Jaarboek Thomas Instituut 1989 - Thomas Instituut te Utrecht
Jaarboek Thomas Instituut 1989 - Thomas Instituut te Utrecht
Jaarboek Thomas Instituut 1989 - Thomas Instituut te Utrecht
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
88 P. Bakker, M. Brinkhuis, A. Kamp, H. Rikhof<br />
Anders gezegd, O'Brien doet met zijn opmerking geen recht aan<br />
een centraal gegeven in <strong>Thomas</strong>' analyse van het analoog gebruik<br />
van woorden voor God, namelijkde omdraaiïng van het per prius<br />
aan de kant van de schepselen als het over kennen en benoemen<br />
gaat naar het per prius aan de kant van God als het over de werkelijkheid<br />
gaat. God wordt niet 'goed' genoemd omdat de schepping<br />
of schepselen goed zijn, maar schepping en schepselen worden<br />
'goed' genoemd omdat God goed is. (63)<br />
4. De passendheid van de menswording (ST m,q. 1)<br />
"Ubi abundavit delictum, superabundavit et gratia." (Rom.<br />
5:20)<br />
4.1. Inleiding: motioum incarnation is<br />
De Tertia pars van <strong>Thomas</strong>' Summa theologiae bevat de theologie<br />
over God mensgeworden, die onze verlosser is. <strong>Thomas</strong> begint<br />
met de vraag naar het waarom van de menswording. Wat is het<br />
motivum incamationis? Deze vraag heeft <strong>Thomas</strong> al eerder beziggehouden.<br />
In zijn twee eerdere gro<strong>te</strong> werken komt hij tot verschillende<br />
antwoorden.<br />
In het Scriptum super Sen<strong>te</strong>ntias (1254-1256)sluit hij zich aan bij<br />
de so<strong>te</strong>riologische argumentatie uit Anselmus' Cur Deus homo. (61)<br />
Gods allerhoogs<strong>te</strong> goedheid en barmhartigheid is zo groot dat Hij<br />
de menselijke natuur niet zalonthouden wat ze kan ontvangen,<br />
namelijk hers<strong>te</strong>l van de zonde. Maar uit Gods onveranderlijke<br />
rechtvaardigheid volgt dat er voor elke zonde genoegdoening<br />
gedaan moet worden. Alleen een mens kan dat doen. Uit Gods<br />
allerhoogs<strong>te</strong>wijsheid volgt dat God het bes<strong>te</strong> middel moest vinden<br />
om de mens <strong>te</strong> hers<strong>te</strong>llen: een God-mens. De menswording staat<br />
hier geheel in dienst van het hers<strong>te</strong>l uit de zonde. Daarna noemt<br />
<strong>Thomas</strong> nog, zonder dat <strong>te</strong> verbinden met zijn eigenlijkebetoog, de<br />
menswording als middel om naar God op <strong>te</strong> stijgen.<br />
Het 'motivum incamationis' wordt in de Summa contra gentiles<br />
(1259-1264)op een precies <strong>te</strong>genoverges<strong>te</strong>ldewijze uitgewerkt. (65)<br />
<strong>Thomas</strong> legt hier alle nadruk op het ontologischemotief. Hij somt<br />
acht redenen op waarom de menswording passend is voor God.<br />
Zeven redenen brengen de menswording in verband met het<br />
ui<strong>te</strong>indelijke doel van de mens: de 'beatitudo' of 'visio Dei'. De<br />
menswording, zo s<strong>te</strong>lt bij voorbeeld de eers<strong>te</strong> reden, laat de