08.09.2013 Views

87|5 - Nederlandse Vereniging van Wiskundeleraren

87|5 - Nederlandse Vereniging van Wiskundeleraren

87|5 - Nederlandse Vereniging van Wiskundeleraren

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Bayesiaanse<br />

evenredigheid<br />

EN hEt MONty hAll pROBlEEM<br />

Interessant aan het driedeuren- of Monty Hall probleem is, dat er verschillende<br />

manieren zijn om het juiste antwoord te vinden. [1] Bovendien blijken er ook<br />

meerdere theoretische referentiekaders mogelijk te zijn op basis waar<strong>van</strong> dit<br />

probleem benaderd kan worden (kans- resp. speltheoretisch). [2] Het mag toch wel<br />

bijzonder genoemd worden dat dit vraagstuk, dat ruim 20 jaar geleden in de<br />

openbaarheid werd gebracht, de gemoederen nog steeds kan bezighouden.<br />

In dit artikel beperk ik me tot het kanstheoretische<br />

referentiekader of, in termen<br />

<strong>van</strong> prof. Richard Gill, tot het Monty Hall<br />

probleem als probability puzzle. Zoals<br />

gezegd leiden ook in het geval <strong>van</strong> het<br />

Monty Hall probleem vele wegen naar<br />

Rome en dat brengt met zich mee dat er<br />

onderscheid gemaakt wordt tussen goede<br />

en minder goede oplossingen. Zo spreekt<br />

Rosenhouse <strong>van</strong> casual treatments of the<br />

problem die hij als onvolledig kwalificeert. [3]<br />

Een voorbeeld <strong>van</strong> zo’n casual oplossing is<br />

de volgende: de kans dat de prijs zich achter<br />

de deur bevindt die de kandidaat in eerste<br />

instantie gekozen heeft, is ⅓, en dus is de<br />

kans dat de prijs zich niet achter die deur<br />

bevindt gelijk aan ⅔. Wanneer de quizmaster<br />

(Monty) vervolgens een <strong>van</strong> de andere<br />

twee deuren opent en er geen prijs te zien<br />

is, betekent dit dat de kans dat de prijs zich<br />

achter de resterende deur bevindt, gelijk is<br />

aan ⅔. Rosenhouse noemt deze oplossing<br />

onvolledig omdat je niet zo maar mag veronderstellen<br />

dat de kans <strong>van</strong> ⅔ overgaat <strong>van</strong><br />

twee deuren naar de resterende deur. [4]<br />

Tijdens het schrijven <strong>van</strong> mijn boek De<br />

Bayesiaanse Benadering. Basisprincipes en<br />

-technieken <strong>van</strong> de Bayesiaanse statistiek, dat<br />

binnenkort zal verschijnen bij Academic<br />

Service/SDU, kwam ik op het idee om<br />

het Bayesiaanse evenredigheidsprincipe te<br />

illustreren aan de hand <strong>van</strong> het driedeurenprobleem.<br />

Ik meen hiermee een ‘volledige’<br />

(in de zin <strong>van</strong> Rosenhouse) oplossingsstructuur<br />

voor dit probleem geformuleerd te<br />

hebben op basis waar<strong>van</strong> bovendien op vrij<br />

eenvoudige wijze een algemene formule is<br />

af te leiden voor de situatie met n deuren,<br />

waarbij de quizmaster k lege deuren opent.<br />

het Bayesiaanse<br />

evenredigheidsprincipe<br />

Binnen de Bayesiaanse statistiek wordt<br />

gebruik gemaakt <strong>van</strong> het evenredigheidsprincipe<br />

dat geformuleerd wordt als:<br />

posterior ∝ ( prior × likelihood )<br />

De posterior kans op een gebeurtenis is<br />

de kans die wordt bepaald nadat de data<br />

verkregen zijn, terwijl de prior kans de kans<br />

is die wordt bepaald voordat de data bekend<br />

zijn. Het begrip likelihood verwijst naar de<br />

voorwaardelijke kans op de data, gegeven<br />

een bepaalde parameterwaarde of, wat voor<br />

dit artikel <strong>van</strong> meer belang is, gegeven dat<br />

een bepaalde gebeurtenis zich heeft voorgedaan<br />

of dat iets het geval is.<br />

Volgens het evenredigheidsprincipe is de<br />

posterior kans evenredig (∝) met het product<br />

<strong>van</strong> prior kans en likelihood. Dit principe<br />

volgt uit de regel <strong>van</strong> Bayes aangezien<br />

we bij het bepalen <strong>van</strong> alternatieve posterior<br />

kansen telkens door dezelfde noemer delen:<br />

PA ( i)· PX ( | Ai)<br />

PA ( i | X)<br />

= k<br />

PA ( )· PX ( | A)<br />

∑<br />

j = 1<br />

j j<br />

Centraal staat het begrip voorwaardelijke kans.<br />

Een voorwaardelijke kans is de kans op een<br />

gebeurtenis (A), gegeven dat aan een bepaalde<br />

voorwaarde (B) is voldaan. Deze voorwaardelijke<br />

kans noteren we als P(A | B).<br />

We illustreren de regel <strong>van</strong> Bayes aan de hand<br />

<strong>van</strong> een voorbeeld uit Getal & Ruimte. [5]<br />

Om na te gaan of iemand een infectie met<br />

tuberculose heeft gehad, wordt een huidtest<br />

gebruikt, de zogenaamde Mantoux-test. Uit<br />

ervaring is bekend dat <strong>van</strong> de personen die<br />

tuberculose hebben, 98% positief reageert<br />

op de test (dat wil zeggen dat het testresul-<br />

[ Rob Flohr ]<br />

taat de aanwezigheid <strong>van</strong> tuberculose bevestigt)<br />

en dat de overige 2% negatief reageert.<br />

Van personen die geen tuberculose hebben,<br />

vertoont 1% tóch een positieve reactie bij<br />

de Mantoux-test.<br />

Van een groep <strong>van</strong> 10.000 personen, waar<strong>van</strong><br />

er 2 aan tuberculose lijden, ondergaat<br />

iedereen de huidtest.<br />

Bereken in vier decimalen nauwkeurig de<br />

kans dat iemand die positief op de test<br />

reageert, ook werkelijk tuberculose heeft.<br />

Laten we de desbetreffende kansen op een<br />

rijtje zetten. Hierbij is tbc de gebeurtenis<br />

dat de persoon in het voorbeeld de ziekte<br />

heeft, ¬tbc de gebeurtenis waarbij dat niet<br />

het geval is, en pos en neg de gebeurtenissen<br />

<strong>van</strong> een positief resp. een negatief testresultaat.<br />

De kansen zijn dan:<br />

P( tbc) = 0,0002 ; P( ¬ tbc)<br />

= 0,9998<br />

P( pos | tbc) = 0,98 ; P( neg | tbc)<br />

= 0,02<br />

P( pos | ¬ tbc) = 0,01 ; P( neg | ¬ tbc)<br />

= 0,99<br />

Deze kansen kunnen we in hun onderlinge<br />

samenhang weergeven met behulp <strong>van</strong> een<br />

boomdiagram; zie figuur 1.<br />

We zien in dat boomdiagram twee takken<br />

die betrekking hebben op een positieve<br />

testuitslag waar<strong>van</strong> er één verwijst naar het<br />

hebben <strong>van</strong> de ziekte. De kans dat iemand<br />

die positief op de test reageert ook werkelijk<br />

tuberculose heeft, P(tbc|pos), berekenen we<br />

daarom als volgt:<br />

E u c l i d E s 8 7 | 5 201

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!