Ausgabe 2-2012.indd - merenpoortclub

1
Merenpraet
Uitgave 2/2012
2
Vereniging van Merenpoortzeilers
Merenpoort Clubblad
Offi cieel orgaan van de Belangenvereniging van
Merenpoorteigenaren
35e jaargang nr. 2 augustus 2012
Adressen:
Vorzitter:
Piet-Jean Boegem
Vlindermeent 76
1218 CW Hilversum
0031(0)35-693 19 56
Redactie:
Birgit & Heiner Thebing
Kammerkamp 46
33428 Marienfeld
0049 (0)5247-8673
voorzitter@merenpoortclub.nl redactie@merenpoortclub.nl
Secretaris:
Simon Bakker
Zomertaling 18
8532 BB Lemmer
0031(0)514-569 124
Internet:
www.merenpoortclub.nl
info@ merenpoortclub.nl
Contributie leden: 23,00 € per jaar
Donateurs: 13,00 € per jaar
secretaris@merenpoortclub.nl
Penningsmeester:
Betaalingen:
Ron Leenaars
postgiro nr. 442 0077
Landkamp 43
tnv VER VAN MERENPOORTZEILERS
6909 CG Babberich
0031(0)316-248 007
Babberich
penningsmeester@merenpoortclub.nl Beitragsüberweisungen:
Bestuurlid:
ACHTUNG! NEUE KONTODATEN!
Sascha Bakker-Schoppen
Auch die deutschen Mitglieder können ihren
Zomertaling 18
Beitrag auf das niederländische Konto überwei-
8532 BB Lemmer
sen:
0031(0)514-569 124
tnv VER VAN MERENPOORTZEILERS
bestuurlid2@merenpoortclub.nl
Bestuurlid:
IBAN: NL83INGB0004420077
BIC: INGBNL2A
Heiner Thebing
Advetentietariven voor commerciele Doeleinden:
Kammerkamp 46
1 hele pagina: 72 € per jaar
33428 Marienfeld
1/2 pagina: 36 € per jaar
0049 (0)5247-8673
1/4 pagina: 18 € per jaar
bestuurlid1@merenpoortclub.nl
KvK inschrijving nr. 40060873
Leden Adverteren gratis!
Mits niet voor commerciele doeleinden
2

3
Van de voorzitter
Beste Merenpoortvrienden,
Voor Alice en mij zit de zomervakantie er al
weer op. Dit jaar hebben we onze vakantie in
Friesland doorgebracht met onze nieuwe boot
de SACHA. Een prachtige Provincie met
vele leuke stadjes en dorpen in afwisselende
landschappen. Dit alles doorsneden en
aaneengeregen door kanalen, vaarten en
plassen. Zowel op het water als op de fi ets
hebben we echt genoten van Friesland. De
Friezen zijn bijzonder aardige en directe
mensen. Fijn om mee om te gaan.
Op zaterdag 9 juni zijn we bij de opening
geweest van de geheel nieuwe winkel van
de Merenpoortwerf. Het was slecht weer dat weekend, maar Johan Wind vond dat
positief. “De mensen komen dan snel naar binnen en dan kunnen ze zien wat er
allemaal te koop is”.
Namens de vereniging heb ik Jacco en Henk gefeliciteerd met hun prachtige winkel.
De hele dag was er aanloop en binnen was het een gezellige drukte.
Het Hemelvaartweekend was dit jaar weer een succes. Om donderdag genoeg plek
te hebben aan de Marrekritestijger bij de molen trotseerde de organisatie woensdag
de harde wind, om genoeg plek te hebben op de plaats van samenkomst. Alice en ik
vonden het niet verstandig om onze nieuwe boot op woensdag los te maken.
Hemelvaartsdag en de dagen daarna was het prima weer. Een ieder heeft genoten van
de vele heerlijke gerechten die anderen hadden klaargemaakt. Ook het bezoek aan de
molen en het schitterende natuurgebied waar we lagen hadden een brede interesse.
In één woord “Een Voltreffer”. Jenny, Klaas, Birgit en Heiner, Bravo!!
Nu staat het zomerweekend weer voor de deur. De organisatie rekent op een ieder.
Dus tot ziens in Echtenerbrug.
Piet-Jean
3
4
Van de voorzitter
Beste Merenpoortfreunde,
für Alice und mich sind die Sommerferien
schon wieder Vergangenheit. Den Urlaub
haben wir auf unserem neuen Boot SACHA
in Friesland verbracht. Eine prächtige Provinz
mit vielen hübschen Städtchen und Dörfern
in abwechslungsreicher Landschaft, die von
Kanälen, Flüssen und Seen durchschnitten
wird. Wir haben Friesland nicht nur mit dem
Boot genossen, sondern auch mit dem Fahrrad
erkundet. Die Friesen sind besonders nette
Leute. Schön, sie näher kennen zu lernen.
Am Samstag dem 9. Juni waren wir bei der
Eröffnung des neuen Wassersportladens der
Merenpoortwerft dabei. Das Wetter meinte es nicht gut, aber Johan Wind sah das von
der positiven Seite. „Die Menschen schauen schneller herein und können sehen, was
es alles zu kaufen gibt“ Im Namens des Merenpoortclubs habe ich Henk und Jacco
zu ihrem prächtigen Laden gratuliert. Der Andrang hielt den ganzen Tag an und innen
herrschte eine gemütliche Enge.
Das Himmelfahrtstreffen war in diesem Jahr wieder ein Erfolg. Die Organisatoren
hatten schon am Mittwoch dem harten Wind getrotzt, um für den folgenden Tag
genügend Liegeplätze am Marrekritesteiger bei der Mühle frei zu halten. Wir haben
unser neues Boot an diesem stürmischen Mittwoch vorsichtshalber nicht losgemacht.
Das ganze Himmelfahrtswochenende hatten wir prima Wetter. Das Naturgebiet war
beindruckend. Wohl alle fanden die Besichtigung der Mühle besonders interessant.
Beim Merenpoortdinner konnten wir leckere und abwechslungsreiche Gerichte
genießen.
Mit einem Wort: „Ein Volltreffer“! Ein Bravo für Jenny, Klaas, Birgit und Heiner!
Jetzt steht das Sommerfest vor der Tür. Die Organisatoren rechnen auf euch.
Bis dann in Echtenerbrug!
Piet-Jean
4

5
Van de redactie
De zomer is bijzonder heet en droog en dat is
niet voor het eerst. Overal is het droog, zelfs aan
de waterkant.
Ook op het kleine Waddeneiland Bosch vindt het
vermagerde vee nog nauwelijks iets te eten.
Bosch was ooit deel van het 15 kilometer
lange eiland Monnikenlangeoog, waarop
zich een bloeiend dorpje bevond. In oude
kronieken berichtte de Abt Emo over een
hevige strijd tussen de steden Eenrum en
Uithuizen om het eigendomsrecht van de Friese
“Monikenlangenoe”. De zee had al sinds lange
tijd de duinenrijen uit elkaar geslagen en van
Monikenlangeoog rezen nog slechts de zandplaat Rottumeroog en het eiland Bosch
op uit de vloed.
We bevinden ons in het jaar 1570. Dat werd geen goed jaar. De Nederlanden bevonden
zich aan de vooravond van de tachtigjarige oorlog tegen Spanje. Bosch was intussen
het eigendom van het Klooster Aduard. Op de zanderige vlakte schraapten de laatste
boeren hun karige bestaan bijeen en er was geen inkomen voor de strandvoogd. Die
moest in opdracht van de Monniken van Adudard gestrande schepen en juttersgoed
bergen.
Op de lange hitte volgde een stormachtige herfst. Op 1 november ziet de strandvoogd
de horizon over het wad verdwijnen. Midden op de dag werd het een inktzwarte nacht.
Een verschrikkelijk onweer breekt los. Een orkaan, die maar niet eindigen wil, stuwt
een tot dan ongekende watermassa op. Vertwijfeld drijven de boeren het vee voor
zich uit en proberen die in de duinen te redden. Maar het is te laat. De storm verslindt
alles wat zich op Bosch bevond. Deze “Allerheiligenvloed“ laat het eiland zogoed
als volledig in de golven verdwijnen. Rond 1640 is het niet meer dan een zandplaat
die bij hoogwater bijna overspoelt wordt. De “Kerstvloed“ van 1717 laat dan Bosch
voorgoed verdwijnen.
In deze moderne tijd zoeken wetenschappers en geschiedenis liefhebbers naar het
“Atlantis van het Noorden”.
Daar de Wadden eilanden langzaam van het westen naar het oosten verplaatsen,
vermoedde men Bosch lange tijd onder het oosteinde van het huidige Schiermonnikoog.
Een bodemradar ontdekte hier bijzondere formaties van zandbanken. Ook brokken
steen kwamen te voorschijn. Het raadsel van Monnikenlangeoog is daarmee nog niet
opgelost, mogelijk werden er bakstenen op de schepen getransporteerd.
In de zomer van 2012 stevende de Merenpoort SWELTSJE op de haven van
5
6
Schiermonnikoog aan. Vanwege de toenemende verzanding van de oude vaarweg kiest
ze de nieuwe “vaargeul“ die provisorisch door gele tonnen wordt aangegeven. Het is
90 minuten voor hoogwater. Voorzichtig glijdt de boot verder. De man voor de mast
peilt ijverig de waterdiepte met de vaarboom. Alles lijkt goed. Anderhalve meter en
meer. Dan plotseling: bijna niets meer!! De vaarboom is op iets zeldzaams, iets hards
gestoten. Dat kan geen zand en ook zeker geen modder zijn. De bemanning draait af
en wil op hoogwater wachten. Bij de tweede poging, een uur later duikt de staak weer
onder. Tot op heden is het de man voor de mast niet bij te brengen dat hij wel aan de
hoge vaarwater zijde rondgestoken heeft. Nee, het was geheel en al onverklaarbaar en
werkelijk geheimzinnig.
Toch resten van het eiland Bosch???
Birgit en Heiner
PS Een iets andere versie van de tocht kunt u op pagina 18 in deze Merenpraet lesen.
Van de redactie
Der Sommer ist besonders heiß und trocken
und das nicht zum ersten Mal. Überall mangelt
es an Wasser. Auch auf der kleinen Watteninsel
Bosch fi ndet das abgemagerte Vieh kaum noch
Futter. Bosch war einst Teil des 15 Kilometer
langen Eilands Monnikenlangeoog, auf dem es
ein blühendes Dörfchen gab. In alten Chroniken
berichtet Abt Emo von einem heftigen Krieg
zwischen den Städten Eenrum und Uithuizen um die
Besitzrechte am friesischen “Monikenlangenoe”.
Die See hat schon vor langer Zeit die Dünenkette
auseinandergerissen. Von Monnikenlangeoog
ragen nur noch die Sandplatte Rottumeroog und die Insel Bosch aus den Fluten.
Wir befi nden uns anno 1570. Es wird kein gutes Jahr. Die Niederlande stehen am
Vorabend des Achtzigjährigen Krieges mit Spanien. Bosch ist inzwischen Eigentum
des Klosters Aduard. Auf der sandigen Fläche fristen letzte Bauern ihr karges Dasein
und es gibt eine Kate für den Strandvogt. Der muss im Auftrag der Mönche von
Aduard gestrandete Schiffe und Strandgut abbergen.
Der langen Hitze folgt ein stürmischer Herbst. Am 1.November sieht der Strandvogt
6

7
den Horizont über dem Watt verschwinden. Mitten am Tage wird es bleischwarze
Nacht. Ein verheerendes Unwetter zieht auf. Ein Orkan, der nicht enden will, drückt
bis dato nicht gekannte Wassermassen heran. Verzweifelt treiben die Bauern ihr Vieh
vor sich her und versuchen sich auf die Dünen zu retten. Es ist zu spät. Der Sturm
verschlingt alles, was sich auf Bosch je befunden hat.
Die „Allerheiligenfl ut“ lässt das Eiland beinahe vollständig in den Wellen versinken.
Um 1640 ist es nicht mehr als eine Sandplatte, die bei Hochwasser beinahe überspült
wird. Die „Weihnachtsfl ut“ von 1717 bringt Bosch für immer zum Verschwinden.
In moderner Zeit suchen Wissenschaftler und Geschichtsliebhaber nach dem „Atlantis
des Nordens“. Da die Watteninseln langsam von West nach Ost wandern, vermutete
man Bosch lange unter dem Ostende des heutigen Schiermonnikoog. Ein Bodenradar
entdeckte hier besondere Formationen der Sandschichten. Auch Steinbrocken kamen
ans Tageslicht. Das Rätsel um Monnikenlangeoog ist damit nicht gelöst, schließlich
wurden Backsteine auch auf Schiffen transportiert.
Im Sommer 2012 steuert die Merenpoort SWELTSJE den Jachthafen der Insel
Schiermonnikoog an. Wegen zunehmender Versandung des alten Fahrweges wählt sie
den neuen „vaargeul“, der provisorisch durch gelbe Tonnen gekennzeichnet ist. Es ist
90 Minuten vor Hochwasser. Vorsichtig schleicht das Boot voran. Der Mann vor dem
Mast tastet eifrig die Wassertiefe mit dem Staken. Alles scheint klar. Anderthalb Meter
und mehr. Doch plötzlich: Beinahe nichts
mehr! Der „vaarboom“ ist auf etwas
Seltsames, Hartes gestoßen. Das kann
kein Sand und erst recht nicht Modder
sein. Die Besatzung dreht ab und will auf
höheres Wasser warten. Beim zweiten
Anlauf, eine Stunde später, taucht der
Spuk nicht wieder auf.
Bis heute ist dem Mann vor dem Mast
nicht beizubiegen, dass er wohl an der
hohen Fahrwasserkante herumgestochert
hat. Nein, es bleibt für ihn ganz und gar
unerklärlich und richtig geheimnisvoll.
Doch Reste der Insel Bosch???
PS: Eine etwas andere Version der
Fahrt fi ndet ihr auf Seite 23 in dieser
Merenpraet.
Birgit & Heiner
7
8
Uitnodiging voor het Zomerweekend 2012
Het zomerweekend wordt , zoals te doen gebruikelijk, gehouden in Echtenerbrug
De formule voor het zomerweekend is echter iets anders dan andere keren.
Vrijdagmiddag beginnen we rond 15:00 uur met een welkomst drankje (happy hour)
Daarna wordt een nautische boeken / rommelmarkt ingericht waar ieder zijn overtollige
spullen weer kan aanbieden. Er zit altijd wel iets bij dat je kunt gebruiken!
Vrijdagavond is er de mogelijkheid om zelfgemaakte foto’s via een PowerPoint
presentatie of fi lmpjes te vertonen. Het beste kunt u de presentatie en fi lmpjes kant en
klaar op een USB stick zetten en die meenemen, zodat Birgit die af kan spelen via de
laptop.
Zaterdag: Als iedereen lekker is uitgeslapen en herstelt van de vermoeienissen van
de vorige avond (het glas heffen kan soms erg zwaar werk zijn) is de palaver voor de
wedstrijd van zaterdagmiddag.
Er zijn mooie prijzen te winnen, dus zorg dat uw schip zo snel mogelijk is.
Alle soorten zeilen zijn toegestaan, alleen geen motor (ook geen elektrische)!
8

9
Na de wedstrijd zal er een BBQ worden opgesteld die gebruikt mag worden door
iedereen. Voor houtskool wordt gezorgd. Evenals voor stokbrood en kruidenboter,
kaas, worst snacks en borrelnootjes.
Een ieder die dat wil mag een salade of iets dergelijks maken voor zichzelf of om
neer te zetten op het buffet (zoals bij het merenpoort diner) waar iedereen van nemen
mag.
Voor vlees, worst of vis voor op de BBQ dient u dus zelf te zorgen. De bar is geopend
om tegen een geringe vergoeding uw drankjes te bestellen.
Na het eten zullen de winnaars van de zeilwedstrijd bekend gemaakt worden en
daarna zal de mogelijkheid geboden worden om uw vaardigheden met het Vikingenspel,
sjoelen of een een spel te spelen waarbij een boot te winnen is !!! Voor de rest laten de
organisatoren het graag aan het toeval over wat er nog meer zal gaan gebeuren.
Zondag: Nadat iedereen weer van een goede nachtrust heeft kunnen genieten, zullen
we gezamenlijk om 10:00 uur de hal weer schoonmaken en bezemschoon opleveren.
Na nog even wat napraten rond de picknick buitentafels zullen de meesten weer
afscheid nemen tot het volgende treffen.
Simon, mede namens de organisatie: Ron & Nelleke, Birgit & Heiner en Sascha.
9
10
Sommerfest 2012
Am Himmelfahrtstreffen, als alle Merenpoortler mit dem Zubereiten des
Merenpoortdinners beschäftigt waren, fand sich der Vorstand zu einer kurzen Sitzung
ein. Das Hauptthema war: Ist für das Sommerfest 2012 alles klar?
Im letzten Jahr feierten wir ein kleines, aber nicht minder fröhliches Sommerfest.
Einziger Programmpunkt in 2011 war die Regatta am Samstag.
Nun soll es in diesem Jahr wieder etwas mehr Abwechslung geben.
Wie soll das Sommerfest aussehen?
Simon hat die Filmabende von 2009 und 2010 noch in lebhafter Erinnerung. Wir
sagen hier nur: Die fl iegende Merenpoort! Simon wünscht sich deshalb wieder einen
Filmabend.
So soll am Freitag für jedes Clubmitglied die Möglichkeit bestehen, Filme oder Bilder
zu zeigen. Zwei Merenpoortler konnte die Redaktion schon schanghaien:
• Die GRAUTVORNIX berichtet von ihrer Tour 2012.
•
Der BLUE PETER wird das Himmelfahrtstreffen noch einmal Revue passieren
lassen.
Heiner und ich haben auf den vergangenen Rommelmärkten viele Bücher verkauft.
10

11
Deshalb haben wir angeregt, wieder einen Flohmarkt aufzubauen. Von Freitag
bis Sonntag darf der Merenpoortler Bücher und alles, was er nicht mehr braucht,
feilbieten.
Am Samstag, nach der großen Merenpoortregatta, soll ein Spiel den Abend
spannend gestalten. Wir wollen hier nicht zu viel verraten, aber… es wird noch einen
Bootswettstreit geben und der Hauptpreis ist ein Schiff. Großes Merenpoortehrenwort!
Kein “Tot slot“!
Das Abendessen am Samstag wird uns ein wenig an das Merenpoortdinner erinnern:
Es werden einige Holzkohlegrills aufgebaut, auf denen nach eigenem Geschmack
mitgebrachtes Fleisch oder Fisch gegrillt werden kann und jedes Mitglied spendiert
einen Salat für das große Salatbuffet. Baguette mit Kräuterbutter und Käse, Wurst &
“borrelnootjes“ werden aus der Clubkasse gesponsert.
Hier die Agenda:
Freitag, den 17.08.2012:
15:00 Uhr: Die Clubkasse lädt zur Happy Hour ein!
Danach bereiten wir die Halle für das Fest vor und bauen den Flohmarkt auf.
Abends treffen wir uns in der Halle, sitzen gemütlich beieinander und schauen die
mitgebrachten Filme und Bilder an.
Samstag, den 18.08.2012:
11:30 Uhr: Großes Palaver, die Regattastrecke wird bekanntgegeben.
14:00 Uhr: Die Merenpoorts fahren den Pokal 2012 aus.
19:00 Uhr: Grillen, jedes Mitglied stiftet einen Salat für das gemeinsame Buffet.
Im Laufe des Abends fi nden Spiele und die Preisverleihungen statt.
Sonntag, den 19.08.2012:
10:00 Uhr: Gemeinsam räumen wir die Halle auf. Danach heißt es Abschied
nehmen.
Wir freuen uns auf ein schönes Sommerfest 2012 und viel Merenpoortler.
Birgit, im Namen der Organisatoren Ron & Nelleke, Simon & Sascha en Heiner.
11
12
Hoe ik aan mijn schip kwam
Beste merenpoorters,
Birgit vertelde mij dat jullie graag willen weten wie de nieuwe clubleden zijn.
Ik ben dus Lutz en kom uit Neuss, ben 55 jaar en 32 jaar getrouwd met Andrea. Onze
kinderen zijn al lang de deur uit en vanaf die tijd zijn we bootjes-gek.
Onze eerste boot had geen zeil, maar een fl inke motor en voer op de Elbe altijd tussen
Meissen in Sachsen en de landsgrens heen en weer. Leuk om ervaring op te doen,
maar slecht voor de portemonnee...
Vanaf dat we verhuisd zijn naar de Neder-Rijn zijn we overgeschakeld op het bezeilen
van de thuiswateren “de Maasplassen”. Onze eerste twee zeilschepen waren sportieve
“eierklutsers” waar we bij mooi weer veel plezier aan beleefden – maar met slechts
7 meter lengte waren ze bij slecht weer weinig uitnodigend. Dus zochten we naar
een “vriendelijke” boot voor elk weertype en vonden onze Merenpoort. Op de keper
beschouwd is zij helemaal niet van ons – maar we mogen haar altijd gebruiken en als
tegenprestatie moeten we haar onderhouden.
Helaas is onze hoeveelheid tijd vanwege onze werkzaamheden zeer beperkt en Echtenerbrug
is heel ver weg. Dus dit jaar zit een bezoek er niet in. Maar we verheugen ons
er op om jullie eens in de toekomst ook persoonlijk te leren kennen.
Mocht het zo zijn dat een van jullie ooit in het gebied rond Roermond/Maasbracht
komen, dan zijn jullie bij deze van harte op de koffi e of voor een glas wijn uitgenodigd
aan boord van de 9.30 mtr. lange Merenpoort “SANTA II”. Ze heeft bouwnummer 81
en is in “Het Steel” in Roermond of in de omliggende wateren te vinden.
Ik wens jullie altijd een handbreedte water onder de kiel.
Andrea en Lutz
12

13
Wie ich an mein Schiff kam
Liebe Merenpoortler,
Birgit sagte mir, Ihr wollt gern wissen, wer neu im Club ist.
Ich bin also Lutz aus Neuss, 55 Jahre und seit 32 Jahren mit Andrea verheiratet. Unsere
Kids sind längst aus dem Haus und seither sind wir boat-people...
Unser erstes Boot hatte kein Segel, aber einen dicken Motor und fuhr auf der Elbe
immer zwischen Meißen in Sachsen und der böhmischen Grenze hin und her. Gut zum
Lernen, aber schlecht für den Geldbeutel...
Seit unserem Umzug an den Niederrhein sind wir zu den Seglern mit Heimatrevier
„Maasplassen“ gewechselt. Unsere ersten zwei Segelboote waren sportliche „Eierbecher“,
die bei schönem Wetter jede Menge Spaß machten - aber mit ihren 7m Länge
bei schlechtem Wetter wenig einladend waren. So suchten wir nach einem „gemütlichen“
Boot für jedes Wetter und fanden unsere Merenpoort. Genau genommen gehört
sie uns gar nicht - aber wir dürfen sie jederzeit segeln und müssen sie dafür erhalten.
Leider ist unser Zeitbudget der Arbeit wegen sehr begrenzt und Echtenerbrug recht
weit weg... Das wird also in diesem Jahr nichts mehr mit einem Besuch. Aber irgendwann
im kommenden Jahr freuen wir uns darauf, Euch auch persönlich kennen zu
lernen. Sollte der eine oder andere von Euch in den Raum Roermond / Maasbracht
kommen, dann ist er schon jetzt herzlich zu einem Kaffee oder auch Wein an Bord der
9.30m Merenpoort „SANTA II“ eingeladen. Sie hat die Baunummer 81 und ist in „Het
Steel“ in Roermond oder auf den umliegenden Gewässern zu fi nden.
Immer eine Handbreit Wasser unter dem Kiel wünschen Euch
Andrea und Lutz
13
14
Hemevaartbijeenkomst 2012
Beste Merenpoort vrienden,
Mij is gevraagd of ik een verslagje wil schrijven van het Hemelvaart treffen op 16, 17
en 18 mei 2012.
Wij zijn met de NAUTILUS donderdagmorgen vertrokken naar de molen “De
Rietvink”. Woensdag regende het nogal. Simon & Sascha en Heiner & Birgit waren
er al wel heengegaan om voor allen een plaatsje vrij te houden. Zodoende konden wij
mooi aanmeren bij de boot van Sascha en Simon.
In de loop van de dag kwamen er al meer Merenpoorters en lag er een mooie vloot.
Donderdagmiddag zijn we met z’n allen naar de molen gelopen en daar werd ons
koffi e/thee + appelgebak aangeboden door onze club. Super!
Vrijdagmorgen bij het opstaan leek het weer mooi en kwamen er weer een paar boten.
In de loop van de middag waren we compleet met een mooi aantal nl. 14 boten. Dat
is mooi voor de organisatie.
Vrijdagmiddag om ± 15.00 uur zijn we naar de molen geweest voor een rondleiding
14

15
door de molen verzorgd door Lia. Zij is de molenaar. Doordat er niet zoveel ruimte in
de molen is, ben ik maar niet meegegaan. Ik ben er nl. al een paar keer in geweest.
Na de rondleiding werd er weer koffi e/thee + appelgebak aangeboden door onze
Merenpoortclub. Om ± 18.00 uur werden we verwacht bij het Merenpoort diner.
Iedereen neemt dan wat te eten en te drinken mee en dat lieten we ons goed smaken.
Lekker onder de partytenten die ze donderdag al hadden opgezet. Iets minder leuk
waren de vliegjes. Neefjes zoals wij ze noemen. Die begonnen behoorlijk lastig te
worden. Een paar van ons kregen een idee om een vuurtje te maken en fl ink te roken.
Dan gaan ze wel weg. Nou sommigen van ons gingen ook maar naar hun boten want
de rook is ook niet alles. Maar al met al was het een leuke avond.
Zaterdagmorgen vertrokken de meesten huiswaarts. Ook wij gingen met de NAUTILUS
richting Lemmer. Een paar bleven nog tot zondag.
Ik vond het een geslaagd Merenpoort treffen.
Met vriendelijke groeten,
Jenny Lenstra
(NAUTILUS)
15
16
Himmelfahrtstreffen 2012
Liebe Merenpoortfreunde,
ich wurde gebeten, über unser diesjähriges Himmelfahrtstreffen zu schreiben, das am
16. 17. und 18. Mai 2012 stattfand.
Wir sind am Donnerstagmorgen mit unserer NAUTILUS zum Treffpunkt an der
Mühle “De Rietvink” aufgebrochen. Am Mittwoch regnete und stürmte es zu sehr.
Simon & Sascha und Heiner & Birgit sind allerdings schon früher losgefahren, um für
alle ein Plätzchen freizuhalten. So konnten wir ganz bequem bei Simon und Sascha
längsseits gehen.
Im Laufe des Tages kamen dann jede Menge Merenpoortler und wir wurden eine
schöne Flotte. Donnerstagnachmittag sind wir alle zur Mühle gegangen. Die Clubkasse
hatte zu Kaffee oder Tee mit „Appelgebak“ eingeladen. Eine Superidee!
Am Freitagmorgen war das Wetter noch schöner und es kamen noch mehr
Merenpoortler. Insgesamt waren wir dann mit 14 Merenpoorts. Ein schöner Erfolg für
uns Organisatoren.
Mittags, so gegen 15 Uhr, begann die Führung durch die Mühle. Sie wurde von Lia,
der Müllerin geleitet. Weil es in einer Mühle doch sehr eng ist, habe ich an der Führung
nicht teilgenommen. Ich kenne die Mühle und bin schon einige Male dort gewesen.
16

17
Nach dem wir uns alles genau angeschaut haben, hat der Club ein weiteres Mal zu
Kaffee/Tee und Apfelkuchen geladen.
Gut 18 Uhr wurde das große Merenpoortdinner eröffnet. Jeder brachte etwas zu essen
und trinken mit und gemeinsam ließen wir es uns schmecken. Weniger schön waren
die Mücken, die wir “Neefjes“ nennen. Sie wurden zu einer richtigen Plage. Ein paar
Merenpoortler kamen auf die Idee, ein Lagerfeuer zu machen. Gelegenheit, sich eine
Zigarette anzustecken. Dann sind die Nervensägen schnell verschwunden. Nun, auch
einige Clubmitglieder verschwanden in ihren Booten. Der Rauch kann genau wie die
Fliegen stören. Aber alles in allem war es ein schöner Abend.
Samstagmorgen fuhren die meisten Merenpoortler Richtung Heimat. Auch uns zog
es mit unserer NAUTILUS wieder nach Hause, nach Lemmer. Ein paar Mitglieder
blieben bei dem schönen Wetter noch bis Sonntag.
Ich fand es ein gelungenes Merenpoorttreffen.
Viele herzliche Grüße
Jenny Lenstra
(NAUTILUS)
17
18
Een reis naar Schiermonnikoog
In april, zo tegen Pasen, kwam SWELTSJE na een week in de schoonheidssalon bij de
Merenpoortwerf, weer in haar element.
Zoals altijd om deze tijd, beginnen we ons dan ook af te vragen waar we onze zomerreis
heen zullen maken. De afgelopen jaren hadden we het IJsselmeer, het Markermeer en
de Randmeren afgestruind. Ze zijn heel mooi, maar we wilden nu eens iets anders.
“Wat denk je van de Staande mastroute” vraagt ik Heiner, “die moet heel mooi zijn”.
”Ik weet het niet zo net, is dat niet te saai?” antwoordt hij. Nou ja, dat kunnen we altijd
nog wel eens doen.
Bij het Hemelvaarttreffen, tijdens het merenpoort diner, komen we met Elke en
Wolfgang van de SEEBÄR in gesprek “Vaar gewoon eens naar Schiermonnikoog, het
is een prachtig eiland!” ; daar zijn ze het samen roerend over eens. “Het eiland is voor
beginnende Waddenzeilers gewoonweg ideaal”.
Die avond horen we nog veel over het eiland, waar Elke en Wolfgang aansluitend aan
het weekend heen zullen varen. Ze hebben nog vier weeken vakantie.
En ons besluit staat vast: we gaan deze zomer naar Schier, zo noemen de Nederlanders
hun eiland. Met een twinkeling in mijn ogen zeg ik “dan varen we dus toch de Staande
mastroute.”
Teruggekomen duikt Heiner gelijk in de stromingsatlas en de nieuwe 1812-kaart.
18

19
“Het is helemaal niet zo moeilijk” verklaart hij mij, “Hier de vaargeul door, dan
daaromheen, dan de gele en rode tonnen aan bakboord houden en hopla de haven in.”
Klinkt logisch. Ik vertrouw me helemaal aan mijn navigator toe.
Van internet wordt meer informatie gehaald. Er zijn berichten over de vaart, de meest
gunstige vertrektijden en …. aanbevelingen voor de maximale diepgang. 1.30 mtr,
dieper moet de boot niet steken. SWELTSJE heeft een diepgang van 1.25 mtr nadat de
kiel verlengd is. Dat is dus 5 cm minder dan aanbevolen, maar dan ook maar 5 cm!!!
Heiner twijfelt, ik vertel hem van de GRAUTVORNIX, die zelfs met zijn 1,30 mtr al
een paar keer daar was.
Op woensdag voor Fronleichnam wordt SWELTSJE beladen. Vier en een halve week
vakantie liggen voor ons. We worden verrast door een bezoek van Elke en Wolfgang,
die zojuist terug zijn van hun tocht. Ze hadden ons bij de voorbereidingen gezien en
wilden ons nog een paar tips geven. Terwijl de mannen zich over de zeekaart buigen,
vertelt Elke me over het eiland. Ze hebben een heel mooie tijd tot na Pinksteren op
Schier doorgebracht. “Jullie moeten beslist de vaargeul bij laagwater bekijken. Dan
weet je vanaf dan precies hoe het op het Wad toegaat.” Met deze laatste raad gaan
beiden weer weg.
Op donderdag gaan we vroeg op pad. Met wind uit het zuiden zeilen we eerst het
Tjeukemeer over richting Scharsterbrug. Vandaar op de motor verder tot voorbij Joure,
over het Sneekermeer en Akrum naar Grou. We leggen aan op de laatste plaats aan de
stadskade. Geluk moet je wel eens hebben. De volgende twee dagen staat er een 5 tot
6 bft wind en bij vlagen zelfs ook 7 bft. Een kennis is tijdens het lange weekend naar
Texel gevaren. Op vrijdag komt een SMS: zijn op Texel binnengewaaid. Nou ja, de
storm was voorspeld, die had er beter niet kunnen zijn.
Op zaterdag komt er regen en wind. We liggen lekker in Grou, lezen en horen kanaal
16 uit van onze marifoon.
Op zondag gaan we verder. Ons plan is om vandaag naar Leeuwarden te varen, want
er zal, zo hopen we, weinig trein en autoverkeer zijn op zondag, dit plan wordt helaas
doorkruist.
Bij de eerste brug in Leeuwarden eindigt onze reis: Wegens herstelwerkzaamheden
aan de spoorbrug blijft deze brug tot maandagmorgen 6 uur gesloten !!!
Wat nu? We zoeken een ligplaats. Direct bij de brug kunnen we niet blijven. De
wachtsteiger heeft geen verbinding met de wal en dat is met Fricka wel een vereiste.
We vinden in de buurt in een idyllisch industriegebied een romantische haven. Nou
ja, voor een nacht zal dat wel gaan.
Op maandag zijn we om 9 uur weer terug op weg naar “het bruggen traject
Leeuwarden”. Om 11 uur hebben we ze achter ons. God zei dank! Tot nu toe kende
ik de term schroefwater alleen uit het reisverslag van de GRAUTVORNIX. Nu weet
ik hoe dat aanvoelt. Met ons ging ook een baggerplatform met een duwboot door de
19
20
eerste bruggen. Ik raakte kort voor de doorvaart in zijn schroefwater en SWELTSJE
slingerde vervaarlijk heen en weer. Maar alles ging goed. Vier bruggen voeren we
gezamenlijk door, dan scheidden zich onze wegen. Wij gingen de stad binnen, de
duwcombinatie ging richting Harlingen. Na vijf uren varen bereikten we ons doel
voor deze dag: Dokkum.
Dokkum is een mooi middeleeuws stadje, in de vorm van een stervormige vesting.
We zullen op de terugreis hier nog een bezoekje afl eggen en wat langer blijven. Nu
moeten we eerst maar naar het noorden zien te komen; naar Lauwersoog. Op dinsdag
zijn we er. De haven Nordergat is een tip van Wolfgang. “Leg daar aan. Van daaruit
kan je naar de vissershaven lopen. Eet dan beslist bij “Visser Vis” een visje en kijk
dan bij de visserij benodigdheden zaak even rond. Daar liggen kettingschakels die je
niet kunt tillen. ’s Avonds kunnen jullie dan in het clubhuis De roode hooft een biertje
pakken.”
En precies zo hebben we het gedaan. Lekker vis gegeten bij “Visser Vis” en ons vergaapt
aan de touwblokken bij de visserij benodigdheden winkel. Alleen van dat biertje in
het clublokaal is niets terecht gekomen. De vereniging was in moeilijkheden, er waren
geen vrijwilligers te vinden voor de bardienst. Door de week is het gesloten.
Op donderdag gaan we naar Schier. Volgens de havenmeester, getijdentabellen, PCprogramma
en de havendienst van Schiermonnikoog is er een uur vóór hoogwater
genoeg H 2 O onder de kiel om de haven te bereiken.
Hoogwater is om 19:25 uur, dus komen we rond 18:25 in de haven aan. “We vertrekken
hier om half vier. De eerste mijlen hebben we de stroming tegen. Wie weet hoeveel
(grond)snelheid we werkelijk hebben? Het is beter dat we te vroeg aankomen dan te
laat”, meent Heiner. Hoe dan ook, ik vind dat we ruimschoots de tijd hebben. Drie uur
voor zes zeemijlen. Maar ja, ik ben alleen maar de stuurman.
Om drie uur vertrekken we uit Nordergat en varen naar de sluis. Het duurt bijna een
half uur voor we geschut worden. Dan gaan we de haven van de vissersschepen in.
Die is rondom afgesloten met een hek, als een apenkooi. Wolfgang heef helemaal
gelijk. Hier wil je niet vrijwillig liggen.
Bij het aanleggen helpt een schipper van een platbodem. Als hij Fricka ziet, roept hij
zijn vrouw. “Zij houdt van honden”. Een jonge vrouw komt uit de kajuit, gaat over de
voorplecht en stapt op de steiger. Eigenlijk niet de moeite van het vermelden waard,
maar ….zij is blind.
“We varen al lang met elkaar en houden van de Wadden” verklaart hij ons en zij
vult aan “vooral het droogvallen vinden we erg mooi”. We zijn onder de indruk.
Helemaal versteld sta ik als zij bij de afvaart aan het roer gaat, de motor start en
wegvaart. Hij geeft de commando’s en bemoeit zich ondertussen met de landvasten
en de stootwillen.
We vertrekken – volgens plan – drie uur voor hoogwater. Ik laat het SWELTSJE niet
met het gebruikelijke toerental lopen, want nu lopen we al 3 knopen grondsnelheid.
20

21
Deze SABB tweecilinder diesel is toch zeer krachtig. De Waddenzee is rustig, absoluut
SWELTSJE-weer.
Alleen de vissers veroorzaken een kleine Tsunami. Na anderhalf uur zijn we bijna bij
de gele tonnen en we gaan steeds langzamer. We zijn veel te vroeg, denk ik bij mezelf,
maar zeg niets. Heiner schiet tussen de navigatietafel en de kuip voortduren heen en
weer. Nog een uur en 20 minuten voordat het hoogwater is.
We wagen de overtocht. Heiner heeft zich met de vaarboom bewapend, die een
markering heeft met witte tape op 1,25 meter. Dus pas op Schier, we komen!
Ik houd me met een sluipvaart zo dicht mogelijk bij de gele tonnen. Zo dicht, dat we ze
bijna kunnen aanraken. Na de derde ton blijft de witte markering boven de waterlijn.
Heiner duwt ons met een zet naar stuurboord, we draaien om. Het is nog te vroeg. Ik
vaar terug. Nou mooi, dat belooft nog wat. We spreken met de havenmeester. 1,25
meter diepgang? Dan moet je nog wachten tot 7 uur, dan komt er meer water bij.
Ik stuur de vaargeul op en af en kijk de schepen vol afgunst na, die de haveningang van
Schier indraaien. Heiner vraagt zich nu af of Schiermonnikoog wel een verstandige
keus was.
Vlak voor zeven uur onze tweede poging. Wederom sluipen we langs de gele tonnen,
nu met meer afstand. Het gaat. De vaarboom verdwijnt diep in het water.
De zes gele tonnen worden gepasseerd en de rode boeien liggen voor ons. Heiner is nog
steeds met de vaarboom bezig, met regelmaat wordt die in het water gestoken. Dan een
21
22
boze blik en de opgewonden woorden: “Wat doe je nou? Die staken moeten ook aan
bakboord blijven! Moeten we soms vastlopen?” Staken? Die stomme dunne dingen
had ik in mijn opwinding helemaal niet gezien. Ik wend meteen naar stuurboord. Dat
ging ook weer net goed. Een schietgebedje aan de lieve God. Ik vaar met 1,5 knopen
verder en Heiner manipuleert met zijn vaarboom weer in het rond. Hier wordt het
vlakker, hier wordt het nog vlakker, we liggen vast!!! “Vooruit omdraaien, ik heb het
helemaal gehad, terug naar Lauwersoog !” “Onzin” antwoord ik, “we zitten niet vast,
we varen. Nu wordt er ook niet omgedraaid. De havenmeester zegt dat we binnen
kunnen lopen en dan kan dat ook!” De daarna volgende woordenwisseling zal ik jullie
sparen. Feit blijft echter, dat Heiner op de boeg bleef staan en ik me in stilte met mijn
MP bezig hield zodat SWELTSJE net even na zevenen de havenhoofden passeerde.
De havenmeester wees ons een ligplaats aan en hielp bij het aanleggen. “Daar zijn
jullie dan, hartelijk welkom.” Nadat het schip op orde gebracht was en wij met Fricka
richting havenkantoor liepen, kreeg mijn schipper een dikke kus. Zo doen wij dat!
Nu willen jullie vast wel weten, waarom SWELTSJE nog dreef, toen de staken al heel
wat anders deden vermoeden. Heel eenvoudig: Heiner had – om veiligheids redenen -
de markering NIET op 1,25 mtr geplakt. Die bevond zich op 1.53 mtr !!!
Vijf heerlijke dagen hebben we op Schier doorgebracht. We hebben veel gewandeld,
hebben een bezoek gebracht aan de vuurtoren, zijn langs het strand gelopen en zijn,
uiteraard, wezen wadlopen.
Bij laag water stond in de vaargeul nog 70 cm water. Overal alleen maar slik. Je
kunt heel goed zien hoe de havenmonding meandert. Wie zich hier niet exact aan de
tonnen en staken houdt, loopt vast. De haven heeft dank zei een drempel altijd een
gegarandeerde diepte van 1,50 mtr. Men ligt heel makkelijk langszij aan de steiger,
die met de getijden mee omhoog en weer omlaag gaat.
Volgend jaar zullen we deze reis herhalen, want:
Schiermonnikoog is een reis waard!
Groeten van
Birgit.
P.s. Mogelijk kunnen we middels dit reisverslag een paar Merenpoorters enthousiast
maken om met ons volgend jaar juni als MP-vloot naar Schier te varen.
22

23
Eine Reise nach Schiermonnikoog
Im April –zu Ostern- kam SWELTSJE nach einer Woche Kosmetikstudio bei der
Merenpoortwerft wieder in ihr Element.
Wie immer zu dieser Zeit, beginnen wir uns zu fragen, wohin der Sommertörn gehen
soll. In den letzten Jahren haben wir das Ijsselmeer, Markermeer und die Randmeere
„abgeklappert“. Sie sind sehr schön, aber mir stand der Sinn nach etwas anderem.
„Was hältst du von der Staande mastroute?“ fragte ich Heiner. „Sie soll sehr schön
sein.“ „Ach, ich weiß nicht so recht, ist das nicht zu fad?“ Nun ja, wir haben ja noch
Zeit.
Beim Himmelfahrttreffen kommen wir mit Elke & Wolfgang vom SEEBÄR ins
Gespräch. „Fahrt doch einmal nach Schiermonnikoog, es ist eine wunderschöne
Insel!“, sind sich die beiden einig. „Die Insel ist für Anfänger des “waddenvaren”
einfach ideal.“
Abends hören wir noch viel von dem Eiland, zu dem Elke & Wolfgang im Anschluss
an unser Treffen aufbrechen werden. Sie haben vier Wochen Urlaub.
Und unser Entschluss steht auch fest: Es geht in diesem Sommer nach Schier, so
nennen die Niederländer ihre Insel. Mit einem zwinkernden Auge sage ich „Da fahren
wir ja doch die Staande mastroute.“
Zuhause schnappt sich Heiner gleich den alten Stromatlas und die neu erworbene
1812-Karte. „Ist gar nicht so schwer“ erläutert er mir. „Hier dem Fahrwasser entlang,
23
24
da herum, dann die gelben und roten Tonnen an Backbord liegen lassen und schwups
in den Hafen.“ Klingt logisch. Ich verlasse mich ganz und gar auf meinen Navigator.
Aus dem Internet werden weitere Informationen geholt. Es gibt Berichte über die
Ansteuerung, den optimalen Abfahrtszeitpunkt und… Empfehlungen für den
maximalen Tiefgang. Tiefer als 1,30 m sollte ein Boot nicht stecken. SWELTSJE hat
einen Tiefgang von 1,25 m nach der Kielverlängerung. Das sind also 5 cm weniger
als empfohlen, aber auch nur 5 cm!!! Heiner zweifelt, ich berichte ihm von der
GRAUTVORNIX, die sogar mit 1,30 m schon ein paar Mal auf Schier war.
Mittwoch vor Fronleichnam wird SWELTSJE beladen. Viereinhalb Wochen Urlaub
liegen vor uns. Überraschend bekommen wir Besuch: Elke & Wolfgang –gerade
zurück von ihrem Törn- haben uns bei den Urlaubsvorbereitungen gesehen und wollen
uns noch mit ein paar Tipps versorgen. Während die Männer über der Seekarte die
Köpfe zusammenstecken, erzählt mir Elke von der Insel. Sie haben die sehr schöne
Zeit bis nach Pfi ngsten auf Schier verbracht. „Ihr müsst euch unbedingt die Fahrrinne
bei Niedrigwasser anschauen! Da weiß man nachher ganz genau, wie das im Watt
funktioniert.“ Mit diesem letzten Rat verlassen uns die beiden.
Donnerstag geht es früh los. Mit südlichem Wind segeln wir über das Tjeukermeer
Richtung Scharsterbrug. Ab da geht es unter Motor weiter, vorbei an Joure, durch das
Sneekermeer und Akrum nach Grou. Wir erwischen den letzten Platz an der Stadtkade.
Glück muß man haben. Die nächsten beiden Tage bläst es mit 5-6 bft, in Böen auch
gerne 7. Ein Bekannter ist über das lange Wochenende nach Texel gefahren. Am
Freitag kommt seine SMS: “Sind auf Texel eingeweht.” Naja, der Sturm war angesagt.
Das mußte nicht sein.
Samstagmittag kommt noch Regen zum Wind. Wir liegen “lekker” in Grou, lesen und
lauschen dem Kanal 16 unserer Funke.
Am Sonntag geht’s weiter. Unser Plan, heute durch Leeuwarden zu fahren -denn an
einem Sonntag wird doch wohl hoffentlich weniger Bahn- und Autoverkehr herrschen-
wird leider durchkreuzt.
An der ersten Brücke in Leeuwarden endet unsere Reise vorläufi g: Wegen
Renovierungsarbeiten an der Eisenbahnbrücke bleibt diese bis Montagmorgen 6 Uhr
geschlossen!!!
Was nun? Wir suchen einen Liegeplatz. Direkt an der Brücke können wir nicht bleiben.
Der Wartesteiger hat keine Verbindung zum Land, mit Fricka unmöglich. Wir fi nden
im nahen “idyllischen” Industriegebiet einen dazu passenden Hafen. Nun ja, für eine
Nacht wird es gehen.
Am Montag sind wir um 9 Uhr auf der “Brückentour Leeuwarden“. Um 11 Uhr haben
wir sie hinter uns. Gott sei Dank! Bisher kannte ich den Begriff Schraubenwasser nur
aus dem Reisetagebuch der GRAUTVORNIX. Jetzt weiß ich, wie es sich anfühlt.
Mit uns ging auch einen Baggerplattform -geschoben von einem Schiff- durch die
ersten Brücken. Ich geriet kurz vor einer Durchfahrt in das Schraubenwasser und
24

25
SWELTSJE drehte sich bedrohlich hin und her. Aber alles ging gut. Vier Brücken
durchfuhren wir gemeinsam, dann trennten sich unsere Wege. Wir fuhren in die Stadt,
der Schubverband Richtung Harlingen. Nach fünf Stunden Fahrt erreichten wir unser
Tagesziel Dokkum.
Dokkum ist ein schönes mittelalterliches Städtchen, eine sternförmige Festung. Wir
werden sie auf der Rückreise noch einmal besuchen und dann länger bleiben. Jetzt
heißt es erst einmal: Ab nach Norden, nach Lauwersoog. Am Dienstag sind wir da.
Der Hafen Nordergat ist ein Tipp von Wolfgang. „Legt euch dorthin! Von da aus
könnt ihr in den Fischereihafen laufen. Esst beim “Visser Vis” unbedingt Fisch und
schaut euch beim Fischereiausstatter einmal um! Da gibt es Schäkel, die kannst du
nicht wegtragen. Abends könnt ihr dann in das Vereinshaus De roode hooft auf ein
Bierchen gehen.“
Genauso haben wir es gemacht. Lekker vis bei “Visser vis” und Bauklötze gestaunt
beim Fischereiausstatter. Nur mit dem Bierchen im Vereinshaus hat es nicht geklappt.
Der Verein hat Schwierigkeiten, Freiwillige für den Thekendienst zu fi nden. In der
Woche ist es zappenduster.
Am Donnerstag geht’s nach Schier. Laut Hafenmeister, Gezeitentabelle, PC-Programm
und Hafendienst Schiermonnikoog ist eine Stunde vor Hochwasser genügend H 2 O
unter unserem Kiel, um in den Hafen zu laufen.
Hochwasser ist um 19:25 Uhr, also können wir um 18:25 Uhr in den Hafen. „Wir
fahren hier um halb vier weg. Die ersten Meilen haben wir Strom gegenan. Wer weiß,
wie viel Fahrt wir wirklich über Grund machen? Besser wir sind zu früh da als zu
spät.“, ist Heiners Meinung. Na ja, ich fi nde es reichlich Zeit. Drei Stunden für sechs
Seemeilen. Aber ich bin hier ja nur der Steuermann.
Um drei Uhr legen wir im Nordergat ab und fahren zur Schleuse. Es dauert fast
einen halbe Stunde, bis wir geschleust werden. Dann geht’s in den Yachthaven des
Fischereihafens. Er ist rundherum eingezäunt, wie ein Affenkäfi g. Wolfgang hat
absolut recht. Hier muß man nicht freiwillig liegen.
Beim Anlegen hilft uns der Skipper eines Plattbodem. Als er Fricka sieht, ruft er
seine Frau. „Sie liebt Hunde.“ Eine junge Frau kommt aus dem Salon, geht durch die
Plicht und tritt auf den Steiger. Sonst nicht erwähnenswert, aber… sie ist blind. „Wir
fahren schon lange zusammen und lieben die Wadden“, erklärt er uns und sie ergänzt:
„Besonders das Trockenfallen fi nde ich wunderschön.“ Wir sind beeindruckt. Ganz
baff bin ich aber, als sie für die Abfahrt an die Pinne geht, den Motor startet und ablegt.
Er gibt ein wenig Hilfestellung und nimmt dabei die Leinen und Fender wahr.
Wir starten –wie geplant- drei Stunden vor Hochwasser. Ich lasse SWELTSJE nicht
mit der üblichen Drehzahl laufen, denn schon jetzt macht sie drei Knoten über
Grund. Dieser SABB Zweizylinder ist doch sehr kraftvoll. Die Waddensee ist ruhig,
absolutes SWELTSJE-Wetter. Nur die Fischer verursachen einen kleinen Tsunami.
Nach anderthalb Stunden sind wir fast an den gelben Tonnen und ich werde immer
25
26
langsamer. Wir sind viel zu früh dran, denke ich mir, sage aber nichts. Heiner fl itzt
zwischen Navplatz und Cockpit immer hin und her. Noch eine Stunde und zwanzig
Minuten bis Hochwasser. Wir wagen die Anfahrt. Heiner hat sich mit dem Staken
bewaffnet, der eine weiße Klebebandmarkierung bei 1,25 m hat. Also los, Schier, wir
kommen! Ich halte mich mit Schleichfahrt dicht an den gelben Tonnen. So dicht, daß
wir sie fast berühren können. Nach der dritten Tonne bleibt die weiße Markierung
über der Wasserlinie. Heiner gibt uns einen Schups nach Steuerbord, wir drehen um.
Es ist zu früh. Ich fahre zurück. Na prima, das kann ja was werden. Wir sprechen mit
dem Hafenmeister. 1,25 m Tiefgang? Dann wartet man noch bis sieben Uhr, da kommt
noch Wasser dabei. Ich schipper das Fahrwasser der Fähre rauf und runter, sehe den
Schiffen neidvoll nach, die in die Hafeneinfahrt Schier abbiegen. Heiner äußert erste
Bedenken, ob Schiermonnikoog eine kluge Wahl war.
Um kurz vor sieben der zweite Versuch: Wieder mit Schleichfahrt an den gelben
Tonnen vorbei, jetzt mit mehr Abstand. Es klappt. Der Staken taucht tief ins Wasser.
Die sechs gelben Tonnen sind passiert und die roten Bojen beginnen. Heiner ist immer
noch mit dem Staken beschäftigt, sekündlich wird er ins Wasser getaucht. Dann ein
böser Blick und die gereizten Worte:„Was machst Du da? Die Pricken müssen auch
Backbord bleiben! Sollen wir festsitzen?“ Pricken? Diese blöden dünnen Dinger habe
ich in meiner Aufregung gar nicht gesehen. Ich schwenke sofort nach Steuerbord. Das
ist noch einmal gut gegangen. Ein Stoßgebet an den lieben Gott. Ich fahre mit 1,5 kn
26

27
weiter und Heiner ölt mit dem Staken weiterhin herum. „Hier wird es fl acher, jetzt noch
fl acher, wir stecken fest!!! Los umdrehen, ich habe die Nase voll, ab nach Lauwersoog.“
„Quatsch“ antworte ich, „wir stecken nicht fest, wir fahren. Jetzt wird hier auch nicht
umgedreht. Der Hafenmeister sagt, wir können rein und dann klappt das auch!“ Der
danach folgende eheliche Diskurs soll hier nicht veröffentlicht werden. Fakt ist aber,
dass Heiner am Bug stehen blieb, ich mich im Stillen mit meiner MP unterhielt und
SWELTSJE um kurz nach sieben die Hafenbarre querte. Der Hafenmeister wies uns
einen Liegeplatz zu und half beim Anlegen. „Da seid ihr ja, herzlich willkommen.“
Nachdem das Schiff aufgeklart war und wir mit Fricka Richtung Hafenbüro liefen,
bekam mein Skipper einen dicken Kuß. Da sind wir!
Jetzt interessiert euch sicherlich, warum SWELTSJE noch schwamm, als der Staken
schon etwas ganz anderes prophezeite. Ganz einfach: Heiner hat als sicherheitsdenkender
Mensch die Markierung NICHT auf 1.25 m geklebt. Sie befi ndet sich auf 1.53 m!!!
Fünf herrliche Tage haben wir auf Schier verbracht. Wir sind viel gewandert, haben
den Vuurtoren besucht, sind am Strand entlanggelaufen und haben –natürlich- eine
Wattwanderung unternommen. Bei Niedrigwasser hat die Fahrrinne noch 70 cm
Wasser. Rundherum nur Schlick. Man kann sehr gut sehen, wie die Hafenzufahrt
mäandert. Wer sich hier nicht exakt an die Tonnen und Pricken hält, kommt fest. Der
Hafen hat dank eines Drempels immer eine garantierte Tiefe von 1,50 m. Man liegt
sehr bequem längsseits an den Steigern,
die mit den Gezeiten rauf und runter
steigen.
Im nächsten Jahr werden wir diese Reise
wiederholen, denn:
Schiermonnikoog ist eine Reise wert!
Viele Grüße
Birgit
PS: Vielleicht konnten wir mit dieser
Geschichte ja ein paar Merenpoortler
begeistern und wir fahren im nächsten
Juni als MP-Flottille nach Schier.
27
28
Mijn thuishaven – de Maasplassen
Voor de SANTA II
De Maasplassen zijn een aaneenschakeling van oude grindgaten, die over het algemeen
allemaal bevaarbaar zijn en buitengewoon interessant voor het toerisme.
Het centrum van de Maasplassen is Roermond, een pittoresk klein stadje met 56.000
inwoners gelegen in het hart van de Nederlandse provincie Limburg, precies aan de
monding van de Roer, waar deze in de Maas stroomt (N51°06.251’ E6°08.538’).
Roermond is een klein paradijs voor scheepjes zoals die van ons en hun bemanning.
Meerdere havens, scheepsbenodigdheden winkels en scheeps-onderhoud diensten
enz. maken het een levendig gebied. Samen met het reusachtige winkelcentrum
„Designer Outlet“ is dit de oorzaak dat mijn portemonnee licht wordt. Omdat het
aantal parkeerplaatsen voor auto’s in het stadscentrum beperkt is, varen de meeste
boten een stukje de Roer op tot vlakbij de „Jumbo“ – de Levensmiddelen groothandel.
Wie aldus doende alles gerepareerd, gekocht en ingeslagen heeft, kan van wal steken.
Of eerst nog even wat gaan eten. Er is aanbod in alle prijsklassen.
Eén probleem is er echter wel, want Roermond is, ongeacht of je stroomopwaarts
of stroomafwaarts vaart, alleen te bereiken via een sluis. Daarbij is de hoge kant –
richting Maastricht- van 9 tot 20 uur in bedrijf en de lage kant (stroomafwaarts), is
nog wat meer gesloten.
28

29
Gelukkig is hij die voorzien is van een eigen maststrijk installatie, want de doorvaar
hoogte is ongeveer 9 mtr.
Stroomafwaarts over de Maas kom je langs verschillende grintgaten, waar vele
prachtige watervogels broeden en waar ontelbare moderne maar ook natuursparende
aanlegplaatsen met de daarbij behorende voorzieningen zijn.
In ca. 2 uur bereikt je Linne, een slapend stadje en een waar eldorado voor
hengelaars.
Op de hoofdrivier de Maas, stroomopwaarts bereikt men Maasbracht (daar worden
de Linssen-Yachten gebouwd) en daar ligt ook het historische vestingplaatsje
Stevensweert. Maasbracht is de grootste binnenhaven van Nederland en om die reden
alleen al een bezoek waard.
Een klein stukje boven Maasbracht behoort de stuurboord oever tot België – voor al
degenen die nog letten op het vlaggen protocol, een ware uitdaging… maar hier is
iedereen heel tolerant. Vanuit Maasbracht ga je via het Julianakanaal naar Maastricht
en vervolgens naar Antwerpen of de andere kant op over de Zuid-Willemsvaart via ’s
Hertogenbosch en zo een verbinding heeft met Rotterdam.
Beide richtingen op naar de zee duurt 2,5 tot 3 dagen, afhankelijk van de boot, de
haast en de sluizen. Stroomafwaarts kom je dan voorbij Asselt – de enige heuvel in
de regio.
Binnen een halve dag ben je ruimschoots in Venlo, waar momenteel de stadshaven
wordt omgebouwd tot een overdekt winkelcentrum. De gezellige haven ligt helaas
buiten de stad, maar hij is wel heel schoon en biedt goede service en dat voor een
aantrekkelijke prijs.
Ca. 40 nm noordelijk -dus
een dagreis van Venlo
vandaan- bereikt men bij
Nijmegen de aansluiting
Rijn/Waal en vandaar is
men ook betrekkelijk snel
op het IJsselmeer of zo men
wil, in Amsterdam.
Jullie zijn nieuwsgierig
geworden?
Kom dan maar eens bij ons
op bezoek op de SANTA
II
Lutz & Andrea Hering
29
30
Mein Heimatrevier – die Maasplassen
von SANTA II
Die Maasplassen sind ein zusammenhängendes Netz ehemaliger Kiesgruben, von
denen die allermeisten schiffbar und hervorragend touristisch veredelt sind.
Zentrum der Maasplassen ist Roermond, ein schnuckeliges kleines Städtchen von 56T
Einwohnern, gelegen im Herzen der Provinz Limburg (NL), genau an der Mündung
der Rur in die Maas (N51°06.251’ E6°08.538’)
Roermond ist ein kleines Paradies für Schiffchen wie mich und unseren Besatzungen.
Mehrere Marinas, Boots-Zubehörläden, Boots-Serviceunternehmen machen mir das
Leben und das riesige Shopping-Center „Designer Outlet“ das Portemonnaie leicht.
Weil Parkplätze für Autos im Stadtzentrum knapp sind, fahren die meisten Yachties
in die Rur hinein bis nahezu direkt zum „Jumbo“ - dem Lebensmitteldiscounter. Wer
also alles repariert, eingekauft und gebunkert hat, kann ablegen. Oder erst noch essen
gehen. Für alle Preisklassen ist ein Angebot da.
Einen Haken gibt es aber: Roermond ist, egal ob in Berg- oder Talfahrt, nur durch eine
Schleuse erreichbar. Dabei ist die bergseitige – Richtung Maastricht- von 9-20 Uhr in
Betrieb, die talseitige gibt sich da etwas verschlossener.
Gut beraten ist, wer eine Jütvorrichtung sein Eigen nennt, denn die Durchfahrthöhe
liegt bei ca. 9m.
30

31
Bergwärts auf der Maas kommt man an
diversen Kiesgruben vorbei, auf denen viele
wunderschöne Wasservögel brüten und wo es
unzählige mondäne oder auch naturbelassene
Rastplätze und die dazugehörenden
Einrichtungen gibt.
In ca. 2 Stunden erreicht man Linne, ein
verschlafenes Städchen und Angler-Eldorado.
Auf dem Hauptarm der Maas, auch bergwärts,
erreicht man Maasbracht (dort werden
die Linssen-Yachten gebaut) und auch die
historische Festung Stevensweert. Maasbracht
ist der größte Binnenhafen der Niederlande
und schon deshalb einen Besuch wert.
Nur wenig oberhalb von Maasbracht wird das Steuerbordufer belgisch – für alle, die
noch auf Flaggenetikette achten, eine Herausforderung... aber hier ist jedermann sehr
tolerant. Von Maasbracht aus ist man über den Julianakanal mit Maastricht und dann
Antwerpen oder alternativ über die Süd-Willemsvaart
mit sHertogenbosch und dann Rotterdam verbunden. Beide Strecken zum Meer dauern
2,5-3 Tage, je nach Boot, Eile und Schleusen.
Talwärts kommt man vorbei an Asselt – dem einzigen Hügel der Region.
An einem halben Tag ist man locker in Venlo, wo derzeit der Stadthafen zur Shopping-
Mall umgebaut wird.
Die gastfreundliche Marina liegt leider etwas abseits der Stadt, macht dieses Manko
aber mit Sauberkeit, gutem Service und attraktivem Preis wett.
Ca. 40 nm nördlich -also eine
Tagesreise von Venlo- erreicht
man bei Nijmegen den Rhein/Waal
und ist dann auch relativ schnell
im Ijsselmeer oder – wer will, in
Amsterdam.
31
Ihr seid neugierig geworden?
Dann kommt uns besuchen auf der
SANTA II
Lutz & Andrea Hering
32
Van iemand die er op uit trok om te leren om bang te worden
Met de CURSA en de MAGRATHEA van Portugal naar Griekenland - Deel 1
Tja, hoe begin je?
Een puur zakelijk bericht uit het logboek lijkt me veeeeeel te saai. Ik heb een hele
berg werk met twee schepen en met veel bemanning is het net een kleuterschool. Of
eigenlijk nog erger, sorry!
Maar hier een korte samenvatting met een poging het leuker te vertellen dan het
werkelijk was: Bovendien is hiermee het doel van mijn reis vervuld. Ik wilde mijn
nicht leren kennen, die met mijn broer en zijn vrouw in Griekenland op een boot woont
(www.umwege.de). Vanwege een ziektegeval in de familie moeste ze echter weer
terug naar Duitsland. Ik zal nu op Kreta een leuke plek zoeken om te overwinteren.
Zo gaat dat soms in het leven.
Maar nu terug naar de reis:
Gustavo en Ignacio komen op 10 april aan met de trein in Portimao, om als bemanning
voor de CURSA aan te monsteren en om mij te helpen. Ik had hun verteld wat er
allemaal te doen is en ze waren zo vriendelijk om hun hulp aan te bieden. Al snel
geven ze allebei toe de situatie verkeerd ingeschat te hebben: Even een beetje hozen
en dan hup de boot in en wegzeilen, was hun plan. In plaats daarvan staat als eerste het
elke dag aanbrengen van een nieuwe verfl aag op het programma. Al na een dag klagen
ze over spierpijn. Ik glimlach maar even. Wacht maar tot jullie zeilen!
32

33
Meteen aan het begin dreigt er al muiterij. De koelkast van de CURSA koelt niet
echt ijskoud. Warme limonade, jakkes!!! Het leven aan boord kan vol ontberingen
zijn. Aan die knapen moest ik werken als aan een dinosaurus, die vergeten is om uit
te sterven. Ik heb geen dagcrème en aftershave. Mijn douchen beperkt zich tot het
schrobben met een stuk zeep. Dus heel anders als deze moderne knapen, bij wie de
hoeveelheid cosmetica menige vrouw in de schaduw zou stellen. In elk geval ken ik
geen vrouwelijk wezen, dat meer verzorgingsmiddelen bezit!
Begrijp me alsjeblieft niet verkeerd, ik ben dankbaar dat ze me helpen en zou ook
niet zo snel klaar geweest zijn. Het dek van de MAGRATHEA moet nog wel een
nieuwe laag verf hebben, maar we zijn werkelijk snel te water gegaan. Bovendien zijn
de computerfreaks erg onderhoudend, bij voorbeeld bij het wisselen van olie: “Zeg
Conny, ben je er zeker van dat de nieuwe olie goed is? Het ziet er zo heel anders uit,
zo geel en helemaal niet zwart!” Mijn voornemen om de computer nerts de analoge
(echte) wereld bij te brengen werkt wonderwel. De leercurve loopt opmerkelijk stijl.
Sinds dat Gustavo en Ignacio er zijn wacht ik op de verf. In mijn wanhoop ben ik
al begonnen om meerdere lagen marinegrijs aan te brengen, om aldus de vereiste
laagdikte te benaderen. Op de één na laatste dag komt de verf eindelijk en we redden
het nog om nog twee dikke vette lagen aan te brengen. De offi ciële start voor de reis
naar de Griekse wateren is voor begin mei gepland.
02.05.12 de CURSA gaat overdwars omdat de koppeling niet werkt.
De aanhanger met de MAGRATHEA werd door een trekker het water in geschoven.
Helaas had de buitenboordmotor van de MAGRATHEA meteen weer iets bijzonders
bedacht. De carburateur werkt niet goed . De motor gaat ofwel volgas of uit. Ondanks
dat kom ik toch nog elegant halverwege uit de sleepwagen en van het ponton weg.
Maar goed dat ik enkele van de zeezeilers van de Agave ken. Zij hebben de carburateur
de hele nacht in een oplosmiddel gelegd. Daarna deed hij het weer.
Als tweede is dan de CURSA aan de beurt en dat werd ongelukkigerwijze een heel
ander verhaal. Nog maar net in het water merkte ik dat de CURSA geen snelheid
maakt om achteruit te kunnen manoeuvreren.
De CURSA gaat dwars liggen en de harde wind drukt ons naar die verdraaide
sleepwagen terug. Binnen de kortste keren was ik door mijn hele voorraad vloeken
heen. Zo ken ik mezelf eigenlijk niet. Veel te laat werd me duidelijk dat de motor
helemaal niet in de versnelling stond. Dus ergerde ik me daarna nog eens een keer
aan mezelf.
33
34
Een kleine motorboot was zo vriendelijk ons uit die benarde positie te bevrijden en
konden we bij de MAGRATHEA langszij gaan.
Daar gaan we dan, we steken van wal. Ten zuiden van Faro, in de monding naar
Ilha Colatra bemerkte ik dat de snelheid van de MAGRATHEA niet zo goed bij het
toerental van de motor past. Dat moet ik in de gaten houden.
De CURSA bemanning verkent het eiland, dat geeft mij de gelegenheid een paar
onderhoud werkzaamheden te verrichten. de motor smeren en het toilet repareren.
06.05.12 De CURSA maakt kennis met een zandbank.
De CURSA en de MAGRATHEA zijn klaar. Vroeg in de morgen, bij afgaand tij,
gaan we op weg.
We zijn bij Ayamonte, op de grens van Portugal met Spanje. De MAGRATHEA zeilt
vooruit, de CURSA er achter aan. Aan het oppervlak van de zee kan je duidelijk zien
waar zich de zandbanken bevinden. Ondanks wilde gebaren en heftig zwaaien loopt
de CURSA daar recht op af en loopt er dan ook direct op vast.. Het is toch moeilijker
dan ik had gedacht om het commando over twee boten te voeren.
Ik motor met de MAGRATHEA zo dicht mogelijk naar de CURSA. We lassen een
gezellige, gedwongen, pauze in en .... wachten tot het water terugkomt. Spoedig zal
ik ook droogvallen.
34

35
Ik maak van de gelegenheid gebruik en bekijk de kiel van de CURSA. Na de tegenslagen
in Portimao is de antifouling wel wat afgeschraapt maar de primer is nog in takt.
De MAGRATHEA drijft weer. Bij de CURSA duurt het wat langer.
Het is ondanks alles een geweldige zeildag.
07.05.12 MAGRATHEA: Schroef kapot
Bij de invaart naar Vila Real en Ayamonte heb ik helemaal geen druk meer op de
schroef en de CURSA moet de MAGRATHEA slepen. Al heel snel hebben we een
mecanicien gevonden , die nog sneller het probleem lokaliseert. De propeller zit niet
op de schroefas vast maar heeft een rubberen binnenring die als veiligheid voor de
aandrijving dient. Als de propeller dan eens vast komt te zitten en de motor nog
draait, wordt de koppeling niet belast. Het rubber scheurt stuk en het is dan goedkoper
om het rubber te vervangen dan de hele aandrijving.
Cheers
Conny Dittmann
-Wordt vervolgt-
Von einem der auszog, das Fürchten zu lernen
Mit CURSA und MAGRATHEA von Portugal nach Griechenland - Teil 1
Tja, wie fange ich an?
Ein rein sachlicher Logbuchbericht scheint mir langweilig und viiiiel zu langatmig.
Ich habe einen Arsch voll Arbeit mit zwei Booten und mit viel Crew ist es wie in
einem Kindergarten. Eigentlich schlimmer, sorry!
35
36
Also hier eine Kurzfassung mit dem Versuch, es lustiger zu erzählen als es wirklich
war: Überdies hat sich der Grund meiner Reise erledigt. Ich wollte meine Nichte
kennen lernen, die mit meinem Bruder und seiner Frau in Griechenland auf einem
Boot lebt (www.umwege.de). Wegen eines Krankheitsfalls in der Familie mussten sie
aber wieder zurück nach Deutschland. Ich werde mir jetzt auf Kreta einen gemütlichen
Platz zum Überwintern suchen.
So kann es gehen im Leben.
Aber nun zur Reise:
Gustavo und Ignacio kommen am zehnten April mit dem Zug in Portimao an, um als
Crew der CURSA anzuheuern und mir zu helfen. Ich hatte ihnen gesagt, was alles zu
tun ist und sie waren so großzügig, mir ihre Hilfe anzubieten. Sehr schnell erkennen
die beiden, dass sie die Situation falsch eingeschätzt haben: Kurz ein bisschen putzen,
dann ins Boot hopsen und lossegeln, ist ihr Plan. Stattdessen steht erst einmal das
tägliche Aufbringen von Farbschichten auf dem Programm. Schon nach einem Tag
klagen sie über Muskelkater. Ich lächele nur. Na wartet, bis ihr segelt!
Gleich zu Beginn droht die erste Meuterei. Der Kühlschrank auf der CURSA
kühlt nicht wirklich eisekalt .Warme Limonade, igitt.!!! Das Leben an Board kann
schon entbehrungsreich sein. Auf die Jungs muss ich wirken wie ein Dinosaurier,
der vergessen hat auszusterben. Ich habe keine Tagescreme oder Aftershave. Mein
Duschen beschränkt sich aufs Sauberwerden mit einem Stück Seife. Also ganz anders
36

37
als diese modernen Männer, deren Kosmetikbestand den einer Frau in den Schatten
stellt. Ich jedenfalls kenne kein weibliches Wesen, das mehr Pfl egemittel besitzt!
Bitte versteht mich nicht falsch , ich bin dankbar für ihre Hilfe und wäre auch nicht so
früh fertig geworden. MAGRATHEA benötigt zwar noch einen Anstrich am Oberdeck,
aber wir sind wirklich rasch ins Wasser gekommen
Trotzdem sind Computergeeks schon sehr unterhaltsam, zum Beispiel beim Ölwechsel:
„Du Conny, bist du dir sicher, dass das neue Öl ok ist? Es sieht so ganz anders aus,
so gelb und gar nicht schwarz!” Mein Plan, Computergeeks die analoge (reale) Welt
näher zu bringen, funktioniert. Die Lernkurve ist verdammt steil.
Seit der Ankunft von Gustavo und Ignacio warte ich auf die Farben. In meiner
Verzweifl ung habe ich bereits begonnen, mehrere Schichten in MARINEGRAU
aufzutragen, nur um schon einmal die Schichtdicke zu steigern. Am vorletzten Tag
kommen die Farben endlich und wir schaffen es noch, zwei satte dicke Lagen zu
lackieren. Der offi zielle Start der Reise zu den griechischen Gestaden wird für Anfang
Mai anberaumt.
02.05.12 CURSA schlägt quer, weil Motor nicht eingekuppelt
Der Slipwagen mit der MAGRATHEA wird von einem Treckerungetüm ins Wasser
geschoben. Leider hat sich der Außenborder der MAGRATHEA gleich zu Beginn
wieder etwas Besonderes ausgedacht. Der Vergaser spinnt. Der Motor macht entweder
Vollgas oder geht aus. Trotzdem komme ich noch halbwegs elegant aus dem Slipwagen
und vom Ponton weg
Gut, dass ich einige Blauwassersegler der Agave kenne. Die haben mir den Vergaser
über Nacht in Lösungsmittel eingelegt. Danach funktionierte er wieder.
Als Zweite ist CURSA an der Reihe und das wird jetzt unglücklicherweise eine etwas
andere Geschichte. Kaum im Wasser bemerke ich, CURSA nimmt keine Fahrt auf,
um rückwärts zu manövrieren. CURSA stellt sich quer und der heftige Wind drückt
uns auf die verdammte Slipanlage zurück In kürzester Zeit habe ich meinen ganzen
Vorrat an Flüchen aufgebraucht. So kenne ich mich eigentlich gar nicht. Viel zu spät
wird mir klar, der Motor war schlicht nicht eingekuppelt. Ich ärgere mich dann mal
`ne Runde über mich.
Ein kleines Motorboot war so freundlich, uns aus der misslichen Lage zu befreien und
wir konnten bei der MAGRATHEA längsseits gehen.
Es geht los, wir legen ab. Südlich von Faro, in der Einfahrt zur Ilha colatra, bemerke
ich, dass der Vorschub der MAGRATHEA nicht so recht zur Drehzahl des Motors
passt.
Muss mal ein Auge darauf halten!
Die CURSA-Crew erkundet die Insel, Gelegenheit für mich, ein paar Wartungsarbeiten
zu erledigen: Motor schmieren und die Toilette reparieren.
37
38
06.05.12 CURSA macht Bekanntschaft mit einer Sandbank
CURSA und MAGRATHEA sind klar. Am frühen Morgen mit aufl aufendem Wasser
geht es los.
Wir sind bei Ayamonte, nahe der Grenze Portugal/Spanien. MAGRATHEA segelt
voraus, CURSA hinterher. An der Oberfl äche der See kann man deutlich sehen, wo
sich Sandbänke befi nden. Trotz wildester Gesten und heftigem Winken läuft CURSA
direkt auf eine davon zu und brummt auf. Es ist doch schwieriger als gedacht, zwei
Boote zu kommandieren.
Ich motore mit MAGRATHEA so dicht wie möglich an die CURSA heran. Wir legen
eine gemütliche Zwangspause ein…. und warten, dass das Wasser zurück kommt.
Bald werde auch ich trockenfallen.
Ich nutze die Gelegenheit und schaue mir CURSAS Kiel an. Nach dem Querschlagen in
Portimao ist das Antifouling zwar etwas abgeschrabbt, aber der Primer ist unverletzt.
MAGRATHEA schwimmt wieder. Bei CURSA dauert es etwas länger.
Es ist trotz allem ein toller Segeltag.
07.05.12 MAGRATHEA: Propeller kaputt
In der Einfahrt zu Vila Real und Ayamonte habe ich nun gar keinen Druck mehr
am Propeller und CURSA muss MAGRATHEA schleppen. Sehr schnell haben wir
einen Mechaniker zur Hand, der noch fi xer das Problem lokalisierte. Der Propeller ist
nicht fest mit der Antriebswelle verbunden, sondern hat eine Gummischicht, die der
Sicherheit des Getriebes dient. Falls der Propeller einmal fest kommt und der Motor
weiter dreht, wird das Getriebe nicht belastet. Das Gummi zerreißt. Es ist billiger das
Gummi zu ersetzen als das Getriebe.
Cheers
Conny Dittmann
-wird fortgesetzt-
38

39
Tot Slot
De Firma “List & Bedrog”
Twee jaar geleden sprak Simon met Johan Wind over zijn mooie Koi karpers en al
snel ging het gesprek over de toekomst van de werf.
Al lange tijd worden er geen Merenpoort zeilschepen meer gebouwd en ook de verhuur
van de motorkruisers stagneert. De meeste mensen willen wel voor een dag of 2, 3 een
boot huren maar ze zien zich nog niet met zo’n groot schip op pad gaan.
Al pratend constateerde Johan dat een sloep eigenlijk het meest ideale schip is om aan
de wensen van de “dagjesmensen” te voldoen. Maar natuurlijk moet het dan wel een
echte Merenpoort zijn, zei hij, waar je desgewenst ook in zou kunnen overnachten
zonder gedoe met allerlei dekzeilen.
Het gesprek met Johan was mede naar aanleiding van een verwaarloosde merenpoort
930, die Simon op de werf in Lemmer had zien staan. De motor stond half in het water
vanwege de binnengelopen regen. Binnen was het een grote schimmel partij. De giek
de mast en de zeilen ontbraken.
De havenmeester deed het casco (want veel meer was er niet van over) weg voor de
prijs van de motor, omdat de eigenaar vermoedelijk overleden was en nabestaanden
10 jaar lang niets meer van zich hadden laten horen.
39
40
Johan vond het wel erg interessant, maar zag zichzelf niet meer over, op en in het
schip klauteren om er nog iets van te maken. “ Als jij dat schip nu koopt en je maakt er
een prototype van een Merenpoort Sloep van, dan is dat misschien wel een idee voor
de jongens om die in serie te gaan produceren voor de verhuur”.
Aldus ontstond een geheime afspraak tussen Johan en Simon voor het ontwerpen van
een Merenpoort, type 930KSL. De afspraak was zo geheim, dat ze er zelf niets van
wisten.
Nadat de boot was ontruimd, schoongemaakt en gelakt, zag het er al een heel stuk beter
uit. Na 2 jaar in het grootste geheim er aan gewerkt te hebben, is nu bijna het grote
moment aangebroken om dit prototype van de Merenpoort 930KSL bouwnummer
01 (KSL staat voor Kajuit SLoep) tijdens het zomertreffen aan het grote publiek te
tonen.
Wel zullen er dan nog wat min of meer ingrijpende wijzigingen moeten worden
aangebracht aan met name de kuip en de stuurinrichting, maar het wordt te moeilijk
voor Simon om dit project nog langer geheim te houden.
Tot Slot? We gaan zien… (red)
40

41
Tot Slot
Die Firma “List & Bedrog“
Simon besuchte vor zwei Jahren Johan Wind. Die beiden unterhielten sich über die
schönen Koi-Karpfen, die Johan in seinem Gartenteich hält. Schon bald kam man
auch auf die Zukunft der Merepoortwerft zu sprechen.
Seit längerer Zeit werden keine Merenpoort-Segelschiffe mehr auf Kiel gelegt und
auch der Verleih der Motorkreuzer wurde eingestellt. Die meisten Leute möchten
heutzutage für ein, zwei Tage ein Bötchen mieten, aber trauen sich nicht, mit einem
großen Schiff auf Fahrt zu gehen. Johan meinte, eine Sloep ist eigentlich das ideale
Schiff, um den Wünschen der Kurzurlauber zu entsprechen. Aber es müsste schon
eine echte Merenpoort sein; Falls gewünscht sollte man auf ihr auch übernachten
können, ohne sich mit einer Persenning abplagen zu müssen.
Für das Gespräch mit Johan gab es noch einen ganz besonderen Grund. Simon hatte auf
einer Werft in Lemmer eine verwahrloste Merenpoort 930 entdeckt. Ihr Motor stand
halb unter Wasser, weil seit Jahren Regen ins Boot gelaufen war. Das Bootsinnere war
ein einziges Schimmelparadies. Mast, Baum und Segel fehlten.
41
42
Der Hafenmeister bot den Kasko zum Gegenwert des Motors an, denn viel mehr war
von der Merenpoort nicht übrig. Der Eigner ist vermutlich verstorben. In den letzten
10 Jahren hatte er jedenfalls nichts mehr von sich hören lassen.
Johan fand alles sehr interessant, aber selbst auf dem Schiff herumklettern, um etwas
aus der Sache zu machen, wollte er dann doch lieber nicht. „Wenn du das Schiff
kaufst und den Prototyp einer Merenpoort-Sloep daraus machst, könnte es eine Idee
für meine Jungen sein, das Boot in Serie für die Vermietung zu bauen.
So kam es zu einer geheimen Absprache zwischen Johan und Simon, eine Merpoort
930KSL zu entwerfen. Die Absprache blieb so geheim, dass die beiden sich kaum
selbst daran erinnern können.
Nachdem das Boot entrümpelt, saubergemacht und gestrichen war, sah es schon
ein ganzes Stück besser aus. Zwei Jahre wurde in aller Stille an dem Unterfangen
gearbeitet. Jetzt naht der große Augenblick: Beim Sommerfest wird der Prototyp
der Merenpoort 930 KSL, Bau-Nr. 01, (KSL steht für Kajüt-Sloep) einem größeren
Publikum vorgeführt.
Zuvor müssen noch einige mehr oder weniger eingreifende Änderungen an Cockpit und
Ruder durchgeführt werden. Für Simon ist es inzwischen fast unmöglich geworden,
das Projekt weiter geheim zu halten.
Tot Slot? Wir werden sehen… (red)
42

43
Agenda 2011
Hemelvaartweekend 17 t/m 19 mei
Himmelfahrtswochenende 17. –19. Mai
Zomerbijeenkomst 17 t/m 19 augustus
Sommerfest 17. – 19. August
ALV 03 november
Jahreshauptversammlung 03. November
Volgende Merenpraet: oktober 2012
43
44
Namens de vereniging gefeliciteerd met de
prachtige winkel