31.07.2013 Views

HERMENEUS jrg 59-1987 nummer 5 - Tresoar

HERMENEUS jrg 59-1987 nummer 5 - Tresoar

HERMENEUS jrg 59-1987 nummer 5 - Tresoar

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

die ook de andere belangrijke centra op Kreta in de as heeft gelegd, is alleen Knossos<br />

(gedeeltelijk) door Mykeense veroveraars herbouwd, zo wordt tot op heden<br />

aangenomen. Saillant mag daarom zeker de vondst te Archanes genoemd worden van<br />

enige scherven aardewerk uit de tijd na de laatste brand (LM II, ca. 1450-1400/1375 v.<br />

Chr.), het zgn. Paleisstijl aardewerk, dat tot aan deze ontdekking alleen te Knossos is<br />

opgegraven. Zouden ook te Archanes Mykeense Grieken hebben gewoond? Het<br />

antwoord op deze vraag vereist nog uitgebreide nadere studie, maar het belang van<br />

Archanes voor onze kennis van de Minoïsche Cultuur wordt er alleen maar door<br />

onderstreept. 10<br />

NOTEN<br />

1. Inscriptiones Creticae, I, p 57; J. Chazzidakis, Αάρνα - Αράνες, in: Glotta 12 (1923), p 150.<br />

2. Hoewel Knossos meestal een paleis genoemd wordt, is het juister van een paleisstad te spreken,<br />

zeker wanneer het gehele opgravingsterrein wordt bedoeld.<br />

3. S. Marinatos, Les légendes royales de la Crète minoenne, in: Revue Archéologique 6 e s. 34 (1949),<br />

p 5 t/m 18.<br />

4. Het vermoedelijke paleis wordt gezocht bij het tegenwoordige dorpje Kanli Kastelli, waar H.<br />

Brunsting (samen met Marinatos) in 1955 opgravingen heeft verricht. Πρακτικά της<br />

Αραιλγικής Εταιρείας (ΠΑΕ), 1955, p 306 t/m 309. Zie ook H. Brunsting, Kreta en de<br />

Mythologie, inaugurele rede, Groningen-Djakarta 1956, p 9-10.<br />

5. Archanes: Antike Welt 16 (1985) 1, p 57; Agia Fotia: NRC 20 maart 1986, H Καθηµερινή 20<br />

maart 1986. Het bijzondere van de opgraving bij Agia Fotiá zou ook een versterkende ommuring<br />

zijn, die op Kreta onbekend leek. Zie ook Brunsting, o.c. p 9-10.<br />

6. Twijfel overheerst vooralsnog. De datering staat nog niet vast en de onderzoekster zelf spreekt<br />

van een ‘raadselachtig gebouw’. Aldus een mededeling van de directeur van het Archeologisch<br />

Museum in Irakhon, dr. J. Sakellarakis.<br />

7. De oppervlakten van de centrale binnenplaatsen (bij benadering): Knossos ca. 1325 m 2 , Festos<br />

ca. 1144 m 2 , Mallia ca. 1056 m 2 , Kato Zakros ca. 360 m 2 .<br />

8. R. F. Willens, The Civilization of Ancient Crete, Berkeley-Los Angeles 1977, p 60. Bovendien<br />

wordt ook van het oude Kydonia veel verwacht. De huizen van het moderne Chania bemoeilijken<br />

het archeologisch onderzoek zeer.<br />

9. Brief d.d. 14 januari 1986 aan de schrijver, maar ook al 20 jaar eerder in Αραιλγικν<br />

∆ελτίν 20(1965), p 557 t/m 561. De gegevens zijn verder afkomstig uit de opgravingsverslagen<br />

die sedert 1967 onder de titel Ανασκαή Αρανών worden gepubliceerd in de ΠΑΕ.<br />

10. De nekropool op de vlakbij gelegen heuvel Fourni is onafgebroken gebruikt van ca.<br />

2400-1300 v. Chr. (VM II-LM IIIa). Dus ook ten rijde van de Mykeense aanwezigheid te<br />

Knossos!<br />

Literatuur<br />

S. Alexiou, Minoïsche Kultur, Göttingen 1976.<br />

G. Cadogan, The Palaces of Minoan Crete, London-New York 1980.<br />

J. T. Hooker, Linear B. An Introduction, Bristol 1980, p 70 w.<br />

S. Marinatos, Kreta, Thera und das mykenische Hellas, München 19763.<br />

K. Gallas, Kreta. Ursprung Europas, München 1984.<br />

329

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!