Wanneer is er sprake van een 'verzekering'?
Wanneer is er sprake van een 'verzekering'?
Wanneer is er sprake van een 'verzekering'?
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
solvabiliteit II 42 <strong>een</strong> reparatiebepaling in de Wft op te nemen,<br />
die als volgt moet komen te luiden:<br />
Artikel 2:33a<br />
Bij min<strong>is</strong>t<strong>er</strong>iële regeling kan vrijstelling worden g<strong>er</strong>egeld<br />
<strong>van</strong> artikel 2:27, e<strong>er</strong>ste lid. Aan deze vrijstelling<br />
kunnen voorschriften worden v<strong>er</strong>bonden.<br />
In de Memorie <strong>van</strong> Toelichting zoals deze in de consultatiefase<br />
was gepublice<strong>er</strong>d 43 geeft de wetgev<strong>er</strong> aan dat met<br />
deze wijziging <strong>een</strong> wettelijke grondslag <strong>is</strong> opgenomen op<br />
bas<strong>is</strong> waar<strong>van</strong> assurantiep<strong>er</strong>sonen die w<strong>er</strong>kzaamheden v<strong>er</strong>richten<br />
die feitelijk als rechtsbijstand kwalific<strong>er</strong>en, kunnen<br />
worden vrijgesteld <strong>van</strong> v<strong>er</strong>gunningplicht <strong>van</strong> DNB, mits genoemde<br />
w<strong>er</strong>kzaamheden slechts <strong>van</strong> ond<strong>er</strong>geschikte beteken<strong>is</strong><br />
zijn in het totale bedrijf <strong>van</strong> bemiddelen in v<strong>er</strong>zek<strong>er</strong>ingen.<br />
Daarmee kunnen assurantietussenp<strong>er</strong>sonen bij de<br />
(s<strong>er</strong>vice)abonnementen aan hun cliënten de gebruikelijke<br />
w<strong>er</strong>kzaamheden op het t<strong>er</strong>rein <strong>van</strong> bemiddelen in v<strong>er</strong>zek<strong>er</strong>ingen<br />
als bedoeld in art. 1:1 Wft blijven v<strong>er</strong>richten ook als<br />
die elementen <strong>van</strong> rechtsbijstand bevatten, aldus de wetgev<strong>er</strong>.<br />
In de Memorie <strong>van</strong> Toelichting bij het wetsvoorstel zoals dat<br />
onlangs aan de Tweede Kam<strong>er</strong> <strong>is</strong> aangeboden wordt in het<br />
artikelsgewijze commentaar niet me<strong>er</strong> g<strong>er</strong>ef<strong>er</strong>e<strong>er</strong>d aan deze<br />
s<strong>er</strong>viceabonnementen. Thans wordt in het algemene gedeelte<br />
<strong>van</strong> de Memorie <strong>van</strong> Toelichting ov<strong>er</strong>wogen 44 :<br />
‘(…) In de praktijk blijkt enige onduidelijkheid te<br />
bestaan ov<strong>er</strong> de kwalificatie <strong>van</strong> w<strong>er</strong>kzaamheden<br />
<strong>van</strong> tussenp<strong>er</strong>sonen, nu deze niet lang<strong>er</strong> w<strong>er</strong>ken op<br />
prov<strong>is</strong>iebas<strong>is</strong>, maar de kosten <strong>van</strong> hun dienstv<strong>er</strong>lening<br />
rechtstreeks in rekening brengen bij hun klanten.<br />
Zolang deze w<strong>er</strong>kzaamheden <strong>van</strong> tussenp<strong>er</strong>sonen<br />
zich bep<strong>er</strong>ken tot het v<strong>er</strong>lenen <strong>van</strong> ass<strong>is</strong>tentie bij de<br />
uitvo<strong>er</strong>ing en het behe<strong>er</strong> <strong>van</strong> <strong>een</strong> v<strong>er</strong>zek<strong>er</strong>ingsov<strong>er</strong><strong>een</strong>komst,<br />
behoren deze w<strong>er</strong>kzaamheden tot de reguli<strong>er</strong>e<br />
taak <strong>van</strong> <strong>een</strong> tussenp<strong>er</strong>soon die zijn vak goed wil<br />
uitoefenen. Daar hoort bijvoorbeeld bij het melden<br />
<strong>van</strong> <strong>een</strong> schade bij de v<strong>er</strong>zek<strong>er</strong>aar, het uitleggen <strong>van</strong><br />
de contractsvoorwaarden aan de klant en het bijstaan<br />
<strong>van</strong> de klant in het contact met de v<strong>er</strong>zek<strong>er</strong>aar. Zou<br />
de tussenp<strong>er</strong>soon (op grond <strong>van</strong> zijn contract met<br />
de klant) v<strong>er</strong>d<strong>er</strong>gaande bijstand v<strong>er</strong>lenen, zoals het<br />
v<strong>er</strong>lenen <strong>van</strong> bijstand in <strong>een</strong> g<strong>er</strong>echtelijke procedure,<br />
dan ov<strong>er</strong>schrijdt de tussenp<strong>er</strong>soon de grens tussen<br />
bemiddelen en het uitoefenen <strong>van</strong> het v<strong>er</strong>zek<strong>er</strong>ingsbedrijf<br />
in de branche rechtsbijstand. Voor de toepassing<br />
<strong>van</strong> de wet <strong>is</strong> het niet <strong>van</strong> belang of betaling voor deze<br />
bijstand plaatsvindt op bas<strong>is</strong> <strong>van</strong> <strong>een</strong> uurtarief of in<br />
<strong>een</strong> (s<strong>er</strong>vice)abonnementsvorm. (…)’<br />
Tegen deze oplossing bestaan naar onze mening de volgende<br />
bezwaren. All<strong>er</strong>e<strong>er</strong>st menen wij dat DNB de wet onju<strong>is</strong>t<br />
heeft toegepast. De bedoeling <strong>van</strong> de wetgev<strong>er</strong> <strong>is</strong> duidelijk<br />
and<strong>er</strong>s geweest. Deze onju<strong>is</strong>te toepassing wordt nu door de<br />
wetgev<strong>er</strong> gevolgd, nu de wetgev<strong>er</strong> kennelijk m<strong>een</strong>t dat het<br />
noodzakelijk <strong>is</strong> om de bedoelde uitzond<strong>er</strong>ing in de wet op te<br />
nemen. Dit w<strong>er</strong>kt all<strong>een</strong> maar me<strong>er</strong> rechtsonzek<strong>er</strong>heid in de<br />
hand. V<strong>er</strong>d<strong>er</strong> vrezen wij dat de wetgev<strong>er</strong> zich schuldig gaat<br />
maken aan knip- en plakwetgeving. De voorgestelde oplossing<br />
lijkt slechts betrekking te hebben op de door assurantietussenp<strong>er</strong>sonen<br />
aangeboden s<strong>er</strong>viceabonnementen, t<strong>er</strong>-<br />
<strong>Wanne<strong>er</strong></strong> <strong>is</strong> <strong>er</strong> <strong>sprake</strong> <strong>van</strong> <strong>een</strong> ‘v<strong>er</strong>zek<strong>er</strong>ing’?<br />
wijl de problematiek veel ruim<strong>er</strong> <strong>is</strong> dan all<strong>een</strong> dit specifieke<br />
voorbeeld.<br />
Als de wetgev<strong>er</strong> dan toch de kans aangrijpt om me<strong>er</strong> duidelijkheid<br />
te v<strong>er</strong>schaffen ov<strong>er</strong> de vraag wanne<strong>er</strong> <strong>er</strong> nu wel<br />
en g<strong>een</strong> <strong>sprake</strong> <strong>is</strong> <strong>van</strong> v<strong>er</strong>zek<strong>er</strong>en (en wanne<strong>er</strong> <strong>er</strong> dus wel<br />
en g<strong>een</strong> v<strong>er</strong>gunning nodig <strong>is</strong>), dan zou het naar onze smaak<br />
de voorkeur hebben gehad om in de Wft <strong>een</strong> algemene bepaling<br />
op te nemen die inhoudt dat het aanbieden <strong>van</strong> <strong>een</strong><br />
dienst of product niet als <strong>een</strong> v<strong>er</strong>zek<strong>er</strong>ing kwalifice<strong>er</strong>t en dus<br />
niet ond<strong>er</strong> de reikwijdte <strong>van</strong> de Wft valt, indien de aangeboden<br />
dienst of het aangeboden product in het v<strong>er</strong>lengde ligt<br />
<strong>van</strong> de hoofdactiviteit <strong>van</strong> de aanbied<strong>er</strong>. Vanzelfsprekend<br />
moet deze ‘vrijstelling’ wel begrensd zijn. Er moet g<strong>een</strong> d<strong>is</strong>balans<br />
ontstaan tussen het ‘hoofdproduct’ en het ‘nevenproduct’.<br />
Maar als de aangeboden dienst kan worden aangem<strong>er</strong>kt<br />
als ‘normaal ond<strong>er</strong>nemen’, in het v<strong>er</strong>lengde ligt <strong>van</strong><br />
de hoofdprestatie en ond<strong>er</strong>geschikt <strong>is</strong> aan de hoofdprestatie;<br />
and<strong>er</strong>s gezegd: als de gemaakte afspraak feitelijk zijn oorsprong<br />
vindt in bijvoorbeeld het maken <strong>van</strong> af<strong>sprake</strong>n ov<strong>er</strong><br />
modaliteiten of prijsaf<strong>sprake</strong>n, dan moet dat naar onze bescheiden<br />
mening kunnen zond<strong>er</strong> dat <strong>er</strong> <strong>sprake</strong> behoeft te zijn<br />
<strong>van</strong> toezicht.<br />
Doorslaggevend <strong>is</strong> hi<strong>er</strong>bij naar onze mening de vraag of de<br />
r<strong>is</strong>ico-ov<strong>er</strong>dracht de bestaansreden <strong>van</strong> de ov<strong>er</strong><strong>een</strong>komst <strong>is</strong>,<br />
of dat het slechts <strong>een</strong> bijkomstigheid <strong>is</strong>. Bij alle besproken<br />
voorbeelden was r<strong>is</strong>ico-ov<strong>er</strong>dracht naar onze mening niet de<br />
bestaansreden <strong>van</strong> de ov<strong>er</strong><strong>een</strong>komst.<br />
42. Kam<strong>er</strong>stukken II 2011/12, 33 273, nr. 2.<br />
43. < http://www.int<strong>er</strong>netconsultatie.nl/solvabiliteit>.<br />
44. Kam<strong>er</strong>stukken II 2011/12, 33 273, nr. 3, p. 9 en 10.<br />
Nr. 7/8 juli/augustus 2012 Tijdschrift voor Financieel RechT<br />
251