Deeltijddidactiek in wording - Universiteit Utrecht
Deeltijddidactiek in wording - Universiteit Utrecht
Deeltijddidactiek in wording - Universiteit Utrecht
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
niet uit komt kunnen aan de docent voorgelegd worden. Met de feedback kunnen studenten aan<br />
de slag om hun werkstukken te corrigeren voordat ze die <strong>in</strong>leveren.<br />
In een modernere versie van peer assessment (Van Eijl e.a.) e-mailen de studenten elkaar vooraf<br />
hun conceptwerkstukken, lezen die door en nemen hun feedback mee naar de bijeenkomst. Daar<br />
bespreken ze elkaars feedback op de bijeenkomst. Aan het e<strong>in</strong>d kan de docent de studenten kort<br />
plenair laten terugrapporteren.<br />
Soms wordt niet <strong>in</strong> tweetallen feedback gegeven maar <strong>in</strong> drie- of viertallen. Op die manier komt<br />
een grotere variëteit aan werkstukken aan bod.<br />
De criteria aan de hand waarvan feedback gegeven wordt, moeten vooraf wel duidelijk zijn<br />
anders wordt het gauw een 'rommeltje'. De docent kan deze criteria geven en toelichten maar<br />
kan ook de studenten zelf met voorstellen laten komen en gezamenlijk vaststellen.<br />
Een andere variant van peer assessment is het werken <strong>in</strong> 'diades' (Dijkstra-Kruit, Van Eijl & Pilot,<br />
1974)): studenten hebben de opdracht thuis een aantal vragen te maken (volgens een bepaalde<br />
systematiek) over een te bestuderen stuk tekst. Op de bijeenkomst verdeelt de docent de<br />
studenten <strong>in</strong> tweetallen waarbij men elkaar om en om de vragen stelt die thuis heeft gemaakt.<br />
Men kan vervolgens kort op elkaars antwoord <strong>in</strong>gaan (een soort 'elkaar overhoren' dus).<br />
Studenten reageren vaak de eerste m<strong>in</strong>uten wat onwennig, maar is men eenmaal bezig dan<br />
ontstaat een <strong>in</strong>tense uitwissel<strong>in</strong>g. Na afloop kan de docent plenair de opgedane ervar<strong>in</strong>gen peilen<br />
en resterende vragen bespreken.<br />
Een docent merkt op dat studenten <strong>in</strong> het beg<strong>in</strong> erg moeten wennen aan deze werkvorm. Ze 'kicken'<br />
op het krijgen van een casus met antwoorden ('geef die antwoorden nou maar!'). Gaan ze aan de slag<br />
met de peer assessment dan v<strong>in</strong>den ze het uite<strong>in</strong>delijk erg leuk. Als peer assessment meer dan twee<br />
of drie keer wordt toegepast <strong>in</strong> een cursus gaat het nieuwe er snel af en kan de effectiviteit teruglopen.<br />
B7. Aanwezigheidsplicht alleen wanneer functioneel. Aanwezigheidsplicht moet functioneel<br />
zijn anders wordt het door de deeltijdstudenten al gauw als nodeloze betuttel<strong>in</strong>g ervaren. Een<br />
aanwezigheidsplicht voor deeltijders staat op gespannen voet met hun vaak wisselende verplicht<strong>in</strong>gen<br />
elders. Beperk<strong>in</strong>g van de aanwezigheidsplicht tot onderdelen waarbij dat ook echt nodig is<br />
zoals besprek<strong>in</strong>g opdrachten, maken van toetsen, <strong>in</strong>teractieve werkgroepsbijeenkomsten, practicumopdrachten<br />
en deelname aan het ‘moot court’ is gewenst.<br />
C. Haalbaar onderwijs<br />
C1. Bijblijven met de studie is een kunst voor een deeltijdstudent. Eén van de grootste<br />
problemen voor de deeltijdstudent is om 'bij' te blijven, dat wil zeggen niet achterop te raken met<br />
de studie, ook al is het druk op het werk of eist het privé-leven aandacht op. Als een student al<br />
een korte tijd niets doet, kijkt hij snel tegen een bijna niet <strong>in</strong> te halen achterstand aan.<br />
Eerstejaars v<strong>in</strong>den dat ze achterstand oplopen door veel werk <strong>in</strong> korte tijd, het niet op tijd aanwezig<br />
zijn van de juiste boeken en door gebrek aan <strong>in</strong>haalmomenten. Studieachterstand en afhaken<br />
ontstaan vaak door afwezigheid tijdens het onderwijs. Ook het controleren van het huiswerk,<br />
tussentijdse toets<strong>in</strong>gen en slechte tentamenresultaten kunnen tot ‘vermijd<strong>in</strong>gsgedrag’<br />
leiden. Studenten vragen o.a. om naast de ELO ook schriftelijke <strong>in</strong>formatie te geven, ruimte voor<br />
<strong>in</strong>haalmomenten te creëren, meerdere toetsmomenten te organiseren bij lange onderwijsblokken,<br />
de stof van voorgaande weken te herhalen, een uittreksel met hoofdpunten te verstrekken,<br />
en een controle te bieden door middel van multiple choice vragen zodat een student kan nagaan<br />
of de opgedane kennis 'goed' is.<br />
16