01.09.2013 Views

Draaiboek voor een geïntegreerde aanpak van overlast

Draaiboek voor een geïntegreerde aanpak van overlast

Draaiboek voor een geïntegreerde aanpak van overlast

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Draaiboek</strong> <strong>voor</strong> <strong>een</strong><br />

<strong>geïntegreerde</strong> <strong>aanpak</strong><br />

<strong>van</strong> <strong>overlast</strong><br />

Provinciale Commissie Criminaliteitspreventie<br />

Werkgroep Overlast<br />

Provinciehuis Riddersstraat<br />

8000 Brugge<br />

e-mail: criminaliteitspreventie@west-vlaanderen.be<br />

1


Inhoudsopgave<br />

Voorwoord 3<br />

Aanleiding 9<br />

<strong>Draaiboek</strong> <strong>voor</strong> <strong>een</strong> <strong>geïntegreerde</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>overlast</strong> 11<br />

Voorbereiding 13<br />

Partners 23<br />

Doelstellingen 27<br />

Maatregelen 13<br />

Taken en verantwoordelijkheden 23<br />

Middelen 13<br />

Evaluatie 23<br />

Rol <strong>van</strong> de Provincie 13<br />

Nuttige informatie 31<br />

3


I 4 OVERLAST


Voorwoord<br />

Door de heer Paul Breyne, provinciegouverneur <strong>van</strong> West-Vlaanderen,<br />

<strong>voor</strong>zitter <strong>van</strong> het Provinciaal Veiligheidsoverleg,<br />

<strong>voor</strong>zitter <strong>van</strong> de Provinciale Commissie Criminaliteitspreventie.<br />

Samenleven veronderstelt het respecteren <strong>van</strong> de vrijheden <strong>van</strong> de medemens. Om dit te bekomen<br />

is <strong>een</strong> enorm arsenaal aan wetgeving geproduceerd, sancties moeten er<strong>voor</strong> zorgen dat<br />

deze regels nageleefd worden. Toch stellen we vast dat dit onvoldoende is om de leefbaarheid<br />

in onze maatschappij te garanderen.<br />

Het veiligheidsgevoel wordt niet all<strong>een</strong> bepaald door de mate waarin de wetten worden nageleefd<br />

en de mate waarin de politiediensten en justitie erin slagen overtreders op te sporen en<br />

te vervolgen. Uit de Veiligheidsmonitor 2002 blijkt duidelijk dat factoren zoals geluids<strong>overlast</strong><br />

(zowel door verkeer, als andere), rommel op straat, vernieling <strong>van</strong> telefooncellen, bus- of tramhokjes,<br />

<strong>overlast</strong> verbonden aan druggebruik, <strong>overlast</strong> <strong>van</strong> groepen jongeren, bekladde muren<br />

en/of gebouwen, mensen die op straat worden lastiggevallen, hoog scoren bij de buurtproblemen.<br />

Deze kleine feiten met <strong>een</strong> groot storend karakter blijken mee oorzaak te zijn <strong>van</strong> het<br />

onveiligheidsgevoel.<br />

Overlast, de term die als containerbegrip de hier<strong>voor</strong> vermelde fenomenen omvat, heeft naast<br />

<strong>een</strong> objectieve component <strong>een</strong> niet te verwaarlozen subjectieve component: de tolerantiegrens<br />

<strong>van</strong> het individu of de gem<strong>een</strong>schap.<br />

De Kadernota Integrale Veiligheid 30-31 maart 2004, die de basis vormt <strong>voor</strong> <strong>een</strong> overkoepelend<br />

federaal integraal en geïntegreerd veiligheidsbeleid, wijdt ruim aandacht aan het aspect<br />

<strong>overlast</strong>. Er wordt expliciet vermeld dat de steden meer aandacht moeten besteden aan structurele<br />

oplossingen <strong>voor</strong> de armoede- en uitsluitingsproblematiek en dat er ook <strong>een</strong> betere<br />

coördinatie moet worden doorgevoerd <strong>van</strong> de beleidsmaatregelen inzake huisvesting. Meer<br />

aandacht moet gaan naar de bescherming <strong>van</strong> bepaalde kwetsbare bevolkingsgroepen. Het<br />

budget <strong>voor</strong> de veiligheids- en preventiecontracten moet prioritair gaan naar o.a. preventieprojecten<br />

inzake sociale <strong>overlast</strong>. Binnen deze contracten passen ook acties die de tolerantiedrempel<br />

kunnen verhogen. Overlastfenomenen hebben volgens deze nota <strong>een</strong> belangrijke<br />

plaats binnen <strong>een</strong> lokaal veiligheidsbeleid. Het lokale <strong>overlast</strong>beleid moet worden ingeschreven<br />

in de zonale veiligheidsplannen.<br />

5


I 6 OVERLAST<br />

De federale overheid heeft onlangs de mogelijkheden <strong>voor</strong> het opleggen <strong>van</strong> gem<strong>een</strong>telijke<br />

administratieve sancties verruimd. Hierdoor wordt de mogelijkheid gecreëerd om de <strong>overlast</strong>fenomenen<br />

op <strong>een</strong> gepaste manier aan te pakken.<br />

Hiermee is duidelijk de rol <strong>van</strong> de lokale overheid geschetst. Het lokale veiligheidsbeleid, waar<strong>van</strong><br />

het <strong>overlast</strong>beleid <strong>een</strong> belangrijk aspect uitmaakt, vormt de basis <strong>van</strong> de integrale veiligheid.<br />

Overlast vergt <strong>een</strong> specifieke <strong>aanpak</strong>, enkel <strong>een</strong> constructieve samenwerking door alle<br />

partners kan resulteren in het beheren <strong>van</strong> de <strong>overlast</strong>fenomenen.<br />

Dit “<strong>Draaiboek</strong> <strong>voor</strong> <strong>een</strong> <strong>geïntegreerde</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>overlast</strong>” biedt <strong>een</strong> methode om concrete<br />

acties, in uitvoering <strong>van</strong> het lokale <strong>overlast</strong>beleid, te realiseren. Het is zeker g<strong>een</strong> strak keurslijf,<br />

maar eerder <strong>een</strong> leidraad met naast de theorie <strong>een</strong> ruim aanbod <strong>van</strong> verwijzingen naar de<br />

praktijk in binnen- en buitenland.<br />

Samen werk maken <strong>van</strong> <strong>een</strong> veiliger leefomgeving mag in West-Vlaanderen g<strong>een</strong> sloganeske<br />

uitspraak zijn. Door het streven naar <strong>een</strong> lokaal geïntegreerd en integraal <strong>overlast</strong>beleid wordt<br />

de aanzet gegeven tot <strong>een</strong> algem<strong>een</strong> lokaal integraal veiligheidsbeleid. Een veiligheidsbeleid<br />

dat gedragen wordt door zowel de bestuurlijke als de gerechtelijke overheden, waar alle veiligheidspartners<br />

zich in terugvinden en hun verantwoordelijkheden kunnen en willen opnemen.<br />

Paul BREYNE,<br />

Gouverneur <strong>van</strong> de provincie<br />

West-Vlaanderen.


Aanleiding<br />

Hoe kwam dit initiatief tot stand?<br />

De Provinciale Commissie Criminaliteitspreventie bepaalde tijdens de installatievergadering<br />

<strong>van</strong> april 2003 de prioritaire domeinen waarbinnen zou worden gewerkt. Naast verkeer en vermogensdelicten<br />

werd ook <strong>overlast</strong> geselecteerd. Het <strong>voor</strong>bereidend werk werd toevertrouwd<br />

aan specifieke werkgroepen. De Werkgroep Overlast is samengesteld uit vertegenwoordigers<br />

<strong>van</strong> de politie- en de preventiediensten, aangevuld met specialisten die binnen dit specifieke<br />

domein al <strong>een</strong> ruime ervaring opdeden. De coördinatie berust bij de diensten <strong>van</strong> de gouverneur<br />

<strong>van</strong> West-Vlaanderen.<br />

Het fenom<strong>een</strong> <strong>overlast</strong> is <strong>een</strong> containerbegrip, <strong>een</strong> juiste definitie is moeilijk te geven en de<br />

aanverwante domeinen zijn legio. Overlast is immers <strong>een</strong> fenom<strong>een</strong> dat – in <strong>een</strong> minimale<br />

vorm - eigen is aan onze samenleving. Als die minimale drempel evenwel overschreden wordt,<br />

kan er pas gesproken worden <strong>van</strong> ‘<strong>overlast</strong>’. Maar aangezien het dan gaat om <strong>een</strong> perceptie<br />

komen we snel tot de conclusie dat <strong>overlast</strong> zeer subjectief wordt ervaren.<br />

De Werkgroep Overlast is <strong>van</strong>uit deze kennis vertrokken om de mogelijkheden <strong>voor</strong> <strong>een</strong> provinciale<br />

campagne te onderzoeken.<br />

Er werd geopteerd <strong>voor</strong> <strong>een</strong> <strong>geïntegreerde</strong> <strong>aanpak</strong>. Het “<strong>Draaiboek</strong> <strong>voor</strong> <strong>een</strong> <strong>geïntegreerde</strong><br />

<strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>overlast</strong>” moet <strong>een</strong> leidraad zijn <strong>voor</strong> de gem<strong>een</strong>ten en de politiezones die de <strong>overlast</strong><br />

binnen hun omgeving willen beperken.<br />

Gezien de complexiteit <strong>van</strong> het onderwerp werd beslist dat er niet zomaar campagnemateriaal<br />

zou worden ontwikkeld en verspreid, maar dat dit afhankelijk wordt gesteld <strong>van</strong> het engagement<br />

<strong>van</strong> de gem<strong>een</strong>ten en de politiezones om de stap naar <strong>een</strong> <strong>geïntegreerde</strong> <strong>aanpak</strong> te zetten.<br />

Een eerste concreet werkdomein werd afgebakend: de recreatie<strong>overlast</strong> en meer specifiek het<br />

straatlawaai. Hier<strong>voor</strong> werd campagnemateriaal ontwikkeld. Het zal aan de gem<strong>een</strong>ten en<br />

politiezones die de stap naar de <strong>geïntegreerde</strong> <strong>aanpak</strong> wensen te zetten worden aangeboden.<br />

Het is de bedoeling om in de toekomst <strong>voor</strong> meerdere aspecten <strong>van</strong> het <strong>overlast</strong>fenom<strong>een</strong> campagnemateriaal<br />

te ontwikkelen en aan te bieden.<br />

7


I 8 OVERLAST<br />

<strong>Draaiboek</strong> <strong>voor</strong><br />

<strong>een</strong> <strong>geïntegreerde</strong> <strong>aanpak</strong><br />

<strong>van</strong> <strong>overlast</strong><br />

Wat is het wel en wat is het niet?


Het “<strong>Draaiboek</strong> <strong>voor</strong> <strong>een</strong> <strong>geïntegreerde</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>overlast</strong>” is <strong>een</strong> hulpmiddel. Dit concept<br />

moet binnen de gem<strong>een</strong>te of de politiezone verder worden uitgewerkt om tot <strong>een</strong> integraal plan<br />

te komen.<br />

Overlast op <strong>een</strong> integrale manier benaderen veronderstelt de situering er<strong>van</strong> in <strong>een</strong> zo breed<br />

mogelijke context met permanente aandacht <strong>voor</strong> zowel preventie, repressie als de opvolging<br />

<strong>van</strong> daders en slachtoffers. Een geïntegreerd <strong>overlast</strong>beleid wordt bekomen door de samenwerking<br />

<strong>van</strong> alle betrokken actoren om tot <strong>een</strong> gezamenlijke probleemoplossing te komen.<br />

Hier<strong>voor</strong> moeten volgende stappen worden doorlopen:<br />

• Situeren <strong>van</strong> het probleem: wat is het probleem? wie is onze doelgroep?<br />

• Bepalen <strong>van</strong> de doelstellingen: wat wilt u bereiken?<br />

• Samenwerking met partners: wie zijn mijn partners?<br />

• Een stappenplan: welke activiteiten en binnen welke timing?<br />

• Afspraken met de partners: wie doet wat?<br />

• Weten of u succesvol bent: evaluatie<br />

• Bijsturing.<br />

Het “<strong>Draaiboek</strong> <strong>voor</strong> <strong>een</strong> <strong>geïntegreerde</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>overlast</strong>” zal u hierbij helpen.<br />

Dit draaiboek is g<strong>een</strong> afgewerkt product of <strong>een</strong> invuloefening <strong>voor</strong> <strong>een</strong> politioneel actieplan; de<br />

inhoud wordt volledig door de gebruiker bepaald.<br />

9


I 10 OVERLAST<br />

Voorbereiding<br />

Wat gaat eraan <strong>voor</strong>af?


Aan de realisatie <strong>van</strong> <strong>een</strong> project gaat heel wat <strong>voor</strong>af. Een degelijke <strong>voor</strong>bereiding en <strong>een</strong> planmatige<br />

opbouw zijn essentieel. Het is bovendien heel belangrijk om in <strong>een</strong> zo vroeg mogelijk<br />

stadium met alle betrokken partijen en partners <strong>van</strong> het project rond de tafel te gaan zitten.<br />

In dat verband willen wij er dan ook <strong>voor</strong> pleiten om <strong>een</strong> deskundige aan te duiden en <strong>een</strong> multidisciplinair<br />

samengestelde werkgroep op te richten, alvorens te starten met de uitwerking <strong>van</strong><br />

concrete plannen. Zo’n werkgroep kan de doelstellingen <strong>van</strong> het project bepalen, de timing vaststellen<br />

en opvolgen, (tussentijdse) metingen organiseren en na afloop het project evalueren.<br />

1 SCANNING<br />

Voor we kunnen overgaan tot <strong>een</strong> <strong>geïntegreerde</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> het <strong>overlast</strong>fenom<strong>een</strong> is het <strong>van</strong><br />

primordiaal belang dat er <strong>een</strong> duidelijk beeld gevormd wordt <strong>van</strong> het fenom<strong>een</strong>. Het in kaart<br />

brengen <strong>van</strong> de <strong>overlast</strong>, ook wel scanning genoemd, is dan ook <strong>een</strong> <strong>van</strong> de eerste oefeningen<br />

die uitgevoerd zal moeten worden. Daarbij moet aan objectieve gegevensverzameling worden<br />

gedaan. Gebruik daar<strong>voor</strong> bestaande cijfergegevens, eventuele klachtenbrieven en de eigen<br />

objectieve vaststellingen in <strong>een</strong> bepaalde omgeving en in <strong>een</strong> bepaald tijdsbestek. Door het in<br />

kaart brengen <strong>van</strong> waar en wanneer de <strong>overlast</strong> zich <strong>voor</strong>doet op het grondgebied, kan makkelijk<br />

gezocht worden naar mogelijke oorzaken <strong>van</strong> het probleem. Op basis <strong>van</strong> de verschillende<br />

elementen die bij het in kaart brengen samengebracht worden, kan in <strong>een</strong> latere fase <strong>een</strong><br />

strategie ontwikkeld worden om het fenom<strong>een</strong> aan te pakken.<br />

2 ANALYSE<br />

De analyse verschilt in die zin <strong>van</strong> de scanning dat het meer is dan louter verzamelen <strong>van</strong> gegevens<br />

en vaststellingen. Bij <strong>een</strong> goede analyse worden de verzamelde gegevens zo correct<br />

mogelijk geïnterpreteerd en in hun context geplaatst. Dit wil zeggen dat er rekening wordt<br />

gehouden met eventuele subjectiviteit <strong>van</strong>uit de gegevensbron en met bepaalde omgevingsfactoren.<br />

Louter <strong>voor</strong>tgaan op klachtenbrieven of percentages kan immers <strong>een</strong> verkeerd beeld<br />

geven <strong>van</strong> de werkelijke situatie.<br />

De te volgen methodiek bij het uitvoeren <strong>van</strong> deze oefening kan variëren en ieder<strong>een</strong> die de<br />

oefening maakt, moet <strong>voor</strong> zichzelf uitmaken welke analysemethode hem of haar het best ligt<br />

of het meest haalbaar is. In ieder geval moet er<strong>voor</strong> gezorgd worden dat de juiste mensen bij<br />

de oefening betrokken worden.<br />

11


I 12 OVERLAST<br />

Om te verhinderen dat de oefening te <strong>een</strong>zijdig is of dat de verkeerde mensen aan tafel gaan<br />

zitten, moet eerst nagedacht worden over de verschillende partners die bij dit onderzoek <strong>een</strong><br />

rol kunnen spelen. Eerder in het draaiboek hebben we al gesproken over de verschillende partners<br />

die we kunnen samenbrengen. Uiteraard is de lijst <strong>van</strong> mensen of diensten niet limitatief<br />

en zal dit sterk verschillen <strong>van</strong> gem<strong>een</strong>te tot gem<strong>een</strong>te. Bepaalde gem<strong>een</strong>tediensten zullen er<br />

in de ene gem<strong>een</strong>te wel bij betrokken worden, terwijl diezelfde diensten in <strong>een</strong> andere<br />

gem<strong>een</strong>te gewoon niet bestaan.<br />

Bij meer gem<strong>een</strong>tezones zal het belangrijk zijn om de besturen <strong>van</strong> de verschillende gem<strong>een</strong>tes<br />

op min of meer dezelfde lijn te krijgen.<br />

Enkele tips om de analyse vlot te laten verlopen:<br />

• Neem voldoende tijd om de fenomenen te analyseren.<br />

• Steek uw licht op bij verschillende partners.<br />

• Maak gebruik <strong>van</strong> duidelijk verifieerbaar bronnenmateriaal (enquêtecijfers, pv’s,<br />

klachtenbrieven enz.) en probeer dit in de juiste context te plaatsen.<br />

• Luister naar drukkingsgroepen en belangengroeperingen (bv. middenstandsverenigingen,<br />

buurtcomités, ouderverenigingen enz.). Verlies daarbij echter niet uit het oog<br />

dat de verkregen informatie eventueel wat gekleurd of aangedikt kan zijn.<br />

Drukkingsgroepen zijn niet steeds <strong>een</strong> even genuanceerde informatiebron. Bepaalde<br />

situaties worden immers vaak louter bekeken <strong>van</strong>uit het eigen perspectief.<br />

• Maak bij de analyse <strong>een</strong> duidelijke afbakening in de tijd. Kies er bij<strong>voor</strong>beeld <strong>voor</strong> om<br />

<strong>een</strong> analyse te maken <strong>van</strong> de <strong>overlast</strong> <strong>van</strong> de laatste drie jaar.<br />

• Maak <strong>een</strong> duidelijke afbakening <strong>van</strong> het grondgebied dat u wil analyseren. Analyseer<br />

bij<strong>voor</strong>beeld de <strong>overlast</strong> op het marktplein. Om <strong>een</strong> duidelijk beeld te krijgen <strong>van</strong> de<br />

<strong>overlast</strong> moeten all<strong>een</strong> die fenomenen in de analyse worden opgenomen die in het<br />

<strong>voor</strong>af afgebakende grondgebied <strong>voor</strong>komen.<br />

3 KEUZE VAN DE AAN TE PAKKEN<br />

OVERLASTFENOMENEN<br />

Op basis <strong>van</strong> de eerder gemaakte probleemanalyse, waarbij nagegaan werd in hoeverre <strong>een</strong><br />

geformuleerd <strong>overlast</strong>probleem als werkelijk problematisch en aan te pakken probleem werd<br />

gedefinieerd, moet beslist worden of het probleem al dan niet aangepakt zal worden.


Het spreekt <strong>voor</strong> zich dat deze fase beleidsmatig <strong>van</strong> het grootste belang zal zijn en dat het<br />

noodzakelijke draagvlak gevonden moet worden. Het is daarom essentieel dat de resultaten<br />

<strong>van</strong> de scanning en de analyse <strong>van</strong> het <strong>overlast</strong>fenom<strong>een</strong> in hun context geplaatst worden en<br />

overgemaakt worden aan de personen die de beleidskeuzes zullen maken. We denken hierbij<br />

<strong>voor</strong>namelijk aan de burgemeester en de korpschef <strong>van</strong> de lokale politie, die mede de opportuniteit<br />

<strong>van</strong> de <strong>aanpak</strong> helpen afwegen en nagaan in hoeverre de <strong>aanpak</strong> past binnen de <strong>voor</strong>opgestelde<br />

beleidsplannen <strong>van</strong> de stad of de gem<strong>een</strong>te en de politiezone.<br />

Bij de verdere uitwerking <strong>van</strong> het project is het <strong>van</strong> belang het verkregen draagvlak te bewaken.<br />

Zorg er<strong>voor</strong> dat de beleidsverantwoordelijken regelmatig op de hoogte worden gehouden <strong>van</strong> de<br />

vorderingen binnen de werkgroep en bouw tussentijdse beslissingsmomenten in (go en no-go).<br />

4 ROUND- UP VAN EERDERE INITIATIEVEN<br />

Waarschijnlijk zullen er ter bestrijding <strong>van</strong> het gekozen <strong>overlast</strong>fenom<strong>een</strong> in het verleden al<br />

initiatieven zijn genomen. Alvorens met nieuwe initiatieven te starten is het dan ook aan te<br />

raden om <strong>een</strong>s terug te kijken en na te gaan wat er al gebeurd is. Waneer werden er al initiatieven<br />

genomen? Op welke locatie? Met welke middelen? Een antwoord op die vragen kan<br />

medebepalend zijn <strong>voor</strong> de in de toekomst te varen koers.<br />

Aansluitend aan de round-up <strong>van</strong> eerdere initiatieven is het uiteraard aangewezen om <strong>een</strong> analyse<br />

te maken <strong>van</strong> de resultaten <strong>van</strong> die initiatieven. Daarbij moet uiteindelijk <strong>een</strong> duidelijk<br />

overzicht verkregen worden dat <strong>een</strong> antwoord moet bieden op de volgende vragen:<br />

• Welke initiatieven werden genomen?<br />

• Waar werden ze genomen?<br />

• Wanneer werden ze genomen?<br />

• Wat waren telkens de eventuele gevolgen of resultaten?<br />

Een antwoord op deze vragen kan al <strong>een</strong> indicator zijn over de te volgen strategie bij toekomstige<br />

initiatieven. Bepaalde campagnes of maatregelen die g<strong>een</strong> of weinig resultaat opleverden<br />

moeten niet worden <strong>voor</strong>tgezet. Initiatieven met goede resultaten kunnen herhaald worden<br />

maar moeten aangepast worden aan <strong>een</strong> veranderde omgeving en situatie. Kritische reflectie<br />

en <strong>een</strong> duidelijke contextualisering <strong>van</strong> de bekende gegevens zijn hierbij zeer belangrijk.<br />

13


I 14 OVERLAST<br />

Partners<br />

Wie moeten wij betrekken bij de<br />

<strong>geïntegreerde</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>overlast</strong>?


Overlast is g<strong>een</strong> geïsoleerd feit maar <strong>een</strong> maatschappijgebonden fenom<strong>een</strong> dat <strong>voor</strong>tdurend<br />

evolueert. Het beheersen er<strong>van</strong> is g<strong>een</strong> zaak <strong>van</strong> de politiediensten all<strong>een</strong>, enkel <strong>een</strong> multidisciplinaire<br />

<strong>aanpak</strong> blijkt resultaten op te leveren.<br />

Het bepalen <strong>van</strong> de partners is afhankelijk <strong>van</strong> de analyse <strong>van</strong> het lokale fenom<strong>een</strong>. Deze analyse<br />

vormt de aanleiding om <strong>een</strong> bepaalde vorm <strong>van</strong> <strong>overlast</strong> prioritair te behandelen en <strong>een</strong><br />

project <strong>voor</strong> specifieke doelgroepen te ontwikkelen. De <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> drugsgerelateerde <strong>overlast</strong><br />

vergt andere partners dan de <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>overlast</strong> in de buurt <strong>van</strong> <strong>een</strong> winkelcentrum. Of misschien<br />

net niet … ?<br />

Bij het bepalen <strong>van</strong> de partners kan gebruik gemaakt worden <strong>van</strong> volgende opsomming:<br />

15<br />

• Politiediensten: de politie is nauw betrokken bij het lokale veiligheidsbeleid. De lokale<br />

politie staat het dichtst bij de bevolking en is het eerste aanspreekpunt bij klachten.<br />

Door de politiediensten worden actieplannen ontworpen om de prioriteiten <strong>van</strong> het<br />

zonale veiligheidsplan te realiseren.<br />

• De bestuurlijke overheid: de burgemeester is de spilfiguur binnen <strong>een</strong> lokaal integraal<br />

veiligheidsbeleid. Maar ook het schepencollege en de gem<strong>een</strong>teraad in de <strong>een</strong>gem<strong>een</strong>tezone<br />

en het politiecollege en de politieraad in de meergem<strong>een</strong>tezone bepalen<br />

mee dit beleid. Net als de politiediensten vormen zij <strong>een</strong> aanspreekpunt bij klachten.<br />

Naast de verantwoordelijkheid die de bestuurlijke overheid heeft binnen het politiebeleid,<br />

beschikt zij over de bevoegdheid om regulerend op te treden via de politiereglementen.<br />

Deze regulerende bevoegdheid kan heel nuttig zijn om bepaalde aspecten<br />

<strong>van</strong> <strong>overlast</strong> te beteugelen. Bovendien beschikt de gem<strong>een</strong>teraad sinds kort over<br />

<strong>een</strong> ruimere mogelijkheid om gem<strong>een</strong>telijke administratieve sancties (GAS) te bepalen<br />

<strong>voor</strong> overtredingen <strong>van</strong> zijn reglementen of verordeningen (artikel 119bis NGW).<br />

Door de wet <strong>van</strong> 7 mei 2004 tot wijziging <strong>van</strong> de wet <strong>van</strong> 8 april 1965 betreffende de<br />

jeugdbescherming en de nieuwe gem<strong>een</strong>tewet, de wet <strong>van</strong> 17 juni 2004 tot wijziging<br />

<strong>van</strong> de nieuwe gem<strong>een</strong>tewet en het KB <strong>van</strong> 5 december 2004 houdende vaststelling<br />

<strong>van</strong> de minimum<strong>voor</strong>waarden waaraan de gem<strong>een</strong>teambtenaren moeten voldoen,<br />

zoals bepaald in artikel 119bis NGW werden de laatste obstakels weggeruimd <strong>voor</strong> het<br />

effectief gebruik <strong>van</strong> de GAS.<br />

• De gerechtelijke overheid: deze partner in het lokale veiligheidsbeleid bepaalt mee de<br />

prioriteiten <strong>van</strong> het zonale veiligheidsplan. Bij repressieve acties is het <strong>van</strong> belang dat<br />

er gevolg gegeven wordt aan de opgestelde processen-verbaal. Opsporing en vervolging<br />

zijn immers onlosmakelijk met elkaar verbonden.


I 16 OVERLAST<br />

• De gem<strong>een</strong>telijke diensten: de betrokkenheid <strong>van</strong> de gem<strong>een</strong>telijke diensten kan zeer<br />

divers zijn. Vaak verlenen zij vergunningen aan organisaties en ondernemingen en<br />

logistieke ondersteuning bij manifestaties. In veel gevallen zijn zij rechtstreeks betrokken<br />

bij de organisatie of de coördinatie <strong>van</strong> evenementen of zijn zij het aanspreekpunt<br />

bij klachten. Volgende diensten kunnen als partner worden betrokken:<br />

o De ambtenaren die in het kader <strong>van</strong> de gem<strong>een</strong>telijke administratieve sancties door<br />

de gem<strong>een</strong>teraad werden aangesteld om bepaalde overtredingen vast te stellen<br />

o Preventiedienst<br />

o Dienst vergunningen<br />

o Technische diensten<br />

o Dienst Leefmilieu<br />

o Toeristische dienst<br />

o Sportdienst<br />

o Jeugddienst<br />

o…<br />

De partners die hierboven zijn opgesomd, zullen bijna bij elk project rond <strong>overlast</strong> betrokken<br />

zijn. Naargelang de doelgroepen kunnen volgende partners worden toegevoegd:<br />

• Bewakingsondernemingen: heel wat organisatoren <strong>van</strong> evenementen schakelen<br />

commerciële bewakingsdiensten in <strong>voor</strong> toezichts- en controleopdrachten. Maar ook<br />

de publiek-private samenwerking krijgt steeds meer aandacht.<br />

• Raden: heel wat officiële organen vertegenwoordigen doelgroepen in onze maatschappij.<br />

In bestuurlijke aangelegenheden dienen zij te worden geconsulteerd. We<br />

denken hierbij aan:<br />

o Preventieraad<br />

o Jeugdraad<br />

o Sportraad<br />

o Cultuurraad<br />

o Seniorenraad<br />

o…<br />

• Verenigingen: indien representatief kunnen bepaalde doelgroepen worden vertegenwoordigd<br />

door hun verenigingen. Zonder volledig te zijn geven wij hier alvast enkele<br />

<strong>voor</strong>beelden:


o Jeugdverenigingen<br />

o Sportverenigingen<br />

o Buurtcomités<br />

o Handelsverenigingen: naast de algemene verenigingen zoals UNIZO, bestaan er<br />

binnen bepaalde sectoren afzonderlijke vertegenwoordigingen<br />

o…<br />

• Horeca Vlaanderen<br />

o Regionale vertegenwoordigers<br />

o Sectorverantwoordelijken<br />

• Ad hoc: naargelang de doelgroep en de beoogde doelstellingen kunnen experten worden<br />

toegevoegd.<br />

Uit deze <strong>voor</strong>zichtige poging tot inventarisatie <strong>van</strong> partners blijkt duidelijk dat de keuze heel<br />

bewust dient te gebeuren.<br />

Beperk u tot de rele<strong>van</strong>te partners die <strong>een</strong> meerwaarde betekenen <strong>voor</strong> het realiseren <strong>van</strong> uw<br />

project. De doeltreffendheid <strong>van</strong> <strong>een</strong> vergadering gaat immers vaak verloren bij <strong>een</strong> te groot<br />

aantal deelnemers.<br />

17


I 18 OVERLAST<br />

Doelstellingen<br />

Wat willen we bereiken?


Het definiëren <strong>van</strong> doelstellingen bepaalt de richting die het project uitgaat.<br />

Er wordt <strong>een</strong> onderscheid gemaakt tussen strategische en operationele doelstellingen.<br />

Strategische doelstellingen worden bepaald <strong>voor</strong> <strong>een</strong> lange termijn, 4-5 jaar is gebruikelijk. Ze<br />

worden algem<strong>een</strong> geformuleerd en raken de strategische domeinen <strong>van</strong> de organisatie. Elke<br />

strategische doelstelling wordt vervolgens geconcretiseerd in meerdere operationele doelstellingen.<br />

Operationele doelstellingen zijn te verwezenlijken op korte termijn en worden meer specifiek<br />

geformuleerd. Zij bepalen de <strong>aanpak</strong>.<br />

Bij het vastleggen <strong>van</strong> de doelstellingen wordt niet all<strong>een</strong> nagedacht over de vraag “waar willen<br />

we naartoe” en “hoe kunnen we dit realiseren”, maar ook over “hoe zullen we dit evalueren”.<br />

Op het einde <strong>van</strong> het project moet immers kunnen worden nagegaan of de doelstellingen<br />

werden bereikt.<br />

Goede doelstellingen bepalen is niet <strong>een</strong>voudig, <strong>een</strong> hulpmiddel hierbij is het SMART-principe:<br />

• Specifiek: doelstellingen zijn duidelijk en helder bepaald<br />

• Meetbaar: doelstellingen houden <strong>een</strong> norm in, maken evaluatie mogelijk<br />

• Aanvaardbaar – Actiegericht: doelstellingen zijn door alle partners onderschreven, bij<br />

alle partners is er bereidheid tot engagement<br />

• Realiseerbaar: de doelstellingen zijn bereikbaar met aanvaardbare inspanningen<br />

19<br />

• Tijdsgebonden: de doelstellingen vermelden de termijn waarop de norm behaald moet<br />

zijn


I 20 OVERLAST<br />

Maatregelen<br />

Hoe willen we onze doelstellingen<br />

realiseren?


In dit hoofdstuk worden de concrete activiteiten opgenomen die noodzakelijk zijn om de doelstellingen<br />

te bereiken. Er wordt even<strong>een</strong>s aandacht besteed aan de op<strong>een</strong>volging <strong>van</strong> deze activiteiten.<br />

Hier wordt het gedetailleerde verloop <strong>van</strong> de maatregelen omschreven. Er wordt bepaald welke<br />

de op<strong>een</strong>volgende activiteiten zijn en wanneer ze moeten worden uitgevoerd.<br />

De te doorlopen activiteiten worden het best schematisch <strong>voor</strong>gesteld in <strong>een</strong> stappenplan. Dit<br />

kan in de vorm <strong>van</strong> <strong>een</strong> GANTT-chart (ook strokenplanning, staafdiagram of balkenschema<br />

genoemd), waarbij <strong>van</strong> elke activiteit de duur, de speling en de afhankelijkheid worden <strong>voor</strong>gesteld.<br />

Wanneer er veel activiteiten nodig zullen zijn kunnen die worden <strong>voor</strong>gesteld in <strong>een</strong><br />

PERT-chart (<strong>een</strong> netwerkdiagram). Hier<strong>voor</strong> kan gebruik gemaakt worden <strong>van</strong> specifieke planningssoftware,<br />

maar ook met <strong>een</strong> <strong>een</strong>voudige spreadsheet kan al heel wat worden gerealiseerd.<br />

Het moet <strong>voor</strong> alle partners en uitvoerders duidelijk zijn wat er <strong>van</strong> hen verwacht wordt, welke<br />

rol zij te spelen hebben binnen het project. Ook de doelgroepen moeten worden geïnformeerd<br />

over het gewenste gedrag, de genomen maatregelen en de gevolgen bij niet naleven er<strong>van</strong>.<br />

Daarom wordt er <strong>een</strong> communicatieplan opgesteld. Hierbij wordt rekening gehouden met:<br />

• Interne en externe communicatiebehoeften<br />

• Behoeften aan communicatie <strong>voor</strong>, tijdens en na de maatregelen.<br />

Wanneer bij het uitwerken <strong>van</strong> de maatregelen wordt overwogen om bijkomende reglementering<br />

(politieverordeningen) op te stellen, dan moet erop toegezien worden dat in de eerste<br />

plaats de bestaande wettelijke bepalingen worden toegepast. Ook hierbij is communicatie<br />

essentieel, vaak is de bestaande regelgeving onvoldoende gekend.<br />

21


I 22 OVERLAST<br />

Mogelijke maatregelen<br />

1 EVENTUELE BEGELEIDENDE EN/ OF<br />

STRUCTURELE MAATREGELEN<br />

Hier willen we even terugkijken naar ons eerste punt, namelijk de analyse <strong>van</strong> de fenomenen.<br />

Het is immers mogelijk dat daaruit blijkt dat <strong>een</strong> bepaalde <strong>overlast</strong>situatie zich <strong>voor</strong>doet door<br />

<strong>een</strong> gebrekkige infrastructuur in en rond de uitgaansbuurten. Een andere mogelijkheid is dat<br />

er behoefte is aan <strong>een</strong> nieuwe lokale verordening om bepaalde <strong>overlast</strong>fenomenen efficiënter<br />

te bestrijden.<br />

Het is belangrijk om deze mogelijkheden op z’n minst eerst te onderzoeken, <strong>voor</strong>aleer de<br />

bevolking wordt aangesproken of gesensibiliseerd. Het doelpubliek zal de gebiedende of verbiedende<br />

boodschap immers moeilijker accepteren als er <strong>een</strong> gebrek is aan <strong>een</strong> alternatief of<br />

<strong>een</strong> adequate infrastructuur. Daarnaast zal de boodschap ook minder impact hebben als het<br />

doelpubliek weet dat er g<strong>een</strong> geschikte middelen <strong>voor</strong>handen zijn om het wangedrag effectief<br />

te bestraffen.<br />

Deze maatregelen moeten duidelijk bekendgemaakt worden aan de bevolking zodat die de<br />

aansluitende sensibilisatie juist kan plaatsen en interpreteren.<br />

Dit neemt niet weg dat de bevolking in bepaalde gevallen al kan gesensibiliseerd worden over<br />

<strong>een</strong> aantal thema’s zonder dat er al nieuwe regelgeving of infrastructuur <strong>voor</strong>handen is. Het is<br />

immers mogelijk dat sommige structurele of bestraffende maatregelen door hun complexiteit<br />

dermate lang op zich laten wachten dat niet sensibiliseren over <strong>een</strong> maatschappelijk probleem<br />

onverantwoord zou zijn.<br />

2 BEVOLKING SENSIBILISEREN<br />

Wanneer al deze stappen zijn doorlopen kan de sensibilisatie <strong>van</strong> de bevolking worden aangevat.<br />

Bij sensibilisatie zijn er zoveel verschillende mogelijkheden dat we ze hier niet allemaal<br />

zullen opsommen. Er moet immers nog steeds <strong>een</strong> beroep gedaan worden op het inzicht en de<br />

creativiteit <strong>van</strong> de lokale preventiewerkers.


We kunnen wel meegeven dat de bewustmakingscampagnes zo dicht mogelijk moeten aansluiten<br />

bij de leefwereld <strong>van</strong> het beoogde doelpubliek. Ter verduidelijking: de inhoud primeert,<br />

maar wat het gebruikte medium en het vormelijke betreft zijn er tal <strong>van</strong> mogelijkheden om de<br />

boodschap <strong>een</strong> aantrekkelijk karakter mee te geven. Er moet dus maximaal ingespeeld worden<br />

op de aard <strong>van</strong> de doelgroep die men wil bereiken.<br />

Het spreekt <strong>voor</strong> zich dat bewustmakingscampagnes gelanceerd moeten worden op <strong>een</strong><br />

moment dat aansluit bij de aard <strong>van</strong> het onderwerp waarover men de bevolking wil sensibiliseren.<br />

Bij<strong>voor</strong>beeld: <strong>een</strong> campagne m.b.t. wildplassen is <strong>voor</strong>namelijk bedoeld <strong>voor</strong> de zomerperiode.<br />

Daarnaast is het ook aan te raden om de campagnes te lanceren <strong>voor</strong> eventuele repressieve<br />

acties door de politie.<br />

Wanneer er duidelijke middelen zijn om het <strong>overlast</strong>fenom<strong>een</strong> te bestraffen strekt het tot aanbeveling<br />

dit ook in het campagnemateriaal op te nemen.<br />

3 REPRESSIEVE ACTIES<br />

De ervaring leert ons dat preventie en repressie op elkaar afgestemd moeten zijn als men<br />

resultaten wil bereiken. Het is dan ook noodzakelijk dat er met de politie goede afspraken worden<br />

gemaakt over de timing, de aard en de locatie waar er repressief opgetreden wordt.<br />

Hou rekening met de prioriteiten en aandachtspunten <strong>van</strong> de Lokale Politie. Die vindt u terug<br />

in het zonaal veiligheidsplan <strong>van</strong> de politiezone. De noodzakelijke repressieve acties kunnen<br />

makkelijker ingepast worden in de politiewerking wanneer zij samenvallen met hun eigen prioriteiten<br />

of aandachtspunten.<br />

Met betrekking tot de timing <strong>van</strong> de repressieve acties moet meegerekend worden dat er eerst<br />

voldoende tijd wordt ingebouwd om het doelpubliek te sensibiliseren. Zoveel mogelijk mensen<br />

moeten immers <strong>voor</strong>af weten wat de gevolgen zullen zijn als ze zich zouden bezondigen aan<br />

het besproken <strong>overlast</strong>fenom<strong>een</strong>.<br />

23


I 24 OVERLAST<br />

Taken en<br />

verantwoordelijkheden<br />

Wie doet wat op welke wijze?


Wanneer de te nemen maatregelen vastgelegd zijn, dienen duidelijke en formele afspraken te<br />

worden gemaakt <strong>voor</strong> de realisatie er<strong>van</strong>. Bij de planning zal dit al aan bod gekomen zijn. In dit<br />

hoofdstuk worden de informele afspraken nu geconcretiseerd.<br />

Er zal moeten worden bepaald wie verantwoordelijk is <strong>voor</strong> welk aspect <strong>van</strong> het project, zowel<br />

bij de ontwikkeling als bij de concrete uitvoering er<strong>van</strong>.<br />

Naast het bepalen <strong>van</strong> de verantwoordelijkheden zullen ook afspraken worden gemaakt m.b.t.<br />

het engagement <strong>van</strong> de partners binnen de <strong>geïntegreerde</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>overlast</strong>. Het formaliseren<br />

<strong>van</strong> deze engagementen zorgt er<strong>voor</strong> dat elke partner niet enkel op de hoogte is <strong>van</strong> zijn<br />

eigen engagement maar tevens zicht heeft op het engagement <strong>van</strong> de anderen.<br />

Deze documenten worden door de betrokken partners ondertekend en er wordt toegezien op<br />

de uitvoering er<strong>van</strong>.<br />

Formele afspraken kunnen worden vastgelegd in:<br />

• Een protocol<br />

• Een convenant<br />

• Een intentieverklaring<br />

•…<br />

25


I 26 OVERLAST<br />

Middelen<br />

Waarmee zullen wij onze<br />

doelstellingen realiseren?


Voor het realiseren <strong>van</strong> de doelstellingen zullen de nodige middelen moeten worden uitgetrokken.<br />

Naast de financiële middelen worden in dit hoofdstuk ook het beschikbaar stellen <strong>van</strong> personeel<br />

en de inzet <strong>van</strong> logistieke middelen besproken.<br />

De haalbaarheid <strong>van</strong> de gestelde doelstellingen hangt af <strong>van</strong> de aanwezige en toekomstige<br />

middelen en de mogelijkheden om extra middelen te verwerven.<br />

Het noodzakelijke engagement m.b.t. het beschikbaar stellen <strong>van</strong> deze middelen door de<br />

betrokken partners zal in de hier<strong>voor</strong> besproken formele akkoorden worden opgenomen.<br />

Bij <strong>een</strong> <strong>geïntegreerde</strong> <strong>aanpak</strong> is het noodzakelijk dat er duidelijkheid bestaat omtrent de besteding<br />

<strong>van</strong> de ter beschikking gestelde middelen. Een efficiënt middelenbeheer veronderstelt<br />

transparantie. Het moet <strong>voor</strong> de partners op elk ogenblik mogelijk zijn zicht te hebben hierop.<br />

De wijze waarop de middelen zullen worden beheerd en de mogelijkheden <strong>voor</strong> de partners om<br />

inzage te krijgen kunnen ook in de formele akkoorden worden opgenomen.<br />

27


I 28 OVERLAST<br />

Evaluatie<br />

Zijn we goed bezig?


Evalueren betekent meten en rapporteren. Het heeft tot doel zicht te krijgen op de effectieve<br />

realisatie <strong>van</strong> de doelstellingen en moet het mogelijk maken om tijdig bij te sturen.<br />

1 INDICATOREN EN METINGEN<br />

Om de actie goed te kunnen evalueren is het noodzakelijk om op basis <strong>van</strong> vastgelegde indicatoren<br />

<strong>een</strong> aantal metingen uit te voeren. Onder de indicatoren verstaan we de zaken die gemeten<br />

moeten worden om <strong>een</strong> duidelijk zicht te krijgen op de huidige situatie. Bij<strong>voor</strong>beeld: het<br />

aantal betrapte wildplassers in <strong>een</strong> periode <strong>van</strong> twee maanden, de wildparkeerders in die<br />

periode enz.<br />

Een algemene regel bij het meten is dat “wat we niet moeten weten wordt niet gemeten”. Er<br />

moet voldoende tijd worden uitgetrokken <strong>voor</strong> het bepalen <strong>van</strong> de indicatoren.<br />

Er moet <strong>een</strong> onderscheid gemaakt worden tussen procesindicatoren en resultaatindicatoren.<br />

• Procesindicatoren: ook wel actie-indicatoren genoemd. Met deze indicatoren kan worden<br />

nagegaan of de maatregelen werden uitgevoerd zoals afgesproken, of de partners<br />

hun taken en verantwoordelijkheden opnamen, of de beloofde middelen werden toegekend,<br />

bv. het aantal uren controles door de politie, het aantal gecontroleerde personen,<br />

het ingezette personeel in FTE’s enz.<br />

• Resultaatindicatoren: geven <strong>een</strong> beeld <strong>van</strong> de mate waarin de doelstellingen werden<br />

bereikt, bv. het percentage in overtreding genomen personen, de gemiddelde snelheid<br />

<strong>van</strong> de overtreders enz.<br />

De indicatoren op zich zullen ook moeten worden geëvalueerd. Tijdens de uitvoering zullen<br />

bepaalde indicatoren worden ver<strong>van</strong>gen of weggelaten omdat zij niet rele<strong>van</strong>t genoeg zijn.<br />

Om <strong>een</strong> duidelijk beeld te krijgen is het aangewezen te werken met <strong>een</strong> zogenaamde nulmeting.<br />

De resultaten <strong>van</strong> die meting geven de startsituatie weer aan het begin <strong>van</strong> het project en<br />

vormen de basis <strong>voor</strong> latere vergelijkingen.<br />

29


I 30 OVERLAST<br />

2 EVALUATIE<br />

Na verloop <strong>van</strong> tijd moet de hele campagne geëvalueerd worden. Het is daarbij belangrijk dat<br />

alle betrokken partijen (zoals ook bij de scanning besproken werd) bevraagd worden over hun<br />

ervaringen met betrekking tot de behandelde <strong>overlast</strong>fenomenen.<br />

De <strong>voor</strong>af gestelde doelstellingen moeten dan getoetst worden aan de feitelijke situatie.<br />

Daar<strong>voor</strong> kunnen de resultaten <strong>van</strong> de meting worden bekeken. Er moet echter worden op toegezien<br />

dat er <strong>een</strong> juiste interpretatie <strong>van</strong> de cijfers wordt gemaakt. Zoals al eerder aangegeven<br />

hebben naakte cijfers g<strong>een</strong> waarde als ze niet in hun juiste context worden geplaatst. Een<br />

gecontextualiseerde benadering <strong>van</strong> de verkregen gegevens zorgt dus <strong>voor</strong> <strong>een</strong> zo correct<br />

mogelijke evaluatie <strong>van</strong> de gebruikte <strong>aanpak</strong>.<br />

3 RAPPORTERING<br />

De resultaten <strong>van</strong> de tussentijdse evaluaties en <strong>van</strong> de eindevaluatie moeten worden bekendgemaakt.<br />

Bij het rapporteren moet het volgende worden afgesproken:<br />

• Wanneer wordt er gerapporteerd?<br />

• Op welke wijze wordt er gerapporteerd?<br />

• Aan wie wordt er gerapporteerd?


I 32 OVERLAST<br />

Rol <strong>van</strong> de Provincie<br />

Wat is de meerwaarde <strong>van</strong><br />

de provincie als partner?


Overlast vergt <strong>een</strong> <strong>geïntegreerde</strong> en integrale <strong>aanpak</strong>. Dit blijkt duidelijk uit de studies die over<br />

dit fenom<strong>een</strong> werden gemaakt. De Kadernota Integrale Veiligheid 30-31 maart 2004 pleit <strong>voor</strong><br />

de afstemming <strong>van</strong> de activiteiten <strong>van</strong> politie en andere betrokkenen. Er moet <strong>een</strong> <strong>overlast</strong>beleid<br />

ingeschreven worden in de zonale veiligheidsplannen als bijdrage aan het gehele <strong>overlast</strong>beleid.<br />

In de meergem<strong>een</strong>tezones moet voldoende belang gehecht worden aan <strong>een</strong> intergem<strong>een</strong>telijke<br />

samenwerking. Die kan gecoördineerd worden door de <strong>overlast</strong>manager.<br />

Op provinciaal vlak kan methodologische ondersteuning gegeven worden. Dit draaiboek is <strong>een</strong><br />

aanzet hiertoe.<br />

In de aanleiding <strong>van</strong> dit document is het <strong>voor</strong>nemen opgenomen om ten behoeve <strong>van</strong> de<br />

gem<strong>een</strong>ten en/of de politiezones concreet campagnemateriaal te ontwikkelen waarbij telkens<br />

<strong>een</strong> specifiek domein <strong>van</strong> de <strong>overlast</strong>problematiek wordt behandeld.<br />

De coördinatie <strong>van</strong> het provinciaal <strong>overlast</strong>beleid wordt verzekerd door de Werkgroep Overlast<br />

die hiertoe door de Provinciale Commissie Criminaliteitspreventie in het leven werd geroepen.<br />

33


I 34 OVERLAST<br />

Nuttige informatie<br />

Waar kunnen we nog meer mosterd<br />

halen?


Na de theorie wordt in dit laatste deel aandacht besteed aan:<br />

• Gevoerde onderzoeken<br />

• Concrete projecten<br />

• Literatuur<br />

• Internetbronnen<br />

• Andere informatie<br />

O NDERZOEKEN<br />

• DECORTE T., DE RUYVER, B., PONSAERS P., BODEIN M., LACROIX A., LAUWERS S., TUTE-<br />

LEERS P. (2003). Drugs en <strong>overlast</strong>. Studie <strong>van</strong> het fenom<strong>een</strong>, de beheersing en de effecten<br />

<strong>van</strong> druggerelateerde <strong>overlast</strong> en dit <strong>van</strong>uit verschillende invalshoeken. Gent.<br />

• In Ronse wordt gestart met <strong>een</strong> onderzoeksproject rond <strong>overlast</strong> door jongeren en dit in<br />

samenwerking met de universiteit <strong>van</strong> Gent. Dit project loopt over <strong>een</strong> termijn <strong>van</strong> één jaar.<br />

De onderzoeksgroep “Sociale Veiligheidsanalyse” <strong>van</strong> professor Ponsaers zal hierin <strong>voor</strong>namelijk<br />

<strong>een</strong> adviserende en ondersteunende rol vervullen. Het is de bedoeling <strong>van</strong> dit project<br />

om te komen tot <strong>een</strong> integrale <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> de <strong>overlast</strong> door jongeren, welke in afgelijnde<br />

fasen zal verlopen:<br />

1. Scr<strong>een</strong>ingfase: zicht krijgen op de werkelijke inhoud en om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de problematiek<br />

2. Analysefase: welke factoren zijn verantwoordelijk <strong>voor</strong> het ontstaan, in stand houden en<br />

bewerkstelligen <strong>van</strong> de <strong>overlast</strong>problemen<br />

3. Responsfase: ontwikkelen <strong>van</strong> strategieën op maat in samenspraak met alle rele<strong>van</strong>te<br />

diensten<br />

4. Implementatiefase: evaluatie en wat wordt er verder gezet<br />

35


I 36 OVERLAST<br />

P ROJECTEN IN HET KADER VAN DE<br />

VEILIGHEIDS- EN PREVENTIECONTRACTEN<br />

• ANTWERPEN : “Project Plaatselijk Overlastmanagement”.<br />

Contactpersoon :christina.janssens@ve.antwerpen.be, tel: 03/201.87.30<br />

• BOOM: “Project <strong>overlast</strong>“. In november 2003 werd <strong>een</strong> beleidsnota rond sociale <strong>overlast</strong> “<br />

zacht waar het kan, hard waar het moet “ goedgekeurd in de gem<strong>een</strong>teraad. Acties : milieu<strong>overlast</strong>,<br />

rondhangende jongeren, toezichtcamera’s, verkeers<strong>overlast</strong>,…<br />

Contactpersoon: debbie.nys@boom.be, tel : 03/880.18.69<br />

• EEKLOO: project “Sociale <strong>overlast</strong>”<br />

Contactpersoon : Nick Piepers, preventie@pzmeetjesland.be, tel: 09/376.46.44<br />

• KORTRIJK : Project “Voorkomen <strong>van</strong> sociale <strong>overlast</strong> : project uitgaansbuurten” . Er werd <strong>een</strong><br />

totaalproject uitgaansbuurten opgezet. Er werd dienaangaande <strong>een</strong> convenant afgesloten<br />

tussen de stedelijke overheid, de lokale politie en de café-uitbaters.<br />

Contactpersoon : Luc Vermander, luc.vermander@kortrijk.be, tel: 056/27.73.00<br />

• MECHELEN: “Project <strong>overlast</strong>fenomenen”. Naast <strong>een</strong> taak <strong>van</strong> registratie, opvolging en dispatching<br />

zal de preventiewerker het aanspreekpunt zijn <strong>voor</strong> het project “contactpunten <strong>overlast</strong>gevoelige<br />

plaatsen – mobiele speelpleinwerkers” en instaan <strong>voor</strong> de concrete werkverdeling.<br />

Contactpersoon : werner.<strong>van</strong>herle@mechelen.be, tel: 015/29.83.84<br />

• RONSE: “Overlast door jongeren”. In samenwerking met de universiteit <strong>van</strong> Gent wordt er<br />

gestart met <strong>een</strong> onderzoeksproject( zie supra) rond <strong>overlast</strong> door jongeren.<br />

Contactpersoon: Hilke Van Gijsel, preventie@ronse.be, tel: 055/23.28.25<br />

• SINT-NIKLAAS: “Leefbaarheidsproblematiek”: projecten die door de dienst opgevolgd worden:<br />

project inzake verkeersleefbaarheid, project <strong>overlast</strong> aan en in de omgeving <strong>van</strong> schoolpoorten,<br />

project <strong>overlast</strong> op speelpleinen, <strong>overlast</strong> door bepaalde bevolkingsgroepen omwille<br />

<strong>van</strong> hun gebrekkige sociale integratie.<br />

Contactpersoon: Sandra Van Weddingen, politie.preventie@sint-niklaas.be, tel: 03/760.65.98


2001<br />

P ROJECTEN B ELGISCHE P RIJS<br />

C RIMINALITEITSPREVENTIE<br />

Brugge: “Graffitibeleid in de stad Brugge”<br />

Contactpersoon: Stedelijke Preventiedienst, Sophie Demeyer, Blinde Ezelstraat 1 -<br />

8000 Brugge, Tel.: 050/44.80.66, mail: Sophie.de.meyer@brugge.be<br />

Het succes <strong>van</strong> het positieve graffitibeleid in Brugge ligt <strong>voor</strong>al in de <strong>geïntegreerde</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong><br />

graffiti die als probleem en fenom<strong>een</strong> <strong>van</strong>uit verschillende fronten aangepakt werd. Er wordt<br />

zowel repressief (politie), curatief (verwijderen), artistiek (kunst) als sensibiliserend (in dialoog<br />

met verschillende groepen) gewerkt. Het sleutelwoord hierbij is communicatie: iets uitbouwen<br />

in dialoog en de verschillende luiken op mekaar afstemmen en in evenwicht brengen. Omdat<br />

graffiti g<strong>een</strong> lokaal of tijdelijk fenom<strong>een</strong> is, hoopt de Stedelijke Preventiedienst ook andere steden<br />

te kunnen inspireren met zijn <strong>aanpak</strong>.<br />

2002<br />

• Antwerpen: “Krot op”<br />

Contactpersoon: Jozef Rayen, tel: 03/270.19.14<br />

In 1999 werd binnen het toenmalige wijkteam STUIV, dat in Antwerpen de wijk Stuivenberg<br />

bestreek, het project ‘Krot Op’ opgestart. De buurt werd buitensporig geteisterd door verkrotting,<br />

verloedering en huisjesmelkerij, met <strong>een</strong> groeiende subjectieve onveiligheid tot<br />

gevolg. Gezien de goede resultaten <strong>van</strong> het project werd het in eerste instantie uitgebreid<br />

naar de volledige zone City (één <strong>van</strong> de zes zones <strong>van</strong> de politiezone Antwerpen), waar het<br />

wijkteam deel <strong>van</strong> uitmaakte.<br />

• Brugge: “+Café”: werken aan <strong>een</strong> positief uitgaansklimaat in Brugge<br />

Contactpersoon: Stedelijke Preventiedienst, Piet De Ville, Blinde Ezelstraat 1 - 8000 Brugge,<br />

Tel. 050/44.82.91, mail: Piet.de.ville@brugge.be<br />

Dit project is de <strong>voor</strong>tzetting <strong>van</strong> het met de Belgische Prijs <strong>voor</strong> criminaliteitspreventie<br />

bekroonde project “Dit café is OK” (1998). Na zes jaar activiteit werd het stilaan tijd om de<br />

werking te evalueren en de doelstelling te herformuleren in functie <strong>van</strong> wat gerealiseerd<br />

werd.<br />

37


I 38 OVERLAST<br />

• Kortrijk: “FOX: Fuiven zonder Overlast is eXtra”<br />

Contactpersoon: Koen Verhaeghe, tel: 056/23.92.74<br />

De burgemeester Reynaertstraat situeert zich in het centrum <strong>van</strong> Kortrijk. Er wonen veel<br />

mensen, maar daarnaast zijn er zes cafés en twee eethuizen gehuisvest. Die oefenen <strong>een</strong><br />

grote aantrekkingskracht uit op <strong>een</strong> divers uitgaanspubliek. Dit publiek zorgt <strong>voor</strong> allerlei<br />

vormen <strong>van</strong> <strong>overlast</strong>: geluids<strong>overlast</strong>, zwerfvuil, vechtpartijen, … Op 1 januari 2002 werd het<br />

project opgestart.<br />

2003<br />

• Antwerpen: “U-turn”<br />

Contactpersoon: Kurt Kestens , RVC Antwerpen<br />

arktosantwerpen@pi.be, Uturn@skynet.be<br />

Het project U-turn wordt georganiseerd door de cel Jongerengroepsgeweld <strong>van</strong> de politie<br />

Antwerpen. Het project richt zich naar de zogenaamde 'harde kernjongeren'. Deze jongeren<br />

tussen 18 en 25 jaar plegen op stelselmatige wijze criminele feiten. De meeste jongeren kampen<br />

ook met <strong>een</strong> agressieprobleem. De maatregelen die justitie tot nu toe nam, hebben op<br />

deze jongeren blijkbaar g<strong>een</strong> effect.<br />

Met U-turn wordt aan deze jongeren <strong>een</strong> laatste kans geboden om <strong>een</strong> bocht <strong>van</strong> 180° te<br />

maken. De doelstellingen <strong>van</strong> het project zijn de reïntegratie <strong>van</strong> de jongere in zijn buurt, en<br />

het terugdringen <strong>van</strong> de recidive.<br />

Via <strong>een</strong> intensieve individuele begeleiding worden de individuele problemen <strong>van</strong> de jongeren<br />

in kaart gebracht en wordt de jongere ondersteund in het zoeken naar oplossingen <strong>voor</strong> deze<br />

problemen. Zo wordt er gewerkt rond opleiding, tewerkstelling, vrijetijdsinvulling, …<br />

2004<br />

• Maaseik: “Project rond het verminderen en <strong>voor</strong>komen <strong>van</strong> samenlevingsproblemen of <strong>overlast</strong><br />

veroorzaakt door jongeren.”<br />

Contactpersoon: Carlo Gelissen, Lekkerstraat 10 3680 Maaseik, carlo.gelissen@maaseik.be,<br />

tel: 089/56 05 51<br />

Jongeren komen naar bepaalde plaatsen om mekaar te ontmoeten. Dit zorgt echter soms<br />

<strong>voor</strong> <strong>overlast</strong>. Dit was ook het geval in Neeroeteren. Het project “ Project rond het verminderen<br />

en <strong>voor</strong>komen <strong>van</strong> samenlevingsproblemen of <strong>overlast</strong> veroorzaakt door jongeren” wil<br />

daar iets aan veranderen. Het grote probleem is dat er in de gem<strong>een</strong>te Neeroeteren nauwelijks<br />

<strong>voor</strong>zieningen zijn <strong>voor</strong> jongeren. Daarom werden <strong>een</strong> reeks maatregelen genomen om<br />

de <strong>overlast</strong> te verminderen.


• Roeselaere: “Project Overlast Actie: POA”<br />

Contactpersoon: Neyrinck Curd, Botermarkt 12, 8800 Roeselare,<br />

zonesecretariaat@politiezoneRIHO.be, tel: 051/26 26 01<br />

In het project “Project Overlast Actie” wil de politie <strong>van</strong> de zone-RIHO iets doen aan de <strong>overlast</strong>.<br />

De actie concentreert zich in het stadspark <strong>van</strong> Roeselare. Het park bestaat uit vijf delen.<br />

Elk deel heeft zijn eigen karakter. De ligging en accommodatie bepalen <strong>voor</strong> <strong>een</strong> groot stuk<br />

het bezoekersprofiel. Zowel door buurtbewoners, stadsdiensten als eigen politiemensen<br />

worden <strong>een</strong> aantal problemen <strong>van</strong> buurtcriminaliteit naar <strong>voor</strong> geschoven. Zo zijn er (brom)<br />

fietsdiefstallen, vechtpartijen, druggebruik, drughandel, <strong>van</strong>dalisme, openbare dronkenschap,<br />

bedreigingen,… Daarnaast is er nog de <strong>overlast</strong>problematiek: audiovisuele <strong>overlast</strong>,<br />

onburgerlijk gedrag, verstoring <strong>van</strong> het leefmilieu, sluikstorten,… Met het POA stadspark<br />

werd <strong>een</strong> eerste stap gezet naar <strong>een</strong> integraal <strong>overlast</strong>beleid<br />

A NDERE PROJECTEN<br />

• Politiezone Oostende: projecten “Montmartre” en “Hazegras”<br />

Contactpersoon: Lokale politie Oostende – tel. 059 56 11 21 – fax: 059 56 11 12 –<br />

e-mail politie@oostende.be<br />

De uitgaansbuurt in het centrum <strong>van</strong> Oostende werd ooit omgedoopt tot de<br />

“Montmartrewijk”. Het project “Montmartre” moet de leefbaarheid in deze buurt verhogen en<br />

<strong>een</strong> positieve uitgaanssfeer bevorderen. Naast preventieve controles door de politiediensten<br />

en de noodzakelijke repressieve acties wordt aandacht besteed aan wegeninfrastructuur,<br />

openbare verlichting, straatmeubilair en netheid <strong>van</strong> de omgeving. Het stadsbestuur stelde<br />

bovendien <strong>een</strong> coördinator uitgaansbeleid aan om de horeca-uitbaters en de bezoekers te<br />

betrekken bij de ontwikkeling <strong>van</strong> <strong>een</strong> positieve uitgaanssfeer.<br />

Het project “Hazegras” heeft tot doel de leefbaarheid in de stationsbuurt te verhogen. Deze<br />

buurt heeft <strong>voor</strong>al te maken met leegstand en verloedering. Het prostitutiemilieu zorgt er<br />

<strong>voor</strong> specifieke <strong>overlast</strong>fenomenen.<br />

• Politiezone Damme – Knokke-Heist: “Alternatieve <strong>aanpak</strong> jeugdcriminaliteit”<br />

Contactpersoon: Thierry Snauwaert – tel: 050/35 38 64 – fax: 050/37 14 79<br />

Jongerengroepen zorgden <strong>voor</strong> <strong>een</strong> toenemend onveiligheidsgevoel in de omgeving <strong>van</strong> de<br />

lokale speelpleintjes in Sijsele. Voornamelijk ging het hierbij om pesterijen, bedreigingen,<br />

39


I 40 OVERLAST<br />

<strong>van</strong>dalisme, nachtlawaai, sluikstorten, diefstallen, druggebruik en bendevorming. Het optreden<br />

<strong>van</strong> de politiediensten naar deze jongeren toe haalde in het verleden niet veel uit. Er werd<br />

<strong>een</strong> projectteam opgericht om het probleem te analyseren. Om tot gepaste oplossingen te<br />

komen werd dit projectteam uitgebreid met vertegenwoordigers <strong>van</strong> de plaatselijke scholen,<br />

het CLB, de jeugdraad, de jeugddienst, de ouders, justitie en de politiediensten. Het project<br />

heeft tot doel nieuwe contacten met deze jongeren te leggen waarbij wordt gepeild naar hun<br />

interesses en behoeften, de buurtbewoners te betrekken bij het zoeken naar oplossingen,<br />

verveling bij de betrokken jongeren tegen te gaan, deze jongeren te betrekken bij het<br />

bestaande aanbod <strong>van</strong> verenigingen, de gepleegde feiten op te lossen en de veroorzaakte<br />

schade te vergoeden.<br />

Door dit project is er in de aangepakte woonwijk opnieuw <strong>een</strong> wederzijds respect ontstaan<br />

tussen de buurtbewoners en de jongeren. Eventuele problemen worden tijdig gesignaleerd<br />

en er wordt samen gezocht naar oplossingen.<br />

• Politiezone Arro Ieper: “Leefbare en veilige uitgaansbuurt Vismarkt – Kiekenmarkt”<br />

Contactpersoon: Frank Flamey, Preventiecoördinator – tel: 057/22 44 50 – fax 057/46 97 97 –<br />

e-mail: externe_preventie@ieper.be of frank.flamey.8102@police.be<br />

Dit project werd in september 1996 opgestart. De uitgaansbuurt Vismarkt/Kiekenmarkt is<br />

gelegen in volle stadskern. Doel <strong>van</strong> het project is via overleg te streven naar <strong>een</strong> gezond<br />

evenwicht tussen het recht op uitgaan en vermaak <strong>voor</strong> de jeugdigen en het recht op rust en<br />

orde <strong>voor</strong> de omwonenden. Daartoe zijn er regelmatig bij<strong>een</strong>komsten met café-uitbaters,<br />

omwonenden, burgemeester en lokale politie. De bestaande afspraken worden jaarlijks<br />

bevestigd via <strong>een</strong> protocolover<strong>een</strong>komst (ondertekend door de burgemeester en de café-uitbaters).<br />

Deze over<strong>een</strong>komst omvat volgende afspraken: geluidsbegrenzers in alle cafés, einduur<br />

muziek in cafés om 03:00u (nadien praatcafé), optredens afgelopen vóór 24:00u (g<strong>een</strong><br />

strikte toepassing 90dB norm), uitgaansbuurt verkeersvrij tijdens het weekend (<strong>van</strong> vrijdagavond<br />

20u tot zondagmorgen 06u). In de loop der jaren werden daarnaast diverse preventiecampagnes<br />

gehouden, zoals de “be cool, nice en clean-campagne” ter bestrijding <strong>van</strong><br />

geweld. Recent <strong>voor</strong>deel <strong>voor</strong> de café-uitbaters was de uitbreiding <strong>van</strong> de terrasvergunning<br />

tot 01.00u. Jaarlijks wordt door de preventiedienst <strong>een</strong> klachtenoverzicht opgemaakt als leidraad<br />

<strong>voor</strong> de besprekingen.<br />

• Nederlandse Regiopolitie Midden- en West-Brabant: “Samen zorgen <strong>voor</strong> veilig uitgaan”<br />

Contactpersoon: K. de Jonge, hoofd Operationele Bedrijfsvoering team Bergen op Zoom-Zuid


Samen zorgen <strong>voor</strong> “veilig uitgaan” behelst <strong>een</strong> integrale <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> het uitgaansgedrag <strong>van</strong><br />

jongeren met nagenoeg alle te bedenken partners. Stappende jongeren, ouders, gem<strong>een</strong>teraadsleden<br />

etc. gaan mee op horecasurveillance met de politie. Dit zorgt <strong>voor</strong> <strong>een</strong> wisselwerking<br />

naar twee kanten. Daarnaast lopen burgers mee in wijkpreventieteams om vernielingen<br />

tegen te gaan welke door stappende jongeren werden gepleegd. In de binnenstad is er<br />

verder nog cameratoezicht en horecasurveillance. Er wordt aandacht besteed aan <strong>voor</strong>lichting<br />

in scholen en ouderraden en aan het “themajaar tegen zinloos geweld”.<br />

• Nederlandse Regiopolitie Twente : “Task-Force Velve-Lindenhof”<br />

Contactpersonen: mevrouw S. Smit, integraal veiligheidscoördinator gem<strong>een</strong>te Enschede<br />

ir. P.A.G. Lohmann, directeur Neighbourhood Corporation Enschede NV<br />

Uitgangspunt hierbij was <strong>een</strong> drie-sporenbeleid bestaande uit integrale controle- en handhavingsacties<br />

door verschillende controlerende instanties waarbij de regiopolitie Twente de<br />

regie in handen had, vastgoedinterventies waar<strong>voor</strong> de Neighbourhood Corporation<br />

Enschede NV werd opgericht met als doel de <strong>overlast</strong>gevende functies te elimineren en de<br />

panden te renoveren en als laatste interventies in “extreem multi-probleemgezinnen” met<br />

als doel de wijk op sociaal vlak te verbeteren.<br />

• Britse district Canterbury : “‘Safer 4 Shore’ © Coastal Crime Reduction and Community<br />

Safety Initiative”<br />

Contactpersonen: Mark Harrison, Kent Police, mark.harrison@kent.pnn. police.uk<br />

Trevor Kennett, Canterbury City Council, trevor.kennett@canterbury.gov.uk<br />

Dit project heeft tot doel de problemen inzake criminaliteit en <strong>overlast</strong> in de kuststreek tussen<br />

Whitstable en Herne Bay aan te pakken in samenwerking met de politie <strong>van</strong> Kent, de<br />

brandweerdiensten, de lokale overheid, de lokale handelaars en handelsverenigingen, de<br />

bewoners <strong>van</strong> tweedeverblijven en de bevolking.<br />

41


I 42 OVERLAST<br />

L ITERATUUR<br />

MONOGRAPHIES/MONOGRAFIEEN<br />

GEMEENTELIJKE ADMINISTRATIEVE SANCTIES: hoe <strong>overlast</strong> <strong>aanpak</strong>ken<br />

GEMEENTELIJKE …<br />

2001 Brussel WSG: Politeia<br />

Heel wat gem<strong>een</strong>ten, mandatarissen en ambtenaren stellen zich terecht vragen over<br />

ondermeer het toepassingsgebied <strong>van</strong> de wet op de gem<strong>een</strong>telijke administratieve sancties,<br />

over de positie <strong>van</strong> de ambtenaar, over de aansluiting bij het politiebeleid en de capaciteit<br />

<strong>van</strong> de politiediensten. Is bestraffing bovendien wel <strong>een</strong> juist antwoord op <strong>overlast</strong><br />

en verloederingsproblemen of moeten gem<strong>een</strong>ten <strong>voor</strong>al <strong>een</strong> algem<strong>een</strong> stimulerend en<br />

faciliterend beleid uitwerken? Op deze en tal <strong>van</strong> andere vragen probeert deze pocket <strong>een</strong><br />

antwoord te geven. Vaak is het maar <strong>een</strong> eerste aanzet, want in de praktijk zullen de ingeschatte<br />

mogelijkheden en beperkingen de toets der werkelijkheid ondergaan. Vandaar dat<br />

<strong>een</strong> evaluatie zo belangrijk is <strong>voor</strong> de optimalisering <strong>van</strong> het instrument.<br />

VAN KWAAD TOT BETER: over verweer tegen agressie en <strong>overlast</strong><br />

DENKERS Frans<br />

1990 Koninklijke Vermande Bv – Lelystad<br />

Van kwaad tot beter laat zien op welke wijze mensen verweer kunnen bieden aan agressie<br />

en <strong>overlast</strong>. Aan de hand <strong>van</strong> vele – aan de praktijk ontl<strong>een</strong>de – <strong>voor</strong>beelden toont de<br />

auteur aan dat ook op andere dan de traditionele wijze, geweld, agressie en <strong>overlast</strong><br />

kunnen worden ingedamd.De lezer zal zich in tal <strong>van</strong> de beschreven situaties kunnen<br />

herkennen en met verbazing tot de ontdekking komen hoe creatief anderen het ongewenste<br />

gedrag <strong>van</strong> medeburgers hebben aangepakt of wisten te <strong>voor</strong>komen. Maar ook<br />

zijn er situaties beschreven waarbij bepaald gedrag juist <strong>een</strong> tegenovergestelde werking<br />

had en de zaak volkomen uit de hand liep.<br />

BALEN VAN VANDALEN: DE AANPAK VAN VANDALISME EN OVERLAST IN ENSCHEDE, HEN-<br />

GELO EN ZAANSTAD<br />

FERWERDA H.B., BEKE B.M.W.A.<br />

1994 Arnhem Advies- en Onderzoeksgroep Beke


Het Nederlands Centrum <strong>voor</strong> Vrijetijdsvraagstukken (NCVV) startte in 1989 met het<br />

onderwerp “recreatiecriminaliteit”. Het betrof <strong>een</strong> nieuw onderwerp, waar nog betrekkelijk<br />

weinig onderzoek naar was verricht. In nauwe samenwerking met Advies- en<br />

Onderzoeksgroep Beke heeft het NCVV <strong>een</strong> om<strong>van</strong>grijk preventiemaatregelenpakket<br />

ontwikkeld. Dit gebeurde op basis <strong>van</strong> diepgaand onderzoek, waarmee in 1989 werd<br />

gestart. Nadien zijn er preventiemaatregelen ontwikkeld ten aanzien <strong>van</strong> alcoholmisbruik,<br />

<strong>van</strong>dalisme en geweldsdelicten. Momenteel zijn er maatregelen in ontwikkeling<br />

met betrekking tot inbraak in tweede woningen. Recreatiecriminaliteit is <strong>voor</strong> <strong>een</strong><br />

belangrijk deel <strong>een</strong> jongerenvraagstuk. Jeugdigen <strong>van</strong>af 13, 14 jaar zijn betrokken in de<br />

recreatiecriminaliteit. Naast specifieke recreatiegebieden zijn ook de uitgaanscentra en<br />

woonwijken locaties waar criminaliteit in de vrije tijd in ruime mate <strong>voor</strong>komt.<br />

DRUGS EN OVERLAST: Studie <strong>van</strong> het fenom<strong>een</strong>, de beheersing en de effecten <strong>van</strong> druggerelateerde<br />

<strong>overlast</strong> en dit <strong>van</strong>uit verschillende invalshoeken = DROGUES ET NUISANCES: étude<br />

du phénomène des nuisances<br />

DRUGS Gent Academia Press<br />

Heel wat <strong>overlast</strong> wordt toegeschreven aan het drugfenom<strong>een</strong>. In dit onderzoek wordt<br />

nagegaan of drug<strong>overlast</strong> echt <strong>een</strong> realiteit is, en wordt verder getracht druggerelateerde<br />

<strong>overlast</strong> kwantitatief en kwalitatief in kaart te brengen.<br />

Bon nombre de nuisances sont attribuées au phénomène de la drogue. Cette recherche<br />

cherche à vérifier si ces nuisances sont à raison associées aux drogues. Elle décrit<br />

ensuite ces nuisances de façon quantitative et qualitative.<br />

ARTICLES/ARTIKELS<br />

KRONIEK RECHTEN EN CRIMINOLOGIE : DRUGS EN OVERLAST<br />

BLOM TOM, VAN MASTRIGT H.<br />

In: TIJDSCHRIFT VOOR ALCOHOL, DRUGS EN ANDERE STOFFEN<br />

1992 Vol.: 17 N°5 P.: 183-188<br />

43<br />

Een Nederlandse werkgroep stelt <strong>een</strong> <strong>geïntegreerde</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> de drugs<strong>overlast</strong> <strong>voor</strong><br />

die <strong>voor</strong> <strong>een</strong> niet onbelangrijk deel berust op bestaande strafbaarstelling <strong>van</strong> gebruikershoeveelheden<br />

Opiummiddelen.


I 44 OVERLAST<br />

NIJMEGEN REGULEERT STRAATPROSTITUTIE: <strong>overlast</strong> <strong>van</strong> tippelaarsters is nu beheersbaar<br />

RIJERSE Gerard, BARON Henk<br />

In: ALGEMEEN POLITIEBLAD<br />

1996 Vol.: 145 N°17 P.: 4-5<br />

De gem<strong>een</strong>te Nijmegen kent <strong>een</strong> reguleringszone, waarbinnen tippelaarsters hun klanten<br />

mogen werven. Het afwerken dient buiten deze zone te geschieden. In de zone staat<br />

<strong>een</strong> hulpverleningspost opgesteld, waar de prostituees <strong>voor</strong> verscheidene zaken<br />

terechtkunnen. Na tweeënhalf jaar ervaring met deze regulering stelt de Nijmeegse<br />

politie vast dat de <strong>overlast</strong> <strong>van</strong> de straatprostitutie beheersbaar is geworden. Het aantal<br />

klachten <strong>van</strong> omwonenden is nagenoeg nihil geworden.<br />

MOGELIJKHEDEN VAN SPORT TER PREVENTIE VAN CRIMINALITEIT EN OVERLAST (De): <strong>een</strong><br />

pleidooi <strong>voor</strong> <strong>een</strong> wijkgerichte <strong>aanpak</strong><br />

MEIJLAERS Stefan<br />

In: GEMEENTE<br />

1997 Vol.: 72 N°1 P.: 40-47<br />

Sport kan <strong>een</strong> belangrijk middel zijn om jongeren zinvol bezig te houden, bepaalde groepen<br />

beter te integreren en <strong>een</strong> gedeelte <strong>van</strong> de <strong>overlast</strong> en criminaliteit uitgaande <strong>van</strong><br />

rondhangende jongeren te verminderen. De Koning Boudewijnstichting heeft de jongste<br />

jaren heel wat zinvolle initiatieven ondernomen om sport onder de jongeren te stimuleren.<br />

De buurtvoetbalcompetities zijn daar<strong>van</strong> <strong>een</strong> sprekend <strong>voor</strong>beeld. Onlangs werden<br />

de initiatieven ook verruimd tot het buurtvoetbal en buurtbasketbal. In de provincie<br />

Limburg hebben de gem<strong>een</strong>ten Maaseik en Genk <strong>een</strong> boksinitiatieproject dat deel uitmaakt<br />

<strong>van</strong> het provinciaal project Limburg in de ring. Daarnaast zijn er allerlei avonturensporten<br />

zoals muurklimmen survivals, veelal gebaseerd op de Outward bound <strong>aanpak</strong>.<br />

In Mechelen probeert men deze methoden uit op <strong>een</strong> groep <strong>van</strong> zware jongens. Ook<br />

is er de ietwat folkloristische <strong>aanpak</strong> die in sommige gem<strong>een</strong>ten wordt gevolgd met de<br />

Highlandgames, <strong>een</strong> soort <strong>van</strong> krachtsporten. Door toedoen <strong>van</strong> de veiligheids- en preventiecontracten<br />

hebben <strong>een</strong> aantal gem<strong>een</strong>ten <strong>een</strong> eigen sportproject. In dit artikel wil<br />

de auteur het hebben over <strong>een</strong> aantal


ADMINISTRATIEVE OVERLAST BIJ DE POLITIE: <strong>van</strong> bestuurlijke administratieve afslanking tot<br />

justitieel administratieve indigestie<br />

HAMAEKERS B.<br />

In: POLITIEOFFICIER / OFFICIER DE POLICE<br />

1998 Vol.: * N°9 P.: 51-56<br />

Artikel 25 <strong>van</strong> de wet op het politieambt <strong>voor</strong>ziet dat de politiediensten niet kunnen<br />

belast worden met <strong>een</strong> aantal administratieve taken onverenigbaar met hun functie. Om<br />

dit artikel 25 <strong>van</strong> de wet op het politieambt in uitvoering te brengen werd door de<br />

ministers <strong>van</strong> Binnenlandse Zaken en Justitie de omzendbrief <strong>van</strong> 7 april 1995 rondgestuurd.<br />

‘OFFICIËLE’ TIPPELZONE DRINGT OVERLAST TERUG: goed toezicht en strikte handhaving zijn<br />

essentieel <strong>voor</strong> succes<br />

VAN DE LEUR Arjan<br />

In: ALGEMEEN POLITIEBLAD<br />

1999 Vol.: 148 N°15 P.: 4-6<br />

In de gem<strong>een</strong>te Groningen is sinds januari 1998 <strong>een</strong> “officiële” tippelzone in gebruik. De<br />

ervaringen <strong>van</strong> het afgelopen jaar zijn overwegend positief. Daarom heeft de gem<strong>een</strong>teraad<br />

onlangs ingestemd met het <strong>voor</strong>stel <strong>van</strong> het gem<strong>een</strong>tebestuur om het experiment<br />

in <strong>een</strong> reguliere <strong>voor</strong>ziening om te zetten. Om <strong>overlast</strong> tegen te gaan en te <strong>voor</strong>komen<br />

dat de “omhangers” (de beschermheren <strong>van</strong> de tippelaarsters) hun eigen regels stellen,<br />

blijven (politie)toezicht en <strong>een</strong> strikt handhavings- en vervolgingsregime noodzakelijke<br />

<strong>voor</strong>waarden <strong>voor</strong> het goed functioneren <strong>van</strong> de tippelzone.<br />

NIET MEER PV’S IN LOKEREN: nul – <strong>overlast</strong><br />

In: ECHO<br />

2000 Vol.: * N°607 P.: 3, 10<br />

45<br />

Het was <strong>een</strong> warme zomer in 1998 en in Lokeren nog warmer dan elders. In dit provinciestadje<br />

braken plots rellen uit waarin migrantenjongeren <strong>een</strong> hoofdrol speelden.<br />

Toenmalig Minister Tobback en Burgemeester Georges Anthuenis staken de koppen bij<br />

elkaar. Het resultaat was ‘<strong>een</strong> nul-<strong>overlast</strong>-beleid’. Een jaar later wordt het tijd om de<br />

balans op te maken.


I 46 OVERLAST<br />

PROJECT “NUL-OVERLAST” TE LOKEREN (Het): <strong>een</strong> “ruk naar rechts” of community policing<br />

in de praktijk?<br />

DE ROCKER Christian, DE CLERCQ Rudi<br />

In: POLITIEOFFICIER / OFFICIER DE POLICE<br />

2000 Vol.: - N°4 P.: 21-28<br />

Op 10 juli 1998 ging te Lokeren <strong>een</strong> project <strong>van</strong> start dat gericht was op de <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> veiligheids-<br />

en samenlevingsproblemen in Lokeren. Het project zou minimum drie maanden<br />

duren, doch kon steeds verlengs worden. Omdat één <strong>van</strong> de meest in het oog springende<br />

aspecten <strong>van</strong> het project de repressieve <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> de politie was, werd het project in de<br />

pers al gauw project “nul-tolerantie” genoemd. Ook na <strong>een</strong> latere naamsverandering naar<br />

project “nul-<strong>overlast</strong>” bleef en blijft de media hardnekkig de term “nul-tolerantie” gebruiken.<br />

De <strong>een</strong>zijdigheid die deze term oproept, doet g<strong>een</strong> recht aan de veelzijdigheid <strong>van</strong> het<br />

project, doch zorgt wel <strong>voor</strong> heel wat mediabelangstelling. Dit artikel biedt <strong>een</strong> overzicht<br />

<strong>van</strong> de doelstellingen, de organisatie en de resultaten <strong>van</strong> het project.<br />

STEDELIJKE HARDDRUGSSCENES VERANDEREN: zes richtlijnen <strong>voor</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>overlast</strong> en criminaliteit<br />

VAN DER TORRE Edward, HULSHOF Mireille<br />

In: ALGEMEEN POLITIEBLAD<br />

2001 Vol.: 150 N°2 P.: 6-8<br />

Harddrugsscenes ondergaan <strong>een</strong> gedaanteverwisseling. Ze verliezen stilaan hun open<br />

karakter. Volgens de auteurs vraagt deze gedaanteverwisseling om <strong>een</strong> andere <strong>aanpak</strong>.<br />

De onderzoekers <strong>van</strong> het Crisis Onderzoek Team (COT) beschrijven de verandering en<br />

geven zes richtlijnen <strong>voor</strong> de <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>overlast</strong> en criminaliteit.<br />

BOTSEN MET DE BUURT: <strong>overlast</strong> en wisselwerking tussen jeugdgroepen en de buitenwereld<br />

VAN GEMERT Frank<br />

In: TIJDSCHRIFT VOOR CRIMINOLOGIE<br />

2002 Vol.: 44 N°2 P. 162-171<br />

In dit artikel over de wisselwerking tussen jeugdgroep en buitenwereld is criminaliteit<br />

onbesproken gebleven, <strong>overlast</strong> heeft de aandacht gekregen. Dit is te rechtvaardigen,<br />

want <strong>overlast</strong> is g<strong>een</strong> klein probleem. In veel Nederlandse wijken bepalen de botsingen<br />

tussen jeugdgroepen en de buurtbewoners de sfeer op straat.


“JE KUNT HET JONGERENWERK NIET VERANTWOORDELIJK HOUDEN VOOR OVERLAST”:<br />

Wicher Pattje, jeugdwethouder te Groningen<br />

SUIDMAN Donald<br />

In: 0/25<br />

2003 Vol.: * N°3 P.: 18-20<br />

In 1997 waren er rellen met heel wat schade als gevolg in de Groningse Oosterparkwijk.<br />

De gem<strong>een</strong>te voerde onmiddellijk na de rellen <strong>een</strong> “quick scan” uit, waaruit bleek dat<br />

het jongerenwerk was verwaarloosd en dat de jongerenwerkers niet waren opgewassen<br />

tegen hun taak. In de wijk wonen veel autochtone derdegeneratiewerklozen en is er op<br />

grote schaal “opvoedingsarmoede”.Naar aanleiding <strong>van</strong> de rellen in Groningen is er in<br />

de Oosterparkwijk <strong>een</strong> jeugd- en jongerenteam gekomen: outreachend, met <strong>een</strong> buurthuis,<br />

straathoekwerk en <strong>een</strong> activiteitenaanbod. Verder is er ook <strong>een</strong> complete keten tot<br />

stand gebracht: opvoedingsondersteuning, kinderwerk, <strong>een</strong> vensterschool, <strong>een</strong> huiskamerproject<br />

en tienerwerk. Zo wordt bij<strong>voor</strong>beeld het sociaal gedrag en <strong>een</strong> betere conflictbeheersing<br />

bij kinderen bevorderd.<br />

OVERLAST DOOR DRUGSVERSLAAFDEN: <strong>een</strong> analyse <strong>van</strong> dijkverboden in Amsterdam<br />

KAAL Hendrien, KORF Dirk<br />

In: TIJDSCHRIFT VOOR CRIMINOLOGIE<br />

2003 Vol.: 45 N°2 P.: 153-165<br />

De <strong>overlast</strong> die harddrugsgebruikers rond de Amsterdamse Zeedijk op straat en <strong>voor</strong><br />

buurtbewoners veroorzaakten, leidde in het begin <strong>van</strong> de jaren tachtig tot <strong>een</strong> repressieve<br />

reactie in de vorm <strong>van</strong> “dijkverboden”, waarbij gebruikers <strong>voor</strong> 8 uur of (later) 14<br />

dagen verboden werd zich in het gebied rond de Zeedijk te vertonen. In dit artikel wordt<br />

beschreven op welke groepen dit beleid werd toegepast, hun kenmerken en achtergronden,<br />

de beleidscontext en de effectiviteit, op basis <strong>van</strong> gegevens uit 1996-2000.<br />

HORECA-CONTROLES IN DELFSHAVEN: afgeven en intrekken <strong>van</strong> vergunningen zijn krachtige<br />

wapens tegen <strong>overlast</strong><br />

IJZERMANS Rene<br />

In: ALGEMEEN POLITIEBLAD<br />

2001 Vol.: 150 N°19 P.: 4-6<br />

47


I 48 OVERLAST<br />

In Delfshaven houden teams <strong>van</strong> politie, deelgem<strong>een</strong>te en anderen gezamenlijk horecacontroles.<br />

Het op basis daar<strong>van</strong> intrekken <strong>van</strong> exploitatie- en drankwetvergunningen<br />

boekt succes. Exploitanten leven de regels beter na, wapens en drugs worden minder<br />

aangetroffen en geweldsdelicten zijn verminderd. Maar de samenwerking is niet structureel<br />

vastgelegd. Gevreesd wordt dat de <strong>aanpak</strong> zal haperen, zodra het enthousiasme<br />

<strong>van</strong> betrokkenen wegvalt.<br />

FUIVEN: lust zonder <strong>overlast</strong><br />

MEERS Jos<br />

In: LOKAAL<br />

2003 Vol.: * N°14 P.: 24-25<br />

Ieder jaar wordt er <strong>een</strong> groot aantal feesten en fuiven georganiseerd. Een gem<strong>een</strong>telijk<br />

feestbeleid is dus erg belangrijk. Maar binnen welke gem<strong>een</strong>telijke dienst hoort dit<br />

thuis? En raakt de organisator administratief niet overbelast? Door de organisator daadwerkelijk<br />

te begeleiden en te ondersteunen kunnen lokale besturen veel problemen<br />

<strong>voor</strong>komen.<br />

LAST VAN OVERLAST: volle G.A.S. <strong>voor</strong>uit?<br />

DEVROE Elke<br />

In: ORDE VAN DE DAG<br />

2003 Vol.: * N°24 P.: 7-32<br />

Deze tekst beschrijft het concept <strong>overlast</strong> en diverse beleidsintenties alsook de wetsontwerpen<br />

die rond <strong>overlast</strong> werden ingediend. Verder reikt deze tekst <strong>een</strong> waaier aan<br />

probleempunten, discussiepunten en reflectie-topics aan. De auteur geeft op systematische<br />

wijze <strong>een</strong> volledig en verhelderend overzicht <strong>van</strong> de belangrijkste topics die er<br />

inzake <strong>overlast</strong> te verkennen zijn.<br />

OVERLAST: <strong>een</strong> postmoderne kwaal?<br />

MULLENERS Frank<br />

In: ORDE VAN DE DAG<br />

2003 Vol.: * N°24 P.: 33-38<br />

De auteur bespreekt <strong>overlast</strong> aan de hand <strong>van</strong> <strong>een</strong> praktijk<strong>voor</strong>beeld uit de stad Genk.


Het probleem <strong>van</strong> rondhangende jongeren wordt uitvoerig belicht en doorspekt met cijfermateriaal<br />

<strong>van</strong> het aantal meldingen <strong>van</strong>uit de bevolking aan de politie over dit fenom<strong>een</strong>.<br />

De auteur is <strong>van</strong> mening dat wat <strong>voor</strong> de ene <strong>overlast</strong> uitmaakt, dat <strong>voor</strong> <strong>een</strong><br />

ander helemaal niet is. Hij is het niet <strong>een</strong>s met de <strong>voor</strong>onderstelling dat er steeds <strong>overlast</strong><br />

in <strong>een</strong> stad aanwezig zou zijn. Verder geeft de auteur aan dat “de bevolking” g<strong>een</strong><br />

consistente groep is, maar <strong>een</strong> verzameling <strong>van</strong> individuen en groepen <strong>van</strong> individuen<br />

met tegenstrijdige belangen. Een bevolkingsbevraging op buurtniveau is volgens hem<br />

dan ook niet het instrument bij uitstek om <strong>overlast</strong> te detecteren.<br />

AANPAK VAN OVERLAST: <strong>van</strong> boven naar onder, <strong>van</strong> links naar rechts…<br />

KLINCKHAMERS Patrizia<br />

In: ORDE VAN DE DAG<br />

2003 Vol.: * N°24 P.: 47-54<br />

De auteur belicht <strong>voor</strong>al de beleidsmatige reactie op de overlasproblematiek. Zij pleit<br />

duidelijk <strong>voor</strong> <strong>een</strong> “geïntegreerd” beleid, waarbij alle actoren die met <strong>overlast</strong> te maken<br />

krijgen hun rol opnemen, en dit met de nodige aandacht <strong>voor</strong> de schakels <strong>van</strong> de veiligheidsketen.<br />

Zij stelt vragen bij de optie <strong>van</strong> de nieuwe regering om <strong>overlast</strong>projecten in<br />

te schrijven in de Zonale Veiligheidsplannen. Voorts komen twee nieuwe topics aan bod:<br />

de administratieve sancties <strong>voor</strong> minderjarigen enerzijds en het later vaststellen <strong>van</strong> de<br />

inbreuken door gem<strong>een</strong>telijke ambtenaren anderzijds.<br />

AANPAK VAN OVERLAST: prioritair <strong>voor</strong> de bevolking!<br />

VANDENHOVE Ludwig<br />

In: ORDE VAN DE DAG<br />

2003 Vol.: * N°24 P.: 55-63<br />

49<br />

Vanuit zijn eigen praktische ervaringen als burgemeester <strong>van</strong> Sint – Truiden, maar ook<br />

<strong>van</strong>uit zijn parlementaire initiatieven in de Kamer <strong>van</strong> Volksvertegenwoordigers en in de<br />

Senaat, pleit de auteur <strong>voor</strong> ‘maatwerk’ bij de definiëring en de <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>overlast</strong>. Hij<br />

geeft aan dat er wel degelijk <strong>een</strong> <strong>overlast</strong>beleid nodig is, en dat dit zou moeten vertrekken<br />

<strong>van</strong>uit <strong>een</strong> wettelijk kader en dan concreet aangevuld worden door elke politiezone,<br />

stad of gem<strong>een</strong>te. Naast de wetshandhaving somt de auteur andere alternatieven op. Zo<br />

bespreekt hij achter<strong>een</strong>volgens de buurtbemiddeling, het integraal veiligheidsbeleid,<br />

het handhavingsbeleid, het herstel en de open communicatie.


I 50 OVERLAST<br />

GEMEENTEN KRIJGEN EERSTELIJNSBEVOEGDHEID TEGEN OVERLAST<br />

In: POLITIENIEUWS – ACTUELE INFORMATIE UIT DE POLITIEPRAKTIJK<br />

2004 Vol.: 2 N°13 P.: 3<br />

Gem<strong>een</strong>ten kunnen <strong>voor</strong>taan zelf optreden tegen bepaalde feiten die vroeger strafrechtelijk<br />

werden beteugeld. Het gaat o.a. over het nalaten de straat te reinigen, het ontsteken<br />

<strong>van</strong> vuurwerk en het afscheuren <strong>van</strong> aanplakbrieven. Daarnaast is het <strong>voor</strong> <strong>een</strong> aantal feiten<br />

die wel nog tot de strafrechtelijke sfeer blijven behoren, mogelijk om in te grijpen als<br />

de rechtbank beslist niet tot vervolging over te gaan. Het betreft bedreiging met <strong>een</strong> aanslag,<br />

vrijwillige slagen en verwondingen, beledigingen, diefstal en <strong>van</strong>dalismedaden.<br />

I NTERNETBRONNEN<br />

http://www.west-vlaanderen.be/leefomgeving/stopzwerfvuil/index.htm<br />

Website <strong>van</strong> de actie “Stop zwerfvuil” <strong>van</strong> de provincie West-Vlaanderen.<br />

http://www.west-vlaanderen.be/welzijn&zorg/beleidsnota_drugpreventie2004.pdf<br />

Website <strong>van</strong> de provincie West-Vlaanderen, dienst Welzijn en Zorg, met de integrale tekst <strong>van</strong><br />

de beleidsnota 25004-2006 Drugpreventie.<br />

http://www.info-zone.be/home.htm<br />

Website <strong>van</strong> de Belgische Federale Politie, Directie <strong>van</strong> de Relaties met de Lokale Politie (CGL).<br />

Via “documentatie” kan men o.a. de actieplannen <strong>van</strong> de politiezones bevragen.<br />

http://www.vps.fgov.be/document_legislation/leg0026nl.pdf<br />

Kadernota Integrale Veiligheid 30-31 maart 2004<br />

http://www.vps.fgov.be/<br />

Website <strong>van</strong> het Vast Secretariaat <strong>voor</strong> het Preventiebeleid<br />

http://veiligheid.pro<strong>van</strong>t.be/index.html<br />

Website Staten-Generaal Veiligheid 2004 – fuifbeleid


http://www.hetccv.nl<br />

Centrum <strong>voor</strong> Criminaliteitspreventie en Veiligheid Nederland.<br />

Opzoeken is mogelijk aan de hand <strong>van</strong> 9 thema’s waaronder <strong>overlast</strong>.<br />

http://www.ilv.nl<br />

Oude website <strong>van</strong> het Centrum <strong>voor</strong> Criminaliteitspreventie en Veiligheid Nederland.<br />

Via de “veiligheidsthema’s” kan o.a. <strong>overlast</strong> worden bereikt.<br />

http://www.wodc.nl/<br />

Wetenschappelijk onderzoek- en documentatiecentrum <strong>van</strong> het Nederlandse ministerie <strong>van</strong><br />

justitie.<br />

Opzoeken is mogelijk op onderwerp, publicaties, onderzoek, …<br />

http://www.minvws.nl/kamerstukken/gvm/2004/plan-<strong>van</strong>-<strong>aanpak</strong>-verloedering-en-<strong>overlast</strong>-<br />

2005-2007.asp<br />

Nederlandse Ministerie <strong>van</strong> Volksgezondheid, Welzijn en Sport - plan <strong>van</strong> <strong>aanpak</strong> m.b.t. “<strong>overlast</strong>gevende<br />

zorgmijders”<br />

http://www.crimereduction.gov.uk/toolkits/<br />

Website Verenigd Koninkrijk met handige “toolkits” <strong>voor</strong> o.a. “antisocial behaviour”<br />

http://www.scotland.gov.uk/Home<br />

Website <strong>van</strong> de Schotse Executieve. Via “Publications” kan worden gezocht op het item “antisocial<br />

behaviour” waardoor men toegang krijgt tot tal <strong>van</strong> publicaties<br />

http://users.pandora.be/dirk.<strong>van</strong>.aerschot/vlaamsbrabant/<br />

Website <strong>voor</strong> de organisatieontwikkeling bij de politie met aanvullende informatie m.b.t. de<br />

gevolgde methodiek<br />

http://www.modderopdeweg.be<br />

Praktijk<strong>voor</strong>beeld <strong>voor</strong> het gebruik <strong>van</strong> het draaiboek<br />

51


I 52 OVERLAST<br />

V ARIA<br />

• SODA: <strong>Draaiboek</strong> <strong>aanpak</strong> drug<strong>overlast</strong>.Maatregelen oorzaken<strong>aanpak</strong>.<br />

• Beleidscel preventie stad Antwerpen: Janssens T., Van Poppel M. (2004)<br />

“Paper Conceptualisering Integrale Veiligheid”,<br />

• Leuven: project <strong>overlast</strong> <strong>van</strong> de wijkpolitie, Hans Gooris, gem<strong>een</strong>schapsbuurtagent studenten,<br />

016/327 601, mail: politieantenne@kuleuven.ac.be<br />

W ETGEVING<br />

Gem<strong>een</strong>telijke Administratieve Sancties:<br />

o Wet <strong>van</strong> 13 mei 1999 (BS 10 juni 1999) tot invoering <strong>van</strong> gem<strong>een</strong>telijke sancties<br />

o Wet <strong>van</strong> 7 mei 2004 ( BS 25 juni 2004) tot wijziging <strong>van</strong> de wet <strong>van</strong> 8 april 1965 betreffende de<br />

jeugdbescherming en de nieuwe gem<strong>een</strong>tewet<br />

o Wet <strong>van</strong> 17 juni 2004 (BS 23 juli 2004) tot wijziging <strong>van</strong> de nieuwe gem<strong>een</strong>tewet<br />

o KB 5 december 2004 (BS 29 december 2004) houdende vaststelling <strong>van</strong> de minimum<strong>voor</strong>waarden<br />

waaraan de gem<strong>een</strong>teambtenaren moeten voldoen, zoals bepaald in artikel 119bis,<br />

§6, tweede lid, 1° <strong>van</strong> de nieuwe gem<strong>een</strong>tewet<br />

o MO OOP 30bis <strong>van</strong> 3 januari 2005 (BS 20 januari 2005) aangaande de uitvoering <strong>van</strong> de wetten<br />

<strong>van</strong> 13 mei 1999 tot invoering <strong>van</strong> gem<strong>een</strong>telijke administratieve sancties, <strong>van</strong> 7 mei 2004<br />

tot wijziging <strong>van</strong> de wet <strong>van</strong> 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming en de nieuwe<br />

gem<strong>een</strong>tewet en <strong>van</strong> 17 juni 2004 tot wijziging <strong>van</strong> de nieuwe gem<strong>een</strong>tewet

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!