Net loke falta - Eerste Kamer der Staten-Generaal
Net loke falta - Eerste Kamer der Staten-Generaal
Net loke falta - Eerste Kamer der Staten-Generaal
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
eleidsontwikkeling en -uitvoering. Dit weer draagt bij aan<br />
het steeds beter toesnijden van het algemeen beleid op<br />
Antilliaanse maat. En dat is de kern van het vitaliseringsdenken.<br />
Binnen de smalle context van onze opdracht is een<br />
hogere graad van civiele Antilliaanse gemeenschap ook<br />
een belangrijke voedingsbodem voor de ontwikkeling van<br />
meer sociale controle on<strong>der</strong> Antillianen en daardoor ook<br />
een cruciale bijdrage van Antillianen voor het voorkomen<br />
en aanpakken van de criminaliteit on<strong>der</strong> Antillianen<br />
■ Effectiviteit van de Gebruikte Communicatie- en<br />
Enkuentromethodiek<br />
Is de Antilliaanse gemeenschap te bereiken en te<br />
mobiliseren? Nee, zegt men vaak.<br />
De verzuchting binnen vele instellingen dat dit een<br />
groot probleem is, is niet van de laatste tijd. In vele<br />
beleidsnotities wordt het beeld geschetst van een gemeenschap<br />
met een lage organisatiegraad. Hierdoor zou de<br />
Antilliaanse gemeenschap moeilijk te bena<strong>der</strong>en zijn voor<br />
overheidsinstellingen en verloopt de communicatie met<br />
Antillianen stroef.<br />
4.2.3 Versterking van de Organisatorische<br />
Infrastructuur<br />
De uitvoering van het vitaliseringprogramma vooron<strong>der</strong>stelt<br />
een substantiële betrokkenheid en inbreng van<br />
de Antilliaanse gemeenschap en Antilliaanse deskundigheid.<br />
Zon<strong>der</strong> een behoorlijke infrastructuur, vrijwilligersorganisaties<br />
aan de basis en Antilliaanse professionele<br />
organisaties op de on<strong>der</strong>scheiden beleidsniveaus, zal die<br />
inbreng verre van optimaal zijn en de reserves aan<br />
beschikbare kennis en ervaring in de Antilliaanse gele<strong>der</strong>en<br />
onvoldoende aanboren. Een Antilliaanse gemeenschap die<br />
zich vitaliseert, en op basis daarvan wat wil doen voor de<br />
eigen Antilliaanse bevolkingsgroep, heeft behoefte aan<br />
sterke on<strong>der</strong>steunende organisaties: “Man na obra”<br />
(“handen die het werk doen”). In de afgelopen jaren is de<br />
Antilliaanse infrastructuur van professionele organisaties<br />
- als gevolg van het gevoerde rijks- , provinciaal en<br />
gemeentelijk beleid - echter on<strong>der</strong>hevig geweest aan een<br />
grote mate van kaalslag.<br />
De Antilliaanse gemeenschap in Ne<strong>der</strong>land kent een<br />
aantal Antilliaanse professionele organisaties. Organisaties<br />
die door een provincie of een gemeente worden gesubsidieerd<br />
om werk te doen voor en met Antillianen. Vanaf de<br />
jaren negentig is door bezuinigingen en fusiedwang tal<br />
van dit soort Antilliaanse professionele eerstelijnsvoorzieningen<br />
verdwenen. Momenteel kent Rotterdam een<br />
onafhankelijke Stichting Welzijn Antillianen en Arubanen<br />
en Den Haag heeft binnen het Welzijns Organisatie<br />
Centrum een Steunpunt Antillianen en Arubanen. Ver<strong>der</strong><br />
hebben on<strong>der</strong> an<strong>der</strong>e Amsterdam (bijvoorbeeld Stichting<br />
50 ■ Nèt <strong>loke</strong> <strong>falta</strong><br />
Mama), Tilburg (Stichting Antillianen Tilburg), Eindhoven<br />
(Asosashon Antiano i Arubano, AAA) en Groningen (Forsa)<br />
kleine organisaties die eerstelijnswerkzaamheden verrichten.<br />
Al deze organisaties functioneren met een minimum<br />
aan personeel. Ook hebben deze organisaties sterk te lijden<br />
gehad van gemeentelijk beleid om typische eerstelijnsactiviteiten<br />
als samenlevingsopbouw en sociaal-culturele<br />
activiteiten nagenoeg stop te zetten.<br />
Op tweedelijnsniveau zijn behalve in Noord- en Zuid-<br />
Holland (Stichting Forsa Amsterdam en Stichting Forsa<br />
Zuid-Holland) alle Antilliaanse steunpunten verdwenen.<br />
Eind dit jaar verdwijnt immers ook het Antilliaans steunpunt<br />
in Drenthe. De overgebleven steunpunten zijn duidelijk<br />
on<strong>der</strong>bemenst en worden al jaren door hun subsidiegever<br />
gedwongen tijd te steken in Fe<strong>der</strong>atieve verbanden.<br />
Hierdoor komen de steunpunttaken beleidsbeïnvloeding,<br />
on<strong>der</strong>steuning van projecten, voorlichting, on<strong>der</strong>zoek en<br />
on<strong>der</strong>steuning op het gebied van ka<strong>der</strong>training te weinig<br />
uit de verf.<br />
Landelijk hebben de Antillianen na het opheffen en doen<br />
fuseren van de Stichting Fundashon Organisashon Regional<br />
i Sentral Antiano/Arubano in de Stichting Forum geen eigen<br />
steunpunt. De Stichting Overlegorgaan Caribische<br />
Ne<strong>der</strong>lan<strong>der</strong>s was lange tijd het officiële Antilliaanse<br />
inspraakorgaan. Na wetswijzigingen is de stichting nu voor<br />
de ministeries een samenwerkingspartner binnen het<br />
Landelijk Overleg Min<strong>der</strong>heden. De overlegfunctie staat<br />
sindsdien centraal, de inspraakfunctie is ingeperkt.<br />
De Antilliaanse bevolkingsgroep kent op lokaal niveau nog<br />
weinig goedlopende eigen vrijwilligersorganisaties. De<br />
bestaande Antilliaanse organisaties worden gehin<strong>der</strong>d<br />
door gebrek aan voldoende goede bestuur<strong>der</strong>s, gebrek aan<br />
financiële middelen, aan eigen activiteitenruimten en aan<br />
voldoende vrijwilligers om activiteiten uit te voeren.<br />
Bovendien heeft men vaak te maken met gemeentelijke<br />
eisen waar de organisaties, om de hier genoemde redenen,<br />
zelden aan kunnen voldoen. Veel gemeenten leggen dit<br />
soort organisaties ook nog eens eisen op waaraan zelfs<br />
professionele organisaties moeilijk kunnen voldoen.<br />
Het overwinnen van de genoemde obstakels en het<br />
zichzelf ontwikkelen van zelforganisaties is bij gebrek aan<br />
on<strong>der</strong>steuning uit eerste- of tweedelijnsorganisaties maar<br />
zeer beperkt mogelijk.<br />
De Adviescommissie vindt het zoals gezegd heel belangrijk<br />
dat de Antilliaanse gemeenschap betrokken is bij de ontwikkeling<br />
en uitvoering van het (vitalisering)beleid voor<br />
Antillianen. Hiervoor is nodig dat de huidige organisatorische<br />
infrastructuur on<strong>der</strong> Antillianen wordt versterkt.