10.08.2013 Views

scriptie WTH CJ Hulshof.pdf - Saxion Hogescholen

scriptie WTH CJ Hulshof.pdf - Saxion Hogescholen

scriptie WTH CJ Hulshof.pdf - Saxion Hogescholen

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

manier kan voorkomen worden dat een problematische echtscheiding zal leiden tot recidive van huiselijk<br />

geweld. De constatering dat er sprake is (geweest) van huiselijk geweld is echter geen criteria om als<br />

slachtoffer de woning toegewezen te krijgen. Er vind een belangenafweging plaatst waarbij de verzorging van<br />

de kinderen richtinggevend is 37<br />

.<br />

De mogelijkheid van een voorlopige voorziening met betrekking tot de woning is alleen mogelijk indien er<br />

sprake is van een huwelijk. Bij samenwonenden in een huurwoning zit er niks anders op dan proberen middels<br />

het huurrecht de woning toegewezen te krijgen. Als de pleger de hoofdhuurder is en het slachtoffer in de<br />

woning wenst te blijven zal deze moeten proberen middels een bodemprocedure bij de kantonrechter de<br />

woning toegewezen te krijgen. De kantonrechter kijkt hierbij echter ook niet naar schuld dan wel onschuld.<br />

Daarnaast wordt de kans op toewijzing aan het slachtoffer kleiner als deze het huis reeds is ontvlucht vanwege<br />

38<br />

het geweld . Zeker bij ernstig geweld is het dus voor het slachtoffer nauwelijks een optie om de woning te<br />

behouden, mede omdat een bodemprocedure vaak een langdurige kwestie is.<br />

5.4 Kinderbeschermingsmaatregelen<br />

Als er sprake is van kindermishandeling, waaronder ook het getuige zijn van geweld wordt verstaan, wordt het<br />

kind blootgesteld aan factoren die het lichamelijk en geestelijk welzijn kunnen schaden. Als de ouders<br />

vervolgens niet in staat zijn hier verandering in aan te brengen en het kind zodanig opgroeit dat zijn zedelijke<br />

of geestelijke belangen of zijn gezondheid ernstig wordt bedreigd, kan de kinderrechter het kind ingevolge art.<br />

1:254 BW onder toezicht stellen van een stichting als bedoeld in artikel 1 onder f, van de Wet op de<br />

Jeugdzorg 39<br />

. De ouders behouden wel het gezag over de kinderen, maar door de aanwezigheid van een<br />

gezinsvoogd wordt het gezag enigszins ingeperkt. De duur van de ondertoezichtstelling (ots) is ten hoogste één<br />

jaar (art. 1:256 lid 1 BW) en kan telkens met een jaar worden verlengd (art. 1:256 lid 2 BW). In het kader van<br />

de ots kan de gezinsvoogd met betrekking tot de opvoeding van de kinderen schriftelijke aanwijzingen geven.<br />

Door het kind hulp en steun te bieden en eventueel te voorzien in behandeling kan de transgenerationele<br />

overdracht, zoals besproken in hoofdstuk 3, voorkomen worden.<br />

Er zijn ook situaties denkbaar waarin het kind ernstig wordt bedreigd in zijn ontwikkeling en eigenlijk niet<br />

afgewacht kan worden totdat het onderzoek bij de Raad voor de Kinderbescherming is afgerond of de rechter<br />

een uitspraak heeft gedaan. In die gevallen is het ingevolge art. 1:255 BW mogelijk de kinderrechter te<br />

verzoeken het kind voorlopig onder toezicht te stellen hangende het onderzoek. Een voorlopige<br />

ondertoezichtstelling (vots) duurt maximaal drie maanden 40<br />

.<br />

Soms is echter een ots dan wel vots niet voldoende om de veiligheid en gezonde ontwikkeling van het kind te<br />

waarborgen. Als het noodzakelijk is in het belang van de verzorging en opvoeding van het kind kan de rechter<br />

op grond van art. 1:261 BW het kind uit huis plaatsen. De uithuisplaatsing is in beginsel van tijdelijke aard. Op<br />

grond van art. 1:262 BW kan de kinderrechter de uithuisplaatsing voor ten hoogste een jaar opleggen. Deze kan<br />

vervolgens wel op verzoek telkens met ten hoogste een jaar worden verlengd. Middels een dergelijke<br />

uithuisplaatsing wordt de eventuele spiraal van geweld ten opzichte van het kind doorbroken en wordt<br />

voorkomen dat het kind wederom blootgesteld wordt aan geweld binnen het gezin.<br />

Bij grove verwaarlozing van de verzorging en opvoeding van het kind en slecht levensgedrag van de ouders<br />

(art. 1:269 BW) kunnen deze ook ontzet worden uit de ouderlijke macht. De rechtbank kan hier ingevolge art.<br />

1:269 BW toe besluiten als deze dit noodzakelijk acht in het belang van de kinderen. Het gezag wordt bij een<br />

ontzetting overgedragen aan een Bureau Jeugdzorg.<br />

5.5 Wetsvoorstel herziening kinderbeschermingsmaatregelen<br />

Op 11 juli 2008 heeft de ministerraad ingestemd met een wetsvoorstel dat een aanpassing van het Burgerlijk<br />

Wetboek beoogd. Het wetsvoorstel is voortgekomen uit het advies 'kinderen eerst' uitgebracht door de<br />

37<br />

Lünneman en Overgaag (2009)<br />

38<br />

Lünneman en Overgaag (2009)<br />

39<br />

artikel 1 onder f WjZ: stichting: een stichting die een Bureau Jeugdzorg in stand houdt<br />

40<br />

Baars e.a. (2007), blz. 616<br />

25

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!