijna tweemaal zo groot.<br />
In het oorspronkelijke stedenbouwkundig ontwerp met haaks op elkaar staande wegen zijn een aantal<br />
grote open ruimtes uitgespaard met een duidelijk functioneel doel (de Ossenmarkt en het Nieuwe<br />
Kerkhof). Op praktische wijze zijn de bestaande noord-zuid lopende wegen van de oude stad in het<br />
nieuwe stadsdeel doorgetrokken: de nieuwe Kijk in 't Jat-, de nieuwe Boteringe- en de nieuwe<br />
Ebbingestraat.<br />
De Hortusbuurt is een typische binnenstadswijk: gesloten bouwblokken en aaneengesloten<br />
bebouwing. Kenmerkend is de diversiteit.<br />
Er is in de wijk een driedeling te maken: de belangrijkste panden staan aan de Diepenring (inclusief<br />
die aan Ossenmarkt); een tweede groep staat aan de doorgaande noordzuidroutes; de derde groep ligt<br />
aan de achter- en dwarsstraten. De woonhuizen uit de tweede groep zijn qua opzet vergelijkbaar met<br />
die van de binnenstad, zij het dat deze in de negentiende eeuw veelal werden verbouwd en<br />
opgehoogd met een verdieping. De woonhuizen aan de zij- en achterstraten zijn in later tijd niet<br />
verhoogd, maar werden naar achteren toe uitgebreid met diverse bijgebouwen.<br />
Ook functioneel is de Hortusbuurt een typische binnenstadswijk. Hoewel veel van de oorspronkelijke<br />
functies zijn verdwenen, is het verleden nog waarneembaar.<br />
Naast de winkelstraten is het wonen sterk vertegenwoordigd. De bouwblokgrootte in de<br />
Hortusbuurt is aanzienlijk groter dan die in de oude binnenstad (binnen de Diepenring) en de<br />
binnenterreinen zijn lang onbebouwd gebleven. Hierdoor konden hier in de loop van de tijd de<br />
voor de Hortusbuurt karakteristieke hofjes gevestigd worden. Daarnaast werden op de<br />
binnenterreinen veel scholen, bedrijven en bijzondere functies (watertoren, kwekerij, enz.)<br />
gevestigd. Deze typische binnenstedelijke gebieden voegen een dimensie aan de stad toe, de ‘Verborgen<br />
Stad’.<br />
Het gebied herbergt voorts een aantal grote stedelijke functies; de rechtbank, de Rijksuniversiteit<br />
<strong>Groningen</strong> (RUG) en de hele Nieuwe Ebbingestraat zijn daar uitgesproken exponenten van,<br />
evenals de onlangs gereed gekomen parkeergarage onder de Ossenmarkt.<br />
Binnen de grenzen van het gebied zijn een aantal onderling verschillende gebieden te<br />
onderscheiden, elk met een eigen karakteristiek en op het niveau van de stad met een eigen<br />
stedenbouwkundige betekenis. Het betreft de volgende straten: het Boterdiep, de Nieuwe<br />
Ebbingestraat, de Nieuwe Boteringestraat, de Nieuwe Kijk in’t Jatstraat, de Diepenring en de rand<br />
langs het Noorderplantsoen (de paragrafen 3.2 tot en met 3.7), de gebieden tussen de radialen en<br />
Bestemmingsplan Hortusbuurt/ Noorderplantsoen, versie vaststelling, augustus 2001<br />
13
de ‘Verborgen stad’, alsmede de groenstructuur (de paragrafen 3.8 tot en met 3.10). In paragraaf<br />
3.11 wordt ingegaan op de ecologische waarden in het plangebied.<br />
3.2 Het Boterdiep<br />
Ten gevolge van de demping van het water kent het Boterdiep als ruimte een schaalprobleem<br />
(zoals overigens de meeste gedempte voormalige waterwegen). De bebouwingshoogte van de<br />
omringende randen (rafelig) is vaak te laag ten opzichte van de grote maat van de openbare ruimte.<br />
De inrichting van die openbare ruimte laat te wensen over. Met uitzondering van enkele<br />
voormalige bedrijfspanden, zoals enkele pakhuizen en de melkfabriek, is er van een uitgesproken<br />
samenhangende architectuur niet echt sprake. Dit heeft evenals de rafelige rooilijn te maken met<br />
historie. Het Boterdiep fungeerde als overslagplaats en daardoor tevens als aan- en afvoerroute van<br />
de stad; veel eigendom van de panden aan de Nieuwe Ebbingstraat liep oorspronkelijk door tot<br />
aan het Boterdiep. De gevels aan het Boterdiep waren dan ook vaak achterkanten; hier was geen<br />
noodzaak om representatieve architectuur te realiseren.<br />
Winkels en bedrijven komen van oudsher rondom en aaneengesloten voor; daarboven is het wonen<br />
goed vertegenwoordigd.<br />
Het Boterdiep heeft een verkeersfunctie van en naar de Diepenring rond het centrum zowel voor<br />
auto's, fietsers als het openbaar vervoer. Ook in de toekomst blijft dat zo.<br />
Er zijn plannen voor een openbare ondergrondse parkeergarage en een nieuwe woonwijk op het<br />
aansluitende Cibogaterrein. Hierdoor ontstaat een van de zogenaamde bronpunten, vanwaar<br />
binnenstadsbezoekers het centrum bereiken. Voor de winkels en bedrijven aan het Boterdiep, en<br />
die in de Nieuwe Ebbingestraat, zal dit een krachtige impuls betekenen. Ook de inrichting van de<br />
openbare ruimte kan daarmee aan kwaliteit winnen.<br />
3.3 De Nieuwe Ebbingestraat<br />
De Nieuwe Ebbingestraat is een van de oorspronkelijke radialen van de stad. Dit is in het beeld van<br />
de straat zeer nadrukkelijk zichtbaar in de lange zichtlijnen die er in de hele straat richting de<br />
Martinitoren zijn. De straat verzorgde oorspronkelijk de relatie tussen het noordoosten van de<br />
provincie en de stad. Hier kwam je de stad binnen. Later kwamen daar de woonwijken in het<br />
noordoosten van de stad bij. Aan de ruimtelijke en functionele ontwikkeling van de straat is dat goed<br />
te zien.<br />
Tot op heden heeft de straat die stedelijke functie behouden. De straat is van oudsher een winkelstraat<br />
en in zijn functionele structuur een uitloper van die van het stadscentrum. De inrichting van de<br />
openbare ruimte is daarop afgesteld en de straat heeft een mooi eenduidig profiel en een<br />
verbijzonderde kleurstelling ten opzichte van de directe omgeving en het stadscentrum. Het stedelijk<br />
belang is goed afleesbaar in de aanwezige architectuur. De maat en het profiel van de straat, de schaal<br />
van de bebouwing, de tamelijk eenduidige bebouwingshoogte en de aaneengesloten<br />
winkelbebouwing maken de Nieuwe Ebbingestraat tot een bijzondere binnenstedelijke ruimte, die<br />
zich onderscheidt van de overige straten in de Hortusbuurt.<br />
Op de verdiepingen is de woonfunctie nadrukkelijk aanwezig. Er komt veel kamerverhuur voor.<br />
Hoewel door de ringweg rond de stad veel doorgaand verkeer is verdwenen, heeft de straat nog steeds<br />
een belangrijke verkeersfunctie, ook voor het openbaar vervoer, naar het centrum en de parkeergarage<br />
onder de Ossenmarkt.<br />
Bestemmingsplan Hortusbuurt/ Noorderplantsoen, versie vaststelling, augustus 2001<br />
14
3.4 De Nieuwe Boteringestraat<br />
De Nieuwe Boteringestraat is in de stedenbouwkundige hoofdstructuur van de stad van bijzondere<br />
betekenis. Hij maakt onderdeel uit van de historisch belangrijkste noord-zuidroute (radiaal) van<br />
<strong>Groningen</strong>. Alle voor de stad, ook nu nog, belangrijke openbare ruimtes zijn gelegen aan deze<br />
route. De ook voor de Hortusbuurt belangrijke openbare ruimtes zijn: de Ossenmarkt, het Nieuwe<br />
Kerkhof en het Noorderplantsoen. Door deze afwisseling van grote openbare ruimtes en door<br />
wanden omsloten straatgedeeltes heeft de straat als totaal een aangename en bijzondere ruimtelijke<br />
werking.<br />
De inrichting van de openbare ruimte liet tot voor kort hier en daar te wensen over ten gevolge van<br />
slijtage. Door de recente herinrichting van de straat is er veel verbeterd.<br />
In het stedelijk weefsel heeft de route aan betekenis ingeboet, omdat de functie voor het<br />
autoverkeer naar het noorden - via de Moesstraat en verder - is overgenomen door de route via de<br />
Bedumerweg, en doordat de oorspronkelijke wegverbinding bij de Wilgenlaan onder het<br />
opgespoten zand van de jaren ’60-wijk Selwerd is verdwenen. In sommige gebouwen langs de<br />
route en met name rond de Ossenmarkt is de historische betekenis nog steeds afleesbaar.<br />
De relatie met de binnenstad is aan het begin van de Nieuwe Boteringestraat, zowel ruimtelijk als<br />
functioneel (rechtbank en parkeergarage), zeer sterk. Nog steeds komen langs de Nieuwe<br />
Boteringestraat veel bedrijven en winkels, ook van stedelijke betekenis, aaneengesloten voor. Het<br />
wonen in de straat neemt toe, naarmate het Noorderplantsoen wordt genaderd. Ook op de<br />
verdiepingen wordt gewoond. In het noorden wordt de straat begrensd door het groen van het<br />
Noorderplantsoen, terwijl over de as van de straat het zicht op de toren van de voormalige kerk aan<br />
de Moesstraat aanwezig is. Als doorgaande verbinding naar de Noorderplantsoenbuurt en als<br />
afvoerroute voor de Parkeergarage Ossenmarkt heeft de straat een verkeersfunctie.<br />
3.5 De Nieuwe Kijk in ’t Jatstraat<br />
Evenals de Nieuwe Ebbinge- en de Nieuwe Boteringestraat sluit ook de Nieuwe Kijk in ’t Jatstraat<br />
naadloos aan op de stedelijke structuur van het centrum. De straat is in zijn profiel een zeer stedelijke<br />
straat. Door de gevarieerde bebouwing, zowel in uitstraling, hoogte, functie, maat en schaal doet de<br />
straat bijzonder plezierig aan. De straat sluit aan op de belangrijkste noord-zuidverbinding in de stad<br />
voor wat betreft het fietsverkeer (Station – Folkingestraat - Kijk in ’t Jatstraat - Grote Kruisstraat –<br />
Noorderplantsoen – Kerklaan - wijkpark Selwerd - Paddepoelsterweg - ommeland). De inrichting van<br />
de openbare ruimte doet hier en daar gedateerd aan.<br />
Functioneel zijn voor een belangrijk deel van de straat de universiteitsfuncties bepalend.<br />
Ter hoogte van de Grote Kruisstraat wordt gebouwd aan een uitbreiding van het voormalige Alfagebouw.<br />
Ook het Gerardus van der Leeuwmuseum (in een voormalige confectiefabriek) en de studie<br />
Godgeleerdheid hebben hun voorkant aan deze straat.<br />
Van oudsher komen stedelijke functies en buurtfuncties naast elkaar voor, wat nog steeds in het<br />
straatbeeld afleesbaar is in de architectuur en uitstraling. Sommige stedelijke functies (voormalige<br />
HBS) zijn uit de straat verdwenen, maar gelukkig in het beeld van de straat behouden gebleven. Ook<br />
de belangrijkste openbare binnenstadsschool voor het lager onderwijs is hier aanwezig. Over de<br />
lengte van de straat komt het wonen tussen de andere functies frequent voor, ook op de verdiepingen.<br />
Naar het noorden toe, verder van het centrum, nam van oudsher de betekenis van deze straat af. Daar<br />
sloeg de ruimtelijke slijtage van de stad dan ook het eerst toe. Op enkele plekken is nu in het<br />
straatbeeld de stadsvernieuwingsarchitectuur uit het begin van de ’80-er jaren zichtbaar, terwijl de<br />
slechte kwaliteit van de naastgelegen bebouwing en een gat in de gevelwand van de straat hier<br />
zichtbaar zijn. Een verdere ruimtelijke en functionele slijtage moet worden voorkomen.<br />
Bestemmingsplan Hortusbuurt/ Noorderplantsoen, versie vaststelling, augustus 2001<br />
15
3.6 De Diepenring<br />
De Diepenring is in eerste instantie een binnenstedelijke ruimte die mede het beeld (mental map)<br />
van de stad bepaalt. Het profiel over de kades en het water samen met de omringende bebouwing<br />
maken de ruimte tot een bijzondere in het stedelijk weefsel. Nergens is de relatie tussen de<br />
Hortusbuurt en het stadscentrum zo sterk als hier. Over de totale lengte van de Diepenring is altijd<br />
wel ergens een zichtlijn op de torens van de binnenstad, terwijl over de omringende bebouwing<br />
heen de ruimte begrensd wordt door de zichtlijnen op enerzijds de Vrouwenkliniek, symbool voor<br />
de belangrijke gezondheidszorgfunctie (Academisch ziekenhuis) van de stad en aan de andere kant<br />
door de pijp van de Suikerfabriek, symbool voor de belangrijke industriële functie van de stad (en<br />
de provincie).<br />
Met name op deze plek bevindt zich het oudste en tegelijk het meest monumentale gedeelte van de<br />
Hortusbuurt. De bebouwing langs de Diepenring bepaalt voor een groot deel het gezicht van dit<br />
stadsdeel. Dit beeld is rijk en gevarieerd zowel in functie als beeld. Dat beeld is vooral hier van<br />
een binnenstedelijk karakter met een aantal grote monumentale stedelijke functies, pleinen<br />
(Ossenmarkt en Guyotplein) en gebouwen (voormalige pakhuizen, de nieuwe rechtbank, enz). De<br />
grote pakhuizen (Albion en Engeland) laten de industriële ontwikkelingsgeschiedenis van de stad<br />
op deze plek mooi zien en zijn als zodanig van betekenis voor de afleesbaarheid van de stad. Zij<br />
zijn ondertussen verbouwd tot bedrijfsruimtes met daarboven woningen.<br />
Stedelijke functies (winkels/ bedrijven) komen vrijwel aaneengesloten op de begane grond voor.<br />
Ook het wonen is goed vertegenwoordigd (voor het belangrijkste deel op de verdiepingen).<br />
De Diepenring heeft als verdeelring rond het directe centrum, een belangrijke verkeersfunctie.<br />
Deze functie blijft hij ook in de toekomst houden.<br />
Het wonen op het water is ook aan deze zijde van het water goed vertegenwoordigd. De<br />
Noorderhaven als vrijhaven met het traditionele, monumentale beeld van de masten van de bruine<br />
vloot levert een meerwaarde op voor de beleving van dat wat als stedelijk ervaren wordt. Het laat<br />
bovendien mooi de oude betekenis van de stad als haven en overslagplaats zien. In het verlengde<br />
hiervan zijn ook de onder- en bovenkades van de voormalige Spilsluizen van bijzondere betekenis.<br />
Aan de hoogte en de verschijningsvorm van de diverse woonboten zou, ook in verband met het<br />
Beschermd stadsgezicht, meer aandacht moeten worden besteed. De bruggen verbinden de beide<br />
stadsdelen (centrum en Hortusbuurt) met elkaar en liggen op ongeveer gelijke afstanden van<br />
elkaar.<br />
Op de kruising van de belangrijkste noord-zuid verbinding en het water van de Diepenring ligt een<br />
belangrijk stedelijk plein dat door de Nieuwe Boteringestraat in twee delen wordt opgesplitst: de<br />
Ossenmarkt en het Guyotplein. De Ossenmarkt is in de twintigste eeuw in gebruik genomen voor<br />
het parkeren, en de tuin voor het voormalige Guyotcomplex verwerd tot een verwaarloosd<br />
schoolplein. Feitelijk is daarmee de grote stedelijke ruimte, zowel ruimtelijk als functioneel, in<br />
tweeën gedeeld: in Ossenmarkt en Guyotplein.<br />
De Ossenmarkt heeft sinds kort een belangrijke functie gekregen als ondergrondse openbare<br />
parkeervoorziening voor de stad; het Guyotplein herbergt de nieuwe rechtbank.<br />
Bestemmingsplan Hortusbuurt/ Noorderplantsoen, versie vaststelling, augustus 2001<br />
16
De Ossenmarkt<br />
De huidige nieuwbouw van het gerechtsgebouw aan het Guyotplein en de realisering van een<br />
parkeergarage onder de Ossenmarkt, waardoor het bovengrondse parkeren kon vervallen, boden<br />
een unieke kans om de gehele stedenbouwkundige ruimte opnieuw in te richten. Het onderscheid<br />
tussen een groen plein en een met bomen omzoomd stenen plein was daarbij het uitgangspunt.<br />
In 1991 bracht de gemeente <strong>Groningen</strong> de nota "stilstaan bij parkeren" uit, waarin de hoofdlijnen van<br />
het gemeentelijk parkeerbeleid waren opgenomen. Voor de binnenstad is daarin het volgende<br />
streefbeeld geschetst voor de lange termijn. De parkeerplaatsen in de openbare ruimte van de<br />
binnenstad worden geleidelijk aan opgeruimd. Parkeren op straat wordt onmogelijk. In de toekomst<br />
kan alleen worden geparkeerd op de zogenaamde park & pendelterreinen aan de rand van de stad, of<br />
in parkeergarages aan de verdeelring rond de binnenstad. Bewoners van de binnenstad kunnen hun<br />
auto kwijt in buurtstallingsgarages. Dit "blik-van-de-straatbeleid" is gekoppeld aan een herverdeling<br />
van de verkeersruimte ten gunste van met name voetgangers en fietsers, en aan een herinrichting van<br />
de openbare ruimte van de binnenstad. Leidraad daarbij is het masterplan "Ruimte voor Ruimte".<br />
Er is naar gestreefd om op de Ossenmarkt een parkeergarage te realiseren die het daglicht kan velen<br />
en afrekent met het negatieve imago dat parkeergarages over het algemeen hebben. Stevig in zijn<br />
omgeving verankerd, met alvast een vleugje binnenstad. De voetgangersentree van de parkeergarage<br />
in combinatie met een andere stedelijke functie moet het begin van de route naar de binnenstad zijn,<br />
een vanzelfsprekende overgang van de garage naar de binnenstad. In programmatische zin ontstaat er<br />
zo een grotere vervlechting van de stad en de parkeergarage; de parkeergarage wordt van meer<br />
betekenis voor de stad.<br />
Aantrekkelijke looproutes vormen de schakel tussen de entreegebieden aan de rand van de binnenstad<br />
en het stadshart. In dit geval de Oude Ebbinge-, de Oude Kijk in’t Jat- en met name de Oude<br />
Boteringestraat. Dit stelt eisen aan de kwaliteit van de aanlooproutes. Het geeft tegelijkertijd nieuwe<br />
kansen en impulsen voor de betrokken straten. Dit laatste geldt tevens voor de Nieuwe Ebbingestraat.<br />
Door de parkeergarage, inclusief hellingbaan en voorzieningen, geheel ondergronds te realiseren is<br />
het plein als hoogwaardige stedelijke openbare ruimte in zijn oude luister hersteld: een, door groen<br />
omzoomd, opgeschoond plein waarop allerlei activiteiten mogelijk blijven. Onder de Boteringebrug<br />
kan een horecafunctie in combinatie met een terras aan het water zorgen voor een vanzelfsprekende<br />
functionele koppeling van de parkeergarage met de stad. De zichtbare voetgangersentree ligt in het<br />
verlengde van de aanlooproute Boteringestraat. Op deze manier is de parkeergarage wezenlijk<br />
ingepast in de plek.<br />
Horeca onder de Boteringebrug ‘De Boteringeboog’<br />
Er zijn plannen om onder de Boteringebrug horeca te realiseren. Het gaat om een ontwikkeling die bij<br />
de opstelling van het eerste stedenbouwkundig model voor de realisatie van een ondergrondse<br />
parkeergarage aan de Ossenmarkt al als wenselijk is aangegeven. Een combinatie van een, in zijn<br />
gebruik, publieksvriendelijke en architectonisch kwalitatief hoogwaardige ondergrondse<br />
parkeergarage, gecombineerd met een andere functie, in dit geval een horecagelegenheid. De<br />
achterliggende gedachte is dat deze combinatie van functies de garage in de stad kan verankeren. De<br />
route naar het stadshart begint daardoor al bij de garage zelf. Ruimtelijk / functioneel ontstaat er een<br />
vanzelfsprekende plek in de stad, een plek waar je met elkaar kunt afspreken.<br />
De plek wordt gekenmerkt door twee routes die op een hoog schaalniveau van betekenis zijn voor de<br />
stad. Ten eerste de historisch belangrijkste noord-zuidroute (radiaal) van de stad waaraan alle<br />
belangrijke stedenbouwkundige ruimtes van de oude stad gekoppeld zijn. Ten tweede de continuïteit<br />
van het water van de Diepenring (de eerste concentrische ring) rond het stadscentrum. Het kruispunt<br />
van deze twee routes en de betekenis ervan worden manifest gemaakt door dit project. Parkeergarage<br />
en café ondersteunen elkaar (licht, uitstraling en activiteit), waardoor de plek ruimtelijk en<br />
functioneel bijzonder wordt.<br />
Bestemmingsplan Hortusbuurt/ Noorderplantsoen, versie vaststelling, augustus 2001<br />
17
Daarnaast past deze ontwikkeling in de wens om de recreatieve betekenis en de mogelijkheden van<br />
het water in de stad beter te benutten. Door de realisatie van een terras op het niveau van het water<br />
wordt de bereikbaarheid ervan vergroot (zie ook de ontwikkelingen elders in de stad zoals aan de<br />
Reitemakersrijge). Er ontstaat bovendien de mogelijkheid om bijvoorbeeld met de rondvaartboot op<br />
meerdere plekken in de stad aan te leggen. Het voorgestelde plan tast op geen enkele manier de<br />
vastgestelde monumentale kwaliteit van de huidige, door architect Bouma ontworpen, brug aan, maar<br />
voegt een element (licht) onder de boog toe.<br />
Guyotplein<br />
Als vestigingsplaats voor het nieuwe gerechtsgebouw is indertijd bewust gekozen voor een locatie<br />
in de binnenstad. De binnenstad van <strong>Groningen</strong> is het gebied waar de stad haar gezicht als centrum<br />
van Noord-Nederland laat zien. In een omgeving van circa 1 vierkante kilometer zijn de<br />
belangrijkste stedelijke en regionale functies van <strong>Groningen</strong> bijeengebracht; winkels en<br />
warenhuizen, horecagelegenheden, musea, bibliotheken, theaters, faculteiten van de universiteit,<br />
bestuursgebouwen van provincie en gemeente, rechtsprekende instanties, het academisch<br />
ziekenhuis etc. Het behoud van het multifunctionele karakter van de binnenstad heeft in <strong>Groningen</strong><br />
elke keer weer centraal gestaan. Functionele slijtage wordt als een van de grootste bedreigingen<br />
van de binnenstad gezien. Het gerechtsgebouw is een belangrijke functie in de stedelijke en<br />
regionale samenleving, waar iedere burger mee te maken kan krijgen. Van oudsher is de<br />
rechterlijke macht, net als het lokale bestuur van stad en provincie, onlosmakelijk verbonden met<br />
de binnenstad. Het bestuurlijk en het rechtsprekend gezag behoren voor elke burger van de stad<br />
duidelijk herkenbaar en zichtbaar in de stad aanwezig te zijn. De binnenstad - als historisch hart<br />
van de samenleving - is daarvoor de aangewezen plek. De rechtbank heeft een belangrijke<br />
uitstraling op andere binnenstadsfuncties. Zo oefent de rechtbank een grote aantrekkingskracht uit<br />
op de vestiging van advocatenkantoren. Dit kunnen we in de huidige situatie in de omgeving van<br />
zowel de oude als de nieuwe rechtbank zien. Een andere belangrijke overweging bij de<br />
locatiekeuze is geweest, dat vestiging van het gerechtsgebouw aan het Guyotplein een<br />
mogelijkheid bij uitstek is om in functionele zin een nieuwe impuls aan dit gebied te geven. Het<br />
Guyotplein neemt met de vestiging van het nieuwe gerechtsgebouw en de ermee gepaard gaande<br />
herinrichting van de openbare ruimte opnieuw een prominente plaats in in de reeks van pleinen,<br />
die zo kenmerkend zijn voor <strong>Groningen</strong>.<br />
3.7 De rand langs het Noorderplantsoen<br />
Het Noorderplantsoen maakt onderdeel uit van de oorspronkelijke vestingwerken van de vesting<br />
<strong>Groningen</strong>. De bebouwing langs de zuidrand van het Noorderplantsoen is zeer divers in leeftijd,<br />
uitstraling en hoogte. Door de ligging aan het park is de woonkwaliteit langs de hele rand<br />
vanzelfsprekend bijzonder goed.<br />
Van zuid naar noord komen een aantal verschillende bebouwingsbeelden voor.<br />
a. Het meest zuidelijke deel heet, in tegenstelling tot de rest van de rand, geen Noorderbinnensingel,<br />
maar Werfstraat. Hier komt statige bebouwing voor die een mooi samenhangend architectonisch<br />
beeld oplevert naar de stad. De monumentale voormalige melkfabriek maakt er onderdeel van uit.<br />
b. De Noorderbinnensingel, tussen de Grote Leliestraat en de Grote Kruisstraat, wordt bepaald door<br />
een krachtig bebouwingswand, bestaande uit een appartementencomplex. Dit complex diende als<br />
vervanging voor de ergste wantoestanden op het gebied van wonen van eind vorige eeuw en werd<br />
nog voor de Tweede Wereldoorlog gerealiseerd.<br />
c. Het deel van de Noorderbinnensingel tot aan de Nieuwe Boteringestraat bestaat uit diverse, ook in<br />
kwaliteit verschillende, architectonische invullingen variërend in hoogte van één-laag-plus-kap tot<br />
vier bouwlagen. Enkele stadsvernieuwingsprojecten komen langs deze rand voor.<br />
d. Tot slot de strook tussen de Boteringesingel en de Noorderbinnensingel, die vrijkwam na de<br />
Bestemmingsplan Hortusbuurt/ Noorderplantsoen, versie vaststelling, augustus 2001<br />
18
ontmanteling van de vesting <strong>Groningen</strong>. Hier is de stedenbouwkundige situering karakteristiek. Op<br />
een smalle, langgerekte strook grond, tussen de Nieuwe Ebbingestraat en de Nieuwe Boteringestraat,<br />
werd bebouwing neer gezet: aanvankelijk twee scholen en in de jaren dertig vrijstaande<br />
luxueuze villabebouwing, allen gericht op het Noorderplantsoen. De schoolgebouwen vormden<br />
een monumentale afsluiting van de reeks vrijstaande bebouwing in het groen.<br />
Recent is een woongebouw gerealiseerd - op de hoek van de Boteringesingel en de Nieuwe<br />
Boteringestraat - op de plek van één van de beide scholen. De locatie is een bijzondere plek in de<br />
stad. Het is de kruising van de Boteringestraat, de oudste route richting de noordelijke ommelanden,<br />
en het Noorderplantsoen, het voormalige vestingwerk van de stad. Het Noorderplantsoen is in<br />
stedenbouwkundige zin een ruimte van de eerste orde, de Nieuwe Boteringestraat van de tweede, en<br />
de Noorderbinnensingel van een derde orde. De oriëntatie van de bestaande bebouwing in de strook<br />
is dan ook in zijn geheel gericht op het plantsoen; de nieuwbouw op de hoek heeft daarnaast een<br />
oriëntatie op de Nieuwe Boteringestraat.<br />
De tweede school, die naast de hiervoor genoemde locatie ligt aan het Noorderplantsoen, is<br />
opgeknapt en heeft opnieuw een schoolfunctie gekregen ten behoeve van de tweede-fase-onderwijs<br />
van de academie Minerva. Daardoor kan het gebouw ook zijn monumentale uitstraling behouden en<br />
vindt er geen aantasting van de gevel plaats.<br />
Met de nieuw- en verbouw wordt gestreefd naar een ruimere opzet in het groen, passend in de reeks<br />
losse gebouwen in het groen. Het parkeren is op eigen terrein opgelost. Ontsluiting vindt plaats vanaf<br />
de Noorderbinnensingel.<br />
3.8 De gebieden tussen de radialen<br />
Rijksuniversiteit <strong>Groningen</strong> (RUG)<br />
Aangezien <strong>Groningen</strong> een studentenstad is, maakt de RUG een onlosmakelijk en zichtbaar deel uit<br />
van de stad als geheel. De universiteit is voor de stad van grote betekenis. Op sommige plekken is zij<br />
dominant aanwezig en geeft zij gezicht aan de stad, ook in de Hortusbuurt. Onder andere door deze<br />
functie is de Hortusbuurt niet alleen een woonbuurt geworden, maar is het nog steeds een binnenstadsbuurt<br />
met meerdere, ook in de architectuur zichtbare, functies. De RUG, samen met de<br />
bijbehorende spin-off, maakt deel uit van die veelkleurigheid die de Hortusbuurt tot zo'n aantrekkelijk<br />
gebied maken.<br />
In het gebied omsloten door de Grote Kruisstraat, de Grote Rozenstraat en de Nieuwe Kijk in ’t<br />
Jatstraat bevindt zich de voormalige Hortus Botanicus van de RUG. Tot in de jaren zestig had de<br />
bebouwing hier het karakter van een gesloten bouwblok, maar met de komst van het Alfa-gebouw<br />
vond een inbreuk op dit eeuwenoude stedenbouwkundige principe plaats. Het gebouw was een<br />
vreemde eend in de bijt; het is neergezet vanuit een andere stedenbouwkundige visie: een visie die<br />
uitging van de compositie van losse gebouwen in de ruimte. Het Alfa-gebouw stond los in zijn<br />
omgeving, uit de rooilijn, in het groen en van alle kanten zichtbaar. Het sluit qua typologie, hoogte,<br />
architectuur, schaal en morfologie niet aan op zijn omgeving.<br />
Het <strong>bestemmingsplan</strong> Binnenstad ’76 voorzag in een verdere uitbreiding van de RUG in dit gebied en<br />
was een afspiegeling van het zogenaamde "Planologisch Basis akkoord" uit 1978 tussen de RUG en<br />
de buurtorganisatie. Het plan gaf voor het binnenterrein mogelijkheden om tot 6 bouwlagen te<br />
bouwen met een maximale vloeroppervlakte van circa 25500 m² (inclusief vrijstelling). Dit hield in<br />
dat naast het Alfa-gebouw nog 19500 m² binnen dit bouwblok mogelijk was. Door de terugloop van<br />
de studenten is het nooit tot een voortzetting gekomen van de ontwikkelingen, die met het Alfagebouw<br />
begonnen zijn. Ook de herijking van 1982 heeft niet dadelijk tot bouwactiviteiten geleid.<br />
Integendeel, een deel van de locatie is afgestoten en daar zijn nu woningen gebouwd.<br />
Bestemmingsplan Hortusbuurt/ Noorderplantsoen, versie vaststelling, augustus 2001<br />
19
De RUG zoekt inmiddels al weer geruime tijd naar uitbreiding van capaciteit. Naar aanleiding van de<br />
ontwikkelingen bij de RUG heeft de gemeente <strong>Groningen</strong> een stedenbouwkundig plan gemaakt voor<br />
twee locaties in de Hortusbuurt. Het plan, waarop inspraak is geweest, is reeds vastgesteld. Omdat het<br />
hier een belangrijke nieuwe ontwikkeling betreft, wordt hierna op de stedenbouwkundige visie<br />
ingegaan.<br />
• De eerste locatie is omsloten door de Grote Kruisstraat, de Grote Rozenstraat, de Nieuwe Kijk in 't<br />
Jatstraat en, in het westen, de Noorderbinnensingel.<br />
Het oude <strong>bestemmingsplan</strong> Binnenstad 1976 gaf de mogelijkheid om circa 20.000 m²<br />
vloeroppervlak in de oude Hortustuin te bebouwen. Het voorliggend <strong>bestemmingsplan</strong> brengt het<br />
aantal vierkante meters terug naar 6000.<br />
Aan de kant van de Nieuwe Kijk in ’t Jatstraat heeft grootschalige kaalslag plaatsgevonden,<br />
waardoor er zicht op het binnenterrein ontstond en de suggestie van openbaarheid; in<br />
werkelijkheid heeft slechts een strookje langs de straat een openbaar karakter (onder andere<br />
schoolwerktuintjes). Het zicht op het Alfa-gebouw vanaf de straat is dominant.<br />
Het binnengebied behoeft, afgesloten door omringende bebouwing, een semi-openbaar karakter<br />
om zo een deel van de ‘verborgen stad’ te kunnen vormen. Van belang is de aansluiting bij het<br />
gesloten bouwblokprincipe in de buurt. Daarom dienen de gaten in de Grote Rozenstraat te worden<br />
gesloten en moet het gesloten bouwblok langs de Kijk in’t Jatstraat en op de hoek Kijk in’t<br />
Jatstraat-Grote Kruisstraat worden hersteld. Alleen bebouwing aan de randen van de oude<br />
Hortustuin is toegestaan. Wel zijn meerdere toegangen tot het binnenterrein gewenst om het<br />
binnenterrein een functie voor de buurt te geven. Het Alfa-gebouw blijft, vanwege de historische<br />
afleesbaarheid, een uitzondering in het blok.<br />
Door zoveel mogelijk opschoning van het binnenterrein kan de oorspronkelijke tuin weer<br />
ruimtelijk worden beleefd. In het gebied staat een aantal monumentale bomen; geen ervan mag<br />
worden gekapt of verplant.<br />
• De tweede locatie is omsloten door de Grote Appelstraat, de Nieuwe Kijk in 't Jatstraat en de<br />
Noorderbinnensingel. Hier zijn de Theologische Faculteit en het Volkenkundig Museum<br />
gevestigd. De Theologische Faculteit verhuist binnen een periode van enkele jaren. De faculteit<br />
is nu gevestigd in een voormalige confectiefabriek aan de Nieuwe Kijk in ’t Jatstraat en in een<br />
rij aaneengesloten panden (oorspronkelijk woonhuizen) aan de grote Appelstraat/hoek Kijk in ’t<br />
Jatstraat. Het binnenterrein is geheel gevuld met bebouwing van de voormalige fabriek. De<br />
bouwkundige kwaliteit van alle RUG-bezit is goed; er wordt gestreefd naar handhaving van de<br />
bestaande gebouwen. De leegkomende oorspronkelijke woningen kunnen weer geschikt worden<br />
gemaakt voor wonen.<br />
Aan de Grote Appelstraat ligt echter al jaren een slooplocatie te wachten op vervangende<br />
nieuwbouw. Tot nu toe was bebouwing op deze plek onmogelijk wegens de geringe diepte van<br />
de bouwlocatie; het achter de slooplocatie gelegen terrein was bij de RUG in gebruik als<br />
parkeer-plaats. Verplaatsing van de genoemde functie maakt herverkaveling van het<br />
binnenterrein en nieuwbouw van woningen aan de Grote Appelstraat mogelijk.<br />
Voor het Volkenkundig Museum wordt een betere locatie gezocht. Als het museum verhuist,<br />
wordt voor het gedeelte aan de Nieuwe Kijk in ’t Jatstraat wonen mogelijk.<br />
De Grote en de Kleine Appelstraat<br />
De Appelstraat wordt gedomineerd door de functie wonen. Woonbebouwing komt aaneengesloten<br />
voor met uitzondering van een enkele plek waar in het recente verleden kaalslag heeft<br />
plaatsgevonden. Er is nu een speelplek in het ondertussen volwassen groen. De woonbebouwing is<br />
Bestemmingsplan Hortusbuurt/ Noorderplantsoen, versie vaststelling, augustus 2001<br />
20
niet overal van een even goede kwaliteit. Er staat nog bebouwing die al sinds begin jaren ’80 als<br />
slooplocatie is aangewezen; hier zijn vier woningen in de vrije sector gepland (zie hiervoor).<br />
De Grote en Kleine Kruisstraat<br />
De Grote Kruisstraat is een buurtontsluitingsroute (busroute) en een belangrijke fietsroute tussen<br />
binnenstad en ommeland. De straat wordt gedomineerd door het Alfa-gebouw. Door recente<br />
woningbouw (in drie bouwlagen) is het woonkarakter van de straat versterkt, waardoor<br />
monofunctionaliteit in deze straat is voorkomen en het kleinschalige karakter (toch kenmerkend voor<br />
de Hortusbuurt) enigszins is gehandhaafd.<br />
Het hoofdgebouw van de voormalige Rijks-HBS is zodanig in het stedenbouwkundige blok<br />
gesitueerd dat er een groot monumentaal voorplein is ontstaan, waaraan de hoofdentree is gesitueerd.<br />
De bestaande bebouwing (laboratorium, conciërgewoning en gymlokaal met kleedruimtes) is een<br />
belangrijk schaalelement in de straat en vormt tegenover de schaal en detaillering van het Alfagebouw<br />
een broodnodig tegenwicht. Dit geldt in mindere mate ook ten opzichte van de vervangende<br />
nieuwbouw die in deze straat is gerealiseerd. Een kenmerk van het stedelijke is juist de<br />
contrastwerking tussen de verschillende gebouwen in functie, bebouwingshoogte, detaillering,<br />
ouderdom en schaal. Het bestaande complex aan de straat maakt nog, als enige gebouw in de straat,<br />
een deel van de ontwikkelingsgeschiedenis van de stad en deze wijk in het bijzonder duidelijk. De<br />
rest van de bebouwing in deze straat is van na de jaren ’60. Sloop van het gehele complex zou dan<br />
ook zowel in stedenbouwkundige, architectonische als historische zin een verarming voor zowel de<br />
stad, de wijk en niet in het minst de straat hebben betekend. De schoolgebouwen aan de Grote<br />
Kruisstraat zijn oorspronkelijk gebouwd voor de huisvesting van de Rijks-HBS. Het hoofdgebouw<br />
dateert uit 1869 en is aangewezen als rijksmonument. De laatste jaren boden de gebouwen onderdak<br />
aan het Aa-college. In verband met het vertrek van dit college worden de gebouwen verbouwd tot<br />
woningen. Het stedenbouwkundig concept voorziet in het handhaven van de monumentale en<br />
beeldbepalende bebouwing en van het monumentale groen. Deels aan de straat en deels op het<br />
binnenterrein vindt een uitbreiding van het aantal grondgebonden woningen in de Hortusbuurt plaats,<br />
een welkome uitbreiding van het woningarsenaal in deze buurt.<br />
De Grote en de Kleine Rozenstraat<br />
De Rozenstraat wordt gedomineerd door de universiteitsfunctie, maar doordat deze plaatsvindt in -<br />
ook in ouderdom - verschillende gebouwen uit verschillende architectonische bouwstijlen en<br />
periodes, is het kleinschalige karakter van de straat overeind gebleven. Op twee plaatsen in de straat<br />
heeft kaalslag plaatsgevonden. Op een van de beide locaties is gestart met nieuwbouw, op de andere<br />
kan in de toekomst door de RUG gebouwd worden (zie hiervoor onder Rijksuniversiteit <strong>Groningen</strong>).<br />
De Grote en de Kleine Leliestraat<br />
De Leliestraat heeft een gevarieerd straatbeeld. Oude en nieuwere bebouwing komen naast elkaar<br />
voor. Nergens in de stad is de hofjesdichtheid groter dan hier. Nog steeds komen diverse functies<br />
naast elkaar voor. De nieuwe rechtbank sluit met haar achterkant aan op de Kleine Leliestraat. De<br />
inrichting van de openbare ruimte doet aan de kant van de Grote Leliestraat gedateerd aan.<br />
De Zoutstraat en de Havenstraat<br />
Beide straten verwijzen in hun naamgeving naar het verleden van de stad. De Havenstraat wordt<br />
gedomineerd door de nieuwbouw op de plek van de voormalige graansilo’s van Albion. Ook in de<br />
Zoutstraat staat een groot monumentaal voormalig pakhuis. Het wonen in de beide straten is<br />
dominant, hoewel ook andere functies nog in de straten voorkomen. De zichtlijnen op de torens van<br />
de stad maken de nabijheid van het stadshart manifest en leveren een mooi karakteristiek straatbeeld<br />
op.<br />
Bestemmingsplan Hortusbuurt/ Noorderplantsoen, versie vaststelling, augustus 2001<br />
21
De Violenstraat<br />
In de Violenstraat is aan de architectuur van de bebouwing goed te zien dat in deze straat vroeger veel<br />
meer bedrijfjes hebben gezeten. De bebouwing in de straat is zowel naar volume als in uitstraling<br />
divers.<br />
Tot voor kort kwamen in de straat en op het binnenterrein ten zuiden ervan veel schoolgebouwen<br />
voor. Daar is slecht één - monumentaal - gebouw van overgebleven, dat zich in zijn<br />
stedenbouwkundige positie met een voorpleintje aan de straat verbijzondert ten opzichte van de rest<br />
van de bebouwing. Dit gebouw zal binnenkort zijn onderwijsfunctie verliezen. Gestreefd wordt hier<br />
een functie te realiseren, die recht doet aan de kwaliteit van het pand. Op de plek van een ander<br />
voormalig schoolgebouw is nieuwbouw in de vorm van een modern hofje gerealiseerd. Een semiopenbare<br />
route maakt binnendoor verbinding met het Nieuwe Kerkhof. Ook naar de verschillende<br />
hofjes op het binnenterrein aan de noordkant van de straat lopen diverse semi- openbare routes.<br />
De Violenstraat is in de Hortusbuurt een uitzondering; het is een volkomen versteende straat. De<br />
straat mist voorts de beslotenheid die veel van de andere straten in dit stadsdeel wel hebben.<br />
De straten rond het Nieuwe Kerkhof<br />
De Noorderkerkstraat, het Rotterdammerstraatje en de Zuiderkerkstraat liggen allen rond de Nieuwe<br />
Kerk. De kwaliteit van de straten wordt dan ook in sterke mate beïnvloed door de aanwezigheid van<br />
de kerk in deze prachtige monumentale openbare ruimte. Het wonen is sterk vertegenwoordigd, maar<br />
ook veel bedrijven en kantoren komen in dit gebiedje voor. De Noorderkerkstraat heeft een mooie<br />
zichtlijn op de pijp van de voormalige fabriek, waarin nu Simplon is gehuisvest.<br />
De Marktstraat<br />
De Marktstraat wordt sterk bepaald door de monumentale bebouwing die hier de straatwanden<br />
bepaalt en door de directe en voelbare relatie met de Ossenmarkt enerzijds en de Nieuwe<br />
Ebbingestraat anderzijds. Daardoor heeft de straat een uitstraling met veel allure. De asfaltbestrating<br />
detoneert enigszins. Wonen, kantoren en bedrijven komen door elkaar voor.<br />
De Brouwer-, de Pijp-, de Koren - en de Wipstraat<br />
Dit zijn allen korte straatjes tussen Nieuwe Ebbingestraat en Boterdiep. Zij hebben een mengfunctie:<br />
bedrijfjes komen aaneengesloten voor en er is veel wonen op de verdieping.<br />
3.9 De ‘verborgen stad’<br />
Hofjes<br />
Door de afmetingen van de bouwblokken in de ‘nieuwe stad’ ontstonden grote binnenterreinen<br />
waarop oorspronkelijk moestuinen werden aangelegd. Toen de stad na de komst van de Vestingwet<br />
(1874) buiten de omwalling mocht groeien, waren dit de plekken waar nog uitbreiding kon worden<br />
gerealiseerd.<br />
Dit leidde tot de voor <strong>Groningen</strong> bekende hofjes, waarvan er een groot aantal nog steeds<br />
functioneert. Ook bijzondere, voor de stad belangrijke, functies als de watertoren en de Hortus<br />
Botanicus van de RUG werden op dit soort binnenterreinen gerealiseerd. De overmaat in de<br />
oorspronkelijke bouwblokken heeft tot een zeer divers, voor het oog verborgen, stedelijk beeld<br />
geleid. De gemiddelde kwaliteit van de, voor de Hortusbuurt kenmerkende, hofjes en bijzondere<br />
binnenterreinen die nog over zijn is hoog. Zij voegen een dimensie toe aan de gelaagdheid van de<br />
stad: de verborgen stad. De meeste hofjes zijn gerenoveerd en hebben nog steeds (of weer) een<br />
woonfunctie. Anderen zijn verdwenen: daar resteert slechts een parkeerplaats. In de nieuwbouw<br />
zijn een aantal moderne (semi-)hofjes gerealiseerd (Violenstraat en Grote Kruisstraat).<br />
De hofjes vallen onder het Beschermd stadsgezicht en de meeste zijn aangewezen als monument.<br />
Bestemmingsplan Hortusbuurt/ Noorderplantsoen, versie vaststelling, augustus 2001<br />
22
Bescherming blijft noodzakelijk; dit kan door middel van een verbod op het verrichten van<br />
werkzaamheden die het groene karakter van de hofjes aantasten, danwel een aanlegvergunningenstelsel,<br />
en door het vastleggen van de bouwgrenzen en beperking van het<br />
bebouwingspercentage van de hofjes op de bebouwingskaart.<br />
Het binnenterrein gevormd door de voormalige Hortus Botanicus<br />
Het binnenterrein is eigendom van de RUG. Het is in zijn beplanting en ruimtelijke samenhang nog<br />
vrijwel intact, een stukje ‘verborgen stad’ met een monumentaal karakter waarmee zuinig moet<br />
worden omgegaan. De noodkeet in het midden van het gebied is echter een ernstige aantasting van dit<br />
unieke gebied. Hetzelfde geldt voor de parkeerplaatsen, fietsenbergingen, containers en dergelijke.<br />
Het is van belang deze situatie te keren.<br />
Een plan van aanpak, dat in samenspraak met de buurt is gemaakt, is inmiddels in uitvoering (zie<br />
hiervoor, ontwerpschets Hortusterrein). De tweedeling in het binnengebied wordt ongedaan gemaakt,<br />
waardoor de oorspronkelijke tuin weer ruimtelijk beleefd kan worden. Hierdoor wordt de totale<br />
betekenis van de tuin en de kwaliteit ervan groter.<br />
In het voorliggend <strong>bestemmingsplan</strong> blijft een groter deel dan in het oude <strong>bestemmingsplan</strong> mogelijk<br />
was, onbebouwd. De tuin wordt meer een binnenterrein, overeenkomstig de historische situatie. Het<br />
is de bedoeling dat het gebied via een aantal ingangen toegankelijk zal zijn. Het binnengebied<br />
(afgesloten door omringende bebouwing) krijgt een semi-openbaar karakter, dat wil zeggen: overdag<br />
openbaar toegankelijk, ’s avonds afgesloten. Het aantal parkeerplaatsen voor auto’s en fietsen op<br />
maaiveldniveau op het binnenterrein wordt bevroren op het huidige aantal. Het parkeren vindt nu<br />
verspreid plaats, maar zal worden weggehaald uit het meest waardevolle gedeelte van de tuin en<br />
worden geconcentreerd aan de westzijde achter de woningen aan de Grote Kruisstraat.<br />
Een en ander is vastgelegd op de bebouwingskaart (kaartbijlage A) door middel van bouwgrenzen en<br />
het bebouwingspercentage, in de voorschriften en op de Kaart Hoofdgroenstructuur (bijlage 1).<br />
3.10 De groenstructuur<br />
Het Noorderplantsoen is met zijn royale afmetingen op de schaal van de stad een bijzondere,<br />
cultuurhistorisch waardevolle ruimte waarmee zuinig moet worden omgesprongen; het is in<br />
stedenbouwkundige zin dan ook van de eerste orde.<br />
De ruimte is van betekenis voor de woonkwaliteit van de gehele wijk. Het is het belangrijkste<br />
groenelement in de directe nabijheid van de Hortusbuurt. Tegenover de continuïteit van de<br />
bebouwing en de veelal versteende openbare ruimte staat de waardevolle en contrastrijke<br />
uitzondering van het Noorderplantsoen, het groene hart van de stad en een oase van rust.<br />
Op dit moment wordt een Plan van aanpak voor het gehele park uitgevoerd op basis van het ontwerp<br />
van het bureau van J.Copijn, een nazaat van de ontwerper van een deel van het plantsoen. Copijn<br />
maakte een inventarisatie van de bestaande beplantingen, de ruimtelijk-visuele opbouw van het park,<br />
de ecologische waarden en specifieke inrichting. Hij kwam tot de conclusie dat de historische<br />
structuur verduidelijkt kon worden door de oude bastions herkenbaar te maken. Dit zou onder meer<br />
gerealiseerd kunnen worden door het herstellen van de zichtlijnen en het accentueren van de<br />
‘ruimtelijk open’ structuur naar de Oranjebuurt en de ‘ruimtelijk dichte’ structuur naar de stad. Het<br />
voorstel tot verwijdering of verplaatsing van beplanting hing dan ook hier grotendeels mee samen.<br />
Voorts is rekening gehouden met de verschillende soorten gebruik: het gebruik bij festivals en<br />
evenementen, waarvoor een beperkt deel van het plantsoen mag worden gebruikt, en het dagelijks<br />
gebruik.<br />
Het grote groene plein bij de Nieuwe Kerk onderschrijft het stedenbouwkundig belang van deze<br />
straat en maakt deze plek, samen met de bebouwing, tot een bijzondere in de straat en de wijk.<br />
Bestemmingsplan Hortusbuurt/ Noorderplantsoen, versie vaststelling, augustus 2001<br />
23
Binnenterreinen bevatten veel verborgen groen, welke op het niveau van de stad als geheel van<br />
betekenis zijn als onderdeel van de longen van de stad. Op het niveau van het blok zijn zij - vaak<br />
onderverdeeld in privé-tuinen - van belang als groene rustgebieden, die een contrast vormen met de<br />
stenen, openbare straten. Zij zorgen binnen de stedelijke blokken voor woonkwaliteit. Daarnaast zijn<br />
binnen de Hortusbuurt een aantal grotere binnenterreinen en hofjes aanwezig met een wat meer<br />
openbare functie als speel- en groenvoorziening. Zij zijn van betekenis op het niveau van het<br />
desbetreffende blok zelf en de blokken er direct omheen.<br />
In de Hortusbuurt is van een echte, de stedenbouwkundige structuur overal ondersteunende,<br />
groenstructuur, geen sprake. Straatbomen kleden de verschillende straten hier en daar op een<br />
aangename wijze aan.<br />
3.11 Ecologische waarden<br />
Algemeen<br />
De Hortusbuurt ligt in de zone, die in de ecologische basisvisie als het “stedelijk gebied” wordt<br />
aangeduid. Door de verdichting van het stedelijk netwerk is er sprake van versnippering van het<br />
groen. Echter, de kwaliteit van het Noorderplantsoen is uitzonderlijk, waardoor andere<br />
afzonderlijke groenplekken ook een relatief hoge waarde krijgen. Dit geldt tot op zekere hoogte<br />
ook voor binnentuinen en hofjes in het plangebied.<br />
Voorts komen er meer specifieke natuurlijke soorten voor, die zijn aangewezen op de bebouwde<br />
omgeving, zoals zwaluwen, vleermuizen en muurvegetatie. De gierzwaluw neemt vanwege de<br />
status als bedreigde soort hierbij een bijzondere positie in; er zit een kolonie in de Violenstraat.<br />
Ecologisch waardevol gebied (beschermde status): het Noorderplantsoen<br />
In de ecologische beleidsvisie “De Levende Stad” wordt aan het Noorderplantsoen een belangrijke<br />
ecologische waarde toegekend in verband met de grootte van het park, de ligging in het stedelijk<br />
gebied en de soortenrijkdom. Een globale inventarisatie van de natuur in <strong>Groningen</strong>, uitgevoerd in<br />
1994, geeft daarvan een indicatie. Ten aanzien van de broedvogels wordt dat in 1995 bevestigd<br />
door tellingen van de IVN.<br />
Analyse maakt duidelijk, dat de ecologische waarde letterlijk wordt gedragen door de volwassen<br />
boombeplanting. Het uitgegroeide kronendak speelt daarin een grote rol. Daarnaast is vooral op de<br />
dwingers een bosmilieu aanwezig, waarin ook de heestervegetatie een rol speelt. In de lagere delen<br />
van het park is vooral door de stedelijke gebruiksdruk sprake van veel minder hoge natuurwaarden.<br />
Het is een van de zwakke plekken in de ecologie van het plantsoen. Als gevolg van de<br />
schaduwdruk van de bomen en het intensief gebruik zijn de heestervakken en een kruidenvegetatie<br />
moeilijk te ontwikkelen. Voor de ontwikkeling daarvan is zorgvuldige aandacht voor de<br />
heestervakken in het beheer van zeer groot belang.<br />
Belangrijke groengebieden (nog niet beschermd)<br />
De voormalige Hortus vormt een belangrijke ecologische ‘stepping stone’ in combinatie met het<br />
Noorderplantsoen en het Nieuwe Kerkhof. Het Nieuwe Kerkhof is met name waardevol door<br />
volgroeide bomen. Recent onderzoek naar (korst)mossen op het omringende muurtje leidde tot<br />
conserverende restauratie.<br />
Diversen<br />
Uit recent uitgevoerde inventarisaties door het Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische<br />
Vereniging blijkt, dat de muurvegetatie van de Diepenring op verschillende plaatsen bijzondere<br />
soorten bevat. In het beheer wordt hieraan aandacht geschonken.<br />
Bestemmingsplan Hortusbuurt/ Noorderplantsoen, versie vaststelling, augustus 2001<br />
24
3.12 Bodem en water<br />
Algemeen<br />
De natuurlijke relatie van water met zijn omgeving ligt in steeds sterkere mate (mede) ten<br />
grondslag aan de ruimtelijke ontwikkeling: Het water als ordenend principe. Water legt<br />
verbindingen tussen de bodem, de natuurlijke ontwikkeling en de gesteldheid en beleving van de<br />
woon- en werkomgeving.<br />
Bij de planvorming wordt in een vroegtijdig stadium overleg met waterbeheerders gezocht. Doel is<br />
hierbij tot een zo natuurlijk mogelijk watersysteem te komen, dat is afgestemd op duurzame<br />
ontwikkeling, natuurlijke ontwikkeling en geohydrologie van het gebied. Door middel van<br />
functietoekenning worden de nagestreefde kwaliteiten benoemd.<br />
In dit hoofdstuk wordt eerst de relatie tussen water en bodem benoemd. Vervolgens wordt de<br />
waterhuishouding in relatie tot de omgeving en het beleid besproken. Tot slot wordt een relatie<br />
gelegd tussen de waterhuishouding en de natuurlijke ontwikkeling.<br />
Bodem en riolering<br />
De Hortusbuurt ligt op het meest noordelijke uiteinde van de Hondsrug. De historische noord-es<br />
markeert de overgang van zand- en leemgronden naar veen- en kleigronden. Het gebied is<br />
grotendeels bebouwd voordat de riolering zijn intrede in de stad heeft gedaan. Vanaf het eind van<br />
de negentiende eeuw is er een gemengd rioolstelsel in het gebied aangelegd, met als voornaamste<br />
lozingspunten de Diepenring en het Oosterhamrikkanaal. De voormalige lozingspunten zijn heden<br />
ten dage de locaties van de riooloverstorten.<br />
Maatregelen in het rioolstelsel in gebieden direct grenzend aan de Hortusbuurt zullen in de<br />
komende jaren gaan zorgen voor een verdere ontlasting van het rioolstelsel en het terugdringen van<br />
de riooloverstorten. De Hortusbuurt zelf leent zich gezien de diverse functies en bebouwing, en als<br />
gevolg van de slecht doorlatende bodem over het algemeen slecht voor grootschalige<br />
verduurzaming van het water- en rioleringssysteem. Een uitzondering hierop vormt het huidige<br />
oppervlaktewater.<br />
Waterhuishouding<br />
Binnen het plangebied bevinden zich twee typen wateren. Dit betreft de Diepenring en de vijvers<br />
in het Noorderplantsoen. Beide wateren behoren tot verschillende systemen, en hebben verschillende<br />
functies. Deze functies zijn benoemd in de beleidsvisie Integraal Stedelijk Waterbeheer en in<br />
het Provinciaal Waterhuishoudingsplan. De Diepenring maakt deel uit van de Eemskanaalboezem<br />
en valt binnen het beheersgebied van het waterschap Hunze en Aa’s. Het boezempeil is + 0,57 m<br />
NAP. Het boezemstelsel heeft een waterhuishoudkundige functie voor de aan- en afvoer en<br />
berging van water. Daarnaast heeft de Diepenring een esthetische functie. Via de Diepenring wordt<br />
water aangevoerd uit Friesland voor de watervoorziening van het oostelijk deel van de provincie<br />
en voor Noord-Drenthe. De bergende functie brengt met zich mee dat er behoorlijke peilverhogingen<br />
kunnen optreden in tijden van wateroverlast. De kades hebben een waterkerende<br />
functie. In de periode 2001-2006 zullen de kanalen van de Diepenring en het Reitdiep worden<br />
gebaggerd. De meeste waterbodems zijn thans zwaar verontreinigd.<br />
De vier vijvers in het Noorderplantsoen zijn restanten van historische dwingers, die ooit in open<br />
verbinding met omringende wateren hebben gestaan. De ontwikkelingen, zoals die in de<br />
historische beschrijving zijn weergeven, hebben ertoe geleid dat er nu vier geïsoleerde vijvers<br />
liggen. In de huidige situatie hebben de vijvers een esthetische functie binnen het<br />
Noorderplantsoen. De vijvers vallen binnen het beheersgebied van het waterschap Noorderzijlvest.<br />
Waterhuishoudkundig functioneren ze slecht. Dit is voornamelijk het gevolg van achterstallig<br />
Bestemmingsplan Hortusbuurt/ Noorderplantsoen, versie vaststelling, augustus 2001<br />
25
aggerwerk en van voeding en doorspoeling met water van matige tot slechte kwaliteit. De vijvers<br />
hebben elk een eigen peil, dat varieert tussen de 0,00 en + 0,25 m NAP. In het kader van de<br />
reconstructie van het Noorderplantsoen zal de waterkwaliteit de komende jaren sterk worden<br />
verbeterd. In samenhang met de inrichting van de nieuwbouwwijk CiBoGa wordt schoon<br />
regenwater gebufferd en rondgepompt door de vijvers. Daarnaast worden de vijvers gebaggerd en<br />
worden riooloverstorten grotendeels gesaneerd. De vijvers krijgen de specifiek ecologische<br />
functie.<br />
Oevers en ecologie<br />
In het Noorderplantsoen kennen de vijvers een sterke ecologische samenhang met de<br />
groenstructuur. In de plannen voor de kwaliteitsverbetering spelen de oevers een belangrijke rol. In<br />
de toekomstige situatie wordt bij de Jatsdwinger een natuurlijke oever aangelegd. In de overige<br />
vijvers worden de oevers minder hard en hoog uitgevoerd, en wordt op een aantal plaatsen<br />
(riet)beplanting aangebracht.<br />
Bestemmingsplan Hortusbuurt/ Noorderplantsoen, versie vaststelling, augustus 2001<br />
26
4. VERKEER<br />
Plangebied<br />
De Hortusbuurt wordt begrensd door het Noorderplantsoen, het Cibogaterrein en de Diepenring.<br />
Verkeer heeft soms een gebiedsoverstijgend karakter; hierdoor kan het voorkomen dat de<br />
plangrenzen en de tekst niet letterlijk met elkaar samenvallen. De plangrens van het<br />
<strong>bestemmingsplan</strong> ligt bijvoorbeeld in het hart van de rijbaan van het Boterdiep. Verkeerskundig<br />
gaat het om een weg die zal gaan functioneren als aanrijroute naar een van de “bronpunten” van de<br />
binnenstad, te weten een nieuwe parkeergarage op het Cibogaterrein. Uiteraard is er dan sprake<br />
van aan- en afvoer van verkeersstromen in beide richtingen via het Boterdiep.<br />
Wijkverkeersplan<br />
Voor de Hortusbuurt is geen apart wijkverkeersplan opgesteld. In 1992 is er wel een<br />
wijkverkeersplan voor de omgeving van het Noorderplantsoen geschreven, in overleg met de<br />
buurtvertegenwoordiging van de Oranjebuurt, Noorderplantsoenbuurt en Hortusbuurt. Naar<br />
aanleiding van dit plan zijn er maatregelen genomen op het gebied van de verkeerscirculatie,<br />
doorstroming, veiligheid (30 km per uur), parkeren en stallen.<br />
Uiteindelijk heeft het wijkverkeersplan omgeving Noorderplantsoen in 1993 geleid tot de<br />
afsluiting van de Leliesingel en Kruissingel voor autoverkeer en het instellen van buurtcircuits. In<br />
de Hortusbuurt maken de Boteringesingel, de Nieuwe Boteringestraat en de Grote en Kleine<br />
Kruisstraat onderdeel uit van deze circuits voor intern autoverkeer. Het autoverkeer dat geen<br />
directe relatie heeft met de Hortusbuurt dient via de Nieuwe Ebbingestraat, het Boterdiep en de<br />
Diepenring te gaan. Deze wegen zijn immers bedoeld als stedelijke routes. De Nieuwe<br />
Ebbingestraat heeft een bijzondere functie als winkelstraat en als “rode loper” naar het<br />
stadscentrum.<br />
De functie en inrichting van de Nieuwe Boteringestraat zal in de toekomst discussie oproepen<br />
gezien de strijdigheid tussen verblijven en stromen (wijkvreemd verkeer, 30 of 50 km/uur regime,<br />
laden en lossen, fietsveiligheid en bereikbaarheid parkeergarage Ossenmarkt). In het<br />
wijkverkeersplan is aangenomen dat de Nieuwe Boteringestraat een buurtontsluitingsroute is<br />
(bron: <strong>Groningen</strong>, knooppunt van verkeer en vervoer), waar extra verkeer ongewenst is.<br />
Maatregelen op buurtniveau<br />
Het experiment met de pasjesregeling (1992) heeft geleid tot de definitieve invoering van het<br />
schilparkeren in de Hortusbuurt en inmiddels ook in de gehele schil rond de binnenstad.<br />
Het schilparkeren is inmiddels geëvalueerd; in de voortgangsnotitie “Parkeren in beweging” wordt<br />
verbetering van de regeling voorgesteld. Eén voorstel betreft de nadere regelgeving voor bedrijven<br />
om in aanmerking te komen voor een parkeervergunning. Voor mensen, die een auto nodig hebben<br />
voor een relatief korte periode, is autovervoer op maat in de nabije toekomst een oplossing.<br />
Ter verbetering van de verkeersveiligheid en leefbaarheid in verblijfsgebieden zijn in de<br />
Hortusbuurt in een aantal straten maatregelen getroffen om wijkvreemd verkeer te weren en de<br />
maximum snelheid tot 30 km per uur te beperken. In de buurt is formeel nog geen 30-km-regime<br />
ingevoerd, hoewel veel maatregelen zoals inritconstructies en drempels reeds zijn aangebracht. In<br />
het kader van het Convenant Duurzaam Veilig is het aannemelijk dat in de gehele Hortusbuurt een<br />
30 km/uur regime zal gaan gelden, behalve aan het Boterdiep en de Diepenring. Aanvullende<br />
maatregelen zijn dan zeker noodzakelijk.<br />
Uiteraard moet de discussie daarover nog gevoerd worden in goed overleg met de buurt.<br />
Bestemmingsplan Hortusbuurt/ Noorderplantsoen, versie vaststelling, augustus 2001<br />
27
De situatie Bedumerweg – Nieuwe Ebbingestraat – Boterdiep heeft extra aandacht gekregen bij de<br />
aanpak van de verkeersonveiligheid vanwege de ernst en het aantal ongevallen. Hier heeft een<br />
reconstructie plaats gevonden waarbij scheiding, organisatie en voorrang van verkeersdeelnemers<br />
een rol speelde.<br />
In 2000 zal een aanvang worden gemaakt met de zgn. “rotonde-variant”. De Rodeweg zal dan<br />
onderdeel uit gaan maken van de regionale aanrijroute Bedumerweg - Boterdiep. De aanleiding om<br />
deze verkeersknoop opnieuw aan te pakken is echter van geheel andere aard. In plaats van<br />
verkeersveiligheid zijn hier de hoofdthema’s: de doorstroming van het openbaar vervoer en het<br />
rechtstreeks verbinden van de regionale aanrijroute (Bedumerweg) met de parkeergarage op het<br />
Cibogaterrein (bronpunt Boterdiep).<br />
Het openbaar vervoer zal binnen enkele jaren een hoogwaardig karakter moeten krijgen en de<br />
gedachten gaan daarbij uit naar een tramsysteem dat in zuidelijke richting via de Nieuwe<br />
Ebbingestraat rijdt en de retourrichting is dan via het Boterdiep. De verwachting is dat dat een<br />
positief effect heeft op de reizigersaantallen.<br />
Kleinschalige projecten<br />
De opwaardering van het woningbestand door een kwalitatieve toevoeging van koopwoningen<br />
zoals bij de Rijks-HBS, de Violenhof en de toren op de hoek van de Noorderbinnensingel en de<br />
Nieuwe Boteringestraat is van invloed op het parkeren. De algemene lijn is parkeren op eigen erf.<br />
Bij kantoorlocaties zoals de uitbreiding van de RUG bij de Hortustuin en het kantoor van de<br />
rechtbank aan het Guyotplein wordt een sturend parkeerbeleid gehanteerd, zoals verwoord in de<br />
“parkeernota”.<br />
De bouw van de parkeergarage aan de Ossenmarkt is een prachtig voorbeeld van een eigentijdse<br />
garage, die afrekent met de naargeestige beelden die men in het algemeen van garages heeft. Het is<br />
een stedelijke voorziening waar de Hortusbuurt trots op kan zijn en van mee kan profiteren.<br />
Randen en routes<br />
In de nota “De bereikbare stad leefbaar” (1997) staat een sterke verbetering van het openbaar<br />
vervoer (kwaliteitsimpuls) in samenhang met het ruimtelijk beleid (compacte stad), een sterk<br />
sturend parkeerbeleid, verbetering van fietsvoorzieningen, gedragsbeïnvloeding en een versterkte<br />
inzet op vervoermanagement centraal. De Nieuwe Ebbingestraat en het Boterdiep maken onderdeel<br />
uit van de hoofdroutes van het openbaar vervoer en lenen zich voor de ontwikkeling van een<br />
tramsysteem.<br />
De opwaardering van het Noorderplantsoen, na de definitieve afsluiting voor het autoverkeer, is<br />
bijna voltooid. Uit het dagelijks gebruik is af te leiden dat er grote waardering bestaat voor de<br />
herinrichting van dit park. De fietsroute door het park wordt goed gebruikt en biedt ter hoogte van<br />
de Moesstraat de gelegenheid om via de Nieuwe Boteringestraat of via de Nieuwe Kijk in ’t<br />
Jatstraat verder te rijden. Beide wegen zijn niet optimaal voor fietsverkeer toegerust en vragen om<br />
een nadere beschouwing ten aanzien van veiligheid, comfort en inrichting.<br />
In het verlengde van de herinrichting van de binnenstad, onder de noemer van Binnenstad Beter<br />
(1993), zal ook de Diepenring worden aangepakt. In 2001 is een integrale visie te verwachten,<br />
welke de uitgangspunten moet opleveren voor de aanpak van de Diepenring. Bijzondere aandacht<br />
zal uit moeten gaan naar de kruisingen met het water; daar is de Hortusbuurt verbonden met het<br />
centrum. Het optimaliseren/verwijderen van de verkeersregelingen is daarbij een thema, evenals de<br />
verkeersveiligheid en de doorstroming.<br />
Bestemmingsplan Hortusbuurt/ Noorderplantsoen, versie vaststelling, augustus 2001<br />
28
Het Cibogaterrein volgt een eigen ontwikkelingstraject. Dit woongebied zal uiteraard een positieve<br />
invloed hebben op de voorzieningen zoals winkels en scholen in de Hortusbuurt. Door de<br />
ruimtelijke nabijheid en de bijzondere opvatting over parkeren (lage parkeernorm) op het<br />
Cibogaterrein is het aannemelijk om fietsrelaties tussen beide buurten te veronderstellen ter hoogte<br />
van de Violenstraat en de Zuiderkerkstraat. Deze verbindingen sluiten perfect aan op de<br />
fietsrelaties met de Oranjebuurt via de Grote Kruisstraat en de Grote Leliestraat. Hierbij wordt<br />
aandacht besteed aan de veiligheid bij het oversteken door middel van inrichtingsmaatregelen.<br />
Gedacht kan worden aan bijvoorbeeld vluchtheuvels of maatregelen in de vorm van bestrating.<br />
Toekomstige ontwikkelingen<br />
Het gaat hier om de verdere ontwikkeling van het schilparkeren en de eventuele wijziging van het<br />
straatbeeld in het kader van duurzaam veilig (Nieuwe Boteringestraat). Uiteraard heeft de<br />
ontwikkeling van een tramsysteem invloed op de inrichting van de Nieuwe Ebbingestraat en het<br />
Boterdiep. Beide wegen dienen de aan- en afvoer van verkeer vanaf de regionale aanrijroute<br />
Bedumerweg optimaal te verwerken. Dit heeft een duidelijke relatie met inrichting van de<br />
Diepenring en indirect met de Boteringesingel en de Nieuwe Boteringestraat. De bouw van de<br />
parkeergarage op het Cibogaterrein heeft invloed op de inrichting van het Boterdiep en de<br />
parkeerverwijzing.<br />
Microniveau<br />
Op microniveau speelt het faciliteren van fietsstallingen. In eerste instantie dient het fietsprobleem<br />
op eigen erf te worden opgelost. In sommige situaties - zoals bij kamerbewoning of op locaties<br />
waar veel mensen per fiets komen - zijn soms andere oplossingen aan te bevelen, bijvoorbeeld<br />
door stallingen te realiseren in parkeervoorzieningen.<br />
Bestemmingsplan Hortusbuurt/ Noorderplantsoen, versie vaststelling, augustus 2001<br />
29
5. MILIEU<br />
5.1 Milieubeleid in een compacte stad<br />
Binnen de gemeente <strong>Groningen</strong> is het principe van de compacte stad het uitgangspunt van het<br />
milieu- en ruimtelijk beleid. Dit beleid is met het structuurplan van 1987 in gang gezet en in het<br />
structuurplan `De stad van straks' (1996) en `De stad van straks Extra' (1998) doorgetrokken. Het<br />
compacte stadsbeleid staat voor een concentratie van stedelijke functies, waardoor op regionaal<br />
niveau het milieu gunstig wordt beïnvloed. De compacte stad leidt immers tot minder ruimtebeslag<br />
in het buitengebied en minder mobiliteit.<br />
Het onderhavige plangebied belichaamt de uitgangspunten van de compacte stad. Wonen, werken,<br />
onderwijs, voorzieningen, recreëren en infrastructuur zijn hier binnen een beperkte ruimte<br />
aanwezig. Dit vergroot enerzijds de kwaliteit van het gebied, terwijl aan de ander kant de<br />
binnenstedelijke ligging een zekere milieubelasting met zich meebrengt. Deze hangt met name<br />
samen met de geluidbelasting van een aantal wegen binnen het plangebied.<br />
Het totale plangebied overziend kan worden gesteld dat de milieukwaliteit in de Hortusbuurt, in<br />
zijn algemeenheid als positief te beoordelen is. De rapportage `Met Groningers' laat zien dat dit<br />
eveneens geldt voor de leefbaarheid in de Hortusbuurt. Er doen zich op dit moment dan ook geen<br />
structurele problemen voor.<br />
Onderstaand zal afzonderlijk worden ingegaan op de kwaliteit van verschillende milieuhygiënische<br />
aspecten die tezamen de milieukwaliteit van de Hortusbuurt bepalen.<br />
5.2 Milieuhygiënische aspecten<br />
Bodem<br />
In het plangebied komen lokale bodemverontreiningen voor. Ook liggen bij een aantal<br />
particulieren nog een aantal ondergrondse tanks. In het kader van de Wet Milieubeheer, vaak in<br />
combinatie met het Besluit Sanering Bedrijfsterreinen (BSB) en het Besluit Opslag in<br />
Ondergrondse Tanks (BOOT) worden de meeste verontreinigingen in beeld gebracht en eventueel<br />
gesaneerd.<br />
Als uitvloeisel van het beleid ten aanzien van actief bodembeheer wordt in de oude stadswijken de<br />
bodemkwaliteit van alle kwetsbare functies, zoals speelplaatsen, nader in beeld gebracht.<br />
Voorafgaand bij eventuele nieuwe ontwikkelingen moet een bodemonderzoek worden uitgevoerd<br />
om vast te stellen of de bodemkwaliteit en de gewenste functie overeenkomen. Dit aspect speelt in<br />
het bijzonder met betrekking tot locaties die, gezien hun historie, bij voorbaat verdacht zijn op<br />
bodemverontreiniging.<br />
Wegverkeerslawaai<br />
Op basis van verkeersintensiteiten is voor een aantal wegen binnen het plangebied sprake van een<br />
hoge geluidbelasting. Het gaat hierbij om de Nieuwe Boteringestraat, de Grote Kruisstraat, de<br />
Nieuwe Ebbingestraat, het Boterdiep en de wegen langs de Noorderhaven (Turfsingel, Spilsluizen<br />
N.Z., Lopende Diep N.Z., Noorderhaven N.Z.).<br />
De geluidbelasting langs de genoemde wegen komt niet in alle gevallen in aanmerking voor<br />
Bestemmingsplan Hortusbuurt/ Noorderplantsoen, versie vaststelling, augustus 2001<br />
30
sanering. De prioriteitstellingen binnen het saneringsbeleid en de daarmee gemoeide financiën<br />
laten dit niet toe. In het kader van de Wet geluidhinder gaat in eerste instantie de aandacht uit naar<br />
saneringssituaties met een geluidnivo van 70 dB(A) en meer. De Noorderhaven N.Z. wordt in dit<br />
kader gesaneerd.<br />
Gezien de hoge belasting langs de eerder genoemde wegen, kunnen nieuwe ontwikkelingen daar<br />
niet zonder meer doorgang vinden. Onder nieuwe ontwikkelingen wordt ook het omvormen van<br />
een bedrijfsmatige functie naar een woonfunctie verstaan. Om deze verandering van functie langs<br />
de genoemde wegen mogelijk te maken, zal een hogere-waardeprocedure worden gestart.<br />
De overige wegen binnen het plangebied leveren in relatie tot verkeerslawaai geen noemenswaardige<br />
problemen op aangezien er sprake is van een dertig-kilometerzone.<br />
Wat betreft woonschepen geldt het volgende. Bestaande woonschepen die zijn toegestaan op grond<br />
van <strong>bestemmingsplan</strong> Binnenstad 1976 aangevuld met de Uniforme voorschriften openbaar<br />
vaarwater, zijn positief bestemd. Ten opzichte van de bestaande planologische situatie vindt dus<br />
geen verandering plaats.<br />
Voor de berekening van het geluidniveau op woonschepen kan worden uitgegaan van de<br />
geluidgegevens die worden gebruikt voor het ontheffingsverzoek ten behoeve van geluid-gevoelige<br />
bestemmingen op grond van de Wet geluidhinder, c.q.: in de Noorderhaven N.Z. 67 dB (A); in het<br />
Lopende Diep N.Z. 66 dB(A); in de Spilsluizen 65 dB(A).Voor woonschepen kan enig verschil in<br />
geluidniveaus aanwezig zijn, enerzijds in positieve zin gezien de lage ligging van de schepen en de<br />
hoge kade, waardoor geluidafscherming wordt bereikt; anderzijds in negatieve zin doordat<br />
woonschepen minder geluidgeïsoleerd zijn dan woningen. De geluidafschermende werking van de<br />
kade wordt veroorzaakt doordat deze binnen het plangebied over het algemeen extreem hoog is:<br />
het betreft een voormalige vloedkade. Alleen aan de Noorderhaven is de kade relatief laag; echter,<br />
de Noorderhaven is met name bedoeld voor schepen, die hier alleen de winter doorbrengen. Met<br />
betrekking tot de geluidisolatie van woonschepen heeft de gemeente in het verleden contact gehad<br />
met het Ministerie van VROM. Bericht is toen, dat geen geld voor isolatie van woonschepen - in<br />
tegenstelling tot voor woningen - wordt verstrekt, omdat woonschepen op grond van de Wet<br />
geluidhinder niet geluidgevoelig zijn.<br />
Bedrijvigheid<br />
De Hortusbuurt heeft een belangrijke woonfunctie. De bedrijven in de wijk bevinden zich tussen<br />
de woningen. Deze bedrijven moeten passen binnen de categorieën 1 en 2 zoals die door de VNG<br />
in `bedrijven en milieuzonering' zijn beschreven. Voor een hogere categorie bedrijven is vrijstelling<br />
mogelijk voorzover de belasting van de desbetreffende bedrijven vergelijkbaar is met<br />
categorie 1- en 2-bedrijven. In de bijlage is aangegeven welke bedrijven op grond van de VNGindeling<br />
een hogere belasting hebben dan categorie 2 en in hoeverre de VNG-categorie zich<br />
verhoudt tot de actuele milieubelasting van een bedrijf. Deze actuele milieubelasting komt tot<br />
uitdrukking in de BBMT-categorie.<br />
De mogelijke invloed en overlast van de aanwezige bedrijven is gering. Indien zich toch problemen<br />
voordoen in de zin van gevaar of hinder dan kunnen deze via de Wet milieubeheer of op basis<br />
van de Algemene Plaatselijke Verordening worden voorkomen.<br />
Industrielawaai<br />
Met betrekking tot industrielawaai is het zonebesluit `Industrieterrein <strong>Groningen</strong>-West &<br />
Hoogkerk' (d.d 20-10-1991) van belang. Het plangebied valt gedeeltelijk binnen de geluidcontouren<br />
van dit industrieterrein. Een deel van het plangebied heeft een geluidbelasting van 50 - 55<br />
dB(A). Dit brengt voor de bestaande bebouwing geen saneringssituatie met zich mee.<br />
Bestemmingsplan Hortusbuurt/ Noorderplantsoen, versie vaststelling, augustus 2001<br />
31
Aangezien bij nieuwe ontwikkelingen een voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A) geldt, kunnen<br />
nieuwe ontwikkelingen binnen de aangegeven zone alleen doorgang vinden als een ontheffing<br />
wordt verleend.<br />
Evenementen in het Noorderplantsoen<br />
De samenhang tussen festivals in het park en de leefbaarheid van de wijk is tweeslachtig. Aan de<br />
ene kant dragen festivals bij aan aspecten als herkenbaarheid, levendigheid en sociale binding. Aan<br />
de andere kant zorgt het park ten tijde van festivals ook voor overlast.<br />
Het beleid hieromtrent is in een aantal nota's verwoord. In de nota’s `Leven in de brouwerij' en<br />
`Geluid en duidelijkheid' wordt ingegaan op het gemeentelijke geluidbeleid rondom evenementen.<br />
Het aspect openbare orde komt aan de orde in de nota `Alle dagen feest'. Eventuele overlast wordt<br />
zoveel mogelijk voorkomen via de Wet milieubeheer, de Algemene Plaatselijke Verordening,<br />
gerichte handhaving en duidelijke afspraken met zowel bewoners als vergunninghouders. Een<br />
<strong>bestemmingsplan</strong> is bij de bestrijding van overlast een minder geschikt instrument.<br />
Bestemmingsplan Hortusbuurt/ Noorderplantsoen, versie vaststelling, augustus 2001<br />
32
6. ECONOMISCHE UITVOERBAARHEID<br />
Het onderzoek naar de economische uitvoerbaarheid van <strong>bestemmingsplan</strong>nen heeft in het<br />
algemeen betrekking op nieuwe ontwikkelingen waarvoor bestemmingswijzigingen nodig zijn en<br />
die door de gemeente worden gerealiseerd. Het <strong>bestemmingsplan</strong> Hortusbuurt heeft echter<br />
betrekking op een reeds (intensief) bebouwd deel van de gemeente, waarbij de ontwikkelingen aan<br />
het particuliere initiatief over gelaten worden. Met betrekking tot het <strong>bestemmingsplan</strong> spreekt<br />
men daarom ook wel van ‘toelatingsplanologie’ als tegenhanger van uitvoeringsplanologie’. Daar<br />
waar de gemeente wel ontwikkelingen realiseert, is dit een onderdeel van grotere gebiedsover-<br />
schrijdende ontwikkelingen. De economische uitvoerbaarheid wordt bij die ontwikkelingen<br />
afzonderlijk aangetoond.<br />
Bestemmingsplan Hortusbuurt/ Noorderplantsoen, versie vaststelling, augustus 2001<br />
33
7. INSPRAAK EN VOOROVERLEG<br />
7.1 Inleiding<br />
Bij besluit van 31 oktober 2000 is het ontwerp-<strong>bestemmingsplan</strong> "Hortusbuurt/Noorderplantsoen"<br />
vrijgegeven voor inspraak en wettelijk vooroverleg ex artikel 10 Bro.<br />
7.2 Inspraak<br />
De formele inspraakperiode van vier weken is van start gegaan op 9 november 2000 na een<br />
advertentie in de Gezinsbode. Mondeling kon worden gereageerd op een op 23 november 2000<br />
gehouden inspraakbijeenkomst. Op deze bijeenkomst hebben 12 belangstellenden de presentielijst<br />
getekend.<br />
Gedurende de inspraakperiode zijn 4 schriftelijke inspraakreacties binnengekomen.<br />
De inspraak heeft in hoofdzaak geleid tot de volgende wijzigingen: de regeling ter bescherming<br />
van het Noorderplantsoen is verscherpt; de regeling ten behoeve van de bestemming Verkeer te<br />
water is aangepast; op de kaart en in bijlage 2 zijn enkele correcties aangebracht.<br />
Zowel het verslag van de inspraakbijeenkomst als de schriftelijke reacties en het gemeentelijk<br />
antwoord hierop zijn als onderdeel van dit <strong>bestemmingsplan</strong> in bijlage 9 opgenomen.<br />
7.3 Vooroverleg<br />
In het kader van het overleg op grond van artikel 10 van het Besluit op de Ruimtelijke Ordening is<br />
het voorliggende <strong>bestemmingsplan</strong> toegezonden aan de bij het plan betrokken instanties. Voorts is<br />
het voorbesproken met de provincie en de Rijksdienst voor de Monumentenzorg.<br />
Op 10 januari 2001 is het ontwerp-plan behandeld in de vergadering van de Commissie<br />
Ruimtelijke Plannen.<br />
De Commissie heeft waardering voor de aanpak in het <strong>bestemmingsplan</strong> met betrekking tot het<br />
Beschermd stadsgezicht en adviseert: in de toelichting aandacht te besteden aan woonschepen<br />
analoog aan geluidgevoelige bestemmingen; het in het plangebied aanwezige bedrijfsschip positief<br />
te bestemmen. De Commissie is van mening dat dit ontwerp<strong>bestemmingsplan</strong> een goede<br />
ruimtelijke onderbouwing is in het kader van artikel 10 Wro.<br />
Overeenkomstig het advies van de Commissie Ruimtelijke Plannen is het plan aangepast (zie<br />
paragraaf 5.2 en artikel 9).<br />
Reacties van andere organisaties hebben geen aanleiding gegeven tot wijzigingen in het plan, met<br />
dien verstande dat naar aanleiding van de reacties van de waterschappen Noorderzijlvest en Hunze<br />
en Aa’s een waterparagraaf is toegevoegd (paragraaf 3.12).<br />
De schriftelijke reacties in het kader van het vooroverleg zijn als onderdeel van dit <strong>bestemmingsplan</strong><br />
opgenomen in bijlage 10.<br />
Bestemmingsplan Hortusbuurt/ Noorderplantsoen, versie vaststelling, augustus 2001<br />
34
7.4 Overige wijzigingen<br />
Op grond van voortschrijdend inzicht zijn in hoofdzaak de volgende wijzigingen in het<br />
<strong>bestemmingsplan</strong> aangebracht. De adressenlijst (bijlage 2) is geactualiseerd en verbeterd. Ter<br />
verduidelijking is de functie ‘recreatief medegebruik’ onder de bestemming Groen aangevuld met<br />
‘culturele manifestaties’. Om de watertoren aan de Noorderbinnensingel ook functioneel te<br />
behouden is een multifunctioneel gebruik mogelijk gemaakt (artikel 6 en bijlage 2).<br />
De differentiatiegrens voor de voormalige Hortus Botanicus was abusievelijk niet aangepast aan de<br />
nieuwe situatie, zoals reeds beschreven in paragraaf 3.9: het binnenterrein wordt opgeschoond,<br />
maar aan de westzijde is de grens voor bebouwing enigszins opgerekt.<br />
Bestemmingsplan Hortusbuurt/ Noorderplantsoen, versie vaststelling, augustus 2001<br />
35
8. JURIDISCHE TOELICHTING<br />
8.1 Algemeen<br />
Beheer en ontwikkeling<br />
De Hortusbuurt is een oude stadswijk in de stad <strong>Groningen</strong>. Doel van het <strong>bestemmingsplan</strong> is<br />
handhaving en zo mogelijk verbetering van de bestaande situatie door inpassing in de bestaande<br />
structuur van nieuwbouwplannen, met name voor de universiteit. Daarbij is het beheersvraagstuk<br />
van belang.<br />
Beschermd Stadsgezicht<br />
De Hortusbuurt behoort tot het Beschermd Stadsgezicht Binnenstad. Voor een Beschermd Stadsgezicht<br />
is een beschermend <strong>bestemmingsplan</strong> nodig. Het oude <strong>bestemmingsplan</strong> Binnenstad (1976)<br />
bood deze bescherming voor het gebied binnen de Diepenring, alsmede voor het gebied net<br />
daarbuiten; het nieuwe <strong>bestemmingsplan</strong> Binnenstad 1995 betreft alleen het gebied binnen de<br />
Diepenring. Om deze reden neemt het voorliggend plan de beschermende functie van het oude<br />
<strong>bestemmingsplan</strong> Binnenstad voor wat betreft de Hortusbuurt over. Te beschermen waarden zijn<br />
beschreven in artikel 5.2.<br />
Bestemmingen en voorschriften<br />
Het <strong>bestemmingsplan</strong> kent vier bestemmingen: Stadswoonwijk, Groen, Wegverkeer en Verkeer te<br />
water.<br />
Het wonen is een belangrijke functie, maar tegelijk komt een groot aantal andere functies voor, wat<br />
voor het gebied een te behouden waarde is. Het gebied met de bestemming Stadswoonwijk kent<br />
een onderverdeling in twee gebieden met verschillende functionele accenten wat betreft de<br />
mogelijkheden van vestiging door wonen en door andere functies dan wonen. Het betreft het<br />
‘Menggebied’ en het ‘Gebied Woondoeleinden’ (zie de plankaart). Het overgrote deel van deze<br />
gronden is, overeenkomstig de bestaande situatie, op de plankaart aangegeven als Menggebied;<br />
hier zijn bij recht zowel wonen als, op de begane grond, een groot aantal andere functies dan<br />
wonen toegestaan – in welke verhouding dan ook. Alleen in de Nieuwe Ebbingestraat is<br />
nieuwvestiging van de functie wonen bij recht veelal niet toegestaan op de begane grond.<br />
In de doeleindenomschrijving van de bestemming Stadswoonwijk (artikel 6.1) zijn een groot aantal<br />
functies ondergebracht. De ruimtelijke situering van deze functies wordt beschreven in artikel 5.3<br />
(Beschrijving in hoofdlijnen) en in artikel 6.2 waarin de (nadere) regeling van de bestemming<br />
Stadswoonwijk is opgenomen. De vrijstellingsbepalingen ten behoeve van (functie)wijziging zijn<br />
opgenomen in artikel 6.3.<br />
Voorts zijn in artikel 6.4 de bebouwingsvoorschriften en in artikel 6.5 vrijstellingsbepalingen<br />
inzake bebouwingsvoorschriften opgenomen.<br />
Plandelen<br />
Het <strong>bestemmingsplan</strong> bestaat uit een toelichting, voorschriften en een plankaart met 3 kaartbijlagen<br />
(de Bebouwingskaart c.q. kaartbijlage A, kaart Beschermd Stadsgezicht, Monumenten en<br />
Beeldbepalende panden c.q. kaartbijlage B en kaart Hoofdgroenstructuur, c.q. bijlage 1)<br />
Bestemmingsplan Hortusbuurt/ Noorderplantsoen, versie vaststelling, augustus 2001<br />
36
8.2 Artikelsgewijze toelichting<br />
Artikel 1<br />
In artikel 1 is een groot aantal definities opgenomen. Definities zijn nodig voor een goed begrip<br />
van de voorschriften en geven mede de reikwijdte ervan aan.<br />
De meeste definities zijn ontleend aan het rapport "Bestemmen met beleid", een uitgave van het<br />
Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening.<br />
- Een bouwgrens die niet structuurbepalend is, geeft aan dat daarin of daarachter moet worden<br />
gebouwd. De regeling in artikel 11 geeft Burgemeester en wethouders de bevoegdheid om nadere<br />
eisen te stellen ten aanzien van de situering van bouwwerken. Gezien het feit, dat de Hortusbuurt<br />
deel uitmaakt van een Beschermd Stadsgezicht en gesloten bouwblokken in dit gebied<br />
karakteristiek zijn, zal door middel van het stellen van nadere eisen (artikel 11) worden<br />
bewerkstelligd dat aan de straatzijde de voorgevel van de bebouwing veelal in de bouwgrens wordt<br />
gerealiseerd.<br />
- Onder het begrip ‘technische voorzieningen’ wordt hier bijvoorbeeld verstaan: liftkokers,<br />
centrale verwarmingsinstallaties en ventilatie-inrichtingen.<br />
- Horeca als additionele voorziening omvat bijvoorbeeld: bedrijfskantines en horeca bij buurt- en<br />
clubhuizen en sociëteiten. Het betreft inrichtingen, waarbij het doel van het bezoek in hoofdzaak is<br />
gericht op andere activiteiten dan consumptie, en waarbij de horecafunctie uitsluitend in relatie<br />
met die andere activiteiten voorkomt.<br />
Artikel 2<br />
Artikel 2 juncto de bebouwingskaart<br />
De bebouwingskaart (kaartbijlage A), die behoort bij de plankaart, bevat bebouwingsmatrixen, c.q.<br />
de bebouwingsmogelijkheden in het plangebied: bebouwingspercentage, bouwhoogte, vloerindex<br />
en korrelgrootte. De ervaring leert dat de begrippen vloerindex en korrelgrootte zeer bruikbare<br />
sturingsinstrumenten zijn. Onderstaand wordt dit aan de hand van een voorbeeld nader toegelicht.<br />
Vloerindex- rekenvoorbeeld<br />
Gesteld, dat het te bebouwen oppervlak van een perceel 1000 m² bedraagt, waarvan krachtens het<br />
ter plaatse geldende bebouwingspercentage 60 % mag worden bebouwd, terwijl voorts het aantal<br />
bouwlagen is bepaald op 1-3 en de vloerindex 1,2 bedraagt, dan is het volgende op te merken:<br />
Het maximaal te realiseren vloeroppervlak bedraagt in dit voorbeeld 1,2 x 1000 = 1200 m² .<br />
Aangezien een bebouwingspercentage van 60 geldt, mag dit vloeroppervlak niet meer dan 600 m²<br />
(60% van 1000 m²) op de begane grond worden verwezenlijkt. Er doen zich nu een aantal<br />
keuzemogelijkheden voor, waarvan de twee uitersten zijn:<br />
1. maximalisatie van bebouwingspercentages en vloeroppervlak en<br />
2. maximalisatie van het aantal bouwlagen en vloeroppervlak.<br />
Bij de eerste mogelijkheid kan 600 m² van het beschikbare terreinoppervlak voor bebouwing<br />
worden benut, waarbij de resterende toegestane vloeroppervlakte (eveneens 600 m² ) in de vorm<br />
van een tweede bouwlaag verwezenlijkt kan worden.<br />
Bij mogelijkheid 2 betekent dit, dat het toegestane vloeroppervlak van 1200 m² ondergebracht kan<br />
worden in drie bouwlagen van elk 400 m² vloeroppervlak.<br />
Het spreekt voor zich, dat naast de hiervoor genoemde keuzemogelijkheden nog tal van<br />
tussenoplossingen mogelijk zijn, mits de vloerindex maar niet wordt overschreden. Nog los van het<br />
feit, dat niet per se het toegestane vloeroppervlak ook inderdaad behoeft te worden benut, is het<br />
zeer wel denkbaar op de verdiepingen een kleiner vloeroppervlak te realiseren dan op de begane<br />
grond.<br />
Bestemmingsplan Hortusbuurt/ Noorderplantsoen, versie vaststelling, augustus 2001<br />
37
Korrelgrootte<br />
De korrelgrootte is afgeleid uit de, in een gebied aanwezige, pandbreedten. Daarbij zijn de extreme<br />
waarden (verstoringen) buiten beschouwing gelaten. Ter voorkoming van misverstanden:<br />
korrelgrootte en pandbreedte zijn niet synoniem. Een pand kan uit meer dan éénmaal de<br />
korrelgrootte zijn opgebouwd. Het is een hulpmiddel om de gevelwand te structureren en de<br />
kleinschaligheid te beschermen.<br />
Artikel 5<br />
Artikel 5.2: Ruimtelijke karakteristiek<br />
Bij de gesloten bouwblokstructuur gaat het in dit <strong>bestemmingsplan</strong> om de uitstraling, waarbij een<br />
duidelijke scheiding wordt gelegd tussen openbaar en privé-terrein.<br />
Artikel 5.4: Parkeren<br />
Omdat de Hortusbuurt een bestaande, oude wijk is, zal het parkeren moeten worden opgelost<br />
binnen de bestaande ruimtelijke structuur. Er is binnen de woongebieden vaak geen extra ruimte<br />
beschikbaar, zodat het niet doelmatig is voor de woonfunctie een parkeernorm te stellen. Dit geldt<br />
ook voor de overige bestaande functies. Indien een vervangende functie een vergelijkbare<br />
parkeerdruk met zich meebrengt, wordt de parkeerbehoefte opgevat als een ‘bestaande situatie’.<br />
Ten aanzien van het berekenen van het aantal parkeerplaatsen bij een eventuele nieuwe<br />
ontwikkeling geldt dat het beleid er op gericht is zoveel mogelijk parkeerplaatsen en mogelijkheden<br />
voor fietsenstalling op eigen terrein onder te brengen. In het kader van het berekenen van het<br />
aantal parkeerplaatsen zijn de ASVV-richtlijnen (Aanbevelingen Stedelijke Verkeersvoorzieningen)<br />
richtinggevend. In deze richtlijnen wordt behalve met de aard van de functie ook rekening<br />
gehouden met het aantal inwoners en de kwaliteit van de openbaar-vervoerontsluiting.<br />
Echter, het aantal parkeerplaatsen voor nieuwe kantoren wordt bepaald op basis van het locatiebeleid<br />
van het Rijk. Mocht deze norm in het kader van het Provinciaal Omgevingsplan of het Rijksbeleid<br />
worden gewijzigd, dan zal de dan geldende norm conform dat beleid worden toegepast.<br />
Artikel 6, Bestemming Stadswoonwijk<br />
Algemeen<br />
Het vanouds levendige karakter van de Hortusbuurt moet blijven bestaan. In de wijk is een groot<br />
aantal voorzieningen aanwezig, zoals onderwijs, detailhandel, horeca en bedrijven.<br />
Tevens is het wonen van belang. Voor de planopzet betekent dit dat er voldoende waarborgen<br />
moeten zijn ter bescherming van een kwalitatief goed woon- en leefmilieu, maar ook dat het plan<br />
voldoende flexibiliteit moet hebben om andere functies dan wonen mogelijk te maken.<br />
Op de plankaart is de bestemming Stadswoonwijk, overeenkomstig de bestaande karakteristiek,<br />
onderverdeeld in: a. een Menggebied en b. een Gebied Woondoeleinden.<br />
- Ad a. In het Menggebied zijn op de begane grond bij recht de functies Wonen, Detailhandel,<br />
Maatschappelijke Doeleinden, Zakelijke Dienstverlening en Bedrijven toegestaan - in welke<br />
verhouding dan ook.<br />
Een uitzondering is de Nieuwe Ebbingestraat. Dit is een typische winkelstraat, waar de<br />
woonfunctie op de begane grond uitsluitend bij recht is toegestaan in nauwkeurig omschreven<br />
gevallen (zie artikel 6.2.1).<br />
Bij het toestaan van functies wordt niet koste wat het kost het gemengde karakter van het<br />
Menggebied gehandhaafd. Uitgegaan wordt van een vrije marktwerking. Het risico van een<br />
monocultuur van één type functie acht de gemeente, gezien de geschiedenis, niet groot.<br />
- Ad b. In het Gebied Woondoeleinden is bij recht het wonen toegestaan, alsmede overige functies<br />
voorzover zij reeds voorkomen. Deze overige functies worden gerespecteerd en kunnen op de<br />
Bestemmingsplan Hortusbuurt/ Noorderplantsoen, versie vaststelling, augustus 2001<br />
38
adressen, aangegeven in de adressenlijst, worden gecontinueerd. De functies 'detailhandel', 'maatschappelijke<br />
doeleinden', 'zakelijke dienstverlening' en 'bedrijven' zijn bij recht uitwisselbaar op<br />
adressen waar een andere functie dan wonen aanwezig is.<br />
Binnen het plangebied worden sexinrichtingen als ongewenst beschouwd (zie artikel 1 juncto<br />
artikel 10). Op adressen waar reeds langer sexinrichtingen zijn gevestigd mag de specifieke, zich<br />
daar bevindende, functie blijven bestaan, c.q.: Nieuwe Ebbingestraat 19: een sexwinkel, Boterdiep<br />
64: een sexautomatenhal en Boterdiep 84/84a: een prostitutiebedrijf.<br />
Artikel 6.2.1: wonen en een aan-huis-gebonden-beroep<br />
Overeenkomstig de jurisprudentie is een aan-huis-gebonden beroep in het hoofdgebouw van een<br />
woning toegestaan. Hierbij geldt als voorwaarde, dat het gebouw, waarin het gebruik wordt<br />
uitgeoefend, 'in overwegende mate' zijn woonfunctie blijft behouden.<br />
Het gebruik van een deel van een woning als praktijkruimte ten behoeve van de beoefening van<br />
een traditioneel vrij beroep - als die beroepsuitoefening in of bij een woning niet ongebruikelijk is<br />
- dient reeds geruime tijd in het algemeen te worden toegestaan. Sinds de uitspraak van de<br />
Afdeling Rechtspraak van de Raad van State (zie AB 1993/163) dienen ook moderne beroepsmatige<br />
activiteiten – zoals die van een accountant - in het hoofdgebouw te worden toegestaan, mits<br />
het gebruik niet strijdig is met de woonbestemming. Hierbij wordt ook gedacht aan het uiterlijk<br />
aanzien.<br />
Of een bepaald gebruik strijdig is met die woonbestemming, dient beantwoord te worden aan de<br />
hand van de ruimtelijke uitwerking die dat gebruik heeft. Daarbij moet gelet worden op:<br />
a. de aard van het gebruik; b. de omvang van het gebruik; c. de intensiteit van het gebruik<br />
Als nu blijkt dat het gebruik aldus een uitstraling heeft welke niet te rijmen valt met de gelegde<br />
woonbestemming, dan is het gebruik strijdig met de woonbestemming (zie ARRvS, AB 1993/163).<br />
Ad a. Bij de "aard" van het gebruik kan men denken aan een beroep welke naar zijn aard (ernstige)<br />
hinder voor zijn omgeving kan opleveren, of welke naar zijn aard grote verkeersproblemen kan<br />
opleveren. Het gebruik mag immers geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van<br />
het verkeer. Het mag evenmin een onevenredige parkeerdruk veroorzaken.<br />
Ad b. Bij de "omvang" van het gebruik is relevant of het gebruik meerdere ruimten of gebouwen in<br />
beslag neemt, welk gedeelte van het gebouw door het gebruik in beslag wordt genomen, hoeveel<br />
vierkante meter het gebruik in beslag neemt en verwachte bezoekersaantallen.<br />
Ad c. Bij de "intensiteit" van het gebruik kan worden gedacht aan frequent of incidenteel gebruik.<br />
Artikel 6.2.2: detailhandel<br />
Lid 2: Onder woninginrichting in volumineuze artikelen wordt bijvoorbeeld verstaan: bedden,<br />
meubels en tapijten. Detailhandel in volumineuze artikelen en gevaarlijke stoffen behoort niet<br />
thuis in de binnenstadsgebieden.<br />
Lid 3: Op grond van het gemeentelijk distributieplanologisch beleid ten aanzien van detailhandel is<br />
het onwenselijk dat zich grootschalige detailhandel in food (bv. supermarkt, bakker, drogist,<br />
slijterij) buiten de Diepenring, behalve in de winkelcentra, vestigt. Om deze reden is een maximum<br />
verkoopvloeroppervlakte (v.v.o.) voor deze vestigingen opgenomen.<br />
Lid 4: Dit lid biedt een regeling voor bestaande detailhandelsvestigingen die groter zijn dan het in<br />
lid 3 genoemde maximum. Op grond hiervan kunnen de bestaande winkels in hun huidige omvang<br />
blijven bestaan. Dit betekent ook dat bv. een tassenwinkel zich in een kledingwinkel kan vestigen,<br />
zelfs als de bestaande omvang een v.v.o van 200 m² in het gebied Woondoeleinden of van 400 m²<br />
in het Menggebied overschrijdt. Van deze uitwisselingsmogelijkheid wat betreft de omvang zijn<br />
echter foodzaken groter dan 200 m² uitgesloten, vanwege de ruimtelijke betekenis (verstorende<br />
werking op de winkelhiërarchie, parkeren).<br />
Vrijstelling van de maximum verkoopvloeroppervlakte is tot 400 m² voor foodvestigingen echter<br />
Bestemmingsplan Hortusbuurt/ Noorderplantsoen, versie vaststelling, augustus 2001<br />
39
mogelijk: als uit distributie-planologisch onderzoek blijkt, dat een verstorende werking op de<br />
winkelhiërarchie niet zal optreden (artikel 6.3 lid 1 onder C en 6.3 lid 2 onder B). Op grond van<br />
artikel 6.3 zullen bij toepassing van de vrijstelling aspecten als parkeerdruk worden meegewogen.<br />
Een en ander is in overeenstemming met de nota ‘<strong>Groningen</strong>, groot in detailhandel’.<br />
Artikel 6.2.6: horeca<br />
Lid 1: Het bestaand aantal horecavestigingen per straat wordt gerespecteerd. De bestaande<br />
adressen zijn aangegeven in bijlage 2 van dit <strong>bestemmingsplan</strong>; zij zijn daar ter verduidelijking<br />
cursief en vet aangegeven. Indien een horecafunctie op een bepaald adres gedurende minimaal 1<br />
jaar verdwijnt en wordt vervangen door een andere functie, ontstaat ruimte voor een nieuwe<br />
horecavestiging in dezelfde straat. Handhaving van het bestaande aantal vestigingen betekent ook<br />
dat splitsing van een horecavestiging niet is toegestaan, indien hierdoor het maximum aantal<br />
toegestane vestigingen wordt overschreden.<br />
Lid 3: Voor een aantal straten zijn er beperkte uitbreidingsmogelijkheden van het bestaand aantal<br />
horecavestigingen. Hierbij is het uitgangspunt dat aan de belangrijkste winkelroutes en/ of aan de<br />
belangrijkste toegangsroutes naar de binnenstad de horecafunctie onmisbaar is. Deze functie dient<br />
winkelondersteunend te zijn: alleen restaurants, cafetaria’s/ croissanterieën/ lunchrooms en<br />
ijssalons/ koffie- en theehuizen zijn toegestaan (zie de definitie van winkelondersteunende horeca<br />
in artikel 1). Deze zachtere, weinig-belastende, vormen van horeca zijn ook goed te verenigen met<br />
de belangrijke woonfunctie die de Hortusbuurt heeft. Bij de mogelijkheid tot uitbreiding van het<br />
aantal is het bestaand aantal vestigingen van belang. Om deze redenen is uitbreiding aan de<br />
volgende straten toegestaan: aan de Nieuwe Ebbingestraat (oneven) de huisnummers 15 - 67 (+2)<br />
en (even) de huisnummers 0 - 42 (+2); aan de Nieuwe Boteringestraat (+3); aan het Boterdiep<br />
(+2); aan de Noorderhaven N.Z. (+1).<br />
Voorts is in de ‘watertoren’ aan de Noorderbinnensingel horeca mogelijk.<br />
In de zeventiger jaren heeft deze toren, die inmiddels Rijksmonument is geworden, haar functie als<br />
watertoren verloren. Na een aantal jaren van leegstand sprak het college zich in 1987 uit voor<br />
behoud van het gebouw. Met het uitschrijven van een prijsvraag is gepoogd een nieuwe<br />
bestemming te realiseren. De prijsvraag bracht echter geen winnaar voort en dus geen andere<br />
functie. Het voorliggend <strong>bestemmingsplan</strong> maakt een multifunctioneel gebruik mogelijk,<br />
bijvoorbeeld een entree op de begane grond en horeca in combinatie met een kantoor- en<br />
ontvangstruimte op de verdieping.<br />
De bestaande kiosk op de Ebbingebrug valt onder de bestemming Wegverkeer en wordt daarom in<br />
deze regeling voor de bestemming Stadswoonwijk buiten beschouwing gelaten.<br />
Lid 2: Om de woonfunctie in de wijk te beschermen, wordt horeca I onwenselijk geacht, evenals<br />
coffee-shops waar softdrugs worden verkocht (zie ook artikel 10). Nieuwvestiging is dan ook<br />
expliciet uitgesloten. Echter, bestaande vestigingen vallen onder het overgangsrecht: de<br />
studentensociëteit aan de Nieuwe Kijk in ’t Jatstraat (horeca I) mag worden gecontinueerd.<br />
Lid 4: Een horecavoorziening is aan een maximum vloeroppervlakte gebonden. Wat onder<br />
vloeroppervlakte voor horeca wordt verstaan is gedefinieerd in artikel 2 onder f. Ruimte voor<br />
opslag behoort hier niet toe.<br />
Artikel 6.2.7 tot en met 6.2.9: groothandel, opslag en garage(boxen)<br />
In bijlage 2 van dit <strong>bestemmingsplan</strong> staan de adressen aangegeven van de functies groothandel<br />
(G51), garage (g) en opslag (o); deze bijlage heeft ten doel deze bestaande functies te beschermen<br />
op de adressen waar zij reeds voorkomen. De functies groothandel, opslag en garage(boxen)<br />
Bestemmingsplan Hortusbuurt/ Noorderplantsoen, versie vaststelling, augustus 2001<br />
40
worden uitsluitend toegestaan op het adres waarop zij zich bevinden overeenkomstig bijlage 2; ze<br />
worden in de straatwand niet meer als wenselijk gezien in binnenstedelijk gebied.<br />
Wel kan in bepaalde gevallen een vrijstelling worden gegeven voor het toestaan van de functie<br />
garageboxen (zie hieronder). Overigens: een garagebox als additionele voorziening bij bv. wonen<br />
wordt geregeld in de artikelen 6.4 en 6.5.<br />
Artikel 6.3: Vrijstellingsbepalingen ten behoeve van (functie)wijziging.<br />
Lid 1, sub A: Functiewijziging van wonen naar een andere functie is in het ‘Gebied<br />
Woondoeleinden’ uitsluitend bij vrijstelling mogelijk; de bevoegdheid zal terughoudend worden<br />
toegepast. De nieuwe functie wordt beoordeeld naar de mate waarin deze zich verdraagt met de<br />
functie wonen. Nadrukkelijk verdragen een automaten-/amusementshal of sexinrichting zich niet<br />
met de functie wonen. Dit geldt ook voor het Menggebied. Zie ook artikel 10.<br />
Functiewijziging naar een andere functie dan wonen is niet (bij recht) toegestaan in een hogere dan<br />
de eerste bouwlaag. Hiervan is wel vrijstelling mogelijk.<br />
Lid 1, sub B: Vergroting van de maximaal toegestane v.v.o. voor detailhandel (art.6.2.2)<br />
respectievelijk bedrijfsvloeroppervlakte (art.6.2.5) is mogelijk, indien de oppervlakte van een pand<br />
groter is dan voor de functie detailhandel of bedrijf is toegestaan op grond van dit<br />
<strong>bestemmingsplan</strong>. Een vrijstelling kan nodig zijn om te voorkomen, dat een deel van het pand niet<br />
gebruikt kan worden voor de desbetreffende functie.<br />
Lid 1, sub E: Vanwege de beperkte parkeerruimte in de wijk is de zelfstandige functie<br />
‘garageboxen’ bij vrijstelling mogelijk, mits dit geen onaanvaardbare afbreuk doet aan de<br />
straatwand en aan waardevol groen op de binnenterreinen. In de praktijk zal dit betekenen dat de<br />
vrijstelling terughoudend wordt toegepast en uitsluitend indien onder meer zorg wordt besteed aan<br />
de ontsluiting in relatie tot het straatbeeld. Voorts is voor binnenterreinen voor het aanbrengen van<br />
verharding veelal een aanlegvergunning vereist (zie artikel 13).<br />
Lid 2: Het beschreven referentiekader is van toepassing op functiewijziging naar detailhandel,<br />
maatschappelijke doeleinden, (zakelijke) dienstverlening, bedrijven en horeca. Functiewijziging<br />
wordt beoordeeld naar de mate waarin deze zich verdraagt met de functie wonen. Nadrukkelijk<br />
verdragen een automaten-/amusementshal of sexinrichting zich niet met de functie wonen. Zie ook<br />
artikel 10 en voor detailhandel de toelichting op art.6.2.2 lid 4.<br />
Artikel 6.4: bebouwingsvoorschriften voor de bestemming Stadswoonwijk<br />
Lid 10: Vanwege de versterking van de woonfunctie, alsmede uit het oogpunt van sociale<br />
veiligheid en attractiviteit van de straten, dienen "dode functies", zoals garageboxen,<br />
magazijnruimten, opslagfuncties e.d. in de straatwanden zoveel mogelijk te worden geweerd.<br />
Artikel 6.5: vrijstelling van de bebouwingsvoorschriften<br />
Dit artikel geeft aan Burgemeester en wethouders de bevoegdheid vrijstelling te verlenen van de<br />
bebouwingsvoorschriften in artikel 6.4.<br />
Lid 1 sub b: Dit voorschrift heeft ten doel flexibiliteit te bereiken en tegelijk de overwegend<br />
kleinschalige uitstraling van de bebouwing in de Hortusbuurt te behouden.<br />
Artikelen 7 en 8<br />
De bestemming Groen wordt mede gebruikt voor extensieve recreatie als wandelen en skaten,<br />
alsmede voor sportieve en culturele evenementen.<br />
Binnen de bestemmingen Groen en Wegverkeer zijn gebouwen als bedoeld onder b uitsluitend<br />
toegestaan waar dit is aangegeven op kaartbijlage A (bebouwingskaart); gebouwen ten behoeve<br />
van deze functies zijn daar reeds aanwezig. Op de overige gronden zijn, met uitzondering van<br />
abri’s en wachtruimtes binnen de bestemming Wegverkeer, geen gebouwen toegestaan.<br />
Dit betekent dat er bijvoorbeeld geen schuurtjes ten behoeve van woonboten zijn toegestaan op de,<br />
historisch waardevolle, kaden.<br />
Bestemmingsplan Hortusbuurt/ Noorderplantsoen, versie vaststelling, augustus 2001<br />
41
Artikel 9<br />
Artikel 9.1:<br />
* Voor de Noorderhaven is het ‘vrijhavenprincipe’ van kracht. Hier mag ligplaats worden<br />
ingenomen met varende, niet-kwetsbare woonschepen, maximaal één bedrijfsschip en varende<br />
zeilcharters die in de gelegenheid worden gesteld in <strong>Groningen</strong> te overwinteren. Ten behoeve van<br />
de doorvaart moet een breedte van minimaal 10 meter open blijven; dit is geregeld in de<br />
Verordening Openbaar Vaarwater en niet in het voorliggend <strong>bestemmingsplan</strong>, omdat dan<br />
uitspraken zouden worden gedaan die de grens van het plangebied, c.q. het hart van de Diepenring,<br />
zouden overschrijden.<br />
* Voor het vaarwater van de gemeente <strong>Groningen</strong> is de nota Watergang opgesteld. De nota bevat<br />
een veelheid aan aanbevelingen, onder meer betreffende het gebruik van de Diepenring/ de<br />
Noorderhaven. Omdat de aard, omvang en situering van voorzieningen voor het plangebied nog in<br />
overleg met betrokkenen moeten worden uitgewerkt, is in het voorliggend <strong>bestemmingsplan</strong><br />
hiervoor geen regeling opgenomen.<br />
Artikel 9.3: De toegestane bebouwing op de bestemming Verkeer te water is beperkt tot publieke<br />
doeleinden, met uitzondering van nutsvoorzieningen.<br />
Artikel 10<br />
Hoewel geen nieuwe sexinrichtingen worden toegestaan in het plangebied, kunnen de bestaande<br />
blijven bestaan (zie hiervoor, artikel 6 onder de kop Algemeen).<br />
Artikel 12 lid 1<br />
Onder a: De hier genoemde vrijstellingsmogelijkheid voor beroepen, bedrijven e.d. bij de functie<br />
wonen is een aanvulling op het, op grond van de jurisprudentie toegestane, aan huis gebonden<br />
beroep, genoemd in de beschrijving in hoofdlijnen (artikel 5.3).<br />
Onder g:<br />
* De bevoegheid tot het verlenen van een vrijstelling voor een ondergrondse parkeergarage zal<br />
terughoudend worden toegepast, met name daar waar sprake is van een monumentaal karakter van<br />
de locatie (zie ook artikel 5.2). In de praktijk betekent dit bijvoorbeeld, dat de bevoegdheid niet zal<br />
kunnen worden gebruikt voor een ondergrondse parkeergarage in het Noorderplantsoen.<br />
* De hoogte van 1.20 meter boven peil is gekozen, omdat deze hoogte ook wordt aangehouden<br />
voor een onderbouw van een gebouw.<br />
Artikel 13<br />
Lid 1: Een aanlegvergunning is een middel om controle/invloed te krijgen op bepaalde werken,<br />
geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden, die een duurzaam gevolg (kunnen) hebben voor het<br />
gebruik van de grond. Niet duurzaam is bijvoorbeeld de aanleg van tijdelijke verharding in de<br />
vorm van stalen platen ten behoeve van een evenement: deze kan worden verwijderd.<br />
Om aantasting van waardevol groen te voorkomen, zal met het afgeven van een aanlegvergunning<br />
uiterst terughoudend worden omgegaan. In de praktijk zal dan ook niet snel een vergunning<br />
worden verleend voor het aanleggen van verharde parkeergelegenheid, vanwege het ruimtebeslag<br />
daarvan ten koste van de groene ruimte. Een uitzondering kan bijvoorbeeld worden gemaakt als<br />
gebouwen worden afgebroken ten gunste van de groenvoorziening, waardoor voldoende<br />
compensatie wordt geboden voor het, ten behoeve van parkeren, verloren gegane groen.<br />
Lid 2: Tot het normale onderhoud behoren bijvoorbeeld: het uitbaggeren van vijvers en het herstel<br />
van oeverbeschoeiingen.<br />
Bestemmingsplan Hortusbuurt/ Noorderplantsoen, versie vaststelling, augustus 2001<br />
42
Artikel 14<br />
Lid 1: Uitgangspunt is, dat bestaande of in uitvoering zijnde illegale bouwwerken niet onder het<br />
overgangsrecht behoren te vallen. Deze zijn derhalve daarvan uitgesloten door de voorwaarde in de<br />
aanhef van dit lid, dat het moet gaan om bouwwerken die conform de Woningwet reeds aanwezig<br />
of in uitvoering zijn, danwel rechtens kunnen worden gebouwd.<br />
Lid 2: Lid 2 heeft betrekking op bouwwerken waarvoor via anticipatie bouwvergunning is<br />
verleend. De situatie kan zich namelijk voordoen dat een vóór de vaststelling van het nieuwe<br />
<strong>bestemmingsplan</strong> via anticipatie verleende bouwvergunning achteraf strijdig blijkt te zijn met<br />
het nieuwe goedgekeurde plan ten gevolge van een gewijzigde vaststelling van dat plan.<br />
Bestemmingsplan Hortusbuurt/ Noorderplantsoen, versie vaststelling, augustus 2001<br />
43
9. VOORSCHRIFTEN<br />
HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN<br />
Artikel 1 Begripsomschrijvingen<br />
Artikel 2 Wijze van meten en berekenen<br />
Artikel 3 Uitmetingsverschillen<br />
Artikel 4 Anti-dubbeltelbepaling<br />
HOOFDSTUK II VOORSCHRIFTEN IN VERBAND MET DE BESTEMMINGEN<br />
Artikel 5 Beschrijving in hoofdlijnen<br />
Artikel 5.1 Algemeen<br />
Artikel 5.2 Ruimtelijke karakteristiek<br />
Artikel 5.3 Functionele karakteristiek<br />
Artikel 5.4 Verkeer<br />
Artikel 5.5 Referentiekader nadere eisen ex art.11 en vrijstellingen ex artt. 6.5 en 12<br />
HOOFDSTUK III BESTEMMINGEN<br />
Artikel 6 Bestemming Stadswoonwijk<br />
Artikel 6.1 Doeleinden<br />
Artikel 6.2 Nadere regeling van de onder 6.1 genoemde doeleinden<br />
Artikel 6.3 Vrijstellingsbepalingen inzake functiewijziging<br />
Artikel 6.4 Bebouwingsvoorschriften<br />
Artikel 6.5 Vrijstellingsbepalingen inzake de bebouwingsvoorschriften<br />
Artikel 7 Bestemming Groen<br />
Artikel 7.1 Doeleinden<br />
Artikel 7.2 Bebouwingsvoorschriften<br />
Artikel 7.3 Vrijstellingsbepalingen inzake de bebouwingsvoorschriften<br />
Artikel 8 Bestemming Wegverkeer<br />
Artikel 8.1 Doeleinden<br />
Artikel 8.2 Bebouwingsvoorschriften<br />
Artikel 8.3 Vrijstellingsbepalingen inzake de bebouwingsvoorschriften<br />
Artikel 9 Bestemming Verkeer te water<br />
Artikel 9.1 Doeleinden<br />
Artikel 9.2 Nadere regeling van de onder 9.1 sub c genoemde doeleinden<br />
Artikel 9.3 Bebouwingsvoorschriften<br />
Artikel 9.4 Vrijstellingsbepalingen inzake de bebouwingsvoorschriften<br />
Bestemmingsplan Hortusbuurt/ Noorderplantsoen, versie vaststelling, augustus 2001<br />
44
HOOFDSTUK IV OVERIGE BEPALINGEN<br />
Artikel 10 Gebruiksbepaling<br />
Artikel 11 Nadere eisen<br />
Artikel 12 Algemene vrijstellingsbepalingen<br />
Artikel 13 Aanlegvergunning<br />
HOOFDSTUK V SLOTBEPALINGEN<br />
Artikel 14 Overgangsbepaling ten aanzien van het bouwen<br />
Artikel 15 Overgangsbepaling ten aanzien van het gebruik<br />
Artikel 16 Strafbepaling<br />
Artikel 17 Citeertitel<br />
Bestemmingsplan Hortusbuurt/ Noorderplantsoen, versie vaststelling, augustus 2001<br />
45
HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN<br />
Artikel 1 Begripsomschrijvingen<br />
Deze voorschriften verstaan onder:<br />
a. Het plan Het <strong>bestemmingsplan</strong> "Hortusbuurt/<br />
Noorderplantsoen" van de gemeente <strong>Groningen</strong>.<br />
b. De plankaart De kaart met bijbehorende verklaring, bestaande uit 1<br />
blad, waarop de bestemmingen van de in het plan begrepen<br />
gronden zijn aangewezen, en 3 kaartbijlagen<br />
c.q.: Bebouwingskaart (kaartbijlage A), Beschermd<br />
Stadsgezicht, Monumenten en Beeldbepalende<br />
panden (kaartbijlage B) en kaart Hoofdgroenstructuur<br />
(bijlage 1).<br />
c. Bouwen Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen<br />
of veranderen en het vergroten van een<br />
bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk<br />
oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten<br />
van een standplaats.<br />
d. Bouwwerk Elke constructie van enige omvang van hout, steen,<br />
metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect<br />
met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect<br />
steun vindt in of op de grond.<br />
e. Gebouw Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke,<br />
overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten<br />
ruimte vormt.<br />
f. Bebouwing Een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen<br />
gebouwen zijnde.<br />
g. Bouwgrens Een op de bebouwingskaart aangegeven lijn, die niet<br />
door bebouwing mag worden overschreden, behoudens<br />
krachtens deze voorschriften toegelaten afwijkingen.<br />
h. Structuurbepalende bouwgrens Een op de bebouwingskaart aangegeven lijn waarin de<br />
bebouwing plaats moet vinden, met uitzondering van<br />
bebouwing onder het maaiveld.<br />
i. Bebouwingspercentage Een op de plankaart of in de voorschriften aangegeven<br />
percentage, dat de grootte aangeeft van het deel van<br />
een bouwperceel, dat ten hoogste mag worden<br />
bebouwd.<br />
Bestemmingsplan Hortusbuurt/ Noorderplantsoen, versie vaststelling, augustus 2001<br />
46
j. Bouwperceel Een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het<br />
plan een zelfstandige, bij elkaar horende bebouwing is<br />
toegelaten.<br />
k. Differentiatievlak Een op de plankaart door differentiatiegrenzen omsloten<br />
vlak, waarmee gronden zijn aangeduid waarop<br />
bestemmingsregelingen van eenzelfde aard van<br />
toepassing zijn.<br />
l. Differentiatiegrens Een op de plankaart aangegeven lijn, die de grens aanduidt<br />
van een differentiatievlak.<br />
m. Hoofdgebouw Een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie<br />
of afmetingen als het belangrijkste bouwwerk<br />
valt aan te merken.<br />
n. Bijgebouw Een gebouw, behorende bij een op hetzelfde bouwperceel<br />
gelegen hoofdgebouw.<br />
o. Bouwlaag Een gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke of<br />
nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen<br />
is begrensd, zulks met uitsluiting van een bijzondere<br />
bouwlaag en een onderbouw.<br />
p. Bijzondere bouwlaag<br />
q. Onderbouw<br />
Kapverdiepingen - c.q.verdiepingen, waarvan de<br />
vloeroppervlakte minimaal 2x de oppervlakte is van<br />
de zich direct daarboven bevindende vloer of<br />
balklaag - en dakopbouwen ten behoeve van<br />
technische voorzieningen.<br />
Een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt<br />
door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1.20<br />
m boven peil is gelegen.<br />
r. Peil a. Voor woonschepen: het wateroppervlak.<br />
b. Voor bouwwerken op de bestemming Verkeer te<br />
Water: vanaf N.A.P.+ tot het hoogste punt van het<br />
bouwwerk.<br />
c. In andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het<br />
aansluitende afgewerkte maaiveld.<br />
s. Kap Een afdekking onder een hoek van meer dan 5 graden<br />
met het horizontale vlak, met dien verstande dat de<br />
dakhelling van ondergeschikte delen van bouwwerken<br />
0 graden mag zijn.<br />
t. Woning Een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting<br />
van één huishouden.<br />
u. Dienstverlening Het bedrijfsmatig verlenen van diensten. Onder<br />
Bestemmingsplan Hortusbuurt/ Noorderplantsoen, versie vaststelling, augustus 2001<br />
47
dienstverlening wordt in dit <strong>bestemmingsplan</strong> niet<br />
verstaan: sexinrichtingen.<br />
v. Groothandel Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder<br />
begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen<br />
en/of leveren van goederen aan wederverkopers, dan<br />
wel aan instellingen of personen ter aanwending in<br />
een andere bedrijfsactiviteit.<br />
w. Detailhandel Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder<br />
begrepen de uitstalling ter verkoop, het verkopen<br />
en/of leveren van goederen aan personen die die<br />
goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending<br />
anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.<br />
x. Ambacht Het bedrijfsmatig, geheel of overwegend door middel<br />
van handwerk vervaardigen, bewerken of herstellen<br />
en het installeren van goederen, alsook het verkopen<br />
en/of leveren, als ondergeschikte activiteit, van<br />
goederen die verband houden met het ambacht.<br />
y. Horeca<br />
Horeca I<br />
Onder horeca I wordt verstaan:<br />
- bar-dancings / discotheken (6721.2 en 6721.3),<br />
- automatieken/loketverkoop (6713.2),<br />
- studentensociëteiten / jongerencentra (6734),<br />
overeenkomstig de definiëring van bijgevoegde bijlage<br />
(zie bijlage 5).<br />
Horeca II Onder horeca II wordt in dit <strong>bestemmingsplan</strong> verstaan:<br />
- cafés/ eetcafés (6721.1),<br />
- restaurants (6711 / 6712),<br />
- cafetaria’s/ croissanterieën/ lunchrooms e.d.<br />
(6713 m.u.v. 6713.2),<br />
- alcoholvrije cafés (6722.1),<br />
- ijssalons/koffie- en theehuizen (6722.2, 6723, 6724),<br />
overeenkomstig de definiëring van bijgevoegde bijlage<br />
(zie bijlage 5).<br />
Horeca III<br />
Onder horeca III wordt in dit <strong>bestemmingsplan</strong> verstaan:<br />
- seizoenhoreca-bedrijven (6725),<br />
- afhaalcentra/ bezorgdiensten (6714),<br />
- hotels /pensions ((6741, 6742),<br />
overeenkomstig de definiëring van bijgevoegde bijlage<br />
(zie bijlage 5).<br />
Winkelondersteunende horeca Onder winkelondersteunende horeca wordt verstaan:<br />
restaurants (6711/6712), cafetaria’s/ croissanterieën/<br />
lunchrooms (6713 m.u.v. 6713.2), ijssalons / koffie-<br />
Bestemmingsplan Hortusbuurt/ Noorderplantsoen, versie vaststelling, augustus 2001<br />
48
en theehuizen (6722.2, 6723, 6724), overeenkomstig<br />
de definiëring van bijgevoegde bijlage (zie bijlage 5).<br />
z. Automaten-/amusementshal Iedere besloten ruimte waar meer dan 2 speelautomaten<br />
en/of andere mechanische toestellen als bedoeld in<br />
artikel 30 van de Wet op de Kansspelen zijn opgesteld<br />
ten behoeve van het publiek.<br />
aa. Sex-inrichting Een gebouw of een gedeelte van een gebouw, danwel<br />
een voer- of vaartuig of een gedeelte daarvan, waarin<br />
in bedrijfsmatige zin handelingen en/of vertoningen<br />
van erotische en/of pornografische aard plaatsvinden.<br />
Hieronder worden mede begrepen:<br />
Prostitutiebedrijf : een inrichting of daarmee gelijk te<br />
stellen gelegenheid waarin, in bedrijfsmatige zin,<br />
handelingen van erotische en/of pornografische aard<br />
plaatsvinden. Onder dit begrip vallen bijvoorbeeld<br />
raamprostitutiebedrijven, prostitutiehotels of<br />
kamerverhuurbedrijven voor prostitutie, seksclubs,<br />
privéhuizen en massagesalons (erotische massage).<br />
Sexbioscoop : een inrichting of daarmee gelijk te<br />
stellen gelegenheid waarin hoofdzakelijk filmvoorstellingen<br />
van erotische en/of pornografische aard<br />
worden gegeven;<br />
Sextheater : een inrichting of daarmee gelijk te stellen<br />
gelegenheid waarin in bedrijfsmatige zin vertoningen<br />
van erotische en/of pornografische aard worden gegeven;<br />
Sexautomatenhal : een inrichting of daarmee gelijk te<br />
stellen gelegenheid waarin door middel van automaten,<br />
filmvoorstellingen en lifeshows (peepshows) van<br />
erotische en/of pornografische aard kunnen worden<br />
gegeven of waar vergelijkbare voorstellingen kunnen<br />
worden gegeven;<br />
Sexwinkel : een ruimte voor het bedrijfsmatig te koop<br />
aanbieden van goederen van erotische en/of pornografische<br />
aard, waaronder begrepen de uitstalling ten<br />
verkoop, verkopen en/of leveren aan de uiteindelijke<br />
ge- of verbruiker.<br />
bb. Ligplaats Een aangewezen locatie ten behoeve van een woon-<br />
of bedrijfsschip in het openbaar vaarwater in een<br />
daartoe op de plankaart aangegeven kanaalvak.<br />
cc. Woonschip Een vaartuig, dat uitsluitend of hoofdzakelijk als woning<br />
wordt gebruikt of tot woning is bestemd.<br />
dd. Bedrijfsschip Een vaartuig, dat geheel of grotendeels wordt gebruikt<br />
voor opslag of bewaring van goederen, als werkplaats<br />
of tot uitoefening van een beroep of bedrijf.<br />
ee. Vrijhaven Haven ten behoeve van varende, niet-kwetsbare<br />
Bestemmingsplan Hortusbuurt/ Noorderplantsoen, versie vaststelling, augustus 2001<br />
49
ff. Niet-kwetsbaar woonschip<br />
gg. Charterschip<br />
hh. Additionele voorzieningen<br />
Artikel 2 Wijze van meten en berekenen<br />
woonschepen en zeilcharters.<br />
Een woonschip:<br />
a. dat van staal is gebouwd, en<br />
b. waarvan de hoogte boven water van de waterlijn tot<br />
het laagst gelegen punt waarboven een vaartuig niet<br />
meer waterdicht is (vrijboord) tenminste 100 cm is, en<br />
c. waarvan de bovenbouw van het woonschip aan<br />
beide zijden tenminste 40 cm binnen de grootste<br />
breedte van het woonschip blijft (gangboord), en<br />
d. dat is voorzien van deugdelijke bolders, die zowel<br />
vanaf de wal als vanaf het water bereikbaar zijn.<br />
Een schip dat als zeilcharter staat geregistreerd in<br />
‘Register Holland’.<br />
Voorzieningen welke onderdeel vormen van en<br />
ondergeschikt zijn aan een bestemming of functie.<br />
Bij de toepassing van deze voorschriften wordt als volgt gemeten en berekend:<br />
a. Lengte, breedte en diepte van een<br />
gebouw<br />
Tussen (de lijnen, getrokken door) de buitenzijde van<br />
de gevels (en/of het hart van gemeenschappelijke<br />
scheidsmuren).<br />
b. Oppervlakte van een gebouw Tussen (de buitenste verticale projecties van) de buitenzijde<br />
van de gevels (en/of het hart van gemeen-schappelijke<br />
scheidsmuren).<br />
c. Hoogte van een bouwwerk Vanaf het peil tot het hoogste punt van het bouwwerk;<br />
voor wat betreft gebouwen worden antennes,<br />
schoorstenen en andere ondergeschikte (dak)opbouwen<br />
hierbij niet meegerekend.<br />
d. Goothoogte van een gebouw<br />
e. Verkoopvloeroppervlakte<br />
(v.v.o.)<br />
f. Bedrijfsvloeroppervlakte<br />
Vanaf het peil tot de bovenkant van de goot c.q. de<br />
druiplijn, het boeiboord of een daarmee gelijk te stellen<br />
constructiedeel.<br />
Dat gedeelte van de oppervlakte van het bedrijf dat<br />
voor het publiek toegankelijk is en bedoeld is voor de<br />
verkoop, alsmede de etalageruimte en de ruimte<br />
achter de toonbank.<br />
Binnenwerks, op de vloer van de ruimten die worden<br />
of kunnen worden gebruikt voor bedrijfsactiviteiten.<br />
g. Vloeroppervlakte horeca Dat gedeelte van de oppervlakte van de horeca-<br />
Bestemmingsplan Hortusbuurt/ Noorderplantsoen, versie vaststelling, augustus 2001<br />
50
gelegenheid dat voor publiek toegankelijk en voor<br />
consumptie en/of recreatie bedoeld is, alsmede de<br />
ruimte achter de toog en podia.<br />
h. Korrelgrootte De in de straatwand gemeten pandbreedte dan wel de<br />
maat van de verticale geleding van de voorgevel van<br />
een gebouw.<br />
i. Vloerindex De verhouding van de bruto vloeroppervlakte van het<br />
aantal bouwlagen en de grondoppervlakte van een<br />
perceel gelegen binnen de bouwgrens.<br />
Artikel 3 Uitmetingsverschillen<br />
Voorzover op de plankaart niet anders is aangegeven, wordt de vaststelling van afmetingen<br />
bepaald door middel van meting op de plankaart, met dien verstande dat:<br />
a. de maatbepaling tot op 1 meter nauwkeurig geschiedt en<br />
b. de maat van de openbare ruimte wordt berekend naar de ter plaatse geldende werkelijke situatie,<br />
behoudens indien de grenslijn van de bebouwing niet in de bestaande voorgevellijn is<br />
geprojecteerd.<br />
Artikel 4 Anti-dubbeltelbepaling<br />
Grond welke eenmaal in aanmerking is genomen bij het verlenen van een bouwvergunning of het<br />
toestaan van een meldingplichtig bouwwerk waaraan uitvoering is of alsnog kan worden geven,<br />
blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.<br />
Bestemmingsplan Hortusbuurt/ Noorderplantsoen, versie vaststelling, augustus 2001<br />
51
HOOFDSTUK II VOORSCHRIFTEN IN VERBAND MET DE BESTEMMINGEN<br />
Artikel 5 Beschrijving in hoofdlijnen<br />
5.1 Algemeen<br />
De inzet van dit <strong>bestemmingsplan</strong> is:<br />
- handhaving, en waar nodig verbetering van de bestaande ruimtelijke en functionele structuur,<br />
met aandacht voor een kwalitatief goed woon- en leefklimaat;<br />
- inpassing van nieuwbouw voor met name de universiteit in de waardevolle<br />
stedenbouwkundige structuur van het plangebied;<br />
- bescherming bieden aan het plangebied als onderdeel van het Beschermd stadsgezicht<br />
Binnenstad.<br />
In dit artikel wordt in hoofdlijnen beschreven op welke wijze de in de artikelen 6 tot en met 9<br />
omschreven doeleinden worden nagestreefd.<br />
In de voorschriften worden ingelast beschouwd:<br />
- kaartbijlage A (bebouwingskaart);<br />
- kaartbijlage B (kaart Beschermd Stadsgezicht, monumenten en beeldbepalende panden);<br />
- bijlage 1: Kaart Hoofdgroenstructuur.<br />
5.2 Ruimtelijke karakteristiek<br />
Handhaving en versterking van de hieronder beschreven karakteristiek, die van belang is voor de<br />
identiteit van de wijk, dient te worden nagestreefd.<br />
De onderhavige karakteristiek zal dienen als kader bij de bouwplan- en welstandstoetsing en wordt<br />
nagestreefd door de gemeente bij de inrichting van de openbare ruimte.<br />
1. Algemeen<br />
De hoofdstructuur van de Hortusbuurt wordt bepaald door:<br />
- de begrenzing van het gebied;<br />
Deze wordt gevormd door het hart van de singelstraten rond het Noorderplantsoen in het<br />
noorden en westen, het hart van de Diepenring in het zuiden en het (gedempte) Boterdiep en<br />
de noordkant van de Nieuwe Ebbingestraat in het oosten.<br />
- het straten- en pleinenpatroon;<br />
Het stratenpatroon wordt gevormd door een stelsel van haaks op elkaar staande wegen. De<br />
belangrijkste daarvan zijn: de Diepenring, het Boterdiep, de Nieuwe Ebbingestraat en de<br />
Nieuwe Kijk in ’t Jatstraat. Waar mogelijk zal deze hoofdstructuur worden versterkt.<br />
- de gesloten bouwblokstructuur in combinatie met de relatieve grootte van de bouwblokken;<br />
- de relatief ruime hoeveelheid groen: het Noorderplantsoen, de voormalige Hortus, het Nieuwe<br />
Kerkhof en een aantal grotere binnenterreinen;<br />
- het openbaar karakter van het openbaar (vaar)water en de aanliggende kaden.<br />
Bestemmingsplan Hortusbuurt/ Noorderplantsoen, versie vaststelling, augustus 2001<br />
52
Groen<br />
Gebieden in bijlage 1 (kaart Hoofdgroenstructuur) aangegeven als ‘hoofdgroenstructuur’ en<br />
‘verborgen groen’ dienen zoveel mogelijk te worden gehandhaafd, evenals de waardevolle<br />
kenmerken ervan: het groene karakter, een grote mate van openheid, een belangrijke<br />
belevingswaarde en een bijzondere ecologische en/of stedenbouwkundige waarde.<br />
De ecologische waarde van het Noorderplantsoen wordt gevormd door de grootte van het park, de<br />
ligging in het stedelijk gebied en de soortenrijkdom, met name van broedvogels en vleermuizen.<br />
De ecologische waarde wordt gedragen door de volwassen boombeplanting, met name het<br />
uitgegroeide kronendak, alsmede - op de dwingers - een bosmilieu met bomen en heesters.<br />
Bodemarchief<br />
Teneinde het stedelijk bodemarchief en de historische bouwmassa adequaat te kunnen beheren<br />
dient bij bodemverstorende activiteiten, dieper dan 50 cm op een oppervlak groter dan 50 m², en/<br />
of nieuwbouwplannen danwel bij ingrijpende verbouwplannen die bodemverstorende activiteiten<br />
met zich meebrengen op een oppervlak van meer dan 50 m², gelegenheid worden gegeven aan de<br />
gemeente tot het doen van onderzoek aan materiële overblijfselen uit het verleden door middel van<br />
archeologische opgravingen en bouwhistorisch onderzoek.<br />
Kleinschaligheid<br />
Om het kleinschalige karakter van het plangebied zoveel mogelijk te waarborgen en tegelijk enige<br />
flexibiliteit in te bouwen, is in principe in het Menggebied bij direct recht toegestaan een<br />
uitbreiding met maximaal 1x de korrel en bij vrijstelling een uitbreiding tot maximaal 4x de korrel,<br />
overeenkomstig de artt.6.4 en 6.5.<br />
Abri’s, gedenkttekens, kiosken e.d.<br />
Ter bescherming van de waardevolle stedenbouwkundige structuur in het plangebied dienen de bij<br />
vrijstelling ex artikel 12 toegestane bebouwing en bouwsels, als bedoeld in lid 1 sub d,e,g,h,i, j en l<br />
beperkt te blijven (qua aantal en/of omvang), overzichtelijk gesitueerd te worden en door middel<br />
van het stellen van welstandseisen met zorg worden ingepast in de structuur van de omgeving.<br />
2. Beschermd stadsgezicht Binnenstad<br />
De gehele Hortusbuurt behoort tot het aangewezen Beschermd stadsgezicht Binnenstad.<br />
Door middel van bouwplantoetsing en welstandstoetsing te behouden waarden zijn:<br />
- het orthogonale stratenpatroon als onderdeel van de zeventiende-eeuwse stadsuitleg, bestaande<br />
uit drie noord-zuid gerichte hoofdroutes (Nieuwe Boteringestraat, de Nieuwe Kijk in ‘t Jatstraat<br />
en de Nieuwe Ebbingestraat) die aansluiten op de oude stad en die worden doorsneden door vier<br />
oost-west lopende reeksen zijstraten;<br />
- het rechthoekige zeventiende-eeuwse verkavelingspatroon van gesloten bouwblokken met grote<br />
binnenterreinen;<br />
- de kenmerkende verschillen tussen de hoofd- en de zijstraten qua straatbreedte, bebouwingshoogte<br />
en bebouwingsoriëntatie;<br />
- de algemene karakteristiek van de bebouwing:<br />
Het gevarieerde bebouwingsbeeld wordt gekenmerkt door een met de historische karakteristiek<br />
samenhangende schaal en vormgeving: qua bouwstijl, type, ouderdom, hoogte, volume en functie.<br />
De bebouwing is overwegend aaneengesloten gebouwd en georiënteerd op de openbare weg.<br />
In het algemeen omvatten de panden twee of drie bouwlagen onder een kap. In het bijzonder<br />
komen nog vrij veel panden van één bouwlaag met kap voor, die uitermate karakteristiek zijn voor<br />
de ontwikkelingsgeschiedenis van de Hortusbuurt.<br />
Bestemmingsplan Hortusbuurt/ Noorderplantsoen, versie vaststelling, augustus 2001<br />
53
De historische bebouwing is opgetrokken in baksteen, al dan niet gepleisterd of geschilderd; de<br />
kappen zijn gedekt met gebakken pannen.<br />
In samenhang met het sterk aanwezige negentiende-eeuwse en vroeg-twintigste-eeuwse uiterlijk<br />
van de bebouwing komen veel lijstgevels voor; de indeling bestaat in het algemeen uit drie, soms<br />
twee of vier raamtraveeën met verticaal gerichte gevelopeningen;<br />
- de karakteristieke hofjes die deels aan de straat, maar vooral op een aantal groene binnenterreinen<br />
zijn gebouwd;<br />
- het grote aantal monumentale panden (Rijks- en gemeentelijke monumenten) en beeldbepalende<br />
panden met een hoge cultuurhistorische waarde, en een fors aantal beeldbepalende panden met een<br />
bouwhistorisch waardevol casco;<br />
- de bijzondere open ruimtes aan de Nieuwe Boteringestraat: de Ossenmarkt/ het Guyotplein en het<br />
Nieuwe Kerkhof;<br />
- de cultuurhistorische waarde van het (gedempte) Boterdiep als oostelijke begrenzing van de<br />
zeventiende-eeuwse stadsuitleg en als historische toegang tot de stad met een samenhangend<br />
gevarieerd bebouwingsbeeld (wonen en werken);<br />
- de onregelmatigheden in de rooilijnen van het zuidelijke gedeelte van het (gedempte) Boterdiep,<br />
die gebaseerd zijn op een oudere structuur;<br />
- het bebouwingsbeeld aan de Noorderhaven-Noordzijde als uitdrukking van het historischeconomische<br />
karakter van dit voormalige havengebied;<br />
- het Noorderplantsoen als structurele begrenzing van de zeventiende-eeuwse stad met restanten van<br />
de gebastioneerde omwalling, als gaaf voorbeeld van parkaanleg in Engelse landschapsstijl uit het<br />
laatste kwart van de negentiende eeuw;<br />
- de restanten van de zeventiende-eeuwse Hortus Botanicus met waardevolle (boom)beplanting;<br />
- de grote, ‘verborgen’ stadstuin achter de Noorderhaven, naast het Pieternellagasthuis met<br />
waardevolle groenelementen;<br />
- de diepe percelen aan de noordzijde van de Marktstraat met tuinen en voormalige koetshuizen als<br />
achteruitgang.<br />
5.3 Functionele karakteristiek<br />
Op de plankaart is de bestemming Stadswoonwijk onderscheiden in een Menggebied en een<br />
Gebied Woondoeleinden.<br />
In bijlage 2, die onderdeel vormt van dit <strong>bestemmingsplan</strong>, zijn de functies-anders-dan-wonen op<br />
adres opgenomen.<br />
Wonen<br />
De functie ‘wonen’ is binnen de bestemming Stadswoonwijk bij recht overal (op de voor<br />
bebouwing in aanmerking komende gronden) toegestaan, behalve in de Nieuwe Ebbingestraat<br />
(artikel 6.2.1).<br />
Aan huis gebonden beroep<br />
De algemene gebruiksbepaling (art. 10) staat niet in de weg aan uitoefening van een aan-huisgebonden<br />
beroep in het hoofdgebouw op de voor "woondoeleinden" bestemde gronden, met dien<br />
verstande dat de woonfunctie in overwegende mate, c.q. voor minimaal 70% van de bruto<br />
vloeroppervlakte van de bouwlagen van het hoofdgebouw, behouden blijft en dat zowel aan de<br />
woonbestemming als aan het woonkarakter - inpandig en qua uiterlijk aanzien - geen afbreuk<br />
wordt gedaan.<br />
Bestemmingsplan Hortusbuurt/ Noorderplantsoen, versie vaststelling, augustus 2001<br />
54
Detailhandel, maatschappelijke doeleinden, zakelijke dienstverlening en bedrijven (artt. 6.2.2 t/m<br />
6.2.5)<br />
De functies ‘detailhandel’, ‘maatschappelijke doeleinden’, ‘zakelijke dienstverlening’ en<br />
‘bedrijven’, zijn toegestaan:<br />
* in het Menggebied: op de begane grond bij recht overal, waar of in welke verhouding dan ook.<br />
Functiewijziging van wonen naar een andere functie dan wonen (woningonttrekking) wordt<br />
voorts gereguleerd via de Huisvestingsverordening.<br />
* in het Gebied Woondoeleinden: bij recht op de adressen waar momenteel een andere functie dan<br />
wonen aanwezig is. De functies zijn uitsluitend op de begane grond uitwisselbaar.<br />
Horeca<br />
In de straten waar horeca aanwezig is, overeenkomstig bijlage 2, is het bestaand aantal<br />
horecavestigingen per straat, overeenkomstig bijlage 2, toegestaan. Echter uitsluitend op de begane<br />
grond, tenzij de vestiging zich reeds bevindt in een hogere bouwlaag, overeenkomstig bijlage 2.<br />
Voorts zijn in beperkte mate extra vestigingen op de begane grond toegestaan om de<br />
horecastructuur, ook kwalitatief te versterken (artikel 6.2.6).<br />
In verband met het woonkarakter van de wijk worden horeca I en coffeeshops waar softdrugs<br />
worden verkocht onwenselijk geacht (artikel 10).<br />
Bij toetsing van bouwaanvragen voor nieuwe horecagelegenheden in winkelgebieden of routes<br />
daar naartoe wordt aandacht geschonken aan de uitstraling van de vestiging op het<br />
verblijfskarakter van deze (routes naar) winkelgebieden.<br />
Een bij vrijstelling toegestane horecagelegenheid bij de Boteringebrug is uitsluitend toegestaan,<br />
indien dit een functionele versterking van de voetgangersentree naar het centrum betekent.<br />
Groothandel, opslag en garage(boxen)<br />
Vanwege de versterking van de woonfunctie, alsmede uit het oogpunt van sociale veiligheid en<br />
attractiviteit van de straten, dienen "dode functies", zoals garageboxen, magazijnruimten,<br />
opslagfuncties e.d. in de straatwanden zoveel mogelijk te worden geweerd. Dit wordt onder meer<br />
gerealiseerd door voor de functies ‘groothandel’, ‘opslag’ en ‘garage(boxen)’ geen uitbreiding toe<br />
te staan.<br />
In bijlage 2 van dit <strong>bestemmingsplan</strong> staan de adressen aangegeven van de functies groothandel<br />
(G51), garage (g) en opslag (o); deze bijlage heeft ten doel deze bestaande functies te beschermen<br />
op de adressen waar zij reeds voorkomen; zij zijn alleen toegestaan op het adres waar zij bij het<br />
van kracht worden van dit <strong>bestemmingsplan</strong> voorkomen.<br />
Dubbelbestemming<br />
Daar waar dit op de plankaart is aangegeven, is - behalve de aangegeven bestemming - tevens de<br />
bestemming Verkeer te water toegestaan.<br />
Categorisering<br />
Ter bepaling van de toegestane milieucategorieën van bedrijven dient de bij dit <strong>bestemmingsplan</strong><br />
behorende Lijst van bedrijfstypen te worden gehanteerd (zie bijlage 4).<br />
Bestemmingsplan Hortusbuurt/ Noorderplantsoen, versie vaststelling, augustus 2001<br />
55
5.4 Verkeer<br />
Voor nieuwe functies wordt het aantal parkeerplaatsen bepaald op basis van het Parkeerbeleid van<br />
de gemeente, dat is gebaseerd op het Tweede Structuurschema Verkeer en Vervoer en de ASVVnormen,<br />
overeenkomstig bijlage 6. In principe wordt het parkeerprobleem op eigen terrein<br />
opgelost. Echter, het aantal parkeerplaatsen voor nieuwe kantoren wordt bepaald op basis van het<br />
locatiebeleid van het Rijk, c.q.: 20 parkeerplaatsen per 100 werknemers of 20 parkeerplaatsen per<br />
2500 m² b.v.o. Mocht deze norm in het kader van het Provinciaal Omgevingsplan of het Rijksbeleid<br />
worden gewijzigd, dan zal de dan geldende norm conform dat beleid worden toegepast.<br />
5.5 Referentiekader nadere eisen ex art. 11 en vrijstelling ex artt. 6.5 en 12<br />
Woon- en leefklimaat<br />
Ten aanzien van de binnen de bestemmingen toegelaten gebruiksvormen dient rekening te worden<br />
gehouden met het instandhouden c.q. garanderen van een goed woon- en leefklimaat, waaronder de<br />
gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en/of bouwwerken. In de beoordeling worden<br />
aspecten betrokken als: de aanwezigheid van voldoende lichtinval, bezonning en privacy.<br />
Het straat- en bebouwingsbeeld<br />
Ten aanzien van de binnen de bestemmingen toegelaten gebruiksvormen dient rekening te worden<br />
gehouden met het tot stand brengen en in stand houden van een, in stedenbouwkundig opzicht,<br />
samenhangend straat- en bebouwingsbeeld.<br />
De verkeersfunctie<br />
Ten aanzien van de binnen de bestemmingen toegelaten gebruiksvormen dient rekening te worden<br />
gehouden met de verkeersfunctie van de in het plan opgenomen straten. Belangrijke aspecten hierbij<br />
zijn: de situering van uitritten en, met name op en nabij de hoeken, de situering en afmetingen van<br />
bouwwerken.<br />
Bestemmingsplan Hortusbuurt/ Noorderplantsoen, versie vaststelling, augustus 2001<br />
56
HOOFDSTUK III BESTEMMINGEN<br />
Artikel 6 Bestemming Stadswoonwijk<br />
6.1 Doeleinden<br />
De gronden die op de plankaart zijn aangewezen voor Stadswoonwijk zijn bestemd voor de volgende<br />
doeleinden, zulks met inachtneming van de beschrijving in hoofdlijnen (artikel 5):<br />
a. Woondoeleinden, waaronder begrepen:<br />
- woningen<br />
- wooneenheden<br />
- bijzondere vormen van huisvesting<br />
b. Detailhandel (sectie G afd.52, overeenkomstig SBI '93/bijlage 3)<br />
c. Maatschappelijke doeleinden (secties M,N,O afd. 91 deels, en afd.92, overeenkomstig SBI '93/bijlage 3),<br />
waaronder begrepen:<br />
- onderwijsvoorzieningen<br />
- sociaal-culturele voorzieningen<br />
- sport en recreatie<br />
- maatschappelijke dienstverleningsvoorzieningen<br />
- medische voorzieningen<br />
- religieuze voorzieningen<br />
d. (Zakelijke) dienstverlening in de vorm van kantoren (secties I afd.63 en 64,J,K,L,O afd.90 en deels afd.91,<br />
overeenkomstig SBI '93/bijlage 3)<br />
e. Bedrijven - inclusief dienstverlenende bedrijven, bv. kappers, foto-ateliers - alsmede<br />
bouwnijverheid (secties D,E,F en O afd.93, overeenkomstig SBI '93/bijlage 3) .<br />
f. Horeca II en III (sectie H, overeenkomstig SBI '93/bijlage 3)<br />
g. Groothandel (sectie G afd.51 overeenkomstig SBI '93/bijlage 3)<br />
h. Opslag<br />
i. Garage(boxen)<br />
j. Verkeersvoorzieningen, waaronder begrepen:<br />
- wegen<br />
- fiets- en voetpaden<br />
- bruggen<br />
- een ondergrondse parkeergarage<br />
k. Groenvoorzieningen met inbegrip van daarbij behorende speelvoorzieningen, voet- en fietspaden,<br />
alsmede waterpartijen en fonteinen.<br />
l. Additionele voorzieningen zoals bijvoorbeeld bergingen en andere nevenruimten alsmede<br />
tuinen en erven met inbegrip van daarbij behorende wegen, voet- en fietspaden en<br />
parkeerruimte.<br />
Bestemmingsplan Hortusbuurt/ Noorderplantsoen, versie vaststelling, augustus 2001<br />
57
6.2 Nadere regeling van de onder 6.1 genoemde doeleinden<br />
6.2.1 Nadere regeling woondoeleinden<br />
De functie woondoeleinden is toegestaan in beginsel op alle voor bebouwing in aanmerking<br />
komende gronden.<br />
Dit, met dien verstande dat in de Nieuwe Ebbingestraat wonen uitsluitend is toegestaan:<br />
- in de tweede bouwlaag (c.q. eerste verdieping) en hoger, alsmede<br />
- op de adressen waar wonen reeds in de eerste bouwlaag (begane grond) voorkomt (c.q. de<br />
adressen die niet zijn opgenomen op de adressenlijst in bijlage 2), alsmede<br />
- daar waar de functie groothandel, danwel opslag en/of garage voorkomt, overeenkomstig de<br />
adressenlijst (bijlage 2).<br />
6.2.2 Nadere regeling detailhandel<br />
1. De functie detailhandel is uitsluitend toegestaan in het Menggebied overeenkomstig de<br />
aanduiding op de plankaart, alsmede op de gronden waarop een andere functie dan wonen<br />
aanwezig is overeenkomstig de aanduiding in bijlage 2.<br />
2. Niet is toegestaan detailhandel in auto's, autoaccessoires en onderdelen (waaronder autobanden),<br />
motorbrandstoffen, boten, caravans, grove bouwmaterialen en woninginrichting in<br />
volumineuze artikelen.<br />
De in dit lid bedoelde vestigingen die bestaan bij de vaststelling van dit plan mogen worden<br />
gehandhaafd.<br />
3. Een vestiging mag een verkoopvloeroppervlakte hebben van niet meer dan 200 m² in het<br />
gebied Woondoeleinden en niet meer dan 400 m² in het Menggebied. Dit met dien verstande<br />
dat foodvestigingen (bv. supermarkt, bakker, drogist, slijterij) groter dan 200 m² v.v.o. ook in<br />
het Menggebied niet zijn toegestaan.<br />
4. Vestigingen met een grotere oppervlakte dan is toegestaan op grond van lid 3 en die bestaan<br />
bij de vaststelling van dit <strong>bestemmingsplan</strong>, mogen worden gehandhaafd en voorts uitgebreid<br />
met maximaal 10%; dit met dien verstande dat het niet is toegestaan foodzaken met een<br />
verkoopvloeroppervlakte van meer dan 200 m² te vestigen op de gronden die bij de<br />
vaststelling van dit <strong>bestemmingsplan</strong> een detailhandelsfunctie hebben in de non-foodsector.<br />
5. Detailhandel is uitsluitend toegestaan in de eerste bouwlaag (begane grond), alsmede in de<br />
voormalige watertoren aan de Noorderbinnensingel, aangegeven op kaartbijlage A.<br />
6.2.3 Nadere regeling maatschappelijke doeleinden<br />
1. De functie maatschappelijke doeleinden is uitsluitend toegestaan in het Menggebied overeenkomstig<br />
de aanduiding op de plankaart, alsmede op de gronden waarop een andere functie<br />
dan wonen aanwezig is overeenkomstig de aanduiding in bijlage 2.<br />
2. De functie maatschappelijke doeleinden is uitsluitend toegestaan in de eerste bouwlaag<br />
(begane grond), met dien verstande dat deze functie tevens is toegestaan: in hoger gelegen<br />
bouwlagen, voorzover dit reeds het geval is overeenkomstig de aanduiding in bijlage 2,<br />
alsmede in de voormalige watertoren aan de Noorderbinnensingel, aangegeven op kaartbijlage<br />
A.<br />
6.2.4 Nadere regeling (zakelijke) dienstverlening<br />
1. De functie (zakelijke) dienstverlening in de vorm van kantoren is uitsluitend toegestaan in het<br />
Menggebied overeenkomstig de aanduiding op de plankaart, alsmede op de gronden waarop<br />
een andere functie dan wonen aanwezig is overeenkomstig de aanduiding in bijlage 2.<br />
2. De functie (zakelijke) dienstverlening is uitsluitend toegestaan in de eerste bouwlaag (begane<br />
grond), met dien verstande dat deze functie tevens is toegestaan: in hoger gelegen bouwlagen,<br />
voorzover dit reeds het geval is overeenkomstig de aanduiding in bijlage 2, alsmede in de<br />
voormalige watertoren aan de Noorderbinnensingel, aangegeven op kaartbijlage A.<br />
Bestemmingsplan Hortusbuurt/ Noorderplantsoen, versie vaststelling, augustus 2001<br />
58
6.2.5 Nadere regeling bedrijven<br />
1. De functie bedrijven, c.q. ambachtelijke activiteiten, is uitsluitend toegestaan in het<br />
Menggebied overeenkomstig de aanduiding op de plankaart, alsmede op de gronden waarop<br />
een andere functie dan wonen aanwezig is overeenkomstig de aanduiding in bijlage 2.<br />
2. Uitsluitend bedrijven, als bedoeld in de categorieën 1 en 2 van de Lijst van bedrijfstypen<br />
(bijlage 4), zijn toegestaan, met dien verstande dat de bestaande bedrijven met een hogere<br />
categorie zijn toegestaan op hun huidig adres, overeenkomstig de aanduiding in bijlage 7.<br />
3. Een bedrijfsvestiging mag een bedrijfsvloeroppervlakte hebben van niet meer dan 200 m² in<br />
het gebied Woondoeleinden en niet meer dan 400 m² in het Menggebied.<br />
Dit met dien verstande dat bedrijven met een grotere oppervlakte, die zijn toegestaan bij de<br />
vaststelling van dit <strong>bestemmingsplan</strong>, mogen worden gehandhaafd en voorts uitgebreid met<br />
maximaal 10%.<br />
4. De functie bedrijven is uitsluitend toegestaan in de eerste bouwlaag (begane grond), met dien<br />
verstande dat deze functie tevens is toegestaan: in hoger gelegen bouwlagen, voorzover dit<br />
reeds het geval is overeenkomstig de aanduiding in bijlage 2, alsmede in de voormalige<br />
watertoren aan de Noorderbinnensingel, aangegeven op kaartbijlage A.<br />
6.2.6 Nadere regeling horeca<br />
1. In de straten waar horeca aanwezig is, overeenkomstig bijlage 2, is het bestaand aantal<br />
horecavestigingen per straat, overeenkomstig bijlage 2, toegestaan.<br />
Dit, met dien verstande dat voor de Nieuwe Ebbingestraat geldt dat:<br />
op (oneven) nrs.1 t/m 13, (oneven) nrs.69 t/m 117 en (even) nrs.44 t/m 108 tezamen –naast het<br />
bestaand aantal adressen met horecavestigingen in de rest van de straat c.q. Nieuwe Ebbinge-straat<br />
(oneven 15 t/m 67 en even, 0-42)- op maximaal 16 adressen horecavestigingen zijn toegestaan.<br />
2. Uitsluitend horeca in de categorieën II en III - overeenkomstig de definiëring in artikel 1<br />
juncto bijlage 5 - met uitzondering van alcoholvrije cafés (categorie 6722.1) is toegestaan.<br />
Horeca I is niet toegestaan, m.u.v. het pand Nieuwe Kijk in ’t Jatstraat 56, de tweede<br />
bouwlaag (1 e etage) waar in de categorie Horeca I uitsluitend een studentensociëteit is<br />
toegestaan.<br />
3. Uitbreiding van het in lid 1 bedoelde bestaand aantal horecavestigingen is uitsluitend<br />
toegestaan:<br />
* met winkelondersteunende horeca - overeenkomstig de definiëring in artikel 1y juncto<br />
bijlage 5 - en uitsluitend:<br />
- aan de Nieuwe Ebbingestraat (oneven) de huisnummers 15 t/m 67.<br />
Hier zijn toegestaan: maximaal 2 winkelondersteunende horecavestigingen, geen overige<br />
horeca. (bestaand: o horeca)<br />
- aan de Nieuwe Ebbingestraat (even) de huisnummers 0 t/m 42.<br />
Hier zijn toegestaan: maximaal 2 horecavestigingen, mits winkelondersteunend. (bestaand: 0<br />
horeca)<br />
- aan de Nieuwe Boteringestraat.<br />
Hier zijn toegestaan: maximaal 7 horecavestigingen, waarvan minimaal 6<br />
winkelondersteunend. (bestaand: 2 winkelondersteunende horecavestigingen, 2 overige horeca)<br />
- aan het Boterdiep.<br />
Hier zijn toegestaan: maximaal 5 horecavestigingen, waarvan minimaal 2<br />
winkelondersteunend. (bestaand: 1 winkelondersteunende horecavestiging, 2 overige horeca)<br />
- aan de Noorderhaven N.Z.<br />
Hier zijn toegestaan: maximaal 2 winkelondersteunende horecavestigingen, geen overige<br />
horeca. (bestaand: 1 winkelondersteunende horecavestiging, o overige horeca).<br />
* met horeca in de categorieën II en III - overeenkomstig de definiëring in artikel 1y juncto<br />
bijlage 5 - in de voormalige watertoren aan de Noorderbinnensingel, aangegeven op<br />
Bestemmingsplan Hortusbuurt/ Noorderplantsoen, versie vaststelling, augustus 2001<br />
59
kaartbijlage A.<br />
4. Een horecavoorziening mag een maximale oppervlakte hebben van 150 m².<br />
5. Horeca is uitsluitend toegestaan in de eerste bouwlaag (begane grond), zulks met uitzondering<br />
van: horeca in hoger gelegen bouwlagen, voorzover dit reeds het geval is overeenkomstig de<br />
aanduiding in bijlage 2 en in de watertoren aan de Noorderbinnensingel.<br />
6. Indien in een bepaald pand de functie horeca was gevestigd, overeenkomstig de adressenlijst<br />
(bijlage 2) en deze gedurende minimaal 1 jaar is gewijzigd in een andere volgens dit plan<br />
toegestane functie, wordt het opnieuw wijzigen in de functie horeca uitsluitend toegestaan,<br />
indien het per straat toegestane maximum aantal vestigingen, overeenkomstig lid 1 juncto lid<br />
3, niet wordt overschreden.<br />
6.2.7 Nadere regeling groothandel<br />
1. De functie groothandel is uitsluitend toegestaan, voorzover deze functie is genoemd in bijlage<br />
2, evenwel uitsluitend op het adres dat voor de functie groothandel is aangegeven.<br />
2. De functie groothandel is uitsluitend toegestaan in de eerste bouwlaag (begane grond).<br />
3. Indien op grond van de leden 1 en 2 de functie groothandel is toegestaan en deze gedurende 1<br />
jaar is gewijzigd in een andere volgens dit plan toegestane functie, wordt het opnieuw wijzigen<br />
in de functie groothandel aangemerkt als verboden gebruik.<br />
6.2.8 Nadere regeling opslag<br />
1. De functie opslag is uitsluitend toegestaan, voorzover deze functie is genoemd in bijlage 2,<br />
evenwel uitsluitend op het adres dat voor de functie opslag is aangegeven.<br />
2. De functie opslag is uitsluitend toegestaan in de eerste bouwlaag (begane grond).<br />
3. Indien op grond van de leden 1 en 2 de functie opslag is toegestaan en deze gedurende 1 jaar is<br />
gewijzigd in een andere volgens dit plan toegestane functie, wordt het opnieuw wijzigen in de<br />
functie opslag aangemerkt als verboden gebruik.<br />
6.2.9 Nadere regeling garage(boxen)<br />
1. De functie garage(boxen) is uitsluitend toegestaan, voorzover deze functie is genoemd in<br />
bijlage 2, evenwel uitsluitend op het adres dat voor de functie garage(boxen) is aangegeven.<br />
2. De functie garage(boxen) is uitsluitend toegestaan in de eerste bouwlaag (begane grond).<br />
3. Indien op grond van de leden 1 en 2 de functie garage(boxen) is toegestaan en deze gedurende<br />
1 jaar is gewijzigd in een andere volgens dit plan toegestane functie, wordt het opnieuw<br />
wijzigen in de functie garage(boxen) aangemerkt als verboden gebruik.<br />
6.2.10 Nadere regeling verkeersvoorzieningen<br />
1. De bestaande straten en pleinen, zoals aangegeven op kaartbijlage A (bebouwingskaart),<br />
dienen te worden gehandhaafd.<br />
2. Daar waar dit op de plankaart is aangegeven, is een ondergrondse parkeergarage toegestaan.<br />
6.3 Vrijstellingsbepalingen inzake functiewijziging<br />
1.Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in artikel<br />
6.2:<br />
A. om op andere gronden dan in artikel 6.2 is toegestaan vestiging mogelijk te maken van<br />
de functies detailhandel, maatschappelijke doeleinden, (zakelijke) dienstverlening, bedrijven<br />
en horeca, die vallen onder bedrijfscategorie 1 of 2, overeenkomstig de Lijst van<br />
bedrijfstypen (bijlage 4);<br />
B. voor een beperkte vergroting van de vloeroppervlakte, als bedoeld in lid 3 van de<br />
artikelen 6.2.2 en 6.2.5, van een detailhandelsvestiging of bedrijf met het oogmerk te<br />
voorkomen dat een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van het pand<br />
optreedt;<br />
Bestemmingsplan Hortusbuurt/ Noorderplantsoen, versie vaststelling, augustus 2001<br />
60
C. voor het vestigen of vergroten van detailhandelsvestigingen in de foodsector tot<br />
maximaal 400 m² verkoopvloeroppervlakte, mits uit distributieplanologisch onderzoek blijkt<br />
dat geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het voorzieningenniveau in die sector in de<br />
omringende buurten. Het bepaalde in lid 2 sub C is van overeenkomstige toepassing.<br />
D. voor gevallen, waarin vergunning wordt gevraagd voor:<br />
- een activiteit die niet in de Lijst van Bedrijfstypen voorkomt, of<br />
- een activiteit die in de Lijst van Bedrijfstypen is vermeld in een categorie die in principe<br />
niet is toegestaan op het desbetreffende perceel, terwijl de activiteit naar aard en invloed op<br />
de omgeving wel passend is;<br />
E. om op andere gronden dan daar is toegestaan de functie garage(boxen) toe te staan,<br />
echter uitsluitend indien dit geen onaanvaardbare aantasting van het woon- en leefklimaat en<br />
van de straatwand betekent.<br />
2. Referentiekader vrijstelling ten behoeve van functiewijziging ex lid 1 sub A<br />
A.De vrijstellingsbepaling voor de functiewijziging ex lid 1 sub A mag uitsluitend worden<br />
toegepast:<br />
a. voor de eerste bouwlaag (begane grond) in een naastgelegen pand ten behoeve van uitbreiding<br />
met dezelfde functie.<br />
b. voor een hogere dan de eerste bouwlaag, indien:<br />
.het betreft dezelfde functie als in de eerste bouwlaag, en/of<br />
.het gebouw kennelijk niet gebouwd is ten behoeve van de woonfunctie.<br />
c. in de eerste bouwlaag in een hoekpand.<br />
B. In afwijking van de artikelen 6.2.2 en 6.2.5 mag, bij de toepassing van de onder A<br />
genoemde vrijstellingen, voor de functie detailhandel het maximaal toegestane v.v.o. en<br />
voor de functie bedrijven het maximaal toegestane vloeroppervlak worden overschreden.<br />
Dit, met dien verstande dat voor detailhandelsvestigingen in de foodsector geldt dat dit<br />
uitsluitend tot een maximum van 400 m² verkoopvloeroppervlakte is toegestaan en<br />
uitsluitend mits uit distributieplanologisch onderzoek blijkt dat geen onevenredige<br />
aantasting plaatsvindt van het voorzieningenniveau in die sector in de omringende<br />
buurten.<br />
Bij de toepassing van de onder A genoemde vrijstellingen mag voor de functie horeca het<br />
totale v.v.o. van 150 m² vloeroppervlak niet worden overschreden.<br />
C. De vrijstellingsbepaling voor de functiewijziging mag uitsluitend worden toegepast indien<br />
de functie waarnaar wordt gewijzigd zich verdraagt met de functie wonen en en geen<br />
blijvende, onevenredige afbreuk doet aan het woon- en leefmilieu. In dit verband zal met<br />
de vrijstelling voor het toestaan van een functie op een hogere dan de eerste bouwlaag<br />
terughoudend worden omgegaan.<br />
Voorts zullen bij de toepassing van de vrijstelling aspecten als verkeersaantrekkende werking,<br />
parkeerdruk en bezoekersaantal worden betrokken en is de milieuwetgeving richtinggevend.<br />
D. Niet is toegestaan functiewijziging naar detailhandel in auto's, autoaccessoires en -onder-<br />
delen (waaronder autobanden), motorbrandstoffen, boten, caravans, grove bouwmaterialen<br />
en woninginrichting in volumineuze artikelen.<br />
6.4 Bebouwingsvoorschriften<br />
1. Op de in artikel 6.1 genoemde gronden mag uitsluitend bebouwing overeenkomstig de bestemming<br />
en overeenkomstig het bepaalde in artikel 6.2 worden opgericht.<br />
2. De bebouwing moet worden opgericht binnen de op de kaartbijlage A (bebouwingskaart)<br />
aangegeven bouwgrens; op de overige gronden is geen bebouwing toegestaan.<br />
Echter, daar waar op kaartbijlage A een structuurbepalende bouwgrens is aangegeven dient de<br />
gevel overwegend in de bouwgrens te worden gebouwd.<br />
Bestemmingsplan Hortusbuurt/ Noorderplantsoen, versie vaststelling, augustus 2001<br />
61
3. Het op kaartbijlage A aangegeven minimaal en maximaal aantal bouwlagen, de vloerindex en<br />
het maximale bebouwingspercentage moeten in acht worden genomen, met dien verstande dat:<br />
- de hoogte van aan-/uitbouwen en bijgebouwen één bouwlaag mag bedragen;<br />
- de, op het moment van tervisielegging van dit <strong>bestemmingsplan</strong> bestaande, bouw- en<br />
goothoogte van de op kaartbijlage B aangegeven monumenten en beeldbepalende panden dient<br />
te worden gehandhaafd.<br />
4. In afwijking van het bepaalde in lid 3 mogen achter de hoofdmassa van een gebouw op aan- en<br />
bijgebouwen geen verdiepingen worden gerealiseerd, indien deze aan- of bijgebouwen:<br />
- gelegen zijn op een afstand van minder dan 10 meter van de ramen van de aldaar naburige<br />
woningen;<br />
- gelegen zijn op de binnenterreinen die op bijlage 1 (kaart Hoofdgroenstructuur) zijn<br />
aangegeven als ‘Verborgen groen’.<br />
5. Een bouwlaag mag de maximale bouwhoogte van 3.75 meter niet overschrijden.<br />
6. In verband met eisen, die voortvloeien uit de aard of functie van een bouwwerk mag in plaats<br />
van een bouwlaag een overeenkomstige bouwhoogte worden aangehouden.<br />
7. De op kaartbijlage A aangegeven korrelgrootte moet in acht worden genomen. Indien door<br />
verbouwing of door het doorbreken van twee naast elkaar gelegen gebouwen een vergroting<br />
plaatsvindt, mag die vergroting tot één gebouw niet meer bedragen dan 1x de korrel met dien<br />
verstande dat:<br />
* dit uitsluitend is toegestaan in het Menggebied,<br />
* dit uitsluitend is toegestaan ten behoeve van de functies detailhandel, maatschappelijke<br />
doeleinden, zakelijke dienstverlening en bedrijven, en<br />
* de vergroting tot één gebouw de bestaande kleinschalige uitstraling niet aantast.<br />
Bij toepassing van deze bepaling blijft het bepaalde in de artikelen 6.2.2 en 6.2.5 inzake de<br />
maximum verkoopvloeroppervlakte buiten beschouwing; dit met dien verstande dat het in<br />
art.6.2.2 bepaalde inzake de maximum omvang van foodvestigingen onverkort van toepassing<br />
blijft.<br />
8. In een gevel van de bebouwing mogen geen doorgangen worden gerealiseerd naar de<br />
achtergelegen binnenterreinen ten behoeve van de functie parkeren.<br />
9. Bijgebouwen en bouwwerken geen gebouw zijnde dienen op het achterterrein van het<br />
hoofdgebouw te worden gebouwd.<br />
10. Garageboxen, magazijnruimten, opslagfuncties e.d. in de straatwanden en op de<br />
binnenterreinen die op bijlage 1 (kaart Hoofdgroenstructuur) zijn aangegeven als ‘Verborgen<br />
groen’, zijn niet toegestaan.<br />
11. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen:<br />
- de maximale hoogte van 3 meter niet overschrijden, met dien verstande dat dit niet geldt<br />
voor een erf- of terreinafscheiding, en/of<br />
- de maximale oppervlakte van 2 m² niet overschrijden.<br />
12. Een erf- of terreinafscheiding mag de hoogte van 2 meter niet overschrijden, met dien<br />
verstande dat van een erf- of terreinafscheiding die voor de voorgevel of het verlengde<br />
daarvan wordt geplaatst, de hoogte niet meer mag zijn dan 1 meter.<br />
6.5 Vrijstellingsbepalingen inzake de bebouwingsvoorschriften<br />
1. Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in:<br />
a. artikel 6.4 lid 3 in die zin dat:<br />
- het maximum aantal bouwlagen met 1 mag worden vergroot en het minimum aantal<br />
bouwlagen met 1 bouwlaag mag worden verlaagd;<br />
- het bebouwingspercentage met maximaal het getal 10 mag worden verhoogd, en<br />
uitsluitend op het achtererf van hoekpanden van gesloten bouwblokken, tot 100%;<br />
in het laatste geval wordt de vloerindex buiten beschouwing gelaten;<br />
- de vloerindex met een percentage van 20 mag worden verhoogd;<br />
Bestemmingsplan Hortusbuurt/ Noorderplantsoen, versie vaststelling, augustus 2001<br />
62
. artikel 6.4 lid 7 tot maximaal 4x de korrel, met dien verstande dat de nieuwe korrel-<br />
grootte de bestaande kleinschalige uitstraling niet aantast.<br />
Bij toepassing van deze vrijstelling mag voor de functie detailhandel het maximaal<br />
toegestane v.v.o. en voor de functie bedrijven het maximaal toegestane vloeroppervlak,<br />
overeenkomstig de artikelen 6.2.2 respectievelijk 6.2.5, buiten beschouwing worden<br />
gelaten; dit met dien verstande dat het in art.6.2.2 bepaalde inzake de maximum omvang<br />
van foodvestigingen onverkort van toepassing blijft.<br />
c. artikel 6.4 lid 8 en lid 10 voor de functie parkeren en voor garageboxen als additionele<br />
voorziening bij bv. wonen, echter uitsluitend indien dit geen onaanvaardbare aantasting<br />
van het woon- en leefklimaat en van de straatwand betekent;<br />
Deze vrijstelling mag niet worden toegepast voor de binnenterreinen die op bijlage 1<br />
(kaart Hoofdgroenstructuur) zijn aangegeven als ‘Verborgen groen’.<br />
d. artikel 6.4 lid 11 voor het overschrijden van de maximum toegestane hoogte en/of<br />
oppervlakte van bouwwerken tot een hoogte van maximaal 5 meter en een oppervlakte<br />
van maximaal 4 m².<br />
2. De in lid 1 genoemde bevoegdheid dient te worden uitgeoefend met inachtneming van de<br />
beschrijving in hoofdlijnen (artikel 5).<br />
Bestemmingsplan Hortusbuurt/ Noorderplantsoen, versie vaststelling, augustus 2001<br />
63
Artikel 7 Bestemming Groen<br />
7.1 Doeleinden<br />
De gronden die op de plankaart zijn aangewezen voor Groen zijn bestemd voor de volgende<br />
doeleinden, zulks met inachtneming van de beschrijving in hoofdlijnen:<br />
a. groenvoorzieningen en waterpartijen<br />
b. bebouwing ten behoeve van één muziekkoepel, één horecagelegenheid en één trafo<br />
c. recreatief medegebruik en culturele manifestaties<br />
d. de waterhuishouding<br />
e. wegen, fiets- en voetpaden<br />
f. additionele voorzieningen<br />
7.2 Bebouwingsvoorschriften<br />
1. Op de in artikel 7.1 genoemde gronden mag uitsluitend bebouwing overeenkomstig de bestemming<br />
worden opgericht.<br />
2. De bebouwing mag uitsluitend bestaan uit bouwwerken, geen gebouw zijnde, met een<br />
maximale hoogte van 5 meter en/of een maximale oppervlakte van 2 m², alsmede gebouwen<br />
als bedoeld in artikel 7.1 onder b.<br />
3. Gebouwen als bedoeld in artikel 7.1 onder b zijn uitsluitend toegestaan binnen de op<br />
kaartbijlage A (bebouwingskaart) aangegeven bouwgrenzen; zij mogen de maximale<br />
(goot)hoogte van 3 meter niet overschrijden, met dien verstande dat dit niet geldt voor de<br />
muziekkoepel.<br />
7.3 Vrijstellingsbepalingen inzake de bebouwingsvoorschriften<br />
1. Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in artikel 7.2 lid 2<br />
voor overschrijding van de maximum toegestane hoogte en/of oppervlakte van bouwwerken,<br />
geen gebouw zijnde met maximaal 3 meter respectievelijk 2 m².<br />
2. De in lid 1 genoemde bevoegdheid dient te worden uitgeoefend met inachtneming van de<br />
beschrijving in hoofdlijnen (artikel 5).<br />
Bestemmingsplan Hortusbuurt/ Noorderplantsoen, versie vaststelling, augustus 2001<br />
64
Artikel 8 Bestemming Wegverkeer<br />
8.1 Doeleinden<br />
De gronden die op de plankaart zijn aangewezen voor Wegverkeer zijn bestemd voor de volgende<br />
doeleinden, zulks met inachtneming van de beschrijving in hoofdlijnen:<br />
a. wegen, fiets- en voetpaden en bruggen<br />
b. bebouwing ten behoeve van één tankstation en één kiosk<br />
c. abri's, wachtruimtes<br />
d. parkeren<br />
g. groenvoorzieningen<br />
h. additionele voorzieningen<br />
8.2 Bebouwingsvoorschriften<br />
1. Op de in artikel 8.1 genoemde gronden mag uitsluitend bebouwing overeenkomstig de<br />
bestemming worden opgericht.<br />
2. Gebouwen als bedoeld in artikel 8.1 onder b zijn uitsluitend toegestaan binnen de op<br />
kaartbijlage A (bebouwingskaart) aangegeven bouwgrenzen; zij mogen de maximale<br />
(goot)hoogte van 3 meter niet overschrijden.<br />
3. De bebouwing mag voorts uitsluitend bestaan uit bouwwerken, geen gebouw zijnde, met een<br />
maximale hoogte van 15 meter en/of een maximale oppervlakte van 2 m², alsmede<br />
gebouwtjes als bedoeld in artikel 8.1 onder c, waarvan de bruto-inhoud niet meer mag<br />
bedragen dan 50 m3 en een entree ten behoeve van een ondergrondse parkeergarage.<br />
8.3 Vrijstellingsbepalingen inzake de bebouwingsvoorschriften<br />
1. Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in artikel 8.2 lid 3<br />
voor overschrijding van de maximum toegestane hoogte en/of oppervlakte van bouwwerken,<br />
geen gebouw zijnde met maximaal 5 meter respectievelijk 2 m².<br />
2. De in lid 1 genoemde bevoegdheid dient te worden uitgeoefend met inachtneming van de<br />
beschrijving in hoofdlijnen (artikel 5).<br />
Bestemmingsplan Hortusbuurt/ Noorderplantsoen, versie vaststelling, augustus 2001<br />
65
Artikel 9 Bestemming Verkeer te water<br />
9.1 Doeleinden<br />
De gronden die op de plankaart zijn aangewezen voor Verkeer te water zijn bestemd voor de<br />
volgende doeleinden, zulks met inachtneming van de beschrijving in hoofdlijnen:<br />
a. verkeer te water, inclusief ruimtes ten behoeve van brugbediening<br />
b. de waterhuishouding<br />
c. ligplaats voor woon- en charterschepen, alsmede maximaal één bedrijfsschip ten behoeve van<br />
een scheepsreparatiebedrijf<br />
d. de vaarrecreatie<br />
e. additionele voorzieningen<br />
9.2 Nadere regeling van de onder 9.1 sub c genoemde doeleinden<br />
1. Daar waar op de plankaart een vrijhaven is aangegeven, zijn ligplaatsen voor niet-kwetsbare,<br />
varende woonschepen en varende charterschepen toegestaan, alsmede maximaal één<br />
bedrijfsschip ten behoeve van een scheepsreparatiebedrijf.<br />
2. Onverlet het bepaalde in lid 1 is voorts het gebruik van gronden voor ligplaats:<br />
- uitsluitend toegestaan: ten behoeve van woonschepen op de gronden die zijn voorzien van<br />
een daartoe strekkende aanduiding op de plankaart;<br />
- niet toegestaan: voor ligplaats ten behoeve van een bedrijfs- danwel een charterschip.<br />
3. De hoogte, lengte en breedte van een woon- of bedrijfsschip mag niet meer bedragen dan respectievelijk<br />
3.50 meter - met dien verstande dat het hoogste punt van het schip niet meer dan<br />
1.5 m boven de aanliggende kade mag uitsteken -, 38 meter en 5.10 meter. Dit, met dien<br />
verstande, dat deze eisen niet van toepassing zijn op de vrijhaven.<br />
4. In verband met het openbaar karakter van het vaarwater:<br />
a.is het dubbel afmeren van woonschepen is niet toegestaan, met uitzondering van in de<br />
vrijhaven;<br />
b.dient de ruimte tussen twee schepen vrij te worden gehouden van drijvende (aan)bouwsels,<br />
zoals terrassen;<br />
c.is behalve een woon- of bedrijfsschip per ligplaats uitsluitend één bijboot òf een opduwer tot<br />
een maximum van 10 m² toegestaan, echter – met uitzondering van in de vrijhaven- uitsluitend<br />
aan de voor- of achterzijde van het woonschip.<br />
9.3 Bebouwingsvoorschriften<br />
1. Op de in artikel 9.1 genoemde gronden mag uitsluitend bebouwing overeenkomstig de bestemming<br />
ten behoeve van de onder a, b, d of e genoemde doeleinden worden opgericht, met<br />
dien verstande dat tevens nutsvoorzieningen ten behoeve van woonschepen/een bedrijfsschip<br />
zijn toegestaan.<br />
2. De bebouwing mag uitsluitend bestaan uit bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met een<br />
maximale hoogte van 15 meter en/of een maximale oppervlakte van 2 m², alsmede gebouwtjes<br />
ten behoeve van de brugbediening.<br />
9.4 Vrijstellingsbepalingen inzake de bebouwingsvoorschriften<br />
1. Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in artikel 9.3 lid 2<br />
voor overschrijding van de maximum toegestane hoogte en/of oppervlakte van bouwwerken,<br />
geen gebouw zijnde met maximaal 5 meter respectievelijk 2 m².<br />
2. De in lid 1 genoemde bevoegdheid dient te worden uitgeoefend met inachtneming van de<br />
beschrijving in hoofdlijnen (artikel 5).<br />
Bestemmingsplan Hortusbuurt/ Noorderplantsoen, versie vaststelling, augustus 2001<br />
66
HOOFDSTUK IV OVERIGE BEPALINGEN<br />
Artikel 10 Gebruiksbepaling<br />
1. Het is verboden de in het plan begrepen gronden en de zich daarop bevindende bebouwing te<br />
gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de bestemming en/of de daarbij behorende<br />
voorschriften.<br />
2. Als verboden gebruik in de zin van lid 1 wordt in ieder geval aangemerkt:<br />
- het gebruik van gronden voor nieuwvestiging van een automaten-/ amusementshal, danwel<br />
als sexinrichting;<br />
- het gebruik van gronden voor ligplaats ten behoeve van een woonschip buiten de daartoe in<br />
artikel 9 aangewezen locaties, danwel het gebruik van gronden voor ligplaats ten behoeve<br />
van een bedrijfsschip;<br />
- het gebruik van bouwwerken ten behoeve van horeca I en/of inrichtingen waar sofdrugs<br />
worden verstrekt.<br />
3. Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 1 wanneer strikte<br />
toepassing daarvan leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik die niet door<br />
dringende redenen wordt gerechtvaardigd.<br />
Artikel 11 Nadere eisen<br />
1. Burgemeester en wethouders zijn ter waarborging van de kwaliteiten van het Beschermd<br />
Stadsgezicht, het woon- en leefklimaat, het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersfunctie,<br />
met inachtneming van de voorgaande artikelen, waaronder de beschrijving in hoofdlijnen<br />
(artikel 5) bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering, afmeting en<br />
gevelindeling van bouwwerken.<br />
2. Burgemeester en Wethouders kunnen de in lid 1 genoemde bevoegdheid eveneens uitoefenen,<br />
indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden<br />
van aangrenzende gronden en/of bouwwerken.<br />
Artikel 12 Algemene vrijstellingsbepalingen<br />
1. Indien niet op grond van een andere bepaling van deze voorschriften vrijstelling kan worden<br />
verleend, zijn Burgemeester en wethouders bevoegd vrijstelling te verlenen van de bepalingen<br />
van dit plan:<br />
a. voor het toestaan van slaapkamers, hobbyruimtes e.d. alsmede een aan-huis-gebondenberoep<br />
in een bijgebouw van een woning, dan wel gebruik ten behoeve van een bedrijfje of<br />
kleinschalige dienstverlening in een hoofd- of bijgebouw van een woning, mits de bebouwing<br />
de ruimtelijke omvang en uitstraling van een woning respectievelijk bijgebouw houdt, de<br />
woonfunctie dominant blijft en de activiteiten niet strijdig zijn met het woonkarakter van de<br />
bestemming;<br />
b.voor wat betreft de begrenzingen tussen de verschillende bestemmingen tot maximaal 3<br />
meter in enige richting, indien dit voor een goede realisatie van het plan noodzakelijk blijkt ten<br />
gevolge van bv.uitmetingen in het terrein of onvoorziene wijzigingen in het beloop van<br />
rioleringen, kabels, leidingen en duikers;<br />
c. voor geringe afwijkingen, welke in het belang zijn van een ruimtelijk of technisch meer<br />
verantwoorde plaatsing van bouwwerken of welke noodzakelijk zijn in verband met de<br />
werkelijke toestand van het terrein, mits de afwijkingen niet meer dan 1 meter bedragen;<br />
Bestemmingsplan Hortusbuurt/ Noorderplantsoen, versie vaststelling, augustus 2001<br />
67
d. voor bouwwerken ten dienste van het algemeen belang of openbaar nut, zoals abri's,<br />
telefooncellen, electriciteitsgebouwtjes, alsmede naar de aard vergelijkbare bouwwerken, met<br />
een maximale inhoud van 25 m3;<br />
e. voor bouwwerken, geen gebouw zijnde zoals gedenktekens, beeldhouwwerken en andere<br />
kunstuitingen, sport- en speelvoorzieningen, vrijstaande muren, geluidwerende voorzieningen,<br />
ondergrondse afvalcontainers, duikers en bruggen en andere waterbouwkundige constructies;<br />
f. voor geringe overschrijdingen van de (structuurbepalende) bouwgrens ten behoeve van<br />
additionele voorzieningen zoals stoepen, toegangen, trappen, hellingbanen, luifels, bordessen,<br />
erkers, galerijen, balkons, alsmede naar de aard vergelijkbare ondergeschikte onderdelen van<br />
bouwwerken;<br />
g. voor ondergrondse parkeervoorzieningen tot maximaal 1.20 meter boven peil met<br />
bijbehorende bebouwing tot 1.20 meter boven peil; bepalingen ten aanzien van de<br />
(structuurbepalende) bouwgrens en het bebouwingspercentage blijven hierbij buiten<br />
beschouwing;<br />
h. voor het toestaan van een ondergrondse horecagelegenheid, echter uitsluitend daar waar dit<br />
op de plankaart is aangegeven;<br />
i. voor het oprichten van kiosken met een maximale inhoud van 25 m3;<br />
dit met dien verstande dat deze vrijstelling niet mag worden toegepast ten behoeve van de<br />
bestemming Groen.<br />
j. voor het innemen van een standplaats als bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening;<br />
k. voor overschrijding van het aantal bouwlagen ten behoeve van lift- en trappenhuizen en<br />
centrale verwarmings- en vergelijkbare installaties met ten hoogste 5 meter;<br />
l. artikel 9.2:<br />
- voor het toestaan van een authentiek schip tot 6 meter breed en/of 38 meter lang, indien dit<br />
verband houdt met de authenticiteit van dat schip en mits dit nautisch geen problemen<br />
oplevert;<br />
- voor het toestaan van een authentieke opduwer tot een maximum van 15 m², indien dit<br />
verband houdt met de authenticiteit van die opduwer;<br />
2. De mogelijkheid tot vrijstelling wordt voor wat betreft de bestemming Stadswoonwijk beoordeeld<br />
naar de mate waarin deze zich verdraagt met de functie woondoeleinden. Daarbij zullen<br />
aspecten als verkeersaantrekkende werking, parkeerdruk, bezoekersaantal en ruimtelijke<br />
inpasbaarheid worden betrokken.Voorts is de milieuwetgeving richtinggevend.<br />
De mogelijkheid tot de onder d en e genoemde vrijstelling wordt voor wat betreft de<br />
bestemming Groen, met name het Noorderplantsoen, uiterst terughoudend toegepast.<br />
De in lid 1 genoemde bevoegdheid dient te worden uitgeoefend met inachtneming van de beschrijving<br />
in hoofdlijnen (artikel 5).<br />
Bestemmingsplan Hortusbuurt/ Noorderplantsoen, versie vaststelling, augustus 2001<br />
68
Artikel 13 Aanlegvergunning<br />
1. Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning (aanlegvergunning)<br />
van Burgemeester en wethouders in de gebieden aangeduid als Hoofdgroenstructuur en op de<br />
binnenterreinen van de bouwblokken aangeduid als Verborgen groen, beiden overeenkomstig<br />
de Kaart Hoofdgroenstructuur (bijlage 1), de volgende werken of werkzaamheden uit te<br />
voeren:<br />
a. het aanbrengen van oppervlakteverharding ten behoeve van wegen, paden, terrassen en<br />
parkeervoorzieningen;<br />
b. het afgraven van gronden met een diepte van meer dan 50 cm op een oppervlakte van meer<br />
dan 25 m².<br />
2. De onder 1 bedoelde vergunning is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die het<br />
normale onderhoud en beheer betreffen of die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het<br />
van kracht worden van dit plan of deel uitmaken van de activiteiten die worden uitgevoerd in<br />
het kader van een beheers- of inrichtingsplan dat door burgemeester en wethouders is<br />
geaccepteerd.<br />
3. Of, en zo ja onder welke voorwaarden, de onder 1 bedoelde werken en werkzaamheden<br />
toelaatbaar zijn, zal worden beoordeeld aan de hand van artikel 5.2 alsmede, voor de<br />
bestemming Groen, artikel 7.1.<br />
Bestemmingsplan Hortusbuurt/ Noorderplantsoen, versie vaststelling, augustus 2001<br />
69
HOOFDSTUK V SLOTBEPALINGEN<br />
Artikel 14 Overgangsbepaling ten aanzien van het bouwen<br />
1. Een bouwwerk, dat op het tijdstip van tervisielegging van het ontwerp van dit plan bestond of<br />
in uitvoering was, danwel is of kan worden gebouwd krachtens een bouwvergunning, waarvoor<br />
de aanvraag voor dat tijdstip is ingediend, en dat afwijkt van het in dit plan bepaalde ten<br />
aanzien van de toelaatbaarheid van bebouwing, mag, mits de bestaande afwijkingen ook naar<br />
hun aard niet worden vergroot en behoudens onteigening:<br />
a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd, mits dit geen algehele vernieuwing of<br />
verandering van het in de aanhef bedoelde bouwwerk tot gevolg heeft;<br />
b. uitsluitend indien het bouwwerk door een calamiteit is teniet gegaan, geheel worden<br />
vernieuwd, met inachtneming van de grenzen welke ten aanzien van het bouwen ter plaatse<br />
bij het plan zijn bepaald tenzij herbouw hierdoor niet zou zijn toegestaan, en mits de<br />
aanvraag tot bouwvergunning is ingediend binnen 18 maanden nadat het bouwwerk is<br />
teniet gegaan;<br />
c. tot niet meer dan 115 % van de oppervlakte van het in de aanhef bedoelde bouwwerk<br />
worden uitgebreid, met inachtneming van de grenzen welke ten aanzien van het bouwen ter<br />
plaatse zijn bepaald.<br />
2. Het in lid 1 bepaalde is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van een bouwwerk dat<br />
afwijkt van dit plan en dat na het tijdstip van ter inzagelegging van het ontwerp van het plan is<br />
gebouwd, c.q. wordt of kan worden gebouwd krachtens een bouwvergunning die is verleend<br />
vóór het tijdstip, waarop dit plan rechtskracht verkrijgt.<br />
Artikel 15 Overgangsbepaling ten aanzien van het gebruik<br />
1. Overgangsbepaling ten aanzien van het gebruik<br />
Het gebruik van gronden anders dan voor bebouwing alsmede het gebruik van zich op die<br />
gronden bevindende bouwwerken dat in strijd is met het in dit plan bepaalde en dat bestaat op<br />
het tijdstip, waarop het plan voor zover betrekking hebbend op de strijdigheid van dat gebruik<br />
van kracht wordt, mag worden voortgezet en/of gewijzigd, mits door die wijziging de strijdigheid<br />
met het plan niet wordt vergroot.<br />
2. Het in lid 1 bepaalde is niet van toepassing op gebruik als daar bedoeld, dat reeds in strijd was<br />
met het tot het daargenoemde tijdstip ter plaatse geldende <strong>bestemmingsplan</strong>.<br />
Artikel 16 Strafbepaling<br />
Overtreding van het bepaalde in artikel 10 lid 1 en lid 2 en artikel 15 lid 1 wordt aangemerkt als<br />
een strafbaar feit waarop het bepaalde in artikel 59 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening van<br />
toepassing is.<br />
Artikel 17 Citeertitel<br />
Deze voorschriften kunnen worden aangehaald als voorschriften <strong>bestemmingsplan</strong> "Hortusbuurt/<br />
Noorderplantsoen".<br />
Bestemmingsplan Hortusbuurt/ Noorderplantsoen, versie vaststelling, augustus 2001<br />
70
Bijlagen<br />
1. Kaart Hoofdgroenstructuur<br />
2. Adressenlijst bestaande functies anders dan wonen<br />
3. Overzicht SBI-codes<br />
4. Lijst van bedrijfstypen<br />
5. Nadere omschrijving horecacodes<br />
6. ASVV-normen<br />
7. Milieu-aspecten<br />
8. Beoordelingsaspecten monumenten en beeldbepalende panden<br />
9. Inspraak<br />
10. Vooroverleg<br />
Kaartbijlage A: Bebouwingskaart<br />
Kaartbijlagen B: Beschermd Stadsgezicht, monumenten en beeldbepalende panden.<br />
Bestemmingsplan Hortusbuurt/ Noorderplantsoen, versie vaststelling, augustus 2001<br />
71
BIJLAGE 1<br />
Kaart Hoofdgroenstructuur
BIJLAGE 2<br />
Adressenlijst bestaande functies anders dan wonen
Straatnaam Huisnr sbicode Postcode<br />
Boterdiep 2 G 52 9712 LN<br />
Boterdiep 4 G 52 9712 LN<br />
Boterdiep 16 G 52 9712 LN<br />
Boterdiep 18 K 74 9712 LN<br />
Boterdiep 20 DN36 9712 LN<br />
Boterdiep 20a O 92 9712 LN<br />
Boterdiep 22-24 G 52 9712 LP<br />
Boterdiep 26 O 93 9712 LP<br />
Boterdiep 28 H 55 9712 LP<br />
Boterdiep 34 G 52 9712 LP<br />
Boterdiep 36a O 92 9712 LP<br />
Boterdiep 40 G 52 9712 LP<br />
Boterdiep 42 H 55 9712 LR<br />
Boterdiep 44 G 52 9712 LR<br />
Boterdiep 46 O 92 9712 LR<br />
Boterdiep 50 G 51 9712 LR<br />
Boterdiep 50 DE22 9712 LR<br />
Boterdiep 52 K 71 9712 LR<br />
Boterdiep 54-56 G 51 9712 LR<br />
Boterdiep 58 G 52 9712 LR<br />
Boterdiep 58 1 O 92 9712 LR<br />
Boterdiep 58a3 O 92 9712 LR<br />
Boterdiep 64 G 52 9712 LS<br />
Boterdiep 70-76 g/o 9712 LS<br />
Boterdiep 84-86 K 74 9712LS<br />
Boterdiep 84a O 93 9712 LS<br />
Boterdiep 86-I (o) 9712 LS<br />
Boterdiep 88 G 52 9712 LS<br />
Boterdiep 92 K 71 9712 LS<br />
Boterdiep 94 G 52 9712 LS<br />
Boterdiep 96-I H 55 9712 LS<br />
Boterdiep 96c K 72 9712 LS<br />
Boteringesingel 3 N 85 9712 XP<br />
Boteringesingel 8 N 85 9712 XR<br />
Boteringesingel 14 O 92 9712 XR<br />
Brouwerstraat 1-3 I 64 9712 NA<br />
Brouwerstraat 5 (o) 9712 NA<br />
Grote Appelstraat 1-9 M 80 9712 VA<br />
Grote Appelstraat 10 F 45 9712 VC<br />
Grote Appelstraat 11 E 40 9712 VA<br />
Grote Appelstraat 37 g/o 9712 VB<br />
Grote Appelstraat 40-42 g/o 9712 VD<br />
Grote Kruisstraat 2 1 M 80 9712 TS<br />
Gr. Kruisstr.<br />
(hoek N.binnensingel)<br />
73 H 55 9712 TR
Grote Leliestraat 1-3 F 45 9712 SM<br />
Grote Leliestraat 4 K 74 9712 SV<br />
Grote Leliestraat 24 (g/o) 9712 SW<br />
Grote Leliestraat 26 O 92 9712 SW<br />
Grote Leliestraat 29 (g) 9712 SP<br />
Grote Leliestraat 33 (g) 9712 SP<br />
Grote Leliestraat 35 (g) 9712 SP<br />
Grote Leliestraat 41b K 74 9712 SP<br />
Grote Leliestraat 41b O 92 9712 SP<br />
Grote Leliestraat 45 (g/o) 9712 SP<br />
Grote Leliestraat 47 DD20 9712 SP<br />
Grote Leliestraat 60 (o) 9712 SZ<br />
Grote Rozenstraat 12 (g/o) 9712 TH<br />
Grote Rozenstraat 15 M 80 9712 TG<br />
Grote Rozenstraat 15 K 72 9712 TG<br />
Grote Rozenstraat 17-27 M 80 9712 TG<br />
Grote Rozenstraat 28 (g) 9712 TH<br />
Grote Rozenstraat 31 K 72 9712 TG<br />
Grote Rozenstraat 31 M 80 9712 TG<br />
Grote Rozenstraat 34 M 80 9712 TJ<br />
Grote Rozenstraat 38 M 80 9712 TJ<br />
Guyotplein 1-3 L 75 9712 NX<br />
Guyotplein 4 O 92 9712 NX<br />
Guyotplein 5 K 74 9712 NX<br />
Guyotplein 5 1 K 74 9712 NX<br />
Havenstraat 3 (g/o) 9712 TA<br />
Havenstraat 10 (g) 9712 TA<br />
Havenstraat 12 (g) 9712 TA<br />
Kleine Appelstraat 5 (g/o) 9712 TX<br />
Kleine Appelstraat 14 G 52 9712 TZ<br />
Kleine Appelstraat 16 (g/o) 9712 TZ<br />
Kleine Kruisstraat 4 (g/o) 9712 TW<br />
Kleine Kruisstraat 14 G 52 9712 TW<br />
Kleine Kruisstraat 15 H 55 9712 TV<br />
Kleine Kruisstraat 18 O 92 9712 TW<br />
Kleine Leliestraat 4 L 75 9712 TE<br />
Kleine Leliestraat 7 1 K 74 9712 TD<br />
Kleine Leliestraat 10 K 72 9712TE<br />
Kleine Leliestraat 11 O 92 9712 TD<br />
Kleine Leliestraat 17-19 DE22 9712 TD<br />
Kleine Leliestraat 29 (g/o) 9712 TD<br />
Kleine Leliestraat 33 H 55 9712 TD<br />
Kleine Rozenstraat 5 (g/o) 9712 TL<br />
Kleine Rozenstraat 7 (g/o) 9712 TL<br />
Kleine Rozenstraat 11 K 74 9712 TL<br />
Kleine Rozenstraat 15 N 85 9712 TL<br />
Kleine Rozenstraat 19 K 74 9712TL
Kleine Rozenstraat 19 N 85 9712TL<br />
Kleine Rozenstraat 64-66 H 55 9712 TN<br />
Korenstraat 2 G 52 9712 LX<br />
Korenstraat 2-1 G 52 9712 LX<br />
Korenstraat 3 (g) 9712 LX<br />
Korenstraat 4 (o) 9712 LX<br />
Korenstraat 6 G 52 9712 LX<br />
Korenstraat 7-9 O 92 9712 LX<br />
Korenstraat 11 O 92 9712 LX<br />
Kruissingel 1 H55 9712 XN<br />
Lopende Diep 1 K 74 9712 NV<br />
Lopende Diep 3 F 45 9712 NV<br />
Lopende Diep 5 N 85 9712 NV<br />
Lopende Diep 7 J 67 9712 NV<br />
Marktstraat 8 M 80 9712 PC<br />
Marktstraat 9 N 85 9712 PA<br />
Marktstraat 10 K 74 9712 PC<br />
Marktstraat 11 DE22 9712 PB<br />
Marktstraat 15 K 74 9712 PB<br />
Marktstraat 17 K 74 9712 PB<br />
Marktstraat 19 O 91 9712 PB<br />
Nieuwe Boteringestraat 1 15 K 74 9712 PD<br />
Nieuwe Boteringestraat 1 1a N 85 9712 PD<br />
Nieuwe Boteringestraat 5 K 74 9712PE<br />
Nieuwe Boteringestraat 9 G 52 9712 PE<br />
Nieuwe Boteringestraat 20 G 52 9712 PL<br />
Nieuwe Boteringestraat 21-23 G 52 9712 PE<br />
Nieuwe Boteringestraat 24 K 74 9712 PL<br />
Nieuwe Boteringestraat 24 N 85 9712 PL<br />
Nieuwe Boteringestraat 24 M 80 9712 PL<br />
Nieuwe Boteringestraat 28 M 80 9712 PM<br />
Nieuwe Boteringestraat 29 K 74 9712 PG<br />
Nieuwe Boteringestraat 32-34 K 74 9712 PM<br />
Nieuwe Boteringestraat 39 G 52 9712 PH<br />
Nieuwe Boteringestraat 40 H 55 9712 PN<br />
Nieuwe Boteringestraat 41 DE22 9712 PH<br />
Nieuwe Boteringestraat 46 O 93 9712 PN<br />
Nieuwe Boteringestraat 49 N 85 9712 PH<br />
Nieuwe Boteringestraat 50 G 52 9712 PN<br />
Nieuwe Boteringestraat 56 G 52 9712 PN<br />
Nieuwe Boteringestraat 59 O 91 9712 PJ<br />
Nieuwe Boteringestraat 60 O 91 9712 PN<br />
Nieuwe Boteringestraat 62 H 55 9712 PP<br />
Nieuwe Boteringestraat 62 I H 55 9712 PP<br />
Nieuwe Boteringestraat 63 DJ28 9712 PJ<br />
Nieuwe Boteringestraat 63a K 74 9712 PJ<br />
Nieuwe Boteringestraat 64 O 92 9712 PP
Nieuwe Boteringestraat 65 G 52 9712 PJ<br />
Nieuwe Boteringestraat 66 G 52 9712 PP<br />
Nieuwe Boteringestraat 68 DD20 9712 PP<br />
Nieuwe Boteringestraat 70 K 74 9712 PP<br />
Nieuwe Boteringestraat 71 G 52 9712 PJ<br />
Nieuwe Boteringestraat 71 G 52 9712 PJ<br />
Nieuwe Boteringestraat 73 O 91 9712 PK<br />
Nieuwe Boteringestraat 72-74 G 52 9712 PP<br />
Nieuwe Boteringestraat 75 A 01 9712 PK<br />
Nieuwe Boteringestraat 82 K 74 9712 PR<br />
Nieuwe Boteringestraat 85 H 55 9712 PK<br />
Nieuwe Boteringestraat 86 I K 74 9712 PR<br />
Nieuwe Boteringestraat 87 G 52 9712 PK<br />
Nieuwe Boteringestraat 90 K 74 9712 PS<br />
Nieuwe Boteringestraat 92 DE21 9712 PS<br />
Nieuwe Boteringestraat 96 K 73 9712 PS<br />
Nieuwe Boteringestraat 98 K 74 9712 PS<br />
Nieuwe Ebbingestraat 1 G 52 9712 NB<br />
Nieuwe Ebbingestraat 1n G 52 9712 NB<br />
Nieuwe Ebbingestraat 1p G 52 9712 NB<br />
Nieuwe Ebbingestraat 2 G 52 9712 NK<br />
Nieuwe Ebbingestraat 2 1 G 52 9712 NK<br />
Nieuwe Ebbingestraat 3 G 52 9712 NC<br />
Nieuwe Ebbingestraat 3 1 K 74 9712 NC<br />
Nieuwe Ebbingestraat 4 K 74 9712 NK<br />
Nieuwe Ebbingestraat 6 G 52 9712 NK<br />
Nieuwe Ebbingestraat 7 H 55 9712 NC<br />
Nieuwe Ebbingestraat 8 G 52 9712 NK<br />
Nieuwe Ebbingestraat 10 O 93 9712 NK<br />
Nieuwe Ebbingestraat 11 G 52 9712 NC<br />
Nieuwe Ebbingestraat 12 O 93 9712 NK<br />
Nieuwe Ebbingestraat 13 G 52 9712 NC<br />
Nieuwe Ebbingestraat 14 G 52 9712 NK<br />
Nieuwe Ebbingestraat 15 G 52 9712 NC<br />
Nieuwe Ebbingestraat 16 G 52 9712 NK<br />
Nieuwe Ebbingestraat 17 K 74 9712 NC<br />
Nieuwe Ebbingestraat 18 G 52 9712 NK<br />
Nieuwe Ebbingestraat 19 G 52 9712 NC<br />
Nieuwe Ebbingestraat 20 G 52 9712 NK<br />
Nieuwe Ebbingestraat 21 DE22 9712 NC<br />
Nieuwe Ebbingestraat 22 G 52 9712 NL<br />
Nieuwe Ebbingestraat 23 G 52 9712 ND<br />
Nieuwe Ebbingestraat 24 K 74 9712 NL<br />
Nieuwe Ebbingestraat 25 G 52 9712 ND<br />
Nieuwe Ebbingestraat 26 G 52 9712 NL<br />
Nieuwe Ebbingestraat 27 O 93 9712 ND<br />
Nieuwe Ebbingestraat 28-30 G 52 9712 NL
Nieuwe Ebbingestraat 31-33 G 52 9712 ND<br />
Nieuwe Ebbingestraat 32 G 52 9712 NL<br />
Nieuwe Ebbingestraat 34 G 52 9712 NL<br />
Nieuwe Ebbingestraat 36 G 52 9712 NL<br />
Nieuwe Ebbingestraat 37 G 52 9712 ND<br />
Nieuwe Ebbingestraat 38 G 52 9712 NL<br />
Nieuwe Ebbingestraat 39 G 52 9712 NE<br />
Nieuwe Ebbingestraat 40 G 52 9712 NL<br />
Nieuwe Ebbingestraat 41 G 52 9712 NE<br />
Nieuwe Ebbingestraat 42 G 52 9712 NM<br />
Nieuwe Ebbingestraat 42 I G 52 9712 NM<br />
Nieuwe Ebbingestraat 44 1 H 55 9712 NM<br />
Nieuwe Ebbingestraat 44 2 H 55 9712 NM<br />
Nieuwe Ebbingestraat 45 K 74 9712 NE<br />
Nieuwe Ebbingestraat 46 G 52 9712 NM<br />
Nieuwe Ebbingestraat 46a N 85 9712 NM<br />
Nieuwe Ebbingestraat 48 H 55 9712 NM<br />
Nieuwe Ebbingestraat 49-51 G 52 9712 NE<br />
Nieuwe Ebbingestraat 50 G 52 9712 NM<br />
Nieuwe Ebbingestraat 52 G 52 9712 NM<br />
Nieuwe Ebbingestraat 53-55 K 71 9712 NE<br />
Nieuwe Ebbingestraat 54 K 74 9712 NM<br />
Nieuwe Ebbingestraat 56 H 55 9712 NM<br />
Nieuwe Ebbingestraat 57 G 52 9712 NE<br />
Nieuwe Ebbingestraat 58 G 52 9712 NM<br />
Nieuwe Ebbingestraat 59 G 52 9712 NE<br />
Nieuwe Ebbingestraat 60 G 52 9712 NM<br />
Nieuwe Ebbingestraat 61 G 52 9712 NE<br />
Nieuwe Ebbingestraat 62 G 52 9712 NN<br />
Nieuwe Ebbingestraat 63 G 52 9712 NE<br />
Nieuwe Ebbingestraat 64 G 52 9712 NN<br />
Nieuwe Ebbingestraat 65 J 67 9712 NE<br />
Nieuwe Ebbingestraat 66 G 52 9712 NN<br />
Nieuwe Ebbingestraat 67 G 52 9712 NG<br />
Nieuwe Ebbingestraat 68 H 55 9712 NN<br />
Nieuwe Ebbingestraat 70 G 52 9712 NN<br />
Nieuwe Ebbingestraat 71 G 52 9712 NG<br />
Nieuwe Ebbingestraat 72 G 52 9712 NN<br />
Nieuwe Ebbingestraat 73-75 G 52 9712 NG<br />
Nieuwe Ebbingestraat 74 H 55 9712 NN<br />
Nieuwe Ebbingestraat 76 DA15 9712 NN<br />
Nieuwe Ebbingestraat 77 H 55 9712 NG<br />
Nieuwe Ebbingestraat 78 H 55 9712 NN<br />
Nieuwe Ebbingestraat 79 H 55 9712 NG<br />
Nieuwe Ebbingestraat 80 G 52 9712 NN<br />
Nieuwe Ebbingestraat 81 G 52 9712 NG
Nieuwe Ebbingestraat 82 O 92 9712 NN<br />
Nieuwe Ebbingestraat 83 G 52 9712 NG<br />
Nieuwe Ebbingestraat 84 G 52 9712 NN<br />
Nieuwe Ebbingestraat 86 G 52 9712 NP<br />
Nieuwe Ebbingestraat 86a G 52 9712 NP<br />
Nieuwe Ebbingestraat 87 I 64 9712 NG<br />
Nieuwe Ebbingestraat 88 O 93 9712 NP<br />
Nieuwe Ebbingestraat 91 G 52 9712 NH<br />
Nieuwe Ebbingestraat 92 J 65 9712 NP<br />
Nieuwe Ebbingestraat 93 H 55 9712 NP<br />
Nieuwe Ebbingestraat 97 K 71 9712 NH<br />
Nieuwe Ebbingestraat 99 G 52 9712 NH<br />
Nieuwe Ebbingestraat 100 K 74 9712 NP<br />
Nieuwe Ebbingestraat 101 H 55 9712 NH<br />
Nieuwe Ebbingestraat 102 G 52 9712 NP<br />
Nieuwe Ebbingestraat 103 DL33 9712 NH<br />
Nieuwe Ebbingestraat 105 DE22 9712 NH<br />
Nieuwe Ebbingestraat 106 G 52 9712 NP<br />
Nieuwe Ebbingestraat 108 G 52 9712 NP<br />
Nieuwe Ebbingestraat 111 H 55 9712 NJ<br />
Nieuwe Ebbingestraat 113 H 55 9712 NJ<br />
Nieuwe Ebbingestraat 115 H 55 9712 NJ<br />
Nieuwe Ebbingestraat 117 H 55 9712 NJ<br />
Nieuwe Kerkhof 1 O 91 9712 PT<br />
Nieuwe Kerkhof 3 G 51 9712 PT<br />
Nieuwe Kerkhof 4 O 93 9712 PT<br />
Nieuwe Kerkhof 5 (g) 9712 PT<br />
Nieuwe Kerkhof 5.1 (g) 9712 PT<br />
Nieuwe Kerkhof 7 (g) 9712 PT<br />
Nieuwe Kerkhof 8/8d H 55 9712 PT<br />
Nieuwe Kerkhof 9 M 80/K74 9712 PV<br />
Nieuwe Kerkhof 10 (g) 9712 PV<br />
Nieuwe Kerkhof 10 -1 G 52 9712 PV<br />
Nieuwe Kerkhof 12 K 74 9712 PV<br />
Nieuwe Kerkhof 14 N 85 9712 PV<br />
Nieuwe Kerkhof 38 F 45 9712 PX<br />
Nieuwe Kerkhof 41 (g) 9712 PX<br />
Nieuwe Kijk in ’t Jatstr 1 K 9712 SB<br />
Nieuwe Kijk in ’t Jatstr 1A G 52 9712 SB<br />
Nieuwe Kijk in ’t Jatstr 3 O 92 9712 SB<br />
Nieuwe Kijk in ’t Jatstr 3 O 92 9712 SB<br />
Nieuwe Kijk in ’t Jatstr 3 O 92 9712 SB<br />
Nieuwe Kijk in ’t Jatstr 4 G 52 9712 SH<br />
Nieuwe Kijk in ’t Jatstr 18 O 91 9712 SH<br />
Nieuwe Kijk in ’t Jatstr 20-22 G 52 9712 SH<br />
Nieuwe Kijk in ’t Jatstr 28 O 92 9712 SH<br />
Nieuwe Kijk in ’t Jatstr 33 M 80 9712 SC
Nieuwe Kijk in ’t Jatstr 38 F 45 9712 SJ<br />
Nieuwe Kijk in ’t Jatstr 43-45 G 52 9712 SC<br />
Nieuwe Kijk in ’t Jatstr 49 O 92 9712 SC<br />
Nieuwe Kijk in ’t Jatstr 54-56 O 92 9712 SC<br />
Nieuwe Kijk in ’t Jatstr 56 H 55 9712 SJ<br />
(2e bouwlaag)<br />
Nieuwe Kijk in ’t Jatstr 56 N 85 9712 SJ<br />
Nieuwe Kijk in ’t Jatstr 57 (g) 9712 SC<br />
Nieuwe Kijk in ’t Jatstr 60 G 52 9712 SJ<br />
Nieuwe Kijk in 't Jatstr 62 (g) 9712 SJ<br />
Nieuwe Kijk in 't Jatstr 66-70 M 80 9712 SK<br />
Nieuwe Kijk in 't Jatstr 83 (g/o) 9712 SE<br />
Nieuwe Kijk in 't Jatstr 94-100 M 80 9712SK/SL<br />
Nieuwe Kijk in 't Jatstr 103-1 (g/o) 9712 SG<br />
Nieuwe Kijk in 't Jatstr 104 M 80 9712 SL<br />
Nieuwe Kijk in 't Jatstr 107/109 (g/o) 9712 SG<br />
Noorderbinnensingel 1 (g/o) 9712 XA<br />
Noorderbinnensingel 2 N 85 9712 XA<br />
Noorderbinnensingel 9 O 92 9712XA<br />
Noorderbinnensingel 15-16 F 45 9712 XB<br />
Noorderbinnensingel 18 (g/o) 9712 XB<br />
Noorderbinnensingel Watertoren E 9712 XC<br />
Noorderbinnensingel 51b (g/o) 9712XD<br />
Noorderbinnensingel 54 (g/o) 9712 XD<br />
Noorderbinnensingel 100 G 52 9712 XJ<br />
Noorderhaven 1 K 71 9712 VE<br />
Noorderhaven 3 K 74 9712 VE<br />
Noorderhaven 13 G 52 9712 VE<br />
Noorderhaven 21 K 74 9712 VG<br />
Noorderhaven 23 K 70 9712 VG<br />
Noorderhaven 25 K 74 9712 VG<br />
Noorderhaven 27 1 O 92 9712 VG<br />
Noorderhaven 29 O 92 9712VG<br />
Noorderhaven 31 G 52 9712 VG<br />
Noorderhaven 37 N 85 9712 VH<br />
Noorderhaven 39 G 52 9712 VH<br />
Noorderhaven 41 to DM35 9712 VH<br />
Noorderhaven 51b (g/o)/O 92 9712 VJ<br />
Noorderhaven 53 O 92 9712 VJ<br />
Noorderhaven 53 DE22 9712 VJ<br />
Noorderhaven 53 K 74 9712 VJ<br />
Noorderhaven 55/a/b (g/o) 9712 VJ<br />
Noorderhaven 57 (g/o) 9712 VJ<br />
Noorderhaven 59 (g/o) 9712 VJ<br />
Noorderhaven 61 G 52 9712 VJ<br />
Noorderhaven 61a K 74 9712VJ<br />
Noorderhaven 63 H 55 9712 VJ
Noorderkerkstraat 5 N 85 9712 RB<br />
Noorderkerkstraat 6 F 45 9712RB<br />
Ossenmarkt 1 O 91 9712 NZ<br />
Ossenmarkt 3 K 74 9712 NZ<br />
Ossenmarkt 5 J 67 9712 NZ<br />
Ossenmarkt 5 K 70 9712 NZ<br />
Ossenmarkt 6 J 67 9712 NZ<br />
Ossenmarkt 7 L 75 9712 NZ<br />
Ossenmarkt 9 O 91 9712 NZ<br />
Ossenmarkt 10 O 92 9712 NZ<br />
Ossenmarkt 11 K 74 9712 NZ<br />
Pijpstraat 2-4 G 52 9712 LZ<br />
Pijpstraat 3 (g/o) 9712 LZ<br />
Pijpstraat 5 G 52 9712 LZ<br />
Pijpstraat 7 (g/o) 9712 LZ<br />
Rotterdammerstraatje 4 E 40 9712 RA<br />
Spilsluizen 3 N 85 9712 NR<br />
Spilsluizen 5 N 85 9712 NR<br />
Spilsluizen 5 O 91 9712 NR<br />
Spilsluizen 9 H 55 9712 NR<br />
(2 bouwlagen)<br />
Spilsluizen 9 O 93 9712 NR<br />
Spilsluizen 9 O 91 9712 NR<br />
Spilsluizen 11 O 92 9712 NR<br />
Spilsluizen 11 K 70 9712 NR<br />
Spilsluizen 15-15a K 72 9712 NR<br />
Spilsluizen 17 O 92 9712 NR<br />
Spilsluizen 25 I 63 9712NR<br />
Turfsingel 4 K 71 9712 KP<br />
Turfsingel 6 H 55 9712 KP<br />
(2 bouwlagen)<br />
Turfsingel 16 G 50 9712 KP<br />
Violenstraat 1 G 52 9712 RH<br />
Violenstraat 2 N 85 9712 RH<br />
Violenstraat 3 (g/o) 9712 RH<br />
Violenstraat 4 O 92 9712 RH<br />
Violenstraat 14 (g/o) 9712 RH<br />
Violenstraat 16 (g/o) 9712 RH<br />
Violenstraat 18 (g/o) 9712 RH<br />
Violenstraat 20 M 80 9712 RJ<br />
Violenstraat 30 K 74 9712 RJ<br />
Violenstraat 35-39 G 52 9712 RG<br />
Werfstraat 2 N 85 9712 VN<br />
Werfstraat 5 K 74 9712 VN<br />
Werfstraat 11 F 45 9712 VN<br />
Wipstraat 4 (g/o) 9712 LW<br />
Wipstraat 5 G 52 9712 LW
Wipstraat 7 G 52 9712 LW<br />
Wipstraat 8 (g/o) 9712 LW<br />
Wipstraat 9 (g/o) 9712 LW<br />
Wipstraat 11 O 93 9712 LW<br />
Wipstraat 13 O 92 9712 LW<br />
Zuiderkerkstraat 1B (g/o) 9712 PZ<br />
Zuiderkerkstraat 4 (g/o) 9712 PZ<br />
Zuiderkerkstraat 5 (g/o) 9712 PZ<br />
Zuiderkerkstraat 7 H 55 9712 PZ<br />
(hoek Nieuwe Kerkhof)<br />
VERKLARING<br />
Zuiderkerkstraat 8 (g/o) 9712 PZ<br />
Zuiderkerkstraat 10 G 51 9712 PZ<br />
Voor een verklaring van de SBI-code: zie bijlage 3.<br />
Behalve de SBI-code (letter en nummer) komt soms voor: (g) en/of (o). Dit betekent: garage (g),<br />
opslag (o) en garage en/of opslag (g/o).
BIJLAGE 3<br />
Overzicht SBI-codes
BIJLAGE 4<br />
Lijst van bedrijfstypen
BIJLAGE 5<br />
Nadere omschrijving horecacodes
Nadere omschrijving horecacodes behorend bij artikel 1<br />
Categorie I<br />
6721.2/3 Bar-dancings/ discotheken<br />
6713.2 Automatieken/loketverkoop<br />
6734 Studentensociëteiten/ jongerencentra<br />
Categorie II<br />
6721.1 Cafés/ eetcafés<br />
6711/6712 Restaurants<br />
6713 m.u.v. 6713.2 Cafetaria’s/ croissanterieën/ lunchrooms e.d.<br />
6722.1 Alcoholvrije cafés<br />
6722.2, 6723,6724 IJssalons/ koffie- en theehuizen<br />
Categorie III<br />
6725 Seizoenhoreca-bedrijven<br />
6714 Afhaalcentra/ bezorgdiensten<br />
6741 /6742 Hotels / pensions
Categorie I<br />
6721.2/3 Bar-Dancing/Discotheek<br />
Een inrichting waarin men zich bedrijfsmatig richt op het geven van gelegenheid tot dansen, al dan<br />
niet met livemuziek, alsmede het bedrijfsmatig verstrekken van alcoholhoudende- en/of alcoholvrije<br />
dranken voor gebruik ter plaatse.<br />
6713.2 Automatiek/Loketverkoop<br />
Een inrichting van waaruit bedrijfsmatig door middel van automaten en/of loketverkoop kleine<br />
eetwaren worden verstrekt.<br />
6734 Studentensociëteit/Jongerencentrum (Bijv. Vera, Simplon)<br />
Een inrichting met een sociaal-cultureel doel ten behoeve van jongeren en/of ten behoeve van een<br />
studentenvereniging, waarin naast sociaal-culturele activiteiten, al dan niet bedrijfsmatig, alcoholhoudende-<br />
en/of alcoholvrije dranken en/of maaltijden voor gebruik ter plaatse worden verstrekt.<br />
Categorie II<br />
6721.1 Café/Eetcafé<br />
Een inrichting waarin bedrijfsmatig voor het gebruik ter plaatse alcoholhoudende- en/of alcoholvrije<br />
dranken worden verstrekt, eventueel gepaard gaande met het voor gebruik ter plaatse verstrekken van<br />
in dezelfde onderneming bereide en/of opgewarmde maaltijden.<br />
6711/6712 Restaurant<br />
Een inrichting waarin bedrijfsmatig voor gebruik ter plaatse maaltijden, overeenkomstig artikel 1 van<br />
het Besluit Vestigingseisen van 29 september 1967 (Stb. 486), worden verstrekt, gepaard gaande met<br />
het bedrijfsmatig voor het gebruik ter plaatse verstrekken van alcoholhoudende- en/of alcoholvrije<br />
dranken.<br />
6713 m.u.v. 6713.2 Cafétaria/Croissanterie/Broodjeszaak/Lunchroom/Konditorei/Shoarmazaak/Crêperie<br />
e.d.<br />
Een inrichting waarin bedrijfsmatig kleine eetwaren voor gebruik ter plaatse en elders dan ter plaatse<br />
worden verstrekt, al dan niet in combinatie met het verstrekken van alcoholhoudende - en/of<br />
alcoholvrije dranken.<br />
6722.1 Alcohol-vrij café<br />
Een inrichting waarin al dan niet bedrijfsmatig "softdrugs" worden verstrekt voor gebruik ter plaatse<br />
en/of elders dan ter plaatse en waarin alcoholvrije dranken en/of kleine eetwaren voor gebruik ter<br />
plaatse worden verstrekt.<br />
6722.2, 6723, 6724 IJssalon/Koffie- en theehuis<br />
Een inrichting waarin bedrijfsmatig ijs en/of alcoholvrije dranken voor gebruik ter plaatse worden<br />
verstrekt.
Categorie III<br />
6725 Seizoen-horecabedrijf<br />
Een seizoen gebonden inrichting waarin alcoholhoudende-<br />
en/of alcoholvrije dranken voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of eetwaren worden verkocht<br />
voor gebruik ter plaatse en/of elders dan ter plaatse.<br />
6714 Afhaalcentrum/Bezorgdienst<br />
Een inrichting waarin bedrijfsmatig maaltijden cq kleine eetwaren worden verstrekt voor gebruik<br />
elders dan ter plaatse en/of van waaruit maaltijden cq kleine eetwaren aan huis worden bezorgd.<br />
6741/6742 Hotel/Pension<br />
Een inrichting waarin aan personen, tegen vergoeding, nachtverblijf gedurende één of meerdere<br />
nachten wordt verleend en/of alcoholhoudende- en/of alcoholvrije dranken en/of maaltijden voor<br />
gebruik ter plaatse worden verstrekt.
BIJLAGE 6<br />
ASVV-normen
BIJLAGE 7<br />
Milieu-aspecten
BIJLAGE 8<br />
Beoordelingsaspecten monumenten en beeldbepalende panden
BIJLAGE 9<br />
Inspraak
BIJLAGE 10<br />
Vooroverleg