Jaarboek Thomas Instituut 1989 - Thomas Instituut te Utrecht
Jaarboek Thomas Instituut 1989 - Thomas Instituut te Utrecht
Jaarboek Thomas Instituut 1989 - Thomas Instituut te Utrecht
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
100 P. Bakker, M. Brinkhuis, A. Kamp, H. Rikhof<br />
5.3. Voorlopige balans<br />
Wat <strong>Thomas</strong> doet in dit eers<strong>te</strong> artikel van q. 24 is zorgen voor een<br />
zuivere begripsbepaling van de <strong>te</strong>rm predestinatie. Het is duidelijk<br />
geworden dat bij het spreken over predestinatie alle nadruk komt <strong>te</strong><br />
liggen op God: Hij is het die preordineert, Hij is het die predestineert.<br />
God staat aan het begin van onze geschiedenis, maar wordt<br />
er zelf geen onderdeel van, zoals ook in de inleiding van dit artikel<br />
is gezegd over schepping n.a.v. het proëmium van q. 2 in de Prima<br />
pars. Daarmee wordt onze predestinatie aan Gods kant gelegd en<br />
zegt het eerder iets over Hem dan over ons.<br />
Wanneer vervolgens over de goddelijke kant van predestinatie<br />
wordt gesproken, merken we dat <strong>Thomas</strong> dan alleen spreekt over<br />
dat goddelijke voorzover er vanuit ons mens-zijn iets over valt <strong>te</strong><br />
zeggen. Dit is wat hij laat zien in de predestinatie van Christus.<br />
Over zijn predestinatie is aileen iets <strong>te</strong> zeggen langs of via zijn<br />
menselijke natuur. Zijn goddelijke natuur blijft daarbij oningevuld.<br />
Daar kunnen we niets over zeggen, net zoals we niets kunnen<br />
zeggen over het begrip eeuwig. De begrippen die aan de kant van<br />
God staan blijven van een andere ca<strong>te</strong>gorie dan die begrippen die<br />
aan de kant van mensen staan, waarover wij wel iets kunnen<br />
zeggen. In deze manier van spreken over God wordt gewaarborgd<br />
dat God geen onderdeel wordt van de geschiedenis, geen onderdeel<br />
wordt van de schepping.<br />
Opvallend is dat <strong>Thomas</strong>, wanneer het over geschiedenis gaat en<br />
over 'in <strong>te</strong>mpore', een <strong>te</strong>rm gebruikt zoals genade (gratia). Genade<br />
draagt het initiatief in zich van God, Hij is het die genade geeft.<br />
God geeft genade vanuit zichzelf, zonder dat het veroorzaakt<br />
wordt door iets van bui<strong>te</strong>n Hem: gratia gratis datur. Het uitvoeren<br />
van predestinatie 'in <strong>te</strong>mpore' heeft niet iets in zich waardoor God<br />
zou moe<strong>te</strong>n reageren.<br />
5.4. "Utrum sit praedestinatus,secundum quod homo" (a. 2)<br />
Zoals de ti<strong>te</strong>l van dit artikel al aanduidt gaat <strong>Thomas</strong> hier in op<br />
Christus' predestinatie volgens wat hij is als mens. <strong>Thomas</strong> s<strong>te</strong>lt de<br />
uitslag van het voorgaande artikel weer <strong>te</strong>r discussie. Hierbij komt<br />
<strong>te</strong>vens het doel van Christus' predestinatie naar voren, juist in zijn<br />
mens-zijn. <strong>Thomas</strong> wil aanduiden hoe je wel en hoe je niet over<br />
Hem kunt spreken. De twee naturen inChristus gelden als spraakre-