INLEIDINGSCURSUS IK BEGELEIDINGSBUNDEL - Chiro
INLEIDINGSCURSUS IK BEGELEIDINGSBUNDEL - Chiro
INLEIDINGSCURSUS IK BEGELEIDINGSBUNDEL - Chiro
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
ROL 5 :<br />
De begeleiding zegt regelmatig welke minuut het is. Via dit schema zie je wat je op de minuut<br />
moet doen. Staat er niets, dan ben je nog steeds het vorige aan het doen of luister je wat andere<br />
zeggen. Ben je leiding, dan draag je uw leidingskoord, anders doe je die uit. Materiaal mag je<br />
vragen aan je begeleiding.<br />
1 Je bent keti en je hebt veel zin in dit spel.<br />
2<br />
3-6 Er is 1 iemand in jullie groep waarvan je vindt dat die te dik is voor dit spel.<br />
Je haalt dit regelmatig aan en pest hem/haar hiermee. Omdat hij/zij zaagt.<br />
7 - 12 Je probeert vals te spelen als je denkt dat de leiding toch niet kijkt.<br />
13 - 18 Ook het ‘dikkertje’ probeert vals te spelen, maar jij hebt dat gezien en roept<br />
het uit.<br />
19 Je loopt heel snel naar het lokaal want je hoopt de beste plaats te kunnen<br />
hebben.<br />
20 - 22 Je bent vanaf nu tito en je begint met je buur te praten over jullie leerkracht.<br />
23 In het lokaal vind je lucifers en een aansteker. Je begint hiermee te spelen<br />
en maakt een vuurtje.<br />
24<br />
25 Je hebt zin in bier drinken en je zult dan ook bier drinken!<br />
26 -28 Sommige tito’s zijn gisteren naar een fuif geweest. Jij mocht niet mee van<br />
je ouders.<br />
29 -31 Je wilt een kamp gaan bouwen want jullie zitten al lang genoeg.<br />
32 Je vraagt om toch iets anders te gaan doen.<br />
33 Je gaat akkoord met ‘zwart schaap’.<br />
34 Je gaat mee naar buiten.<br />
35 -37 Vanaf nu ben je een leider van de speelclub. Je medeleider verdeeld de<br />
ploeg in 2 groepen, daarna doe jij de speluitleg.<br />
38 -43 Je legt het spel ‘zwart schaap’ uit met veel enthousiasme: Spel in 2 ploegen<br />
elke ploeg heeft een ‘kamp’ afgebakend met lint of kegels. In elke ploeg is<br />
er ook een persoon het Zwarte schaap. Je moet proberen mensen van de<br />
andere ploeg in jouw kamp te krijgen. Als ze in jouw kamp zijn mogen ze<br />
vertellen of zij het zwarte schaap zijn of niet. Als je het zwart schaap<br />
gevonden hebt heeft jouw team gewonnen.<br />
44 Iemand is gevallen en je merkt dat je geen EHBO bij hebt. Je bent in paniek<br />
en over bezorgd.<br />
45<br />
46 - 48 Geef 1 iemand steeds positieve en 1 iemand steeds negatieve bevestiging.<br />
49 Rond het spel af want de ouders komen je leden bijna halen.<br />
50<br />
ROL 6 :<br />
De begeleiding zegt regelmatig welke minuut het is. Via dit schema zie je wat je op de minuut<br />
moet doen. Staat er niets, dan ben je nog steeds het vorige aan het doen of luister je wat andere<br />
zeggen. Ben je leiding, dan draag je uw leidingskoord, anders doe je die uit. Materiaal mag je<br />
vragen aan je begeleiding.<br />
1 Je bent een hyperactieve keti en je luistert naar de leiding.<br />
2 -4 Je wil er meteen invliegen en probeert in je eentje al over de touwen te<br />
kruipen.<br />
5 - 9 Je merkt dat er zijn die dit spel niet durven spelen. Jij vindt dat ze watjes<br />
zijn.<br />
10 -15 Voor jou is niets moeilijk, je begrijpt niet dat anderen er lang over doen. Je<br />
wil actie ! Het gaat te traag voor jou.<br />
16 - 18 Je bent afgeleid en gaat zelf wat anders doen.<br />
19 Jullie gaan iets drinken in het lokaal en je vraagt of jullie bier krijgen.<br />
20 Je bent vanaf nu tito en je wilt bier!<br />
21 - 23 Je leider heeft chips en je wilt hiervan mee eten.<br />
24 Iemand maakt vuur en je vind je leider flauw omdat hij zegt dat dat niet<br />
mag.<br />
25 Je wilt mee bier drinken en je vindt dat iedereen is moet proeven.<br />
26 Je bent gisteren samen met enkele andere mee naar een fuif geweest, je<br />
vond de muziek heel goed!<br />
27 -31 Je houdt iedereen in het oog of ze wel hun bier opdrinken, anders zeg je<br />
hier iets van.<br />
32 Je stelt voor om ‘zwart schaap’ te spelen.<br />
33<br />
34 Je gaat mee naar buiten.<br />
35 - 37 Vanaf nu ben je de leider. Jij verdeeld de ploeg in 2 groepen. Als jullie met<br />
oneven zijn, dan doe jij mee. Je ploeg verdelen doe je als volgt: iedereen<br />
moet zijn beide schoenen uitdoen en op een stapel leggen. Daarna moeten<br />
ze allemaal op een rij gaan staan. Als je start zegt moeten ze allemaal één<br />
schoen nemen. Diegene die een linker schoen vast hebben zijn een ploeg,<br />
en diegene met de rechter schoen zijn een ploeg.<br />
38- 43 Uw medeleider legt het spel uit.<br />
44-47 Er is iemand gevallen. Je zegt dat het niet erg is en dat hij/zij moet<br />
rechtstaan en verder moet spelen. Een speelclubber is namelijk stoer en<br />
kan daar tegen!<br />
48 Kom te weten wat ze van het spel vonden.<br />
49 Je sluit het spel af en vraagt wie er volgende week terug komt.<br />
50 Je leden gaan naar huis, je kan nog iets tegen de ouders zeggen.