05.09.2013 Views

2.3 Relaxatie-oscillator

2.3 Relaxatie-oscillator

2.3 Relaxatie-oscillator

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

2.2.1 Harmonische <strong>oscillator</strong><br />

Omdat we de PZT-sensor bij de resonantiefrequentie willen laten oscilleren, moeten we dus een configuratie<br />

met een harmonische <strong>oscillator</strong> bekijken. Belangrijke voorwaarden voor harmonische oscillatie<br />

zijn de zogenaamde Barkhausen criteria: In een teruggekoppelde lus waarin een frequentieselecterend<br />

en een versterkend element zit, moet de totale fasedraaiing gelijk zijn aan 0 + 2k (k=0,1....). Verder<br />

moet de modulus van de totale versterking gelijk aan 1 zijn voor stabiele oscillatie.<br />

In de praktijk zal een frequentieselecterend element meestal als eigenschap hebben dat er wat energie<br />

verloren gaat. Om dit tegen te gaan, en de oscillatie in stand te houden, moet de versterker dus wat<br />

energie toevoeren. Het verlies van het element wordt uitgedrukt in de kwaliteitsfactor Q en is omgekeerd<br />

evenredig met de kwaliteit: een element met een hoge Q zal weinig energie verliezen.<br />

2.2.1.1 Complexe Impedantie van de Sensor<br />

Het gedrag van de sensor kunnen we afleiden met behulp van de (complexe) impedantie mits in het<br />

gekozen frequentiedomein het netwerk zich lineair gedraagt. Dat betekent dat rond de oscillatiefrequentie<br />

de versterking niet of weinig varieert. Aan de hand daarvan kunnen we de <strong>oscillator</strong> instellen<br />

om aan de criteria voor oscillatie te voldoen. Om de impedantie te berekenen moeten we de elektrische<br />

grootheden vinden van het vervangingsschema van de sensor. De resonantie wordt bepaald door de<br />

mechanische en elctrische eigenschappen van de sensor. We kunnen de mechanische grootheden omzetten<br />

naar hun equivalente elektrische grootheden 4 : Trillende massa naar zelfinductie (L 1 ), elasticiteit<br />

van het kristal naar capaciteit (C 1 ), en wrijvingsverliezen naar weerstand (R 1 ). Parallel aan deze drie<br />

grootheden bevindt zich nog een condensator, die de parasitaire capaciteit vormt van de aansluitingen<br />

en het oppervlak van de elektroden.<br />

R S<br />

2.16kΩ<br />

L S<br />

1.586H<br />

PZT Sensor<br />

C 0<br />

5.4nF<br />

Figuur 2.7 Vervangingsschema PZT-sensor<br />

C S<br />

411.7pF<br />

In het bovenstaande vervangingsschema, figuur 2.7, zien we voor de grondtoon een LCR-keten met<br />

parallel daaraan capaciteit C 0 . Het gedrag veroorzaakt door boventonen op de grondtoon, zouden we in<br />

het vervangingsschema kunnen opnemen door parallel aan de LCR-keten, andere LCR-ketens aan te<br />

sluiten. Omdat we ons toch alleen maar willen beperken tot frequenties in de buurt van de grondtoon,<br />

is het niet nodig het vervangingsschema uit te breiden.<br />

De sensor is met een HP network analyzer (HP 8510C) doorgemeten. Na opgave van de configuratie<br />

waarin deze onderdelen in het vervangingsschema staan, heeft deze de waarden van L s , C s , R s en C 0<br />

berekend:<br />

R S =2.16kΩ L S =1.586H C S =411.7pF C 0 =5.4nF<br />

12

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!