29.08.2013 Views

Wanneer is er sprake van een 'verzekering'?

Wanneer is er sprake van een 'verzekering'?

Wanneer is er sprake van een 'verzekering'?

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

edoeling <strong>van</strong> de wetgev<strong>er</strong>. Kamphu<strong>is</strong>en <strong>is</strong> <strong>van</strong> mening dat<br />

nu die bedoeling zo duidelijk uit de Parlementaire Geschieden<strong>is</strong><br />

blijkt <strong>een</strong> recht<strong>er</strong> – en ook <strong>een</strong> toezichthoud<strong>er</strong> – in<br />

strijd met de wet handelt wanne<strong>er</strong> hij dat geheel nege<strong>er</strong>t.<br />

Fixed fee en aanneming <strong>van</strong> w<strong>er</strong>k<br />

De hi<strong>er</strong>voor besproken voorbeelden laten zien dat indien de<br />

wettelijke definitie lett<strong>er</strong>lijk wordt toegepast, vak<strong>er</strong> <strong>sprake</strong><br />

kan zijn <strong>van</strong> <strong>een</strong> ‘v<strong>er</strong>zek<strong>er</strong>ing’ dan dat men wellicht in e<strong>er</strong>ste<br />

instantie zou denken. Bij de voorgaande voorbeelden zal<br />

<strong>een</strong> aantal lez<strong>er</strong>s het wellicht nog wel te billijken achten dat<br />

DNB oordeelt dat d<strong>er</strong>gelijke ov<strong>er</strong><strong>een</strong>komsten moeten worden<br />

aangem<strong>er</strong>kt als v<strong>er</strong>zek<strong>er</strong>ingsov<strong>er</strong><strong>een</strong>komst. Wij sluiten<br />

daarom af met twee voorbeelden, ten aanzien waar<strong>van</strong> ied<strong>er</strong>s<br />

e<strong>er</strong>ste reactie zal zijn dat dat natuurlijk g<strong>een</strong> v<strong>er</strong>zek<strong>er</strong>ingen<br />

zijn. Het <strong>is</strong> echt<strong>er</strong> maar de vraag of DNB het daarmee<br />

<strong>een</strong>s <strong>is</strong> als de vraag aan haar wordt voorgelegd en zij de wettelijke<br />

definitie strikt toepast.<br />

Ten e<strong>er</strong>ste de fixed fee afspraak met <strong>een</strong> advocaat of <strong>een</strong> hypotheekadv<strong>is</strong>eur.<br />

We nemen simpelweg de wettelijke crit<strong>er</strong>ia<br />

door:<br />

– partijen sluiten <strong>een</strong> ov<strong>er</strong><strong>een</strong>komst;<br />

– de cliënt betaalt <strong>een</strong> fee (premie);<br />

– de advocaat/hypotheekadv<strong>is</strong>eur v<strong>er</strong>richt <strong>een</strong> dienst<br />

(uitk<strong>er</strong>ing);<br />

– <strong>er</strong> bestaat onzek<strong>er</strong>heid ov<strong>er</strong> aantal te besteden uren<br />

(onzek<strong>er</strong>heid ov<strong>er</strong> tot welk bedrag enige uitk<strong>er</strong>ing<br />

moet worden gedaan of hoe lang de premiebetaling zal<br />

duren);<br />

– het v<strong>er</strong>loop <strong>van</strong> de procedure <strong>is</strong> onzek<strong>er</strong> (onzek<strong>er</strong><br />

voorval);<br />

– de advocaat/hypotheekadv<strong>is</strong>eur v<strong>er</strong>richt zijn diensten<br />

bedrijfsmatig.<br />

Tot zov<strong>er</strong> <strong>is</strong> voldaan aan de wettelijke crit<strong>er</strong>ia en zou de tussenconclusie<br />

moeten zijn dat advocaten en hypotheekadv<strong>is</strong>eurs<br />

die fixed fee af<strong>sprake</strong>n maken v<strong>er</strong>gunningplichtig<br />

zijn, t<strong>er</strong>wijl dat toch – naar wij aannemen – nooit de bedoeling<br />

zal zijn geweest <strong>van</strong> de wetgev<strong>er</strong>. Hi<strong>er</strong> nu blijkt dat de<br />

crux <strong>er</strong>in zit hoe het crit<strong>er</strong>ium ‘v<strong>er</strong>goeding <strong>van</strong> v<strong>er</strong>mogensschade’<br />

wordt uitgelegd. Betekent het enkele feit dat de hypotheekadv<strong>is</strong>eur<br />

het r<strong>is</strong>ico op zich neemt dat hij me<strong>er</strong> w<strong>er</strong>kzaamheden<br />

moet v<strong>er</strong>richten dan hij v<strong>er</strong>wacht en daar dus ‘te<br />

weinig’ voor betaald krijgt dat <strong>sprake</strong> <strong>is</strong> <strong>van</strong> v<strong>er</strong>goeding <strong>van</strong><br />

v<strong>er</strong>mogensschade? Als wordt g<strong>er</strong>edene<strong>er</strong>d <strong>van</strong>uit de gedachte<br />

dat zond<strong>er</strong> deze afspraak de cliënt de me<strong>er</strong>kosten zou hebben<br />

betaald en de advocaat dit r<strong>is</strong>ico dus ov<strong>er</strong>neemt, zou het<br />

antwoord ‘ja’ moeten zijn. De vraag <strong>is</strong> echt<strong>er</strong> of elke r<strong>is</strong>ico-ov<strong>er</strong>dracht<br />

tot die conclusie zou moeten leiden. Ons antwoord<br />

op die vraag <strong>is</strong> ‘nee’. Zek<strong>er</strong> als de r<strong>is</strong>ico-ov<strong>er</strong>dracht<br />

<strong>een</strong> uitvloe<strong>is</strong>el <strong>is</strong> <strong>van</strong> af<strong>sprake</strong>n die in hoofdzaak iets and<strong>er</strong>s<br />

beogen, namelijk het v<strong>er</strong>richten <strong>van</strong> w<strong>er</strong>kzaamheden en de<br />

r<strong>is</strong>ico-ov<strong>er</strong>dracht uitsluitend <strong>een</strong> uitvloe<strong>is</strong>el <strong>is</strong> <strong>van</strong> in wezen<br />

niets and<strong>er</strong>s dan prijsaf<strong>sprake</strong>n. In dit v<strong>er</strong>band <strong>is</strong> <strong>van</strong> belang<br />

dat elk contract <strong>een</strong> v<strong>er</strong>deling <strong>van</strong> r<strong>is</strong>ico’s inhoudt. Het <strong>is</strong><br />

echt<strong>er</strong> ze<strong>er</strong> de vraag of de benad<strong>er</strong>ing <strong>van</strong> DNB deze ruimte<br />

laat.<br />

Tot slot noemen wij de ov<strong>er</strong><strong>een</strong>komst <strong>van</strong> aanneming <strong>van</strong><br />

w<strong>er</strong>k. Een gangbare ov<strong>er</strong><strong>een</strong>komst, waarov<strong>er</strong> ied<strong>er</strong><strong>een</strong> het<br />

<strong>een</strong>s zal zijn dat g<strong>een</strong> <strong>sprake</strong> <strong>is</strong> <strong>van</strong> <strong>een</strong> v<strong>er</strong>zek<strong>er</strong>ing. Maar<br />

ook daarin zit vaak het element <strong>van</strong> <strong>een</strong> vaste prijs waarbij<br />

de aannem<strong>er</strong> – zek<strong>er</strong> bij nieuwbouw – het r<strong>is</strong>ico <strong>van</strong> tegen-<br />

<strong>Wanne<strong>er</strong></strong> <strong>is</strong> <strong>er</strong> <strong>sprake</strong> <strong>van</strong> <strong>een</strong> ‘v<strong>er</strong>zek<strong>er</strong>ing’?<br />

vall<strong>er</strong>s op zich neemt. Kwalifice<strong>er</strong>t dat dan als <strong>een</strong> v<strong>er</strong>zek<strong>er</strong>ing?<br />

We lopen nog <strong>een</strong> ke<strong>er</strong> de crit<strong>er</strong>ia na:<br />

– partijen sluiten <strong>een</strong> ov<strong>er</strong><strong>een</strong>komst;<br />

– de opdrachtgev<strong>er</strong> betaalt <strong>een</strong> aanneemsom (premie);<br />

– de aannem<strong>er</strong> v<strong>er</strong>l<strong>een</strong>t <strong>een</strong> dienst (uitk<strong>er</strong>ing);<br />

– <strong>er</strong> bestaat onzek<strong>er</strong>heid t.a.v. de kostprijs;<br />

– de aannem<strong>er</strong> kan op onvoorziene omstandigheden<br />

stuiten waardoor extra w<strong>er</strong>k noodzakelijk wordt<br />

(onzek<strong>er</strong> voorval of onzek<strong>er</strong>e omstandigheid waardoor<br />

v<strong>er</strong>zek<strong>er</strong>de in zijn belangen wordt getroffen);<br />

– de aannem<strong>er</strong> handelt bedrijfsmatig.<br />

Ook hi<strong>er</strong> zien we dat in theorie alle elementen aanwezig<br />

zijn, indien <strong>er</strong> <strong>van</strong>uit wordt gegaan dat het oplossen <strong>van</strong> tegenvall<strong>er</strong>s<br />

op kosten <strong>van</strong> de aannem<strong>er</strong> heeft te gelden als het<br />

v<strong>er</strong>goeden <strong>van</strong> v<strong>er</strong>mogensschade, hetg<strong>een</strong> in het licht <strong>van</strong><br />

vorengaande ze<strong>er</strong> goed mogelijk <strong>is</strong>. Wellicht vinden partijen<br />

dat in casu niet <strong>een</strong>s zo bezwaarlijk omdat dan niet (de hog<strong>er</strong>e)<br />

BTW maar (de lag<strong>er</strong>e) assurantiebelasting v<strong>er</strong>schuldigd<br />

<strong>is</strong>. De toepasselijkheid <strong>van</strong> Titel 7.17 BW stuit echt<strong>er</strong><br />

ook hi<strong>er</strong> op bezwaren. 34<br />

Wij zijn <strong>er</strong> ons <strong>van</strong> bewust dat het feit dat <strong>een</strong> ov<strong>er</strong><strong>een</strong>komst<br />

voldoet aan de omschrijving <strong>van</strong> twee v<strong>er</strong>schillende benoemde<br />

ov<strong>er</strong><strong>een</strong>komsten op zich g<strong>een</strong> doorslaggevend argument<br />

kan zijn om te stellen dat <strong>er</strong> dús g<strong>een</strong> <strong>sprake</strong> <strong>is</strong> <strong>van</strong><br />

<strong>een</strong> v<strong>er</strong>zek<strong>er</strong>ingsov<strong>er</strong><strong>een</strong>komst. Imm<strong>er</strong>s, de wetgev<strong>er</strong> heeft<br />

deze mogelijkheid in art. 6:215 BW ond<strong>er</strong> ogen gezien en<br />

daarvoor <strong>een</strong> voorziening gegeven. Echt<strong>er</strong>, nu dezelfde wetgev<strong>er</strong><br />

uitdrukkelijk heeft ov<strong>er</strong>wogen dat hij niet de bedoeling<br />

heeft gehad om met de definities <strong>van</strong> <strong>een</strong> ‘v<strong>er</strong>zek<strong>er</strong>ingsov<strong>er</strong><strong>een</strong>komst’<br />

<strong>een</strong> sluitende definitie te geven, kan hi<strong>er</strong> naar<br />

onze mening wel <strong>een</strong> belangrijke aanwijzing uit worden gehaald<br />

om te v<strong>er</strong>dedigen dat de betreffende ov<strong>er</strong><strong>een</strong>komst<br />

g<strong>een</strong> v<strong>er</strong>zek<strong>er</strong>ing <strong>is</strong>. Zoals door Kamphu<strong>is</strong>en t<strong>er</strong>echt wordt<br />

opgem<strong>er</strong>kt: 35<br />

‘(…) <strong>Wanne<strong>er</strong></strong> de aard <strong>van</strong> de te beoordelen ov<strong>er</strong><strong>een</strong>komst<br />

zich v<strong>er</strong>zet tegen de toepassing <strong>van</strong> die [dwingenrechtelijke]<br />

regels [<strong>van</strong> het v<strong>er</strong>zek<strong>er</strong>ingsrecht] en<br />

34. Hi<strong>er</strong>voor noemden wij al als voorbeeld de dwingendrechtelijke<br />

v<strong>er</strong>jaringst<strong>er</strong>mijn <strong>van</strong> art. 7:942 BW, die afwijkt <strong>van</strong><br />

de v<strong>er</strong>jaringst<strong>er</strong>mijn die toepasselijk <strong>is</strong> op aanneming <strong>van</strong><br />

w<strong>er</strong>k (die t<strong>er</strong>mijn <strong>is</strong> ingevolge art. 7:761 BW twee jaar).<br />

Ook bijvoorbeeld de opzeggingsregeling <strong>van</strong> beide typen<br />

ov<strong>er</strong><strong>een</strong>komsten <strong>is</strong> niet met elkaar te v<strong>er</strong>enigen. Imm<strong>er</strong>s,<br />

ingevolge art. 7:940 BW <strong>is</strong> opzegging in beginsel slechts<br />

bij het einde <strong>van</strong> <strong>een</strong> v<strong>er</strong>zek<strong>er</strong>ingsp<strong>er</strong>iode mogelijk met<br />

inachtneming <strong>van</strong> <strong>een</strong> t<strong>er</strong>mijn <strong>van</strong> twee maanden. Tussentijdse<br />

opzegging <strong>is</strong> slechts mogelijk indien v<strong>er</strong>zek<strong>er</strong>aar en<br />

v<strong>er</strong>zek<strong>er</strong>ingnem<strong>er</strong> t<strong>er</strong>zake <strong>een</strong> gelijke bevoegdheid hebben.<br />

V<strong>er</strong>d<strong>er</strong> wordt bij tussentijdse opzegging de lopende premie<br />

ingevolge art. 7:939 BW naar redelijkheid v<strong>er</strong>mind<strong>er</strong>d.<br />

Dit t<strong>er</strong>wijl ingevolge art. 7:764 BW de opdrachtgev<strong>er</strong> bij<br />

<strong>een</strong> aannemingsov<strong>er</strong><strong>een</strong>komst te allen tijde bevoegd <strong>is</strong> de<br />

ov<strong>er</strong><strong>een</strong>komst op te zeggen, waarbij hij dan de voor het<br />

gehele w<strong>er</strong>k geldende prijs zal moeten betalen, v<strong>er</strong>mind<strong>er</strong>d<br />

met de besparingen die voor de aannem<strong>er</strong> uit de opzegging<br />

voortvloeien.<br />

35. J.G.C. Kamphu<strong>is</strong>en, ‘De definitie <strong>van</strong> ons product en<br />

de opvattingen <strong>van</strong> de toezichthoud<strong>er</strong> daarov<strong>er</strong>’, AV&S<br />

2012/2.<br />

Nr. 7/8 juli/augustus 2012 Tijdschrift voor Financieel RechT<br />

249

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!