Ausgabe 09-3 - merenpoortclub
Ausgabe 09-3 - merenpoortclub
Ausgabe 09-3 - merenpoortclub
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Uitgave 3/20<strong>09</strong>
Vereniging van Merenpoortzeilers<br />
Merenpoort Clubblad<br />
Officieel orgaan van de Belangenvereniging van<br />
Merenpoorteigenaren<br />
32 e jaargang nr. 3<br />
oktober 20<strong>09</strong><br />
Adressen:<br />
Vorzitter: Redactie<br />
Piet-Jean Boegem Birgit & Heiner Thebing<br />
Vlindermeent 76 Kammerkamp 46<br />
1218 CW Hilversum 33428 Marienfeld<br />
0031 (0)35-693 19 56 0049 (0)5247/8673<br />
voorzitter@<strong>merenpoortclub</strong>.nl redactie@<strong>merenpoortclub</strong>.nl<br />
Secretaris Ledenadministratie: Internet:<br />
Simon Bakker www.<strong>merenpoortclub</strong>.nl<br />
Zomertaling 18 info@<strong>merenpoortclub</strong>.nl<br />
8532 BB Lemmer<br />
0031 (0)514-569 124 Contributie leden : 22,50 € per jaar<br />
secretaris@ <strong>merenpoortclub</strong>.nl Donateurs: 12,50 € per jaar<br />
Penningmeester: Betaalingen<br />
Ron Leenaars postgiro nr. 442 00 77<br />
Landkamp 43 tnv vereniging van Merenpoorteigenaren<br />
69<strong>09</strong> CG Babberich Babberich<br />
0031 (0)316-248 007<br />
penningmeester@ <strong>merenpoortclub</strong>.nl Beitragsüberweisungen<br />
Bestuursleden: ACHTUNG!<br />
Sascha Bakker-Schoppen Auch die deutschen Mitglieder können<br />
Zomertaling 18 ihren Beitrag nun auf das niederländische<br />
8532 BB Lemmer Konto überweisen<br />
0031 (0)514-569 124<br />
bestuurslid2@<strong>merenpoortclub</strong>.nl tnv vereniging van Merenpoorteigenaren<br />
IBAN: NL 35 PSTB 0004 4200 77<br />
Jens v.d. Akker BIC: PSTBNL21<br />
Het Zeilvat 21<br />
7908 NT Hoogeveen Leden Adverteren gratis<br />
0031 (0)528-26 43 44 Mits niet voor commerciele doeleinden<br />
bestuurslid1@<strong>merenpoortclub</strong>.nl KvK inschrijving nr. 40060873<br />
Advertentietariven voor commerciele Doeleinden<br />
1 hele pagina 72,00 €<br />
½ pagina 36,00 €<br />
¼ pagina 18,00 €<br />
2
Van de voorzitter<br />
Liebe Merenpoortfreunde,<br />
Met de boot vooranker op een door de<br />
avondzon goudgeel verlicht Gooimeer schrijf<br />
ik de laatste “Van de Voorzitter” voor de<br />
Algemene Ledenvergadering.<br />
Na het werk zijn we naar de boot gegaan. We<br />
hadden alle ingrediënten voor de<br />
avondmaaltijd mee genomen en deze op de<br />
boot klaar gemaakt. Op deze manier kan je<br />
nog heerlijk genieten van de nazomer.<br />
Terugkijkend op het afgelopen seizoen, krijg<br />
ik het gevoel dat we weer een leuk<br />
verenigingsjaar hebben mogen beleven.<br />
Zowel het hemelvaartweekend als het<br />
zomerweekend waren weer een enorm een succes. De inbreng van de<br />
organisatoren samen met het enthousiasme van de leden vormde de formule<br />
voor dit resultaat.<br />
Rest dit jaar nog de Algemene Ledenvergadering, waar een ieder zijn inbreng kan<br />
hebben in ons wervelende verenigingsleven. Of we toch weer een<br />
voorjaarssamenkomst moeten organiseren, of wat voor voorstellen dan ook.<br />
Als laatste deel van de bijeenkomst zal iemand een inleiding geven over een<br />
interessant onderwerp.<br />
Wat mij ieder jaar weer opvalt is het sociale aspect van de bijeenkomsten. En dan<br />
niet alleen op de ALV maar ook op andere happenings heeft men veel<br />
belangstelling voor elkaars situatie op het werk, de gezondheid en “hoe gaat het<br />
met de kids”.<br />
Het is dus duidelijk dat de vereniging de leden bij de ALV niet kan missen en de<br />
leden de andere leden evenmin. Daarom is het in ons aller belang dat iedereen op<br />
31 oktober op de ALV komt. Ook dit jaar weer met een heerlijke lunch in ’t<br />
Stasjons koffiehuus te Molkwerum.<br />
Tot 31 oktober !<br />
Piet-Jean<br />
3
Van de Voorzitter<br />
Liebe Merenpoortfreunde,<br />
wir ankern mit unserem Boot auf dem<br />
“Gooimeer“, das von der Abendsonne goldgelb<br />
bestrahlt wird. Ich mache mich daran, den<br />
letzten Beitrag “Van de Voorzitter” vor der<br />
Jahreshauptversammlung zu verfassen. Wir<br />
waren direkt nach der Arbeit zum Schiff<br />
gefahren, hatten alle Zutaten für ein<br />
gemütliches Essen mitgenommen und abends<br />
an Bord gekocht. So kann man den<br />
Spätsommer noch einmal herrlich genießen.<br />
Wenn ich auf die Saison zurückblicke, habe ich<br />
das Gefühl, daß wir ein besonders schönes<br />
Vereinsjahr erleben durften. Himmelfahrtstreffen<br />
und Sommerfest waren wieder ein enormer Erfolg. Das Engagement der<br />
Organisatoren und die Begeisterungsfähigkeit der Mitglieder waren die<br />
Zauberformel dazu.<br />
Für den Rest der Saison steht nur noch die Jahreshauptversammlung an, wo jeder<br />
noch einmal seine Ideen für ein quirliges Vereinsleben einbringen kann. Sollen<br />
wir beispielsweise wieder ein Frühjahrstreffen organisieren? Jeder Vorschlag ist<br />
willkommen. Die Versammlung endet mit einem besonders interessanten Vortrag.<br />
Was mir bei den Treffen immer wieder auffällt, ist unser sozialer Zusammenhalt;<br />
nicht nur auf der Mitgliederversammlung, sondern eigentlich immer. Alle<br />
kümmern sich um einander, um Beruf und Gesundheit oder fragen: “Wie geht es<br />
den Kindern?”<br />
Es ist deutlich: Der Verein kann bei der Jahreshauptversammlung nicht auf seine<br />
Mitglieder verzichten, und die Mitglieder brauchen sich auch gegenseitig.<br />
Deshalb ist es für uns alle wichtig, am 31. Oktober zum Treffen zu kommen.<br />
Auch in diesem Jahr wieder mit dem herrlichen Lunch im ‘t Stasjons koffiehuus<br />
in Molkwerum.<br />
Bis zum 31. Oktober !<br />
Piet-Jean<br />
4
Van de redactie<br />
We zijn verrast en we verheugen ons ten<br />
zeerste. Voor deze uitgave van de<br />
Merenpraet bereikten ons dermate veel<br />
zeiltocht verslagen en andere bijdragen van<br />
onze leden, dat we in het geheel niet weten,<br />
hoe we alles in het blad moeten krijgen.<br />
Alles, wat met de jaarvergadering van doen<br />
heeft, vermelden we daarom maar in een<br />
aparte bijlage. Enkele reisvertellingen<br />
moeten helaas naar de kerst uitgave<br />
verschoven worden.<br />
Bij zoveel spannende zeereizen van onze<br />
merenpoorters wordt het wel heel interessant<br />
wie er het volgend jaar met de, door Claus<br />
Weiss ter beschikking gestelde, wisseltrofee “de Merenpoort-Sextant”, van door<br />
gaat.<br />
Inmiddels moeten we ook over een volgend deel van het technisch handboek<br />
gaan nadenken. In deze Merenpraet staat al een nieuwe technische bijdraag die<br />
nog niet gepubliceerd werd in het vorige handboek.<br />
Verbazingwekkende zaken zijn ook te vinden op de website van de “Duitse<br />
Bootvaardersvereniging Untersee” (www.alemannische-bootsfahrervereinigunguntersee.de).<br />
Daar staat ook een link naar de Merenpoort Club. Hoe die daar<br />
gekomen is, kan men in het bericht van twee Bodensee zeilers over hun Friesland<br />
tocht nalezen. Het dagboek van deze tocht kan men op de zeilerinformatie over<br />
zeiltochten op de volgende link nalezen: www.fahrtensegeln.de/ijsselmeer0.html.<br />
We wensen de Duitse Bodensee zeilers altijd een handbreedte rode wijn aan<br />
bakboord in de bilg.<br />
Een opvarende van het “SWELTSJE“<br />
confirmeert zich nadrukkelijk met het<br />
protest van de watersporters op 20 juni<br />
tegen de bouwplannen in het IJmeer.<br />
Houd het IJmeer open. Bouwen tot de dijk<br />
en niet verder. Er is genoeg ruimte<br />
binnendijks.<br />
Veel lees plezier wenst jullie<br />
Birgit, Heiner & Fricka<br />
5
Van de redactie<br />
Wir sind überrascht und freuen uns riesig.<br />
Für diese <strong>Ausgabe</strong> der Merenpraet<br />
erreichten uns derart viele Törnberichte und<br />
technische Artikel unserer Mitglieder, daß<br />
wir gar nicht wissen, wie wir alles in der<br />
Zeitung unterbringen sollen.<br />
Alles, was die Jahreshauptversammlung<br />
betrifft, fassen wir deshalb in einem<br />
Extraheftchen zusammen. Einige Reiseschilderungen<br />
müssen leider auf die<br />
Weihnachtsausgabe verschoben werden.<br />
Bei so vielen interessanten Seereisen der<br />
Merenpoortler darf man besonders gespannt<br />
sein, wer im nächsten Jahr den von Claus<br />
Weiss gestifteten Wanderpokal „MP-Sextant“ holen wird.<br />
Mittelfristig muß über einen zweiten Band des technischen Handbuches<br />
nachgedacht werden. In dieser <strong>Ausgabe</strong> findet ihr einen der neuen Beiträge, die<br />
noch keine Aufnahme in das Handbuch finden konnten.<br />
Erstaunliches findet sich auf der Webseite der “Alemannischen<br />
Bootsfahrervereinigung Untersee“ (www.alemannische-bootsfahrervereinigunguntersee.de).<br />
Dort gibt es einen Link zum Merenpoortclub. Wie der dahin<br />
gekommen ist, kann man im Bericht zweier Bodenseesegler über ihren<br />
Frieslandtörn nachlesen. Das Tagebuch dieses Törns steht im Seglerportal<br />
“Fahrtensegeln“ unter folgendem Link: www.fahrtensegeln.de/ijsselmeer0.html.<br />
Wir wünschen den alemannischen Bodenseeseglern immer eine Handbreit<br />
Rotwein in der Backbordbilge.<br />
Ein Besatzungsmitglied der “SWELTSJE“<br />
solidarisiert sich ausdrücklich mit dem<br />
Protest der Wassersportler vom 20. Juni<br />
gegen die Bebauungspläne für das IJmeer.<br />
“Houd het IJmeer open!“ Bauen bis an den<br />
Deich und nicht weiter. Der Polder ist groß<br />
genug.<br />
Viel Spaß beim Lesen wünschen<br />
Birgit, Heiner & Fricka<br />
6
Zomerfeest 20<strong>09</strong><br />
Voor het zomerfeest hadden we weer een bont programma bedacht. Zouden de<br />
Merenpoorters daar wel zin in hebben?<br />
Op vrijdagmorgen begeven we ons op weg van Delfstrahuizen naar Echtenerbrug,<br />
een zeereis van 200 meter. Daar worden we al begroet door Christa & Klaus van<br />
de “NJORD“. Zij hadden de laatste maanden in Engeland doorgebracht, maar<br />
tijdig de trossen losgegooid om bij het zomerfeest aanwezig te kunnen zijn. Korte<br />
tijd later leggen Nelleke en Ron met de “BALEE“ en Sascha en Simon met de<br />
“WEL“ aan.<br />
Maar waar was Conny Dittmann, ons Engelse clublid??? Hem hadden we in het<br />
bijzonder uitgenodigd om naar Echtenerbrug te komen. Wanneer zou hij<br />
aankomen?<br />
De grote voorbereidingen, het inrichten en alles klaarzetten in de hal, had familie<br />
Wind al gedaan. We bedanken hen hartelijk voor het gedane werk om tafels<br />
stoelen en de tap al klaar te zetten. Het enige wat wij nog moesten doen was de<br />
hal versieren. Met vereende krachten bouwden we de partytent op waaronder de<br />
prijzen voor de MP- Olympiade uitgestald konden worden. Birgit Weiss hielp bij<br />
7
het hijsen van onze Genua, die als projectiescherm voor de film en het raadselspel<br />
dienst moest doen. Al snel begonnen de eerste MP-ers met het opbouwen van de<br />
maritieme vlooienmarkt. Wat was er al niet te koop?! Een oude auto aanhanger<br />
die als een roeiboot uitgeklapt kon worden, een uitgebreid assortiment<br />
tupperware, zelf gemaakte sierraden en tassen, olieverf schilderijen en nog veel<br />
meer min of meer nuttige dingen.<br />
De tijd vloog om. De tijd voor het Happy Hour was inmiddels al aangebroken.<br />
Ron nodigde uit voor een borreltje aan de kade. Om 20:00 uur openden de deuren<br />
van Hal 1 voor het zomerfeest 20<strong>09</strong>. Maar waar bleef Conny? Omdat de bruggen<br />
vanaf 20:00 uur niet meer bediend worden, kan hij vandaag niet meer komen.<br />
Een goede 40 Merenpoorters verzamelden zich om met elkaar een gezellige<br />
avond te beleven. Op de rommelmarkt werd al gehandeld. Allerlei zaken<br />
wisselden van eigenaar. Maar het hoogtepunt van de avond moest nog komen. De<br />
film “De vliegende Merenpoort” stond op het programma. Birgit en Klaus Weiss<br />
hadden hun Merenpoort 19 jaar (!) in hun tuin gehad in Schwarzenbruck bij<br />
Neurenberg. Nu moest hij weer in zijn natte element terug naar Echtenerbrug.<br />
Maar de bomen in de tuin waren in die tijd niet klein gebleven en dus moest de<br />
MP met een autokraan hoog door de lucht getild worden. Een buurman die erg<br />
van filmen houdt heeft alles met zijn camera vastgelegd en er een leuke film van<br />
gemaakt. Een welgemeend applaus klonk aan het einde van de voorstelling, bijna<br />
net zoiets als bij een echte filmpremière.<br />
8
De zaterdag begon, met, hoe kan het ook anders, de traditionele palaver. Negen<br />
schepen werden er voor de wedstrijd ingeschreven. Een behoorlijk aantal! En<br />
Conny??? De regatta moest hij nu wel missen. Om 14:00 uur klinkt het<br />
startsignaal en na bijna 2 uur was de winnaar bekend. Meer daarover staat in het<br />
verslag van Piet-Jean en Sascha.<br />
Barbara & Karl Aust hadden niet te veel beloofd, toen ze spraken van een goulash<br />
soep die het “in zich heeft”. Zo konden de Merenpoorters zich aan de rijk gevulde<br />
soep tegoed doen. Bijna allen gingen vaker naar het uitgifte plaats, om noch eens<br />
een extra kom te halen. Ook van de mogelijkheid om gedurende de hele avond<br />
nog eens wat soep te nemen, werd dankbaar gebruik gemaakt.<br />
Of de Merenpoorters nu nog wel zin in een spelletje hadden? Inderdaad:<br />
JA!<br />
We hadden 5 spelen voor een MP-Olympiade bedacht. Het eerste was ook van<br />
vorig jaar bekend. De opdracht was weer om een landvast om een paal te werpen.<br />
Ik had het de mee spelenden niet makkelijk gemaakt. De afstand was groot.<br />
Ondanks dat slaagden toch velen hierin.<br />
Het tweede spel was om de vingervlugheid van de Merenpoorters te testen. Hoe<br />
lang heb je nodig om een paalsteek in een touw te maken? Sven nam de tijd, Richi<br />
Schurig was een vakman! In slechts 3,7 seconden had hij de lus gelegd.<br />
Welke Merenpoorter kent Friesland en de omgeving het best? Dat was de derde<br />
opgave van de olympiade. De overgebleven acht spelers moesten aan de hand van<br />
een fotopuzzle, die op de Genua geprojecteerd werd, bezienswaardigheden en bij<br />
de club bekende personen raden. Het waren spannende duels. Ook het publiek liet<br />
zich niet onbetuigd.<br />
Ik wil bij deze Anja Wind hartelijk bedanken. We vroegen haar naar oude foto’s<br />
van Johan, Jacco en Henk. Zonder medeweten van de “slachtoffers” spitte ze het<br />
oude fotoboek door en stuurde beelden die een onvergetelijk spel mogelijk<br />
maakten.<br />
De finale was in zicht en de spanning nam toe.<br />
Wat hadden we als laatste opgave bedacht? De ingebouwde kompas. Bij<br />
trekvogels is dat bekend. Maar heeft een Merenpoorter dat ook? We geven de<br />
laatste vier medespelers de opdracht een helper uit het publiek te kiezen. De<br />
opdracht bestond er uit, om vanaf een vast punt het noorden te bepalen. De<br />
helpers, bewapenden zich met een bootshaak of staak.<br />
Grote spanning was voelbaar onder de Merenpoorters. De helpers moesten op<br />
aanwijzingen een positie innemen die door velen bediscussieerd werd. Een<br />
peilkompas gaf de uitslag. De bronzen medaille ging naar Claus Weiss.<br />
9
In de finale moesten Klaus Manderscheid en Pablo hun kennis van<br />
zeemansliederen bewijzen. Alles wat over golven, zeeën en zeilen gaat moest<br />
voorgedragen worden. Even voor de duidelijkheid: Klaus hoefde zich niet als in<br />
“Talentenjacht” te presenteren. Al na 3 liederen gaf Klaus zich gewonnen en de<br />
winnaar stond vast: Goud voor Pablo! Klaus is blij met zilver.<br />
Maar daarmee was het nog niet genoeg. Voor de zeilers waren er geschenken, die<br />
door Elisabeth & Martin Behrendt en Birgit Weiss ter beschikking hadden<br />
gesteld.<br />
Sascha en Piet-Jean vroegen om de aandacht voor de prijsuitreiking van de<br />
zeilwedstrijd. Simon vestigde nog even de aandacht op de deelname aan de<br />
fotowedstrijd. Uit de inzendingen werden 31 beelden geselecteerd waaruit de jury<br />
bestaande uit Jacco en Henk Wind de winnende foto’s konden kiezen. Het viel<br />
hen niet makkelijk een keuze te maken. De winnende foto, van Karl Aust, staat op<br />
de omslag van deze Merenpraet. Simon bedankte Jacco en Henk voor het<br />
wederom ter beschikking stellen van de hal en voor alle voorbereidingen die ze<br />
daarvoor gedaan hadden en overhandigde hen elk een mooie stormlantaarn.<br />
Claus Weiss nam het woord. Hij is blij dat zijn merenpoort weer in Echtenerbrug<br />
is en vindt het geweldig bij zo’n gezellige vereniging te horen. Daarom wil hij de<br />
10
Merenpoort Club een wisseltrofee schenken. Deze wordt toegekend aan de<br />
bemanning van het schip dat de langste of meest belevenisvolle reis heeft<br />
gemaakt. Hij haalt een prachtig mooie kist van walnotenhout tevoorschijn. Daarin<br />
ligt een sextant. Hij vroeg Gabi en Peter van de GRAUTVORNIX bij hem te<br />
komen. Claus overhandigde hen als eerste de nieuwe wisseltrofee. Beiden waren<br />
zeer verrast. Ze beloofden van hun lange EN enerverende reis naar Denemarken<br />
een verhaal te schrijven.<br />
11<br />
Het officiële deel<br />
van de avond zat<br />
er op. Nog lang<br />
werd er gepraat en<br />
gelachen. Tot laat<br />
in de nacht werd<br />
op de rommelmarkt<br />
gehandeld.<br />
Conny is er nog<br />
steeds niet.<br />
Op zondagmorgen<br />
kwamen we weer<br />
bijeen om de hal te<br />
ruimen. Nog een<br />
laatste transactie<br />
op de rommelmarkt,<br />
voordat<br />
alles weer in<br />
kisten en dozen<br />
ver-dwijnt.<br />
Het was weer een<br />
mooi feest. We<br />
verheugen ons al<br />
weer op het<br />
volgend jaar,<br />
als we jullie weer uitnodigen met een: Hartelijk welkom op het zomerfeest.<br />
Birgit Thebing
Zeilwedstrijd zomer 20<strong>09</strong><br />
Ook dit jaar hadden we in het Zomerweekend “de Grote MP-zeilrace”<br />
De wedstrijdorganisatie vond dat ook dit jaar zonder handicap moest worden<br />
gezeild.<br />
Het zonder handicap zeilen had dit jaar als bijzonderheid dat alle middelen om zo<br />
snel mogelijk vooruit te komen, waren toegestaan zoals de racekiel, spinaker,<br />
vaarboom, speciale behandeling van het onderwaterschip etc.<br />
Het gebruik van de motor en je laten slepen door een snelle motorboot waren<br />
uitgezonderd.<br />
Uiteraard was wel het vaarreglement van toepassing.<br />
Bij de Palaver, om 11.00 uur, werd verteld dat het parkoers weer als een 8 om de<br />
eilanden lag met de startlijn tussen de rode en de groene ton van de vaargeul.<br />
Klaus en Christa hadden hun huis (De “NJORD“) ter beschikking gesteld om als<br />
startschip te fungeren. Ze zeilden zelf mee in de wedstrijd.<br />
Door de lange startlijn was het geluid van de startprocedure door de bemanning<br />
van de verder van het startschip wachtende boten helaas niet te horen en het sein<br />
met de verenigingsvlag werd niet door iedereen goed begrepen, waardoor de start<br />
wat chaotisch verliep. De tijdwaarnemingen konden wel nauwkeurig worden<br />
uitgevoerd.<br />
12
Nadat bijna alle boten twee rondes hadden gevaren en er één protest was<br />
ingediend, hadden we het volgende resultaat.<br />
Naam schip Plaats Finish tijd Snelste ronde met tijd<br />
h:min:sec h:min:sec<br />
Farewell 1 2 : 04 : 53 2 e 0 : 55 : 35<br />
Lupita 2 2 : 08 : 04 2 e 1 : 00 : 38<br />
Blue Peter 3 2 : 10 : 12 2 e 1 : 02 : 47<br />
Lorbass 4 2 : 11 : 39 1 e 1 : 05 : 22<br />
Jovel 5 2 : 14 : 23 2 e 1 : 02 : 46<br />
Balee 6 2 : 24 : 42 2 e 1 : <strong>09</strong> : 42<br />
Sweltsje 7 2 : 38 : 50 1 e 1 : 18 : 35<br />
Grautvornix 8 2 : 42 : 11 2 e 1 : 20 : 15<br />
WEL -- Niet gefinisht 1 e 1 : 29 : 36<br />
De eerste prijs was voor: Klaus en Sonny Bensinger met de “FAREWELL“. en<br />
ook de wisselpokaal gaat voorlopig met hen mee naar huis. Tweede was<br />
“LUPITA” met familie Schurig. Op de derde plaats “BLUE PETER” met<br />
schipper Florian Behrendt.<br />
13
Er werd hard gewerkt met de vaarboom om er het maximum uit te halen.<br />
De snelste rondes werden gezeild door respectievelijk: de “FAREWELL“, de<br />
“LUPITA“ en de “JOVEL“.<br />
NB. Het protest werd door de wedstrijdcommissie behandeld. Na de uitspraak van<br />
de wedstrijdcommissie werd de bemanning van het ten onrechte gehinderde schip<br />
schadeloos gesteld door het aanbieden van een borrel.<br />
De wedstrijd was ook dit jaar weer een sportief gebeuren.<br />
De wedstrijdcommissie:<br />
Sascha Bakker en<br />
Piet-Jean Boegem<br />
14
Sommerfest 20<strong>09</strong><br />
Für das Sommerfest haben wir uns wieder ein buntes Programm ausgedacht. Ob<br />
es den Merenpoortlern gefallen wird?<br />
Am Freitagmorgen machen wir uns auf den weiten Weg von Delfstrahuizen nach<br />
Echtenerbrug, eine Seereise von 200 Metern. Dort begrüßen uns schon Christa &<br />
Klaus von der “NJORD“. Die beiden verbrachten die letzten Monate in England,<br />
warfen aber rechtzeitig die Leinen los, um beim Sommerfest dabei zu sein. Kurze<br />
Zeit später legen Nelleke & Ron mit der “BALEE“ und Sascha & Simon mit<br />
“WEL“ an der Kade an. Aber wo bleibt Conny Dittmann unser englisches<br />
Mitglied??? Ihn hatten wir ganz besonders nach Echtenerbrug eingeladen. Wann<br />
er wohl kommen wird?<br />
Den größten Teil der Vorbereitung, das Herrichten der Halle, hatte die Familie<br />
Wind übernommen. Ein herzliches Dankeschön für die Mühe, Tische und Stühle<br />
sowie die Theke aufzustellen. Uns bleibt nur noch, die Halle zu schmücken. Mit<br />
vereinten Kräften bauen wir den Pavillon auf, unter dem die Preise für die MP-<br />
Olympiade präsentiert werden sollen. Birgit Weiss hilft beim Heißen unserer alten<br />
Genua, die als Projektionsfläche für Film und Spiele vorgesehen ist.<br />
15
Schon beginnen die ersten MPler mit den Vorbereitungen für den maritimen<br />
Flohmarkt. Was gibt es nicht alles zu kaufen! Einen alten Autoanhänger, der sich<br />
in ein Ruderboot verwandeln lässt, ein breites Sortiment an Tupperware,<br />
selbstgemachten Schmuck und Taschen, Ölgemälde und sonst noch viel mehr<br />
oder weniger Nützliches.<br />
Der Nachmittag vergeht wie im Flug. Schon ist Zeit für die Happy Hour. Ron lädt<br />
zu einem „borreltje“ an die Kade ein. Um 20 Uhr öffnen sich die Tore der Halle 1<br />
zum Sommerfest 20<strong>09</strong>. Wo nur Conny bleibt??? Da die Brücken nach acht nicht<br />
mehr bedient werden, kann er heute nicht mehr kommen…<br />
Gut vierzig Merenpoortler finden sich ein, einen geselligen Abend miteinander zu<br />
verbringen. Auf dem Flohmarkt wird erster Handel getätigt. Allerlei Seefahrtsutensilien<br />
tauschen ihren Besitzer. Doch der Höhepunkt des Abends soll noch<br />
kommen. Der Film „Die fliegende Merenpoort“ ist angekündigt.<br />
Birgit & Claus Weiss hatten ihre Merenpoort neunzehn (19!) Jahre im Garten in<br />
Schwarzenbruck bei Nürnberg. Nun sollte das Boot wieder ins nasse Element<br />
zurück nach Echtenerbrug. Aber die Gartenbäume waren in der Zwischenzeit<br />
nicht untätig, und so mußte das Schiff mit einem Autokran hoch in den Himmel<br />
gehoben werden. Ein filmbegeisterter Nachbar hat alles mit seiner Kamera<br />
festgehalten und einen liebevollen Film zusammengeschnitten. Großer Applaus<br />
brandet am Ende des Streifens auf; beinahe wie bei einer echten Filmpremiere.<br />
16
Der Samstag fängt, wie könnte es auch anders sein, mit dem großen Palaver an.<br />
Neun Schiffe werden in die Teilnehmerliste der Regatta eingetragen. Eine<br />
respektable Anzahl. Und Conny??? Die Regatta wird er nun verpassen… Um 14<br />
Uhr ertönt das Startsignal. Gut zwei Stunden später steht der Sieger fest. Im<br />
Regattabericht von Sascha und Piet-Jean könnt ihr alles nachlesen.<br />
Barbara & Karl Aust hatten nicht zuviel versprochen, als sie eine Gulaschsuppe<br />
ankündigten, die es in sich haben sollte. So verwöhnt ein Topf reichhaltig<br />
gefüllter Suppe die Gaumen der Merenpoortler. Fast alle tauchen abermals an der<br />
<strong>Ausgabe</strong> auf, um sich einen zweiten und dritten Teller zu holen. Auch von der<br />
Möglichkeit, den ganzen Abend nachzunehmen, wird gern Gebrauch gemacht.<br />
Ob die MPler jetzt noch Spaß an einem Spiel haben? Tatsächlich: JA! Wir haben<br />
uns fünf Spiele für eine MP-Olympiade ausgedacht. Das erste ist vom letzten<br />
Sommerfest bekannt. Aufgabe ist wieder, eine Leine über den Pfahl zu werfen.<br />
Den Mitspielern wird es nicht leicht gemacht. Der Abstand ist beträchtlich.<br />
Trotzdem meistern viele diese Hürde.<br />
Jetzt gilt es Fingerfertigkeit zu demonstrieren. Wie schnell können die Mitspieler<br />
einen Palstek in eine Leine schlagen? Sven nimmt die Zeit. Richi Schurig ist der<br />
Meister seines Fachs. In nur 3,7 Sekunden ist die Schlinge im Tampen.<br />
Kennt sich ein Merenpoortler in Friesland und Umgebung aus? Das ist die dritte<br />
Prüfung. Die verbliebenen acht<br />
Kandidaten müssen in einem<br />
Fotopuzzle, das auf die Genua<br />
projiziert wird, Sehenswürdigkeiten<br />
und clubbekannte Persönlichkeiten<br />
erraten. Es gibt spannende Duelle und<br />
alle Zuschauer raten mit.<br />
Anja Wind gilt an dieser Stelle ein<br />
besonderer Dank. Sie hatten wir um<br />
alte Fotos von Johan, Jacco und Henk<br />
gebeten. Ohne Wissen ihrer „Opfer“<br />
durchstöberte Anja vergilbte Fotoalben<br />
und schickte Bilder, die ein<br />
unvergleichliches Spiel ermöglichen.<br />
Die Spannung wächst. Das Finale ist<br />
nicht mehr weit. Was kommt als<br />
nächstes? Bei Zugvögeln ist er bekannt:<br />
Der innere Kompass. Aber hat ihn auch<br />
ein gewöhnlicher Merenpoortler? Kann<br />
der von einem festgelegten Punkt aus<br />
Norden finden? Die letzten vier<br />
Konkurrenten sind aufgefordert, sich<br />
17
einen Adjutanten aus dem Publikum zu wählen. Die Helfer bewaffnen sich mit<br />
Bootshaken oder Staken. Deren Positionierung in die gesuchte Nordrichtung wird<br />
allgemein diskutiert. Wieder fiebern alle MPler mit. Ein Peilkompass löst das<br />
Rätsel auf. Die Bronzemedaille geht an Claus Weiss.<br />
Im Finale müssen Klaus Manderscheid und Pablo ihre Kenntnisse auf dem weiten<br />
Feld der Seemannslieder unter Beweis stellen. Alles, was von Wolken, Wind und<br />
Wogen oder Segeln handelt, darf vorgetragen werden. Um es vorweg zu nehmen:<br />
Klaus muß sich nicht unbedingt bei DSDS (deutschlandsuchtdensuperstar)<br />
bewerben. Schon nach drei Liedern gibt er sich geschlagen und der Sieger steht<br />
fest. Gold für Pablo! Klaus freut sich über Silber.<br />
Damit nicht genug. Die stolzen Sieger erhalten auch noch Geschenke, die<br />
Elisabeth & Martin Behrendt und Birgit Weiss gestiftet haben.<br />
Für die Preisverteilung der Regatta bitten Sascha und Piet-Jean um<br />
Aufmerksamkeit. Anschießend würdigt Simon die große Teilnahme am<br />
Fotowettbewerb. Es wurden 31 Bilder eingereicht, aus denen die fachkundige<br />
Jury Jacco und Henk Wind das gelungenste auszuwählen hat. Keine leichte<br />
Aufgabe. Das Siegerfoto von Karl Aust ist auf dem Umschlag dieser Merenpraet<br />
abgedruckt.<br />
Mit zwei wunderschönen Windlichtern dankt Simon Jacco und Henk Wind für<br />
deren Unterstützung des Merenpoortclubs.<br />
18
Claus Weiss meldet sich zu Wort. Er ist froh, seine Merenpoort wieder in<br />
Echtenerbrug zu haben und findet es schön, einem so tollen Verein anzugehören.<br />
Deshalb möchte er dem Merenpoortclub einen Pokal stiften, den er für die<br />
längste oder erlebnisreichste Fahrt auslobt. Ein wunderschöner Kasten aus<br />
Walnussholz kommt zum Vorschein. Darin liegt ein Sextant. Claus bittet Gabi<br />
& Peter von der “GRAUTVORNIX“ zu sich, die als erste den neuen<br />
Wanderpokal überreicht bekommen. Beide sind überwältigt. Sie versprechen, von<br />
ihrer langen UND erlebnisreichen Reise nach Dänemark zu schreiben.<br />
Der offizielle Teil des Abends ist beendet. Noch lange wird erzählt und gelacht.<br />
Die Geschäfte auf dem Flohmarkt gehen bis spät in die Nacht. Conny fehlt immer<br />
noch…<br />
Am Sonntagmorgen treffen wir uns zum Klarieren der Halle. Ein letztes<br />
Schnäppchen auf dem Flohmarkt, bevor alles wieder in die Kisten verschwindet.<br />
Ein schönes Fest. Wir freuen uns schon auf nächstes Jahr, wenn es wieder heißt:<br />
Herzlich willkommen zum Sommerfest<br />
Birgit Thebing<br />
19
Regatta Sommer 20<strong>09</strong><br />
Der Höhepunkt des Sommerfests war einmal mehr die große Merenpoortregatta.<br />
Die Wettfahrtleitung hatte beschlossen, das Rennen ohne “Handicap“ austragen<br />
zu lassen. Obendrein gab es diesmal eine Besonderheit. Alles war erlaubt, um<br />
möglichst schnell voranzukommen: der “Racekiel“, Spinnaker und<br />
Spinnakerbaum oder eine spezielle Politur des Unterwasserschiffs.<br />
Gerade noch verboten blieben der Einsatz der Maschine sowie Schlepphilfe durch<br />
schnelle Motorboote. Selbstverständlich galten auch die üblichen Vorfahrtsregeln.<br />
Beim Palaver um 11 Uhr wurde der Kurs<br />
bekannt gegeben. Die Startlinie lag<br />
zwischen einer roten und einer grünen<br />
Tonne des Fahrwassers, und es mußte<br />
zweimal eine Acht um die beiden Inseln<br />
gefahren werden. Klaus und Christa<br />
hatten ihr Zuhause –die “NJORD“- als<br />
Startschiff zur Verfügung gestellt. Die<br />
beiden segelten aber die Regatta mit.<br />
Leider war das Startsignal für<br />
Besatzungen, die etwas weiter vom Start<br />
warteten, nicht zu hören. Die Linie war<br />
einfach zu lang. Da auch das Zeichen mit<br />
der Vereinsflagge nicht von allen richtig<br />
verstanden wurde, verlief der Start<br />
einigermaßen chaotisch. Die Zeitnahme<br />
erfolgte trotzdem präzise.<br />
Beinahe alle Boote kamen ins Ziel. Ein<br />
Protest wurde eingereicht. Dann stand<br />
dieses Ergebnis fest:<br />
20
Schiffsname Platz gefahrene Zeit schnellste Runde<br />
h:min:sec<br />
h:min:sec<br />
Farewell 1 2 : 04 : 53 2 e 0 : 55 : 35<br />
Lupita 2 2 : 08 : 04 2 e 1 : 00 : 38<br />
Blue Peter 3 2 : 10 : 12 2 e 1 : 02 : 47<br />
Lorbass 4 2 : 11 : 39 1 e 1 : 05 : 22<br />
Jovel 5 2 : 14 : 23 2 e 1 : 02 : 46<br />
Balee 6 2 : 24 : 42 2 e 1 : <strong>09</strong> : 42<br />
Sweltsje 7 2 : 38 : 50 1 e 1 : 18 : 35<br />
Grautvornix 8 2 : 42 : 11 2 e 1 : 20 : 15<br />
WEL -- nicht beendet 1 e 1 : 29 : 36<br />
Der erste Preis ging an Klaus und Sonny Bensinger mit der “FAREWELL“. Die<br />
beiden durften auch den Wanderpokal vorläufig mit nachhause nehmen. Zweiter<br />
wurde die “LUPITA“ von Familie Schurig. Platz drei belegte der “BLUE<br />
PETER“ mit Skipper Florian Behrendt.<br />
“FAREWELL“, “LUPITA“ und “JOVEL“ fuhren in dieser Reihenfolge die<br />
schnellsten Runden.<br />
PS: Das Wettkampfgericht verhandelte den Protest und kam zu folgendem Urteil:<br />
Dem regelwidrig behinderten Boot muß Schadensersatz in Form eines geistigen<br />
Getränks für alle Besatzungsmitglieder geleistet werden.<br />
So blieb die Regatta auch in diesem Jahr eine rein sportliche Angelegenheit.<br />
Die Regattaleitung:<br />
Sascha Bakker und<br />
Piet-Jean Boegem<br />
21
Men moet oude scheeps-schroeven verzorgen!<br />
We varen met een schip dat op zijn minst al enkele tientallen jaren oud is. Het<br />
wordt regelmatig liefdevol gelakt, geen roestplek blijft onbehandeld. De motor<br />
wordt elk jaar geïnspecteerd en olie en oliefilter worden gewisseld. Om kort te<br />
zijn, we zijn er zeer op gebrand om te zorgen dat onze geliefde Merenpoort zijn<br />
waarde behoudt. Sommigen van ons varen nog met een SABB met omkeerbare<br />
schroef, die ze zorgvuldig met vet en olie verzorgen.<br />
Wanneer het schip in de winterberging op de bok staat, kan je eenvoudig<br />
controleren of de schroef nog in orde is: Je pakt de<br />
bladen beet en draait er aan. Je merkt dan of er<br />
speling in de schroef zit, dat wil zeggen de<br />
schroefas en de koker bewegen heen en weer. Dan<br />
moet je beslissen of reparatie onderhand nodig is.<br />
De meesten van ons weten wel wat er gebeuren<br />
moet: er worden vulringen gebruikt om de speling<br />
te verhelpen.<br />
Dat was ook bij onze “GRAUTVORNIX“ tot nog toe zo, in het verleden werden<br />
er schijven gedraaid en dan ingebouwd. Maar hierbij loert een gevaar, en de<br />
speling in de schroefas wijst daarop, dat de bronzen vlakken van de glijlagers<br />
versleten zijn. Tot op zekere hoogte is dat niet erg, maar is de slijtage te groot,<br />
dan kan het gebeuren dat de rest van het lager afbreekt en je alleen nog maar<br />
vooruit kunt varen.<br />
Zo overkwam dat ons toen we onderweg waren naar Denemarken in het Elbe-<br />
Weser scheepvaartkanaal vlak voor de Lintig sluis. We hadden onderwater een<br />
obstakel geraakt en vroegen ons af wat daar alzo in het kanaal lag. Bij het invaren<br />
van die echt kleine sluiskolk zijn we gewend om vlak voor het aanleggen kort in<br />
zijn achteruit te remmen, maar de Grautvornix bleef vooruit gaan. Ik nam direct<br />
het gas weg maar we hadden nog genoeg vaart om met een luid gekraak de<br />
sluiswand te rammen. Grote schade. Maar omdat we toch niet in de sluis konden<br />
blijven liggen, voeren we heel langzaam de sluis uit en maakte vast aan de<br />
wachtsteiger. Inspectie in het motorruim bracht geen duidelijkheid. De as draaide<br />
normaal rond en bewoog zich gewoon heen en weer als je voor of achteruit<br />
stuurde. Alleen aan de achterkant zag je dat er geen achteruit druk was, zelfs in<br />
zijn vrij was er voorwaartse druk. We bekeken de schade aan het schip en stelden<br />
tot onze tevredenheid vast dat alleen de boeg enige lakschade had opgelopen. Het<br />
anker had als stootkussen gewerkt en de grootste klap opgevangen.<br />
Aan de overkant van het kanaal was het kantoor van het water- en scheepvaart-<br />
bureau waar ik de volgende morgen om zeven uur de onderwater hindernis<br />
meldde en vroeg waar ik hier hulp zou kunnen krijgen. De mensen waren heel<br />
vriendelijk en overlegden met mij de mogelijkheden hoe het schip uit het water<br />
getakeld kon worden. Maar daar was toch wel een autokraan voor nodig.<br />
22
Ze maakten een proces verbaal op tegen “Onbekend” en stuurden er direct een<br />
boot op uit om het kanaal af te zoeken en belden met de sluiswachter van<br />
Ottendorf. Die beloofde toen ons met de kraandrijver van de zeilclub op te<br />
wachten. We legden ons reserve anker op de achterkajuit om in geval van nood<br />
toch nog te kunnen remmen en voeren weg.<br />
Tegemoetkomende schepen hielden een veilige afstand tot ons , de sluiswachter<br />
had iedereen voor ons gewaarschuwd!! Zoals afgesproken stond er een ontvangst<br />
comité bij de kraan in Ottendorf. De “GRAUTVORNIX“ werd veilig en wel aan<br />
land gezet. Nu was duidelijk te zien dat de schroef een defect had. Als je aan de<br />
bladen draaide was er geen enkele weerstand. De behuizing ging heen en weer.<br />
Dus overleggen en kijken of dat gerepareerd kon worden.<br />
Toen ik de schroef weg had<br />
zag ik de grote slijtage van<br />
het kogellager. De<br />
achterste lagervlak was<br />
praktisch verdwenen.<br />
Met Gaby besprak ik de<br />
mogelijkheden: of de<br />
vakantie afbreken en het<br />
schip met een vrachtwagen<br />
naar Echtenerbrug<br />
terugbrengen, omdat we<br />
hier niemand vonden die<br />
voor ons een reparatie zou<br />
kunnen uitvoeren, of op<br />
een of andere manier zelf<br />
het lager repareren en hopen dat die het tot de herfst zal houden.<br />
De sluiswachter had me verteld dat hij iemand in een werkplaats kent die een<br />
draaibank had. We belden hem en ik gaf hem de maten door zodat hij voor mij<br />
ringen zou kunnen draaien. Ik had me voorgenomen de rest van het achterste<br />
lagervlak door een messing ring te versterken.<br />
Tegen 5 uur kwam die bekende en bracht ringen van verschillende materialen<br />
mee. Precies naar mijn opgave gedraaid! En dat alles voor 5 EURO. Na enige<br />
pogingen had ik de schroef zo ver gerestaureerd dat ze geen speling meer had en<br />
ook de bladenverstelling weer functioneerde. We besloten het te proberen en door<br />
te varen. De kraandrijver werd gebeld en die kwam na enige minuten en hees de<br />
Grautvornix terug in het water.<br />
De volgende dagen voeren we door de Elbe en het Noord- Oostzee kanaal. Tot we<br />
de sluis Holtenau passeerden en dan... geen achteruit meer!!! We legden heel<br />
langzaam aan de wachtsteiger aan en ik belde met verschillende<br />
23
eparatiebedrijven tot ik bij de firma Augustin in Friedrichsort geluk had. Hier<br />
worden SABB motoren gerepareerd en er waren reserve onderdelen.<br />
Ik kreeg het advies tot Jachtwerf Ratje te varen en ook het telefoonnummer en de<br />
namen van de scheepsbouwmeesters kreeg ik. Na een belletje daarheen werden<br />
we er verwacht, De kraan stond klaar, helpers stonden op de kade, de achterstag<br />
en de spanner werden gelost en binnen de kortste tijd stond de<br />
“GRAUTVORNIX“ met staande mast aan land.<br />
Het was ondertussen donderdag in de namiddag. Vrije avond op de werf. We<br />
kregen de sleutel van het terrein, de toiletten en de douches.<br />
Ook de stroomkabel werd snel<br />
uitgerold. De volgende dag zou<br />
meteen vroeg bekeken worden<br />
wat er moest gebeuren. Gaby en<br />
ik demonteerden de schroef en<br />
maakte alle delen schoon. De<br />
volgende morgen om acht uur<br />
kwam er een monteur van de<br />
firma Augustin en bekeek de<br />
schade. Het was al snel duidelijk<br />
dat er een nieuwe kogellager<br />
ingebouwd moest worden. Hij Het oude lager<br />
had er zowaar nog een in<br />
voorraad! Maar helaas bleek al snel dat zijn lager naar Engelse maten gebouwd<br />
was en wij een metrische as maat hebben. Er moest een nieuw lager besteld<br />
worden. Maar hoe groot was onze verrassing toen op maandagmorgen om negen<br />
uur dat onderdeel geleverd werd. Ook de originele lagerschijven waren er bij. Nu<br />
ging alles echt heel snel. Het roer werd eruit gehaald en het eindlager<br />
omgewisseld.<br />
Zo moet het zijn!<br />
24<br />
Na het weer inbouwen van het roer<br />
kon ik de schroef weer in elkaar<br />
zetten. Na een nader gesprek met de<br />
botenbouwer werd het ons duidelijk<br />
dat de schade niet op de onderwater<br />
hindernis kon worden teruggevoerd,<br />
maar op jaren lange langzame<br />
slijtage. De Grautvornix is immers al<br />
39 jaar.
Positie van de schijven<br />
25<br />
De botsing was uiteindelijk de<br />
doorslaggevende rede waardoor het<br />
laatste stuk brons was afgebroken.<br />
Al de volgende dag dreef het schip<br />
weer en konden wij onze vakantie<br />
voortzetten.<br />
We waren heel tevreden met deze<br />
werf. De medewerkers waren<br />
vriendelijk en hebben snel en<br />
precies gewerkt.<br />
Mijn advies aan alle merenpoort bezitters met omkeerschroeven: Let op slijtage!!<br />
Op een gegeven moment is het niet meer afdoende om er alleen maar opvulringen<br />
tussen te zetten.<br />
Hanspeter Balßer<br />
(“GRAUTVORNIX“)<br />
Als neue Mitglieder begrüßen<br />
wir ganz herzlich:<br />
Albertine Albertine & & Thomas Thomas Thomas Schulte Schulte<br />
Schulte<br />
Krähengasse Krähengasse 2<br />
2<br />
37574 37574 Einbeck<br />
Einbeck<br />
Thomas Thomas Thomas Wolff<br />
Wolff<br />
Talstraße Talstraße 3<br />
3<br />
79674 79674 Todtnau Todtnau-3 Todtnau
Man muss die alte Schraube pflegen!<br />
Wir alle fahren ein Schiff, das meist schon einige Jahrzehnte alt ist. Da wird mit<br />
Liebe regelmäßig lackiert, kein Rostfleck bleibt unbehandelt, der Motor bekommt<br />
jedes Jahr seine Inspektion mit Öl- und Filterwechsel – kurz: wir sind sehr<br />
bedacht darauf, den Wert unserer geliebten Merenpoort zu erhalten. Einige von<br />
uns fahren noch einen SABB mit Umsteuerschraube, den sie aufmerksam mit Fett<br />
und Öl versorgen.<br />
Steht das Schiff dann im Winterlager auf dem Bock, kann man leicht prüfen, ob<br />
die Schraube noch in Ordnung ist: man greift die<br />
Blätter und dreht daran. Merkt man dann, dass<br />
Spiel in der Schraube vorhanden ist, das heißt, das<br />
Schraubengehäuse bewegt sich hin und her, sollte<br />
man entscheiden, ob eine Reparatur nötig<br />
geworden ist. Die meisten von uns wissen, was zu<br />
tun ist: es werden Distanzscheiben eingebaut, die<br />
das Spiel ausgleichen.<br />
Das war auch bei unserer “GRAUTVORNIX“ bisher so, in der Vergangenheit<br />
wurden Scheiben gedreht und eingebaut. Doch hier lauert eine Gefahr: Das Spiel<br />
in der Schraube ist ein Hinweis dafür, dass sich die Bronzeflächen am<br />
Wellenlager abgenutzt haben. Bis zu einem gewissen Grad ist das nicht schlimm,<br />
ist aber die Abnutzung zu groß, kann es vorkommen, dass der Rest des Lagers<br />
abbricht und nur noch vorwärts gefahren werden kann.<br />
So passierte es uns auf unserem Weg nach Dänemark im Elbe- Weser-<br />
Schifffahrtsweg kurz vor der Schleuse Lintig. Wir hatten ein<br />
Unterwasserhindernis gestreift und rätselten noch, was da so im Kanal lag. Bei<br />
der Einfahrt in die recht kleine Schleusenkammer wollte ich wie gewohnt zum<br />
Anlegen kurz rückwärts bremsen, doch “GRAUTVORNIX“ beschleunigte<br />
vorwärts! Ich nahm sofort Gas weg, trotzdem reichte der Schub noch, um uns mit<br />
lautem Krachen die Schleusenwand rammen zu lassen. Große Aufregung! Da wir<br />
aber nicht in der Schleusenkammer liegen bleiben konnten, fuhren wir ganz<br />
langsam aus der Schleuse und machten am Wartesteiger fest. Eine Inspektion im<br />
Motorraum brachte keine Erkenntnisse, die Welle lief normal rund und bewegte<br />
sich wie gewohnt hin und her wenn man von vorwärts nach rückwärts steuerte.<br />
Nur am Heck sah man, dass kein Rückwärtsschub gegeben wurde; selbst in der<br />
Mittelstellung gab es Vorwärtsschub. Wir schauten uns die Schäden am Schiff an,<br />
stellten zu unserer Überraschung fest, dass nur der Bug einige Lackschäden hatte.<br />
Der Anker hatte wie eine Stoßstange gewirkt und die meiste Energie aufgefangen.<br />
26
Auf der anderen Kanalseite war ein Betriebshof des Wasser- und<br />
Schifffahrtsamtes wo ich am nächsten Morgen um sieben Uhr das<br />
Unterwasserhindernis meldete und fragte, welche Hilfe ich hier bekommen<br />
könnte. Die Leute waren sehr freundlich und überlegten mit mir Möglichkeiten,<br />
wie das Schiff aus dem Wasser geslippt werden könnte. Aber hier wäre dann doch<br />
ein Autokran nötig geworden. Sie nahmen eine Anzeige gegen Unbekannt auf,<br />
schickten sofort ein Boot los um den Kanal abzusuchen und telefonierten mit dem<br />
Schleusenwärter von Otterndorf. Der versprach mir dann, uns mit dem Kranführer<br />
des Segelklubs zu erwarten. Also legten wir unseren Reserveanker auf die<br />
Achterkajüte um in der Not noch bremsen zu können und fuhren los. Schiffe, die<br />
uns entgegenkamen, hielten großen Sicherheitsabstand zu uns, der<br />
Schleusenwärter hatte wohl alle vor uns gewarnt! Wie versprochen, stand ein<br />
Empfangskomitee am Kran in Otterndorf. “GRAUTVORNIX“ wurde an Land<br />
gesetzt und gesichert.<br />
Nun war deutlich zu sehen, dass die Schraube einen Defekt hatte. Drehte man an<br />
den Blättern, gab es keinerlei Widerstand, das Gehäuse glitt hin und her. Also<br />
zerlegen und schauen, ob man es reparieren kann.<br />
Als ich die Schraube<br />
zerlegt hatte, sah ich die<br />
große Abnutzung am<br />
Wellenlager; die hintere<br />
Lagerfläche war praktisch<br />
nicht mehr vorhanden!<br />
Mit Gaby besprach ich<br />
die Möglichkeiten:<br />
entweder den Urlaub<br />
abbrechen und das Schiff<br />
mit dem LKW nach<br />
Echtenerbrug zurückbringen,<br />
da wir vor Ort<br />
niemand fanden, der uns<br />
eine Reparatur hätte<br />
machen können, oder irgendwie das Lager selbst reparieren und hoffen, dass es<br />
bis zum Herbst hält.<br />
Der Schleusenmeister hatte mir erzählt, dass er jemanden in einer Werkstatt<br />
kennt, der eine Drehbank hat. Wir telefonierten und ich gab ihm Masse durch,<br />
nach denen er mir Ringe drehen konnte. Ich hatte vor, den Rest der hinteren<br />
Lagerfläche durch einen Messingring zu verstärken.<br />
27
Gegen fünf Uhr kam der Bekannte und brachte Ringe aus verschiedenen<br />
Materialien, genau nach meinen Angaben gedreht! Das Ganze für 5 € ! Nach<br />
einigen Versuchen hatte ich die Schraube so zusammengebaut, dass sie kein Spiel<br />
mehr hatte und auch die Blattverstellung funktionierte. Wir entschlossen uns, es<br />
zu versuchen und weiter zu fahren. Der Kranführer wurde angerufen, er kam nach<br />
einigen Minuten und hob “GRAUTVORNIX“ zurück in das Wasser.<br />
Die nächsten Tage fuhren wir durch die Elbe und den Nord- Ostseekanal. Vor der<br />
Schleuse Holtenau passierte es dann – kein Rückwärtsgang mehr! Wir legten ganz<br />
langsam am Wartesteiger an und ich telefonierte mit mehreren Reparaturbetrieben<br />
bis ich bei Fa. Augustin in Friedrichsort Glück hatte. Hier werden Sabb Motoren<br />
repariert und es gibt Ersatzteile.<br />
Ich bekam den Rat zur Jachtwerft Ratje zu fahren, auch die Telefonnummer und<br />
den Namen des Bootsbaumeisters bekam ich. Nach einem Anruf dort wurden wir<br />
schon erwartet. Der Kran war bereit, Helfer standen am Kai, das Achterstag und<br />
die Dirk wurden gelöst; “GRAUTVORNIX“ stand in kürzester Zeit mit<br />
stehendem Mast an Land.<br />
Es war mittlerweile Donnerstagnachmittag - Feierabend auf der Werft, wir<br />
bekamen Schlüssel für das Gelände, die Toiletten und die Dusche.<br />
Auch Strom war schnell<br />
gelegt. Am nächsten Tag<br />
sollte gleich früh<br />
entschieden werden, was zu<br />
tun ist. Gaby und ich<br />
demontierten die Schraube<br />
und reinigten alle Teile.<br />
Am nächsten Morgen um<br />
acht Uhr kam ein Monteur<br />
der Fa. Augustin und besah<br />
sich den Schaden. Schnell<br />
war klar, dass ein neues Unser altes Lager<br />
Wellenlager eingebaut<br />
werden musste. Er hatte sogar noch eines vorrätig! Aber leider stellte sich schnell<br />
heraus, dass sein Lager nach englischen Massen gebaut war, wir aber eine<br />
metrische Welle haben. Es musste ein neues Lager bestellt werden. Ich sah uns<br />
schon für den Rest unseres Urlaubs in der Werft stehen. Doch wie groß war unser<br />
Erstaunen als am Montag um neun Uhr das Teil geliefert wurde! Auch die<br />
28
originalen Lagerscheiben waren<br />
dabei! Nun ging alles recht schnell:<br />
Das Ruder wurde ausgebaut und das<br />
Endlager getauscht.<br />
Nach dem Einbau des Ruders<br />
konnte ich die Schraube zusammensetzen.<br />
Nach eingehender Besprechung mit<br />
dem Bootsbaumeister war uns klar,<br />
dass der Schaden nicht auf das So soll es sein!<br />
Unterwasserhindernis zurückzuführen<br />
war sondern auf langsamen Verschleiß über die Jahre –GRAUTVORNIX<br />
ist immerhin schon 39!<br />
Position der Scheiben<br />
29<br />
Der Anprall<br />
war lediglich<br />
der Auslöser,<br />
der das letzte<br />
Stück Bronze<br />
hat abbrechen<br />
lassen.<br />
Schon am<br />
nächsten Tag<br />
schwamm das<br />
Schiff wieder<br />
und wir konnten<br />
unseren<br />
Urlaub fortsetzen.<br />
Wir waren sehr zufrieden mit dieser Werft, die Mitarbeiter waren freundlich und<br />
haben schnell und genau gearbeitet.<br />
Mein Rat an alle Merenpoortbesitzer mit Umsteuerschraube: Achtet auf den<br />
Verschleiß. Irgendwann reicht es nicht mehr, nur Distanzringe<br />
zwischenzuschieben!<br />
Hanspeter Balßer<br />
(“GRAUTVORNIX“)
Stuurloos<br />
Hubert en ik zijn fervente zeilers en al 9 jaar eigenaar van een Merenpoort 930.<br />
Hiermee zijn we bij tijd en wijlen 4 weken in de zomer onderweg over de<br />
rivieren, het IJsselmeer en de Noord- en Oostzee. Ons jacht ligt op het ogenblik in<br />
Lemmer aan de IJsselmeer Jachthaven “de Punt”. Van daaruit waren we in 2005<br />
vertrokken om weer eens een bezoek te brengen aan de Oostzee. Gezien de zeer<br />
goede weersomstandigheden van het voorgaande jaar, waren we deze keer vol<br />
goede moed en met hoge verwachtingen aan de tocht begonnen. Niet in de laatste<br />
plaats vanwege de slechte weersomstandigheden werd deze tocht anders als<br />
gepland.<br />
Er waren vele uitdagingen te overwinnen. Nog afgezien van de mist bij de invaart<br />
naar de Elbe, was het uitvallen van de motor midden in de nacht op de Noordzee<br />
het “hoogtepunt” van deze reis. We waren om 16:00 met hoogwater Borkum<br />
uitgevaren, teneinde de volgende middag de monding van de Elbe te bereiken met<br />
als doel Cuxhaven. Nauwelijks waren we de westelijke hoek van Borkum voorbij,<br />
toen de wind doodviel en we de zeilen moesten opbergen. De golven waren<br />
vanwege de vorige dag (NW. 6 Bft) nog niet tot rust gekomen, zodat het met de<br />
motor een buitengewoon onrustige tocht werd. Maar toch hadden we een<br />
constante snelheid en zouden het doel binnen het voorgenomen tijdsbestek (bij het<br />
begin van het vloed getij bij het lichtschip Elbe) kunnen bereiken. Om<br />
middernacht had ik me daarom ter ruste gelegd, om dan om 03:00 in alle vroegte<br />
onzacht uit de kooi op te schrikken. Wat was er aan de hand? Plotseling was de<br />
motor uitgevallen. Al snel had ik vastgesteld dat de motor zelf wel in orde was.<br />
Maar dat er iets in de schroef gekomen was, zodat hij niet in de versnelling gezet<br />
30
kon worden. Op zichtafstand van het verkeers scheidings gebied waren we<br />
plotseling stuurloos. Om weer wat te kunnen manoeuvreren hadden we het zeil<br />
gezet. Maar zonder wind maakten we geen snelheid. Gedurende 2,5 uur hadden<br />
we ons slechts enige honderden meters richting de navigatieton Dovetief von<br />
Norderney verplaatst. Daar wilden we de schade proberen te (laten)verhelpen. We<br />
waren door het afgaande tij weer richting NW naar het verkeersscheidingsgebied<br />
verschoven, en ik besloot niet langer af te wachten. Op eigen kracht en zonder<br />
wind konden we ons niet zelf uit deze noodsituatie bevrijden. Daarom moet er op<br />
de korte golf op kanaal 16 een noodoproep verstuurd worden:<br />
PAN PAN – PAN PAN – PAN PAN<br />
Aan alle stations .. Aan alle stations .. Aan alle stations<br />
Hier is CHINOOK CHINOOK CHINOOK - DB 9560<br />
…<br />
Wij zijn stuurloos<br />
…<br />
Ik was nauwelijks uitgesproken, of de Zee-Reddingskruiser “Bernhard Gruben”<br />
uit Norderney meldde zich.<br />
Onze opluchting was groot, ook omdat ik nog niet zo vertrouwd was met de<br />
protocollen van het radioverkeer. Na het doorgeven van onze positie meldde de<br />
kapitein van de reddingsboot dat hij er binnen 3 kwartier zal zijn om ons te<br />
bergen. Alvorens te kunnen wegslepen door de DGzRS moest echter iemand van<br />
ons overstappen, om de aansprakelijkheid voor de eventueel tijdens het slepen<br />
ontstane schade, te ondertekenen. Prima, geen probleem, dacht ik, hoewel mij het<br />
overstappen – zonder met de andere boot verbonden te zijn – niet erg lokte.<br />
Even voor zeven kwam de reddingsboot dan eindelijk in zicht. Mijn hoop, dat het<br />
een kleine rubberboot met veel PK’s zou zijn, zoals in Nederland te doen<br />
gebruikelijk, was snel vergaan. In plaats daarvan kwam een reusachtige boot met<br />
een 4 koppige bemanning in zicht. Nadat deze vastgesteld hadden dat wij een<br />
stalen boot hebben en dat daardoor schade, als van uitgescheurde dek<br />
bevestigingen, uitgesloten was, kon direct met de berging begonnen worden.<br />
We werden zo tot aan de haven van Norderney gesleept, met een snelheid, die we<br />
anders nauwelijks zouden kunnen halen☺. Aldaar aangekomen werden we met<br />
grote zorg naast de kruiser vastgemaakt, zodat er geen problemen zouden kunnen<br />
ontstaan. Per slot van rekening gaat het hier om professionals, die weten wat ze<br />
doen. Slechts een kleine groep mensen volgden de verrichtingen toen we als<br />
“geredden” aan een Onderzoekingsschip vastgemaakt worden.<br />
Terwijl ik nog bezig ben de papieren bij elkaar te zoeken (alle vaarbewijzen enz.),<br />
heeft Hubert al de formaliteiten aan boord van de Zee-Reddingskruiser vervuld.<br />
Op mijn bezorgde vraag, wat dat wel zou gaan kosten, stelde de kapitein me<br />
31
gerust door te zeggen dat we verzocht werden een donatie te doen. Dat klinkt toch<br />
wel fantastisch dacht ik. Direct werd ook door de “Bernhard Gruben” een duiker<br />
opgeroepen van de DLRG, die de averij moest verhelpen. Deze kwam ook die<br />
middag, omdat zijn dienst als bakker er toen pas op zat. Hij had alles bij elkaar 20<br />
minuten en 3 duiken nodig om de schroef van de resten van een visnet te<br />
bevrijden. Zoals we te horen kregen, treed dit probleem voor de kust regelmatig<br />
op. De vissers gooien de resten van oude netten bij vervanging door nieuw<br />
geknoopte netten eenvoudig over boord.<br />
Boze tongen zouden kunnen zeggen dat het om een winstgevende bijverdienste<br />
van het reddingsbedrijf zou gaan. Wij waren echter blij, dat we na deze<br />
onvrijwillige onderbreking de volgende morgen onze tocht konden voorzetten en<br />
een tweede keer koers konden zetten naar Cuxhaven. De dan toch nog flinke<br />
rekening van in totaal 500 Euro hebben we graag betaald, want zonder de<br />
professionele steun van het reddingsstation had het avontuur ook heel anders<br />
kunnen aflopen.<br />
Susanne Vogt, in augustus 2005<br />
32
Manövrierunfähig<br />
Hubert und ich sind leidenschaftliche<br />
Segler und seit 9 Jahren Eigentümer einer<br />
Merenpoort 930. Mit diesem sind wir<br />
jeweils 4 Wochen im Sommer in den<br />
Revieren Ijsselmeer, Nord- und Ostsee<br />
unterwegs. Unsere Yacht liegt derzeit in<br />
Lemmer am Ijsselmeer (Yachthaven de<br />
Punt). Von dort sind wir im Jahre 2005<br />
aufgebrochen, um ein weiteres Mal die<br />
Ostsee zu erkunden. Nach sehr guten<br />
Wetter-Bedingungen im letzten Jahr<br />
waren wir diesmal freudig und<br />
erwartungsvoll zu einem Törn unterwegs.<br />
Nicht zuletzt wegen der schlechten<br />
Wetterbedingungen entwickelte sich<br />
dieser Törn anders als geplant.<br />
Es gab viele Herausforderungen zu<br />
bestehen. Neben der Ansteuerung der<br />
Elbe bei Nebel war allerdings der Ausfall<br />
des Motors mitten in der Nacht auf der<br />
Nordsee der "Höhepunkt" der Reise. Wir sind um 16:00 mit Hochwasser aus<br />
Borkum ausgelaufen, um am nächsten Mittag die Ansteuerung der Elbe zu<br />
erreichen, Ziel Cuxhaven. Wir hatten kaum die westliche Huk von Borkum<br />
passiert, als der Wind einschlief und wir die Segel bergen mussten. Der Seegang<br />
war vom Vortag (NW, 6 Bft) noch nicht abgeebbt, so dass es unter Motor eine<br />
recht unruhige Fahrt wurde. Aber immerhin machten wir konstante Fahrt und<br />
konnten das Ziel in dem definierten Zeitfenster (Einsetzen des Flutstroms am<br />
Feuerschiff Elbe) erreichen. Um Mitternacht habe ich mich dann beruhigt<br />
hingelegt, um dann um 3:00 früh unsanft aus der Koje hochzuschrecken. Was war<br />
passiert? Plötzlich war der Motor ausgegangen. Schnell hatte sich herausgestellt,<br />
dass der Motor zwar in Ordnung ist, aber irgendetwas sich in der Schraube<br />
verfangen hatte, so dass kein "Gang" eingelegt werden konnte. Schon in<br />
Sichtweite des Verkehrstrennungsgebiets waren wir plötzlich manövrierunfähig.<br />
Um wieder handlungsfähig zu werden, haben wir wieder die Segel gesetzt. Aber<br />
bei null Wind machten wir keine Fahrt. Nachdem wir uns 2,5 h lang nur einige<br />
hundert Meter auf die Ansteuerungstonne Dovetief von Norderney zu bewegt<br />
hatten (dort wollten wir den Schaden beheben/beheben lassen) und uns der<br />
auslaufende Strom so langsam in Richtung NW auf das Verkehrstrennungsgebiet<br />
versetzt hatte, konnten wir nicht länger untätig bleiben. Aus eigener Kraft und<br />
33
ohne Wind konnten wir uns nicht selbst aus dieser Notlage befreien. Daher<br />
musste per UKW-Funk auf Kanal 16 ein Notruf abgesetzt werden:<br />
PAN PAN - PAN PAN - PAN PAN<br />
An alle Funkstellen An alle Funkstellen An alle Funkstellen<br />
Hier ist CHINOOK CHINOOK CHINOOK - DB 9560<br />
...<br />
Wir sind manövrierunfähig.<br />
...<br />
Ich hatte kaum ausgesprochen, als sich der Seenotrettungskreuzer "Bernhard<br />
Gruben" aus Norderney meldete.<br />
Unsere Erleichterung war groß, auch wenn ich noch mit der ungewohnten<br />
Abwicklung des Funkverkehrs zu tun hatte. Nach Bestätigung unserer Position<br />
kündigte mir der Kapitän des Seenotkreuzers die Ankunft in einer ¾ Stunde an,<br />
um uns abzubergen. Vor dem Abschleppen durch die DGzRS sollte noch jemand<br />
von uns übersteigen, um einen Haftungsausschluss für die eventuell während der<br />
Bergung entstehenden Schäden zu unterzeichnen. Alles klar, meinte ich nur,<br />
obwohl mir das Übersteigen - ohne am anderen Boot sicher vertäut zu sein - nicht<br />
ganz geheuer war.<br />
Um kurz vor sieben kam der Seenotkreuzer dann endlich in Sicht. Meine<br />
Hoffnung, dass es sich um ein kleines hoch motorisiertes Schlauchboot handelte,<br />
wie es in den Niederlanden üblich ist, wurde jäh zerstört. Stattdessen kam ein<br />
wuchtiges Boot mit 4 Mann Besatzung in Sicht. Nachdem die Crew festgestellt<br />
hatte, dass wir ein Stahlboot haben und damit Schäden wie ausreißende Klampen<br />
ausgeschlossen sind, konnte zügig mit der Bergung begonnen werden.<br />
Wir wurden dann bis vor den Hafen von Norderney geschleppt, in einer<br />
Geschwindigkeit, die wir sonst kaum erreichen können☺. Dort angekommen<br />
wurden wir an der Seite des Kreuzers mit einer solchen Sorgfalt festgemacht, dass<br />
keinerlei Probleme entstanden. Schließlich handelt es sich hier um Profis, die ihr<br />
Handwerk verstehen. Nur eine kleine Menschenmenge verfolgte dann wie wir als<br />
Havarist an einem Forschungsschiff festgemacht wurden.<br />
Während ich noch die Papiere zusammensuchte (alle Führerscheine etc.), hatte<br />
Hubert schon die Formalitäten an Bord des Seenotrettungskreuzers erledigt. Auf<br />
meine besorgte Frage, was das wohl kosten würde, beruhigte mich der Kapitän<br />
und sagte, dass wir um eine Spende gebeten würden. Das klang doch<br />
ausgezeichnet, dachte ich mir. Sofort wurde auch von der „Bernhard Gruben“ ein<br />
Taucher der DLRG alarmiert, der den Schaden beheben sollte. Dieser kam dann<br />
auch mittags, da seine Schicht als Bäcker schon beendet war. Er musste insgesamt<br />
20 min in drei Schüben tauchen, um die Schraube von den Resten eines<br />
Fischernetzes zu befreien. Wie wir dann erfuhren, tritt dieses Problem vor der<br />
34
Küste häufiger auf. Die Fischer werfen die Reste nach neu geknüpften Netzen<br />
dann einfach über Bord.<br />
Böse Zungen könnten behaupten, dass es sich hier um ein lukratives<br />
Nebengeschäft der Rettungsorganisationen handele. Wir waren jedoch froh, dass<br />
wir nach dieser unfreiwilligen Unterbrechung am nächsten Morgen unsere Fahrt<br />
fortsetzen und einen zweiten Anlauf nach Cuxhaven nehmen konnten. Die dann<br />
doch fällig gewordene Rechnung von insgesamt 500 € haben wir gerne gezahlt,<br />
denn ohne die professionelle Unterstützung der Rettungsorganisationen hätte das<br />
Abenteuer auch ganz anders enden können.<br />
Susanne Vogt, im August 2005<br />
Abendstille im Hafen<br />
Stille legt sich über Meer und Hafen,<br />
die Schiffe haben ihre Heimat erreicht.<br />
Sie sind fest vertäut,<br />
klimpern leise in den Wanten<br />
und wiegen sich sanft im Abendwind.<br />
Die Hafenlichter weisen<br />
einem Heimkehrer den Weg,<br />
der lautlos dem Hafen zusegelt.<br />
Weiß heben sich die aufgeblähten Segel<br />
Von der abendlichen Silhouette des Ufers ab.<br />
Frieden legt sich über den Hafen,<br />
die untergehende Sonne färbt den Himmel rot.<br />
Der Mond steht als goldene Sichel am Firmament,<br />
zu jung noch ist die Nacht, um Sterne zu zeigen.<br />
Verhaltenes Murmeln der Fischer vor den Hütten,<br />
der Schrei einer Möwe, die sich auf einem Pfahl niederlässt.<br />
Stille liegt über Meer und Hafen,<br />
wenn die Natur uns einen so friedvollen Abend schenkt.<br />
Edda Glesel<br />
MP 226 “UNDINE II“<br />
35
“FELIX”<br />
Lieve Merenpoort fans,<br />
Over de geschiedenis van onze boot is waarschijnlijk heel erg veel te vertellen,<br />
maar je moet de lezers niet met een breedvoerig verhaal gaan vervelen:<br />
Na een gebruikte Neptune 22 hadden we twee boten laten bouwen: een<br />
Sneekermeer en een Colvic Watson 26 ofwel een Coaster 26, een kunststof<br />
motorzeiler uit Engeland. Hiermee hebben we bijna 10 jaar gevaren, vanaf<br />
Neustadt aan de Oostzee naar Denemarken tot en met de Nederlandse wateren.<br />
Maar de wens van een eigen oerdegelijke stalen boot met zijn bewezen stevigheid<br />
was groot. Door een samenloop van omstandigheden kwamen we bij toeval in<br />
januari 1987 in Echtenerbrug op de werf van J. Wind. Daar werd het casco gelast<br />
voor de fam. Manderscheid. Hier was het mogelijk om, zonder grote kosten te<br />
maken, mijn ideeën te laten realiseren.<br />
Een motorzeiler moest het worden: Een sterke motor met een vorstvrij gesloten<br />
koelsysteem een stabiele verstaging, waarbij het mogelijk moest zijn de mast zelf<br />
te strijken, een achterkajuit voor de dochter en gasten. Veder nog bolders op het<br />
dek daar waar ze nodig zijn, een isolatie tegen warmte en kou, een afzuig<br />
installatie voor de motorruimte, 4 bevestigings punten voor de banden voor het<br />
36
kranen en een raam in de stuurhut, wat open kan, om beter te communiceren bij<br />
sluizen en om te luchten en nog veel meer.<br />
Na lang peinzen en overleggen werden onze dromen tot opdracht gemaakt. Ca. 1<br />
jaar lang was het een genoegen om de boot te zien groeien. Soms was het dan ook<br />
wel spannend, maar aan het eind kwam het allemaal toch weer goed. B.v. het<br />
aanbrengen van het lood: Om zo veel mogelijk geld uit te sparen, wil je toch,<br />
indien dat kan, zo gunstig mogelijk inkopen. Dat gevoel was bij het kopen van het<br />
lood in sterke mate aanwezig. Zo kwam het dat we ca. 2200 kg bij een loodhandel<br />
in Braubach am Rhein heel gunstig konden kopen. Maar het transport van daar<br />
naar Einbeck en tenslotte van Einbeck naar Echtenerbrug werd een toestand<br />
waarbij we onze adem langer in moesten houden dan we gedacht hadden. De<br />
geleende VW-Transporter kreunde in alle voegen en dreigde tijdens de terugweg<br />
al bij lichtere vracht er vervaarlijk vandoor te willen gaan. Vol angst<br />
terugschakelen en remmen. Het werd een ervaring waarbij het zweet ons uitbrak.<br />
Daarbij kwam nog de niet denkbeeldige zorg dat de aldus erg laag liggende VWbus<br />
wel eens opgemerkt zou kunnen worden door een oplettende gezagsdrager.<br />
Maar dat gebeurde gelukkig niet.<br />
In Einbeck aangekomen, moesten we de voor de kiel te grote staven in kleine<br />
stapelbare stukken zagen. God zij dank hadden we een zaagmachine ter<br />
beschikking. Maar ondanks dat was het een hels karwei. Net zo spannend was<br />
daarna het verdere transport met onze Volvo en VW-kever naar Echtenerbrug.<br />
Meerdere tochten waren daarvoor nodig.<br />
Bij stromende regen reed mijn dochter toen in de kever, die op de bodem en in het<br />
kofferruim gelijkmatig met lood beladen was. In Bunde aan de grens stopte ik op<br />
een schuin naar achteren hellende parkeerplaats, om geld te wisselen. Toen ik uit<br />
de bank kwam, zag ik dat er uit de bodem van de kever een grote straal water liep.<br />
Op de bodem achterin stond 3 tot 4 cm water. Waar kwam dat vandaan? Het lood<br />
had de kofferbak naar beneden gedrukt en zo ontstond bij de kofferdeksel een kier<br />
waardoor het water naar binnen was gelopen tijdens het rijden. Nadat het lood<br />
uitgeladen was kwam alles weer op zijn plaats terug en de auto was weer<br />
helemaal dicht. Een kever is dus een auto waar je behoorlijk van kan gaan<br />
stressen.<br />
Of de hele transactie financieel voordelig is geweest blijft een open vraag. Ik had<br />
er uiteindelijk geen zin meer in, om het prijsverschil tussen het Hollandse en<br />
Duitse lood en de vele gereden kilometers te gaan omrekenen. We waren dolblij<br />
toen de hele zaak achter de rug was.<br />
Er waren gedurende de gehele bouw van ongeveer een jaar, vele gesprekken, met<br />
Johan Wind betreffende de technische details en met Henk die het binnenwerk<br />
gemaakt heeft. Alles is perfect in orde gekomen. De afmetingen van de ramen tot<br />
en met de houtsoorten die Henk gebruiken wilde, van de watertanks tot de<br />
uitrusting in de kajuit, het profiel van de mast en de lengte van de uitlaat. Al deze<br />
zaken konden door ons worden uitgezocht en bepaald worden. Op deze manier<br />
37
kwam er soms een één of andere wijziging, of beter gezegd verbetering, waar we<br />
met trots over kunnen zeggen, dat we die nog niet op een andere boot gezien<br />
hadden. Zo is b.v. de diesel vuldop niet zoals bij alle schepen op het dek, maar in<br />
een droog overdekt plekje in de plecht onder de zitting, wat een probleemloos<br />
tanken garandeert, ook onderweg eventueel vanuit een jerrycan. Want we plannen<br />
altijd lange tochten op de motor naar onze zomer verblijfplaats, die de eerste jaren<br />
in Emden was. Gezien het tankvolume van 270 liter was bijtanken echter niet<br />
nodig. Bij 6 knopen in rustig water, de motor op 1500 toeren, verbruiken we per<br />
uur maar 2,5 liter. Ook bij lange tochten door kanalen, hoefden we nooit bij te<br />
tanken. De tank ontluchting, die buiten op het dek uitkomt, maakt bij ons schip<br />
een heel grote boog, zodat ook bij zware zee of bij het afspuiten van het dek, geen<br />
water in de tank komen kan.<br />
De allereerste vaart op het Tjeukemeer in mei 1989 was natuurlijk de<br />
spannendste. Bij de doop waren de gehele familie en wat vrienden aanwezig.<br />
Binnen in het schip rook alles nog naar nieuwe verf. Vreugde, enthousiasme en<br />
trots vermengden zich, toen we de eerste keer met een diep bromgeluid de haven<br />
uit manoeuvreerden.<br />
Bij de eerste tocht op het IJsselmeer van Stavoren naar Hindelopen, hadden we<br />
een verbazende ervaring: We<br />
zeilden bij windkracht 2 tot 3<br />
en zeer slecht zicht en hadden<br />
voor het eerst het Navstar<br />
navigatie systeem<br />
ingeschakeld. Ik had een<br />
oriëntatiepunt ingegeven zoals<br />
het moet en hield de koers<br />
volgens het elektronisch<br />
kompas waarvan de gever in de<br />
mast zat. Na een half uur viel<br />
de wind volkomen weg en het<br />
werd steeds miezeriger. We<br />
haalden het zeil binnen en<br />
voeren op de motor met 6<br />
knopen, waarbij we, zoals men<br />
weet, in 10 minuten 1 zeemijl<br />
aflegt. Met onze oude boot, en<br />
zijn Sestrel Moore kompas<br />
hadden we op de Oostzee ook<br />
over langere afstanden, in de<br />
Kieler Bocht richting Fehmarn,<br />
altijd een ton aangetroffen.<br />
38
Maar nu begon de Navstar te piepen ten teken, dat we nog 1 mijl van ton X<br />
richting Hindelopen verwijderd waren. In feite maar een kattensprongetje, maar<br />
nu kwam de fout: Mijn afkeer van en het wantrouwen betreffende elektronische<br />
navigatie hulpmiddelen bracht me er toe te zeggen (gepaard gaand e met een<br />
krachtterm) “Dat ding werkt niet, ik zie geen ton, we schakelen hem uit en varen<br />
op het kompas verder”. Wat we ons niet realiseerden was, dat het zicht veel<br />
slechter was geworden dan 1 mijl. Na 20 minuten en 2 mijl verder werd ik<br />
onzeker. De betonning voor Hindelopen had ik al lang moeten hebben. Maar er<br />
was niets. Uiteindelijk kropen we met de motor stationair verder en staarden allen<br />
naar voren, want nu kon men praktisch wel van mist spreken. Dan doken er<br />
opeens gele ondieptetonnen op. Ik begreep er niets meer van. Stop en achteruit.<br />
We waren Hindelopen ver voorbij gevaren in de richting Makkum en richting<br />
kust. Gelukkig werd het zicht nu weer iets beter, zodat we in zuidelijke richting<br />
het verloop van de kust konden volgen en uiteindelijk veilig in Hindelopen<br />
aankwamen. De Navstar was perfect in orde, alleen het elektronisch kompas gaf<br />
een totaal verkeerde waarde aan. Het bleef niet bij die ene krachtterm en<br />
uiteindelijk hebben we dan weer een Sestrel Moore kompas ingebouwd,die tot<br />
vandaag de dag uitstekend zijn werk doet.<br />
Pinksteren1989 volgde dan het omvaren naar Emden, via Groningen en Delfzijl<br />
en we hebben ons daar bij de zeilvereniging gemeld. Bij de Nesserländer sluizen<br />
hebben we de boot ingeklaard en de Duitse BTW betaald. Een gebeurtenis waar je<br />
nauwelijks blij van wordt!<br />
Dan volgden een paar tochten op de Eems en naar Borkum ( we kenden het<br />
traject van tochten met ons vorige schip), maar tijdens de zomervakantie trokken<br />
we toch weer richting IJsselmeer.<br />
De navigatie is eenvoudiger, je hoeft niet constant de getijden tabellen te<br />
raadplegen, je kan zeilen wanneer je wilt en de Friese havensteden hebben ook<br />
een zekere aantrekkingskracht. Bovendien moet de boot tijdens de winter weer in<br />
de hal bij de jachtwerf Wind.<br />
De tochten naar Emden deden we nog een paar keer, maar in de zomer en herfst<br />
waren we liever in de Hollandse wateren. Tot we dan uiteindelijk ook een<br />
zomerligplaats in Echtenerbrug geboekt hadden. Vele jaren geleden hadden we<br />
eens het idee om de boot maar te verkopen. Dat het toen niet zover gekomen is,<br />
hebben we achteraf geen spijt van gehad. De twintig jaar zijn aan ons schip<br />
zonder sporen voorbij gegaan. Ook ondanks dat de episode van de stalen-botenmet-knikspanten<br />
(wat nieuwe schepen betreft) voorbij is, blijven de oerdegelijke<br />
stabiliteit en de stevigheid voor ons onder alle omstandigheden de belangrijkste<br />
eigenschappen, die we niet willen missen.<br />
Thomas en Albertine Schulte.<br />
39
"FELIX"<br />
Liebe Merenpoort-Fans,<br />
zur Geschichte unseres Bootes gibt es viel vielleicht sogar sehr viel zu erzählen,<br />
aber man darf ja den Leser nicht mit allzu großer epischer Breite in die<br />
Langeweile stürzen:<br />
Nach einem gebrauchten Neptun 22 hatten wir uns zwei Boote bauen lassen:<br />
einen Sneekermeer und einen Colvic Watson 26 oder auch Coaster 26, ein<br />
Kunststoffmotorsegler aus England, mit dem wir fast 10 Jahre unterwegs waren,<br />
angefangen in Neustadt an der Ostsee und Dänemark bis in die holländischen<br />
Gewässer. Aber der Wunsch nach einem Stahlboot und seiner unerschütterlichen<br />
Festigkeit war groß und so stießen wir durch Zufälle der besonderen Art im<br />
Januar 1987 auf den noch nicht zu Ende geschweißten Casco von Familie<br />
Manderscheid in der Werft J. Wind in Echtenerbrug. Hier ergab sich die<br />
Möglichkeit, ohne erschreckende Preisvorstellungen eigene Ideen einfließen zu<br />
lassen.<br />
Ein Motorsegler sollte es sein: Eine starke Maschine mit einem frostsicheren<br />
40
geschlossenen Kühlsystem sollte er haben, ein stabiles Rigg, mit der Möglichkeit<br />
den Mast selbst zu legen, eine Achterkajüte für Tochter und Besuch, Poller an<br />
Deck, da wo sie gebraucht werden, eine Isolierung gegen Kälte und Hitze, ein<br />
Absauggebläse für den Motorraum, vier Püttings für unsere eigenen Hebegurte,<br />
das Fenster im "Steuerhaus" zum Öffnen für die zur besseren Kommunikation<br />
beim Schleusen und zum Lüften und vieles andere mehr.<br />
Nach langem Überlegen und Diskutieren wurde unser Traum in Auftrag<br />
gegeben.Ca 1 Jahr lang war es eine Freude das Boot wachsen zu sehen. Manches<br />
dabei war spannend und löste sich am Ende doch in Heiterkeit auf. Zum Beispiel<br />
die Installation des Bleiballastes: Auch wenn man bereit ist, viel erspartes Geld<br />
auszugeben, möchte man doch, wenn es möglich ist, günstig einkaufen. Dieses<br />
Gefühl hatte uns beim Blei mächtig im Griff. So kam es, dass wir ca. 2200 kg in<br />
einer Bleihütte in Braubach am Rhein günstig erwerben konnten. Aber der<br />
Transport von da nach Einbeck und dann von Einbeck nach Echtenerbrug wurde<br />
zu einem Thema, das uns länger in Atem hielt, als wir gedacht hatten. Der<br />
geliehene VW-Transporter knirschte in allen Fugen und drohte bei der Rückfahrt<br />
schon bei leichterem Gefälle unheilvoll in Schussfahrt zu geraten. Angstvolles<br />
Runterschalten und Bremsen wurden zu einer schweißtreibenden Angelegenheit,<br />
dazu kam die berechtigte Sorge unser auf diese Weise rennmäßig tiefergelegt<br />
VW-Bus könnte irgendwelchen Ordnungshütern auffallen. Aber dergleichen<br />
passierte nicht.<br />
In Einbeck angekommen, mussten wir die für den Kiel zu großen Barren in<br />
kleinere stapelbare Stücke sägen. Gott sei Dank hatten wir dafür eine<br />
Maschinensäge zur Verfügung. Aber trotzdem war es eine mächtige Arbeit.<br />
Genauso spannend war dann der Weitertransport in unserem Volvo und VW-<br />
Käfer nach Echtenerbrug. Mehrere Fahrten waren dazu nötig.<br />
Bei strömendem Regen fand eine Fahrt mit unserer Tochter im Käfer statt, der auf<br />
dem Fußboden und im Kofferraum gleichmäßig mit Blei beladen war. In Bunde<br />
an der Grenze hielt ich zum Geldumtauschen auf einem leicht schräg nach hinten<br />
abfallenden Parkplatz und sah, als ich aus der Bank herauskam, dass aus dem<br />
Käferboden ein dicker Wasserstrahl herauskam. Im Fußraum hinten standen 3 -<br />
4cm Wasser. Was war passiert? Das Blei hatte die Wanne nach unten gedrückt<br />
und das Regenwasser war nun durch die nun geöffneten Dichtungen während der<br />
Fahrt ins Auto gelangt. Nachdem das Blei entladen war, hat sich alles einwandfrei<br />
wieder auf seinen Platz zurückgezogen und der Wagen war wieder vollkommen<br />
dicht. Ein Käfer ist eben ein sehr strapazierfähiges Auto. Ob sich die ganze<br />
Transaktion finanztechnisch gelohnt hat, blieb eine unbeantwortete Frage; denn<br />
ich hatte am Ende keine Lust mehr, die Preisdifferenz zwischen deutschem und<br />
holländischem Blei und den vielen Kilometern noch einmal gegenzurechnen. Wir<br />
freuten uns ungeheuer als die Angelegenheit beendet war.<br />
Es gab in der gesamten Bauzeit von ungefähr einem Jahr viele Gespräche mit<br />
Johan Wind und mit Henk, der den Innenausbau gemacht hat, über viele<br />
41
technische Details und alles hat perfekt funktioniert. Von der Größe der Fenster<br />
bis hin zu den Holzsorten, die Henk verarbeitet hat, von den Wassertanks bis zur<br />
Ausstattung der Pantry, vom Mastprofil bis zur Lage des Auspuffs. Alle diese<br />
Dinge konnten von uns ausgesucht und mitbestimmt werden. Auf diese Weise<br />
kam es zu der ein oder anderen Veränderung, will sagen Verbesserung, von der<br />
ich mit Stolz sagen kann, sie auf keinem anderen Boot je gesehen zu haben. So ist<br />
beispielsweise der Dieseleinfüllstutzen nicht wie bei allen Booten an Deck<br />
sondern im trockenen überdachten Bereich der Plicht unter der Sitzgräting, was<br />
ein risikofreies Tanken auch unterwegs aus einem Kanister garantiert. Denn wir<br />
planten ja längere Fahrten unter Maschine zu unserem Sommerliegeplatz, der in<br />
den ersten Jahren in Emden war. Angesichts des Tankvolumens von 270 l war das<br />
aber nicht notwendig. Bei 6kn Fahrt in ruhigen Wasser, die der Motor bei 1500<br />
U/min absolviert, brauchten wir im Schnitt nur 2,5 l/h und kamen dadurch auch<br />
bei langen Kanalstrecken nie in die Situation nachtanken zu müssen. Die<br />
Tankentlüftung, die außen an Deck mündet, macht bei unserem Schiff einen<br />
besonders großen Bogen, sodass auch bei starkem Seegang oder beim Abspritzen<br />
des Decks kein Wasser in den Tank gelangen kann.<br />
Die allererste Fahrt auf dem Tjeukemeer im Mai 1989 war natürlich die<br />
spannendste. Zur Taufe waren die ganze Familie und Freunde angereist, innen im<br />
Schiff roch noch alles nach frischer Farbe, und Freude, Begeisterung und Stolz<br />
mischten sich, als wir zum ersten Mal mit einem tiefen Brummton aus dem Hafen<br />
manövrierten.<br />
Bei der ersten Fahrt auf dem Ijsselmeer von Stavoren nach Hindeloopen machten<br />
wir eine erstaunliche Erfahrung: Wir segelten bei Windstärke 2-3 und sehr<br />
schlechter Sicht und hatten zum ersten Mal den Navstar Navigator angeschaltet.<br />
Ich hatte die Wegepunkte ordentlich eingegeben und hielt den Kurs nach dem<br />
elektronischen Kompass mit dem Geber im Mast. Nach einer halben Stunde<br />
schlief der Wind vollkommen ein und es wurde immer diesiger. Wir nahmen die<br />
Segel runter und fuhren unter Maschine mit sechs Knoten, wobei man bekanntlich<br />
für 1sm 10 min braucht. Mit unserem alten Boot und seinem Sestrel Moore<br />
Kompass hatten wir auf der Ostsee auch über längere Distanzen in der Kieler<br />
Bucht Richtung Fehmarn immer jede Tonne getroffen. Und nun fing plötzlich der<br />
Navstar an zu piepen, um uns zu sagen, wir wären noch 1sm von der Tonne X<br />
Richtung Hindeloopen entfernt. Eigentlich nur ein Katzensprung, aber nun kam<br />
der Fehler: Meine Abneigung bzw. Misstrauen gegenüber elektronischen<br />
navigatorischen Hilfsmitteln brachte mich dazu zu sagen (untermalt von einem<br />
Kraftausdruck) "Das Ding funktioniert nicht, ich sehe keine Tonne, wir schalten<br />
ihn ab und fahren nach Kompass weiter". Was wir nicht realisierten, war, dass<br />
die Sicht auf viel weniger als 1sm heruntergegangen war. Nach 20 Minuten also<br />
2sm wurde ich unsicher. Die Ansteuerung von Hindeloopen hätten wir längst<br />
haben müssen. Aber nichts passierte. Schließlich schlichen wir im Leerlauf weiter<br />
und starrten alle nach vorne, denn nun konnte man schon praktisch von Nebel<br />
42
sprechen. Dann tauchten plötzlich gelbe Untiefentonnen auf. Ich verstand die<br />
Welt nicht mehr. Stopp und zurück. Wir waren weit an Hindeloopen<br />
vorbeigefahren in Richtung Makkum und in Richtung Küste. Gott sei Dank wurde<br />
die Sicht nun etwas besser, sodass wir in südlicher Richtung den Küstenverlauf<br />
sehen konnten und schließlich sicher in Hindeloopen gelandet sind. Der Navstar<br />
war tadellos in Ordnung, nur der elektronische Kompass zeigte total falsche<br />
Werte an. Es blieb nicht bei dem einen Kraftausdruck und am Ende haben wir<br />
dann wieder einen Sestrel More Kompass eingebaut, der bis heute tadellos seinen<br />
Dienst tut.<br />
Pfingsten 1989 folgte dann die Überführung nach Emden über Groningen und<br />
Delfzijl in unseren dortigen Segelverein.<br />
An der Nesserländer Schleuse haben wir einklariert und die deutsche<br />
Mehrwertsteuer bezahlt. Eine Angelegenheit, bei der kaum Freude aufkommt!<br />
Es folgten einige Fahrten auf der Ems und nach Borkum (wir kannten das Revier<br />
von unserem letzten Schiff), aber in den Sommerferien zog es uns doch wieder in<br />
Richtung Ijsselmeer.<br />
Die Navigation ist unkomplizierter, man muss nicht ständig den Tidenkalender<br />
bemühen, kann segeln wann man möchte und die friesischen Hafenstädte haben<br />
eben auch einen unvergleichlichen Reiz. Außerdem sollte das Boot im Winter<br />
wieder zur Yachtwerft Wind in die Halle.<br />
Die Fahrten nach Emden machten wir einige Male, aber im Sommer und Herbst<br />
waren wir lieber in Holländischen Gewässern. Bis wir dann schließlich auch einen<br />
Sommerliegeplatz in Echtenerbrug gebucht haben. Vor sieben Jahren hatten wir<br />
einmal die Idee das Boot zu verkaufen. Dass es dazu nicht gekommen ist, hat uns<br />
nicht traurig gemacht.<br />
Die zwanzig Jahre sind an unserem Schiff spurlos vorübergegangen. Auch wenn<br />
die Epoche der Stahlbootknickspanter (was neue Schiffe anbetrifft) zu Ende<br />
gegangen ist, bleiben die unerschütterliche Festigkeit und Sicherheit für uns nach<br />
wie vor die wichtigsten Eigenschaften, die wir nicht missen möchten.<br />
Thomas und Albertine Schulte<br />
43
Te Laat<br />
Ik wilde beslist naar het jaarlijkse Merenpoort zomertreffen.<br />
Ten eerste om wat van de zeer ervaren zeebonken te leren en tevens om gebruikte<br />
onderdelen gunstig te kopen. Maar net zo graag wilde ik Bert en Greet Nesselaar<br />
laten zien, wat ik allemaal aan de boot gedaan heb. Alles nieuw in de verf, de<br />
nieuwe vallen, nieuw beslag om de vallen vanuit de kajuit te kunnen bedienen,<br />
maar ook de elektriciteit en de navigatie verlichting. Ik ben er nog steeds niet uit<br />
hoe ik dat het beste kan doen…<br />
De gehele mast is geschuurd en opnieuw gericht. De mastvoet moest vanbinnen<br />
leeg gemaakt worden. De roestige bouten hadden speling gekregen in het hout en<br />
dat was niet goed. De kern van de mast was heel vochtig. Dus haalde ik royaal<br />
alle<br />
vochtig geworden stukken weg en bracht er een nieuwe houten spieën in en een<br />
stalen bus. In de toekomst is het nu staal op staal en wrijft er geen staal meer over<br />
hout. Bovendien kreeg de mast een ommanteling van polyester met<br />
glasvezeldoek.<br />
1. Dag (19-08-20<strong>09</strong>)<br />
Mast stellen en klaarmaken van de boot.<br />
Om 14:23 verlaten we de haven. Helaas konden we maar weinig zeilen,<br />
En dus werkt “Hilda de Honda” (mijn buitenboordmotor) heel ijverig.<br />
Om 15:30 kruisen van de 0 meridiaan.<br />
19:40 uur aan Beachy Head voorbij<br />
2. Dag (20-08-20<strong>09</strong>)<br />
06:00 Geen zuchtje wind, alles is stil. Het water is absoluut glad, geen rimpeltje te<br />
zien.<br />
08:45 De eerste wind steekt op.<br />
44
10:00 Koers richting haven van Dover. Ik wilde met mijn bootsmaatje in Dover<br />
aanleggen om benzine te tanken, een paar dingen in te slaan, en van alles voor te<br />
bereiden en de tocht te bespreken. EN kaarten te bestuderen, om op elk moment<br />
ook een haven te weten waarheen men vluchten kan als het nodig is.<br />
Naarmate we Dover naderden, nam de wind, die van over de Noordzee kwam, in<br />
sterkte toe. Toen we de haven naderden stond er een getijstroom, die de<br />
Noordzee in stroomde. Ik legde mijn bootsmaatje uit dat alles nu heel precies<br />
moest verlopen. Ik wilde de lichten van de westkant van de haven ingang<br />
aanhouden, vlak daarvoor het zeil strijken en “Hilda de Honda” moet ons dan<br />
volgas door het golvende water brengen, zodat we in de luwte van de gebouwen<br />
weer rustig verder kunnen varen.<br />
Toen ik hem vroeg of hij wist hoe de blokkeringen werken, zegt hij: “Ja”. Mijn<br />
fout was dit “Ja” niet te controleren. Ik ging naar voren, om het grootzeil te<br />
strijken. Hij opende de klem maar half. Zodoende hing ik scheldend en vloekend<br />
in het zeil. Ik brulde: “Doe die verdomde klem helemaal open!” In plaats daarvan<br />
deed hij de klem van de genua los. Toen hij bemerkte dat ik niet echt tevreden<br />
was, omdat de grootval nog steeds niet losgegooid was, opende hij maar alle<br />
klemmen. Een zal er wel een van het grootzeil zijn en mij gelukkig maken.<br />
Alles liep uit de hand en de helmstok had geen aandacht meer gekregen. De boot<br />
draait 2 maal rond en alle vallen (de blokkeringklemmen waren immers open)<br />
sloegen zich om de mast. Op een gegeven moment ging niets meer.<br />
Waren de zeilen half onder of half boven? Toen ik de vallen van de mast<br />
gewikkeld had, konden we weer een zeil hijsen. Ik deelde mijn terneergeslagen<br />
scheepsmaat mee, dat onze volgende stop nu alleen nog maar Holland zijn zou,<br />
want Dover was geschiedenis! . “Hilda de Honda” is sterk genoeg ons tegen de<br />
wind EN stroming de haven in te brengen.<br />
Tja, eigenlijk had ik in dit uur mijn jaarlijks toegestane hoeveelheid<br />
scheldwoorden al helemaal verbruikt en mijn bootsmaat keek wel heel beteuterd,<br />
toen ik hem zei, dat we nu naar Holland doorstomen moesten. Om in de hele<br />
situatie wat rust te brengen, maakte hij koffie op een kleine benzinebrander.<br />
Bij deze “goede daad” brak hij toen mijn glanzen koffiepot, maar verzamelde<br />
dapper alle scherven. Ik was echter een betere speurhond, want toen ik later<br />
blootsvoets het schip in ging, had ik een splinter in mijn voet. Ik zeg maar: de wet<br />
van Murphy.<br />
Hoe dan ook, hij presteerde het, bij deze ruwe zee de gevangen makrelen te<br />
bereiden. Alhoewel, de kombuis zag er daarna uit alsof er een bom ingeslagen<br />
was.<br />
Volgens de GPS zouden we tegen 06:00 IJmuiden binnenlopen. Dat deed me<br />
glimlachen, want dan kunnen we het nog tijdig redden tot Echtenerbrug. Met de<br />
45
egelmaat van de klok moest ik om de 20 minuten mijn bootsmaatje er aan<br />
herinneren om niet tegen het kompas aan te leunen en al helemaal niet je er aan<br />
vast te houden. Dat hij het ondanks dat toch deed, versterkte mijn vertrouwen in<br />
de wet van Murphy.<br />
Op kanaal 16 hoorden we hoe het ene na het andere jacht zich met problemen<br />
meldde. Gescheurde zeilen of uitgevallen roer. De wind werd sterker en ik was<br />
heel trots op mijn goede Magrathea, ze ligt als een huis op het water.<br />
18:00 Opeens voel ik geen roerdruk meer, ik kon slechts een kleine druk op het<br />
roer geven, maar verder deed het roer wat het wilde. Koerswijziging richting kust,<br />
om de druk op het roer te verminderen. Kaarten te voorschijn halen en<br />
windrichting bepalen. De volgende bereikbare haven is Nieuwpoort of<br />
Blankenberge. Daar Nieuwpoort de grootste haveningang heeft, stuurden we door<br />
middel van het zeil precies richting Nieuwpoort.<br />
Nu zeilden we echter parallel aan de aanrollende golven en werden op de boot<br />
heen en weer geslingerd. Bij deze heen en weer beweging rolde helaas ook mijn<br />
bootsmaat dwars door de kuip en sleurde het kompas mee. Het glas brak en de<br />
olie liep er uit. Ik nam het kompas direct de kajuit in, opdat er niet nog meer zou<br />
gebeuren. Maar zo stom als het gebeurde kan je niet verzinnen. De hand-GPS<br />
viel uit, maar gelukkig had ik een 2 de bij me. Zoals dat vroeger was, moest ik op<br />
de ouderwetse manier met peilkompas, hoekmeter en kaart navigeren. Goed als<br />
men weet hoe dat moet. In zulke situaties heb je dat dus nodig.<br />
Ik voelde me toch een beetje rottig en riep Radio Oostende op. Ik legde mijn<br />
problemen uit… Ze zouden me een particuliere sleepdienst sturen…<br />
22:30 Veilig in Nieuwpoort. Toen we in de haven van Nieuwpoort waren,<br />
onderzocht ik de helmstok en vond het probleem. De helmstok is door middel van<br />
een klemring met bout op de roerstang gezet. Ze klemt en gaat steeds nauwer bij<br />
elkaar. Het principe berust dus op de wrijvingsweerstand. Ooit in het verleden<br />
moet men gemerkt hebben, dat de as voor de ring te klein was en heeft de<br />
diameter handmatig door het omwikkelen met een metaalfolie geprobeerd te<br />
vergroten. Deze folie was er door de druk eenvoudigweg tussenuit geperst.<br />
Mijn nieuwe bevestigings techniek was een massieve stalen ring. Met een gat en<br />
schroefdraad zit hij nu op de as. In de as zelf zit ook een gat waar een bout in<br />
gedraaid kan worden. Dit principe berust niet meer op wrijving maar is vormvast<br />
en zeer betrouwbaar.<br />
4. Dag (22-08-20<strong>09</strong>)<br />
16:55 Wanneer we Nieuwpoort verlaten is de zee nog zeer woelig, ik had moeite<br />
om me aan de reling vast te houden. Maar ja , ik kreeg in ieder geval een paar<br />
mooie blauwe plekken en een opengehaald scheenbeen. Het spookte door me<br />
46
heen dat ik het niet zou halen om op tijd in Echtenerbrug te zijn. Daarom zeilden<br />
we alleen nog maar tot Scheveningen.<br />
Overdag verloor mijn bootsmaat een mes in de boot en was verbaasd, dat ik me<br />
over zo’n 0,99 cent mes zo opwond. Het punt was echter, dat er nu een open mes<br />
in de boot lag en niemand weet waar. Meestal vindt men het dan weer, wanneer<br />
men het het minst nodig heeft, en dan kan het ook nog behoorlijk pijnlijk worden.<br />
Ik herinner me de koffiekan.<br />
We kwamen overeen dat hij het eerste deel van de nacht zou waken. Niet geheel<br />
ongegrond was ik vanwege de prestaties tot nu toe, wat kritisch geworden en<br />
controleerde tussendoor hoe hij ’s nachts het roer bediende. Met één hand aan de<br />
helmstok lag hij half in de kuip. Hij bewonderde de sterren en sterrenbeelden.<br />
Toen ik hem daar later op aansprak, toen ik hem afloste, meende hij dat ik wat<br />
kribbig was.<br />
Maar het is nu eenmaal wel zo dat er voor een schip heel weinig gevaar dreigt<br />
vanuit de hemel. Men moet meer naar voren en 360 graden in het rond kijken.<br />
Tegen 06:00 de volgende morgen maakte ik mijn bootsmaat wakker en gaf hem<br />
een hele reeks opdrachten, die hij uitvoeren moest. Maar voordat dat gebeurde,<br />
moest hij eerst een hete citroensap voor zichzelf maken, dan een koffie drinken<br />
om wakker te worden en dan zijn vriendin een SMS sturen. Ik herinnerde hem er<br />
vriendelijk aan, dat ik al geruime tijd geleden iets gedaan had willen hebben. Het<br />
veranderen van de vlag van het gastland duurde meer dan 10 minuten…<br />
Om 12:00 lopen we Scheveningen binnen. Daar evalueren we onze toestand en<br />
besluiten dat het beter is als hij het vliegtuig naar huis neemt. Bij het opruimen<br />
van de boot vond ik sigaretten peukjes. Dat lag in het vakje bij al het naaigerei.<br />
In de middag kreeg ik bezoek van vrienden, maar mijn broer kon helaas niet<br />
komen.<br />
Eerste poging om van Scheveningen weg te komen.<br />
Ben na een streek de zee op, weer terug de haven in gevaren. Het zou geen lolletje<br />
zijn geweest om op de wilde zee tegen de wind in op te kruisen.<br />
Tweede poging om van Scheveningen weg te komen.<br />
Met maar weinig slagen ben ik om de bocht bij Hoek van Holland. Maar in de<br />
nacht nam de wind weer toe en direct werden de golven hoger. Dat wilde ik<br />
mezelf niet aan doen, dus weer omkeren.<br />
Tja, en om alles nog een beetje pittiger te maken kwam over kanaal 16 de melding<br />
dat twee vrachtschepen elkaar hadden aangevaren en een ervan stond in brand.<br />
Het andere had zijn containers verloren. Het precieze aantal containers werd niet<br />
genoemd, maar zelfs een enkele zou de ondergang van mijn schip betekenen.<br />
47
Ik voer terug en tuurde in de nacht tot mijn ogen pijn deden. Ik probeerde de<br />
zwarte nacht te doorboren om het gevaar tijdig te zien.<br />
De zeilmaakster Vrolijk in Scheveningen was van mening dat de zeilen zo oud<br />
zijn dat de draden waarmee ze genaaid waren van lieverlee zouden knappen. Zij<br />
zou met deze zeilen hooguit binnen de havenkom zeilen en een tocht op open<br />
water nooit aandurven. Ja dat weet ik en haal ook steeds naald en draad<br />
tevoorschijn, als ik een zwakke plek zie, om die dan te versterken.<br />
Derde poging om van Scheveningen weg te komen.<br />
Eindelijk lukt het me en ben de volgende ochtend bij de windparken in de<br />
Noordzee. Maar andermaal wordt de wind zo sterk, dat het de golven opzweept en<br />
ik kan mooi vaart maken. Ik besluit naar Blankenberge te koersen en een zeil te<br />
hijsen. De golven nemen duidelijk af naarmate ik dichter bij de vlakke Belgische<br />
stranden kom. Een goede twee mijl vóór Blankenberge strijk ik het zeil en start<br />
“Hilda de Honda” …<br />
“Hilda” bracht me om 08:00 uur veilig de zeer goed beschutte haven van<br />
Blankenberge binnen. Hier kon ik in alle rust de sterke wind laten uitrazen, die op<br />
de Noordzee te keer ging. Windkracht 10 en golven van wel drie meter. Zelfs in<br />
de haven schommelden en deinden de boten.<br />
Van Blankenberge tot aan Brighton ging het als een speer. Vanaf Duinkerken<br />
waren de wind en de getijstroming tegen mij. Dus werd het een langzame<br />
oversteek: Een goede 10 uren ! Toen ik Dover voorbij zeilde ontdekte ik weer<br />
opnieuw een scheur in het zeil. Wederom liet een naad langzaam los. Om<br />
48
Dungeness voorbij te komen was veel geduld nodig, want de wind wilde steeds<br />
anders dan ik. Ongeacht de koers die ik koos, korte tijd later kwam de wind weer<br />
pal van voren.<br />
23:45 ging ik bij Eastborn voor anker. Er was daar geen wind meer en de<br />
getijstroming stond sterk tegen. Dus ik had minstens gedurende drie uur eens wat<br />
rust. Slapen zou mooi geweest zijn, maar helaas niet mogelijk. Tegen 03:30 ging<br />
ik verder richting Brighton.<br />
Op maandagmorgen tegen 08:20 was ik dan eindelijk veilig in de haven van<br />
Brighton afgemeerd en kon ik eindelijk slapen…<br />
Maar ja, eerst moest ik nog de stad in om te werken. Men wachtte al op me.<br />
Na al die dure rampzaligheden - - - - ik heb dat geld gewoon nodig.<br />
Cheers<br />
Conny Dittmann<br />
Zu spät<br />
Ich wollte unbedingt zum jährlichen Merenpoorttreffen.<br />
Einmal, um von all den ollen erfahrenen Seebären zu lernen und eben auch um<br />
günstig gebrauchte Teile zu kaufen. Aber ebenso gerne wollte ich Bert und Greet<br />
Nesslaar zeigen, was ich alles am Boot gemacht habe. All die Malerarbeiten, die<br />
neuen Fallen, die neuen Beschläge, um die Fallen vom Cockpit aus bedienen zu<br />
können, aber auch die Elektrik und die Navigationslichter. Ich tüftele immer<br />
noch, wie ich es am besten mache…<br />
Der gesamte Mast ist abgeschliffen und neu gestrichen. Der Mastfuß musste<br />
"entkernt" werden. Der rostige Haltebolzen rubbelte auf dem Holz, und das war<br />
49
nicht gut. Das Innere des Mastes war sehr feucht. So entfernte ich großzügig alle<br />
aufgeweichten Stellen und fügte einen Holzkeil und eine Stahlmanschette ein. In<br />
Zukunft ist Stahl auf Stahl und Stahl reibt nicht mehr auf Holz. Zusätzlich bekam<br />
der Mastfuß eine Manschette aus Glasfaserlaminat.<br />
1. Tag (19.08.<strong>09</strong>)<br />
Maststellen und Klarieren des Bootes.<br />
1530 verlassen wir den Hafen. Leider war nur etwas Segeln möglich, und so<br />
arbeitet “Hilda der Honda“ (mein Außenborder) sehr fleißig.<br />
1423 Überqueren des 0 Meridian.<br />
1940 vorbei an Beachy Head<br />
2. Tag (20.08.<strong>09</strong>)<br />
0600 Kein Lüftchen regt sich, alles ist still. Das Wasser ist absolut glatt, nicht das<br />
kleinste Kräuseln zu sehen.<br />
0845 Erster Wind kommt auf<br />
1000 Kurs auf Dover Hafen. Ich wollte mit meinem Mitsegler in Dover halten,<br />
um Benzin zu tanken, einige Dinge zu verstauen, alles Mögliche vorzubereiten<br />
und den Törn zu besprechen. UND Karten studieren, um jederzeit auch einen<br />
Hafen zu kennen, in den man flüchten kann, wenn es notwendig ist. Je dichter wir<br />
Dover kamen, desto stärker wurde der Wind, der in die Nordsee blies. Als wir uns<br />
dem Hafen näherten, stand ein Gezeitenstrom, der in die Nordsee strömte. Ich<br />
erklärte meinem Mitsegler, daß alles nun sehr präzise ablaufen muß. Ich wollte<br />
auf das Leuchtfeuer am Westeingang halten, kurz davor die Segel streichen und<br />
“Hilda der Honda“ mußte uns dann mit Vollgas durch das Kabbelwasser bringen,<br />
damit wir uns im Windschatten der Gebäude in Ruhe bewegen konnten.<br />
Als ich ihn fragte, ob er wüsste, wie die Klemmen funktionieren, sagte er: „Ja!“.<br />
Mein Fehler war, dieses "JA!" nicht zu überprüfen. Ich ging nach vorn, um das<br />
Großsegel zu streichen. Er öffnete die Klemme nur halb. So hing ich schimpfend<br />
und fluchend im Segel. Ich schrie: „Mach die verdammte Klemme komplett auf!“<br />
Stattdessen warf er die Klemme, die die Genua hielt, los. Als er gewahrte, daß ich<br />
nicht wirklich zufrieden war, weil das Großfall noch immer nicht losgeschmissen<br />
war, öffnete er halt alle Klemmen. Eine wird wohl vom Großsegel sein und mich<br />
glücklich machen.<br />
Alles war außer Kontrolle und die Ruderpinne total vernachlässigt. Das Boot<br />
drehte sich zweimal, und alle Fallen (denn die Klemmen waren ja offen)<br />
schlangen sich um den Mast. Für einen Moment ging nichts mehr. Waren die<br />
Segel halb unten oder halb oben? Als ich die Fallen am Mast klariert hatte,<br />
konnten wir wieder Segel setzen. Ich teilte meinem niedergeschlagenen Mitsegler<br />
mit, daß unser nächster Stop nun Holland sein würde, denn Dover war<br />
50
Geschichte! “Hilda der Honda“ ist nicht stark genug, uns gegen Wind UND<br />
Strömung in den Hafen zu bringen.<br />
Tja, eigentlich hatte ich in dieser Stunde meine jährlich erlaubte Menge an<br />
Schimpfworten schon komplett aufgebraucht, und mein Mitsegler guckte ganz<br />
schön verdattert, als ich im sagte, daß wir nun bis Holland durchziehen müßten.<br />
Um die gesamte Situation zu beruhigen, kochte er Kaffee auf meinem kleinen<br />
Benzinkocher.<br />
Bei dieser “guten Tat“ zerbrach er dann meine gläserne Kaffeekanne, sammelte<br />
aber tapfer alle Scherben auf. Ich war übrigens der bessere Spürhund, denn als ich<br />
später barfuss ins Schiff ging, hatte ich einige Splitter im Fuß. Ich sage nur:<br />
„Murphys Gesetz“. Egal, immerhin schaffte er es, bei dieser rauen See die<br />
gefangenen Makrelen zuzubereiten. Nun ja, meine Kombüse sah anschließend aus<br />
als wäre eine Bombe eingeschlagen.<br />
Das GPS sagte, wir würden gegen 0600 in IJmuiden einlaufen. Das lies mich<br />
schmunzeln, denn wir konnten es noch rechtzeitig bis Echtenerbrug schaffen. Mit<br />
einer Regelmäßigkeit von 20 Minuten mußte ich meinen Mitsegler erinnern, sich<br />
nicht an den Kompass zu lehnen oder sich gar an ihm festzuhalten. Dass er es<br />
trotzdem tat, spricht für meine These von Murphys Gesetz.<br />
Auf Kanal 16 hörten wir aufmerksam, wie eine Yacht nach der anderen Probleme<br />
meldete. Zerrissene Segel oder ausgefallene Ruder. Der Wind wurde immer<br />
stärker, und ich war so stolz auf die gute MAGRATHEA, sie liegt satt und fest im<br />
Wasser.<br />
1800 Plötzlich spürte ich keinen Ruderdruck mehr, ich konnte nur minimale Kraft<br />
aufs Ruder bringen, ansonsten tat das Ruder was es wollte. Kursänderung<br />
Richtung Küste, um den Druck auf das Ruder zu verringern. Karten raus und<br />
Windrichtung beobachten. Der nächste erreichbare Hafen ist Niewpoort oder<br />
Blankenberge. Da Niewpoort die größere Einfahrt hat, steuerten wir mittels<br />
Segels genau Richtung Niewpoort.<br />
Nun segelten wir jedoch parallel zur anrollenden See und wurden auf dem Boot<br />
hin und her geworfen. Bei diesem Hin und Her rollte leider auch mein Mitsegler<br />
quer durchs Cockpit und riss den Kompass um. Das Glas brach, und das Öl lief<br />
aus. Sofort nahm ich den Kompass unter Deck, damit nicht noch mehr passierte.<br />
Aber so dumm wie es kam, kann man gar nicht denken. Das Hand-GPS fiel aus,<br />
aber zum Glück hatte ich noch ein zweites dabei. Bis das am Start war, mußte ich<br />
ganz altmodisch mit Peilkompass, Winkelmesser und Karte navigieren. Gut, daß<br />
man weiß, wie es geht. In solchen Situationen braucht man das.<br />
51
Mir wurde jetzt doch etwas mulmig, und ich funkte Radio Oostende an. Ich<br />
erklärte ihnen meine Schwierigkeiten. Sie schickten mir einen privaten<br />
Abschleppgeier…<br />
2230 Sicher in Niewpoort. Als wir im Hafen von Niewpoort waren, untersuchte<br />
ich die Ruderpinne und fand das Problem. Die Pinne ist mittels einer<br />
Spannschraube auf den Ruderschaft gesetzt. Sie zieht einen Ring enger und enger.<br />
Das Prinzip beruht also auf Reibungswiderstand. Irgendwann in der<br />
Vergangenheit muss jemand gemerkt haben, daß der Schaft für den Ring zu dünn<br />
wurde und hat den Durchmesser kurzerhand durch das Umwickeln mit einer<br />
Metallfolie zu erhöhen versucht. Diese Folie wurde unter der Last einfach<br />
zerrubbelt.<br />
Meine neue Befestigungstechnik ist ein massiver VA-Stahlring. Mit einer<br />
Bohrung und Gewinde sitzt er nun auf dem Schaft. Im Schaft selber ist auch eine<br />
Bohrung, die einen eingeschraubten Bolzen aufnimmt. Dieses Prinzip beruht nicht<br />
mehr auf Reibung, sondern ist formschlüssig und sehr verlässlich.<br />
4. Tag ( 22.08.<strong>09</strong>)<br />
1655 Als wir Niewpoort verließen, war die See immer noch recht aufgewühlt, und<br />
ich hatte schwer zu tun, mich im Bugkorb zu halten. Nun ja, es gab jedenfalls<br />
einige heftige blaue Flecken und ein aufgeschrammtes Schienbein. Es dämmerte<br />
mir, daß ich es nicht schaffen würde, zur gegebenen Zeit in Echtenerbrug zu sein.<br />
Darum segelten wir nur noch bis Scheveningen.<br />
Tagsüber verlor mein Mitsegler ein Messer im Boot und war überrascht, daß ich<br />
mich wegen eines 0,99 Cent-Messers so aufrege. Der Punkt war jedoch, daß nun<br />
eine offene Klinge im Boot liegt, und niemand weiß wo. Meistens findet man sie<br />
dann, wenn man es am wenigsten gebrauchen kann, und dann kann es auch noch<br />
sehr schmerzhaft werden. Ich erinnere an die Kaffeekanne.<br />
Wir einigten uns, daß er den ersten Teil der Nachtwache übernimmt. Aus<br />
berechtigten (?) Gründen, war ich wegen der bisherigen Leistungen etwas kritisch<br />
geworden und schaute zwischendurch mal nach, wie er sich nachts am Ruder<br />
machte. Mit einer Hand hielt er die Pinne und lag halb im Cockpit. Er bewunderte<br />
die Sterne und Sternschnuppen. Als ich daraufhin etwas ausflippte und die<br />
Nachtschicht übernahm, meinte er, ich sei etwas pingelig. Aber es bleibt nun mal<br />
dabei, nur sehr wenig Gefahr droht einem Schiff vom Himmel. Man sollte mehr<br />
nach vorn und 360 Grad rundum gucken.<br />
Gegen 0600 am nächsten Morgen weckte ich meinen Mitsegler und gab ihm eine<br />
Reihe von Aufgaben, die er abarbeiten sollte. Doch bevor dies geschah, mußte er<br />
52
sich erst einmal eine heiße Zitrone brauen, dann einen Kaffee zum Wachwerden<br />
trinken und anschließend seiner Freundin eine SMS schicken. Ich erinnerte ihn<br />
freundlich, daß ich schon vor geraumer Zeit etwas erledigt wissen wollte. Das<br />
Ändern der Gastlandflagge dauerte weit mehr als 10 Minuten…<br />
Um 1200 erreichen wir Scheveningen. Dort klärten wir unsere Situation und<br />
beschlossen, es ist besser, wenn er nachhause fliegt. Beim Aufräumen im Boot<br />
fand ich Zigarettenstummel. Sie lagen im Fach mit all dem Nähzeug.<br />
Nachmittags besuchten mich Freunde, doch leider konnte mein Bruder nicht<br />
kommen.<br />
Erster Versuch von Scheveningen weg zu kommen.<br />
Bin nach einem Schlag raus aufs Meer gleich wieder zurück in den Hafen<br />
gefahren. Es wäre kein Spaß gewesen, in der wilden See gegen den Wind<br />
aufzukreuzen.<br />
Zweiter Versuch von Scheveningen weg zu kommen.<br />
Mit nur wenigen Schlägen bin ich um die Hoek van Holland herum. Aber nachts<br />
nahm der Wind wieder zu, und sofort wurden die Wellen höher. Das musste ich<br />
mir nicht antun, also wieder umkehren.<br />
Tja, und um das Ganze noch zu würzen, kam über Kanal 16 die Meldung, daß<br />
zwei Handelsschiffe kollidiert sind und eins brennt. Das andere hat seine<br />
Container verloren. Die genaue Anzahl an Containern wurde nicht genannt; aber<br />
selbst ein einzelner wäre der Untergang für mein Schiff.<br />
Ich segelte zurück und starrte in das Dunkel bis die Augen wehtaten. Ich<br />
versuchte die schwarze Nacht zu durchdringen und die Gefahr rechtzeitig zu<br />
sehen.<br />
Die Segelmacherin Vrolijk in Scheveningen meinte, meine Segel seien so alt, daß<br />
der Faden mit dem sie genäht wurden so nach und nach aufgeben wird. Sie würde<br />
mit diesen Segeln maximal im Hafenbecken segeln, eine Fahrt auf die offene See<br />
aber nie wagen. Ja das weiß ich, und hole auch immer Nadel und Faden heraus,<br />
wenn ich eine Schwachstelle sehe, um sie zu verstärken.<br />
Dritter Versuch von Scheveningen weg zu kommen.<br />
Endlich schaffte ich es und bin am nächsten Morgen bei den Windfarmen in der<br />
Nordsee. Doch abermals wird der Wind so stark, daß er die Wellen aufpeitscht<br />
und ich kaum noch Fahrt mache. Ich entschließe mich, Blankenberge anzulaufen<br />
und Segel zu setzen. Die Wellen nahmen deutlich ab, je näher ich den flachen<br />
belgischen Sandstränden kam. Gut zwei Meilen vor Blankenberge strich ich die<br />
Segel und startete “Hilda den Honda“.<br />
53
“Hilda“ brachte mich um 0800 Uhr sicher in den sehr geschützten Hafen von<br />
Blankenberge. Hier konnte ich in aller Ruhe den Starkwind abwettern, der sich<br />
über der Nordsee austobte. Windstärke 10 und Wellen von gut drei Metern. Selbst<br />
im Hafen wackelten und tanzten die Boote.<br />
Von Blankenberge bis nach Brighton ging es dann in einem Rutsch. Ab<br />
Dunkerque waren der Wind und die Gezeitenströmung gegen mich. So wurde dies<br />
meine langsamste Überquerung: Satte 10 Stunden! An Dover vorbeisegelnd<br />
entdeckte ich erneut einen Riß im Segel. Wieder einmal löste sich eine Naht so<br />
langsam auf. Um an Dungeness vorbeizukommen, bedurfte es viel Geduld, denn<br />
der Wind wollte immer anders als ich. Ganz gleichgültig, welchen Kurs ich<br />
einschlug, kurze Zeit später stand der Wind wieder voll gegenan.<br />
2345 ging ich bei Eastborn vor Anker. Es war kein Wind mehr da, und die<br />
Gezeitenströmung stand sehr stark gegen mich. So hatte ich wenigstens für drei<br />
Stunden mal etwas Ruhe. Schlaf wäre schön gewesen, aber leider nicht möglich.<br />
Gegen 0330 ging es weiter Richtung Brighton.<br />
Am Montagmorgen gegen 0820 war ich dann endlich wieder sicher im Hafen von<br />
Brighton vertäut und konnte endlich schlafen...<br />
Nun ja, erst mußte ich noch in die Stadt- arbeiten. Man wartete schon auf mich.<br />
Nach all den teuren Desastern ---- ich brauche das Geld.<br />
Cheers<br />
Conny Dittmann<br />
54
Foto wedstrijd “Schip onder Zeil”<br />
Hemelvaart weekend 20<strong>09</strong><br />
Karl Aust heeft de winnende foto gemaakt<br />
Der Fotograf hat die seltene Gelegenheit genutzt, “SWELTSJE“ unter Vollzeug zu zeigen<br />
Volgende Volgende Merenpraet: Merenpraet: 28. november 200 20<strong>09</strong><br />
200<br />
55