29.08.2013 Views

Ingrijpende herziening van het Curaçaose rechtspersonenrecht een ...

Ingrijpende herziening van het Curaçaose rechtspersonenrecht een ...

Ingrijpende herziening van het Curaçaose rechtspersonenrecht een ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Ingrijpende</strong> <strong>herziening</strong> <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>Curaçaose</strong> <strong>rechtspersonenrecht</strong> <strong>een</strong> feit<br />

Bouke Boersma en Helena Sprenger 1<br />

1. Inleiding<br />

Op 1 januari 2012 is <strong>het</strong> <strong>rechtspersonenrecht</strong> <strong>van</strong> Curaçao ingrijpend gewijzigd. 2 Het is de eerste keer dat<br />

flink is gesleuteld aan <strong>het</strong> <strong>rechtspersonenrecht</strong> in de West sinds <strong>het</strong> <strong>van</strong> kracht worden <strong>van</strong> Boek 2 <strong>van</strong><br />

<strong>het</strong> Burgerlijk Wetboek op 1 maart 2004 in de toenmalige Nederlandse Antillen. Zoals waarschijnlijk<br />

bekend zijn de Nederlandse Antillen op 10 oktober 2010 opgeheven. 3 Het was de bedoeling om de<br />

Landsverordening <strong>herziening</strong> Boek 2 CBW nog voor ontmanteling <strong>van</strong> de Nederlandse Antillen in te<br />

voeren, mede uit vrees dat <strong>het</strong> ondernemingsrecht <strong>van</strong> de verschillende eilanden anders reeds kort na<br />

opheffing uit elkaar zou lopen. Dat is uiteindelijk niet gelukt en inmiddels kan worden vastgesteld dat die<br />

angst bewaarheid is geworden. De Landsverordening <strong>herziening</strong> Boek 2 CBW is vooralsnog all<strong>een</strong> op<br />

Curaçao en (nog) niet op Sint Maarten en de drie andere eilanden die deel uitmaakten <strong>van</strong> de<br />

Nederlandse Antillen, Bonaire, Sint Eustatius en Saba, veelal samen aangeduid als de BES-eilanden,<br />

<strong>van</strong> kracht geworden. Sint Maarten is voornemens de Landsverordening <strong>herziening</strong> Boek 2 Burgerlijk<br />

Wetboek binnen afzienbare tijd in te voeren, maar onbekend is of, en zo ja wanneer, de BES-eilanden<br />

zullen volgen.<br />

De productiviteit <strong>van</strong> de <strong>Curaçaose</strong> wetgever is niet beperkt gebleven tot <strong>herziening</strong> <strong>van</strong> Boek 2 <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

<strong>Curaçaose</strong> Burgerlijk Wetboek (CBW). Even<strong>een</strong>s op 1 januari 2012 zijn twaalf andere<br />

landsverordeningen in werking getreden, met inbegrip <strong>van</strong> <strong>een</strong> landsverordening die de op Amerikaanse<br />

leest geschoeide trust in <strong>het</strong> <strong>Curaçaose</strong> recht introduceert en <strong>een</strong> landsverordening die de verouderde<br />

wetgeving inzake personenvennootschappen volledig herziet. 4 Met de invoering <strong>van</strong> deze set<br />

landsverordeningen is <strong>het</strong> medio jaren ’90 <strong>van</strong> de vorige eeuw ingezette project tot ver<strong>van</strong>ging <strong>van</strong> <strong>het</strong> uit<br />

1869 stammende Burgerlijk Wetboek en delen <strong>van</strong> <strong>het</strong> Wetboek <strong>van</strong> Koophandel <strong>van</strong> 1936 eindelijk<br />

voltooid. 5 We laten deze andere landsverordeningen verder onbesproken, 6 al signaleren we dat de<br />

1 Mr. Bouke Boersma (boersma@sprengerlaw.com) en Mr. drs. Helena Sprenger (sprenger@sprengerlaw.com) zijn advocaten en<br />

adviseren naar Nederlands, Nederlands Caribisch en Surinaams recht bij Sprenger & Associates te New York.<br />

2 De wijzigingen zijn opgenomen in de Landsverordening <strong>van</strong> de 15 de december 2011 tot wijziging <strong>van</strong> Boek 2 <strong>van</strong> <strong>het</strong> Burgerlijk<br />

Wetboek, P.B. 2011, No. 66 (Landsverordening <strong>herziening</strong> Boek 2 CBW). De datum <strong>van</strong> inwerking <strong>van</strong> deze Landsverordening is<br />

vastgesteld in <strong>het</strong> Landsbesluit <strong>van</strong> de 23ste december 2011 regelende de inwerkingtreding <strong>van</strong> <strong>een</strong> achttal landsverordeningen tot<br />

aanvulling <strong>van</strong> <strong>het</strong> Burgerlijk Wetboek en <strong>van</strong> <strong>een</strong> landsverordening tot aanpassing in verband daarmee <strong>van</strong> <strong>het</strong> Wetboek <strong>van</strong><br />

Burgerlijke Rechtsvordering en <strong>het</strong> Faillissementsbesluit 1931, P.B. 2011, No. 69.<br />

3 Curaçao en Sint Maarten zijn per diezelfde datum nieuwe landen geworden binnen <strong>het</strong> Koninkrijk der Nederlanden, dat daarnaast<br />

bestaat uit Aruba en Nederland zelf. De drie andere eilanden die deel uitmaakten <strong>van</strong> de Nederlandse Antillen, Bonaire, Sint<br />

Eustatius en Saba, zijn onderdeel geworden <strong>van</strong> Nederland. Zie in dit verband: B.A. Boersma, ‘De gevolgen <strong>van</strong> de opheffing <strong>van</strong><br />

de Nederlandse Antillen voor de ondernemings- en financieringspraktijk: <strong>een</strong> puzzel met <strong>een</strong> paar ontbrekende stukjes’, Bb, afl. 22,<br />

oktober 2010, p. 165-169.<br />

4 Landsverordening <strong>van</strong> de 15 de december 2011 tot vaststelling <strong>van</strong> titel 13 <strong>van</strong> Boek 7 <strong>van</strong> <strong>het</strong> Burgerlijk Wetboek<br />

(Landsverordening personenvennootschap), P.B. 2011, No. 61. Landsverordening <strong>van</strong> de 15 de december 2011 houdende aanvulling<br />

<strong>van</strong> Boek 3 <strong>van</strong> <strong>het</strong> Burgerlijk Wetboek met bepalingen inzake trusts (Landsverordening trust), P.B. 2011, No. 67, zie over dit<br />

onderwerp: mw. M.E. Koppenol-Laforce, ‘De ongehoorzame trustee’, WPNR 6807, 1 augustus 2009, p. 639-640; mw. S. Altena, De<br />

‘(on)mogelijkheden <strong>van</strong> de trust’, TAR Justicia 2010, no. 3/4, p. 197-202.<br />

5 De nieuwe Burgerlijke Wetboeken zijn op de volgende data in werking getreden: Boek 1 BW per 15 januari 2001, Boek 2 per 1<br />

maart 2004, en de Boeken 3, 5, 6, 7 en 8 BW per 1 januari 2001.<br />

6 Voor beschouwingen over deze andere landsverordeningen, zie: WPNR 6807, ‘Themanummer, Een tropisch nieuw BW’, 25 juli –<br />

1 augustus 2009, p. 609-655 en TAR Justicia, ‘Themanummer Voltooiing Nieuw Burgerlijk Wetboek’, 2010, nr. 3/4, p. 159-286.<br />

1


<strong>herziening</strong> <strong>van</strong> de wetgeving inzake personenvennootschappen is gebaseerd op <strong>het</strong> in Nederland<br />

inmiddels ingetrokken wetsvoorstel tot vaststelling <strong>van</strong> titel 7.13 <strong>van</strong> <strong>het</strong> Burgerlijk Wetboek, 7 met de<br />

kanttekening dat de op Curaçao ingevoerde openbare personenvennootschap g<strong>een</strong> rechtspersoonlijkheid<br />

kan worden toebedeeld. Dat is merkwaardig omdat de optionele rechtspersoonlijkheid nu juist <strong>een</strong><br />

speerpunt was <strong>van</strong> <strong>het</strong> Nederlandse wetsvoorstel. 8<br />

Plan <strong>van</strong> aanpak<br />

In deze bijdrage bespreken wij de belangrijkste aanpassingen <strong>van</strong> Boek 2 CBW, zijnde de aanpassingen<br />

die betrekking hebben op: (i) de vertegenwoordigingsregeling, (ii) de tegenstrijdig belangregeling, (iii)<br />

doeloverschrijding, en (iv) de introductie <strong>van</strong> de “vennootschappelijke over<strong>een</strong>komst”, <strong>een</strong><br />

aandeelhoudersover<strong>een</strong>komst die aan strikte vormvereisten voldoet en aan wiens bepalingen<br />

vennootschapsrechtelijke werking toekomt. Tot slot komen <strong>een</strong> tweetal andersoortige wijzigingen aan bod<br />

in de rubriek “varia”, waaronder de introductie <strong>van</strong> de enquêteregeling in <strong>het</strong> recht <strong>van</strong> Curaçao. Een<br />

aantal andere wezenlijke wijzigingen, waaronder <strong>het</strong> schrappen <strong>van</strong> de persoonlijke<br />

aansprakelijkheidstelling <strong>van</strong> bestuurders en stemgerechtigde aandeelhouders bij <strong>een</strong> outbound<br />

grensoverschrijdende omzetting en de invoering <strong>van</strong> de outbound grensoverschrijdende fusie, moeten we<br />

noodgedwongen buiten beschouwing laten in deze bijdrage.<br />

2. Spoedcursus <strong>rechtspersonenrecht</strong> <strong>van</strong> Curaçao<br />

De Landsverordening <strong>herziening</strong> Boek 2 CBW stelt, gelet op <strong>het</strong> aantal wijzigingen, om redenen <strong>van</strong><br />

overzichtelijkheid de gehele tekst <strong>van</strong> Boek 2 CBW opnieuw vast en heeft onmiddellijke werking, met<br />

uitzondering <strong>van</strong> bepalingen die de regeling <strong>van</strong> de aandeelhouder-bestuurde BV’s wijzigen, die voor<br />

reeds bestaande aandeelhouder-bestuurde BV’s pas gelden per 1 januari 2014. 9 Alvorens nader in te<br />

gaan op de Landsverordening <strong>herziening</strong> Boek 2 CBW, bespreken we bij wijze <strong>van</strong> introductie enkele<br />

scharnierpunten <strong>van</strong> <strong>het</strong> huidige <strong>Curaçaose</strong> <strong>rechtspersonenrecht</strong>. Het <strong>rechtspersonenrecht</strong> <strong>van</strong> Curaçao<br />

is net als in Nederland samengebracht in Boek 2 <strong>van</strong> <strong>het</strong> Burgerlijk Wetboek en volgt tot op zekere<br />

hoogte <strong>het</strong> Nederlandse voorbeeld. Een reden voor de gelijkenis tussen beide rechtsstelsels kan worden<br />

aangetroffen in artikel 39 lid 1 <strong>van</strong> <strong>het</strong> Statuut <strong>van</strong> <strong>het</strong> Koninkrijk der Nederlanden, dat bepaalt dat onder<br />

meer <strong>het</strong> burgerlijk- en handelsrecht in Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten zoveel mogelijk op<br />

over<strong>een</strong>komstige wijze wordt geregeld (dit staat bekend als <strong>het</strong> concordantiebeginsel). 10 De Nederlandse<br />

versie is echter niet klakkeloos overgenomen en de verschillen zijn talrijk. Belangrijkste keuze die heeft<br />

7 Kamerstukken I 2004-2005, 28746, A, Vaststelling <strong>van</strong> titel 7.13 (vennootschap) <strong>van</strong> <strong>het</strong> Nederlands Burgerlijk Wetboek en<br />

Kamerstukken I 2009-2010, 31065, A, Aanpassing <strong>van</strong> de wetgeving aan en invoering <strong>van</strong> titel 7.13 (vennootschap) <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

Nederlands Burgerlijk Wetboek.<br />

8 De beweegredenen voor deze, ons inziens betreurenswaardige, keuze <strong>van</strong> de <strong>Curaçaose</strong> wetgever worden toegelicht in: J.J.A.<br />

Hamers, ‘Contractuele samenwerkingsvormen in Aruba, Curaçao, en St. Maarten: de nieuwe regeling <strong>van</strong> titel 7.13 BW’, TAR<br />

Justicia, 2010, no. 3/4, p. 272-273.<br />

9 Deze uitzondering is opgenomen in Artikel II (Overgangsrecht), onder 2 <strong>van</strong> de Landsverordening <strong>herziening</strong> Boek 2 CBW.<br />

10 Zie voor <strong>een</strong> kritische beschouwing <strong>van</strong> <strong>het</strong> concordantiebeginsel, onder meer: J.P. de Haan, Vreemd recht: enkele opmerkingen<br />

over Nederlands-Antilliaans recht n.a.v. <strong>het</strong> 50-jarig bestaan <strong>van</strong> <strong>het</strong> concordantiebeginsel, in: Gedenkboek 50 jaar Statuut, red.<br />

A.C. <strong>van</strong> Romondt, L.D. Gomez, J.P. de Haan, C.L. Milliard en R. St. Jago, Zutphen: Walburg Pers, 2005, p. 137-147.<br />

2


geleid tot <strong>een</strong> andere opzet <strong>van</strong> Boek 2 CBW is dat partijen aanzienlijke vrijheid wordt gelaten naar eigen<br />

inzicht en wensen vorm te geven aan de inrichting <strong>van</strong> rechtspersonen, zoals tot uitdrukking komt in<br />

aandeelhoudersrechten (aandelen met, zonder of beperkt stemrecht of winstrecht zijn allemaal<br />

toegestaan), <strong>het</strong> nagenoeg ontbreken <strong>van</strong> kapitaalbeschermingsregels, de flexibele bestuursstructuur<br />

(keuze tussen one tier board en two tier board of helemaal g<strong>een</strong> bestuur, zoals <strong>het</strong> geval is bij de<br />

aandeelhouder-bestuurde BV), en de taalvrijheid (statuten mogen worden opgesteld in iedere taal, mits<br />

de notaris die taal verstaat). 11 Omwille <strong>van</strong> de aantrekkelijkheid <strong>van</strong> Curaçao als offshore jurisdictie is<br />

daarnaast, voorzover mogelijk, aansluiting gezocht bij <strong>het</strong> Amerikaanse ondernemingsrecht. Een laatste<br />

overweging die heeft geleid tot discrepanties is dat <strong>het</strong> Nederlandse systeem, mede door Europese<br />

invloed, overmatig gecompliceerd werd geacht voor de <strong>Curaçaose</strong> situatie en daarom is ver<strong>een</strong>voudigd,<br />

bijvoorbeeld door de regeling omtrent de jaarrekening en <strong>het</strong> jaarverslag slechts ten dele over te nemen<br />

(accountantscontrole en publicatie <strong>van</strong> de jaarstukken is niet verplicht, behalve bij grote rechtspersonen)<br />

en door de enquêteregeling in eerste instantie weg te laten, waarop nu overigens al is teruggekomen.<br />

Hoewel allesbehalve volmaakt, kan zonder overdrijving worden gesteld dat de <strong>Curaçaose</strong> wetgever zijn<br />

tijd vooruit was, gezien <strong>het</strong> in Nederland mettertijd gegroeide besef dat <strong>het</strong> <strong>rechtspersonenrecht</strong> onnodig<br />

ingewikkeld is geworden en op sommige punten zonder deugdelijke reden belemmerend werkt. Deze<br />

bewustwording heeft in Nederland geleid tot <strong>het</strong> thans bij de Eerste Kamer aanhangige wetsvoorstel<br />

ver<strong>een</strong>voudiging en flexibilisering BV-recht. 12 Het Nederlandse voorstel <strong>van</strong> de Flexwet is op haar beurt<br />

<strong>een</strong> inspiratiebron geweest voor de Landsverordening <strong>herziening</strong> Boek 2 CBW. De <strong>Curaçaose</strong> wetgever<br />

heeft <strong>het</strong> desalniettemin wenselijk geacht op diverse punten voor <strong>een</strong> andere oplossing te kiezen, met als<br />

belangrijkste verschil dat de nieuwe regels op Curaçao meestal gelden voor alle rechtspersonen en niet<br />

all<strong>een</strong> voor de BV.<br />

3. Gewijzigde vertegenwoordigingsregeling<br />

De vertegenwoordigingsregeling is herschreven. De vertegenwoordigingsregel is opgenomen in <strong>het</strong><br />

algemene deel <strong>van</strong> Boek 2 CBW en is daarom <strong>van</strong> toepassing op alle rechtspersonen. Evenals in<br />

Nederland zijn bestuurders in beginsel individueel en/of gezamenlijk bevoegd om <strong>Curaçaose</strong><br />

rechtspersonen te vertegenwoordigen. 13 In tegenstelling tot de situatie in Nederland leidt <strong>een</strong> beperking in<br />

de bestuursbevoegdheid bij <strong>een</strong> <strong>Curaçaose</strong> rechtspersoon ook tot <strong>een</strong> mogelijk extern werkende<br />

beperking in de vertegenwoordigheidsbevoegdheid. Het is daarom <strong>van</strong> belang om in de gaten te houden<br />

dat beperkingen <strong>van</strong> de bestuursbevoegdheid niet all<strong>een</strong>, zoals in Nederland, kunnen voortvloeien uit de<br />

wet, maar ook uit de statuten, <strong>een</strong> reglement, <strong>een</strong> bestuursbesluit of <strong>een</strong> vennootschappelijke<br />

over<strong>een</strong>komst (waarover later meer). Zo komt <strong>het</strong> in de praktijk bijvoorbeeld voor dat <strong>een</strong> statutaire<br />

11 Vgl.: Mirto F. Murray (red.), Parlementaire Geschiedenis <strong>van</strong> <strong>het</strong> Nederlands Antilliaanse (nieuw) Burgerlijk Wetboek, Tekst en<br />

toelichting op <strong>het</strong> nieuwe Burgerlijk Wetboek, Wolf Legal Publishers: Nijmegen, p. 184.<br />

12 Kamerstukken I 2009-2010, 31058, nr. A, Wet ver<strong>een</strong>voudiging en flexibilisering bv-recht, en Kamerstukken I 2009-2010, 32426,<br />

nr. A, Invoeringswet ver<strong>een</strong>voudiging en flexibilisering bv-recht.<br />

13 Art. 10 lid 1 Boek 2 CBW.<br />

3


epaling de voorafgaande 14 toestemming vereist <strong>van</strong> de raad <strong>van</strong> commissarissen voor <strong>het</strong> aangaan <strong>van</strong><br />

transacties boven <strong>een</strong> bepaalde drempelwaarde. Ook is gebruikelijk dat statuten <strong>een</strong> orgaan (de<br />

algemene vergadering of de raad <strong>van</strong> commissarissen) de bevoegdheid toekennen om specifiek<br />

omschreven besluiten <strong>van</strong> <strong>het</strong> bestuur aan haar goedkeuring te onderwerpen. Tenzij statuten <strong>een</strong> beroep<br />

daarop uitsluiten, kunnen dergelijke beperkingen in de vertegenwoordigsbevoegdheid worden<br />

tegengeworpen aan <strong>een</strong> wederpartij die <strong>van</strong> de beperking (a) op de hoogte was, (b) zonder onderzoek op<br />

de hoogte moest zijn, of (c) door raadpleging <strong>van</strong> <strong>het</strong> handelsregister <strong>van</strong> Curaçao op de hoogte kon<br />

zijn. 15 Categorie (a) spreekt voor zich, maar categorieën (b) en (c) kunnen aanleiding geven tot<br />

misverstanden. In de parlementaire geschiedenis is bij bespreking <strong>van</strong> categorie (b) opgemerkt dat de<br />

woorden “zonder onderzoek” zijn toegevoegd om te verduidelijken dat de onderzoeksplicht <strong>van</strong> de<br />

wederpartij beperkt blijft tot <strong>het</strong> raadplegen <strong>van</strong> <strong>het</strong> handelsregister. 16 Dat betekent dat deze categorie<br />

amper betekenis toekomt naast categorie (c). Bij de onder (c) genoemde categorie wordt met de woorden<br />

“op de hoogte kon zijn” gedoeld op beperkingen waar<strong>van</strong> onomwonden uit <strong>het</strong> handelsregister en de bij<br />

<strong>het</strong> handelsregister gedeponeerde stukken blijkt, zoals <strong>een</strong> in statuten opgenomen “twee<br />

handtekeningenstelsel” of <strong>een</strong> bij <strong>het</strong> handelsregister gedeponeerd bestuursreglement. Jegens de<br />

wederpartij kan g<strong>een</strong> beroep worden gedaan op <strong>een</strong> beperking die is opgenomen in <strong>een</strong> niet bij <strong>het</strong><br />

handelsregister gedeponeerd document, ook niet als uit de gepubliceerde stukken is af te leiden dat zo’n<br />

document bestaat, waarin zo’n beperking zou kunnen voorkomen. 17 All<strong>een</strong> de rechtspersoon of diens<br />

curator in faillissement kan <strong>een</strong> beroep doen op <strong>het</strong> ontbreken <strong>van</strong> vertegenwoordigingsbevoegdheid.<br />

Oplossing: verklaring bestuurder<br />

Teneinde uit te sluiten dat sprake is <strong>van</strong> enig gebrek in de vertegenwoordigingsbevoegdheid (zeker in de<br />

context <strong>van</strong> <strong>een</strong> transactie waarin “legal opinions” moeten worden afgegeven), zal de wederpartij <strong>van</strong> <strong>een</strong><br />

rechtspersoon zich er steeds <strong>van</strong> moeten vergewissen of de vertegenwoordigingsbevoegdheid <strong>van</strong> <strong>een</strong><br />

bestuurder de voorgenomen rechtshandeling dekt. Gebruikelijk is dan ook dat de wederpartij statuten en<br />

eventueel andere bij <strong>het</strong> handelsregister gedeponeerde documenten raadpleegt. Dat onderzoek kan<br />

kostbaar en tijdrovend zijn. De Landsverordening <strong>herziening</strong> Boek 2 CBW is de wederpartij tegemoet<br />

gekomen door toevoeging <strong>van</strong> <strong>een</strong> nieuw vierde lid aan artikel 10 Boek 2 CBW (met vernummering <strong>van</strong><br />

<strong>het</strong> oude vierde lid tot lid vijf). Op grond <strong>van</strong> dit nieuwe artikellid mag de wederpartij, tenzij hij te kwader<br />

trouw handelt, vertrouwen op <strong>een</strong> door <strong>het</strong> bestuur of <strong>een</strong> bestuurder aan de wederpartij gerichte<br />

verklaring dat de rechtspersoon g<strong>een</strong> beroep zal doen op enige beperking <strong>van</strong> de<br />

vertegenwoordigingsbevoegdheid <strong>van</strong> <strong>het</strong> bestuur. De parlementaire geschiedenis noemt, als voorbeeld<br />

<strong>van</strong> <strong>een</strong> geval waarin de wederpartij geacht moet worden te kwader trouw te handelen, de<br />

14 Zelfs wanneer statuten goedkeuring vooraf vereisen, kan goedkeuring achteraf daarvoor in de plaats treden, aldus: Staten <strong>van</strong><br />

Curaçao, Landsverordening <strong>herziening</strong> Boek 2 CBW, Memorie <strong>van</strong> Toelichting, No. 3, p. 10.<br />

15 Art. 10 lid 3 <strong>van</strong> Boek 2 CBW.<br />

16 Staten <strong>van</strong> Curaçao, Landsverordening <strong>herziening</strong> Boek 2 CBW, Memorie <strong>van</strong> Toelichting, No. 3, p. 7.<br />

17 Staten <strong>van</strong> Curaçao, Landsverordening <strong>herziening</strong> Boek 2 CBW, Memorie <strong>van</strong> Toelichting, No. 3, p. 7-8 en 24.<br />

4


samenspanning met <strong>een</strong> bestuurder met <strong>het</strong> oogmerk de rechtspersoon te benadelen. 18 Ten behoeve<br />

<strong>van</strong> de rechtszekerheid en om te voorkomen dat <strong>een</strong> bestuurder onnadenkend handelt, moet de<br />

verklaring schriftelijk worden gedaan. 19 Blijkt achteraf dat <strong>een</strong> bestuurder de verklaring ten onrechte heeft<br />

afgegeven, dan is denkbaar dat hem in verhouding tot de rechtspersoon onbehoorlijk bestuur kan worden<br />

verweten. Op grond <strong>van</strong> <strong>het</strong> bovenstaande is <strong>het</strong> naar onze mening raadzaam om in iedere substantiële<br />

transactie met <strong>een</strong> <strong>Curaçaose</strong> rechtspersoon als opschortende voorwaarde op te nemen dat <strong>een</strong><br />

bestuurder deze verklaring afgeeft, waarop de wederpartij mag vertrouwen, tenzij hij te kwader trouw<br />

handelt.<br />

4. Gewijzigde tegenstrijdig belangregeling<br />

De tegenstrijdig belangregeling is ingekort en ver<strong>een</strong>voudigd. De regeling geldt door opname in <strong>het</strong><br />

algemene deel <strong>van</strong> Boek 2 CBW voor alle rechtspersonen, en treft als hoofdregel louter<br />

rechtshandelingen met of rechtsgedingen tegen <strong>een</strong> bestuurder. De rechtspersoon dient dan te worden<br />

vertegenwoordigd door de raad <strong>van</strong> commissarissen. Ontbreekt <strong>een</strong> raad <strong>van</strong> commissarissen, dan<br />

berust de vertegenwoordigingsbevoegheid bij de algemene vergadering of <strong>een</strong> door de algemene<br />

vergadering voor dat geval aangewezen persoon of orgaan. Omdat <strong>een</strong> stichting nu <strong>een</strong>maal g<strong>een</strong><br />

algemene vergadering heeft, geschiedt de aanwijzing bij de stichting op verzoek <strong>van</strong> <strong>een</strong><br />

belanghebbende door <strong>het</strong> gerecht in eerste aanleg <strong>van</strong> Curaçao. 20 Aan beperkingen als gevolg <strong>van</strong><br />

tegenstrijdig belang komt externe werking toe, dat wil zeggen: zulke restricties kunnen aan de wederpartij<br />

(lees: bestuurder) worden tegengeworpen.<br />

Reikwijdte tegenstrijdig belangregeling<br />

De wettelijke regeling bestrijkt iedere rechtshandeling tussen rechtspersoon en bestuurder, zelfs wanneer<br />

g<strong>een</strong> sprake is <strong>van</strong> tegenstrijdig belang. Illustratief is dat de bestuurder <strong>van</strong> <strong>een</strong> stichting, die <strong>een</strong><br />

schenking aan de stichting wil doen, de schenking niet namens de stichting kan aanvaarden (dat is<br />

noodzakelijk want <strong>een</strong> schenking is <strong>een</strong> tweezijdige rechtshandeling). 21 Een bestuurder blijft<br />

vertegenwoordigingsbevoegd in alle andere situaties waarin sprake is of kan zijn <strong>van</strong> tegenstrijdig belang.<br />

Gedacht kan worden aan <strong>het</strong> aangaan <strong>van</strong> <strong>een</strong> rechtshandeling met <strong>een</strong> rechtspersoon waar<strong>van</strong> <strong>een</strong><br />

bestuurder enig aandeelhouder is, of <strong>het</strong> sluiten <strong>van</strong> <strong>een</strong> arbeidsover<strong>een</strong>komst met de zoon <strong>van</strong> <strong>een</strong><br />

bestuurder. Het ruimere leerstuk <strong>van</strong> tegenstrijdig belang blijft echter ook op Curaçao voor deze gevallen<br />

<strong>van</strong> belang om te beoordelen of <strong>het</strong> bestuur zich behoorlijk <strong>van</strong> zijn taak heeft gekweten. 22 Denkbaar is<br />

daarnaast met betrekking tot rechtshandelingen in <strong>een</strong> pre-insolventie fase dat deze door <strong>een</strong> in zijn<br />

18<br />

Staten <strong>van</strong> Curaçao, Landsverordening <strong>herziening</strong> Boek 2 CBW, Memorie <strong>van</strong> Toelichting, No. 3, p. 8.<br />

19<br />

Artikel 10 lid 6 Boek 2 CBW. Op grond <strong>van</strong> <strong>het</strong> nieuwe art. 36 lid 1 Boek 2 CBW kan de verklaring ook worden ge-e-maild, tenzij<br />

de statuten anders bepalen.<br />

20<br />

Art. 11 lid 1 Boek 2 CBW.<br />

21<br />

Voorbeeld is ontl<strong>een</strong>d aan: H.Th.M. Burgers, ‘Vertegenwoordiging <strong>van</strong> rechtspersonen’, TAR Justicia 2005, no. 3, p. 112-113.<br />

22 Art. 14 lid 1 Boek 2 CBW en art. 162 Boek 6 CBW.<br />

5


verhaalsmogelijkheden benadeelde schuldeiser of door <strong>een</strong> curator <strong>van</strong> de rechtspersoon in faillissement<br />

met <strong>een</strong> beroep op de pauliana worden vernietigd. 23<br />

Van de wettelijke regeling kan in statuten, <strong>een</strong> vennootschappelijke over<strong>een</strong>komst of <strong>een</strong> krachtens de<br />

statuten door de algemene vergadering vastgesteld reglement worden afgeweken, tenzij <strong>het</strong> gaat om <strong>een</strong><br />

NV met <strong>een</strong> onafhankelijke raad <strong>van</strong> commissarissen. 24 Dat komt in de praktijk voor wanneer statuten de<br />

regeling <strong>van</strong> tegenstrijdig belang wegschrijven door te bepalen dat “iedere bestuurder ook in gevallen <strong>van</strong><br />

tegenstrijdig belang bevoegd is de NV te vertegenwoordigen”. De statuten kunnen de tegenstrijdig<br />

belangregeling ook uitbreiden, bijvoorbeeld door <strong>het</strong> bestuur onbevoegd te verklaren wanneer sprake is<br />

<strong>van</strong> <strong>een</strong> indirect tegenstrijdig belang. Een dergelijke statutaire bepaling kan de wederpartij in <strong>het</strong><br />

algem<strong>een</strong> voor de voeten worden geworpen. Met name omdat statuten de tegenstrijdig belangregeling<br />

kunnen uitbreiden, is <strong>een</strong> welkome handreiking voor de praktijk dat de wederpartij, tenzij hij te kwader<br />

trouw handelt, wederom mag vertrouwen op <strong>een</strong> verklaring <strong>van</strong> <strong>een</strong> of meer bestuurders dat de<br />

rechtspersoon g<strong>een</strong> beroep zal doen op <strong>het</strong> ontbreken <strong>van</strong> vertegenwoordigingsbevoegdheid als gevolg<br />

<strong>van</strong> <strong>een</strong> tegenstrijdig belang.<br />

Aanwijzigingsbevoegdheid algemene vergadering geschrapt<br />

De, evenals in Nederland bestaande, bevoegdheid <strong>van</strong> de algemene vergadering om ten allen tijde<br />

bijzondere vertegenwoordigers <strong>van</strong> de rechtspersoon aan te wijzen voor gevallen <strong>van</strong> tegenstrijdig belang<br />

is geschrapt. Met <strong>het</strong> vervallen <strong>van</strong> de bevoegdheid <strong>van</strong> de algemene vergadering om bijzondere<br />

vertegenwoordigers aan te wijzen, is ook verdwenen de corresponderende verplichting <strong>van</strong> bestuurders<br />

om de algemene vergadering tijdig op de hoogte te stellen <strong>van</strong> <strong>een</strong> tegenstrijdig belang.<br />

5. Gewijzigde regeling inzake doeloverschrijding<br />

De regeling <strong>van</strong> de doeloverschrijding geldt door opname in <strong>het</strong> algemene deel <strong>van</strong> Boek 2 CBW voor<br />

alle rechtspersonen. Het bestuur mag namens <strong>een</strong> rechtspersoon g<strong>een</strong> rechtshandeling aangaan die valt<br />

buiten zijn statutaire doelomschrijving. 25 De desbetreffende rechtshandeling is weliswaar geldig, maar<br />

kan door <strong>een</strong> rechtspersoon worden vernietigd wanneer de wederpartij wist of zonder eigen onderzoek<br />

moest weten dat daardoor <strong>het</strong> doel werd overschreden. 26 Slechts de rechtspersoon of diens curator in<br />

faillissement kan <strong>een</strong> beroep doen op deze vernietigingsgrond. De rechtspersoon kan de rechtshandeling<br />

binnen drie jaar na <strong>het</strong> aangaan daar<strong>van</strong> vernietigen, met dien verstande dat <strong>een</strong> beroep op<br />

doelomschrijving altijd kan worden gedaan als verweer tegen <strong>een</strong> vordering <strong>van</strong> de wederpartij. 27 De<br />

vervaltermijn <strong>van</strong> zes maanden die was opgenomen in <strong>het</strong> oude derde artikellid is door de<br />

Landsverordening <strong>herziening</strong> Boek 2 CBW helaas geschrapt.<br />

23 De bij de schuldenaar noodzakelijk aanwezige wetenschap dat <strong>van</strong> benadeling <strong>van</strong> schuldeisers sprake was, wordt in veel <strong>van</strong><br />

deze “verdachte transacties” geacht aanwezig te zijn door de bewijsvermoedens opgenomen in art. 39 Faillissementsbesluit 1931<br />

en art. 46 Boek 3 CBW.<br />

24 Art. 11 lid 2, 127/227 lid 4 en 140 lid 5 <strong>van</strong> Boek 2 CBW.<br />

25 Art. 13 lid 1 Boek 2 CBW.<br />

26 Art. 13 lid 2 Boek 2 CBW.<br />

27 Art. 52 lid 1 en 51 lid 3 Boek 3 CBW.<br />

6


Derdenwerking<br />

De rechtshandeling is vernietigbaar wanneer de wederpartij “wist of zonder eigen onderzoek moest<br />

weten” <strong>van</strong> de doeloverschrijding. Een wederpartij zal <strong>van</strong> de doeloverschrijding “moeten weten” wanneer<br />

g<strong>een</strong> redelijke twijfel kan bestaan dat <strong>het</strong> vennootschappelijk belang <strong>van</strong> de rechtspersoon niet is gediend<br />

bij de transactie. De vaststelling of dat <strong>het</strong> geval is, hangt af <strong>van</strong> alle omstandigheden <strong>van</strong> <strong>het</strong> geval,<br />

waarbij de statutaire doelomschrijving niet all<strong>een</strong> doorslaggevend is. 28 In de praktijk zullen twijfelgevallen<br />

blijven bestaan of <strong>een</strong> rechtshandeling in <strong>het</strong> belang is <strong>van</strong> <strong>een</strong> rechtspersoon en daarmee niet<br />

doeloverschrijdend, zoals <strong>het</strong> verlenen <strong>van</strong> <strong>een</strong> garantie voor de nakoming <strong>van</strong> verplichtingen <strong>van</strong><br />

groepsmaatschappijen.<br />

De <strong>Curaçaose</strong> wetgever heeft deze onzekerheid onderkend en in <strong>het</strong> belang <strong>van</strong> de rechtszekerheid <strong>een</strong><br />

aantal specifieke voorzieningen getroffen om de scherpe randjes <strong>van</strong> de regeling <strong>van</strong> doeloverschrijding<br />

(lees: externe werking) weg te nemen. De statuten kunnen ten eerste <strong>een</strong> beroep op doeloverschrijding<br />

uitsluiten, tenzij, en dat is nieuw, de rechtspersoon <strong>een</strong> stichting is. 29 Zelfs wanneer de statuten <strong>een</strong><br />

beroep op ultra vires uitsluiten, behoudt de doelomschrijving haar waarde als richtsnoer voor <strong>het</strong><br />

handelen <strong>van</strong> <strong>het</strong> bestuur. Een bestuur dat doeloverschrijdende rechtshandelingen aangaat, kan<br />

onbehoorlijke taakvervulling worden verweten en om die reden aansprakelijk zijn jegens de<br />

rechtspersoon. Een novum is dat de algemene vergadering <strong>van</strong> <strong>een</strong> rechtspersoon (die g<strong>een</strong> stichting is)<br />

expliciet gerechtigd is om <strong>een</strong> doeloverschrijdende rechtshandeling te bevestigen dan wel afstand kan<br />

doen <strong>van</strong> <strong>een</strong> beroep op doeloverschrijding. 30 Voordien bestond twijfel of <strong>een</strong> dergelijke rechtshandeling<br />

even<strong>een</strong>s doeloverschrijdend was, <strong>het</strong>g<strong>een</strong> in belangrijke transacties kon leiden tot de omslachtige<br />

oplossing om dan maar de statuten te wijzigen. De Landsverordening <strong>herziening</strong> Boek 2 CBW<br />

introduceert daarnaast dat de wederpartij mag afgaan op <strong>een</strong> schriftelijke verklaring <strong>van</strong> <strong>een</strong> of meer<br />

bestuurders dat de rechtspersoon g<strong>een</strong> beroep zal doen op doeloverschrijding, tenzij de rechtspersoon<br />

<strong>een</strong> stichting is. 31<br />

6. De vennootschappelijke over<strong>een</strong>komst<br />

De Landsverordening <strong>herziening</strong> Boek 2 CBW creëert voor de NV en BV <strong>een</strong> nieuwe rechtsfiguur, de<br />

“vennootschappelijke over<strong>een</strong>komst”, aan wiens bepalingen vennootschapsrechtelijke werking toekomt.<br />

De vennootschappelijke over<strong>een</strong>komst is <strong>een</strong> aandeelhoudersover<strong>een</strong>komst die aan de volgende<br />

cumulatieve vereisten voldoet:<br />

28 Zie aldus: HR 16 oktober 1992, NJ 1993, 98 (Westland/Utrecht) en HR 20 september 1996, NJ 1997, 149 (Playland). Zie in<br />

aansluiting daarop: Staten <strong>van</strong> Curaçao, Landsverordening <strong>herziening</strong> Boek 2 CBW, Memorie <strong>van</strong> Toelichting, No. 3, p. 11, waaruit<br />

blijkt dat <strong>het</strong> enkele feit dat <strong>een</strong> beperkte doelomschrijving in <strong>het</strong> handelsregister is gepubliceerd, onvoldoende is om <strong>een</strong> beroep op<br />

doeloverschrijding mogelijk te maken.<br />

29 Art. 13 lid 2 Boek 2 CBW.<br />

30 Art. 13 lid 3 Boek 2 CBW.<br />

31 Art. 13 lid 3 Boek 2 CBW.<br />

7


(i) de over<strong>een</strong>komst wordt schriftelijk vastgelegd en expliciet aangeduid als “vennootschappelijke<br />

over<strong>een</strong>komst”. Daarmee wordt bedoeld dat de over<strong>een</strong>komst in <strong>een</strong> vreemde taal mag worden<br />

opgesteld, mits de Nederlandse aanduiding “vennootschappelijke over<strong>een</strong>komst”, indien gewenst<br />

tussen haakjes, niet ontbreekt. De gedachte <strong>van</strong> de wetgever is dat anders misverstand zou<br />

kunnen bestaan of partijen hebben beoogd om <strong>een</strong> vennootschappelijke over<strong>een</strong>komst dan wel<br />

<strong>een</strong> “gewone” aandeelhoudersover<strong>een</strong>komst aan te gaan; 32<br />

(ii) de statuten bepalen dat de NV/BV kan toetreden tot <strong>een</strong> vennootschappelijke over<strong>een</strong>komst;<br />

(iii) naast de NV/BV zijn alle aandeelhouders partij bij de over<strong>een</strong>komst; en<br />

(iv) de statuten bepalen dat aandelen aan toonder (all<strong>een</strong> bij de NV) en schuldbrieven aan toonder<br />

(dit geldt zowel voor de NV als BV) niet kunnen worden afgegeven. 33<br />

De vennootschappelijke over<strong>een</strong>komst wordt namens de NV/BV aangegaan door <strong>het</strong> bestuur met<br />

voorafgaande goedkeuring <strong>van</strong> <strong>een</strong> eventuele raad <strong>van</strong> commissarissen. De over<strong>een</strong>komst dient door<br />

iedere bestuurder en eventuele commissaris te zijn ondertekend; bij <strong>het</strong> ontbreken <strong>van</strong> één hunner<br />

handtekening wordt de reden daar<strong>van</strong> vermeld aan de voet <strong>van</strong> de over<strong>een</strong>komst. 34 De over<strong>een</strong>komst<br />

voorziet in <strong>een</strong> praktische behoefte omdat <strong>het</strong> voor aandeelhouders wenselijk kan zijn belangrijke<br />

organisatieregels <strong>van</strong> de rechtspersoon op <strong>een</strong>voudige wijze te kunnen over<strong>een</strong>komen en wijzigen<br />

(zonder notariële tussenkomst), en zonder dat de over<strong>een</strong>komst behoeft te worden gepubliceerd. Het<br />

bestuur dient weliswaar ten kantore <strong>van</strong> <strong>het</strong> handelsregister opgaaf te doen <strong>van</strong> <strong>het</strong> bestaan en<br />

tenietgaan <strong>van</strong> <strong>een</strong> vennootschappelijke over<strong>een</strong>komst, maar de over<strong>een</strong>komst zelf behoeft niet te<br />

worden gedeponeerd. Bepalingen die zijn opgenomen in <strong>een</strong> vennootschappelijke over<strong>een</strong>komst kunnen<br />

in beginsel all<strong>een</strong> met instemming <strong>van</strong> alle aandeelhouders en de NV/BV worden gewijzigd, maar partijen<br />

kunnen anders afspreken. Zo kan in de vennootschappelijke over<strong>een</strong>komst worden opgenomen dat voor<br />

alle of bepaalde wijzigingen de goedkeuring <strong>van</strong> <strong>een</strong> meerderheid <strong>van</strong> de aandeelhouders voldoende is.<br />

Vennootschapsrechtelijke werking<br />

Anders dan bepalingen opgenomen in <strong>een</strong> gewone aandeelhoudersover<strong>een</strong>komst, komt aan bepalingen<br />

die zijn opgenomen in <strong>een</strong> vennootschappelijke over<strong>een</strong>komst in beginsel zowel verbintenisrechtelijke als<br />

vennootschapsrechtelijke werking toe, tenzij de statuten of de vennootschappelijke over<strong>een</strong>komst zelf<br />

vennootschapsrechtelijke werking uitsluiten. Met vennootschapsrechtelijke werking wordt bedoeld dat<br />

aan desbetreffende bepaling in beginsel dezelfde werking toekomt als aan <strong>een</strong> statutaire bepaling. Zo is<br />

<strong>een</strong> uitgifte <strong>van</strong> aandelen die strijdig is met <strong>een</strong> in de vennootschappelijke over<strong>een</strong>komst opgenomen<br />

blokkeringsregeling ongeldig, en kan <strong>een</strong> bestuursbenoeming die plaatsvindt zonder naleving <strong>van</strong> <strong>een</strong> in<br />

de vennootschappelijke over<strong>een</strong>komst opgenomen voorschrift, worden vernietigd. 35 Bepalingen die in<br />

statuten kunnen worden opgenomen, kunnen in plaats daar<strong>van</strong> ook in vennootschappelijke<br />

over<strong>een</strong>komsten worden opgenomen, behoudens bepalingen die <strong>van</strong> dusdanig belang worden geacht<br />

32 Staten <strong>van</strong> Curaçao, Landsverordening <strong>herziening</strong> Boek 2 CBW, Memorie <strong>van</strong> Toelichting, No. 3, p. 21.<br />

33 Art. 127/227 lid 3 Boek 2 CBW.<br />

34 Art. 127/227 lid 6 Boek 2 CBW.<br />

35 Art. 21 lid 3 Boek 2 CBW.<br />

8


dat opname in de statuten altijd voorgeschreven is, waaronder de wettelijk verplichte inhoud <strong>van</strong> de<br />

statuten, zoals de naam, de plaats in Curaçao waar de NV/BV zijn zetel heeft, <strong>het</strong> doel en <strong>een</strong><br />

voorziening voor belet en ontstentenis <strong>van</strong> bestuurders. Wel toegestaan is om <strong>een</strong> verplicht als statutaire<br />

bepaling voorgeschreven regeling nader in <strong>een</strong> vennootschappelijke over<strong>een</strong>komst uit te werken.<br />

Bepalingen in <strong>een</strong> vennootschappelijke over<strong>een</strong>komst, die in strijd zijn met de statuten, zijn nietig. 36<br />

Toekomstige aandeelhouders en andere derden<br />

Toekomstige aandeelhouders doen er verstandig aan om na te gaan of <strong>een</strong> vennootschappelijke<br />

over<strong>een</strong>komst is gesloten en wat de inhoud daar<strong>van</strong> is, want zij worden door <strong>het</strong> verkrijgen <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

aandeelhouderschap <strong>van</strong> rechtswege partij bij de vennootschappelijke over<strong>een</strong>komst. Daartegenover<br />

staat dat <strong>een</strong> aandeelhouder <strong>van</strong> rechtswege ophoudt partij te zijn bij <strong>een</strong> vennootschappelijke<br />

over<strong>een</strong>komst door verlies <strong>van</strong> zijn aandeelhouderschap. 37 Om te waarborgen dat aandeelhouders en<br />

andere derden voor wie <strong>een</strong> vennootschappelijke over<strong>een</strong>komst <strong>van</strong> belang kan zijn (denk aan<br />

kredietverschaffers of handelscrediteuren), <strong>van</strong> <strong>het</strong> bestaan daar<strong>van</strong> kunnen afweten, is één <strong>van</strong> de<br />

voorwaarden voor <strong>het</strong> bestaan <strong>van</strong> <strong>een</strong> vennootschappelijke over<strong>een</strong>komst dat statuten bepalen dat de<br />

NV/BV daartoe kan toetreden. Daarnaast is <strong>het</strong> bestuur verplicht om bij <strong>het</strong> handelsregister opgave te<br />

doen <strong>van</strong> <strong>het</strong> bestaan <strong>van</strong> <strong>een</strong> vennootschappelijke over<strong>een</strong>komst. Het ontbreken <strong>van</strong> <strong>een</strong> dergelijke<br />

opgave doet aan <strong>het</strong> karakter <strong>van</strong> <strong>een</strong> vennootschappelijke over<strong>een</strong>komst echter niet af.<br />

Externe werking<br />

Bepalingen opgenomen in <strong>een</strong> vennootschappelijke over<strong>een</strong>komst kunnen in beginsel all<strong>een</strong> aan <strong>een</strong><br />

derde worden tegengeworpen wanneer die derde kennis draagt <strong>van</strong> de bepalingen <strong>van</strong> de<br />

vennootschappelijke over<strong>een</strong>komst of de vennootschappelijke over<strong>een</strong>komst bij <strong>het</strong> handelsregister is<br />

gedeponeerd. 38 Deze regeling lijkt ons niet geheel ideaal, aangezien zij tot rechtsonzekerheid kan leiden<br />

wanneer meerdere partijen bij <strong>een</strong> transactie zijn betrokken, waar<strong>van</strong> sommige wel en anderen niet<br />

weten <strong>van</strong> <strong>het</strong> bestaan en de inhoud <strong>van</strong> de vennootschappelijke over<strong>een</strong>komst (en de<br />

vennootschappelijke over<strong>een</strong>komst niet is gedeponeerd bij <strong>het</strong> handelsregister). De geldigheid <strong>van</strong> <strong>een</strong><br />

over<strong>een</strong>komst of aandelenoverdracht zou in de lucht kunnen komen te hangen. Ook de regeling met<br />

betrekking tot toekomstige aandeelhouders is naar ons gevoel voor verbetering vatbaar. In <strong>een</strong> situatie<br />

waarin <strong>het</strong> bestuur verzuimde om opgave <strong>van</strong> <strong>het</strong> bestaan <strong>van</strong> <strong>een</strong> vennootschappelijke over<strong>een</strong>komst bij<br />

<strong>het</strong> handelsregister te doen, lijkt <strong>het</strong> ons onwenselijk dat <strong>een</strong> toekomstige aandeelhouder <strong>van</strong> rechtswege<br />

partij wordt bij <strong>een</strong> vennootschappelijke over<strong>een</strong>komst, waar<strong>van</strong> hij <strong>van</strong> <strong>het</strong> bestaan en de inhoud niet op<br />

de hoogte was. Een statutaire bepaling dat de vennootschap kan toetreden tot <strong>een</strong> vennootschappelijke<br />

over<strong>een</strong>komst, lijkt ons onvoldoende waarschuwing, met name wanneer <strong>een</strong> dergelijke bepaling zich,<br />

zoals verwacht mag worden, ontwikkelt tot <strong>een</strong> standaardbepaling in statuten <strong>van</strong> <strong>een</strong> <strong>Curaçaose</strong><br />

36 Artikel 1 lid 3 en 4 en 127/227 lid 10 CBW.<br />

37 Art. 127/227 lid 5 Boek 2 CBW.<br />

38 Art. 10 lid 3 Boek 2 CBW.<br />

9


vennootschap. Het komt ons raadzaam voor dat de wetgever de geconstateerde onvolkomenheden in de<br />

regeling in de toekomst wegneemt. Dat zou kunnen door de opgave door <strong>het</strong> bestuur bij <strong>het</strong><br />

handelsregister als vereiste voor de kwalificatie als vennootschappelijke over<strong>een</strong>komst te laten gelden en<br />

vervolgens iedere vennootschappelijke over<strong>een</strong>komst derdenwerking te geven, ook als de tekst <strong>van</strong> de<br />

over<strong>een</strong>komst niet is gedeponeerd bij <strong>het</strong> handelsregister. Belanghebbenden zijn dan voldoende<br />

gewaarschuwd en kunnen inzage in de vennootschappelijke over<strong>een</strong>komst eisen voordat zij <strong>een</strong><br />

rechtshandeling met betrekking tot de vennootschap aangaan.<br />

Gewone aandeelhoudersover<strong>een</strong>komst<br />

Een over<strong>een</strong>komst gesloten tussen aandeelhouders die niet aan alle wettelijke voorwaarden voldoet om<br />

te kwalificeren als vennootschappelijke over<strong>een</strong>komst, geldt in de regel slechts als “gewone”<br />

aandeelhoudersover<strong>een</strong>komst. Aan bepalingen die zijn opgenomen in <strong>een</strong> aandeelhoudersover<strong>een</strong>komst<br />

komt in beginsel all<strong>een</strong> verbintenisrechtelijke werking toe. Vóór inwerkingtreding <strong>van</strong> de<br />

Landsverordening <strong>herziening</strong> Boek 2 CBW was dat anders en werd op Curaçao aangenomen dat aan<br />

aandeelhoudersover<strong>een</strong>komsten vennootschapsrechtelijke werking toekwam. Het belangrijkste argument<br />

daarvoor was de wettelijke verankering die <strong>het</strong> oude tweede lid <strong>van</strong> artikel 127 Boek 2 CBW aan de<br />

aandeelhoudersover<strong>een</strong>komst gaf. 39 De Landsverordening <strong>herziening</strong> Boek 2 CBW voorziet niet in<br />

eerbiedigende werking <strong>van</strong> de juridische gevolgen <strong>van</strong> <strong>een</strong> onder <strong>het</strong> oude recht gesloten<br />

aandeelhoudersover<strong>een</strong>komst, en aandeelhouders die willen bewerkstellingen dat <strong>een</strong><br />

aandeelhoudersover<strong>een</strong>komst vennootschapsrechtelijke werking behoudt zullen zowel de<br />

aandeelhoudersover<strong>een</strong>komst als de statuten moeten aanpassen zodat de over<strong>een</strong>komst kwalificeert als<br />

vennootschappelijke over<strong>een</strong>komst.<br />

<strong>Curaçaose</strong> rechter dwingendrechtelijk bevoegd<br />

De rechter in eerste aanleg in Curaçao is bevoegd kennis te nemen <strong>van</strong> alle rechtsvorderingen die<br />

voortvloeien uit <strong>een</strong> vennootschappelijke over<strong>een</strong>komst. Deze regel is <strong>van</strong>uit Curaçaos perspectief <strong>van</strong><br />

dwingend recht en partijen kunnen dan ook niet voor <strong>een</strong> buitenlands forum opteren, met dien verstande<br />

dat partijen wel voor arbitrage kunnen kiezen. 40 De wetgever verdedigt deze keuze niet geheel<br />

overtuigend door te stellen dat procedures die voortvloeien uit <strong>een</strong> vennootschappelijke over<strong>een</strong>komst<br />

zowel <strong>een</strong> verbintenisrechtelijke als <strong>een</strong> vennootschapsrechtelijke component kunnen hebben, wat tot<br />

competentieproblemen zou kunnen leiden. 41 Wij denken dat deze competentieregel <strong>een</strong> demper zal zijn<br />

op <strong>het</strong> gebruik <strong>van</strong> vennootschappelijke over<strong>een</strong>komsten, omdat verwacht mag worden dat de veelal<br />

buitenlandse aandeelhouders <strong>van</strong> <strong>Curaçaose</strong> NV’s of BV’s de beslechting <strong>van</strong> geschillen uit <strong>een</strong><br />

39<br />

Zie in deze zin: K. Frielink, Rechtspersonen en personenvennootschappen naar Nederlands Antilliaans en Arubaans recht,<br />

Kluwer: Deventer, 2006, p. 119.<br />

40<br />

Art. 9 Boek 2 CBW. Wij nemen aan dat, net als in Nederland, arbitrage all<strong>een</strong> mogelijk is wanneer <strong>het</strong> gaat om geschillen die ter<br />

vrije bepaling <strong>van</strong> partijen staan. Zo bepaalde de Hoge Raad, 10 november 2006, JBPr 2007, nr 32 (Groenselect Management NV),<br />

m.nt. B.A. Boersma dat vernietiging <strong>van</strong> <strong>een</strong> besluit <strong>van</strong> <strong>een</strong> orgaan <strong>van</strong> de rechtspersoon, met <strong>het</strong> oog op de daaruit, zowel voor<br />

de rechtspersoon als derden, voortvloeiende rechtsgevolgen en met <strong>het</strong> oog op de rechtszekerheid, niet ter vrije bepaling staat <strong>van</strong><br />

partijen en zich daarom niet l<strong>een</strong>t voor arbitrage.<br />

41<br />

Staten <strong>van</strong> Curaçao, Landsverordening <strong>herziening</strong> Boek 2 CBW, Memorie <strong>van</strong> Toelichting, No. 3, p. 25.<br />

10


vennootschappelijke over<strong>een</strong>komst niet bij uitsluiting aan <strong>een</strong> <strong>Curaçaose</strong> rechter zullen willen<br />

voorleggen. Deze bevoegdheidsregel betekent ook dat vonnissen gewezen door buitenlandse rechters<br />

die betrekking hebben op geschillen voortvloeiend uit vennootschappelijke over<strong>een</strong>komsten in de regel<br />

niet in Curaçao zullen worden erkend en ten uitvoer worden gelegd.<br />

7. Varia<br />

7.1 Enquêteregeling<br />

Door de Landsverordening <strong>herziening</strong> Boek 2 CBW wordt als nieuwe Titel 8 (artikelen 270 t/m 286 <strong>van</strong><br />

Boek 2 CBW, met vernummering <strong>van</strong> de oude Titel 8 tot Titel 9) <strong>een</strong> voor alle rechtspersonen geldende<br />

enquêteregeling ingevoerd. Dat is opvallend omdat bij invoering <strong>van</strong> Boek 2 CBW in 2004 nog<br />

weloverwogen was afgezien <strong>van</strong> <strong>het</strong> overnemen <strong>van</strong> de Nederlandse enquêteregeling. Tot de<br />

koerswijziging is besloten <strong>van</strong>wege <strong>het</strong> relatieve succes <strong>van</strong> de enquêteregeling in Nederland en omdat<br />

<strong>het</strong> uit oogpunt <strong>van</strong> preventie als gemis is ervaren dat op Curaçao tot dusverre g<strong>een</strong> procedure bestond<br />

tot efficiënte beslechting <strong>van</strong> conflicten tussen aandeelhouders en/of met bestuurders <strong>van</strong> NV’s en BV’s.<br />

De regeling komt grotendeels over<strong>een</strong> met de Nederlandse enquêteregeling, al zijn op enkele punten<br />

ver<strong>een</strong>voudigingen aangebracht. We volstaan met <strong>een</strong> beknopte samenvatting <strong>van</strong> de enquêteregeling<br />

en <strong>het</strong> signaleren <strong>van</strong> de belangrijkste afwijking ten opzichte <strong>van</strong> <strong>het</strong> huidige en komende Nederlandse<br />

enquêterecht, 42 te weten de regeling omtrent de voorlopige voorziening.<br />

De procedure wordt aanhangig gemaakt bij <strong>het</strong> Gem<strong>een</strong>schappelijk Hof <strong>van</strong> Justitie <strong>van</strong> Aruba, Curaçao,<br />

Sint Maarten en <strong>van</strong> de BES-eilanden als in eerste instantie oordelende rechter. 43 Het enquêteverzoek<br />

kan bij <strong>een</strong> NV of BV worden ingediend door aandeelhouders die <strong>een</strong> tiende <strong>van</strong> <strong>het</strong> eigen vermogen<br />

vertegenwoordigen of ten minste <strong>een</strong> tiende <strong>van</strong> <strong>het</strong> aantal stemmen ten aanzien <strong>van</strong> alle onderwerpen<br />

kunnen uitbrengen. 44 De rechtspersoon is niet bevoegd om <strong>een</strong> enquêteprocedure te entameren, terwijl<br />

de curator in geval <strong>van</strong> faillissement <strong>van</strong> de rechtspersoon daartoe wel bevoegdheid toekomt (maar de<br />

rechtspersoon kan <strong>een</strong> derde die bevoegdheid wel toekennen). 45 Het Gem<strong>een</strong>schappelijk Hof <strong>van</strong> Justitie<br />

kan één of meer personen benoemen tot <strong>het</strong> instellen <strong>van</strong> <strong>een</strong> onderzoek naar <strong>het</strong> beleid en de gang <strong>van</strong><br />

zaken <strong>van</strong> <strong>een</strong> rechtspersoon wanneer blijkt <strong>van</strong> gegronde redenen om aan <strong>een</strong> juist beleid te twijfelen. 46<br />

Het Gem<strong>een</strong>schappelijk Hof <strong>van</strong> Justitie oordeelt op basis <strong>van</strong> <strong>het</strong> onderzoek of sprake is <strong>van</strong> wanbeleid<br />

en zij kan dan desgewenst definitieve voorzieningen treffen. 47 Net als in Nederland betreft de<br />

enquêteprocedure één feitelijke instantie, en kan beroep in cassatie worden ingesteld bij de Hoge Raad.<br />

Voorlopige voorziening<br />

42<br />

Kamerstukken II 2010-2011, 32887, nr. 2, Voorstel tot Wijziging <strong>van</strong> Boek 2 <strong>van</strong> <strong>het</strong> Burgerlijk Wetboek in verband met de<br />

aanpassing <strong>van</strong> <strong>het</strong> recht <strong>van</strong> enquête.<br />

43<br />

Art. 271 lid 1 Boek 2 CBW.<br />

44<br />

Art. 272 lid 1 sub c Boek 2 CBW.<br />

45<br />

Art. 272 lid 2 sub c Boek 2 CBW. Deze bevoegdheid komt de rechtspersoon naar thans vigerend Nederlands recht evenmin toe,<br />

maar <strong>het</strong> voorgenomen art. 346 lid sub d <strong>van</strong> Boek 2 Nederlands BW brengt daar verandering in.<br />

46<br />

Art. 274 lid 1 en 3 Boek 2 CBW.<br />

47 Art. 282 lid 1 en 3 juncto 283 Boek 2 CBW.<br />

11


In de Nederlandse ondernemingsrechtpraktijk is <strong>van</strong> groot belang gebleken dat de rechter in elke stand<br />

<strong>van</strong> <strong>het</strong> geding voorlopige voorzieningen kan treffen. De mogelijkheid tot <strong>het</strong> treffen <strong>van</strong> voorlopige<br />

voorzieningen keert terug in de <strong>Curaçaose</strong> variant, maar verschilt op enkele belangrijke punten met de<br />

huidige en toekomstige Nederlandse enquêteregeling. Een eerste verschil is dat de kring <strong>van</strong> personen<br />

die <strong>een</strong> voorlopige voorziening kunnen uitlokken niet is beperkt tot de verzoeker tot enquête. Ook<br />

onderzoekers, de rechtspersoon en <strong>het</strong> openbaar ministerie zijn daartoe bevoegd. 48 Een tweede afwijking<br />

is dat de maatstaf op grond waar<strong>van</strong> <strong>het</strong> Hof beslist <strong>een</strong> voorlopige voorziening toe te wijzen verschilt<br />

naar gelang <strong>van</strong> de indiener <strong>van</strong> <strong>het</strong> verzoek. Zo kan <strong>een</strong> voorlopige voorziening worden toegewezen op<br />

verzoek <strong>van</strong> <strong>het</strong> openbaar ministerie wanneer redenen <strong>van</strong> openbaar belang 49 of <strong>het</strong> dringende belang<br />

<strong>van</strong> <strong>een</strong> belanghebbende dat vereist. Wanneer verzoeker tot enquête verzoekt om <strong>een</strong> voorlopige<br />

voorziening is de toetsst<strong>een</strong> of diens belang of dat <strong>van</strong> de rechtspersoon dat eist. Anders dan in<br />

Nederland, is <strong>het</strong> belang <strong>van</strong> <strong>het</strong> onderzoek g<strong>een</strong> zelfstandige grondslag voor toewijzing <strong>van</strong> <strong>een</strong><br />

voorlopige voorziening, tenzij de onderzoekers verzoeken <strong>een</strong> voorlopige voorziening te treffen. Een<br />

laatste verschil is dat de voorlopige voorzieningen die <strong>het</strong> Hof kan toewijzen limitatief zijn opgesomd in de<br />

wet. 50<br />

7.2 Bestuurdersaansprakelijkheid in faillissement<br />

De aangepaste regeling inzake bestuursaansprakelijkheid bij faillissement, die is opgenomen in <strong>het</strong><br />

algemene deel <strong>van</strong> Boek 2 CBW en geldt voor alle rechtspersonen die <strong>een</strong> onderneming drijven, maakt<br />

<strong>het</strong> moeilijker om bestuurders aansprakelijk te houden. Iedere bestuurder is in beginsel hoofdelijk<br />

aansprakelijk voor <strong>het</strong> faillissementstekort, wanneer sprake is geweest <strong>van</strong> kennelijk onbehoorlijk bestuur<br />

en aannemelijk is dat dit <strong>een</strong> belangrijke oorzaak is <strong>van</strong> <strong>het</strong> faillissement. 51 Indien niet is voldaan aan de<br />

boekhoudplicht of de jaarrekening niet tijdig is of wordt opgemaakt, dan wordt, behoudens tegenbewijs,<br />

vermoed dat ook voor <strong>het</strong> overige sprake is geweest <strong>van</strong> kennelijk onbehoorlijk bestuur en dat<br />

onbehoorlijk bestuur <strong>een</strong> belangrijke oorzaak is <strong>van</strong> <strong>het</strong> faillissement, tenzij <strong>het</strong> <strong>een</strong> “onbelangrijk<br />

verzuim” betreft. 52 De Landsverordening <strong>herziening</strong> Boek 2 CBW verruimt de gevallen waar de in de<br />

vorige zin genoemde bewijsvermoedens niet intreden. Zelfs wanneer ernstige gebreken kleven aan de<br />

jaarrekening, leidt dat all<strong>een</strong> tot <strong>het</strong> intreden <strong>van</strong> de bewijsvermoedens wanneer, mede gelet op de aard<br />

<strong>van</strong> de onderneming, redelijkerwijs niet kan worden gezegd dat <strong>het</strong> gaat om <strong>een</strong> serieus opgemaakte<br />

jaarrekening. 53 Bovendien wordt ten aanzien <strong>van</strong> de verplichting tot <strong>het</strong> tijdig opmaken <strong>van</strong> de<br />

jaarrekening slechts gelet op de jaarrekening over de laatste twee afgesloten boekjaren (voorh<strong>een</strong> ging<br />

<strong>het</strong> om <strong>een</strong> periode <strong>van</strong> drie jaar voorafgaande aan <strong>het</strong> faillissement of surseance <strong>van</strong> betaling).<br />

48<br />

Art. 276 lid 1 Boek 2 CBW.<br />

49<br />

In HR 10 januari 1990, NJ 1990, 466 (Ogem) werd <strong>een</strong> openbaar belang aangenomen omdat <strong>het</strong> faillissement <strong>van</strong> Ogem de<br />

belangen <strong>van</strong> <strong>een</strong> veel ruimere kring raakte dan all<strong>een</strong> die der betrokken aandeelhouders en werknemers.<br />

50<br />

Art. 276 lid 3 Boek 2 CBW.<br />

51<br />

Art. 16 lid 1 Boek 2 CBW<br />

52<br />

Art. 16 lid 2 Boek 2 CBW.<br />

53<br />

Staten <strong>van</strong> Curaçao, Landsverordening <strong>herziening</strong> Boek 2 CBW, Memorie <strong>van</strong> Toelichting, No. 3, p. 12-13.<br />

12


Volledigheidshalve zei opgemerkt dat de besproken wijzigingen niet gelden voor schending <strong>van</strong> de<br />

boekhoudplicht.<br />

8. Tot slot<br />

Het <strong>rechtspersonenrecht</strong> <strong>van</strong> Curaçao is per 1 januari 2012 ingrijpend gewijzigd. De belangrijkste<br />

onderdelen <strong>van</strong> de wetswijziging zijn in <strong>het</strong> bovenstaande beschreven. De meest in <strong>het</strong> oog springende<br />

aanpassingen zijn waarschijnlijk de twee hiernavolgende. Een wederpartij mag, tenzij hij te kwader trouw<br />

handelt, afgaan op <strong>een</strong> door <strong>het</strong> bestuur of <strong>een</strong> bestuurder aan de wederpartij gerichte schriftelijke<br />

verklaring dat de rechtspersoon g<strong>een</strong> beroep zal doen op <strong>een</strong> beperking <strong>van</strong> de<br />

vertegenwoordigingsbevoegdheid, <strong>een</strong> tegenstrijdig belang of op doeloverschrijding. Bovendien is <strong>een</strong><br />

nieuwe rechtsfiguur geïntroduceerd, de vennootschappelijke over<strong>een</strong>komst. Dat is <strong>een</strong><br />

aandeelhoudersover<strong>een</strong>komst die aan strikte vormvereisten voldoet en aan wiens bepalingen in beginsel<br />

vennootschapsrechtelijke werking toekomt. De vennootschappelijke over<strong>een</strong>komst voorziet in <strong>een</strong><br />

praktische behoefte en <strong>het</strong> lijkt ons <strong>het</strong> heroverwegen waard om de vennootschappelijke over<strong>een</strong>komst<br />

ook <strong>een</strong> plekje te geven in Boek 2 Nederlands BW. Wel zouden we er voorstander <strong>van</strong> zijn om de al<br />

voorgeschreven opgave bij <strong>het</strong> handelsregister door <strong>het</strong> bestuur als <strong>een</strong> vereiste voor de kwalificatie als<br />

vennootschappelijke over<strong>een</strong>komst te laten gelden en vervolgens iedere vennootschappelijke<br />

over<strong>een</strong>komst derdenwerking te geven, ook als de tekst <strong>van</strong> de over<strong>een</strong>komst niet is gedeponeerd bij <strong>het</strong><br />

handelsregister. Dit laatste om de door ons geconstateerde problemen met de vennootschappelijke<br />

over<strong>een</strong>komst te voorkomen.<br />

13

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!