HERMENEUS jrg 59-1987 nummer 5 - Tresoar
HERMENEUS jrg 59-1987 nummer 5 - Tresoar
HERMENEUS jrg 59-1987 nummer 5 - Tresoar
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Lucretia en<br />
Tassoni<br />
Frans van Dooren<br />
De door Livius (Ab urbe condita I 57-58) beschreven figuur van Lucretia heeft zich ook na de<br />
klassieke oudheid in een grote belangstelling mogen verheugen. Talloze dichters, vertellers,<br />
filosofen, toneelschrijvers, schilders en componisten maakten haar tot thema of personage van<br />
hun werk. De Lucretia-passage behoort dan ook niet alleen tot de meest gelezen, maar ook tot de<br />
meest geciteerde, becommentarieerde en uitgebeelde klassieke teksten. In het literaire tijdschrift<br />
De Revisor (1985-1) heeft Piet Schrijvers aan het ‘Nachleben’ ervan een lezenswaardig artikel<br />
gewijd.<br />
Ook in de Italiaanse literatuur is Lucretia alomtegenwoordig, zowel in serieuze als in komische<br />
zin: Dante plaatst haar in zijn Divina Commedia in het voorgeborchte van de hel, Petrarca neemt<br />
de Livius-episode bijna letterlijk over in zijn epos Africa, Machiavelli creëert een cynische<br />
anti-Lucretia in zijn Mandragola, en Tassoni geeft van de bewuste Livius-tekst een fraaie parodie<br />
in La secchia rapita (VIII 56-74).<br />
Alessandro Tassoni (1565-1635) is een van de meest agressieve en polemische figuren van de<br />
Italiaanse barok. Hij is behalve door zijn iconoclastische Pensieri diversi vooral bekend door La<br />
secchia rapita, een heroïkomisch epos over een oorlog tussen Modena en Bologna naar aanleiding<br />
van de diefstal van een houten emmer. In dit werk, waarin men een grootscheepse satire op de<br />
Homerische en Italiaanse heldendichten kan zien, komen ook kleinere burlesken voor. Een<br />
daarvan is de hier vertaalde parodie op bovengenoemde Livius-passage, een verhaal dat bij<br />
Tassoni overigens net voor de verkrachting en zelfmoord van Lucretia eindigt. De tien octaven<br />
bevatten alle ingrediënten van een parodie: registerwijzigingen, anachronismen, banalisenngen,<br />
halve citaten, uitweidingen, dubbelzinnigheden, hyperbolen enzovoorts. Als het waar is dat een<br />
stuk literatuur pas klassiek genoemd kan worden zodra het is geparodieerd, dan heeft Tassoni met<br />
zijn profanerende verzen een behoorlijke bijdrage aan de canonisatie van het Lucretiaverhaal<br />
geleverd.<br />
LUCRETIA<br />
De trotse koning der Romeinen lag<br />
in ’t kamp voor Turnus’ Ardea te wachten,<br />
terwijl zijn krijgsvolk ’s nachts en overdag<br />
de stad geheel omschanste en omgrachtte.<br />
En ook zijn zonen lagen daar, maar ach,<br />
die zaten zo te slempen met z’n achten<br />
dat ze per dag al schransend met genoegen<br />
een halve wijnkuip achterover sloegen.<br />
321