05.09.2013 Views

2.3 Relaxatie-oscillator

2.3 Relaxatie-oscillator

2.3 Relaxatie-oscillator

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Hieruit volgt de volgende overdrachtscurve (figuur 2.13):<br />

absH<br />

0.003<br />

0.0025<br />

0.002<br />

0.0015<br />

0.001<br />

0.0005<br />

0<br />

3.8 10 4<br />

3.9 10 4<br />

4 10 4<br />

(in rad/s)<br />

C 1 =330nF<br />

C 2 =68nF<br />

R 1 =4.7kΩ<br />

4.1 10 4<br />

Figuur 2.13. overdracht sensor in de Pierceschakeling met andere componenten<br />

4.2 10 4<br />

Uit de grafiek blijkt dat met de grotere waarden voor C 1 en C 2 , we nu veel meer fasedraaiing kunnen<br />

krijgen. Deze is op zijn grootst 177°. De versterking is door de grotere condensatoren wel flink afgenomen.<br />

Bij het punt waar de fasedraaiing het grootst is, blijft er ongeveer nog maar 1/1000 deel van<br />

het oorspronkelijke signaal over. In de vorige situatie was dat 1/20 deel.<br />

Ook met de nieuwe waarden krijgen we de CMOS-inverter niet aan het oscilleren in de buurt van de 6<br />

kHz. De versterking kunnen we echter niet genoeg beïnvloeden.<br />

Omdat bovendien het meten aan de schakeling een steeds groter probleem wordt vanwege de belasting<br />

van de meetpennen, vervangen we de CMOS-inverter door twee op-amps. We kunnen een op-amp als<br />

spanningsvolger/versterker schakelen, waardoor die een veel hogere ingangsimpedantie krijgt. Immers<br />

weerstand R g is niet meer nodig. De andere op-amp moet dan het signaal in ieder geval inverteren en<br />

eventueel ook versterken. We laten onze keuze vallen op een TL084. Dit is een veel voorkomende opamp,<br />

zonder spannende eigenschappen.<br />

2.2.1.4 Berekening van R 1 , C 1 en C 2<br />

We hebben gezien dat C 1 en C 2 veel invloed hebben op de overdracht van het netwerk. Dit verband is<br />

iets eenvoudiger te begrijpen als we de impedantie van de sensor bij de resonantiefrequentie als zuiver<br />

reëel beschouwen. We nemen daarvoor het volgende schema (figuur 2.14)<br />

80<br />

90<br />

100<br />

110<br />

120<br />

130<br />

140<br />

150<br />

160<br />

170<br />

180<br />

argH<br />

(in ˚)<br />

19

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!