Jaarboek Thomas Instituut 1989 - Thomas Instituut te Utrecht
Jaarboek Thomas Instituut 1989 - Thomas Instituut te Utrecht
Jaarboek Thomas Instituut 1989 - Thomas Instituut te Utrecht
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
HANNIBALDUS DE HANNIBALDIS Ii<br />
De reden waarom Bonaventura zo vaak de nadruk heeft gelegd<br />
op de onmogelijkheidvan een eeuwig geschapen wereld ligt, aldus<br />
J.G.Bougerol,(39) in het uitgangspunt van de "speculationbonaventurienne",<br />
namelijk de notie van schepping. Is schepping van<br />
eeuwigheid af (creatio ab ae<strong>te</strong>rno) niet mogelijk, dan wordt met<br />
schepping bedoeld: schepping vanaf een absoluut eers<strong>te</strong> begin<br />
(creatioab initio). En dat is wat volgens Bonaventura door de <strong>te</strong>rm<br />
'schepping' noodzakelijkuitgedrukt wordt: een eers<strong>te</strong> aanvang der<br />
dingen, nadat zij er '<strong>te</strong>voren' niet geweest waren. Creatio ab initio<br />
is schepping uit en na niets. Deze uitleg en be<strong>te</strong>kenis, zij het meer<br />
toegespitst op rationele noodzakelijkheid,herinnert aan de positie<br />
van Augustinus, die door Bonaventurain dezen nagevolgd wordt,<br />
zoals hij in zijn Epistula de tribus quaesiionibus (40) duidelijkmaakt:<br />
"Niemand anders heeft be<strong>te</strong>r een beschrijvinggegeven van de aard<br />
en wijzevan de schepping der wereld dan Augustinus in zijn boek<br />
De civita<strong>te</strong> dei (XI-XII)."<br />
Inboek III,dist. 24 van zijn commentaarop de Senientiae (41) zegt<br />
Bonaventura dat het vraagstuk van de schepping der wereld<br />
behoort tot de meest verheven en edels<strong>te</strong> kwesties om <strong>te</strong> onderzoeken<br />
en <strong>te</strong> behandelen. Misschiendat hij juist op grond hiervan<br />
zo gespitst is op de preciezebe<strong>te</strong>kenisvan 'schepping', wanneer hij<br />
de vraag naar de oorsprong van de werkelijkheidonderzoekt en in<br />
verband daarmee de kwestie van de (on)mogelijkheid van een<br />
eeuwigeschepping <strong>te</strong>r sprake brengt.<br />
Bonaventura's these <strong>te</strong>r zake kan in het kort als volgt worden<br />
weergegeven. De gehele wereld is naar vorm en ma<strong>te</strong>rie voortgebracht<br />
door het goddelijke causale principe. Deze voortbrenging<br />
is <strong>te</strong> verstaan als schepping uit niets, wat twee dingen inhoudt. Ten<br />
eers<strong>te</strong>, dat de schepper geen enkel preëxis<strong>te</strong>nt en met hem medeeeuwig<br />
ma<strong>te</strong>riaal vooronders<strong>te</strong>lt bij het maken van zijn schepsel<br />
(uit niets = uit niet iets, d.w.z. zonder iets anders wat reeds bestond).<br />
Ten tweede houdt schepping uit niets in dat de wereld<br />
noodzakelijk een absoluut eers<strong>te</strong> aanvang heeft gehad (uit niets =<br />
'na' niets, d.w.z. het maaksel heeft een eers<strong>te</strong> begin van duur<br />
gehad, is "in den beginne" geweest).(42) Scheppingin deze zin sluit<br />
dus per se de mogelijkheid van een eeuwige schepping uit, aangezien<br />
dit begrip intrinsiek contradictoir is. Een geschapen wereld<br />
die altijd en immer heeftbestaan zonder eers<strong>te</strong> aanvang van duur is<br />
dan ook voor Bonaventura een onmogelijkheid, <strong>te</strong>rwijl het <strong>te</strong>gendeel<br />
- creatie ab initio - noodzakelijkis. (43)