31.08.2013 Views

Deeltijddidactiek in wording - Universiteit Utrecht

Deeltijddidactiek in wording - Universiteit Utrecht

Deeltijddidactiek in wording - Universiteit Utrecht

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Deeltijddidactiek</strong> <strong>in</strong> word<strong>in</strong>g<br />

een onderzoek bij de bacheloropleid<strong>in</strong>g<br />

Rechtsgeleerdheid van de UU<br />

Pierre van Eijl (IVLOS)<br />

en Jan Klanderman<br />

(Rechtsgeleerdheid UU)<br />

Mededel<strong>in</strong>g nr. 79 van het IVLOS<br />

Interfacultair Instituut voor<br />

Lerarenopleid<strong>in</strong>g, onderwijsontwikkel<strong>in</strong>g en studievaardigheden<br />

<strong>Utrecht</strong>: <strong>Universiteit</strong> <strong>Utrecht</strong> (april 2005)<br />

Besteladres: Heidelberglaan 8, Postbus 80.127, 3508 TC <strong>Utrecht</strong><br />

Telefoon (030)2534472. E-mail: n.w.ooms@ivlos.uu.nl<br />

Prijs: zie prijslijst p.27; ook gratis downloadable:<br />

http://www.uu.nl/content/Meded79.pdf


Inhoudsopgave<br />

0. Samenvatt<strong>in</strong>g............................................................................................................. 3<br />

1. Inleid<strong>in</strong>g .................................................................................................................... 4<br />

1.1 Aanleid<strong>in</strong>g: het <strong>Utrecht</strong>se onderwijsmodel ........................................................ 4<br />

1.2 Literatuur over deeltijddidactiek........................................................................ 4<br />

1.3 Ervar<strong>in</strong>gen uit het volwassenenonderwijs ......................................................... 6<br />

2. Onderzoek deeltijd-bacheloropleid<strong>in</strong>g Rechten .......................................................... 8<br />

2.1 Wie zijn de deeltijders bij de Rechtenopleid<strong>in</strong>g?................................................ 8<br />

2.2 Wat voor een 'leeromgev<strong>in</strong>g' willen de deeltijdstudenten Rechten? .................. 8<br />

2.3 Hoe kijken docenten tegen onderwijs <strong>in</strong> de deeltijdopleid<strong>in</strong>g aan?.................... 9<br />

2.4 Organisatorische aspecten................................................................................. 9<br />

3. Didactische aandachtspunten voor de deeltijdopleid<strong>in</strong>g: een checklist .................... 11<br />

A. Efficiënt georganiseerd .................................................................................... 12<br />

B. Effectieve onderwijsopzet................................................................................ 12<br />

C. Haalbaar onderwijs.......................................................................................... 16<br />

D. Onderwijs dat <strong>in</strong>houdelijk en methodisch aansluit bij volwassenen ................ 19<br />

4. Conclusies en discussievragen ................................................................................. 22<br />

4.1 Conclusies........................................................................................................ 22<br />

4.2 Discussievragen 'deeltijddidactiek <strong>in</strong> word<strong>in</strong>g' ................................................ 23<br />

5. Literatuur................................................................................................................. 24<br />

6. Bijlage: <strong>in</strong>novatie <strong>in</strong> masteropleid<strong>in</strong>gen voor deeltijders.......................................... 25<br />

2


0. Samenvatt<strong>in</strong>g<br />

Uit gegevens van de VSNU (2005) blijkt dat ca. 15.000 studenten oftewel 8% van de universitaire<br />

studenten <strong>in</strong> deeltijd studeert. Gezien dit aantal is het opvallend hoe we<strong>in</strong>ig gepubliceerd<br />

wordt over de didactiek van universitaire deeltijdopleid<strong>in</strong>gen. Toch blijkt uit de we<strong>in</strong>ige literatuur<br />

die er is en ook uit het onderhavige onderzoek dat deeltijdstudenten een groep vormen met<br />

eigen kenmerken die verschillen met die van de voltijdstudenten. De comb<strong>in</strong>atie van werken,<br />

gez<strong>in</strong> en studie, een hoog <strong>in</strong>gangsniveau en de lange programmaduur van deeltijdopleid<strong>in</strong>gen<br />

vereisen dat er zowel didactisch als organisatorisch gezocht moet worden naar een passende<br />

opzet van het deeltijdonderwijs die b<strong>in</strong>nen de (krappe) randvoorwaarden van de universiteiten<br />

uitvoerbaar is. Een uitspraak van een deeltijdstudenten uit dit onderzoek illustreert <strong>in</strong> een notendop<br />

het belang van een eigen aanpak: "In hemelsnaam flexibiliteit m.b.t. data colleges, werkgroepen<br />

(ook <strong>in</strong>del<strong>in</strong>g), tentamens, aanwezigheidsplicht voor werkgroepen etc. Ik ben geen kle<strong>in</strong><br />

k<strong>in</strong>d meer of iemand die voorbereid moet worden op het 'echte' leven. Ik ben iemand die al een<br />

verantwoordelijke positie heeft en die met sterke motivatie de deeltijdstudie Rechten wil volgen.<br />

In sommige gevallen gaat het werk nu eenmaal voor en als ik ziek ben, ben ik ziek en lig ik niet<br />

met een kater <strong>in</strong> bed. Behandel ons deeltijdstudenten e<strong>in</strong>delijk een keer als volwassenen en hou<br />

er reken<strong>in</strong>g mee dat de meesten van ons gewoon 40 uur per week werken en wordt flexibeler!"<br />

In dit onderzoek bij de deeltijdopleid<strong>in</strong>g Rechtsgeleerdheid is middels enquêtes en gesprekken<br />

met studenten en docenten gewerkt aan het <strong>in</strong> kaart brengen van een deeltijddidactiek voor een<br />

universitaire bacheloropleid<strong>in</strong>g. In de geformuleerde ‘deeltijddidactiek <strong>in</strong> word<strong>in</strong>g’ staan vier<br />

uitgangspunten centraal: onderwijs dat voor deeltijders efficiënt georganiseerd is, een effectieve<br />

onderwijsopzet, haalbaar onderwijs en onderwijs dat <strong>in</strong>houdelijk en methodisch aansluit bij<br />

volwassenen. Deze vier uitgangspunten zijn uitgewerkt <strong>in</strong> achttien didactische aandachtspunten.<br />

In verkennende gesprekken met docenten van andere deeltijdopleid<strong>in</strong>gen bleek deze checklist<br />

ook voor hen herkenbaar te zijn: “je hoeft alleen maar een paar namen te veranderen en je kan<br />

het zo bij ons toepassen” merkte een docente op. De checklist kan per deeltijdopleid<strong>in</strong>g toegespitst<br />

worden op specifieke opleid<strong>in</strong>gskenmerken en is bedoeld als hulpmiddel om docenten te<br />

helpen bij <strong>in</strong>tern overleg en nadenken over een effectieve benader<strong>in</strong>g van de eigen deeltijdopleid<strong>in</strong>g.<br />

3


1. Inleid<strong>in</strong>g<br />

1.1 Aanleid<strong>in</strong>g: het <strong>Utrecht</strong>se onderwijsmodel<br />

De <strong>Universiteit</strong> <strong>Utrecht</strong> heeft bij het doorvoeren van de bachelor-masterstructuur <strong>in</strong> 2002 een<br />

nieuwe onderwijsfilosofie <strong>in</strong>gevoerd. 'Commitment' was het kernbegrip: betrokkenheid van<br />

studenten én docenten bij het onderwijsleerproces kwam centraal te staan en de mate van vrijblijvendheid<br />

werd teruggebracht. Concreet betekende dit: de ongebreidelde herkans<strong>in</strong>gen werden<br />

afgeschaft, tussentijdse toets<strong>in</strong>g werd onderdeel van iedere cursus en studenten werden verplicht<br />

bij de onderwijsbijeenkomsten aanwezig te zijn. Alleen studenten die goed meededen maar het<br />

tentamen (net) niet haalden werden <strong>in</strong> de gelegenheid gesteld om hun e<strong>in</strong>dresultaat te 'repareren’<br />

of een herkans<strong>in</strong>g te doen.<br />

Voor de deeltijdopleid<strong>in</strong>gen, waar veel herkansen gebruikelijk was en er we<strong>in</strong>ig verplicht<strong>in</strong>gen<br />

waren voor deeltijdstudenten, was dit een grote ommezwaai.<br />

Om na te gaan hoe de nieuwe onderwijsfilosofie ook <strong>in</strong> de toekomst het beste <strong>in</strong> de deeltijd zou<br />

kunnen worden toegepast, is bij de deeltijdbachelor Rechtsgeleerdheid te <strong>Utrecht</strong> nagegaan wat<br />

een geschikte deeltijddidactiek zou kunnen zijn. Dit onderzoek leverde een aantal didactische<br />

aandachtspunten op voor een deeltijdopleid<strong>in</strong>g waar commitment belangrijk wordt gevonden.<br />

Discussie met docenten van andere deeltijdopleid<strong>in</strong>gen bevestigde de herkenbaarheid hiervan en<br />

leverde nog enkele extra aandachtspunten op. De resultaten hiervan lopen <strong>in</strong> de pas met eerdere<br />

schaarse publicaties over de didactiek van universitair deeltijdonderwijs. Mogelijk vormen deze<br />

resultaten een stap naar de ontwikkel<strong>in</strong>g van meer expertise op het gebied van deeltijddidactiek.<br />

1.2 Literatuur over deeltijddidactiek<br />

In de onderwijskundige literatuur bleek ons dat maar we<strong>in</strong>ig gepubliceerd is over deeltijddidactiek<br />

van universitaire opleid<strong>in</strong>gen. Toch geven enkele publicaties van respectievelijk 1981, 1998 en<br />

2001 <strong>in</strong>teressante <strong>in</strong>formatie hierover. We bespreken ze achtereenvolgens.<br />

In een studie over deeltijdprogrammer<strong>in</strong>g aan de <strong>Universiteit</strong> van Amsterdam door Van Berkel,<br />

Breuker en Grondel (1981) wordt <strong>in</strong>gegaan op de specifieke doelgroep van deeltijdstudenten: een<br />

groep die door werk (vaak volledige dagtaak) of huishoudelijke taken m<strong>in</strong>der tijd ter beschikk<strong>in</strong>g<br />

heeft dan de meeste voltijdstudenten (ze moeten dus 'woekeren met hun tijd') en als groep<br />

heterogener is samengesteld (tweedekansers, ouder en met een rijkere levenservar<strong>in</strong>g) dan de<br />

groep van voltijdstudenten.<br />

Op basis van deze kenmerken stellen ze voor om een strak geprogrammeerd programma voor<br />

alle deeltijdstudenten aan te bieden met daaromheen opties door de studenten om eigen specifieke<br />

<strong>in</strong>teresses te volgen. Overstapmogelijkheden tussen de vol- en deeltijdopleid<strong>in</strong>g dienen<br />

daarbij duidelijk aangegeven te zijn.<br />

Ze pleiten voor een nauwkeurige en betrouwbare plann<strong>in</strong>g van de contacturen, vaste dagen voor<br />

onderwijsbijeenkomsten (<strong>in</strong> de avond), voldoende faciliteiten ’s avonds, mogelijkheid voor deeltijders<br />

om contact met elkaar te hebben (en dus elkaar te ondersteunen) en organisatie van<br />

vormen van peer teach<strong>in</strong>g.<br />

Verder vragen zij <strong>in</strong> het geval van een juridische deeltijdopleid<strong>in</strong>g aandacht voor een vrijstell<strong>in</strong>genbeleid<br />

gezien de vooropleid<strong>in</strong>g van de studenten en de aansluit<strong>in</strong>g bij de juridische werkervar<strong>in</strong>gen<br />

van veel studenten.<br />

Ze benadrukken het belang van schriftelijk studiemateriaal <strong>in</strong>clusief proeftoetsen om de studie<br />

m<strong>in</strong>der tijd- en plaatsgeboden te maken en de toepass<strong>in</strong>g van de computer ondersteund onder-<br />

4


wijs. Voor studenten met hiaten <strong>in</strong> hun voorkennis denken zij aan aanvullend onderwijs (bijspijkerpakketten).<br />

De auteurs pleiten verder voor alternatieven van bestaande onderwijsonderdelen zoals 'takehome'-tentamens,<br />

de honorer<strong>in</strong>g van stage-activiteiten en bijdragen aan projectgroepen die een<br />

deel van de leerstof bestrijken. Zij verwachten dat dat een aanmerkelijke tijdsw<strong>in</strong>st voor de<br />

student kan opleveren.<br />

In een onderzoek naar het optimaliseren van het gebruik van het <strong>in</strong>ternet <strong>in</strong> het deeltijdonderwijs<br />

van de faculteit Technologiemanagement van de Technische <strong>Universiteit</strong> E<strong>in</strong>dhoven kwam<br />

Schooneboom (1998) tot een aantal aanbevel<strong>in</strong>gen om dit te optimaliseren waarvan we hier de<br />

voornaamste noemen: zorg dat docenten de aangegeven mogelijkheden voor <strong>in</strong>ternet gebruik<br />

daadwerkelijk realiseren (een 'aanjager' wordt voorgesteld om te zorgen dat dit gebeurt). Verder<br />

'het verkorten van de tijd tussen aanleveren van en plaats<strong>in</strong>g van webpag<strong>in</strong>a’s' (tot bijvoorbeeld<br />

24 uur); 'standaardiser<strong>in</strong>g van gebruikte software' (voor e-mailen, tekstverwerk<strong>in</strong>gsprogramma’s<br />

e.d.); '<strong>in</strong>troduceer <strong>in</strong> een aantal cursussen werkvormen die de communicatie tussen studenten<br />

verhoogt' (<strong>in</strong>clusief de elektronische communicatie).<br />

In een recentere publicatie <strong>in</strong> verband met de didactiek van deeltijdopleid<strong>in</strong>gen gaat Biesheuvel<br />

(2001) <strong>in</strong> op het gebruik van een elektronische leeromgev<strong>in</strong>g bij de opleid<strong>in</strong>g Toegepaste Onderwijskunde<br />

(TO) van de <strong>Universiteit</strong> Twente. Deeltijdstudenten van deze opleid<strong>in</strong>g hebben doorgaans<br />

één keer per veertien dagen een contactbijeenkomst van een hele dag. Daarnaast maken<br />

ze veel gebruik van hun elektronische leeromgev<strong>in</strong>g (ELO <strong>in</strong> dit geval TeleTop). De meeste studenten<br />

beoordelen deze leeromgev<strong>in</strong>g als een van de sterke punten van de TO <strong>in</strong> deeltijd. De<br />

ELO wordt door de meerderheid gezien als iets dat het studeren op afstand en <strong>in</strong> deeltijd aanzienlijk<br />

gemakkelijker maakt. De rooster- en cursus<strong>in</strong>formatie <strong>in</strong> de ELO wordt voor de meeste<br />

vakken beoordeeld als compleet en actueel. Ook is <strong>in</strong> de meeste gevallen de <strong>in</strong>formatie op een<br />

overzichtelijke manier gepresenteerd. Echter, nog niet alle docenten maken voldoende gebruik<br />

van de andere mogelijkheden die deze ELO biedt. Hoewel ruim de helft van de studenten v<strong>in</strong>dt<br />

dat het aantal contactmomenten precies goed is, zou een derde van de groep graag meer<br />

contactmomenten hebben. Zo’n 40% van de studenten zou liever meer <strong>in</strong>dividuele opdrachten<br />

hebben dan groepsopdrachten. Hoorcolleges, werkcolleges, practica en groepsopdrachten vormen<br />

volgens de meerderheid van de studenten <strong>in</strong> het algemeen een z<strong>in</strong>volle aanvull<strong>in</strong>g op de zelfstudie<br />

<strong>in</strong> comb<strong>in</strong>atie met de ELO.<br />

Uit een enquête (Sticht<strong>in</strong>g OER, 2004) onder studenten van alle zeven deeltijdopleid<strong>in</strong>gen van de<br />

<strong>Universiteit</strong> <strong>Utrecht</strong> komt naar voren dat het merendeel van de studenten tevreden is over deze<br />

opleid<strong>in</strong>gen. Toch heeft een substantieel aantal problemen met de rooster<strong>in</strong>g van contactbijeenkomsten.<br />

Ook v<strong>in</strong>dt men dat er te veel tentamens overdag plaatsv<strong>in</strong>den en dat de universiteit te<br />

we<strong>in</strong>ig aandacht heeft voor de deeltijdstudent (de 'vergeten' groep). Aanwezigheidsplicht <strong>in</strong><br />

comb<strong>in</strong>atie met werk en gez<strong>in</strong> wordt als lastig ervaren en groepswerk en tra<strong>in</strong><strong>in</strong>g <strong>in</strong> bepaalde<br />

vaardigheden wordt door een aantal studenten als overbodig gezien. Dit beeld verschilt overigens<br />

per opleid<strong>in</strong>g.<br />

De universitaire deeltijdopleid<strong>in</strong>gen verschillen van de opleid<strong>in</strong>gsmodellen voor het deeltijd-<br />

HBO-onderwijs zoals die <strong>in</strong> een publicatie van de DOZ-groep (1990) worden besproken. Al deze<br />

modellen hebben als kenmerk dat de praktijk een grote plaats <strong>in</strong>neemt: <strong>in</strong> het concurrency model<br />

lopen leren <strong>in</strong> het onderwijs bij een onderwijs<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g en leren <strong>in</strong> de praktijk bij een werk<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g<br />

parallel gedurende de hele opleid<strong>in</strong>g. In andere modellen zijn er praktijkleerperiodes <strong>in</strong> de<br />

verschillende leerjaren of is er een afsluitende praktijkleerperiode. De opleid<strong>in</strong>gsduur bij het<br />

5


concurrency-model wordt als het kortste <strong>in</strong>geschat (mits de werk<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g adequate werkbegeleid<strong>in</strong>g<br />

aan de student biedt). Dit model kan beschouwd worden als een vorm van duaal leren.<br />

1.3 Ervar<strong>in</strong>gen uit het volwassenenonderwijs<br />

Bij het onderwijs aan volwassenen <strong>in</strong> het kader van bij- en naschol<strong>in</strong>g waaronder bedrijfsopleid<strong>in</strong>gen<br />

is de nodige ervar<strong>in</strong>g op gedaan met de leerbehoeften die ook voor een universitaire<br />

deeltijdopleid<strong>in</strong>g van belang kan zijn. Scager (2004) geeft hiervan een resumé maar stelt daarbij<br />

wel dat er niet één recept is voor het leren van volwassenen. Elk mens is anders, heeft een eigen<br />

leerstijl en eigen leerbehoeften. Wel zijn er leerbehoeften aan te geven die veel besproken<br />

worden <strong>in</strong> de literatuur en herkenbaar zijn <strong>in</strong> de praktijk van het volwassenen onderwijs (zie ook:<br />

Zemke & Zemke, 1984; Lieb, 1991). Zij constateert de volgende punten.<br />

- De praktische waarde van het gebodene is belangrijk. De <strong>in</strong>houd moet relevant zijn voor leven<br />

of werk en hierop toe te passen zijn. Er is behoefte aan materiaal dat 'to-the-po<strong>in</strong>t' is.<br />

- Toepasbaar maken van de theorie en discussie erover is belangrijk. Actieve participatie zorgt<br />

ervoor dat de cursisten na een dagtaak 'bij de les blijven'!<br />

- De behoefte aan zelfstur<strong>in</strong>g is groter als cursisten ouder zijn, omdat ze beter weten wat ze<br />

willen.<br />

- Volwassenen brengen een schat aan ervar<strong>in</strong>g en kennis mee. Erkenn<strong>in</strong>g van die ervar<strong>in</strong>g en het<br />

gebruik ervan <strong>in</strong> het onderwijs zijn belangrijk.<br />

- Men wil met respect behandeld worden (bijvoorbeeld er niet uitgestuurd worden omdat ze hun<br />

huiswerk niet gemaakt hebben).<br />

- Cursisten hebben vaak een baan en/of een gez<strong>in</strong>. Hun tijd is schaars en daar moet efficiënt<br />

mee worden omgegaan. Men wil doelgericht werken, dus moet de <strong>in</strong>formatie en communicatie<br />

goed verlopen.<br />

- Onzekerheidsreductie. Zelfvertrouwen is een belangrijke motor voor motivatie. Alle cursisten<br />

hebben het gevoel nodig dat ze het kunnen, een gevoel dat ze de taak aankunnen en het vertrouwen<br />

dat ze er nog iets van kunnen leren. Sommige volwassenen zijn soms onzeker door<br />

mislukk<strong>in</strong>gen uit het verleden.<br />

- Men wil graag ervar<strong>in</strong>gen uitwisselen. Tijd voor onderl<strong>in</strong>ge uitwissel<strong>in</strong>g tijdens de contactbijeenkomst<br />

(maar niet erbuiten) kan daaraan tegemoet komen.<br />

- De accommodatie moet goed en gemakkelijk bereikbaar zijn. De leslokalen moeten ruim zijn en<br />

goed geventileerd, de stoelen moeten prettig zitten en men wil voldoende koffie en thee. Ook<br />

moet men de bibliotheek kunnen raadplegen. Kortom: fysiek comfort en faciliteiten voor het<br />

studeren worden door de volwassen leerl<strong>in</strong>gen op prijs gesteld.<br />

Thijssen en Greef (1989) hebben een zestal pr<strong>in</strong>cipes geformuleerd om volwassenen op te leiden<br />

met meer rendement, <strong>in</strong> hun ervar<strong>in</strong>gsconcentratie-theorie. Zij beschouwen deze grondpr<strong>in</strong>cipes<br />

als 'faciliterende condities om de opleid<strong>in</strong>g voor volwassenen op attractieve wijze vorm te geven'.<br />

De zes grondpr<strong>in</strong>cipes zouden tevens het leerproces van volwassenen positief beïnvloeden. Deze<br />

pr<strong>in</strong>cipes luiden als volgt:<br />

(1) laat volwassenen actief de leerstof verwerken <strong>in</strong> de opleid<strong>in</strong>g,<br />

(2) koppel snel, direct en gestructureerd terug tijdens het leerproces,<br />

(3) gebruik voor de cursist herkenbare of al bekende begrippen,<br />

(4) laat de relevantie en directe toepasbaarheid van de leerstof <strong>in</strong> de praktijk ervaren,<br />

(5) creëer een veilig leerklimaat voor de volwassen cursist en (6) stem de organisatie van de<br />

opleid<strong>in</strong>g af op de leersituatie van de volwassen cursist.<br />

Een <strong>in</strong>teressant onderzoek van Azier en Van Rijn (1997a) toont de relevantie aan van deze pr<strong>in</strong>cipes<br />

voor het rendement (examenresultaten) van de bedrijfsopleid<strong>in</strong>g die ze onderzochten.<br />

6


Vooral 'directe toepasbaarheid', 'aangepaste sociale context' en 'aangepaste logistiek' bleken een<br />

relatief groot effect te hebben. Terwijl Ieder pr<strong>in</strong>cipe afzonderlijk maar we<strong>in</strong>ig bijdraagt tot het<br />

opleid<strong>in</strong>gsrendement, blijken alle pr<strong>in</strong>cipes samen tot een aanzienlijke verhog<strong>in</strong>g ervan te leiden<br />

(effect is meer dan de som van de delen). Ze geven <strong>in</strong> een ander artikel (Azier & Van Rijn,<br />

1997b) een checklist voor de realisatie van de zes grondpr<strong>in</strong>cipes.<br />

7


2. Onderzoek deeltijd-bacheloropleid<strong>in</strong>g Rechten<br />

Bij de faculteit Rechten van de <strong>Universiteit</strong> <strong>Utrecht</strong> is een onderzoek gedaan naar de ervar<strong>in</strong>gen<br />

van deeltijdstudenten met hun studie en hun wensen. Het doel was om tot aanbevel<strong>in</strong>gen te<br />

komen voor een aangepaste didactiek voor de deeltijdopleid<strong>in</strong>g (zie Christenhuis, Van Eijl,<br />

Goedegebure, Hoeberechts, Jagersma, Jürgens, Klanderman, Weber, & Vogels 2004). Daartoe<br />

heeft een projectgroep <strong>Deeltijddidactiek</strong> studenten van verschillende studiejaren van de<br />

deeltijdopleid<strong>in</strong>g Rechten geïnterviewd en geënquêteerd, zijn eerdere rapporten over de<br />

deeltijdstudie bestudeerd en is aan een aantal docenten van de deeltijdopleid<strong>in</strong>g om commentaar<br />

gevraagd bij de resultaten hiervan.<br />

Dat geheel heeft geleid tot een ‘checklist deeltijddidactiek’ en een aantal vragen en discussiepunten<br />

die hieronder gepresenteerd worden. Maar allereerst de kenmerken van de deeltijdstudenten.<br />

2.1 Wie zijn de deeltijders bij de Rechtenopleid<strong>in</strong>g?<br />

Van de studenten <strong>in</strong> deeltijd zijn een groep eerstejaars, tweedejaars en een groep ouderejaars<br />

geënquêteerd. Dit leverde het volgende beeld op van de deeltijdstudenten: driekwart van de<br />

deeltijders bij de rechtenopleid<strong>in</strong>g bleek al een HO-opleid<strong>in</strong>g gedaan te hebben. Dit was een HBO-<br />

of een WO-opleid<strong>in</strong>g. De leeftijd van de studenten varieert behoorlijk van 25 tot 70 jaar. De<br />

redenen om rechten te studeren zijn vooral <strong>in</strong>teresse en persoonlijke ontwikkel<strong>in</strong>g (66%) en/of<br />

ook beroepsperspectief. De meeste deeltijdstudenten werken full- of parttime, slechts een<br />

enkel<strong>in</strong>g werkt niet. Het werk dat ze doen is zeer divers. In het eerste jaar is dat meestal niet<br />

juridisch van aard; <strong>in</strong> latere jaren blijkt dat wat meer te zijn.<br />

Ze werken gemiddeld 35 uur per week maar dit verschilt onderl<strong>in</strong>g behoorlijk. De deeltijdstudenten<br />

besteden daarnaast 8 – 15 uur (doctoraalstudenten het meeste) per week aan zelfstudie, 2 -<br />

3 uur aan reistijd en 4 – 7 uur aan contacttijd. Bijna éénderde van de ouderejaars en de helft van<br />

de eerstejaars studeert enkele uren per week samen met één of meer medestudenten.<br />

De eerstejaars krijgen nauwelijks studiefaciliteiten zoals tijd of geld van de werkgever, maar <strong>in</strong><br />

de latere jaren wordt dat wat meer.<br />

2.2 Wat voor een 'leeromgev<strong>in</strong>g' willen de deeltijdstudenten Rechten?<br />

Deeltijd studenten volgen <strong>in</strong> het algemeen de studie naast een volle werkweek. Dat betekent dat<br />

ze contactbijeenkomsten bijwonen, heen en weer reizen naar de universiteit en thuis studeren<br />

naast werk, gez<strong>in</strong> en andere activiteiten.<br />

Om dit te kunnen realiseren willen deeltijders <strong>in</strong> staat worden gesteld om zo effectief en efficiënt<br />

mogelijk te studeren. Ze vragen om een eigen benader<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de deeltijdopleid<strong>in</strong>g. Talrijke uitspraken<br />

<strong>in</strong> de enquêtes en de <strong>in</strong>terviews illustreren dit:<br />

"Maak voor de deeltijdstudenten een aangepast onderwijsprogramma; stel andere eisen aan<br />

deeltijdstudenten dan aan voltijdstudenten".<br />

"Deeltijdstudenten zullen echt wel hun best doen voor de studie, voor hen is de comb<strong>in</strong>atie werk<br />

en studie al moeilijk genoeg: we geven onze vrije tijd niet op voor iets wat niet <strong>in</strong>teressant zou<br />

zijn!"<br />

"Hou reken<strong>in</strong>g met de kennis en ervar<strong>in</strong>g van deeltijders maar laat voldoende contacturen <strong>in</strong> het<br />

programma zitten ondanks het klagen van sommige deeltijdstudenten!"<br />

8


"Zorg ook voor studievoorlicht<strong>in</strong>g voor deeltijders en een vast aanspreekpersoon. Onderwijs op<br />

vaste dagen per week. Niet teveel literatuur <strong>in</strong> korte periode, maar verspreiden over de weken".<br />

"In hemelsnaam flexibiliteit m.b.t. data colleges, werkgroepen (ook <strong>in</strong>del<strong>in</strong>g), tentamens, aanwezigheidsplicht<br />

voor werkgroepen etc. Ik ben geen kle<strong>in</strong> k<strong>in</strong>d meer of iemand die voorbereid<br />

moet worden op het 'echte' leven. Ik ben iemand die al een verantwoordelijke positie heeft en die<br />

met sterke motivatie de deeltijdstudie rechten wil volgen. In sommige gevallen gaat het werk nu<br />

eenmaal voor en als ik ziek ben, ben ik ziek en lig ik niet met een kater <strong>in</strong> bed. Behandel ons<br />

deeltijdstudenten e<strong>in</strong>delijk een keer als volwassenen en hou er reken<strong>in</strong>g mee dat de meesten van<br />

ons gewoon 40 uur per week werken en wordt flexibeler!"<br />

De wensen en ervar<strong>in</strong>gen met het deeltijdonderwijs die uit de enquête en <strong>in</strong> de gesprekken met<br />

de studenten naar voren kwamen, leverde een checklist van didactische aandachtspunten op die<br />

onder vier noemers te vangen zijn: efficiënt georganiseerd onderwijs, een effectieve onderwijsopzet,<br />

haalbaar onderwijs en onderwijs dat volwassenen aanspreekt. Een zestal docenten is ge<strong>in</strong>terviewd<br />

en heeft commentaar geleverd op de concept-checklist. De uite<strong>in</strong>delijke versie van de<br />

checklist wordt <strong>in</strong> hoofdstuk 3 gepresenteerd.<br />

2.3 Hoe kijken docenten tegen onderwijs <strong>in</strong> de deeltijdopleid<strong>in</strong>g aan?<br />

Deze zes geïnterviewde docenten vonden de deeltijders doorgaans gemotiveerde studenten die<br />

veel vragen stellen en soms ervar<strong>in</strong>gen vanuit hun eigen werksituatie <strong>in</strong>brengen. Dat maakt het<br />

onderwijs voor de docent uitdagender maar vereist ook dat de docent de nodige ervar<strong>in</strong>g heeft<br />

om op deze vragen <strong>in</strong> te kunnen gaan.<br />

Veel studenten beschikken meer dan voltijders over algemene basisvaardigheden zoals schrijfvaardigheid<br />

en presentatievaardigheid. Daarom zou voor hen het accent <strong>in</strong> de deeltijdopleid<strong>in</strong>g<br />

meer op de specifiek juridische vaardigheden moeten liggen.<br />

De docenten v<strong>in</strong>den het niveau van de deeltijdstudenten nogal uiteenlopen. Sommigen hebben<br />

aan een half woord genoeg en hebben baat bij zu<strong>in</strong>ig omgaan met tijd. Anderen (de hobbyisten,<br />

ook diegenen die langere tijd niet gestudeerd hebben) h<strong>in</strong>deren door hun trage tempo, en soms<br />

ook door hun trage begrip, de snelle studenten.<br />

Het onderwijs moet voor docenten zo georganiseerd zijn dat de onderwijslast niet te groot wordt:<br />

dus niet te veel uitzonder<strong>in</strong>gen want die kosten veel extra werk en men moet geen (e<strong>in</strong>deloze)<br />

herkans<strong>in</strong>gen organiseren. Toch is het goed om coulant tegenover deeltijders te zijn, maar zonder<br />

daarmee de 'luie' studenten <strong>in</strong> de kaart te spelen.<br />

Gesuggereerd werd om voor docenten die deeltijdonderwijs geven, eens een middag te organiseren<br />

om ervar<strong>in</strong>gen over deeltijdonderwijs uit te wisselen.<br />

2.4 Organisatorische aspecten<br />

Uit het onderzoek en de daarbij gevoerde gesprekken met docenten, studenten en bestuurders<br />

kwamen een aantal punten van aandacht naar voren die als typisch voor de deeltijd gezien<br />

werden. Deze worden hier kort besproken.<br />

Organisatie van de deeltijdopleid<strong>in</strong>g. Veelal hebben de docenten van een deeltijdopleid<strong>in</strong>g<br />

andere taken <strong>in</strong> het voltijdonderwijs of hebben ze een beroepspraktijk. Dat maakt coörd<strong>in</strong>atie van<br />

de deeltijdopleid<strong>in</strong>g en het volgen van een eigen beleidslijn <strong>in</strong>zake het deeltijdonderwijs lastig.<br />

Een eigen coörd<strong>in</strong>atie is niet alleen belangrijk voor de praktische organisatie maar ook voor de<br />

begeleid<strong>in</strong>g van de deeltijdstudenten (buiten de contactbijeenkomsten), de ontwikkel<strong>in</strong>g van een<br />

9


eigen didactische benader<strong>in</strong>g en systematisch aandacht voor slaagpercentages en evaluatiegegevens<br />

van de afzonderlijke cursussen.<br />

Uitvalrisico voor deeltijdstudent. Het uitvalrisico voor een deeltijdstudent blijkt groot te zijn.<br />

De numerieke rendementen van deeltijdopleid<strong>in</strong>gen liggen beduidend onder die van een<br />

voltijdopleid<strong>in</strong>g. Tussentijds afhaken van deeltijders blijft een probleem bij een aantal deeltijdopleid<strong>in</strong>gen<br />

(zie ook Van Berkel e.a. 1981). Achterstand is, vanwege de vele verplicht<strong>in</strong>gen die<br />

deeltijders hebben, moeilijk <strong>in</strong> te halen. De lange duur van de deeltijdstudie (acht jaar) vereist<br />

stug 'volhouden' van de kant van de deeltijder en we<strong>in</strong>ig obstakels <strong>in</strong> werk- en privé-leven. Het is<br />

belangrijk voor deeltijders om niet onnodig uit de boot te vallen tijdens de studie. Deeltijders die<br />

niet primair geïnteresseerd zijn <strong>in</strong> een volledig traject kan misschien een certificaat o.i.d. geboden<br />

worden voor tussentijdse afrond<strong>in</strong>g. Overwogen kan worden om 'exit'-<strong>in</strong>terviews te<br />

houden om systematisch gegevens over oorzaken van studie-uitstel en -uitval te verzamelen.<br />

Onderzoek is nodig om te achterhalen waarom studenten afhaken en wat effectieve onderwijsarrangementen<br />

voor deeltijders zijn. Het numeriek rendement van een deeltijdopleid<strong>in</strong>g is duidelijk<br />

lager dan van een voltijdopleid<strong>in</strong>g. Studenten moeten wel heel volhardend zijn en geen<br />

tegenslagen hebben om na acht jaar op volle kracht studeren de opleid<strong>in</strong>g met succes af te<br />

ronden. Mogelijk dat de nieuwe bachelormaster-structuur voor deeltijdstudenten aantrekkelijker<br />

wordt om de studie vol te houden, omdat na 6 jaar een bachelordiploma gehaald kan worden.<br />

Het lagere rendement heeft ook f<strong>in</strong>anciële gevolgen <strong>in</strong>dien de outputf<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g belangrijk is<br />

voor een deeltijdopleid<strong>in</strong>g.<br />

Wellicht helpt het ruim verlenen van vrijstell<strong>in</strong>gen aan deeltijders die al een hoog <strong>in</strong>gangsniveau<br />

hebben (een meerderheid is afgestudeerd <strong>in</strong> HBO of WO). Op basis van eerdere HO-studies of<br />

werkervar<strong>in</strong>gen zou gemakkelijker een vrijstell<strong>in</strong>g voor bijvoorbeeld een 'm<strong>in</strong>or' kunnen worden<br />

overwogen. Voorlopig is dit nog een punt van aandacht.<br />

Overigens zijn er veel dagstudenten die op een bepaald moment <strong>in</strong> hun studie naar de deeltijd<br />

overstappen en via die weg alsnog een diploma halen. Ook kan het een idee zijn om studenten<br />

een studieplan te laten opstellen en af en toe met ze te bespreken. Dat is waarschijnlijk vooral<br />

nuttig op het moment dat de deeltijdstudent mag kiezen welke cursussen hij of zij wil volgen.<br />

Andere manier van programmer<strong>in</strong>g? Alternatieve programmer<strong>in</strong>gen op curriculumniveau<br />

worden hier en daar overwogen of zijn ook <strong>in</strong> gebruik om tot een hoger rendement te komen. De<br />

Rijksuniversiteit Leiden biedt bijvoorbeeld een aparte versnelde deeltijdopleid<strong>in</strong>g Rechten voor<br />

studenten die een juridisch beroep hebben. In hoofdstuk 6 wordt een schets gegeven van twee<br />

(niet-juridische) masteropleid<strong>in</strong>gen waar<strong>in</strong> een koppel<strong>in</strong>g wordt aangebracht met de werksituatie<br />

van de deeltijdstudent. Wat rooster<strong>in</strong>g betreft noemden we verder de deeltijdopleid<strong>in</strong>g Toegepaste<br />

Onderwijskunde van de <strong>Universiteit</strong> Twente (§1.2), waar studenten maar één keer per veertien<br />

dagen bij elkaar komen en een elektronische leeromgev<strong>in</strong>g (TeleTop) een centrale functie vervuld<br />

om onl<strong>in</strong>e te leren.<br />

Een alternatief dat <strong>in</strong> de discussies overwogen werd, is stream<strong>in</strong>g: studenten die diplomagericht<br />

zijn <strong>in</strong> één stroom en studenten die niet of m<strong>in</strong>der diplomagericht zijn <strong>in</strong> een andere. Voorwaarde<br />

is dat er voldoende deeltijdstudenten <strong>in</strong> een opleid<strong>in</strong>g zijn om deze benader<strong>in</strong>g toe te passen. In<br />

deze opzet kan jaarlijks bekeken worden of het z<strong>in</strong>nig is of bepaalde studenten overstappen naar<br />

een andere stroom. Een verwant alternatief is om <strong>in</strong> het hoger onderwijs kortere trajecten aan<br />

te bieden dan een complete bachelor- of masteropleid<strong>in</strong>g. De Open <strong>Universiteit</strong> biedt bijvoorbeeld<br />

een aantal kort hoger onderwijs trajecten (KHO) <strong>in</strong> deeltijd aan met de duur van drie maanden<br />

tot anderhalf jaar. Dit zijn praktisch gerichte trajecten waarbij de studenten <strong>in</strong> kle<strong>in</strong>e groepen<br />

werken, deel nemen aan een aantal bijeenkomsten en bij voldoend resultaat een KHO-certificaat<br />

krijgen.<br />

10


3. Didactische aandachtspunten voor de<br />

deeltijdopleid<strong>in</strong>g: een checklist<br />

In onderstaande checklist zijn de didactische aandachtspunten geïnventariseerd die naar voren<br />

kwamen uit het onderzoek onder studenten en docenten die <strong>in</strong> 2004 betrokken waren bij het<br />

onderzoek naar de deeltijdopleid<strong>in</strong>g Rechtsgeleerdheid van de <strong>Universiteit</strong> <strong>Utrecht</strong> (c.f. §2.2).<br />

In dit hoofdstuk worden de items van de checklist vervolgens afzonderlijk besproken. Een kortere<br />

lijst met omschrijv<strong>in</strong>gen per checkpunt, die voor <strong>in</strong>tern gebruik door de docenten <strong>in</strong> de opleid<strong>in</strong>g<br />

Rechtsgeleerdheid is ontwikkeld, is te v<strong>in</strong>den <strong>in</strong> Christenhuis e.a. (2004).<br />

A. Efficiënt georganiseerd<br />

A1. Praktische organisatie die past bij de deeltijder<br />

B. Effectieve onderwijsopzet<br />

B1. Onderwijs waar de deeltijder effectief leert<br />

B1a. Hoorcolleges: structuur, voorbeelden en actualiteit<br />

B1b. Coachgroepen: gestructureerd oefenen en verduidelijken van de leerstof<br />

B1c. Werkgroepen: opdrachten bespreken, <strong>in</strong>teractie en verduidelijken van de stof<br />

B2. Stof comprimeren en geschikt maken voor zelfstudie<br />

B3. Een beperkt gebruik groepsopdrachten zien deeltijdstudenten als nuttig voor uitwissel<strong>in</strong>g, als<br />

stimulans voor het denken en voor het sociaal contact<br />

B4. Over de elektronische leeromgev<strong>in</strong>g (ELO) wordt door deeltijdstudenten opvallend positief<br />

gesproken<br />

B5. Effectieve feedback van docenten<br />

B6. Studenten elkaar af en toe feedback laten geven op elkaars werkstukken of als voorbereid<strong>in</strong>g<br />

van een tentamen (peer assessment)<br />

B7. Aanwezigheidsplicht alleen wanneer functioneel<br />

C. Haalbaar onderwijs<br />

C1. Bijblijven met de studie is een kunst voor een deeltijdstudent<br />

C2. Gespreide beoordel<strong>in</strong>g stimuleert regelmatige studie en is nodig als er geen herkans<strong>in</strong>g is<br />

C3. Efficiënte 'reparatiemogelijkheden'<br />

C4. Het werken aan scripties en werkstukken structureren en begeleiden (anders is er veel<br />

uitloop te verwachten)<br />

C5. Inzet van de student optimaliseren<br />

D. Onderwijs dat <strong>in</strong>houdelijk en methodisch aansluit bij volwassenen<br />

D1. Het onderwijs sluit <strong>in</strong>houdelijk aan bij het werk, de <strong>in</strong>teresse, het <strong>in</strong>gangsniveau en de<br />

actualiteit<br />

D2. Een ervaren docent is nodig om goed op vragen van de deeltijders te kunnen <strong>in</strong>gaan<br />

D3. De docent kan door enthousiasme en gedrag motiveren, maar door rommeligheid, autoritair<br />

gedrag, starheid en bureaucratie ook demotiveren<br />

D4. Evaluatie en respons van studenten organiseren<br />

D5. Gericht doorverwijzen<br />

11


A. Efficiënt georganiseerd<br />

A1. Praktische organisatie die past bij de deeltijder. Deeltijders hechten groot belang aan<br />

de organisatie van de deeltijdopleid<strong>in</strong>g: ze willen vaste avonden tijdens het studiejaar waarop ze<br />

onderwijs en de toets<strong>in</strong>g hebben, lang van tevoren de roosters hebben, met dezelfde onderwijsgroep<br />

door gaan waar ze mee begonnen zijn, dat studiemateriaal ruim voor aanvang van een<br />

cursus beschikbaar is e.d. Organisatie en plann<strong>in</strong>g van het deeltijdprogramma moeten goed<br />

geregeld zijn zodat een deeltijder niet alleen zijn studie maar ook werk en privé-leven lang van<br />

tevoren goed kan plannen. Ook willen ze niet teveel contacturen.<br />

B. Effectieve onderwijsopzet<br />

B1. Onderwijs waar de deeltijder effectief leert. Opvallend is de wens van deeltijdstudenten,<br />

meer dan bij voltijdstudenten, dat het geboden onderwijs goed verzorgd is, dat 'je er wat van<br />

leert' en dus niet voor niets komt. Specifieke wensen en overweg<strong>in</strong>gen worden hier voor drie<br />

onderwijsvormen gegeven: hoorcollege, coachgroep en werkgroep.<br />

B1a. Hoorcolleges: structuur, voorbeelden en actualiteit. Bijna alle studenten v<strong>in</strong>den<br />

deelname aan een hoorcollege nuttig als het een gestructureerde uitleg van de stof biedt,<br />

vooral op moeilijke punten, of de stof verdiept, voorbeelden geeft, aanknoopt bij de praktijk,<br />

<strong>in</strong>haakt op de actualiteit, ondersteun<strong>in</strong>g geeft bij de studiestof en mogelijkheden tot discussie<br />

verleent. Het is nuttig als het hoorcollege plaatsv<strong>in</strong>dt vóór de werkgroep over dezelfde stof<br />

gegeven wordt. Ook contact met medestudenten wordt door een aantal studenten belangrijk<br />

gevonden. Verwijz<strong>in</strong>gen naar de literatuur voor het vak stelt men op prijs. Ook een korte discussie<br />

zo nu en dan, waardeert men. Deeltijders brengen meer naar voren dan voltijdstudenten<br />

en verwachten dat daarop gereageerd wordt; ze zijn mondiger en tonen hun irritatie over bijvoorbeeld<br />

een ‘boek-herhaal hoorcollege’ eerder. Veel deeltijdstudenten hebben trouwens ene<br />

voorkeur voor <strong>in</strong>teractieve bijeenkomsten (<strong>in</strong>tegratie hoorcollege en werkgroep) zodat ze niet te<br />

lang naar een verhaal hoeven te luisteren en zelf vragen kunnen stellen (want deeltijders zijn<br />

gemotiveerde studenten!).<br />

Deeltijders v<strong>in</strong>den het niet nuttig als:<br />

• er geen of te we<strong>in</strong>ig structuur <strong>in</strong> het hoorcollege is,het te vaag of te globaal is<br />

• het hoorcollege alleen maar een besprek<strong>in</strong>g van het boek biedt<br />

• het dictaat wordt voorgelezen<br />

• er alleen eenricht<strong>in</strong>gverkeer naar studenten is<br />

• het een herhal<strong>in</strong>g is van de leesstof zonder toegevoegde waarde<br />

• er langdurig wordt <strong>in</strong>gegaan op een casus vanuit het publiek die niet belangrijk is voor de stof<br />

• het hoorcollege bepaald wordt door vragen van studenten die zich niet hebben voorbereid<br />

B1b. Coachgroepen: gestructureerd oefenen en verduidelijken van de leerstof.<br />

De coachgroep is een onderwijsvorm waar een relatief grote groep studenten (50 – 80) met<br />

opdrachten aan de slag kan waarbij een docent aanwezig is voor een enkele (niet-<strong>in</strong>houdelijke)<br />

vraag, de ‘coach<strong>in</strong>g’, maar de nadruk ligt op zelfwerkzaamheid. Ze is vooral bedoeld ter verduidelijk<strong>in</strong>g<br />

van de stof, verdiep<strong>in</strong>g, oefenen met de stof en tentamenvoorbereid<strong>in</strong>g. Ook is de<br />

coachgroep geschikt voor onderl<strong>in</strong>ge discussie, de uitleg van specifieke jurisprudentie en het<br />

aanreiken van handvatten om de stof te bestuderen. Ook is het mogelijk om studenten <strong>in</strong> groepjes<br />

te laten werken. Het is van belang structuur aan te brengen <strong>in</strong> de opzet van de bijeenkomst.<br />

12


Men dient ervoor te waken dat de coachgroep verzandt <strong>in</strong> praten en koffie dr<strong>in</strong>ken. Studenten geven<br />

aan het belangrijk te v<strong>in</strong>den dat stof die aan bod komt ook tentamenstof is.<br />

B1c. Werkgroepen: opdrachten bespreken, <strong>in</strong>teractie en verduidelijken van de<br />

stof. Opvallend vaak wordt de <strong>in</strong>teractieve kant van de werkgroep nuttig gevonden door studenten:<br />

de discussie, het verduidelijken van de stof, het uitdiepen ervan, voorbeelden, de mogelijkheid<br />

tot vragen stellen en het voorbereiden van het tentamen. Belangrijk voor dat laatste is dat<br />

de werkgroep voorbereidt op het tentamen door het type vragen dat daar gesteld wordt (meerkeuzevragen,<br />

open vragen of essayvragen) <strong>in</strong> het onderwijs te behandelen.<br />

Studenten waarderen het als ze gestimuleerd worden actief met de stof bezig te zijn,de theorie<br />

kunnen toepassen, uitgewerkte opdrachten kunnen bespreken en als er iets met praktijkervar<strong>in</strong>g<br />

gedaan wordt.<br />

De werkgroep wordt niet nuttig gevonden als alleen het goede antwoord op gemaakte vragen wordt<br />

gegeven, of als er geen of te we<strong>in</strong>ig structuur is, als het huiswerk op een klassikale manier behandeld<br />

wordt ('back to school') of als stof alleen maar wordt overgenomen uit de boeken, als er alleen maar<br />

'gesloten' vragen (maar 1 antwoord mogelijk ) <strong>in</strong> de opdrachten voorkomen , als vragen van studenten<br />

die zich niet hebben voorbereid leiden tot een verkapt hoorcollege en er te we<strong>in</strong>ig feedback op<br />

gemaakte opdrachten is.<br />

De ervar<strong>in</strong>g van een aantal docenten is dat deeltijdstudenten het prettig v<strong>in</strong>den om 'gezien' te worden<br />

door de docent.<br />

B2. Stof comprimeren en geschikt maken voor zelfstudie. Het is de kunst <strong>in</strong> een bijeenkomst<br />

zo veel <strong>in</strong>structie te geven dat studenten succesvol de stof via zelfstudie kunnen bestuderen.<br />

In het college kunnen bijvoorbeeld de hoofdpunten aan bod komen of kan een kapstok<br />

worden aangereikt.<br />

Stof die niet aan bod kan komen tijdens de contacturen kan men thuis laten bestuderen. Met<br />

trefwoorden o.i.d. kan het studeren thuis vergemakkelijkt worden. Studenten benadrukken dat<br />

de opdrachten nuttig moeten zijn d.w.z. gerelateerd aan de doelstell<strong>in</strong>gen van het vak of over<br />

onderwerpen die tot de tentamenstof behoren.<br />

Studievragen kunnen op de elektronische leeromgev<strong>in</strong>g (ELO) gezet worden.<br />

B3. Een beperkt gebruik groepsopdrachten zien deeltijdstudenten als nuttig voor<br />

uitwissel<strong>in</strong>g, als stimulans voor het denken en voor het sociaal contact. Het samen<br />

maken van een opdracht tijdens de onderwijscontacturen ziet tweederde van de eerstejaarsstudenten<br />

als nuttig. Als voordelen van het samenwerken worden gezien 'een zaak van meer<br />

kanten bekijken', 'nieuwe ideeën', stimuleren, feedback, 'kost m<strong>in</strong>der tijd', 'elkaars kennis aanvullen',<br />

'door uitleggen aan een ander leer je zelf' en 'lost solistisch aspect op'. Verder is het bij<br />

het maken van een 'opdracht met bonuspunten <strong>in</strong>teressant om er samen uit te komen' en 'de<br />

stof blijft beter hangen'.<br />

Buiten de contacttijd is het lastig voor veel deeltijders om overleg te plannen hoewel e-mail wel<br />

wat helpt hierbij. Tweederde van de eerstejaarsstudenten v<strong>in</strong>dt 'het samen een werkstuk<br />

voorbereiden buiten de contacturen om' ook nuttig. Het 'samen een tentamen voorbereiden' en<br />

het 'samen studeren' wordt maar door een enkel<strong>in</strong>g als nuttig genoemd.<br />

Ouderejaarsstudenten beoordelen, door de bank genomen, het samenwerken m<strong>in</strong>der nuttig dan<br />

de eerstejaars, vooral als er een goed boek is met oefen<strong>in</strong>gen en antwoorden.<br />

Studenten geven zelf tips voor een succesvolle samenwerk<strong>in</strong>g: goed plannen met deadl<strong>in</strong>es,<br />

eerst samen kle<strong>in</strong>e opdrachten maken, een zo kle<strong>in</strong> mogelijke groep (dus twee studenten), <strong>in</strong> de<br />

13


groep elkaars <strong>in</strong>zichten respecteren, gestructureerde werkgroepjes b<strong>in</strong>nen grotere groep en zelf<br />

groepen <strong>in</strong>delen.<br />

Als nadelen worden gezien dat het meer tijd kost, dat je geremd kan worden door medestudenten,<br />

dat sommige studenten te we<strong>in</strong>ig <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>g leveren of een bijdrage hebben van onvoldoende<br />

kwaliteit. Ook v<strong>in</strong>den sommige studenten het maken van afspraken over tijdstip en plaats lastig.<br />

Veel deeltijders hebben al ruime ervar<strong>in</strong>g met samenwerk<strong>in</strong>g.<br />

Belangrijk is het daarom om selectief om te gaan met groepsopdrachten omdat deeltijdstudenten<br />

geografisch verspreid wonen en we<strong>in</strong>ig vrije tijd ter beschikk<strong>in</strong>g hebben. Af en toe<br />

groepsopdrachten tijdens de werkgroep zijn zeker aan te bevelen maar daarbuiten met mate. Toch<br />

kunnen groepsopdrachten <strong>in</strong> het beg<strong>in</strong> van de studie een belangrijke functie hebben voor<br />

onderl<strong>in</strong>ge kennismak<strong>in</strong>g en kan het bevorderen dat studenten zich thuis voelen <strong>in</strong> de opleid<strong>in</strong>g.<br />

B4. Over de elektronische leeromgev<strong>in</strong>g (ELO) wordt door deeltijdstudenten opvallend<br />

positief gesproken. Een aantal toepass<strong>in</strong>gen van de ELO (WebCT) worden duidelijk gewaardeerd<br />

zoals de sheets van de colleges, oefenopgaven, oefentoetsen met feedback, achtergrond<strong>in</strong>formatie<br />

en hyperl<strong>in</strong>ks. Ze kunnen zo buiten de contacturen om relevante <strong>in</strong>formatie voor de<br />

cursussen op te zoeken, feedback te krijgen en resultaten van opdrachten te mailen. Men vraagt<br />

zich af of ook andere toepass<strong>in</strong>gen (elektronisch spreekuur, opdrachten <strong>in</strong>leveren via de ELO,<br />

'stream<strong>in</strong>g audio' colleges e.d.) nuttig kunnen zijn. Een randvoorwaarde daarbij is dat het voor de<br />

docent geen onnodige verzwar<strong>in</strong>g van de onderwijstaak moet betekenen.<br />

Andere ELO-toepass<strong>in</strong>gen zijn nog mogelijk maar worden we<strong>in</strong>ig gebruikt omdat de verhoud<strong>in</strong>g<br />

<strong>in</strong>vester<strong>in</strong>g/opbrengst voor zowel docenten als studenten niet duidelijk is zoals: elektronisch<br />

spreekuur, (korte) audio-colleges, opdrachten <strong>in</strong>sturen, e-mailen van subgroepopdrachten e.d.<br />

Het is belangrijk dat de docent vooraf het materiaal selecteert dat op ELO geplaatst moet worden<br />

en daar duidelijk bij aangeeft wanneer welke stof of mededel<strong>in</strong>gen zichtbaar worden.<br />

Tijdens de cursus kunnen studenten geïnformeerd worden over het gebruik van de ELO <strong>in</strong> de<br />

cursus. Dan kan ook aangegeven worden wat studenten van de docenten kunnen verwachten en<br />

omgekeerd. Men kan afspraken maken of en over de wijze waarop vragen <strong>in</strong> WebCT beantwoord<br />

worden (op welke dag en tijdstip gebeurt dit) en de wijze waar<strong>in</strong> studenten elkaars vragen beantwoorden.<br />

Een randvoorwaarde daarbij is dat het voor de docent geen onnodige verzwar<strong>in</strong>g<br />

van de onderwijstaak moet betekenen.<br />

● Verder is er de wens dat de <strong>in</strong>formatie op de ELO actueel blijft, verouderde <strong>in</strong>formatie wordt weggehaald<br />

of anders geplaatst wordt, en de <strong>in</strong>formatie <strong>in</strong> het onderwijs terugkomt of dat ernaar verwezen<br />

wordt. Studenten merken op dat de <strong>in</strong>formatie op de ELO doorgaans goed te v<strong>in</strong>den is,<br />

maar dat er op de discussiefora ook m<strong>in</strong>der <strong>in</strong>teressante discussiebijdragen van medestudenten<br />

staan en de waarde van de <strong>in</strong>formatie op de ELO volledig afhangt van de documenten die de<br />

vakgroepen erop plaatst.<br />

● Opmerk<strong>in</strong>gen van enkele docenten: eerlijk gezegd is de ELO heel handig en niet meer weg te<br />

denken, maar het vereist van docenten handigheidjes die we niet altijd bezitten. De ondersteun<strong>in</strong>g<br />

is er wel, maar niet direct bij de hand. Gevolg: niet optimaal gebruik. Geen specifieke ervar<strong>in</strong>g<br />

opgedaan behalve vraagbaak, stukken ter beschikk<strong>in</strong>g stellen en <strong>in</strong>leveren. Dat laatste v<strong>in</strong>d ik<br />

overigens een door deeltijders onderschat punt. Het lijkt zo gemakkelijk een stuk via de mail te<br />

sturen, maar het kost de docent veel tijd om het uit te draaien en te sorteren. Inleveren <strong>in</strong> persoon<br />

met gebundelde stukken heeft mijn voorkeur.<br />

B5. Effectieve feedback van docenten. Feedback is effectief als studenten er nog iets mee<br />

kunnen doen ter verbeter<strong>in</strong>g van hun prestaties. Besprek<strong>in</strong>g van de nagekeken groepsopdrachten<br />

14


is een manier waarop een docent rechtstreeks met een student van gedachten kan wisselen en<br />

zo de student gericht aandacht kan geven. Dan fungeert het ook als een positieve stimulans voor<br />

de studie.<br />

Studenten zullen vooral goed naar feedback luisteren als ze er nog iets mee moeten doen, bijvoorbeeld<br />

het corrigeren van een werkstuk. Soms is het handig dat de docent, na de werkstukken<br />

nagekeken te hebben, eerst feedback geeft <strong>in</strong> de werkgroep en dan pas het cijfer bekend<br />

maakt. Gaat het omgekeerd dan hebben veel studenten al veel m<strong>in</strong>der aandacht voor de feedback.<br />

Ook gebruiken sommige docenten met succes een powerpo<strong>in</strong>tpresentatie voor het geven<br />

van algemene feedback over veel gemaakte fouten, voordat ze de resultaten meedelen.<br />

Daarnaast kan tijdens de werkgroepen gericht feedback op de <strong>in</strong>zet van studenten gegeven worden.<br />

Bijvoorbeeld feedback op de actieve of juist passieve opstell<strong>in</strong>g van een student, het te laat<br />

komen, het geven van een goed of fout antwoord e.d. Het goed feedback geven is een kunst op<br />

zich: '<strong>in</strong> de grond boren' werkt eerder remmend op de discussie dan stimulerend. Bij sommige<br />

onderwijsvormen zoals het 'moot court' (soort oefenrechtbank) zit het feedback geven naar<br />

medestudenten er al <strong>in</strong>gebouwd. Hier hebben de betreffende docenten goede ervar<strong>in</strong>gen mee.<br />

Door een docent wordt opgemerkt dat deeltijdstudenten vaak eenduidige oploss<strong>in</strong>gen willen want dan<br />

hebben ze een houvast. In het recht kun je deze niet altijd geven. Dat v<strong>in</strong>den de studenten soms<br />

lastig. Je kunt ze wel een kapstok bieden maar hoe bijvoorbeeld een belangenafweg<strong>in</strong>g uitpakt is<br />

casuïstisch bepaald.<br />

Een andere docent merkt op dat goede feedback geven <strong>in</strong>derdaad een kunst is, maar accepteren ook.<br />

Door hun drive zijn deeltijdstudenten soms niet zulke goede luisteraars. Studenten die willen opvallen,<br />

hebben soms een positieve functie: ze doen mee, zijn kritisch, slikken niet alles en wijzen op<br />

fouten Een werkgroepsbijeenkomst is dan bijna een collegiaal overleg. Anderzijds hebben ze ook wel<br />

eens een negatieve functie: het zijn soms ‘bijtertjes’ die niet weten te stoppen en zich ook moeilijk <strong>in</strong><br />

de autoriteit van de docent kunnen schikken – hoewel dat vaak nog wel lukt –. Soms wekt dat bij<br />

andere studenten ergernis op. De groepsdynamiek is bij deeltijdstudenten absoluut anders dan bij<br />

voltijdstudenten, veelal leuker, maar er kan zich ook groepjesvorm<strong>in</strong>g voordoen die negatief werkt.<br />

Overigens kunnen die groepjes ook worden <strong>in</strong>gezet om voor dt-studenten geambieerde werkvormen<br />

af te ‘dw<strong>in</strong>gen’. Ik erken het belang daarvan wel, maar men zal zich toch ook <strong>in</strong> redelijkheid moeten<br />

houden aan de weloverwogen didactische opzet. Feedback geven en ontvangen <strong>in</strong> een werkgroep is<br />

een punt van aandacht voor zowel studenten als docenten. Docenten merken dat studenten na het<br />

ontvangen van het cijfer vaak nauwelijks nog geïnteresseerd zijn <strong>in</strong> feedback op toets of werkstuk.<br />

Studenten willen vooral feedback voorafgaand aan een beoordel<strong>in</strong>g zodat ze er nog iets mee kunnen<br />

doen.<br />

B6. Studenten elkaar af en toe feedback laten geven op elkaars werkstukken of als<br />

voorbereid<strong>in</strong>g van een tentamen (peer assessment). Hier en daar <strong>in</strong> de (voltijd)opleid<strong>in</strong>g<br />

zijn ervar<strong>in</strong>gen opgedaan met peer assessment. Hiermee wordt bedoeld dat studenten (de<br />

'peers') elkaars conceptwerkstukken nakijken en becommentariëren (assessment) om daar van<br />

te leren en de kwaliteit van de werkstukken te verhogen. Peer assessment wordt ook wel peer<br />

feedback of peer review genoemd of simpelweg 'elkaar overhoren'.<br />

Ervar<strong>in</strong>gen daarmee laten zien dat zowel het ontvangen en het geven van feedback door studenten<br />

als nuttig ervaren wordt (Van den Berg e.a. 2003). Met de ontvangen feedback kunnen studenten<br />

hun werkstuk, kennis en <strong>in</strong>zicht verder verbeteren alvorens toets<strong>in</strong>g plaatsv<strong>in</strong>dt.<br />

De manier waarop peer assessment <strong>in</strong> de praktijk wordt vormgegeven, wisselt. Een voorbeeld:<br />

studenten nemen hun conceptwerkstukken mee naar een bijeenkomst waar de docent de studenten<br />

<strong>in</strong> tweetallen <strong>in</strong>deelt. Aan de hand van een lijstje met criteria van de docent kijken de studenten<br />

elkaars werkstukken na en bespreken dat vervolgens met elkaar. Problemen waar men<br />

15


niet uit komt kunnen aan de docent voorgelegd worden. Met de feedback kunnen studenten aan<br />

de slag om hun werkstukken te corrigeren voordat ze die <strong>in</strong>leveren.<br />

In een modernere versie van peer assessment (Van Eijl e.a.) e-mailen de studenten elkaar vooraf<br />

hun conceptwerkstukken, lezen die door en nemen hun feedback mee naar de bijeenkomst. Daar<br />

bespreken ze elkaars feedback op de bijeenkomst. Aan het e<strong>in</strong>d kan de docent de studenten kort<br />

plenair laten terugrapporteren.<br />

Soms wordt niet <strong>in</strong> tweetallen feedback gegeven maar <strong>in</strong> drie- of viertallen. Op die manier komt<br />

een grotere variëteit aan werkstukken aan bod.<br />

De criteria aan de hand waarvan feedback gegeven wordt, moeten vooraf wel duidelijk zijn<br />

anders wordt het gauw een 'rommeltje'. De docent kan deze criteria geven en toelichten maar<br />

kan ook de studenten zelf met voorstellen laten komen en gezamenlijk vaststellen.<br />

Een andere variant van peer assessment is het werken <strong>in</strong> 'diades' (Dijkstra-Kruit, Van Eijl & Pilot,<br />

1974)): studenten hebben de opdracht thuis een aantal vragen te maken (volgens een bepaalde<br />

systematiek) over een te bestuderen stuk tekst. Op de bijeenkomst verdeelt de docent de<br />

studenten <strong>in</strong> tweetallen waarbij men elkaar om en om de vragen stelt die thuis heeft gemaakt.<br />

Men kan vervolgens kort op elkaars antwoord <strong>in</strong>gaan (een soort 'elkaar overhoren' dus).<br />

Studenten reageren vaak de eerste m<strong>in</strong>uten wat onwennig, maar is men eenmaal bezig dan<br />

ontstaat een <strong>in</strong>tense uitwissel<strong>in</strong>g. Na afloop kan de docent plenair de opgedane ervar<strong>in</strong>gen peilen<br />

en resterende vragen bespreken.<br />

Een docent merkt op dat studenten <strong>in</strong> het beg<strong>in</strong> erg moeten wennen aan deze werkvorm. Ze 'kicken'<br />

op het krijgen van een casus met antwoorden ('geef die antwoorden nou maar!'). Gaan ze aan de slag<br />

met de peer assessment dan v<strong>in</strong>den ze het uite<strong>in</strong>delijk erg leuk. Als peer assessment meer dan twee<br />

of drie keer wordt toegepast <strong>in</strong> een cursus gaat het nieuwe er snel af en kan de effectiviteit teruglopen.<br />

B7. Aanwezigheidsplicht alleen wanneer functioneel. Aanwezigheidsplicht moet functioneel<br />

zijn anders wordt het door de deeltijdstudenten al gauw als nodeloze betuttel<strong>in</strong>g ervaren. Een<br />

aanwezigheidsplicht voor deeltijders staat op gespannen voet met hun vaak wisselende verplicht<strong>in</strong>gen<br />

elders. Beperk<strong>in</strong>g van de aanwezigheidsplicht tot onderdelen waarbij dat ook echt nodig is<br />

zoals besprek<strong>in</strong>g opdrachten, maken van toetsen, <strong>in</strong>teractieve werkgroepsbijeenkomsten, practicumopdrachten<br />

en deelname aan het ‘moot court’ is gewenst.<br />

C. Haalbaar onderwijs<br />

C1. Bijblijven met de studie is een kunst voor een deeltijdstudent. Eén van de grootste<br />

problemen voor de deeltijdstudent is om 'bij' te blijven, dat wil zeggen niet achterop te raken met<br />

de studie, ook al is het druk op het werk of eist het privé-leven aandacht op. Als een student al<br />

een korte tijd niets doet, kijkt hij snel tegen een bijna niet <strong>in</strong> te halen achterstand aan.<br />

Eerstejaars v<strong>in</strong>den dat ze achterstand oplopen door veel werk <strong>in</strong> korte tijd, het niet op tijd aanwezig<br />

zijn van de juiste boeken en door gebrek aan <strong>in</strong>haalmomenten. Studieachterstand en afhaken<br />

ontstaan vaak door afwezigheid tijdens het onderwijs. Ook het controleren van het huiswerk,<br />

tussentijdse toets<strong>in</strong>gen en slechte tentamenresultaten kunnen tot ‘vermijd<strong>in</strong>gsgedrag’<br />

leiden. Studenten vragen o.a. om naast de ELO ook schriftelijke <strong>in</strong>formatie te geven, ruimte voor<br />

<strong>in</strong>haalmomenten te creëren, meerdere toetsmomenten te organiseren bij lange onderwijsblokken,<br />

de stof van voorgaande weken te herhalen, een uittreksel met hoofdpunten te verstrekken,<br />

en een controle te bieden door middel van multiple choice vragen zodat een student kan nagaan<br />

of de opgedane kennis 'goed' is.<br />

16


Een aantal tweedejaars studenten, die al meer ervar<strong>in</strong>g hebben met studeren <strong>in</strong> deeltijd, merken<br />

dat ze achterstand kunnen oplopen door: de rooster<strong>in</strong>g (werkgroepen te snel na tentamen waardoor<br />

ze onvoldoende voorbereid<strong>in</strong>gstijd hebben, de overlap van vakken, de aanwezigheidsplicht<br />

bij het hoorcollege en werkgroep tegelijkertijd), door te veel stof/literatuur <strong>in</strong> korte tijd, zakken<br />

voor het tentamen, ger<strong>in</strong>ge herkans<strong>in</strong>gsmogelijkheden, te laat aanbieden van opdrachten en<br />

grote groepsopdrachten.<br />

De organisatie en opzet van het onderwijs kan er naar de men<strong>in</strong>g van een aantal tweedejaarsstudenten<br />

voor zorgen dat ze bij blijven. Zij noemen: een betere plann<strong>in</strong>g/rooster<strong>in</strong>g, goede<br />

doser<strong>in</strong>g stof/literatuur, tussentijdse toetsen en gespreide beoordel<strong>in</strong>g.<br />

Sommige doctoraalstudenten lopen achterstand op door extra opdrachten, wijzig<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> en te<br />

late bekendmak<strong>in</strong>g van het onderwijsrooster en door <strong>in</strong>gangseisen voor een vak. Zij geven de<br />

volgende tips om 'bij' te blijven: niet teveel extra opdrachten, meer thuisopdrachten en m<strong>in</strong>der<br />

groepsopdrachten en tot slot: tijdig en volledig <strong>in</strong>formeren.<br />

● Docenten krijgen signalen over het achterblijven van deeltijdstudenten met de studie en het<br />

eventueel uitvallen door afwezigheid, het controleren van het huiswerk, tussentijdse toets<strong>in</strong>gen,<br />

resultaten zelfstudie en de tentamenresultaten. Extra opdrachten geven kan ook een negatief effect<br />

hebben. Groepsopdrachten blijken nogal eens plann<strong>in</strong>gs- en vergaderproblemen op te leveren.<br />

● Niet alleen de tutor kan een student op studieachterstand en vermijd<strong>in</strong>gsgedrag aanspreken maar<br />

ook de docent tijdens een werkgroep.<br />

C2. Gespreide beoordel<strong>in</strong>g stimuleert regelmatige studie en is nodig als er geen herkans<strong>in</strong>g<br />

is. Gespreide toets<strong>in</strong>g is <strong>in</strong> de huidige bachelor verplicht. Praktisch alle studenten<br />

v<strong>in</strong>den dat tussentijdse opdrachten en toetsen, die meetellen voor het e<strong>in</strong>dresultaat, het regelmatig<br />

studeren bevorderden (één student merkt op dat deeltijders al erg gemotiveerd zijn!).<br />

Bijna de helft vond dat de feedback van de docent op de opdrachten die <strong>in</strong>geleverd moesten<br />

worden hun leerproces <strong>in</strong> zekere mate stimuleerde. Voorwaarde is wel dat deze feedback positief<br />

gegeven moet worden en de docent ook geloofwaardig moet zijn, bijvoorbeeld als het over 'presenteren'<br />

gaat. Ruim tweederde van de studenten heeft de <strong>in</strong>druk met een goede <strong>in</strong>zet een<br />

cursus <strong>in</strong> één keer te kunnen halen. Wel worden hierbij kantteken<strong>in</strong>gen geplaatst zoals: drukke<br />

baan, niet achterlopen is belangrijk, een achterstand is bijna niet meer <strong>in</strong> te halen.<br />

Een docent merkt op dat het hard werken voor een tussentoets de student soms kan afhouden van de<br />

voorbereid<strong>in</strong>g van een werkcollege. Een suggestie van een andere docent: naar mijn idee werkt<br />

gespreide toets<strong>in</strong>g goed, maar moet het wel b<strong>in</strong>nen de vakken worden afgestemd. Nu doen we<br />

allemaal wat we het mooiste v<strong>in</strong>den, en dat kan <strong>in</strong> werklast wel eens teveel zijn voor de student of<br />

gewoonweg <strong>in</strong> tijd niet <strong>in</strong> te plannen. Verder: coulant zijn met deadl<strong>in</strong>es opdrachten bij deeltijders.<br />

Overigens betekent veel opdrachten geven voor de docent veel nakijken en feedback geven.<br />

C3. Efficiënte 'reparatiemogelijkheden'. B<strong>in</strong>nen het <strong>Utrecht</strong>se onderwijsmodel zijn herkans<strong>in</strong>gen<br />

afgeschaft maar kunnen studenten die actief hebben deelgenomen aan een cursus en bijna<br />

voldoende hebben gescoord hun manco 'repareren'. Meestal na afloop van de cursus voor de<br />

studenten die een '5' hebben gehaald een apart tentamen over de hele stof. Op die manier lopen<br />

een aantal van deze studenten niet teveel achterstand op.<br />

Soms zijn er <strong>in</strong> <strong>in</strong>dividuele gevallen praktische oploss<strong>in</strong>gen die tijdsbesparend voor de docent<br />

werken. Zo kunnen soms de betreffende deeltijders meedoen met de tussentijdse toets<strong>in</strong>gen van<br />

een andere groep studenten die om wat voor reden dan ook later <strong>in</strong> het jaar de cursus alsnog<br />

moeten <strong>in</strong>halen; of, een ander idee, bij het herhalen van de cursus studenten een vrijstell<strong>in</strong>g<br />

17


verlenen voor het maken van een werkstuk omdat ze dat de eerste keer al voldoende hebben<br />

gemaakt.<br />

N.B. Een docent merkt op dat er wel het gevaar is dat hoe meer reparatiemogelijkheden je<br />

studenten geeft, hoe meer dat het uitstellen stimuleert en voor de docent bureaucratische<br />

rompslomp met zich mee brengt.<br />

Overigens: alles wat je verz<strong>in</strong>t blijkt na verloop van tijd wel weer een schaduwkant te hebben!<br />

C4. Het werken aan scripties en werkstukken structureren en begeleiden (anders is er<br />

veel uitloop te verwachten). Een (afstudeer)werkstuk is een onderdeel dat makkelijk leidt tot<br />

studie-uitstel, studievertrag<strong>in</strong>g en zelfs afhaken. Wil men studie-uitstel bij een (afstudeer)werktuk<br />

voorkomen of beperken dan is structurer<strong>in</strong>g gewenst. Dat kan door het maken van een<br />

duidelijke afspraak over het onderwerp van het werkstuk, over de afbaken<strong>in</strong>g van het onderwerp,<br />

het <strong>in</strong>leveren van een schrijf- of onderzoeksplan, het bespreken van een kladversie e.d.<br />

Duidelijkheid over beoordel<strong>in</strong>gscriteria kan een student <strong>in</strong>formeren over het vereiste niveau. Het<br />

organiseren van bijeenkomsten met andere studenten over de voortgang kan, mits goed georganiseerd,<br />

het leereffect en de stimulans om bij te blijven verhogen. Soms kunnen studenten<br />

hun onderwerp voor een werkstuk ophangen aan hun werk. Ook kan onder bepaalde condities<br />

een e<strong>in</strong>dwerkstuk door een stage vervangen kan worden.<br />

C5. Inzet van de student optimaliseren. De deeltijdstudenten werken gemiddeld 35 uur naast<br />

hun studie en besteden gemiddeld 20 uur aan hun studie <strong>in</strong>clusief reistijd (zie eerdere paragraaf<br />

over ‘Wie zijn de deeltijders bij de rechtenopleid<strong>in</strong>g?’). Het merendeel van de studenten v<strong>in</strong>dt dan<br />

ook dat ze zich voldoende <strong>in</strong>zetten voor de studie. Dat houdt <strong>in</strong>: een goede voorbereid<strong>in</strong>g op en<br />

het bijwonen van colleges, thuis tijd besteden aan de studie, op tijd opdrachten <strong>in</strong>leveren, het<br />

hebben van goede resultaten en een goede verhoud<strong>in</strong>g tussen resultaat en tijds<strong>in</strong>vester<strong>in</strong>g. Een<br />

aantal studenten v<strong>in</strong>dt hun <strong>in</strong>zet <strong>in</strong> sommige opzichten nog onvoldoende. Ze noemen daarbij: te<br />

we<strong>in</strong>ig tijd voor zelfstudie, lezen en voorbereid<strong>in</strong>g van de werkgroepen, te we<strong>in</strong>ig tijd voor studeren<br />

met anderen, te we<strong>in</strong>ig <strong>in</strong>breng <strong>in</strong> de werkgroep, slechte voorbereid<strong>in</strong>g van de tentamens<br />

en ook het onthouden van kennis na het tentamen.<br />

Zij geven de volgende suggesties voor het versterken van de eigen <strong>in</strong>zet via het onderwijs:<br />

● Eerstejaars: betere beschikbaarheid/aanwezigheid van boeken, tussentoetsen, actualiteit<br />

<strong>in</strong>tegreren <strong>in</strong> college, meer discussie met additionele <strong>in</strong>formatie over onderwerpen.<br />

● Ouderejaars: kle<strong>in</strong>ere werkgroepen, de rooster<strong>in</strong>g langer van tevoren weten, meer gebruik maken<br />

van WebCT, afschaffen aanwezigheidsverplicht<strong>in</strong>g, vrijstell<strong>in</strong>gsverzoek sneller beantwoorden,<br />

<strong>in</strong>teressante motiverende colleges, docenten en werkgroepen, gespreide tentamens, <strong>in</strong>teractieve<br />

ondersteun<strong>in</strong>g, avondonderwijs, flexibiliteit <strong>in</strong> het algemeen, uittreksels van arresten, bij elk vak<br />

de mogelijkheid tot het maken van opdrachten en tijdens de werkgroep m<strong>in</strong>der aandacht besteden<br />

aan onvoorbereide studenten.<br />

Docent: “het zorgen dat de <strong>in</strong>formatie voor deeltijders tijdig beschikbaar is en het meer ruimte geven<br />

voor eigen belangstell<strong>in</strong>g en werkervar<strong>in</strong>g bij het maken van werkstukken, tja, allemaal wenselijk<br />

vanuit het standpunt van de deeltijdstudent, en voor een groot deel ook voor de docent. Echter, de<br />

werklast staat de verwezenlijk<strong>in</strong>g vaak niet toe, een werkgroep met deeltijders is maar een van de<br />

werkgroepen die je geeft als docent. Meer opdrachten betekent dat je permanent bezig bent met nakijken<br />

en feedback geven, dat is een overkill. Bovendien: de meesten van ons hebben die onderwijsuren<br />

gewoonweg niet, we zijn ook onderzoekers. Dat is wellicht lastig voor studenten, maar maakt<br />

ons daarom juist ook <strong>in</strong>teressant voor hen: we kunnen hun veel meer vertellen dan het boek.<br />

18


D. Onderwijs dat <strong>in</strong>houdelijk en methodisch aansluit bij volwassenen<br />

D1. Het onderwijs sluit <strong>in</strong>houdelijk aan bij het werk, de <strong>in</strong>teresse, het <strong>in</strong>gangsniveau en<br />

de actualiteit. Deeltijdstudenten vragen om reken<strong>in</strong>g te houden met hun kennis en ervar<strong>in</strong>g.<br />

Bijna alle eerstejaars hebben al ervar<strong>in</strong>g met het formuleren van een probleemstell<strong>in</strong>g, driekwart<br />

van de studenten met het houden van een referaat, de helft met het schrijven van een essay en<br />

bijna de helft met het ontwerpen van een onderzoeksopzet. Twee op de drie eerste- en tweedejaars<br />

deeltijdstudenten hebben echter we<strong>in</strong>ig of geen ervar<strong>in</strong>g met het analyseren van juridische<br />

teksten en juridische debat- en discussievaardigheden. Bij de ouderejaars heeft iets m<strong>in</strong>der dan<br />

de helft geen of we<strong>in</strong>ig ervar<strong>in</strong>g met het analyseren van juridische teksten, het ontwerpen van<br />

een onderzoeksopzet of juridische debat- en discussievaardigheden. Overigens v<strong>in</strong>dt driekwart<br />

van de eerstejaars dat de opdrachten voldoende aansluiten op het eigen beroep of de eigen<br />

<strong>in</strong>teresse. De meeste studenten waarbij dat niet aansluit v<strong>in</strong>den dat geen probleem. Een student<br />

merkt op: "Ik lees graag de actualiteiten. Veel gebeurtenissen hebben ook met recht te maken",<br />

Een andere student: "<strong>in</strong> mijn eigen vak is de <strong>in</strong>tellectuele uitdag<strong>in</strong>g totaal verdwenen. Hier moet<br />

ik weer echt nadenken. Leuk toch?"<br />

Een docent: <strong>in</strong> ons vak is het gemakkelijk voorbeelden uit de actualiteit te nemen. Soms kan ook het<br />

voorbeeld van een student uit het eigen werk aan bod komen. Als het erg persoonlijk is kan het toch<br />

weer beter zijn om dat niet plenair te doen.<br />

Een andere docent: de <strong>in</strong>houdelijke aansluit<strong>in</strong>g gaat <strong>in</strong> het eerste jaar vanzelf: studenten komen met<br />

werkgerelateerde vragen. Gezien de uiteenlopende arbeidssituaties lijkt mij voorstructurer<strong>in</strong>g niet<br />

wenselijk.<br />

Voorbeelden uit het eigen werk van studenten die erg specifiek of persoonlijk zijn, kan man beter niet<br />

plenair behandelen.<br />

Ook is het aan bod laten komen van de eigen belangstell<strong>in</strong>g of werkervar<strong>in</strong>g <strong>in</strong> werkstukken voor de<br />

docent soms arbeids<strong>in</strong>tensief.<br />

D2. Een ervaren docent is nodig om goed op vragen van de deeltijders te kunnen <strong>in</strong>gaan.<br />

De voorbeelden van 'good practices' die studenten noemen, zijn: “onderwijs zéér stimulerend<br />

door enthousiaste houd<strong>in</strong>g", "docent gaf mooie 'rijtjes' om stof goed tot je te nemen” of<br />

"docent geeft geen 'hoorcollege' van de stof maar als je vragen hebt dan worden die beantwoord.<br />

Het gevolg is dat de stof moet worden voorbereid. De docent koppelt de te behandelen stof aan<br />

de praktijk en laat studenten onderl<strong>in</strong>g discussiëren. Perfecte methode!"<br />

Enkele docenten noemen als voorbeeld van 'good practice' het geven van een <strong>in</strong>teractief college'<br />

waar<strong>in</strong> het hoorcollege en werkgroep zijn geïntegreerd: eerst wordt plenair een casus besproken die<br />

thuis is voorbereid waarbij er veel wisselwerk<strong>in</strong>g is met het publiek, waarna de discussie wordt afgerond<br />

door de docent met een korte samenvatt<strong>in</strong>g waarna wat extra uitleg over de achtergronden van<br />

de casus volgt.<br />

Een ander voorbeeld van 'good practice', die docenten noemen, is het <strong>in</strong>brengen van de actualiteit <strong>in</strong><br />

het college: de krant en de televisie bieden daartoe veel aanknop<strong>in</strong>gspunten.<br />

D3. De docent kan door enthousiasme en gedrag motiveren, maar door rommeligheid,<br />

autoritair gedrag, starheid en bureaucratie ook demotiveren. Eerstejaars v<strong>in</strong>den dat een<br />

docent kan zorgen dat ze effectief studeren door de juiste onderwerpen te behandelen en te<br />

relateren aan praktijkvoorbeelden en door de actualiteit <strong>in</strong> te brengen. Verder zijn er allerlei<br />

<strong>in</strong>dividuele wensen van studenten: additionele <strong>in</strong>formatie, ruimte voor discussie, antwoorden<br />

meegeven ter controle, meer focus op het proces en hoe je d<strong>in</strong>gen aanpakt, onduidelijkheden <strong>in</strong><br />

19


de stof doornemen, studievragen voor een nieuwe week vroeg op de ELO zetten liefst 14 dagen<br />

van te voren, een handreik<strong>in</strong>g geven bij de aanpak van de te bestuderen stof, een goede<br />

structuur/opbouw stof en colleges.<br />

Tweedejaars v<strong>in</strong>den dat een docent kan helpen om effectief te studeren door structuur aan te<br />

brengen <strong>in</strong> de stof, hoofd- en bijzaken te onderscheiden, flexibiliteit (opdrachten via e-mail<br />

<strong>in</strong>leveren, niet teveel hameren op regeltjes, verplichte aanwezigheid werkgroepen afschaffen),<br />

door de stof en opdrachten goed uit te leggen en opdrachten en aandacht te hebben voor de<br />

actualiteit en de praktijk.<br />

Doctoraal studenten v<strong>in</strong>den dat een docent kan bijdragen tot effectief studeren door het geven<br />

van praktische <strong>in</strong>formatie, <strong>in</strong>haken op de actualiteit, door ondersteun<strong>in</strong>g te bieden bij opdrachten,<br />

een stappenplan voor de aanpak van problemen aan te reiken, een duidelijke structuur aan<br />

te brengen en <strong>in</strong>teressante colleges en werkgroepen te verzorgen. Deeltijder willen verder als<br />

volwassenen met respect behandeld worden.<br />

Docenten: het werkt motiverend om flexibel, doelgericht onderwijs te geven met het accent op<br />

specifiek juridische zaken, het stimuleren van <strong>in</strong>breng en vragen van studenten; als je als docent<br />

iets niet weet, opzoeken en een week later erop terugkomen. Goed helder college geven eventueel<br />

aangevuld met een leidraad. Verder: studenten serieus nemen en met respect behandelen,<br />

maar dat is logisch. In redelijkheid zoeken naar oploss<strong>in</strong>gen. Ontmoedigend werken starheid en<br />

bureaucratie<br />

De docent kan ook demotiveren. Eerstejaars zeggen dat een ongemotiveerd docent ook de student<br />

demotiveert. Evenals alleen een boekbesprek<strong>in</strong>g op college, een rommelige docent, een autoritaire<br />

docent of als je als een 18-jarige behandeld wordt. Ouderejaarsstudenten v<strong>in</strong>den dat een docent<br />

demotiveert door een onduidelijke uitleg, door verwarr<strong>in</strong>g te scheppen, door een passieve opstell<strong>in</strong>g<br />

of door regels star te hanteren, teveel aandacht voor details, te we<strong>in</strong>ig aandacht voor belangrijke<br />

punten, onvoldoende structuur en gebrek aan schriftelijk materiaal.<br />

D4. Evaluatie en respons van studenten organiseren. In de praktijk is het soms zoeken<br />

naar een goede aansluit<strong>in</strong>g van het onderwijs bij de deeltijdstudenten. Daarbij moet men echter<br />

bedenken dat de groepen nogal eens veranderen van samenstell<strong>in</strong>g en ook wisselende voorkeuren<br />

hebben. Regelmatige evaluatie en feedback van studenten is nuttig om als docent te zien<br />

wat voor een bepaalde groep deeltijders goed gaat en om ideeën op te doen over wat beter kan.<br />

Het jaarlijks schriftelijk evalueren van het gegeven onderwijs is daarvoor wenselijk. Toch kan het<br />

nuttig zijn af en toe zelf met studenten daarover te praten. Het <strong>in</strong>stellen van een responsgroep<br />

van deeltijdstudenten en het bespreken van de evaluatieresultaten <strong>in</strong> een panelgesprek kan dan<br />

veel z<strong>in</strong>nige <strong>in</strong>formatie geven. Het is aan te bevelen daarvoor een onafhankelijke voorzitter aan<br />

te wijzen. Het is bij zo’n gesprek belangrijk naar zowel pluspunten, knelpunten als punten ter<br />

verbeter<strong>in</strong>g te vragen.<br />

De opgedane ideeën kunnen weer verwerkt worden <strong>in</strong> de cursusopzet van de volgende keer. Op<br />

die manier blijft de onderwijsopzet up-to-date.<br />

Enkele docenten: zo'n evaluatie kan heel nuttig zijn. Structureer die wel goed en ga na wat je ermee<br />

wilt bereiken. Genoemd worden groepsgesprek tijdens de laatste werkgroepbijeenkomst, panelgesprek,<br />

panelgesprek met docenten en schriftelijke evaluatie.<br />

D5. Gericht doorverwijzen. Een docent kan geconfronteerd worden met problemen van<br />

deeltijdstudenten waarvan het niet duidelijk is of hij daar zelf iets aan kan doen of dat hij beter<br />

kan doorverwijzen. Voorbeelden zijn problemen met het onderwijsrooster en vrijstell<strong>in</strong>gen van<br />

cursussen (bij vrijstell<strong>in</strong>gen van cursusonderdelen ligt dat weer anders, dat is de docent of de<br />

20


coörd<strong>in</strong>ator van het vak). Verder kunnen het vragen zijn over het tijdelijk onderbreken van de<br />

studie, het volgen van vakken <strong>in</strong> de dagopleid<strong>in</strong>g, het <strong>in</strong>schrijven voor examens, het bijhouden<br />

van het portfolio, aanpak en plann<strong>in</strong>g van de studie. Een docent moet ook niet op de stoel van de<br />

studieadviseur gaan zitten. Bij grote studievertrag<strong>in</strong>g door privé-omstandigheden of werk (bijvoorbeeld<br />

een verblijf voor een paar maanden naar het buitenland) is het verstandig om naar de<br />

studieadviseur te verwijzen.<br />

Overigens is het <strong>in</strong> de praktijk soms al voldoende als een student even met de docent van gedachten<br />

heeft kunnen wisselen over iets wat hem of haar bezig heeft gehouden (even een 'willig oor' gevonden<br />

heeft).<br />

Het zou handig zijn om een overzicht te hebben van verwijz<strong>in</strong>gsmogelijkheden en wanneer te verwijzen<br />

naar respectievelijk de studie-adviseur, de psycholoog, studenten decaan enz. Dit om te vermijden<br />

dat je studenten van 'het kastje naar de muur stuurt'.<br />

21


4. Conclusies en discussievragen<br />

4.1 Conclusies<br />

a) Herkenbare checklist '<strong>in</strong> progress'. Bij gesprekken met enkele docenten van andere<br />

deeltijdopleid<strong>in</strong>gen bleek dat de hier gepresenteerde checklist met 18 punten heel herkenbaar<br />

was: ‘als je de namen van de vakken verandert zou je deze lijst zo bij ons kunnen toepassen’<br />

werd bijvoorbeeld gezegd. Ook kwamen hier en daar verschillen aan het licht, bijvoorbeeld over<br />

het verlenen van vrijstell<strong>in</strong>gen, of ‘witte’ plekken, bijvoorbeeld “hoe geef je op een goede manier<br />

feedback?” De checklist is daarom ook op te vatten als ‘<strong>in</strong> progress’, al doende kan deze b<strong>in</strong>nen<br />

een bepaalde opleid<strong>in</strong>g verder aangevuld en toegespitst worden. Ze kan dan werken als een<br />

stimulans voor het overleg van docenten over de didactische benader<strong>in</strong>g van deeltijdstudenten en<br />

zo de ontwikkel<strong>in</strong>g van een eigen deeltijddidactiek voor hun opleid<strong>in</strong>g vorm geven. Overigens is<br />

voor ‘<strong>in</strong>tern gebruik’ een checklist gemaakt waar<strong>in</strong> de achttien checkpunten korter staan weergegeven<br />

(zie Christenhuis et al., 2004).<br />

b) Eigen accenten <strong>in</strong> de deeltijd. Hoewel veel punten <strong>in</strong> de checklist <strong>in</strong> pr<strong>in</strong>cipe ook voor<br />

voltijdstudenten van belang zijn, liggen de accenten bij deeltijdstudenten anders: ze zijn vaak<br />

gemotiveerder, stellen meer vragen, komen met meer ervar<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen, doen de studie naast het<br />

werk i.p.v. omgekeerd, hebben maar zeer beperkt tijd voor contactonderwijs en zelfstudie en ze<br />

verwachten dat de contacttijd goed georganiseerd is zowel qua rooster, didactisch als <strong>in</strong>houdelijk.<br />

Verder hebben een aantal deeltijders moeite om groepsopdrachten buiten contacturen te realiseren,<br />

ook verwachten ze flexibiliteit als ze door drukte op het werk of <strong>in</strong> het gez<strong>in</strong> of andersz<strong>in</strong>s<br />

even m<strong>in</strong>der kunnen studeren, ze moeten veel langer studeren om een diploma te halen, hebben<br />

vaak al een hoog beg<strong>in</strong>niveau (HO-niveau), beschikken vaak al over een aantal algemene vaardigheden,<br />

studeren veelal primair uit <strong>in</strong>teresse en <strong>in</strong> de tweede plaats pas voor een diploma,<br />

sommige zijn het studeren ontwend en moeten er weer ‘<strong>in</strong>‘ komen, enz. Didactisch gezien lijken<br />

een aantal eisen voor deeltijdonderwijs net wat scherper te liggen dan voor voltijdonderwijs.<br />

c) Commitment ook bij deeltijd belangrijk. Commitment is ook een voor de deeltijdopleid<strong>in</strong>g<br />

een relevant begrip. De (deels verplichte) aanwezigheid van studenten bij de contactbijeenkomsten<br />

en het maken van tussentijdse opdrachten en toetsen betrekt studenten meer bij het<br />

onderwijs. Vooral tussentijdse toetsen en opdrachten stimuleren volgens de studenten het<br />

regelmatig studeren. Wel v<strong>in</strong>den studenten aanwezigheidsplicht zonder dat dat <strong>in</strong> hun belev<strong>in</strong>g<br />

functioneel is, niet reëel. Ze vragen ook van de deeltijdopleid<strong>in</strong>g een groot commitment door het<br />

opstellen van een goed rooster voor deeltijders, door een goede verzorg<strong>in</strong>g van het onderwijs,<br />

door flexibiliteit en door het <strong>in</strong>spelen op de behoeften van de deeltijdstudent. Vooral bij dit<br />

laatste ligt een knelpunt als deze flexibiliteit een aanzienlijke extra tijds<strong>in</strong>vester<strong>in</strong>g vraagt van de<br />

kant van de opleid<strong>in</strong>g.<br />

d) Uitvalrisico. Een punt van zorg is het hoge uitvalrisico voor deeltijdstudenten. Dat vraagt<br />

misschien wel om een andere benader<strong>in</strong>g van de deeltijdstudent, een andere <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g van de<br />

studie, kortere trajecten, en een deels andere certificer<strong>in</strong>g en diplomer<strong>in</strong>g dan nu gebruikelijk is.<br />

22


4.2 Discussievragen 'deeltijddidactiek <strong>in</strong> word<strong>in</strong>g'<br />

Deeltijdstudenten zijn een zeer gemêleerd gezelschap. In dit onderzoek zijn praktisch alleen studenten<br />

geïnterviewd en geënquêteerd die vanaf het beg<strong>in</strong> de deeltijdopleid<strong>in</strong>g hebben gedaan.<br />

Een ander deel van de deeltijders wordt gevormd door studenten die eerst de voltijd hebben gedaan<br />

maar op een bepaald moment geswitcht zijn naar de deeltijd. Mogelijk hebben deze studenten<br />

nog andere wensen t.a.v. de opleid<strong>in</strong>g.<br />

Het accent bij ons onderzoek lag op de bacheloropleid<strong>in</strong>g. Zoals al is aangegeven kan de studie<br />

voor de masteropleid<strong>in</strong>g er nog anders uit gaan zien (zie bijlage) omdat bij sommige deeltijdopleid<strong>in</strong>gen<br />

een onderzoeksopdracht en het schrijven van een scriptie met de beroepswerkzaamheden<br />

van de deeltijder gecomb<strong>in</strong>eerd kunnen worden.<br />

In gesprekken over de deeltijdopleid<strong>in</strong>gen lijkt het er soms op dat universitaire bestuurders maar<br />

we<strong>in</strong>ig aandacht hebben voor deeltijdstudenten. De vraag is of en <strong>in</strong> hoeverre dit terecht is. De<br />

<strong>in</strong>druk is dat <strong>in</strong> een bachelormaster-structuur met een vernieuwd f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gsmodel de deeltijdopleid<strong>in</strong>gen<br />

aan belang gaan w<strong>in</strong>nen.<br />

23


5. Literatuur<br />

Azier, S.M. en E.M. van Rijn (1997a). Educatiepr<strong>in</strong>cipes van volwassenen, opleiden met meer<br />

rendement. Opleid<strong>in</strong>g & Ontwikkel<strong>in</strong>g, 3, 13-17.<br />

Azier, S.M. en E.M. van Rijn (1997b). Checklist voor het opleiden van volwassenen. Opleid<strong>in</strong>g &<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g, 3, 33-34.<br />

Berg, B.A.M. (2003). Peer assessment <strong>in</strong> universitair onderwijs. Proefschrift, IVLOS-reeks,<br />

IVLOS, <strong>Universiteit</strong> <strong>Utrecht</strong>, 245 p.<br />

Berkel, H.J.M. vasn, J.A. Breuker en R.P. Grondel (1981). Van voltijds- naar deeltijdsprogrammer<strong>in</strong>g.<br />

<strong>Universiteit</strong> van Amsterdam, COWO, 28 p.<br />

Biesheuvel, M. (2001). Evaluatie van het deeltijdconcept van de opleid<strong>in</strong>g Toegepaste Onderwijskunde.<br />

<strong>Universiteit</strong> Twente, Toegepaste Onderwijskunde.<br />

Christenhuis, E.H.M., P. van Eijl, N.M. Goedegebure, C.T.M. Hoeberechts, J. Jagersma, G.T.J.M.<br />

Jürgens, J.H.M. Klanderman, M.C. Weber, en I.Vogels (2004). E<strong>in</strong>drapportage projectgroep<br />

deeltijddidactiek bachelor. Subfaculteit Rechten, <strong>Universiteit</strong> <strong>Utrecht</strong>, 36 p.<br />

Dijkstra-Kruit, A., P.J. van Eijl & A. Pilot (1974). De diade. Effectiever studeren <strong>in</strong> koppels.<br />

Onderzoek van Onderwijs, 3, 4, 3-6.<br />

DOZ-wwerkgroep (D. de Bie, H. Boeije, A. Brokk<strong>in</strong>g, J. Cornelissen, O. Herder, E. van Kemenade,<br />

M. Magnèe, A. Meijers, H. Nijland, F. Ooms, A. Ploeger, T. van Schoot en C. Verhoeff)<br />

(1990). Deeltijdonderwijs doordacht. DOZschrift 17. Uitgave Phaedon, Culemborg.<br />

Lieb, S. (1991). Pr<strong>in</strong>ciples of adult learn<strong>in</strong>g. Vision, Fall 1991.<br />

Meeteren, N.L.U. van, J. Dronkers, M.J. Velthuis, M.M. Daal & J.H. ten Berge (2004).<br />

Fysiotherapie, <strong>in</strong> <strong>Utrecht</strong> een wetenschap. Tijdschrift voor Medische Onderwijs, Vol. 23, nr. 5,<br />

p. 240-249<br />

Scager, K. (2004). Leerbehoeften van volwassenen. Intern paper, IVLOS, <strong>Universiteit</strong> <strong>Utrecht</strong>.<br />

Schoonenboom, J. (1998). Internet <strong>in</strong> het deeltijdonderwijs. Een onderzoek naar de mogelijkheden<br />

en onmogelijkheden bij de faculteit Technologiemanagement. Intern rapport, Technische<br />

<strong>Universiteit</strong> E<strong>in</strong>dhoven, Faculteit Technologiemanagement.<br />

Sticht<strong>in</strong>g OER (2004). ‘Deeltijdstudenten: voltijdproblemen?’. Onderzoek naar de problemen van<br />

deeltijdstudenten aan de <strong>Universiteit</strong> <strong>Utrecht</strong>. <strong>Universiteit</strong> <strong>Utrecht</strong>, Sticht<strong>in</strong>g OER, URL:<br />

www.oeronl<strong>in</strong>e.nl<br />

Thijssen, J.G.L. en I. de Greef (1989). Het leren van volwassenen: theorieën en grondpr<strong>in</strong>cipes.<br />

In: Kessels, J.W.M. & C.A. Smit (hoofdred.) Handboek opleiders <strong>in</strong> organisaties. Deventer:<br />

Kluwer en Van Loghum Slaterus.<br />

VSNU (2005). Ingeschreven WO (voltijd en deeltijd, <strong>in</strong>clusief duaal). URL (23 februari 2005):<br />

http://www.vsnu.nl/web/show/id=45212/langid=43/<br />

Zemke, R. & S. Zemke (1984). 30 th<strong>in</strong>gs we know for sure about adult learn<strong>in</strong>g. Innovation<br />

Abstracts, vol IV, nr. 8, March 9.<br />

24


6. Bijlage: <strong>in</strong>novatie <strong>in</strong> masteropleid<strong>in</strong>gen voor deeltijders<br />

In dit onderzoek hebben we ons vooral gericht op de bacheloropleid<strong>in</strong>g. Er zijn echter deeltijdmasteropleid<strong>in</strong>gen<br />

op diverse plaatsen <strong>in</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g of worden al gegeven met <strong>in</strong>novatieve<br />

elementen. Koppel<strong>in</strong>g van de werksituatie van de deeltijdstudent met het onderwijs is daar<strong>in</strong><br />

belangrijk. Ter illustratie van deze <strong>in</strong>novatieve elementen geven we twee voorbeelden.<br />

Het eerste voorbeeld is de vierjarige deeltijdmaster ´Fysiotherapiewetenschappen´ van de<br />

<strong>Universiteit</strong> <strong>Utrecht</strong> (Van Meeteren, Dronkers, Velthuis, Daal & Ten Berge, 2004) waarbij werk en<br />

studie nauw met elkaar verweven zijn. Men gaat ervan uit dat alle studenten <strong>in</strong> het werkveld<br />

werkzaam zijn. Ze doen een wetenschappelijke masteropleid<strong>in</strong>g als vervolg op een bacheloropleid<strong>in</strong>g<br />

naast hun werk. De studenten van deze opleid<strong>in</strong>g worden beschouwd als juniormedewerkers<br />

van de Academie Gezondheids <strong>Utrecht</strong> (AGU). Ze werken aan eigen leerdoelen<br />

middels studieactiviteiten gericht op de eigen leerbehoeften. Daarmee wordt recht gedaan aan de<br />

capaciteiten die studenten <strong>in</strong>middels hebben, aangezien ze soms al vele jaren <strong>in</strong> de praktijk<br />

werkzaam zijn. De studenten zijn gedurende hun studie steeds bezig met reële, door henzelf<br />

gekozen praktijkproblemen, bij voorkeur uit de eigen werksituatie. De <strong>in</strong>houd van de opdrachten<br />

sluit veelal aan bij de onderzoekslijnen van dit <strong>in</strong>stituut en zorgt ervoor dat de relatie tussen<br />

onderzoek en praktijk levend blijft. In hun opdrachten kunnen de studenten gegevens uit hun<br />

eigen praktijk gebruiken. Ze ondersteunen elkaar bij het uitwerken van praktijkgerelateerde<br />

onderzoeksopdrachten met 'peer support groups'. Dit zijn groepen van 4 á 6 studenten waar<strong>in</strong><br />

studenten elkaar begeleiden bij het opzetten en uitvoeren van onderzoeksprojecten, <strong>in</strong>tervisie<br />

plegen en feedback op werkstukken geven.<br />

Een tweede voorbeeld van een (postdoctorale) deeltijdopleid<strong>in</strong>g is het zij-<strong>in</strong>stromerstraject Op<br />

Maat van de lerarenopleid<strong>in</strong>g van het IVLOS van de <strong>Universiteit</strong> <strong>Utrecht</strong> (Tigchelaar, 2003). Hier<br />

staat het concept van ‘vraaggericht’ opleiden centraal. De zij-<strong>in</strong>stromers zijn universitaire afgestudeerden<br />

met de nodige werk- en levenservar<strong>in</strong>g die een eerstegraads bevoegdheid willen<br />

halen en werken als onbevoegd leraar. Voordat de zij-<strong>in</strong>stromer wordt toegelaten v<strong>in</strong>dt eerst een<br />

<strong>in</strong>takegesprek plaats waar <strong>in</strong>formatie wordt gegeven over de gehanteerde aanpak <strong>in</strong> de opleid<strong>in</strong>g<br />

en gezocht wordt naar wederzijdse afstemm<strong>in</strong>g. De opleid<strong>in</strong>g start met een oriëntatiefase van<br />

maximaal zes weken. Daar<strong>in</strong> bekijken de zij-<strong>in</strong>stromers onderl<strong>in</strong>ge samenwerk<strong>in</strong>gsvormen en de<br />

ontwikkel<strong>in</strong>gsmogelijkheden die de opleid<strong>in</strong>g biedt. Deze fase is een vorm van ‘procesgericht<br />

assessment’. Ze beg<strong>in</strong>nen met het schrijven van een ‘startprofiel’ (wie ben ik als docent en welke<br />

competenties heb ik al?) op basis waarvan ze een persoonlijk opleid<strong>in</strong>gsplan maken dat toegesneden<br />

is op de competenties die ze nog (verder) moeten ontwikkelen. In dit plan geven ze<br />

ook de route aan die ze door de opleid<strong>in</strong>g willen volgen en de bijbehorende plann<strong>in</strong>g. Ook komt<br />

aan het e<strong>in</strong>d van deze periode een assessor op schoolbezoek, neemt een assessment af en geeft<br />

aan de hand van het persoonlijk opleid<strong>in</strong>gsplan een advies over het te volgen opleid<strong>in</strong>gstraject.<br />

Een enkel<strong>in</strong>g besluit aan het e<strong>in</strong>d van deze periode om met de opleid<strong>in</strong>g te stoppen. Hierna volgt<br />

de hoofdmoot van de opleid<strong>in</strong>g waar<strong>in</strong> verbred<strong>in</strong>g en verdiep<strong>in</strong>g centraal staan. Bij het 'verbreden'<br />

ligt de nadruk op het leren van ervar<strong>in</strong>gen, het leren b<strong>in</strong>nen de opleid<strong>in</strong>g en het verbeteren<br />

van het eigen handelen (praktijkgebonden leren) bij het ‘verdiepen’ op het onderbouwen en<br />

verantwoorden van de eigen praktijk (praktijkgericht onderzoeken). Activiteiten bij het verbreden<br />

zijn o.a. collegiaal ondersteund leren, het logboek, themabijeenkomsten en vakdidactiek.<br />

Activiteiten bij het verdiepen zijn o.a. workshops, evaluatie van eigen onderwijs en praktijk-<br />

gericht onderzoek. De zij-<strong>in</strong>stromers werken afwisselen <strong>in</strong> een plenaire leergroep, <strong>in</strong> kle<strong>in</strong>ere<br />

samenwerk<strong>in</strong>gsgroepen en <strong>in</strong>dividueel. Zij-<strong>in</strong>stromers willen efficiënt en doelgericht leren omdat<br />

ze maar zeer beperkte tijd en energie voor de opleid<strong>in</strong>g hebben. Ze geven er daarom de voorkeur<br />

aan om zoveel mogelijk zelfstandig, alleen en bij voorkeur thuis te studeren. Vanuit de gevolgde<br />

25


aanpak <strong>in</strong> de opleid<strong>in</strong>g, waarbij de zij-<strong>in</strong>stromers een opleid<strong>in</strong>gsgroep vormen, worden stimulansen<br />

richt<strong>in</strong>g samenwerk<strong>in</strong>g gegeven. Dit leidt <strong>in</strong> de praktijk tot vele manieren van samenwerk<strong>in</strong>g.<br />

Een andere ervar<strong>in</strong>g is dat de eigenheid van zij-<strong>in</strong>stromers (gemiddelde leeftijd veertig jaar), die<br />

vaak met veel levens- en werkervar<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nenkomen, op gespannen voet staat met de eisen van<br />

de opleid<strong>in</strong>g. Deze eigenheid van de zij-<strong>in</strong>stromer en de eisen vanuit de opleid<strong>in</strong>g zullen met<br />

elkaar <strong>in</strong> overeenstemm<strong>in</strong>g gebracht moeten worden.<br />

Sommige zij-<strong>in</strong>stromers zijn na een half jaar klaar, anderen doen er een jaar over en een enkel<strong>in</strong>g<br />

twee jaar.<br />

26


Etalage Hoger Onderwijs<br />

Deze pag<strong>in</strong>a bevat recente rapporten, publicaties en producten op het gebied van het hoger<br />

onderwijs. Sommige zijn gratis downloadable. Voor het bestellen van een IVLOS-Mededel<strong>in</strong>g kunt<br />

u contact opnemen met IVLOS, Heidelberglaan 8, <strong>Utrecht</strong>, telefoon 030-2534472,<br />

e-mail:n.w.ooms@ivlos.uu.nl. Prijs: € 5,- (dubbelnummers € 8,-) + € 2,50 adm<strong>in</strong>istratiekosten bij<br />

TPG-verzend<strong>in</strong>g. Het webadres van deze pag<strong>in</strong>a is:<br />

http://www.ivlos.uu.nl/adviesentra<strong>in</strong><strong>in</strong>g/aanboduniversite/etalagehogeronde/34863ma<strong>in</strong>.html<br />

nr. 79 <strong>Deeltijddidactiek</strong> <strong>in</strong> word<strong>in</strong>g, een<br />

onderzoek bij de bacheloropleid<strong>in</strong>g<br />

Rechtsgeleerdheid van de UU<br />

nr. 78 Wederzijds commitment: studiecontracten<br />

<strong>in</strong> het <strong>Utrecht</strong>se onderwijsmodel<br />

nr. 77 Honoursprogramma’s <strong>in</strong> Nederland:<br />

resultaten van een landelijke<br />

<strong>in</strong>ventarisatie <strong>in</strong> 2004<br />

nr. 76 Interne kwaliteitszorg <strong>in</strong> twee<br />

onderwijs<strong>in</strong>stituten van de <strong>Universiteit</strong><br />

<strong>Utrecht</strong> (dubbelnr.) 76-1, 76-2, 76-3, 76-4<br />

nr. 75 Een model met peer feedback en ‘blended<br />

learn<strong>in</strong>g’voor schrijfonderwijs bij Engels:<br />

effectief maar ook voldoende?<br />

nr. 74 Honours Programmes, Sources of<br />

Innovation <strong>in</strong> Higher Education: a<br />

perspective from the Netherlands<br />

nr. 73 Het onderzoeksportfolio van de<br />

bacheloropleid<strong>in</strong>g Scheikunde, <strong>Universiteit</strong><br />

<strong>Utrecht</strong> (2002/2003)<br />

nr. 72 Van practiumproef naar de wereld van<br />

onderzoek: Project Natuurkundig<br />

Onderzoek<br />

27<br />

P.J. van Eijl,<br />

april ‘05<br />

en Jan Klanderman<br />

(Rechtsgeleerdheid UU)<br />

Wes Holleman feb.’05<br />

P.J. van Eijl. M.V.C.<br />

Wolfensberger, P.J. van<br />

Tilborgh, A. Pilot<br />

Herre Talsma, Rudolf de<br />

Boer, Wes Holleman<br />

R. Supheert, R. Kager,<br />

W. Bru<strong>in</strong>s, P. van Eijl,<br />

S. Wils en W. Admiraal<br />

M.V.C. Wolfensberger,<br />

P.J. van Eijl, A. Pilot<br />

Egbert Mulder & Wes<br />

Holleman<br />

feb. ‘05<br />

aug.‘04<br />

dec.’03<br />

nov.’03<br />

nov.’03<br />

W.B. Westerveld, J.N.H. nov.’03<br />

van Hoof, P.M. Huisman-<br />

Kle<strong>in</strong>herenbr<strong>in</strong>k, K.M.R.<br />

van der Stam, S.A.M.<br />

Wils, P.J. van Eijl<br />

Wes Holleman okt.‘03<br />

nr. 71 Loopbaanontwikkel<strong>in</strong>g met portfolioondersteun<strong>in</strong>g:<br />

Faculteit Letteren (UU)<br />

nr. 70 Een opstel over academische vorm<strong>in</strong>g met<br />

portfolio-ondersteun<strong>in</strong>g<br />

Wes Holleman mei ‘03<br />

nr. 69 Plusprogramma’s als proeftu<strong>in</strong> P.J. van Eijl, M.V.C.<br />

Wolfensberger, M.<br />

Cadée, S. Siesl<strong>in</strong>g, E.J.<br />

Schreven-Br<strong>in</strong>kman,<br />

W.M. Beer, G. Faber en<br />

A. Pilot<br />

mrt.’03<br />

nr. 68 Werken met curriculumfuncties P. van Eijl, A. Pilot & H.<br />

Grunefeld<br />

mrt.’02<br />

nr. 67 Beter schrijven door feedback van<br />

medestudenten (dubbelnr.)<br />

B.A.M. van den Berg dec.‘01<br />

nr. 66 Lijnen <strong>in</strong> het curriculum van de<br />

He<strong>in</strong>ze Oost & Stephan dec.’01<br />

bachelorfase: twee voorbeelden<br />

Ramaekers


nr. 65 Het onderwijsprofiel van het University Wes Holleman & Mart<strong>in</strong> aug.‘01<br />

College <strong>Utrecht</strong><br />

Cadée<br />

nr. 64 Curriculumfuncties <strong>in</strong> discussie (dubbelnr.) W. Holleman, P. van Eijl,<br />

S. Ramaekers<br />

dec.’99<br />

nr. 63 Ontwikkel<strong>in</strong>g van algemene academische Marike Weltje-<br />

mrt.’01<br />

vaardigheden <strong>in</strong> de bachelorfase:<br />

Poldervaart, Mart<strong>in</strong><br />

ervar<strong>in</strong>gen uit twee proeftu<strong>in</strong>en b<strong>in</strong>nen de<br />

UU<br />

Cadée, Wes Holleman<br />

nr. 62 Over curriculumfuncties W. Holleman, P. van Eijl,<br />

A. Pilot, S. Ramaekers<br />

dec.’99<br />

nr. 61 Gevraagd: academicus (m/v) W. Holleman, H. Oost,<br />

J. Milius, I. van den Berg,<br />

W. Admiraal<br />

jan.’99<br />

nr. 60 Naar een <strong>in</strong>terpretatie van ‘academische H.A. Oost, J.W.<br />

sep.’98<br />

vorm<strong>in</strong>g’<br />

Holleman, B.A.M. van<br />

den Berg,<br />

B. Thoolen, J.J. Milius<br />

nr. 59 Van VWO naar WO: aansluitprocessen en R. Taconis & J.W. juni’98<br />

–problemen <strong>in</strong> de propedeuse (dubbelnr.) Holleman<br />

nr. 58 Onderwijsorganisatie en<br />

Curriculumontwikkel<strong>in</strong>g<br />

P.J. van Eijl jan.’98<br />

nr. 57 Oriëntatie op ‘Honors Programs’, een M.J.M. Groot Zevert, P.J. sep.’97<br />

literatuurstudie<br />

van Eijl en F.J.M. Keesen<br />

nr. 56 De Keuzegids Hoger Onderwijs:<br />

<strong>in</strong>houdsanalyse en evaluatie<br />

J.W. Holleman & P. Ket sep.‘97<br />

28

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!