bestemmingsplan Willem Dreespark eo - Knoop Moerwijk
bestemmingsplan Willem Dreespark eo - Knoop Moerwijk
bestemmingsplan Willem Dreespark eo - Knoop Moerwijk
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Hoofdstuk 3 Beleidskaders<br />
3.1 Inleiding<br />
<strong>bestemmingsplan</strong> <strong>Willem</strong> <strong>Dreespark</strong> e.o. (concept)<br />
Het <strong>bestemmingsplan</strong> <strong>Willem</strong> <strong>Dreespark</strong> e.o. betreft een conserverend plan. Uitgegaan wordt van de<br />
bestaande siutuatie en daarnaast vindt het plan zijn basis in ruimtelijk beleid zoals dat in nota's en<br />
plannen van het rijk, provincie, stadsgewest en gemeente is vastgelegd. Dit hoofdstuk geeft het<br />
beleidskader dat op dit <strong>bestemmingsplan</strong> van toepassing is weer. In het geldende beleidskader zijn<br />
twee soorten beleid te onderscheiden: ruimtelijk en sectoraal beleid. De eerste paragraaf 'Ruimtelijk<br />
beleid' behandelt het ruimtelijke beleid op rijks-, provinciaal-, regionaal-, gemeentelijk niveau. Daarna<br />
volgt de paragraaf 'Sectoraal beleid', waarin het specifieke beleid voor een bepaald thema uiteen wordt<br />
gezet. Voor het voorliggende <strong>bestemmingsplan</strong> <strong>Willem</strong> <strong>Dreespark</strong> e.o. zijn de thema's die in de<br />
onderstaande paragrafen worden behandeld van toepassing.<br />
3.2 Ruimtelijk beleid<br />
3.2.1 Rijksbeleid<br />
Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte<br />
Op 13 maart 2012 is de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte van het Ministerie van Infrastructuur en<br />
Ruimte van kracht geworden. De structuurvisie vervangt verschillende nota's, waaronder de Nota Ruimte,<br />
de Structuurvisie Randstad 2040 en de Nota Mobiliteit. De visie schetst de doelen, belangen en opgaven<br />
van het Rijk tot 2028 en de ambities tot 2040. Uitgangspunt is de ruimtelijke ordening zoveel mogelijk<br />
over te laten aan gemeenten en provincies (decentraal, tenzij), minder nationale belangen te benoemen,<br />
en eenvoudigere regelgeving toe te passen. De nationale belangen die worden benoemd betreffen de<br />
internationale concurrentiepositie, het gebruik van de ondergrond, het behouden en versterken van<br />
vervoer- en transportsystemen, de milieukwaliteit, de waterveiligheid en zoetwatervoorziening en behoud<br />
en versterken van natuur en cultuurhistorische waarden. De structuurvisie raakt geen van de belangen<br />
die in het <strong>bestemmingsplan</strong> <strong>Willem</strong> <strong>Dreespark</strong> e.o. worden afgewogen.<br />
Besluit algemene regels ruimtelijke ordening<br />
De Wet ruimtelijke ordening geeft aan de regering de mogelijkheid om bij algemene maatregel van<br />
bestuur (AmvB) regels te geven waarmee gemeenten bij de vaststelling van <strong>bestemmingsplan</strong>nen<br />
rekening moeten houden. Het gaat daarbij niet alleen om procedureregels maar ook om de inhoud van<br />
<strong>bestemmingsplan</strong>nen.<br />
Op 30 december 2011 is het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) in werking getreden<br />
(Stb. 2011, 391). Bij het vaststellen van <strong>bestemmingsplan</strong>nen, wijzigings- of uitwerkingsplannen maar<br />
ook bij projectuitvoeringsbesluiten (Crisis- en herstelwet) moeten gemeenten rekening houden met het<br />
Barro.<br />
Een aantal projecten dat de regering van Rijksbelang vindt, wordt met het Barro dwingend geborgd in<br />
<strong>bestemmingsplan</strong>nen of in andere ruimtelijke plannen van lagere overheden. De projecten worden<br />
benoemd en middels digitale kaarten ingekaderd. Per project worden regels gegeven waaraan<br />
<strong>bestemmingsplan</strong>nen moeten voldoen.<br />
Voor Den Haag zijn de binnen de gemeente gelegen militaire terreinen met de daarbij behorende zend-<br />
en ontvangstinstallaties, en het Kustfundament van belang.<br />
Volgens het Barro zijn er in het <strong>bestemmingsplan</strong> <strong>Willem</strong> <strong>Dreespark</strong> e.o. geen projecten van<br />
Rijksbelang aanwezig waarmee bij de vaststelling van dit plan rekening moet worden gehouden.<br />
3.2.2 Provinciaal beleid<br />
In de Wet ruimtelijke ordening is geregeld dat Provinciale Staten via de Provinciale Verordening regels<br />
stellen over de inhoud, toelichting of onderbouwing van <strong>bestemmingsplan</strong>nen, projectbesluiten en<br />
beheersverordeningen.<br />
13