Voorbereid op pad Rustplaatsen Zingend langs ..... - Santiago
Voorbereid op pad Rustplaatsen Zingend langs ..... - Santiago
Voorbereid op pad Rustplaatsen Zingend langs ..... - Santiago
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Quand nous partîmes de France en grand désir (deze regel doet mij altijd denken<br />
aan de beginregels van een bekend Nederlandstalig lied: Toen wij uit Rotterdam<br />
vertrokken, vertrokken wij uit Rotterdam). Hier<strong>op</strong> volgt een uitvoerig reisverslag in<br />
dichtvorm. Opvallend is het dat het vooral jonge mensen zijn die afscheid nemen van<br />
hun ouders. Uiteraard zijn ze bedroefd om al hun pleziertjes en vrienden achter te<br />
moeten laten, maar ze branden van verlangen om in de toekomst de heilige Sint<br />
Jacob in de kathedraal van <strong>Santiago</strong> de C<strong>op</strong>ostela te mogen aanschouwen. Eerst<br />
zullen zij wel de pelgrimszegen hebben ontvangen. De reis naar het noord-westen<br />
van Spanje en een stuk terug tot Bayonne is samengevat in drieëndertig strofen, met<br />
na iedere strofe het refrein, wat een schietgebed is tot Maria en haar lieve zoon.<br />
. I<br />
Quand nous par-ti- mes de Fran- ce en grand dé-sir;<br />
Nous a- vons qui-tté Père et Me- re trig-tes mar- ris;<br />
au coeur a-vions si grand dé- sir, d'aller a Saint Jac- ques,<br />
a- vons qui-tté tous ;os plai- sirs por fai- re ce vo- ya- ge.<br />
Wer das Elend bauen wil1<br />
Dit is een lied dat zeer goed bekend was bij de Duitstalige pelgrims. Het staat<br />
genoteerd in een handschrift van omstreeks 1500 dat zich in de Bayerische Staats-<br />
bibliothek te München bevindt. In het origineel luidt de tweede regel: der heb sich auf<br />
und sey mein gesel.<br />
Het lied bestaat uit zesentwintig strofen van vijf regels, zonder refrein. Het verschil in<br />
volkskarakter tussen de Duitser en de Fransoos komt ook in deze twee liederen<br />
duidelijk naar voren. De maatsoort van La Grande Chanson is frivool vergeleken<br />
methet marskarakter van het Duitse lied.<br />
Ook hier hebben wij te maken met een reisverslag <strong>op</strong> rijm, voorzien van een melodie,<br />
eigenlijk alleen maar tot strofe dertien. Vanaf strofe veertien tot en met drieëntwintig<br />
wordt een verhaal ten tonele gevoerd over de 'Spital-meister' (toezichthouder van<br />
een hospitaal, een refugio zou men nu zeggen). Die Spital-meister deed zijn werk<br />
niet goed. De pelgrims klaagden over het eten, de bedden enz..