Beleidsnota peilbeheer (pdf 2144 Kb)
Beleidsnota peilbeheer (pdf 2144 Kb)
Beleidsnota peilbeheer (pdf 2144 Kb)
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
5 RANDVOORWAARDEN VOOR PEILBEHEER<br />
Dit hoofdstuk beschrijft de randvoorwaarden (normen en kaders) die worden gesteld voor een<br />
aantal onderwerpen: droogleggingsnormen, normen voor waterkwaliteit, watertekort,<br />
wateroverlast en waterkeringen. Met deze onderwerpen wordt rekening gehouden in de<br />
afweging van peilen in hoofdstuk 4.<br />
5.1 Droogleggingsnormen per functie en bodemtype<br />
In de afweging van peilen worden droogleggingsnormen gebruikt. De droogleggingsnormen<br />
geven de optimale situatie voor (een combinatie van) functies, grondsoort en grondgebruik. Er<br />
zijn droogleggingsnormen voor landbouw en stedelijk gebied, voor natuur worden deze normen<br />
gebaseerd op natuurdoeltypen. In de afweging spelen droogleggingsnormen een belangrijke rol<br />
en ook andere belangen krijgen steeds meer een plaats in deze afweging. In de hellende<br />
gebieden geldt een vrijstelling voor het handhaven van peilen. De droogleggingsnormen staan<br />
in deze paragraaf per functie uitgelegd. Voor uitleg van het begrip drooglegging wordt verwezen<br />
naar de begrippenlijst.<br />
Landbouw<br />
Voor de functie landbouw wordt uitgegaan van algemeen geldende normen die onder andere<br />
ook gebruikt worden bij landinrichtingsplannen. In tabel 3 is per bodemtype de<br />
droogleggingsnorm aangegeven voor de functie landbouw (grasland). Een aandachtspunt is dat<br />
de droogleggingsnormen voor fruitteelt en akkerbouw groter zijn dan de genoemde<br />
droogleggingen in tabel 3, per peilgebied zullen functies en belangen tegen elkaar afgewogen<br />
moeten worden.<br />
Bodemtype Droogleggingsnorm (t.o.v. maaiveld)<br />
Veen Streven naar gemiddeld 50 cm (45 zomer, 55 winter)<br />
In uitzonderingsgevallen maximaal 60 cm bij winterpeil<br />
Klei-op-veen 60-80 cm<br />
Klei en<br />
Klei- op-zand<br />
70-100 cm<br />
Zand 50-80 cm<br />
Tabel 3: Droogleggingsnormen (gelden bij winterpeil)<br />
De droogleggingsnormen gelden alleen in gebieden waar het oppervlaktewaterpeil het<br />
grondwaterpeil beïnvloedt, dus niet in de hooggelegen gebieden op en langs de Utrechtse<br />
Heuvelrug.<br />
Zoals uit tabel 3 blijkt en in paragraaf 3.1.4 wordt toegelicht, wordt er in veenweidegebieden<br />
gestreefd naar een drooglegging van 50 centimeter onder maaiveld (45 zomer, 55 winter). In<br />
uitzonderingsgevallen kan hiervan worden afgeweken tot het maximum dat door de provincie is<br />
gesteld, namelijk een drooglegging van 60 cm onder maaiveld bij winterpeil.<br />
De uitzonderingsgevallen waardoor kan worden afgeweken van gemiddeld 50 cm, zijn:<br />
• Wanneer in een gebied het opknippen van peilgebieden kan worden voorkómen door de<br />
drooglegging tot maximaal 60 cm (bij winterpeil) te vergroten;<br />
33