Projectrapport natuurinrichting Zwarte Beek - april 2002 - Vlaamse ...
Projectrapport natuurinrichting Zwarte Beek - april 2002 - Vlaamse ...
Projectrapport natuurinrichting Zwarte Beek - april 2002 - Vlaamse ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
3.4. Vegetatie, fauna en ecologische relaties (kaart 11)<br />
Er is een gedetailleerde vegetatiekaart opgemaakt voor de ecosysteemvisie van de vallei<br />
van de <strong>Zwarte</strong> <strong>Beek</strong> (Mertens et al., 2001). Deze werd gebruikt samen met de Biologische<br />
Waarderingskaart van België. Meer gedetailleerde gegevens over de voorkomende soorten<br />
komen uit het erkenningsdossier en de ecosysteemvisie (Natuurreservaten vzw, 1995;<br />
Mertens et al, 2001).<br />
VEGETATIE<br />
Heide (C)<br />
Voor heidegemeenschappen zijn de waterhuishouding en de mineralenrijkdom van groot<br />
belang. Naargelang de bereikbaarheid van het grondwater worden drie gemeenschappen<br />
aangetroffen: de Calluna-gemeenschap (droog), de Calluna-Erica-gemeenschap (tamelijk<br />
vochtig) en de Erica-gemeenschap (vochtig tot dras).<br />
De Calluna-gemeenschap (Cg) is arm aan hogere plantensoorten. Vaak is struikhei (Calluna<br />
vulgaris) de enige hogere plant, soms vergezeld van klein warkruid (Cuscuta epithymum) en<br />
wat opslag van loofhout of vliegden.<br />
Waar de bodem wat rijker is aan mineralen treedt een rijkere variant op met o.m. kruipbrem<br />
(Genista pilosa), tandjesgras (Sieglingia decumbens), schapegras (Festuca ovina) en<br />
pilzegge (Carex pilulifera).<br />
Bij de Calluna-Erica-gemeenschap (Cg+ce) komen vooral dophei (Erica tetralix), struikhei<br />
(Calluna vulgaris), pijpestrootje (Molinia caerulea) en veenbies (Scirpus cespitosus) voor.<br />
De Erica-gemeenschap (Ce) ten slotte komt meestal voor aan de oevers van de vennen of in<br />
komvormige laagten die niet diep genoeg zijn om een ven te bevatten.<br />
Binnen het projectgebied komen er, uitgezonderd de plas aan de Watersnip, enkel nog<br />
restanten van bovenvernoemde heidevegetaties voor. Vooral de naaldhoutaanplanten op de<br />
droge zandgronden herbergen restanten van de Calluna-gemeenschap (Cg, Cm in complex;<br />
18 ha).<br />
Stilstaande waters (A)<br />
Er liggen een aantal soortenarme plassen (Ae) en poelen (Kn) in het projectgebied. Het zijn<br />
vooral vijvers van weekendverblijven. Sommige daarvan zitten in een verlandingsfase<br />
(Ae+Hj) met als opmerkelijke soort de slangenwortel. Dit verschijnsel treft men ook aan op<br />
de opgehoogde stukken van de Oude <strong>Beek</strong> ter hoogte van Hogenbosheide. Langs het<br />
bezoekerscentrum 'De Watersnip' ligt een ven (Ao) met daarrond een natte<br />
dopheidevegetatie (Ce) en droge heide (Cg).<br />
Graslanden<br />
De graslanden vormen een belangrijke groep in het projectgebied. Binnen de vallei liggen<br />
heel wat graslanden onder natuurbeheer, zowel onder begrazingsbeheer als maaibeheer.<br />
Enerzijds zijn het rompgemeenschappen van het glanshaververbond (Hp+, 33 ha). Deze<br />
rompgemeenschap ontstaat meestal uit graslanden die minder intensief begraasd/gemaaid<br />
en bemest worden (uit gebruik genomen intensieve graslanden). Bij een adequaat<br />
hooibeheer kan deze rompgemeenschap zich ontwikkelen tot soortenrijke dotter- en<br />
kamgraslanden. Anderzijds gaat het over dottergraslanden (Hc, 61 ha). Deze groep vertoont<br />
in soortensamenstelling grote gelijkenissen met het Dotterbloem-verbond (Calthion<br />
palustris), zoals beschreven door Schaminée et al. (1996). Naar gelang het beheer zijn er<br />
twee voorkomende typen die binnen deze groep vallen: kamgrasweiden (type met<br />
moerasrolklaver) die begraasd worden en dotterbloemhooilanden. Aan de Hogebosheide ligt<br />
<strong>Zwarte</strong> <strong>Beek</strong> 37<br />
<strong>Projectrapport</strong> - Analyse