06.09.2013 Views

Minder pretentie, meer ambitie - Oapen

Minder pretentie, meer ambitie - Oapen

Minder pretentie, meer ambitie - Oapen

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

de opgave voor de toekomst<br />

schappers en vn-organisaties als de unctad, het unep, de undp en de ilo<br />

hebben dit op alle mogelijke manieren proberen nader te duiden en verbreed met<br />

concepten als growth with equity, inclusive growth, duurzame groei en groei met<br />

specifieke aandacht voor vrouwen en het milieu. Ze wijzen er ook op dat groei<br />

gemeten wordt aan de hand van het nationaal inkomen. Dit geeft wel aan hoeveel<br />

middelen in een land beschikbaar zijn om de welvaart van de bevolking te verbeteren,<br />

maar zegt niets over de mate waarin een samenleving erin slaagt dat potentieel<br />

te verdelen. Er zijn dus gerichte maatregelen en institutionele waarborgen<br />

nodig om de <strong>meer</strong>derheid van de bevolking daadwerkelijk van economische groei<br />

te laten profiteren en om de ongelijkheid te kunnen verminderen (Stewart 2003).<br />

Maar zonder groei valt er niet genoeg te verdelen.<br />

Trickle down<br />

Groei kan behulpzaam zijn bij de aanpak van inkomensverschillen, maar is daar<br />

niet identiek aan. Angola bijvoorbeeld heeft de laatste jaren een enorme groei<br />

gekend, vooral dankzij de olie-export, maar die groei komt vooral ten goede aan<br />

een kleine bovenlaag. Hoe zit het met de inkomensverdelingseffecten van groei?<br />

Dat is een complex verhaal. Gedurende enige tijd was het adagium in de fameuze<br />

woorden van Wereldbankonderzoekers Dollar en Kraay “trade is good for growth<br />

and growth is good for the poor”. Maar het onderzoek onder deze claim is inmiddels<br />

stevig bekritiseerd op methodologische en theoretische gronden. Op dit moment<br />

wordt in brede kringen van beleidsmakers en wetenschappers dan ook onderkend<br />

dat het gepostuleerde trickle down-proces in de praktijk niet materialiseert of te<br />

traag is om zonder aanvullende maatregelen voldoende effect te hebben. Of de<br />

armen in een land ook daadwerkelijk beter worden van groei is onder andere afhankelijk<br />

van het landbouw- en industrialisatiepatroon: economisch en sociaal beleid<br />

verbetert de situatie van armen als het gericht is op hogere opbrengsten van het<br />

werk van de arme bevolking, dus op landbouw of ongeschoold werk. Meer in het<br />

algemeen is de relatie tussen groei en armoede contingent. In de periode van 1984<br />

tot 2001 kwam groei in ontwikkelingslanden in een kwart van de gevallen <strong>meer</strong> bij<br />

de rijken terecht, in een kwart van de gevallen <strong>meer</strong> bij de armen, en in de rest van<br />

de gevallen gelijkelijk bij iedereen. Niet groei op zich, maar het type ontwikkeling<br />

in een land en het gevoerde beleid zijn, kortom, bepalend voor de uitkomsten voor<br />

armen. (Adelman 2001; Demartino 2000; Dollar en Kraay 2001a, 2001b; Donaldson<br />

2008; Jolly et al. 2004; Kaplinsky 2009; Kniivilä 2008; Nayyar 2003; Nissanke<br />

en Thorbecke 2006; O’Connor en Kjöllerström 2008; Rodrik 2000; Saad-Filho<br />

2007; Sen 1999; Son en Kakwani 2008; Stanton 2007; Stewart 2003).<br />

De vraag wat voor beleid en welk type groei effectief zijn om de armoede structureel<br />

terug te dringen, is niet in abstracto te beantwoorden. Kijken we bijvoorbeeld<br />

naar de 49 least developed countries, de armste landen in de wereld volgens de<br />

Verenigde Naties met samen ongeveer achthonderd miljoen inwoners, dan blijkt<br />

uit de jaarlijkse rapporten van de unctad dat de groei in deze landen sinds 2000<br />

175

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!