31.07.2013 Views

de arts zijn patiënt - Tresoar

de arts zijn patiënt - Tresoar

de arts zijn patiënt - Tresoar

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Grieks), die een verhouding zou hebben<br />

gehad met Livia, ook wel Livilla genaamd,<br />

echtgenote van Drusus Caesar en daardoor<br />

schoondochter van keizer Tiberius.<br />

De door Plinius genoem<strong>de</strong> Eu<strong>de</strong>mus<br />

komen we ook tegen in <strong>de</strong> Annales van<br />

Tacitus. Daar wordt hij eveneens in een<br />

kwaad daglicht gesteld, maar an<strong>de</strong>rs dan<br />

Plinius rept Tacitus met geen woord over<br />

een eventuele sexuele relatie tussen <strong>de</strong><br />

dokter en Livilla. In Tacitus’ verhaal staat<br />

Livilla weliswaar met haar <strong>arts</strong> op vriendschappelijke<br />

voet en maakt zij hem <strong>de</strong>elgenoot<br />

van haar geheimen, maar zij is <strong>de</strong><br />

minnares van Seianus, <strong>de</strong> prefect van <strong>de</strong><br />

praetoriaanse gar<strong>de</strong>. Om met Seianus te<br />

kunnen trouwen heeft zij in 23 n.Chr. haar<br />

echtgenoot laten vergiftigen, waarvoor,<br />

zoals jaren later is gebleken, Eu<strong>de</strong>mus een<br />

langzaam werkend vergif ter beschikking<br />

had gesteld (4. 3. 8 en 11). 10<br />

Het aan<strong>de</strong>el van Eu<strong>de</strong>mus in <strong>de</strong> dood<br />

van Drusus lijkt erg veel op dat van Xenophon<br />

in <strong>de</strong> dood van Claudius. Verdacht<br />

veel, zou een ver<strong>de</strong>diger van Claudius’ lijf<strong>arts</strong><br />

kunnen aanvoeren. Versterkt dit niet<br />

<strong>de</strong> gedachte dat Xenophon, als Griek en als<br />

<strong>arts</strong> toch al mikpunt van vooroor<strong>de</strong>len, het<br />

slachtoffer is gewor<strong>de</strong>n van onbewezen<br />

verdachtmakingen? Heeft men Xenophon<br />

niet al te gemakkelijk over één kam geschoren<br />

met <strong>zijn</strong> collega Eu<strong>de</strong>mus? Trouwens,<br />

wijst <strong>de</strong> discrepantie in <strong>de</strong> berichten<br />

van Plinius, die Eu<strong>de</strong>mus <strong>de</strong> minnaar van<br />

Livilla noemt, en Tacitus, die hem afschil<strong>de</strong>rt<br />

als een gifmenger, er niet op dat men<br />

het in Rome ook ten aanzien van <strong>de</strong>ze<br />

Griekse <strong>arts</strong> met <strong>de</strong> waarheid niet al te<br />

nauw nam?<br />

Epiloog<br />

Het valt natuurlijk voor ons niet meer uit<br />

te maken of C. Stertinius Xenophon al dan<br />

niet me<strong>de</strong>plichtig is geweest aan <strong>de</strong> moord<br />

op Claudius. Hij heeft <strong>de</strong> schijn tegen zich,<br />

dat is dui<strong>de</strong>lijk, maar <strong>zijn</strong> schuld staat niet<br />

absoluut vast. Xenophon is overigens niet<br />

<strong>de</strong> laatste lijf<strong>arts</strong> van een Romeins keizer<br />

geweest die ervan is beticht <strong>zijn</strong> <strong>patiënt</strong> te<br />

hebben vermoord. Posidippus, <strong>arts</strong> van <strong>de</strong><br />

in 169 gestorven Lucius Verus, overkwam<br />

hetzelf<strong>de</strong>, tenminste, als we <strong>de</strong> auteur van<br />

het Leven van Marcus Antoninus (15. 6) in<br />

<strong>de</strong> Historia Augusta mogen geloven. Maar<br />

dat is weer een an<strong>de</strong>r verhaal.<br />

KORTE BIBLIOGRAFIE<br />

A.A. Barrett, Agrippina, Mother of Nero (London<br />

1996).<br />

J. Benedum, Inschriften aus Kos, Zeitschrift für<br />

Papyrologie und Epigraphik 27 (1977) 229–40.<br />

R. Herzog, Nikias und Xenophon von Kos.<br />

Zwei Charakterköpfe aus <strong>de</strong>r griechisch-römischen<br />

Geschichte, Historische Zeitschrift 125<br />

(1922) 189–247.<br />

H.F.J. Horstmanshoff, De han<strong>de</strong>n <strong>de</strong>r go<strong>de</strong>n?<br />

Over gebruik en misbruik van geneesmid<strong>de</strong>len<br />

in <strong>de</strong> Romeinse keizertijd, in: H.F.J. Horstmanshoff<br />

(ed.), Pijn en balsem, troost en smart.<br />

Pijnbeleving en pijnbestrijding in <strong>de</strong> oudheid<br />

(Rotterdam 1994) 167–84.<br />

M. Kaplan, Greeks and the Imperial Court, from<br />

Tiberius to Nero (New York and London 1990).<br />

J. Korpela, Das Medizinalpersonal im antiken Rom.<br />

Eine sozialgeschichtliche Untersuchung (Helsinki<br />

1987).<br />

F. Kudlien, Die Stellung <strong>de</strong>s Arztes in <strong>de</strong>r römischen<br />

Gesellschaft. Freigeborene Römer, Eingebürgerte,<br />

Peregrine, Sklaven, Freigelassene als Ärzte<br />

(Stuttgart 1986).<br />

B. Levick, Claudius (London 1990).<br />

V. Nutton, Archiatri and the medical profession,<br />

Papers of the British School at Rome 45 (1977)<br />

191–226 (= V. Nutton, From Democe<strong>de</strong>s to<br />

Harvey: Studies in the History of Medicine<br />

[London 1988], V).<br />

V. Nutton, The perils of patriotism: Pliny and<br />

Roman medicine, in: R.K. French en F. Greenaway<br />

(eds.), Science in the Early Roman Empire:<br />

Pliny the El<strong>de</strong>r, his Sources and Influence (London<br />

and Sydney 1986) 30–58 (= V. Nutton, From<br />

Democe<strong>de</strong>s to Harvey: Studies in the History of<br />

Medicine [London 1988], VII).<br />

V. Nutton, Roman Medicine: Tradition,<br />

Confrontation, Assimilation, Aufstieg und<br />

Nie<strong>de</strong>rgang <strong>de</strong>r römischen Welt 2. 37. 1 (1993)<br />

49–78.<br />

S.M. Sherwin-White, Ancient Cos. An Historical<br />

Study from the Dorian settlement to the Imperial<br />

Period (Göttingen 1978).<br />

105

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!